HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. De Erfgenaam van Vering Biiiteniandseh Overzicht FEUILLETON WOENSDAG 4 JANUARI 1911 OM ONS HEEN No. 1281. Sploirnag8 Id bultenlaadsthe In de laatste dagen komt weer eens overduidelijk aan het licht, dal het leger en dus ook de oorlog instellin gen zijn, die in onzen tijd niet pos sen. Dat bleek eerst al ln onze Twee de Kamer, toen de duelzaak van twee officieren in bespreking kwam. Wie nu toch maar even verfrischt ls door den koelen wind van den moder nen tijd, dient toen gevoeld te heb ben, hoe het tweegevecht volmaakt in strijd is met onze algemeen geldende begrippen van recht én orde. Neem aan, dat ik een boekhandelaar belee- digd had, of hij mij, en dat wij niet door redeneering tot oplossing en verzoening konden komen, 's morgens in de vroegte op het terrein van het fonds-de Haas op elkaar gin gen schieten of steken, dan zouden we wegens poging tot moord in do ge vangenis gaan voor een tijdsverloop, dat afhangen zou van het toegebracht letsel. Kwamen we daarna v vrije voeten, dan zouden vriendenen familieleden ons links laten liggen. In bovengenoemd geval is het an ders gegaan, de heeren hebben elk een maand gekregen en de een is bevor derd, waaruit dus volgt, dat de gevan genisstraf hem in de oogen van meer deren en minderen geen kwaad heeft gedaan. Welke opvatting is nu de ware, de burgerlijke of de militaire Natuurlijk houd ik het met de eerste en al kan ik me voorstellen, dat de militairen het duel geen schande niet alleen, maar zelfs iets eervols achten, in den naam der frissche denkbeel den van dezen tijd moeten wij niet palaten, deze opvatting als een dwa ling te stempelen. Zij stamt uit een vroegere periode, gelijk de oorlog tusschen beschaafde volken zelf en behoorde, evenals de oorlog, daarom heden ten dage voorbij te zijn. Nog veel sterker hebben we kun nen opmerken, hoe de krijg en alles wat daarmee verband houdt botst te gen de begrippen van dezen lijd, aan de spionnagezaak in Duitschland. Het geval is ook in dit blad in kleu- jren en geuren verteld. Twee Engel- Bche officieren zijn daar betrapt op het snuffelen in Duitsche verdedi gingswerken, hebben voor den Duit- ichen rechter zich moeten verant woorden en zijn veroordeeld tot een jaar of wat vestingstraf, hoeveel pre cies heb ik niet onthouden, en is ook van geen belang, zooals ik straks na der zal aantoonen. Onwillekeurig gaat nu een burger, een civilist, zooals hij door de militairen smalend pleegt te worden genoemd, oen ongeveer gelijk geval zoeken in de burgermaatschappij. Ik geloof er een gevonden te hebben, r.og wel met een actueel tintje. On langs is in de algemeene vergadering van de vereeniging voor bloembollen cultuur het zoogenaamde stoken ter sprake gekomen, waardoor het moge lijk wordt, voor Kerstmis hyacin- then in bloei te hebben. Een nieuwe zaak, die voor het vak van grooto be- teekenïs schijnt te kunnen worden. De mogelijkheid bestaat dus, dat een knappe kweeker \andaag of morgen een nieuw en uitstekend verwar mingstoestel uitvindt. Natuurlek wil hij dat geheim hou den voor zijn concurrenten en wijst dus alle verzoeken af, om het appa raat te mogen zien. Daar komt op een dag een concurrent voorbij, dio het hek ziet openstaan hij sluipt het terrein op, maakt zich zoo klein mo gelijk om niet te worden gezien, gaat de kassen binnen en gluipt het geheim van zijn mededinger af. Nau welijks is dat gebeurd, of hij wordt door den eigenaar betrapt en als een dief van het terrein afgejaagd. Zes weken lang is 't heelo dorp er vol van. Langzamerhand zal het wel weer wat bijiakken, maar een poet van ver trouwen krijgt de man zijn leven lang niet meer en de historie, hoe leelijk hij gehandeld heeft, geuit van mond tot mond, totdat hij onder de aarde zal zijn gekomen. Nu de Engelsche officieren. De hee ren hebben terechtgestaan, nu ja en zijn veroordeeld tot vestingstraf, wel zeker, maar zoo heel erg werd wat zij gedaan hadden, noch in Engeland, noch in Duitschland gevonden. Zoo'n vesting is ook zoo'n vreeselijk verblijf niet, ar zijn allerlei genoegens en ge makken te krijgen, het eenige onple zierige is, dat je er niet af mag. In dit geval ook al niet zoo erg, want in militaire kringen is men het er wel over eens, dat de heeren lang voor dat hun straftijd voorbij is, van den keizer gratie zullen krijgen, bijvoor beeld zoodra koning George ge kroond wordt. We zullen het zien met een maand of wat is het geval bekeken en varen de twee spionnen, misschien wel per extra boot. weer over naar old England, na vet handdrukken van Duitsche collega'! Want het mooiste is, dat hun in Duitschland deze spionnage niet kwalijk genomen is. Iedereen is even beleefd. Ik denk wel. dat een eere- wacht hun komst op de vesting zal hebben begroet en de cipier hen hun kamers (van cellen is er op zoo'n ves ting geen sprake) heeft ingebogen. Het doet denken aan den heul, die aan den misdadiger vroeg, of hij niet kwalijk nemen zou, dat hij hem pijn moest doen. Maar het allerfraaiste is de hou ding van de Engelsche bladen. Cou ranten in 't algemeen, ik moet het tot mijn spijt erkennen, zijn al mee van de middelen, waarmee verouderde in stellingen zooals de oorlog er een is, in stand worden gehouden. Wij in Nederland merkeu dat zoo niet, om dat wij maar een klein volk zijn en alleen groote volkeren willen op som mige oogenblikken den oorlog, om dat zij dien winnen kunnen een feit, waarover voorstanders van den oorlog eens goed moeten nadenken. Duitsche, Fransche en Engelsche bladen zweepen dan ook meermalen op tot een oorlog, zonder dat iemand een vinger uitsteekt om dat misdadig doen te beletten. De Engelschen zijn daar meesters in, vooral de Times is door de jaren heen berucht ge weest over de manier, waarop zij den ecu tegen den ander opzet, zooala in een kazernewoning een kwaadaardi ge buurvrouw de luitjes tegen elkan der opstookt. Wat schrijft dan nu de Times: ;,Wij zijn ervan overtuigd, dat het Duitsche en het Britsche volk niet slechter over de wederzijd- sche bedoelingen zullen denken, om dat ze in de laatste weken gedwon gen zijn geweest van een zekere klas se van vreemdelingen, die zich bin nen hun grenzen ophielden, een zeer natuurlijke opheldering te verlan gen." Dit slaat op het feit, dat een poosje vroeger een Duitsche luitcuant in Engeland op spionueeren is betrapt. De Engelsche rechter maakte er een voordeeltje voor de schatkist van, eischto drieduizend gulden cautie en liet heni toen loopen. Het blijkt dus, dat de man, wiens verwarmingsappa raat werd afgeneusd, een paar weken vroeger bij zijn concurrent in de boe ken had gegluurd. Maar de Times zegt nog meer moois „Wij sluiten ons gaarne hij de Duitsciie opvatting aan, dat het beide natiën tot eer strekt, wanneer haar jonge soldaten en zeelieden begeerig zijn, ijver te toonen in hun beroep." Als ik een generaal was, daagde ik nu den redacteur van de Times uit, die durft zoggen, dat spionnee- ren hot beroep is van een soldaat 1 De Daily Chronicle is van oordeel, dat spionnage een algemeen gebruik is onder de natiën, dat ove rigens met de verhouding der landen tot elkaar niets heeft uit te staan. Het straffen van spionnen dus, het volgt er uit. is maar comedie. „Ook zonder direct boo ze bedoelingen", zoo gaat het blad verder, tracht iedere natie de militaire geheimen van an dere landen te doorgronden." Nog één stap verder en de Daily Chroni cle meent, dat spionneeren eigenlijk een beleefdheid is, als een taart, die Je aan een buurman op zijn verjaar dag stuurt. De andere groote bladen kallen, ik kan het niet anders noemen, dezelf de rich tine uit. Waaruit die gewron gen redeneeringen ontstaan Waar uit anders, dan dat die couranten, slaande in de moderne begrippen, een versleten stelsel, dat van den oor log en zijn toebehooren, willen goed praten en verdedigen. Het systeem van den oorlog, dat bij onze interna tionale verhoudingen een dwaasheid en een onmogelijkheid geworden is en niettemin wordt voortgezet, ja uit gebreid, omdat het met allerlei ban den van verouderde begrippen aan onze samenleving vastzit. Het best is de Daily Express, die de jaren vestingstraf en de boete vergelijkende, belooft dat een tweede Duitsche luitenant er zoo goed niet afkomen zal. Ja juist, Engeland heeft den eersten te goedkoop laten schie ten en een slechte zaak gedaan 1 Gelukkig maar, dat we ons een Bpionneerenden Nederland se h e n officier niet kunnen voorstel len. J. C. P. Bernardino Machado, de tegenwoor dige minister van buitenlandsche za ken in Portugal, heeft een artikel in een Duitsch blad geschreven, over DE PORTUGEESCHE REPUBLIEK EN' HAAR IDEALEN. Natuurlijk geeft de Excellentie een verdediging van den gang van za ken. Uitvoerig staat hij bij 't verleden stil, om aan te toonen, dat z. 1. de re publiek moest komen, om de verlos sing en verheffing van 't Portugeesclie volk mogelijk te maken. En wat ls nu de taak der republiek zoo vraagt de schrijver, en vervolgt dan „In de laatste tientallen jaren deed zich in het openbare leven van Portu gal niet alleen stilstand, maar zelfs achteruitgang gevoelen. Naar alle zij den heerschte de reactie en wel in strijd met hel belang van het volk, dat niettegenstaande de bezwaren, die het door de machthebbers in den weg zijn gelegd, vooruitging. Het werk der Republiek moet zijn, haar instellingen in overeenstemming tc brengen met de idealen der maat schappij. Alles, wat wij gedaan hebben en doen, kan ontoereikend zijn. Maar wie de dringende noodzakelijkheid der hervormingen kent. zal inzien, dat ons werk niet overdreven is. De Re publiek moet de oeconoroische, reli gieuze en politieke bevrijding van 't volle tot stand brengen. Eu de voor- loopige re<reering heeft zich van meet af aan met ijver aan deze taak ge wijd." Deze gedachten werkt Machado nog breeder uit. Daarna schrijft hij „Dat is het afbrekende werk der Republiek. De republikeinsche partij had een organisatieplan ontworpen, dat in overeenstemming was met de princi pes der politiek, en van hot humanis me. Dit plan zal met één woord het opbouwende werk dor Republiek zijn. De voorloopige regeering is ijverig daarmede doende, maar voor het bij eenkomen van het Parlement kan zij slechts doen wat absoluut noodig is, opdat alle burgers in volkomen onaf hankelijkheid hun biljetten aan de stembus kunnen toevertrouwen. Op het oogenblik is een wet over vrijheid van godsdienst en scheiding an Kerk en Staat in voorbereiding, m de regeering doet haar best den arbeidenden klassen allen mogelijken oeconomischen steun te schenken. Een gezinswet, een wet op de echtschei ding zijn reeds gepubliceerd, den rechtbanken is volledige zelfstandig heid verleend, persprocessen zijn naar de gezworenen verwezen en aan bestuurshei vormingen en een kies- rechthervorming wordt gewerkt. Verder is een legerhervorming te vermeiden. Tot dusver kon men zich van den militairen dienst afkoopen, hetgeen aanleiding was tot de groot ste ongelijkheid. Wij zullen invoering van algemeenen weerplicht Onze wetgeving was in de laatste tientallen van Jaren meer en meer ontaard in een absolute willekeur en was dan ook reusachtig achteruitge gaan. Daarom eischt het hervormings werk der Republiek een geweldigen arbeid. Maar deze is ods als dwingen de plicht opgelegd door de toenemen de ontwikkeling der Portugeesche menloving." Tot zoover 't artikel van den Portu- gpeschen minister. Opgemerkt zij nog, dat nu defini tief vaststaat, dat de geruchten over nieuwe woelingen in Portugal en over een samenzwering, om koning Ma nuel weer op den troon te heipon, on gegrond zijn gebleken. Dezer dagen is te Lissabon EEN REVOLUTIONAIR MUSEUM geopend, welke plechtigheid 'door vier ministers en een groot aantal autoriteiten word bijgewoond. In het museum, dat talrijke her neringen aan de omwenteling bevat, is ook een kamer, die den naam draagt van „Hall der koningsmoorde naarsDaar zijn ten toon gesteld de mantel van Buicca en de wapens door dezen en Costa, de moordenaars van koning Carlos en den kroonprins, ge bruikt, benevens hun portretten en de kransen, die op hun graven wa ren gelegd. Hier is dus de koningsmoord recht streeks verheerlijkt, 't Is fraai I KONINGIN MARIA PIA. De Portugeesche Staatscourant be vat het besluit, dat de bepalingen van het contract tusschen Portugal en Italië omtrent de schenking aan koningin Maria Pia, (de grootmoe der van koning Mannel), zullen wor den gehandhaafd tot de bijeenkomst der Constitueerende Vergadering. Aan de koningin zal voorloopig el ke maand 10.000 francs uitgekeerd worden. Do Turken hebben al sinds eenigen tijd met OPROERIGE ONDERDANEN te kampen. Voornamelijk met de Droezen, die van de opperheerschap pij der Turken niet voel meer willen weten. Nog altijd wordt er geschoten. Beoosten Kerak liehbeu Turksche troepen en Droozen thans weer vier dagen lang strijd geleverd. De Droe zen zijn in de woestijn gedreven. Het heet, dat meer dan 1000 opstandelin gen zich overgegeven hebben. De Tur ken hebben 3 officieren en 104 man verloren. Over de verliezen der Droe zen is niets naders bekend. Nu worden ook de Arabieren al op standig. Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat bij Tarfile een gevecht heeft plaats gehad tusschen Turksche troe pen en oproerige Arabieren. Laatst genoemden verloren 18 dooden. DE KRETENZERS. Turkije heeft weer nieuwe klachten over de Kreteuzers. I)o Kretenzer Kamer heeft n.l. <lc rekruten- wet. aangenomen en de Porte ziet hierin do voorbereiding van een op stand. Ze heeft daarom haar gezan ten opgedragen de aandacht der be schermende mogendheden op een en ander te vestigen. UIT CHINA. Ook in China dreigen eenige moei lijkheden. Blijkens een telegram uit Rangoon trachten de Chineezen hun invloed aan de grens van Birma uit te breiden. In het noordon van dit land, aan den bovenloop van de Irawaddi, wo nen in vruchtbare dalen een aantal stammen, die onder Britsch protecto raat staan De Chineezen willen nu deze stemmen bewegen hun heer schappij te erkennen. Teneinde bloe dige botsingen te vermijden, heeft nu de regeering te Rangoon twee afdee- lingen bereden politie, onder leiding van beproefde officieren, naar het grensgebied gezonden, ten einde de Chineezen te verhinderen verder door te dringen en hun aan het verstand te brengen, dat het door hen begeer de gebied reeds lang onder Britsche he<*-schappij staat. Dit bericht geeft wel eenige verras sing De algemeene gedachte is. dat de burgers van 't. Gesloten Rijk alle aandacht noodig hebben, voor de ont wikkeling van hun eigen land. En nu laten ze al 't oog op 't eigendom van anderen vallen 'T SAMENZWEERDERSPROCES IN JAPAN duurt nog voort. Verzekerd wordt, dat het meerendeel van hen, die be schuldigd waren deel te hebben geno men aan de samenzwering tegen liet leven van den Keizer van Japan, in het voorloopig verhoor hun schuld be kend hebben. De samenzweerders hadden plan nen gesmeed voor een geheele reeks misdaden. Eerst zou de Keizer ver moord worden, daarna zouden minister» ter dood worden gebracht en vervolcena zouden een aantal g< bouwen in brand worden gesteken. Het publiek heeft geen toegang tot de rechtszittingen, alleen worden, op bijzonder verlangen, een aantal leden van de verschillende buitenlandsche lc-gatles to Tokio toegelaten. Stadsnieuws Provinciale Staten van Noord-Holland. Gisterenmiddag na de pauze werd de gedaclten wissel Lng over het voor stel van Gedeputeerde Staten, inzake de verdediging van de kust, voort gezet. De heer FERF bestreed namens Ge deputeerde Staten de motie-Stu&rt Spreker erkende, dat voorloopig al leen dringend zijn de voorzieningen bij Kamperduin, maar achtte het toch gewenscht, dat het geheele voor stel van Gedeputeerde Staten zou worden aangenomen. Uit de stukken is duidelijk gebleken, dat Gedeputeer de Staten vast overtuigd zijn, dat van het Rijk geen financieele steun is te verwachten. De vroeger gedane toe zegging vatte spreker aldus op, dat het Rijk zou bijspringen, indien de Provincie zich op onvermogen kan beroepen, maai' daartoe zal de pro vincie niet gemakkelijk toegelaten worden. Spreker betoogde niet, dat de Pro vincie verplicht is de kustverdediging geheel voor haar rekening te nemen, maar ze is wel verplicht een regeling te ontwerpen. Door gebrek aan vol doende belanghebbenden is het niet mogelijk een waterschap te vormen er blijft dus niets anders over dan de weg, die door Gedeputeerde Staten is voorgeslagen, namelijk de koeten ge heel voor rekening der provincie te nemen. Het is niet noodig zich al te ongerust over de koeten te maken; de duinen vormen de natuurlijke be scherming en deze zullen, niettegen staande de vrees van den heer Klaas de Vries, nog wel eeuwen bestaan. Onbillijk is de voorgestelde regeling voor de verschillende deelen der Pro vincie niet. De vertederingen kunnen even goed ton goede komen aan Eg- mond, dan aan den Waterweg van Amsterdam. De heer WIBAUT merkte op, dat hij noch in de stukken, noch in de verdediging van den heer Ferf de gronden gehooid heeft, waaro m het onmogelijk is, een waterschap te vormen. Het zal misschien nietige makkelijk zijn, een grens voor het waterschap te maken, maar daarom gaat het toch niet aan, de geheele Provincie er in te betrekken, Denk eens aan het Gooi De hoer Ferf heeft wel gezegd „De kosten zullen niet zoo hoe', hoog zijn". Spreker hechtte niet veel waarde aan deze verzeke ring, want. bij een zeewering staat mon vaak voor verrassingen. Het kosten-argument wilde spreker uit schakelen, want hel, gaat hier om een beginscl-quaestie Wie moet de kos ten betalen? Een oud spreekwoord „Wie water deert, wie water keert", dus moet naar de naastbe langhebbenden gezocht worden. Spre ker was dan ook voor dc aanneming der motie Jhr. Mr. BOREEI. VAN HOGELAN- DEN verdedigde het voorstel van Ge deputeerde Staten. Hij had de stuk ken nogmaals nagezien en was ook overtuigd, dat er van het rijk geen financieele offers zijn te verwachten. Het tot stand brengen van een water schap zal onder deze omstandigheden niet goed mogelijk zijn. De moeilijk heden zullen daarvoor te groot zijn. Mén moet bedenken, dat de water schappen een historischeu grond heb ben, en die ls hier niet ie vinden. Spreker was ook overtuigd, dat cr in de provincie offers gevraagd zul len worden, maar die moeten ge bracht worden. Dc heer FABIUS ontkende, dat art. 190 der Grondwet aan de Provincie den plicht oplegt, om voor dc kust verdediging te zorgen. In dat artikel staat alleen „toezicht". Hoe moet men dan aanvangen met de woorden der Grondwet, dat de Koningin „opper toezicht" uitoefent Om den plicht der Provincie te bewijzen, zullen er andere gronden aangevoerd moeten worden. Toezicht is geen aanlegging van nieuwe werken. De redeneering is directe belang hebbenden vinden we niet, het rijk weigert, derhalve moet de provincie het maar doen. Spreker aanvaardde deze conclusie niet Laat de Minister in de Kamer redeneeren directe be langhebbenden zijn er niet, de pro vincie weigert, derhalve moet net rijk het maai- doen. (Gelach). Naar het Engelsch door, CHARLES GARVICE. 28j En hij schoot op do deur toe, ge volgd door allen, behalve door den Yankee. Hij bleef staan, en sprong (toen zoo vlug als een kat naar de deur van de zijkamer. Snel als de wind deed hij het, maar Percy zag het en bereikte met een vlugge wen ding de deur. waarvoor hij staan bleef. Met onverholen woede staarde de Yankee den breedgeschouderden Engelschman aan. Kom, vreemdeling, zei hij, het dient nergens too, om om de kaars heen te fladderen. Ik moet haar hebben En snel als de bliksem haalde hij een revolver to voorschijn. Maar Percy had oen snellen blik |Bn hij had geleerd zijn vuisten te ge bruiken. Vóór het wapen was ge richt, had hij den Yankee zoo'n duw jgogeven, dat de revolver tegen den Üiir word afgeschoten en de Yan- lkee languit op den grond viel toen stoof hij de deur door en hield een voet uitgestrekt om haar tegen te houden, terwijl hij aan het kind riep. Geen antwoord. Nu haalde hij ook zijn revolver te voorschijn. Als je één enkele poging doet om je revolver te grijpen, dan schiet ik je neer als een hond. De Yankee, die bezig was naar de plek to kruipen, waar zijn wapen was neergevallen, lag op handen en voe ten te Wachten. Percy maakte gebruik van den toe stand en snelde het kamertje binnen; Cora was er niet. Hij keek onwille keurig naar de hoogte. Het venster was geforceerd. Nu ging hij weer naar de deur terug en daar stond de Yankee met zijn revolver te wachten, tot hij in liet licht zou komen. Dade lijk greep Percy een grooten bundel van het pelswerk en stapelde 't hoog tegen de deur op. Pang, pang, ging de revolver en te voorschijn kwam Percy, recht op den woedenden Yan kee af. Beiden holden weg, maar de En gelschman liep voorop mot zijn eigen en de revolver van zijn tegenstander in de hand. Nog een oogenblik en hij was buiten. Een verward gegons van stemmen trof zijn oor, en stond op het punt daarop af te gaan, toen het sombere gehuil van een prairiehond hem stil deed staan. Dikwijls had hij ge hooid, hoe het kind dat geluid kon nabootsen, toen zij nog voor hem op het paard zat. Het was Cora en zij was ergens achter hem. Percy was van plan naar haar toe te snellen, toen er een idéé bij hem opkwam. Heel kalm ging hij in do kamer terug de Yankee was hem voorbij- gedraafd, terwijl hij even te voren in do schaduw stond. Een stuk brood, een flesch whisky en wat gedroogd vleesch stonden op oen tafel. Hij greep alles, stak het. in zijn zakken, gooide wat geld op tafel en holde naar buiten. En nu kwam het geluid van stemmen heel nabij. Met zijn revolver in de hand, snelde hij in de schaduw voort in de richting van waar hij den hond had hoeren hui len, toen stond hij stil cn luisterde. Weer hoorde hij hetzelfde geluid, nu vlak bij, en toen hij zich omkeer de, stootte hij tegen een paard. Het volgend oogenblik werden twee klei ne handen op zijn arm gelogd. Wat 1 Cora fluisterde hij, en Judy 1 Mijn hemel 1 Wat een kind! Het kind klopte hem op den arm, et roeide liem en trok hem mee naar het paard. Cora nog niet spreken, nog niet spreken 1 Zonder vorder een woord te spre ken, sprong hij op het paard, hielp hot kind er op en ging er, zorgvuldig zijn weg achter het huls om zoekend, in een geruischloozen galop van door over de sneeuw. Nu, zei hij, terwijl hij het meisje wat steviger en warmer in zijn jas wikkelde,, wijs schepseltje, wat heb je gedaan, en hoe heb je liet uitgevoerd Bleek Gelaat niet boos 1 vroeg Com, haar hoofd opheffend en hem met een half twijfelenden glimlach aankijkend. Boos Geen denken aan. Ik ben vol bewondering, mijn kind ik be doel mijn goede toovergodin. Hoe ben je uit die kamer gekomen door het venst or Zij knikte. Ja, Bleek Gezichten niet houden van Cora's dapperen Bleek Gelaat. Zij denkou Cura slapen slapen. Cora heel stil zijn, en oogen stijf dicht doen, maar ooren wijd open houden - zoo Cora niet gaan met langen, mageren Bleek Gezicht. Cora niet weggaan van don dapperen. Daarom Cora zich heel klein maken, uit het raam kruipen en Judy klaar maken. Paarden van Bleek Gezichten nu niet klaar zijn. Heb jij hun teugels losgemaakt riep Percy uit, terwijl hij haar on- geloovig aankeek. Cora zegt Ga nu maar, Bleek Gezichtpaard, je zult nu Judy niet vangen I En na haar verhaal gedaan en uit het gelaat van Percy opgemaakt te hebben, dat haar „dappere" niet van plan was haai- van het paard af te gooien, trok zij haar hoofdje onder den deken en ging slapen. HOOFDSTUK XIV. Eenige weken later hield een rij tuig stil voor een herberg, totaal verschillend van die te Wan allo hot „Wapen van Vering", in de Hoog straat van Vering, om zoo te zeggen onder de schaduw van het familie- goed Vering Wold. Mr. Tapling, de herbergier, stond voor do staldeur. Mr. Percy, welkom, sir, wa ren zijn eerste woorden de volgen de. terwijl hij de deur opende, wa ren de uitroep van eerbiedige maar onomwonden verbazing, want terwijl Mr. Percy Chester uit het rijtuig staple, keerde hij zich om en boo3 een jong meisje zijn hand aan, hielp haai' uit het rijtuig over de vuile straat en bracht haar in de groote hal. De waardin kwam Intusschen ook haastig toegeloopen, en stond evenals haar echtgenoot, een oogen blik later stijf van verbazing. Mr. Chester merkte oogenblikkelijk het effect op, dat de verschijning van het meisje teweegbracht, en een on geduldige trek vloog over zijn ge laat. Zoo, Tapling, zei hij op zijn bedaarde, bevelende manier, je verwachtte mij, zooals ik zie. Onze Laclihoek VREEMDE BEELDSPRAAK. Het is bekend, dat in civiele zaken de advocaten in de schrifturen, die zij opmaken, hun zinnen veelal aan vangen met „aangezien". Om zoo'n zinsnede aan te duiden pleegt men kortheidshalve te spreken van een „aangezicht". Het is dus iets heel ge woons een advocaat te hooren spre ken van zijn eerste, tweede en derde aangezicht. Nu kwam dezer dagen "n advocaat zich in hooger beroep bekla gen, dat de rechter in eersten aanleg een van de zinsneden van dien advo caat verkeerd had begrepen ten ge volge van verkeerde lezing, n.l. door dat hij alleen 't begin en 't slot van die zinsnede had gelezen en 't heatd middenstuk daarvan buiten beschou wing had gelaten. En de advocaat omschrijft zijn grief tegen den rech ter op de volgende overtuigende wij ze: „Zoo heeft dus de Rechter kop en staart van mijn derde aangezicht on middellijk met elkaar verbonden." Geen wonder dat de advocaat me dedeelt door deze handelwijze „ten zeerste gegriefd" te zijn. De zaak is helaas geheel historisch. De VOORZ. was het niet met de zen spreker eens. Mr. Gerrit de Vries, een autoriteit op het gebied van wa terschapsrecht, heeft uitgelegd, dat toezicht wil zeggen „rechtstreeksc'ne inmenging", want anders wordt het toekijken. „Oppertoezicht" be tee kent het oppertoezicht van het Staatshoofd over de ondergeschikte colléges, die het toezicht houden. Het zal heel moeilijk zijn, de gren zen voor een waterschap te vinden. Bij het zoeken van de grens zal men tot de conclusie komen, dat bijna do geheele provincie in de grens valt. De heer FABIUS handhaafde zijn standpunt. Juist de woorden „recht- streeksclie inmenging" willen zeg gen, dat er anderen zijn, die het werk doen. De VOORZITTER wees er nog pp, dat de provincie door liet voorstel van Gedeputeerde Staten zich tegen over niemand bindt, dan tegenover zichzelf. Later kan altijd nog een waterschap gevormd worden. De heer DE JONG SCHOUWEN BURG meende, dat zijn bedenkingen tegen het voorstel niet zijn weerlegd. Daarom bleef hij de motie aanbeve len. De motie-STUART c. a werd aan genomen met 41 tegen 27 stem men. De voordracht van Gedeputeerde Staten is dus aangehouden, en aan Ged. Staten opgedragen een onder- zeek in te stellen naar de mogelijk heid, om een waterschap op te rich ten. Hierna kwam aan de orde het onb werp-pensioenreglement voor de pro vinciale krankzinnigen-gestichten ..Duin en bosch" en „Meerenberg". De heer KETELAAR betreurde, dat het personeel niet over de regeling gehoord isalsook, dat voor de beide gestichten een afzonderlijke pensioen kas is voorgesteld. De heer VLIEGEN onderschreef dit. Reeds nu hebben Gedeputeerde Staten eenige amendementen van den Bond van verplegers overgenomen. Hieruit blijkt, dat uit de organisatie der belanghebbenden dus wel wat goeds kan komen Gedeputeerde Staten hebben nu de mogelijkheid geopend, dat de verple gers op 55-jarigen leeftijd pensioen kunnen krijgen. Er is evenwel ver zuimd, om den pensioen-grondslag voor dit verplegend personeel te wij- zizen, hetgeen toch noodig is. De heer HAZELHOFF ROEI.FSE- MA achtte de voorwaarde, door Ge deputeerde Staten gesteld, dat alleen pensioen gegeven kan worden bij eer vol ontslag, niet goed, want dit zal soms tot onbillijkheid teiden. Het pensioen moet een recht zijn. De heer FABIUS vond het niet noo dig, het personeel te hooren. Ook was spreker tegen het onderdeel van het voorstel van Gedeputeerde Sta ten, om aan den Verplagersbond het besluit dor vergadering mede ie doe len. Er kunnen wol zooveel adressan ten komen. De heer BOREEL verdedigde hot voorstel van Gedeputeerde Staten. Wat de splitsing der kassen betreft, merkte spreker op, dat Meerenberg nu reeds een kas heeft. De hoer VLIEGEN betreurde, dat liet lid van Gedeputeerde Staten geen toezegging gedaan heeft over do wij- Ja, sir, en het verheugt mij zeer u te zien, sir, zei de herbergier. En is er nieuws van de Wold vroeg Percy. Nog precies zoo, sir, als toen Mr. Grlnge telegrafeerde. Ik heb een boodschap gezonden, dat u hier zou komen, mijnheer, en de kamers zijn in orde, sir. Percy knikte en nam toen Cora bij de hand. Dii kleine meisje is mijn bescher meling, zei hij. Ik heb de ka mers voor haar noodig. Zij is, denk ik, erg vermoeid. Op dezen wenk boog juffrouw Taj>- ling vol eerbied voor hot slanke fb guurtje in kostbaar bont gekleed. Ik zal haar boven brengen, sit. Daar brandt een flink vuur, en hot diner, de thee en alles is klaar, sir, en weer maakte zij een neiging. Heel goed, zei Percy, en toen bracht hij de jgngc Indiaansche naar dc moederlijke juffrouw Tapling, Cora keek kalm en onderzoekend van de een naar den ander, maar bleef haar beschermer vasthouden. Ga met deze dame mee. Cora, zei hij. zich even tot haar overtui gend. Zij zal voor je zorgen, tot dat ik terugkom. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5