Qe Erfgenaam van Vering NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28© Jaargang. No. 8463 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 24 JANUARI 1911 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd fs (kom der gemeente)„1.30 Franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers0.0214 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 VS de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Cosfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN; Van 15 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ1 elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij; Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1204. Hst Baroemeestersambt. De Raadsvergadering van Woens- öag ls op zichzelf geen belangrijke bijeenkomst. Bekijken we de agenda, dan zouden we haast zeggen te drie uur kunnen de leden weer op de Groo te Markt staan. Maar dergelijke voor spellingen komen meermalen fulie- kant uit de Raad heeft eenmaal toch een gebroken achtermiddag en haast zich niet. Ik wil maar zeggen, dat bij noo'n gelegenheid over een klein punt wel een groote boom kan worden op gezet en dat de kans schoon staat, om bij de rondvraag eens diverse zaken ter sprake te brengen. In elk geval, of de vergadering al dan niet een langen staart zal krijgen, de kop zal zijn beteekenis niet missen. Onze burgemeester heeft in de laatste Jaren de crew0ont© aangenomen, om in de eerste Raadsbijeenkomst van 't jaar oen soort Nieuwjaarsrede te hou den. die de gelegenheid opent onge zocht na te gaan, wat er in 't afgeloo- peu jaar voorviel en in het ko mende zal moeten gebeuren. Juist om het laatste kan dezen keer 3e rede groote beteekenis hebben. Met groote hardnekkigheid beeft het ge rucht geloopen, dat Jhr. Boreel aan aftreden denkt. Of het eenigen grond had wist tot dusver niemand te zeg gen. 't Is heel wel mogelijk, dat het op niets berust dan op een los ver moeden, dat de burgemeester, nu voor de derde maal de zesjarige pe riode zijner ambtsvervulling haar einde nadert, wel eens geen nieuwe benoeming zou kunnen wenschen. Het is ongeloofeiijk, hoe snel dan zoo'n opmerking aangedikt en opge blazen wordt tot waarschijnlijkheid, Ja tot zekerheid. Of er iets van aan is, zullen we nu waarschijnlijk Woensdag vernemen. Heeft Jhr. Boreel inderdaad besloten heen te gaan, dan zal het, nu nog maar een paar maanden ons van den 'datum eener eveulueele herbenoe ming scheiden, niet goed mogelijk we zen, van Haarlems naaste toekomst te spreken, zonder daarbij de aanstaan de wisseling van hoofd te vermelden. Omgekeerd dus, zal wanneer de bur gemeester herbenoeming heeft aange vraagd, dat feit uit het wegblijven van een voorloopig afscheidswoord blijken. Ik stel er prijs op, hier bij te voegen, dat naar mijn meoning de burgerij van Haarlem haar burgemeester zeer ongaarne zou zien vertrekken. Jhr. Boreel is een goed burgemeester en ieder houdt graag, wat hij voor goeds heeft. Do Nieuwjaarsrede wordt daar om, ik herhaal het, met spanning te gemoet gezien. Toen eenmaal het gerucht van af treden ging is als vanzelf meteen be sproken, waarom de burgemeester zou kunnen willen vertrekken. Voor barig maa rverklaarbaar. Er zou heel wat komieks te halen zijn uit de mal le motieven, die niet alleen bespro ken, maar zelfs gedrukt zijn gewor den, ik zal maar één motief bespreken en wel, omdat het een belangrijken openbaren kant heeft en zeker een ernstige bespreking waard. Er wordt in de laatste jaren betoogd, dat bet burgemeestersambt zijn aantrekke lijkheid. vooral in groote gemeenten, zou hebben verloren, omdat aan het hoofd der gemeente te veel bezighe den van gering gehalte zijn opgedra gen, die evengoed door ondergeschik ten zouden kunnen worden vervuld. Niemand minder dan de burgemees ter van Amsterdam, Mr. Van Leeu wen, heeft indertijd in do Eerste Ka mer het ambt betiteld met R ij k s- kruier. En naar ik wel eens ge hoord heb, heeft bijvoorbeeld het hoofd vnn onze grootste gemeente een z6o ontzaglijk groot aantal stukken te teekenen, dat hij ze niet alleen onmo gelijk lezen kan, maar dat ook en dat is erger een belangrijk deel van zijn tijd met dergelijken on- benulligen arbeid verloren gaat. Is dat alleen zoo in een uitgebreide gemeente als Amsterdam Of hebben ook de burgemeesters van minder groote steden zich over overlading te beklagen Het tijdschrift Gemeen tebelangen heeft daarover juist in deze maand een interessant arti kel gegeven van den heer D.(onath), secretaris van de gemeente Alkmaar. De Man der Gemeente is de titel van deze beschouwingen, die grotendeels de bedoeling hebben cri- tiek te oefenen op een voordracht van den burgemeester-secretaris van Ouderkerk aan den IJsel, den heer Van Waning. Voor den derden keer heeft deze geprotesteerd „tegen de be zoedeling van de hand van bet gou vernement met bezigheden, die den man der gemeente zijn tijd verbrokke len. zijn werkkracht versohrompelen, zijn ambt omlaag halen, vernederen tot dat van een witkiel op 't perron der maatschappij tot exploitatie van een staatsambtenaar 't Is kras gezegd en ik laat do sterk ste uitdrukkingen nog weg. Maar de heer Donath is het er niet mee eens. Hij ontkent niet, dat door velerhande autoriteiten misbruik van den burge meester en diens medewerkers wordt gemaakt, maar wijst er op, dat het voor een zeer groot deel van die per sonen zeiven afhangt, of zij zich zul len laten misbruiken. „Ontvangt de burgemeester aanschrijvingen of op drachten van autoriteiten, die wat hun gezag aangaat, aan zelfmisleiding lij den, is het dan niet zijn plicht, zich van den inhoud juist zooveel of zoo weinig aan te trekken, als hot belang der gemeente hem voorschrijft Zoo vraagt de heer Donath en toont daardoor te meenen, dat de biologi sche roiniging voor het hoofd eener gemeente zeer goed mogelijk is. En koddig is het. verder te lezen, dat Thorbeeke zelf al dingen verlangde van de burgemeesters, die niet op de wet steunen. In 1852 al vorderde hij, dat raadsbesluiten tot het invoeren of wijzigen van plaatselijke belastin gen, in diverse gevallen zouden wor den ingezonden in vijfvoud, viervoud, drievoud of tweevoud, opdat men daarvan in den Haag geen afschrif ten zou behoeven te maken. En een jaar later, in 1853, werd door den staatsraad, Commissaris des Konings, aan de burgemeesters van alle gemeenten in N.-Holland, waar postkantoren gevestigd zijn, opgedra gen te doen toezien op de verplichting van de brievenbestellers tot hot dra gen van de hun van rijkswege ver strekte lederen tasschen. Naar het oordeel van den heer Do nath heeft de opvatting van wat den burgemeesters mag en mocht worden opgedragen, in het algemeen geen wij- i ziging ondergaan. De schijn, dat het gepast gebruik van de burgemeester lij ke hand misbruik is geworden, be driegt Men heeft die hand allceu va ker noodig dan voorheen. In alle tok-1 ken van staats- en gemeentedienst is als 't ware een gansche ommekeer ge komen. I-Ioe grooter de gemeente is geworden, des te samengestelder werd haar eigen bestuur, des te grooter en omvangrijker werden ook de algemee- ne rijksbelangen, welke aan de zorgen en den vlijt van de burgemeesters en hunne medewerkers werden toever trouwd. Zoo schrijft letterlijk de heer Do nath. Maar toch is hij allerminst een< bewonderaaf van den iiuidigeii toe stand, ziet integendeel in de gemeen tewet gebreken, die met den dag hin derlijker worden. De arbeid van de wethouders en van den secretaris na melijk wordt niet meer gedekt door de begrippen „bijslaan" in het ©ene en „behulpzaam zijn", in het andere artikel der gemeentewet genoemd. En nog duidelijker ,,de teekening (iu do wet) van den gemeente-secreta ris, die toch zeker niet bestemd was, een figurantenrol te spelen, is onge twijfeld allerongelukkigst uitgeval len." Hoe gaat het dan in de practijk Daar bestaat, meent de schrijver, wel degelijk verdeeling van ai-beid en split sing van verantwoordelijkheid, des te uitgebreider, naarmate de gemeente grooter is. „Slechts de wetgever is in gebreke gebleven, daaraan zijn zegel te hechten." De heer Donath wil iu geenon deelc tornen aan de hooge plaats, welke de burgemeester be hoort in te nemen, maar ook aan het willen en kunnen van den emi- nentsten man zijn grenzen gesteld, de hand des burgemeesters is in de groo te en grootste gemeenten in talrijke gevallen niet meer toereikend. „Voor deze gemeenten kan niet an ders gesproken worden dan van de mannen der gemeente, de handen van het gouvernement." Deze beschouwing kan ons gemeen tenaren de geruststelling geven, dat indien onze burgemeester ging, hij niet zou behoeven te gaan om de overdreven eischen van het ambt. Ik noem dat geruststellend, omdat deze toestand, bestond die, immers ook die na hem kwamen drukken, belem meren en verjagen zou. Indien nu maar Jhr. Boreel ook geen particuliere reden heeft om af te treden, dan zal, meen ik te mogen zeggen, de wensch der burgerij ver vuld worden want dan blijft bij. J. C. P. Buitenlandse!! Overzicht Een Parijsch hlad beweert uit zeer goed ingelichte bron de volgende ONTHULLING OVER DE JONGSTE BALKAN-CRISIS te kunnen geven Toen Von Aehrenthal (de minister van bnitenlandsche zaken van Oos- ienrijk-Hongarije) en Iswolsky (idem van Rusland) té Buchlau onderhan delden, kreeg Iswolsky voor de be lofte, dat Rusland zich niet tegen de inlijving van Bosnië en llerzegowina zou verzetten, toezegging van zekere schadeloosstellingen. Deze belofte weïxl niet gehouden. Iswolsky vroeg, toen hij zich bedrogen zag, of de Fransche regeer in g in geval van een conflict zou ingrijpen. Aangezien de Fransche regcering evenwel niet op de hoogte was gesteld vnn de onder handelingen, die aanleiding hadden gegeven tot dit conflict, antwoordde zitdat zij gaarne een einde aan de crisis zou zien komen. Deze onthulling heeft ongetwijfeld 'een schijn van waarheid In de don kere dagen van einde 1308 is dikwijls en van verschillende zijden betoogd, dat Frankrijk geen oorlog zou voeren om de inliivings-quaestie. Er zou ver der uit blijken, wat trouwens al meer beweerd is., dat de Russische diplomatie ie Bnchlau buiten Frank rijk om gehandeld had. Men vranc! zich evenwel af, van welken aard die zekere schadeloosstellingen geweest zijn. Tot dusver heeft men in de mee ning verkeerd, dat Oostenrijk Rus land steun had toegezogd bij eene actie tot openstelling van de Darda- nellen voor Russische oorlogsschepen. Ook is het mogelijk, dat Iswolsky tegemoetkoming voor Servië heeft ge vraagd. Eenige dagen geleden heeft zich EEN ITALIAANSC1I-TURKSCH INCIDENT voorgedaan. De stoomboot „Marco Minghetti', komende van Konst&nünopel, was te Tripoli aangekomen, en had aan boord een zekeren Guzman, die op last van den Laliaauschen consul iu Augustus is uitgewezen. De bij de landing aanwezige ambtenaar van het consulaat verzette zich tegen de ontscheping van Guzman, doch de Turksche politie trok zich hiervan niels aan, integendeel, begunstigde zelfs het aan land gaan. De Italiaansche couranten zijn zeer verontwaardigd. De „Tribuna" schrijft o. a. „Dit incident schept vele en belang rijke juridische en diplomatische quaesties. Wij willen deze hier thans niet bespreken, doch ei* ons toe bepa len er op te wijzen, dat dergelijke Turksch-ltaliaansche incidenten zoo veelvuldig voorkomen, dat de regee ring nu een krachtig„het is ge noeg" moet doen hooren. Ook de „Giornale dltalia" toont zich verbolgen het blad zeg'. „Zoodra de regeering het feit ver nam, heeft zij den ambassadeur te Konstanlinopel opgedragen de noo- dige stappen te doen bij den Turk- schen minister van buitenIandsche zaken, die zich bij een vroegere derge lijke quaestie van den domme heef: gehouden. Wij zullen zien, of onze gezant thans er in zal slagen, zich gehoor te verschaffen." Zijn er VERWIKKELINGEN IN TURKIJE IN 'T ZICHT De berichten, die thans uit Kon- stantinopel kornen, zijn zeer ongun stig. Er zou een parlementsontbinding voor de deur staan en de jong-Turkeri moeten, met het oog op den ongunsti- gen toestand in Yemen, Albanië en Macedonië geneigd zijn. het plan om een militaire dictatuur in te voeren, steunen. Uit Salonikï wordt vernomen, da' het op verschillende punten van de Grioksch-Tnrksehe grens tot bloedipe botsingen ls gekomen, en da*, de Grieken dag en nacht doorwerken aan het opwerpen van verdedigings werken. De officieele berichten over den toe stand in Yemen zijn ook allesbehalve geruststellend. De verbinding met Sanafi is nog steeds niet hersteld. Men weet met precies in welke positie de Turksche troepen zich bevinden. De minister van oorlog heeft gelast, onmiddellijk oude lichtingen uit Mo- nastir, Perlepe, Kreuplu en 12 batal jons uit Kossovo te laten opkomen. Deze troepen zullen gedeeltelijk te SalohikL en gedeeltelijk te Dcdoagatje naar Hodeida ingescheept worden. Het getal opstandelingen in Yemen bedraagt 60.000 man. ONRUST OP KRETA. In den omtrek van Kanea hobben Christenen Mohammedanen overval len. Bij het gevecht zijn eenige Moham medanen gewond. DE FRANSCHE KAMER beraadslaagde over de urgentie van een voorstel van den afgevaardigde Guerdes. om de artikelen van de wet op de arbeiders pensioenen, betreffen de liet heffen van bijdragen van de arbeidersloonen af te schaffen en deze bedragen te vervangen door een proport.ioneale verhooging van de successierechten voor kapitalen, hon derdduizend francs te boven gaande. De minister-president Briand zei, dat de regeering, wanneer de Kamer het bedoelde voorstel urgent verklaar de, zich niet verantwoordelijk kan stellen voor de toepassing der wet. De urgentie wordt met 390 tegen 198 6tennnen verworpen. HET ROEM EENS CHE PARLEMENT. In de Kamerzitting van gisteren las de minister-president de besluiten voor. houdende benoeming van bet kabinet en ontbinding der Kaniers. De bijeenroeping van het nieuwe parlement is bepaald op 20 Maart, HET MOABIT-PROCES. De rechtbank van gezworenen te Berlijn veroordeelde veertien beklaag den in het tweede Moabiter proces tot gevangenis- en heclilcnisstraffen van veertien dagen tot 1 jaar. Vier beklaagden werden vrijgesproken. Te Hankou heeft EEN BLOEDIGE BOTSING TUS- SCHEN EUROPEANEN EN CHINEEZEN plaats gehad. FEUILLETON Naar het Engelsch door CHARLES GARVICE. tó) Charles vervolgde Lady Mary was maar vijf minu ten in den salon vóórdat die twee dra ken kwamen en ons uiteendreven en dan heb ik haar nog eens vijf minu ten hier gezien, en een kwartier in de laan achter de school over den tuinmuur maar maar ik heb haar lief, Cora ,met geheel mijn hart 1 En hij duwde zenuwachtig zijn hoed achterover. Cora keek hem glimla chend aan. En dat is dus de reden Ik ben zoo blij 1 Je zei, dat ik niet op je ge steld was maar dat ben ik wel o, dat ben ik wel. Ik houd wel van je en ben blij als jo komt. Je bent mijn vriend. En zij stak in een opwelling haar hand naar hem uit. Wat een meisje ben je toch riep hij uit. Er is geen ander zooals jij op de geheele wereld. Behalvo Mary, zei Cor? Hij kreeg een kleur. Neen, behalve niemand maar nu ken je mijn moeilijkheden ten minste éen er van, want ik heb er twee. Je weet nu, waarom ik altijd hier kom. en er zoo op gesteld ben je te ontmoeten. Om dat ik van haar kom en weer naar haar toe ga, zei Cora scherpzin nig. Juist, stemde hij gretig toe. Ik ik dacht, dat je mij misschien niet zoudt begrijpen. Maar moeilijkheid Waarom zei ze. Bemint Mary je dan niet? 1-Iij bloosde weer. Als ik mij geneigd voelde om dat te denken, en als ik dacht, dat zij 't ncoit zou doen, dan maakte ik maar liefst, dadelijk een eind aan mijn be staan. Welnu, dan, ging Cora voort, ter wijl zij haar lippen opéenperstewat doen jelui hier iu Engeland als je liefhebt O zei Charlie, diep ademhalend, dat is het juist 1 Als alles meewerkt Als de man een groote mijnheer is, dan gaat hij paar haar vader en ver telt hot hem, en als die het goed vindt en de dochter ook, is alles in orde. Ja. zei Cora, toen zij zag, dat hij aarzelde. Maar, zei Charlie zwaarmoedig, ik ben geen groote mijnheel-. Mary is de kle'udochtp»- van een hertog, en zij zullen er op gesteld zijn liaar aan een of ander groot man uit te huwe lijken een graaf minstens mis schien lieeft men er al een op het oog werkelijk, zij zullen er niet over denken haar» aan mij te geven iemand zonder ©enige beteekenis. Dat is de manier, waarop het in dit ver- wenschte land gaat. En wat is daar aan te doen En ho© doen zij dat bij uw volk Bij mijn volk, zei Cora droome- rig, als de jonge man ©en krijgsman is en zij de dochter van een opper hoofd Dan wacht hij tot het volle maan is, sluipt haar huis binnen en neemt haar-meo op zijn beste paard naar een anderen stam. Charlie's oogen schitterden. Drommels riep hij uit, met vu rige bewondering voor zoo'n verstan dige gewoonte. Waren wij maar on der jouw volk Verrukkelijk 1 Maar en hij schudde zijn hoofd met een ongelukkig lachje wij zijn eenmaal in Engeland, niet waar, dat treffen wij slecht I Zij wandelden eenig© passen zwij gend voort, toen keek Cora op. Je ziet wel, ik weet zoo weinig ik kan mijn vriend niet eens helpen I Ja, dat heb je al gedaan, ant woordde Charlie dankbaar. Je weet niet hoeveel, door mij te laten vertel len. En daarom breng ik je ook op d© hoogt© van mijn {inder verdriet. Cora. ik ben een idioot de grootste idioot van de wereld 1 Wat ik nu vertellen ga zul je niet zoo goed begrijpen als het andere, omdat j© niets van geld afweet. Maar ik verkeer in een moei lijk geval. Ik beu heel dwaas geweest en heb mij onverantwoordelijk in schulden gestoken. Begrijp je mij Ik heb veel meer geld uitgegeven dan ik had, toen ik in Oxford was. Dat is verkeerd, zei Cora, met eenvoudige waardigheid. Dat is hetzei Charlie. En het ergste van alles is, dat ik niets bezit, waarvan ik het torug kan betalen ik kan niet zeggen, waar het is heen gegaan en sinds ik weer in d© stad ben, word ik ©r telkens om gemaand vragen zij er om, begrijp je dat Hij zweeg even, daarop barstte hij in zelfverwijt los. Maar wat ben ik toch eon zelfzuchtig© idioot om jou met mijn dwagsheid lastig te vallen Maar het is je eigen schuld, Cora. Jo gelaat zou zelf de Sphinx verleiden om haar zorgen mee te deelen. Dat zou hel, inderdaad 1 Maar denk er nu maar niet meer over Ik was niet van plan j© over mijn andere verdriet te spreken, maar het was zoo'n ver lichting, want ik weet niet tot wien mij te wenden waar het geld van daan te halen. Niet weten waarheen te gaan zei ze .Waarom, zou j© niet naar Lord Percv gaan. Hij heeft veel eeld, o, heel veel! En hij zou zoo boos zijn, als hij wist, dat jij er behoefte aan hadt. O, je moot naar hem toe gaan Ik zal het hem vragen. Charlie kreeg een hevig© kleur. Neen. lie\e Cora, doe dat niet, voor geen geld ter wereld Daarom zei ik het je niet, onschuldig© engel, dl© je bent Denk dat toch niet Neen. neen, zei Cora ernstig. Maar je zult naar hem toe gaan cm mij genoegen te doen? O, Ik ken hem Charlie keek haar een oogenblik aan. toen helderde zijn gelaat op. Natuurlijk zal ik dat, zei hij plot seling. Ik had het al eerder moeten doen maar ik verloor mijn zinnen sinds ik je weet wei wie zag. En Cora, je weet; dat andere is een ge heim. Zij knikte. Mag ik het zelfs niet tot Mary zelf zeggen? \roeg zij ernstig. O zei Charlie met een kleur. Ja, als als je dat graag doet. Ja. do© dat maar©n zeg haar Sst daar is Percy. Denk er om, het ia een geheim En hij greep haar hand toen Percy en Lilian Dcvigne naar buiten kwamen uit de ontvangkamer. O, daar zijn ze zei Lilian De- vigno. Ik dacht wel, dat zij hier zou den zijn. Wat hebben zij een poos in ons klein Arcadiê gewandeld 1 Zij lachte zacht, terwijl zij vlug De Engelsche politie had namelijk' een koelie, die doodziek op den wag lag, naar een politiepost overge bracht, de zieke bezweek onderweg en nu beweerden de Cliineezen, dat de politie den koelie had gedood. Het volk liep daarop te hoop en maakt© zich schuldig aan allerlei ongeregeld heden. Van de Engelsche en Duitsche kanonneerbooten „Thistle" en „Ja guar" werden toen manschappen aan den wal gezet, die door de Chineezen met een hagelbui van steenen werden begroet en er ontstond een gevecht, waarin acht Chineezen gedood wer den. Ten slott© zond d© onderkoning Chineesche troepen, aan welke het gelukte het oproer, dat zich reeds zeer ernstig liet aanzien, te dempen. Stadsnieuws 800 gulden voor bet Ligbalfondi Sedert eenige jaren verplicht de heer A. J. Meijerink, ::raar in de gymnastiek en het schermen hier ter stede "de bestuurderen van het Lighal- fonds en met hen de lijders aan de tuberculose, die in de lighal baat vinden aan zich door een uitvoe ring met zijn leerlingen te geven, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het fonds. De heer Meijerink mocht Zaterdag avond in den schouwburg zeker met voldoening gewagen van het klim mende succes, dat deze uitvoeringen hebben, een climax in welslagen, die zich ook uitdrukt in het steeds stij gend batis- slot. De vier laatste jaren zijn deze uitvoeringen geregeld gege ven. Het financieel resultaat was het eerste jnpr f 351, hot tweede f 651, het derde 'f609 en thans kon de leider van den avond den aanwezigen mee- deeien, dat een som van ruim 750 bijeen svas, welk cijfer in den loop van den avond door bloemenverkoop en koek-verioting het bedrag van f 800 overschreed. Zeker een verblijdende uitslag. Geen wonder, dat het bestuur van het Lig- halfonds den nobelen arbeid van den heer Meijerink zeer waardeert. Dat bleek uit het woord-van-pas, dat de heer J. L. E. 1. Breda Kleynenberg in den loop van den avond tot den or ganisator "van het feest sprak. Had de heer Kleynenberg geaarzeld, om hier namens het bondsbestuur te spreken, omdat de heer Meijerink misschien een openbaar dank-nitspre- ken niet aangenaam zou vinden, hij kon 't niet nalaten den heer Meije rink ie bedanken voor het vele werk, dat, hij zich voor deze uitvoering ge troost had. Ook meende hij namens de aanwezige ouders te kunnen spre ken, wanneer hij den leider dank zeide voor het genot, dat hij hun de zen avond had verschaft. Mee dan kend uit naam van de ongelukkigen, die door deze uitvoering worden ge baat, sprak de heer Kleynenberg de i hoop uit, dat alle kinderen, die de zen avond hadden meegewerkt, zou den gespaard blijven voor de vreeso lijke ziekte de tuberculose, aan wier bestrijding zij meegeholpen hadden. Als blijk van hulde en waardee ring bood dan ©en jonge dame den heer Meijerink, namens het Lighal- fonds-bestuur een krans aan. De lijn van den aanvang van dit verslagjo brengt don verslaggever on gemerkt in het laatste g©deelte der uitvoering, zonder dat hij gewag heeft gemaakt van het daaraan-vooraf- gaande. In het vóór-de-pauze-gedeelte gaven maar op bedekte wijze naar Percy op keek, die nog op de stoep stond. Had hij dien handdruk der beide jongelie den gezien? Zijn gelaat stond kalm en ernstig zooals gewoonlijk, en de lichte schaduw in zijn scherpe, grijze oogen kon veroorzaakt worden door de schaduw van het zonnescherm bo ven zijn honfd. HOOFDSTUK XXIII Het was aangenamer buiten op de veranda dan zelfs in de koele en bekoorlijke ontvangkamerdaarom had Lilian Devigne de theetafel bui ten laten klaarzetten. Lady Devigne kwam naar beneden uil haar bou doir maar was niet, gesteld op do buitenlucht, en bleef liever binnen zitten theedrinken, zoodat de jong© lieden voldoende gechaperoneerd wer den en toch ongedwongen met elkaar konden pralen. Percy was even somber en cynisch als gewoonlijk de eerste oogenblik- ken zelfs bijzonder ernstig zooals Co- ra dacht. Zij was naar hem toe geko men, zijn hand gedrukt en met haaf groote. donkere oogen dadelijk opge merkt, dat hij ernstiger en sombor der was dan gewoonlijk; maar nu helderde zijn gelaat weer op en kwam de oude, scherpe humor weer over hem. Toen de tafel werd buiten go- bracht, schoof hij een stoel voor haar aan ©n ging zelf naast haar zitten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5