HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
De Erfgenaam van Vering
Biiiteniandseh Overzicht
FEUILLETON
WOENSDAG 4 JANUARI 1911
OM ONS HEEN
No. 1281.
Sploirnag8 Id bultenlaadsthe
In de laatste dagen komt weer eens
overduidelijk aan het licht, dal het
leger en dus ook de oorlog instellin
gen zijn, die in onzen tijd niet pos
sen. Dat bleek eerst al ln onze Twee
de Kamer, toen de duelzaak van
twee officieren in bespreking kwam.
Wie nu toch maar even verfrischt ls
door den koelen wind van den moder
nen tijd, dient toen gevoeld te heb
ben, hoe het tweegevecht volmaakt in
strijd is met onze algemeen geldende
begrippen van recht én orde. Neem
aan, dat ik een boekhandelaar belee-
digd had, of hij mij, en dat wij niet
door redeneering tot oplossing en
verzoening konden komen,
's morgens in de vroegte op het terrein
van het fonds-de Haas op elkaar gin
gen schieten of steken, dan zouden
we wegens poging tot moord in do ge
vangenis gaan voor een tijdsverloop,
dat afhangen zou van het toegebracht
letsel. Kwamen we daarna v
vrije voeten, dan zouden vriendenen
familieleden ons links laten liggen.
In bovengenoemd geval is het an
ders gegaan, de heeren hebben elk een
maand gekregen en de een is bevor
derd, waaruit dus volgt, dat de gevan
genisstraf hem in de oogen van meer
deren en minderen geen kwaad heeft
gedaan. Welke opvatting is nu de
ware, de burgerlijke of de militaire
Natuurlijk houd ik het met de eerste
en al kan ik me voorstellen, dat de
militairen het duel geen schande niet
alleen, maar zelfs iets eervols achten,
in den naam der frissche denkbeel
den van dezen tijd moeten wij niet
palaten, deze opvatting als een dwa
ling te stempelen. Zij stamt uit een
vroegere periode, gelijk de oorlog
tusschen beschaafde volken zelf en
behoorde, evenals de oorlog, daarom
heden ten dage voorbij te zijn.
Nog veel sterker hebben we kun
nen opmerken, hoe de krijg en alles
wat daarmee verband houdt botst te
gen de begrippen van dezen lijd, aan
de spionnagezaak in Duitschland.
Het geval is ook in dit blad in kleu-
jren en geuren verteld. Twee Engel-
Bche officieren zijn daar betrapt op
het snuffelen in Duitsche verdedi
gingswerken, hebben voor den Duit-
ichen rechter zich moeten verant
woorden en zijn veroordeeld tot een
jaar of wat vestingstraf, hoeveel pre
cies heb ik niet onthouden, en is ook
van geen belang, zooals ik straks na
der zal aantoonen.
Onwillekeurig gaat nu een burger,
een civilist, zooals hij door de
militairen smalend pleegt te worden
genoemd, oen ongeveer gelijk geval
zoeken in de burgermaatschappij. Ik
geloof er een gevonden te hebben,
r.og wel met een actueel tintje. On
langs is in de algemeene vergadering
van de vereeniging voor bloembollen
cultuur het zoogenaamde stoken ter
sprake gekomen, waardoor het moge
lijk wordt, voor Kerstmis hyacin-
then in bloei te hebben. Een nieuwe
zaak, die voor het vak van grooto be-
teekenïs schijnt te kunnen worden.
De mogelijkheid bestaat dus, dat een
knappe kweeker \andaag of morgen
een nieuw en uitstekend verwar
mingstoestel uitvindt.
Natuurlek wil hij dat geheim hou
den voor zijn concurrenten en wijst
dus alle verzoeken af, om het appa
raat te mogen zien. Daar komt op
een dag een concurrent voorbij, dio
het hek ziet openstaan hij sluipt het
terrein op, maakt zich zoo klein mo
gelijk om niet te worden gezien,
gaat de kassen binnen en gluipt het
geheim van zijn mededinger af. Nau
welijks is dat gebeurd, of hij wordt
door den eigenaar betrapt en als een
dief van het terrein afgejaagd. Zes
weken lang is 't heelo dorp er vol van.
Langzamerhand zal het wel weer wat
bijiakken, maar een poet van ver
trouwen krijgt de man zijn leven
lang niet meer en de historie, hoe
leelijk hij gehandeld heeft, geuit van
mond tot mond, totdat hij onder de
aarde zal zijn gekomen.
Nu de Engelsche officieren. De hee
ren hebben terechtgestaan, nu ja en
zijn veroordeeld tot vestingstraf, wel
zeker, maar zoo heel erg werd wat zij
gedaan hadden, noch in Engeland,
noch in Duitschland gevonden. Zoo'n
vesting is ook zoo'n vreeselijk verblijf
niet, ar zijn allerlei genoegens en ge
makken te krijgen, het eenige onple
zierige is, dat je er niet af mag. In
dit geval ook al niet zoo erg, want in
militaire kringen is men het er wel
over eens, dat de heeren lang voor
dat hun straftijd voorbij is, van den
keizer gratie zullen krijgen, bijvoor
beeld zoodra koning George ge
kroond wordt. We zullen het zien
met een maand of wat is het geval
bekeken en varen de twee spionnen,
misschien wel per extra boot. weer
over naar old England, na vet
handdrukken van Duitsche collega'!
Want het mooiste is, dat hun in
Duitschland deze spionnage niet
kwalijk genomen is. Iedereen is even
beleefd. Ik denk wel. dat een eere-
wacht hun komst op de vesting zal
hebben begroet en de cipier hen hun
kamers (van cellen is er op zoo'n ves
ting geen sprake) heeft ingebogen.
Het doet denken aan den heul, die
aan den misdadiger vroeg, of hij niet
kwalijk nemen zou, dat hij hem pijn
moest doen.
Maar het allerfraaiste is de hou
ding van de Engelsche bladen. Cou
ranten in 't algemeen, ik moet het tot
mijn spijt erkennen, zijn al mee van
de middelen, waarmee verouderde in
stellingen zooals de oorlog er een is,
in stand worden gehouden. Wij in
Nederland merkeu dat zoo niet, om
dat wij maar een klein volk zijn en
alleen groote volkeren willen op som
mige oogenblikken den oorlog, om
dat zij dien winnen kunnen een
feit, waarover voorstanders van den
oorlog eens goed moeten nadenken.
Duitsche, Fransche en Engelsche
bladen zweepen dan ook meermalen
op tot een oorlog, zonder dat iemand
een vinger uitsteekt om dat misdadig
doen te beletten. De Engelschen zijn
daar meesters in, vooral de Times
is door de jaren heen berucht ge
weest over de manier, waarop zij den
ecu tegen den ander opzet, zooala in
een kazernewoning een kwaadaardi
ge buurvrouw de luitjes tegen elkan
der opstookt. Wat schrijft dan nu de
Times: ;,Wij zijn ervan overtuigd,
dat het Duitsche en het Britsche
volk niet slechter over de wederzijd-
sche bedoelingen zullen denken, om
dat ze in de laatste weken gedwon
gen zijn geweest van een zekere klas
se van vreemdelingen, die zich bin
nen hun grenzen ophielden, een zeer
natuurlijke opheldering te verlan
gen."
Dit slaat op het feit, dat een poosje
vroeger een Duitsche luitcuant in
Engeland op spionueeren is betrapt.
De Engelsche rechter maakte er een
voordeeltje voor de schatkist van,
eischto drieduizend gulden cautie en
liet heni toen loopen. Het blijkt dus,
dat de man, wiens verwarmingsappa
raat werd afgeneusd, een paar weken
vroeger bij zijn concurrent in de boe
ken had gegluurd. Maar de Times
zegt nog meer moois
„Wij sluiten ons gaarne hij de
Duitsciie opvatting aan, dat het beide
natiën tot eer strekt, wanneer haar
jonge soldaten en zeelieden begeerig
zijn, ijver te toonen in hun beroep."
Als ik een generaal was, daagde ik
nu den redacteur van de Times
uit, die durft zoggen, dat spionnee-
ren hot beroep is van een soldaat 1
De Daily Chronicle is van
oordeel, dat spionnage een algemeen
gebruik is onder de natiën, dat ove
rigens met de verhouding der landen
tot elkaar niets heeft uit te staan.
Het straffen van spionnen dus, het
volgt er uit. is maar comedie. „Ook
zonder direct boo ze bedoelingen", zoo
gaat het blad verder, tracht iedere
natie de militaire geheimen van an
dere landen te doorgronden." Nog één
stap verder en de Daily Chroni
cle meent, dat spionneeren eigenlijk
een beleefdheid is, als een taart, die
Je aan een buurman op zijn verjaar
dag stuurt.
De andere groote bladen kallen, ik
kan het niet anders noemen, dezelf
de rich tine uit. Waaruit die gewron
gen redeneeringen ontstaan Waar
uit anders, dan dat die couranten,
slaande in de moderne begrippen,
een versleten stelsel, dat van den oor
log en zijn toebehooren, willen goed
praten en verdedigen. Het systeem
van den oorlog, dat bij onze interna
tionale verhoudingen een dwaasheid
en een onmogelijkheid geworden is
en niettemin wordt voortgezet, ja uit
gebreid, omdat het met allerlei ban
den van verouderde begrippen aan
onze samenleving vastzit.
Het best is de Daily Express,
die de jaren vestingstraf en de boete
vergelijkende, belooft dat een tweede
Duitsche luitenant er zoo goed niet
afkomen zal. Ja juist, Engeland heeft
den eersten te goedkoop laten schie
ten en een slechte zaak gedaan 1
Gelukkig maar, dat we ons een
Bpionneerenden Nederland
se h e n officier niet kunnen voorstel
len.
J. C. P.
Bernardino Machado, de tegenwoor
dige minister van buitenlandsche za
ken in Portugal, heeft een artikel in
een Duitsch blad geschreven, over
DE PORTUGEESCHE REPUBLIEK
EN' HAAR IDEALEN.
Natuurlijk geeft de Excellentie een
verdediging van den gang van za
ken. Uitvoerig staat hij bij 't verleden
stil, om aan te toonen, dat z. 1. de re
publiek moest komen, om de verlos
sing en verheffing van 't Portugeesclie
volk mogelijk te maken. En wat ls nu
de taak der republiek zoo vraagt
de schrijver, en vervolgt dan
„In de laatste tientallen jaren deed
zich in het openbare leven van Portu
gal niet alleen stilstand, maar zelfs
achteruitgang gevoelen. Naar alle zij
den heerschte de reactie en wel in
strijd met hel belang van het volk,
dat niettegenstaande de bezwaren,
die het door de machthebbers in den
weg zijn gelegd, vooruitging. Het
werk der Republiek moet zijn, haar
instellingen in overeenstemming tc
brengen met de idealen der maat
schappij.
Alles, wat wij gedaan hebben en
doen, kan ontoereikend zijn. Maar
wie de dringende noodzakelijkheid
der hervormingen kent. zal inzien, dat
ons werk niet overdreven is. De Re
publiek moet de oeconoroische, reli
gieuze en politieke bevrijding van 't
volle tot stand brengen. Eu de voor-
loopige re<reering heeft zich van meet
af aan met ijver aan deze taak ge
wijd."
Deze gedachten werkt Machado nog
breeder uit. Daarna schrijft hij
„Dat is het afbrekende werk der
Republiek.
De republikeinsche partij had een
organisatieplan ontworpen, dat in
overeenstemming was met de princi
pes der politiek, en van hot humanis
me. Dit plan zal met één woord het
opbouwende werk dor Republiek zijn.
De voorloopige regeering is ijverig
daarmede doende, maar voor het bij
eenkomen van het Parlement kan zij
slechts doen wat absoluut noodig is,
opdat alle burgers in volkomen onaf
hankelijkheid hun biljetten aan de
stembus kunnen toevertrouwen.
Op het oogenblik is een wet over
vrijheid van godsdienst en scheiding
an Kerk en Staat in voorbereiding,
m de regeering doet haar best den
arbeidenden klassen allen mogelijken
oeconomischen steun te schenken. Een
gezinswet, een wet op de echtschei
ding zijn reeds gepubliceerd, den
rechtbanken is volledige zelfstandig
heid verleend, persprocessen zijn
naar de gezworenen verwezen en aan
bestuurshei vormingen en een kies-
rechthervorming wordt gewerkt.
Verder is een legerhervorming te
vermeiden. Tot dusver kon men zich
van den militairen dienst afkoopen,
hetgeen aanleiding was tot de groot
ste ongelijkheid. Wij zullen invoering
van algemeenen weerplicht
Onze wetgeving was in de laatste
tientallen van Jaren meer en meer
ontaard in een absolute willekeur en
was dan ook reusachtig achteruitge
gaan. Daarom eischt het hervormings
werk der Republiek een geweldigen
arbeid. Maar deze is ods als dwingen
de plicht opgelegd door de toenemen
de ontwikkeling der Portugeesche
menloving."
Tot zoover 't artikel van den Portu-
gpeschen minister.
Opgemerkt zij nog, dat nu defini
tief vaststaat, dat de geruchten over
nieuwe woelingen in Portugal en over
een samenzwering, om koning Ma
nuel weer op den troon te heipon, on
gegrond zijn gebleken.
Dezer dagen is te Lissabon
EEN REVOLUTIONAIR
MUSEUM
geopend, welke plechtigheid 'door
vier ministers en een groot aantal
autoriteiten word bijgewoond.
In het museum, dat talrijke her
neringen aan de omwenteling bevat,
is ook een kamer, die den naam
draagt van „Hall der koningsmoorde
naarsDaar zijn ten toon gesteld de
mantel van Buicca en de wapens door
dezen en Costa, de moordenaars van
koning Carlos en den kroonprins, ge
bruikt, benevens hun portretten en
de kransen, die op hun graven wa
ren gelegd.
Hier is dus de koningsmoord recht
streeks verheerlijkt, 't Is fraai I
KONINGIN MARIA PIA.
De Portugeesche Staatscourant be
vat het besluit, dat de bepalingen
van het contract tusschen Portugal
en Italië omtrent de schenking aan
koningin Maria Pia, (de grootmoe
der van koning Mannel), zullen wor
den gehandhaafd tot de bijeenkomst
der Constitueerende Vergadering.
Aan de koningin zal voorloopig el
ke maand 10.000 francs uitgekeerd
worden.
Do Turken hebben al sinds eenigen
tijd met
OPROERIGE ONDERDANEN
te kampen. Voornamelijk met de
Droezen, die van de opperheerschap
pij der Turken niet voel meer willen
weten. Nog altijd wordt er geschoten.
Beoosten Kerak liehbeu Turksche
troepen en Droozen thans weer vier
dagen lang strijd geleverd. De Droe
zen zijn in de woestijn gedreven. Het
heet, dat meer dan 1000 opstandelin
gen zich overgegeven hebben. De Tur
ken hebben 3 officieren en 104 man
verloren. Over de verliezen der Droe
zen is niets naders bekend.
Nu worden ook de Arabieren al op
standig. Uit Jeruzalem wordt gemeld,
dat bij Tarfile een gevecht heeft
plaats gehad tusschen Turksche troe
pen en oproerige Arabieren. Laatst
genoemden verloren 18 dooden.
DE KRETENZERS.
Turkije heeft weer nieuwe klachten
over de Kreteuzers. I)o Kretenzer
Kamer heeft n.l. <lc rekruten-
wet. aangenomen en de Porte ziet
hierin do voorbereiding van een op
stand. Ze heeft daarom haar gezan
ten opgedragen de aandacht der be
schermende mogendheden op een en
ander te vestigen.
UIT CHINA.
Ook in China dreigen eenige moei
lijkheden. Blijkens een telegram uit
Rangoon trachten de Chineezen hun
invloed aan de grens van Birma uit
te breiden.
In het noordon van dit land, aan
den bovenloop van de Irawaddi, wo
nen in vruchtbare dalen een aantal
stammen, die onder Britsch protecto
raat staan De Chineezen willen nu
deze stemmen bewegen hun heer
schappij te erkennen. Teneinde bloe
dige botsingen te vermijden, heeft nu
de regeering te Rangoon twee afdee-
lingen bereden politie, onder leiding
van beproefde officieren, naar het
grensgebied gezonden, ten einde de
Chineezen te verhinderen verder door
te dringen en hun aan het verstand
te brengen, dat het door hen begeer
de gebied reeds lang onder Britsche
he<*-schappij staat.
Dit bericht geeft wel eenige verras
sing De algemeene gedachte is. dat
de burgers van 't. Gesloten Rijk alle
aandacht noodig hebben, voor de ont
wikkeling van hun eigen land. En
nu laten ze al 't oog op 't eigendom
van anderen vallen
'T SAMENZWEERDERSPROCES
IN JAPAN
duurt nog voort. Verzekerd wordt,
dat het meerendeel van hen, die be
schuldigd waren deel te hebben geno
men aan de samenzwering tegen liet
leven van den Keizer van Japan, in
het voorloopig verhoor hun schuld be
kend hebben.
De samenzweerders hadden plan
nen gesmeed voor een geheele reeks
misdaden. Eerst zou de Keizer ver
moord worden, daarna zouden
minister» ter dood worden gebracht
en vervolcena zouden een aantal g<
bouwen in brand worden gesteken.
Het publiek heeft geen toegang tot
de rechtszittingen, alleen worden, op
bijzonder verlangen, een aantal leden
van de verschillende buitenlandsche
lc-gatles to Tokio toegelaten.
Stadsnieuws
Provinciale Staten van
Noord-Holland.
Gisterenmiddag na de pauze werd
de gedaclten wissel Lng over het voor
stel van Gedeputeerde Staten, inzake
de verdediging van de kust, voort
gezet.
De heer FERF bestreed namens Ge
deputeerde Staten de motie-Stu&rt
Spreker erkende, dat voorloopig al
leen dringend zijn de voorzieningen
bij Kamperduin, maar achtte het
toch gewenscht, dat het geheele voor
stel van Gedeputeerde Staten zou
worden aangenomen. Uit de stukken
is duidelijk gebleken, dat Gedeputeer
de Staten vast overtuigd zijn, dat van
het Rijk geen financieele steun is te
verwachten. De vroeger gedane toe
zegging vatte spreker aldus op, dat
het Rijk zou bijspringen, indien de
Provincie zich op onvermogen kan
beroepen, maai' daartoe zal de pro
vincie niet gemakkelijk toegelaten
worden.
Spreker betoogde niet, dat de Pro
vincie verplicht is de kustverdediging
geheel voor haar rekening te nemen,
maar ze is wel verplicht een regeling
te ontwerpen. Door gebrek aan vol
doende belanghebbenden is het niet
mogelijk een waterschap te vormen
er blijft dus niets anders over dan de
weg, die door Gedeputeerde Staten is
voorgeslagen, namelijk de koeten ge
heel voor rekening der provincie te
nemen. Het is niet noodig zich al te
ongerust over de koeten te maken; de
duinen vormen de natuurlijke be
scherming en deze zullen, niettegen
staande de vrees van den heer Klaas
de Vries, nog wel eeuwen bestaan.
Onbillijk is de voorgestelde regeling
voor de verschillende deelen der Pro
vincie niet. De vertederingen kunnen
even goed ton goede komen aan Eg-
mond, dan aan den Waterweg van
Amsterdam.
De heer WIBAUT merkte op, dat
hij noch in de stukken, noch in de
verdediging van den heer Ferf de
gronden gehooid heeft, waaro m
het onmogelijk is, een waterschap te
vormen. Het zal misschien nietige
makkelijk zijn, een grens voor het
waterschap te maken, maar daarom
gaat het toch niet aan, de geheele
Provincie er in te betrekken, Denk
eens aan het Gooi De hoer Ferf heeft
wel gezegd „De kosten zullen niet
zoo hoe', hoog zijn". Spreker hechtte
niet veel waarde aan deze verzeke
ring, want. bij een zeewering staat
mon vaak voor verrassingen. Het
kosten-argument wilde spreker uit
schakelen, want hel, gaat hier om een
beginscl-quaestie Wie moet de kos
ten betalen? Een oud spreekwoord
„Wie water deert, wie water
keert", dus moet naar de naastbe
langhebbenden gezocht worden. Spre
ker was dan ook voor dc aanneming
der motie
Jhr. Mr. BOREEI. VAN HOGELAN-
DEN verdedigde het voorstel van Ge
deputeerde Staten. Hij had de stuk
ken nogmaals nagezien en was ook
overtuigd, dat er van het rijk geen
financieele offers zijn te verwachten.
Het tot stand brengen van een water
schap zal onder deze omstandigheden
niet goed mogelijk zijn. De moeilijk
heden zullen daarvoor te groot zijn.
Mén moet bedenken, dat de water
schappen een historischeu grond heb
ben, en die ls hier niet ie vinden.
Spreker was ook overtuigd, dat cr
in de provincie offers gevraagd zul
len worden, maar die moeten ge
bracht worden.
Dc heer FABIUS ontkende, dat art.
190 der Grondwet aan de Provincie
den plicht oplegt, om voor dc kust
verdediging te zorgen. In dat artikel
staat alleen „toezicht". Hoe moet men
dan aanvangen met de woorden der
Grondwet, dat de Koningin „opper
toezicht" uitoefent Om den plicht
der Provincie te bewijzen, zullen er
andere gronden aangevoerd moeten
worden. Toezicht is geen aanlegging
van nieuwe werken.
De redeneering is directe belang
hebbenden vinden we niet, het rijk
weigert, derhalve moet de provincie
het maar doen. Spreker aanvaardde
deze conclusie niet Laat de Minister
in de Kamer redeneeren directe be
langhebbenden zijn er niet, de pro
vincie weigert, derhalve moet net
rijk het maai- doen. (Gelach).
Naar het Engelsch
door,
CHARLES GARVICE.
28j
En hij schoot op do deur toe, ge
volgd door allen, behalve door den
Yankee. Hij bleef staan, en sprong
(toen zoo vlug als een kat naar de
deur van de zijkamer. Snel als de
wind deed hij het, maar Percy zag
het en bereikte met een vlugge wen
ding de deur. waarvoor hij staan
bleef. Met onverholen woede staarde
de Yankee den breedgeschouderden
Engelschman aan.
Kom, vreemdeling, zei hij,
het dient nergens too, om om de
kaars heen te fladderen. Ik moet
haar hebben
En snel als de bliksem haalde hij
een revolver to voorschijn.
Maar Percy had oen snellen blik
|Bn hij had geleerd zijn vuisten te ge
bruiken. Vóór het wapen was ge
richt, had hij den Yankee zoo'n duw
jgogeven, dat de revolver tegen den
Üiir word afgeschoten en de Yan-
lkee languit op den grond viel toen
stoof hij de deur door en hield een
voet uitgestrekt om haar tegen te
houden, terwijl hij aan het kind
riep.
Geen antwoord. Nu haalde hij ook
zijn revolver te voorschijn.
Als je één enkele poging doet om
je revolver te grijpen, dan schiet ik
je neer als een hond.
De Yankee, die bezig was naar de
plek to kruipen, waar zijn wapen was
neergevallen, lag op handen en voe
ten te Wachten.
Percy maakte gebruik van den toe
stand en snelde het kamertje binnen;
Cora was er niet. Hij keek onwille
keurig naar de hoogte. Het venster
was geforceerd. Nu ging hij weer
naar de deur terug en daar stond de
Yankee met zijn revolver te wachten,
tot hij in liet licht zou komen. Dade
lijk greep Percy een grooten bundel
van het pelswerk en stapelde 't hoog
tegen de deur op. Pang, pang, ging
de revolver en te voorschijn kwam
Percy, recht op den woedenden Yan
kee af.
Beiden holden weg, maar de En
gelschman liep voorop mot zijn eigen
en de revolver van zijn tegenstander
in de hand. Nog een oogenblik en hij
was buiten.
Een verward gegons van stemmen
trof zijn oor, en stond op het punt
daarop af te gaan, toen het sombere
gehuil van een prairiehond hem stil
deed staan. Dikwijls had hij ge
hooid, hoe het kind dat geluid kon
nabootsen, toen zij nog voor hem op
het paard zat. Het was Cora en zij
was ergens achter hem. Percy was
van plan naar haar toe te snellen,
toen er een idéé bij hem opkwam.
Heel kalm ging hij in do kamer
terug de Yankee was hem voorbij-
gedraafd, terwijl hij even te voren in
do schaduw stond. Een stuk brood,
een flesch whisky en wat gedroogd
vleesch stonden op oen tafel. Hij
greep alles, stak het. in zijn zakken,
gooide wat geld op tafel en holde
naar buiten. En nu kwam het geluid
van stemmen heel nabij. Met zijn
revolver in de hand, snelde hij in de
schaduw voort in de richting van
waar hij den hond had hoeren hui
len, toen stond hij stil cn luisterde.
Weer hoorde hij hetzelfde geluid,
nu vlak bij, en toen hij zich omkeer
de, stootte hij tegen een paard. Het
volgend oogenblik werden twee klei
ne handen op zijn arm gelogd.
Wat 1 Cora fluisterde hij,
en Judy 1 Mijn hemel 1 Wat een kind!
Het kind klopte hem op den arm,
et roeide liem en trok hem mee naar
het paard.
Cora nog niet spreken, nog niet
spreken 1
Zonder vorder een woord te spre
ken, sprong hij op het paard, hielp
hot kind er op en ging er, zorgvuldig
zijn weg achter het huls om zoekend,
in een geruischloozen galop van
door over de sneeuw.
Nu, zei hij, terwijl hij het
meisje wat steviger en warmer in
zijn jas wikkelde,, wijs schepseltje,
wat heb je gedaan, en hoe heb je liet
uitgevoerd
Bleek Gelaat niet boos 1 vroeg
Com, haar hoofd opheffend en hem
met een half twijfelenden glimlach
aankijkend.
Boos Geen denken aan. Ik ben
vol bewondering, mijn kind ik be
doel mijn goede toovergodin. Hoe ben
je uit die kamer gekomen door het
venst or
Zij knikte.
Ja, Bleek Gezichten niet houden
van Cora's dapperen Bleek Gelaat.
Zij denkou Cura slapen slapen.
Cora heel stil zijn, en oogen stijf
dicht doen, maar ooren wijd open
houden - zoo Cora niet gaan met
langen, mageren Bleek Gezicht. Cora
niet weggaan van don dapperen.
Daarom Cora zich heel klein maken,
uit het raam kruipen en Judy klaar
maken. Paarden van Bleek Gezichten
nu niet klaar zijn.
Heb jij hun teugels losgemaakt
riep Percy uit, terwijl hij haar on-
geloovig aankeek.
Cora zegt Ga nu maar, Bleek
Gezichtpaard, je zult nu Judy niet
vangen I
En na haar verhaal gedaan en uit
het gelaat van Percy opgemaakt te
hebben, dat haar „dappere" niet van
plan was haai- van het paard af te
gooien, trok zij haar hoofdje onder
den deken en ging slapen.
HOOFDSTUK XIV.
Eenige weken later hield een rij
tuig stil voor een herberg, totaal
verschillend van die te Wan allo
hot „Wapen van Vering", in de Hoog
straat van Vering, om zoo te zeggen
onder de schaduw van het familie-
goed Vering Wold.
Mr. Tapling, de herbergier, stond
voor do staldeur.
Mr. Percy, welkom, sir, wa
ren zijn eerste woorden de volgen
de. terwijl hij de deur opende, wa
ren de uitroep van eerbiedige maar
onomwonden verbazing, want terwijl
Mr. Percy Chester uit het rijtuig
staple, keerde hij zich om en boo3
een jong meisje zijn hand aan, hielp
haai' uit het rijtuig over de vuile
straat en bracht haar in de groote
hal. De waardin kwam Intusschen
ook haastig toegeloopen, en stond
evenals haar echtgenoot, een oogen
blik later stijf van verbazing.
Mr. Chester merkte oogenblikkelijk
het effect op, dat de verschijning van
het meisje teweegbracht, en een on
geduldige trek vloog over zijn ge
laat.
Zoo, Tapling, zei hij op zijn
bedaarde, bevelende manier, je
verwachtte mij, zooals ik zie.
Onze Laclihoek
VREEMDE BEELDSPRAAK.
Het is bekend, dat in civiele zaken
de advocaten in de schrifturen, die
zij opmaken, hun zinnen veelal aan
vangen met „aangezien". Om zoo'n
zinsnede aan te duiden pleegt men
kortheidshalve te spreken van een
„aangezicht". Het is dus iets heel ge
woons een advocaat te hooren spre
ken van zijn eerste, tweede en derde
aangezicht. Nu kwam dezer dagen "n
advocaat zich in hooger beroep bekla
gen, dat de rechter in eersten aanleg
een van de zinsneden van dien advo
caat verkeerd had begrepen ten ge
volge van verkeerde lezing, n.l. door
dat hij alleen 't begin en 't slot van
die zinsnede had gelezen en 't heatd
middenstuk daarvan buiten beschou
wing had gelaten. En de advocaat
omschrijft zijn grief tegen den rech
ter op de volgende overtuigende wij
ze:
„Zoo heeft dus de Rechter kop en
staart van mijn derde aangezicht on
middellijk met elkaar verbonden."
Geen wonder dat de advocaat me
dedeelt door deze handelwijze „ten
zeerste gegriefd" te zijn.
De zaak is helaas geheel historisch.
De VOORZ. was het niet met de
zen spreker eens. Mr. Gerrit de Vries,
een autoriteit op het gebied van wa
terschapsrecht, heeft uitgelegd, dat
toezicht wil zeggen „rechtstreeksc'ne
inmenging", want anders wordt het
toekijken. „Oppertoezicht" be tee kent
het oppertoezicht van het Staatshoofd
over de ondergeschikte colléges, die
het toezicht houden.
Het zal heel moeilijk zijn, de gren
zen voor een waterschap te vinden.
Bij het zoeken van de grens zal men
tot de conclusie komen, dat bijna do
geheele provincie in de grens valt.
De heer FABIUS handhaafde zijn
standpunt. Juist de woorden „recht-
streeksclie inmenging" willen zeg
gen, dat er anderen zijn, die het werk
doen.
De VOORZITTER wees er nog pp,
dat de provincie door liet voorstel
van Gedeputeerde Staten zich tegen
over niemand bindt, dan tegenover
zichzelf. Later kan altijd nog een
waterschap gevormd worden.
De heer DE JONG SCHOUWEN
BURG meende, dat zijn bedenkingen
tegen het voorstel niet zijn weerlegd.
Daarom bleef hij de motie aanbeve
len.
De motie-STUART c. a werd aan
genomen met 41 tegen 27 stem
men.
De voordracht van Gedeputeerde
Staten is dus aangehouden, en aan
Ged. Staten opgedragen een onder-
zeek in te stellen naar de mogelijk
heid, om een waterschap op te rich
ten.
Hierna kwam aan de orde het onb
werp-pensioenreglement voor de pro
vinciale krankzinnigen-gestichten
..Duin en bosch" en „Meerenberg".
De heer KETELAAR betreurde, dat
het personeel niet over de regeling
gehoord isalsook, dat voor de beide
gestichten een afzonderlijke pensioen
kas is voorgesteld.
De heer VLIEGEN onderschreef
dit. Reeds nu hebben Gedeputeerde
Staten eenige amendementen van den
Bond van verplegers overgenomen.
Hieruit blijkt, dat uit de organisatie
der belanghebbenden dus wel wat
goeds kan komen
Gedeputeerde Staten hebben nu de
mogelijkheid geopend, dat de verple
gers op 55-jarigen leeftijd pensioen
kunnen krijgen. Er is evenwel ver
zuimd, om den pensioen-grondslag
voor dit verplegend personeel te wij-
zizen, hetgeen toch noodig is.
De heer HAZELHOFF ROEI.FSE-
MA achtte de voorwaarde, door Ge
deputeerde Staten gesteld, dat alleen
pensioen gegeven kan worden bij eer
vol ontslag, niet goed, want dit zal
soms tot onbillijkheid teiden. Het
pensioen moet een recht zijn.
De heer FABIUS vond het niet noo
dig, het personeel te hooren. Ook
was spreker tegen het onderdeel van
het voorstel van Gedeputeerde Sta
ten, om aan den Verplagersbond het
besluit dor vergadering mede ie doe
len. Er kunnen wol zooveel adressan
ten komen.
De heer BOREEL verdedigde hot
voorstel van Gedeputeerde Staten.
Wat de splitsing der kassen betreft,
merkte spreker op, dat Meerenberg
nu reeds een kas heeft.
De hoer VLIEGEN betreurde, dat
liet lid van Gedeputeerde Staten geen
toezegging gedaan heeft over do wij-
Ja, sir, en het verheugt mij zeer
u te zien, sir, zei de herbergier.
En is er nieuws van de Wold
vroeg Percy.
Nog precies zoo, sir, als toen
Mr. Grlnge telegrafeerde. Ik heb een
boodschap gezonden, dat u hier zou
komen, mijnheer, en de kamers zijn
in orde, sir.
Percy knikte en nam toen Cora bij
de hand.
Dii kleine meisje is mijn bescher
meling, zei hij. Ik heb de ka
mers voor haar noodig. Zij is, denk
ik, erg vermoeid.
Op dezen wenk boog juffrouw Taj>-
ling vol eerbied voor hot slanke fb
guurtje in kostbaar bont gekleed.
Ik zal haar boven brengen, sit.
Daar brandt een flink vuur, en hot
diner, de thee en alles is klaar, sir,
en weer maakte zij een neiging.
Heel goed, zei Percy, en toen
bracht hij de jgngc Indiaansche naar
dc moederlijke juffrouw Tapling,
Cora keek kalm en onderzoekend
van de een naar den ander, maar
bleef haar beschermer vasthouden.
Ga met deze dame mee. Cora,
zei hij. zich even tot haar overtui
gend. Zij zal voor je zorgen, tot
dat ik terugkom.
(Wordt vervolgd).