HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. De Erfgenaam van Vering WOENSDAG 1 FEBRUARI 1911 Ecuador, wordt bericht, dat presi dent Alfaro, naar aanleiding van op stootjes, heeft verklaard, dat de regee ring niet het oog op liet klaarblijke lijke verzet van het volk de Galapa- goseüanden niet aan de Vereenigde Staten zou verkoopen. Dan zal 't volk tevreden zijn, maar... de Amerikaanscho regeering PAUL SINGER, de bekende socialistische afgevaar digde van den Duitschen Rijksdag is, zooals we reeds kort meldden, gister middag overleden. Paul SingeT werd den 16en Januari 1844 te Berlijn uit Joodsche ouders geboren. In 1869 richtte hij, in ver- oeuiging met zijnen broeder, een fa briek \uu damesmantels op, waar door hij zich een vermogen verwierf. Later begaf hij zich in de politiek. Uij sloot zich bij de sociaal-demo cratische party aan en wetrd in 1884 als vertegenwoordiger dier partij in den Berlijnschen gemeenteraad en in den Rijksdag gekozen. Sedert 18öü wijdde hij zich geheel in het politieke leven. Met groot ta lent leidde hij de beraadslagingen op de sociaal-democratische partij-dagen en, naast Behel. was de overledene wel het meest invloedrijke lid zijner partij en van de partij-fractie in den Rijksdag. Stadsnieuws HET TOONEEL TE AMSTERDAM. „George Dandïn", van Moliè- re, en „De Candidaat der S. D. A. P." van M. van ZRn- ten door de Ned Tooneelvor- eeniging Elk too'neelgezelschap, dat zich zelf respecteert, brengt van tijd tot tijd eens een werk van Molière op het répertoire. Men weet vooraf, dat het financieele resultaat doorgaans niet evenredig is aim het artistieke stre ven, doch bet behoort nu eenmaal tot, wij zouden zeggen, de goede vormen van een theaterdirectie om een comé- die van den onsterfelijken blijspel dichter voor het voetlicht te brengen. Zoo zien wij met grootore of kleine re tuaischenpoozen telkens „L'Av&re", ,,T.a Tartuffe", ,.T.e Misanthrope" en „Les Femmes Savantes" aangekon digd, en allen, die Molière liefhebben, gaan dan steeds weer met vreugde naar den Schouwburg, om de kennis making met deze een wig-jonge, klas sieke werken te hernieuwen. De Nederlandsche Tooneelvereeni- g-ing kan boven alle andere gezel schappen zich beroemen op eenige uitstekende M cd i èire-vertoon in gen Wij herinneren ons de zeer goede op voeringen van „de Birrger-Edelman" en ,,De Geneesheer tegen wil en dank", maar bovenal ds hoogst fir- tlst.ieke wedergave van „De Inge beelde Zieke", waarin de heer Ter- nooy Apèl een prac-ht-créatie gaf van Argan. En nu heeft de Vereeniglng haar oog doeh vallen op een der hier minder bekende werken wan den groo- ten Framschman, namelijk op George Dandin. Bijna een ieder kent den spreekwoordelijk geworden uitroep van den misleiden echtgenoot: „Vous l'nvez voulu, George Dandin!" maar wij gelooven niemand te beleedigen met de onderstelling, dat slechts een hee! enkele eigenlijk weet, wat Dtm- din dan wel gewild heeft George Dandin is een van dEe onge lukkige stakkerds, d-le de onnoooel- heid heeft begaan om als eenvoudige boerenzoon met een adellijk meisje te trouwen. Voor dde dwaasheid moet hij drie bedrijven lang boeten; want Angélique, zijn bBauw-bloedige echt- genoote, voelt meer voor de ridder lijkheid vim den galanten Clitandre dein voor de plompheid van haar bur german. George Dandin moet het aan zien, hoe zijn heele omgeving, met zijn vrouw aan het hoofd, hem mis leidt; hij ontvohgt de stokslagen, die Clitandre verdient en Clitandire krijgt het hart, dat rechtens aan Dandin toebehoort. En de oingelukkige boe renzoon heeft alle reden om zich zelf telkens te verwijten: „Vous l'avez voulu, George Dandin vous l'avez voulu!" Het is een aardig en ondanks het gegeven zeer onschuldig blijspelle- Onze Lachhoek SCHERPE KRITIEK. Kunstschilder {tot vriend). Vertel me eens in allen ernst, wat is het, dat u het meest frappeert van rnijn laatst gemaakte schilderijen? Vriend (na een poosje nauwkeuri bekijken). Dat gij ze verkoopt. ONVERVALSCIJTE MELK. Vagebond. Eerst was ik melk* boer mevrouw, daarna ben ik ma troos geworden. Mevrouw. Dat zal een verschP geweest zijn, nietwaar? Vagebond. Nou niet zoo heel era Op mijn eerste reisje moest ik ooJ meestal aan de pompen staan. VOL HUMOR. Lucie. Ach papa, als u Karei goed leerde kennen, zou u wel anders over hem gaan denken. Hij is steeds zoo vol humor! Papa. O Lucie ,wat dat betref», dat weet ik nu reeds. Gisteren vroeg hij mij nog, of ik zijn schoonvador wilde worden. UIT DE SCHOOL. Meester. Wat is het meervoud van man? Jongen. Mannen. Meester. En wat is het meer voud van vrouw? Jongen. Vrouwen. Meester. En nu van kind? Jongen (nog onder den indruk van de blijde gebeurtenis thuis). Twee ling en. tje, dat echter niet op dezelfde hoog te staat als de bekende karakter- e zedenkomedies van Molière. Het b®. hoort meer tot het luchtige genré, evenals „Les Précieuses Ridicules" en „L'Amour Médecin". stukken, die vroeger als toegift werden gegeven no de opvoering van een grooter en bef langrijker werk. Want in den tijd. van Molière zag men er niet tegenop cm na eeu treurspel of een comédie van 5 bedrijven nog een blijspelletje van 3 bedrijven toe te geven. Als zoo danig moeten wij dit werk dan ook beschouwen het is een stukje zan der pretentie, luchtig en kluchtig; diepe karakterteekening zullen svij er niet in vinden, al staat er ook do naam van Molière onder en al heeft het ook één der meest bekende spreek woorden in de wereld gebracht. Het is wel eens merkwaardig zoo'n stukje litteratuur-geschiedenis op het tooneel te zien en hoewel wij, door de wol geverfde twintigste eeuwers, het wat verouderd en naïef zullen vin den, zoo ontwuren wij toch ook steeds weer den fijnen geest, waaruit het is ontsproten. Een comédie als George Dandin moet worden gespeeld, zooals het is luchtig en kluchtig. Dit lu htige nu misten wij wel eens in de verlno- ning, die de Nederl. Tooneelvereeui- ging van het stuk heeft gegeven het was vooral van de heeien Erfmann en Bron alles wat ie zwaar. Zoouls de heer Erfinanu George Dandn» opkwam, massief en Hollundsch- plomp, zoo heeft hij de rol ook veruer gespeeld. Zeker, Dandin is een boer en er moet contrast zijn tusscheu hein en den addellijken vlinder Clitandre, maar hij blijft toch altijd een boer uit een werk van den Franschmun Molière. De heer Erfmann is een hoogst verdienstelijk acteur, maar hij schijnt ons niet de aangewezen muu om een rol als deze te spelen. Daar is meer lenigheid en meer komisch ta lent voor noodig en ook een geesti ger zeggingskracht, dan waarover de heer Erfmann beschikt. Wat zou de lieer Ternooy Apèl niet van dezen tel kens bedrogen echtgenoot hebben ge maakt De lach zou geen oogenbiik uit de zaai zijn geweest. Zeer goed was de heer Van Wur- melen ais Mr. de Sotenville. Zooals hij zijn hoed afnam, zoo speelde hij precieus en ruet fantasie. Mej. Sand- bergen was een bekoorlijke maar geen schalksche. behaagzieke Ancéliquc Na George Dandin kregen wij „Da Candidaat'der S. D. A. P." van M. van Zanten, die als een tweede Mo lière de hoofdrol in zijn eigen stuk vertolkte. Maar hiermee houdt dan ook elke vergelijking op. De Candidaat der S. D. A. P. is een vrij oimmgeiij- ke èonacter, en wij kunnen ons niet begrijpen, dat Het Volk in dit ou- noozele stukje een beleediging voor de S. D. A. P. heeft kunnen zien. De lieer Van Zanlen beeft van dezen candidaat en van zijn v erkiezing zou u persiflage gemaakt, dat het stukje niet au sérieox is te nemen. Dit nie mendalletje is niet eens na te vertel len, omdat het geen inhoud heeft Het OM ONS HEEN No. 1209. Munten en valsche munten. De geschiedenis van het geld. Ion waardemeter uit licht-vurig edel mo taal, moet beginnen aan de oevers van den NijL Daar lag het erts in de reusachtige schatkamers van despo tische Pharao's, waar liet gebracht was door tallooze oorlogsslaven, dio het uit de mijnen in Nubië hadden opgedolven. Met allerlei voorwerpen uit massief goud betaalden en be loonden de bouwers van .de pirami den hun architecten en gunstelin gen. Evenals in Egypte was ook aan de oevers van Euphraat en Tigris goud en geld een en hetzelfde begrip. Het circuleerde in den vorm van ringen, slaven en schijven van een bepaald gehalte en gewicht En toen men een stap verder ging en de waarde er in perste, was de munt, het geldstuk uit gevonden. Sommigen schrijven de uit vinding toe aan den wijzen Hamura- bi, koning van Babylon, in het jaar 2500 vóór Christus. In 282 paragrafen gaf hij een regeling van straf- en burgerlijk recht, waaronder eenige betrekking hebben op iiet geldwezen. Al wie door de uitgifte van slecht geld de belangen benadeelden van hen, die het muntrecht bezaten, wer den aan den beul overgeleverd. Anderen schrijven de uitvinding Van de munten toe aan koning Phel- don van Argos, die in de zevende of achtste eeuw vóór Christus leefde. Hoe het ook wezen mag. de vervol- sching van munter^ is begonnen, zoo dra er munten waren. Niet altijd weliswaar met verkeerde bedoelin gen. De Egyptenaren hadden de ge woonte, aanzienlijke dooden in hun kist voorwerpen van zuiver goud en prachtige edelsteenen mede te geven. Maar toen grafschenners de snrcophagen openbraken en de kost baarheden stalen, worden hij de mummiën nog maar goedkoope na bootsingen meegegeven. Dat blijkt uit de ringen en staven van brons, voorzien van een dun goudlaagje, die gevonden zijn. Is het onbeslist, aan welk volk de uitvinding der munten moet worden toegeschreven, eerst met de uitbrei ding var de Grieksche beschaving kwam zij in Zuidelijk Europa tot bloei. Het door Lycurgua ingevoerde ijzeren geld van de Spartanen wekte de hebzucht niet op, des te meer tie munt, die uit goud of zilver, of een vermenging van deze beide, was ver vaardigd. Het gewicht werd vermin- leid en soms werden de munten ook hierdoor vervalscht, dat onder een dun laagje zilver een kern van lood of koper werd weggemoffeld. In de Grieksche staten waren deze voor dien tijd kunstige nabootsingen zóó in omloop, dat de wetgever Solon op het maken van valsche munt de dood straf stelde. Uit den tijd der Romeinsche kei zers zijn nieit alleen ontelbaar vele nagemaakte geldstukken, maar ook de gietapparaten, waarmee ze ge maakt werden. Zoo zijn pas te Rózé bij Nantes gietvormen gevonden, met de beeltenis der keizers, in roode aarde gebrand, die óf voor valsche munt hebben gediend, óf misschien gebruikt zijn door de legeraanvoer ders, om in tijd van nood hun troe pen te netalen. Op hun beurt maakten de Romein sche soldaten kennis met de munten van de volken, die zij overwonnen eu minachtend „barbaren" noemden, dikwijls stukjes goud, met slangen of vogelkoppen versierd. Die barba ren zelf maakten do munten hunner onderdrukkers na, maar gebruikten die niet als geld, maai- al-s amuletten. Zij zagen daarin leekenen van de kracht hunner overwinnaars. Nog heden ten dage doen de bewoners van Tibet hetzelfde met nabootsingen van Engelsch geld. FÊUiLLEl ON Nuar het Eugelsch door CHARLES ÜARVICE. 52) Maar de grootste aantrekkelijkheid van Fairleigh was in haar oogen toch nog. dal het zoo dicht bij Vering was. Vijf mijl was voor haar, die alle afstanden beschouwde naar de wou den en plaatsen op haar geboorte grond, niets meer dan een wandeling vóór het ontbijt. Een van Lord Per cy's jachtpaarden kon dien afstan.l gemakkelijk in een half uur afleggen. Want Percy was er al geweest, wat hij ook beloofd had, en Charlie was op het laatste oogenbiik besloten, hem te vergezellen. Het was toch amusant, om Cora en Miss Devigne zoo dichtbij in Fair leigh te weten en het was toch ook eieenlijk niet aardig, om dien armen, ouden Perce heel alleen te laten In dat Brilsclie Museum, zei hij, cn hii liad er wel mogen bijvoegen, dat hij juist van zekere jonge dame bul gehoord, dat zij zou gaan logeeren In de zestiende eeuw gaf de kunst smaak aanleiding tot muntverval- sching. De studie van antieke munten kwam toen in zwang en zekere Gio vanni Cavino, in Pudua, wist de ele gante bronzen muntstukken der Ro meinsche keizers prachtig na te boot sen. Bedrog word daarbij niet be doeld, dat ontstond eerst later, toen er een ware verzamelwoede ontstond en do markt met nabootsingen, die voor echt wilden doorgaan, werd overstroomd. Soms waren het wel de vorsten zelf, die muntvervalsching veroorzaakten, bijvoorbeeld wanneer zij op een oogenbiik veel geld noodig hadden en het muntrecht voor kolossale sommen aan anderen verpachtten. Natuurlijk werd door deze pachters de innerlij ke waarde van de munt tot 't uiterste verminderd, om er zelf zooveel moge lijk winst uit te slaan. Menige op stand is daarvan het gevolg geweest, Een niet als vervalsching aan te merken daad in de gewone beteeke- nis, die niettemin ontzaglijke schade heeft gedaan, was het uitgeven van assignaten door de mannen der Fran- sche revolutie. Zij waren niet de eenigen. die papieren geld uitgaven. De Mongolen-veldheer Kublai Khan, die omstreeks de helft der dertiende eeuw leefde, had al gestempelde pa pieren uitgegeven, die als de voorloo- pers van onze bankbiljetten kunnen worden aangemerkt. Maar terwijl de Mongool dekking in edel metaal voorhanden had, waren de assigna ten van Robespierre en zijn "vrienden alleen maar aanwijzingen op ver beurd verklaarde goederen van ge vluchte emigranten, wat natuurlijk heelwat anders was. Zij daalden dan ook snel in waarde en wei-den vijf jaar later tegen de mandalen uitge wisseld, die.... geen grooter waarde hadden. Na deze periode, toen natuurweten schap en techniek zich ontwikkelden en daarmee ook het wereldverkeer zich uitbreidde, werd de financieele toestand der Staten bevestigd, hunne moeilijkheden werden geregeld eu daarmee verdween de aanleiding tot de sedert eeuwen gepleegde valsche munterij van de overheid zelf. Dat bedrijf kwam in handen van het individu en er zijn nog heden ten dage concurrenten genoeg voor de ambtelijke Munt. die vervaardigen wal in dieventaal sjofele m c- s o m m e wordt genoemd. Zoolang die in het klein gebeurt, doet deze Industrie weinig kwaad. In ons land bijvoorbeeld heeft de valsche mun terij al heel weinig to beduiden. Val sche kwartjes zijn nog het meest, maar toch ook weinig] in omloop. Van een valschen gulden, dien de po litie ontdekt, wordt hevig gewag ge maakt Hoe kan het ook anders De vervaardiging van geldstukken eischt kostbare machines en onze valsche munter is een stumper, die in den uitersten geldnood naar een pannetje grijpt en daarin zijn gebrekkige na bootsingen giet, die hij tusschen licht en donker gaat uitgeven, om gewoon lijk al heel spoedig door den wreken- den arm van Vrouwe Justitla te worden gegrepen. Ernstiger zou het geval kunnen worden, wanneer bij gemunt geld gieters, graveurs of arbeiders, be kend met galvanoplastiek, bij bank biljetten etsers, litho- en photografen gingen meewerken. Doch maar voor korten tijd. want ook hun ontbreekt het kapitaal voor de aanschaffing van dure machines en zelfs wanneer zij die bezaten, zou het in omloop bren gen van een eenigszins belangrijke hoeveelheid valsch geld nog zeer moeilijk zijn. Er komen zooveel nieu- schen aan te pas, dat het bedrijf te gevaarlijk wordt. Wij herin neren ons nog, hoe eenige jaren geleden een complot tot uitgifte van valsche bank biljetten in ons land mislukt is, voor dat er eenige schade van beteekenis veroorzaakt ia Mogen wij A_ Abels, aan wiens ar- bij een vriendin, wier landgoed bin nen een uur rijdens van Fairleigh en Vering af lag maar misschien dacht hij, dat dit nauwelijks de moeite waard was om te vertellen ofschoon hij, toen die jonge dame hel hem, op haar teenen staande achter een boomgaardmuur, gezegd had, een kreet van verrukking en voldoe ning had geslaakt, zoodat zijn paard hem bijna weer op den grond had doen tuimelen. Want Lady Mary was In zooverre hersteld van haar groote vrouwelijke verontwaardiging over de schande lijke brutaliteit van dien jongen waaghals, dat zij hem nog eens, of eigenlijk verscheidene malen weer ontmoet had tusschen de oude appel- hoouien in den tuin van de school. Het is waar, dot zij den tweeden keer kwam, zooals zij tegenover zich zelf en hem verklaarde, alleen om zijn verontschuldigingen en verzoek om vergeving ln ontvangst te nemen, en dat zij don derden keer kwam met het doel om hem to vertellen, dat hij niet weer moest komen ook was bet niet meer dan natuurlijk, dat zij den vierden avond weer kwam om te zien of hij slecht genoeg zou zijn, om aan haar ongehoorzaam te wezen. Hij is de beste, knapste man van de geheele wereld uitgezonderd Lord Percy natuurlijk 1 placht La dy Mary in Cora'3 oor te 'luisteren. De allerbeste en toch ook weer de ttkcl in een Duitsch tijdschrift-uk een en ander ontleen, gelooven, dan heerscht er evenwel In Italic en Span je valsche munterij op groote schaal. In 1909 wei-den in Italië 14.071 munt biljetten ter gezamenlijke waarde van 271.445 lire, in beslag genomen naar schatting zijn er in omloop voor an derhalf millioen lire aan valsche muntstukken in goud. zilver, nikkel en koper. Wel worden veertien werk plaatsen van valsche munters opge spoord en 1249 personen wegens ma ken of uitgeven van valsche munt veroordeeld, nio&r de eigenlijke hoofd- personen zitten, meent Abels, veilig in New-York. In Spanje moet het nog erger zijn, daar werden van April tot December 1909 voor zeven en een hall millioen i peseta's in onedel metaal lji beslag genomen. De minister moest openlijk verklaren, dat het bijna onmogelijk Is te zeggen, voor hoeveel millioenon aan nagemaakte zilveren munten er in omloop zijn. En het is onmogelijk, het kaf van het koren te scheiden, daar het vorvalschte geld dikwijls precies op het echte gelijkt in fabri kaat, materiaal en gehalte. Wat deze bankier moet verdienen, is reusachtig. In Duitschiand worden uit een kilo zuiver zilver, die 76 Mark kost, 200 Markstukken geslagen, wat dus een bruto winst van 124 Mark beteekent. Maar een dergelijke onder neming als die van valsch Spaansch geld moet een flink gebouw, kostbare machines, een geschoold personeel hebben hoe is het mogelijk, dat zoo- iets verborgen blijven kan J. C. P. Buiten'ar.dsch Overzicht EEN SENSATIE-BERICHT wordt door „Reynold's Newspapers" (een Engelsch weekblad) verteld. Dit blad beweert, dat er in diplomatieke kripgen in Engeland ongerustheid heerscht over gebeurtenissen, die on langs op liet vasteland hebben plaats gehad. Men vreest ernstige internatio nale verwikkelingen op grond van onthullingen over den inhoud van een belangrijk geheim verdrag. Deze ont hullingen zouden vooral in Frankrijk groot opzien wekken. Men meent, dat een en ander betrekking heeft op het Russisch-Duitsche verdrag in zake Perzië. Onmogelijk is 't natuurlijk niet, maar we zuilen ons alleen op gezag van dit sensatie-bericht nog maar niet ongerust maken. OOSTENRIJK-HONGARÜE EN ITALIé. In de marinecommissie van de Hongaarsche delegatie is een interpel latie gehouden over de verklaiiugen van admiraal Chiari, in de Italiaan- sche bladen, waarin hij verzekerd heeft, dat spoed gezet dient te worden achter den bouw van do vloot, om dat een hotsing met Italië onvermij delijk is. De bevelhebber der marine ant woordde, dat hier sprake was van een gepensioneerd vice-admlraal, dus van een particulier, met wien het mari- nebestuur niets te maken heeft. Wan neer zulke beweringen worden ge daan, kan de bevelhebber der marine niet anders doen dan ze afkeuren. EEN SCHRIJVEN VAN KEIZER WILHELM is in de Reichsanzeiger opgenomen. Z. M .geeft daarin zijn blijdschap te ken nen over het feit, dat zijn verjaardag bijzondere wijding kreeg door de her denking van het 40-jarig bestaan van het Duitsche rijk. De keizer spreekt de hoop uit, dat het ook in toekomst gelukken moge, om hetgeen door de eensgezindheid der Duitsche vorsten tot stand werd gebracht en in de af- geloopen veertig jaren zich krachtig heeft ontwikkeld in een vreedzamen wedstrijd met de andere cultuurvol ken, verder te versterken en te ont wikkelen. DE BELASTING OP DE WAARDEVERMEERDERING is door den Duitschen Rijksdag hij derde lezing met 166 tegen 138 stem men en 17 onthoudingen aangenomen. Het voorstel der conservatieven, om de vorsten en vorstinnen vrij to stel len van de belasting, was al hij de tweede lezing verworpen. Over 't ONTWERP-K1ESWET VOOR PORTUGAL hebben we reeds een en ander onbeschaamdste. Ik geloof, dat hij kalm den voortuin zou inrijden, ten aanschouwe van de draken, als ik hein niet een beetje kalm en in be dwang hield en hij hangt aan dieu afschuwelijken hoogen muur, alsof hij een vleermuis was. Ik geloof ze ker, dat hij eens op een avond zijn nek nog eens aal breken. O wat ben ik blij, dat het zoo gauw vacantia wordtniet omdat hij dan veiliger zal zijn, want hij zegt dat hij van Ve ring naar Boxley zal rijden, alsof de duivel hem op de hielen zit, Heb je hem dan verteld, dat Je naar Boxley ging zeide Cora naief. Och lieve, grappige, onschuldige engel fluisterde Lady Mary, een beetje blozend. Daar dwingt hij mij toe. Je weet niet, hoe hij is. Hij dwingt mij alles te vertellen. Weet je wel, dat hij zoo'n afschuwelijke, heersohzuchtlg8 jongen is, dat ik al tijd bang ben, dat hij nog eens zeg gen zal „Klim naar boven I" Ik zou verplicht zijn dien muur op te klau teren, als liij dat deed. Mary riep Cora uil Het is heusch waar. Wat denk je. dat hij gisterenavond deed Cora schudde glimlachend het hoofd. Wel. dat verschrikkelijke wezen bracht een schaar mee, reikte ver over den muur en knipte een haarlok Van mij af om op aljn hart U dragen. meegedeeld. Nog worden do volgen de aanvullende bijzonderheden ge meld Kiezers zijn alle Portugeezcn, die den lstcn April den leeftijd van 21 jaar bereikt hebben, kunnen lezen en schrijven en die behoorlijk zijn inge schreven als burger hij de laatste volkstelling. Militairen in actie ven 'dienst kun nen geon slem uitbrengen, evenmin als strafrechterlijk veroordeelden, zwakzinnigen en bedeelden. Niet verkiesbaar zijn dc militaire en civiele rechters, geestelijken en di recteuren van door den staat gesub sidieerde maatschappijen, enz. 'T ENGELSCHE LAGERHUIS heeft gisteren Lowther tot spreaker herkozen. Het ©enige incident bij die herkie zing was een protest van den onaf- hankelijken nationalist Ginnell, die onder een ironisch gelach zich be klaagde, dat door het optreden van speaker en de deputy-speaker de on afhankelijke nationalistische leden niet in de gelegenheid waren op de hun toekomende wijze aan de debat ten deel te nemen. Het protest werd ter zijde gesteld. Verder was er geen oppositie tegen de herkiezing van den lieer Lowther. Over 'T OPROER OP PONAPE zijn door de Duitsche regeering thans eenige bijzonderheden meegedeeld. Op de oproerige Dschakadschers, dit zich op haast ontoegankelijke rot sen hadden verschanst, werd, na voorafgaande beschieting door een kruiser, onverwachts een aanval go- daan door Duitsche landingstroepen, die het bergplateau bestormden. De vijand vluchtte met achterlating van drie dooden en een aantal gevange nen. De Duitschers hadden het verlies te betreure-i van één politiesoldaot, ter wijl een luitenant en een politiesol- daat zwaar gewond werden. De volgende dagen werd het eiland doorkruist, waarbij een aantal inlan ders gevangen wei-den genomen. De vervolging der nog overgebleven op roerlingen (een 50), die met geweren gewapend zijn, is voortgezet. Er schiinen ERNSTIGE ONLUSTEN IN ARMENIë to heersche-U. 't Armenische patriar chaat hoeft den Turkschen minister van binnenlandsche zaken medege deeld, dat Mohamedanen alle wonin gen der Christenen te A da na met ©en kruis hebben geteekend eu dat een Moshmsch priester openlijk tot chris- tenmoord ophitst. Er heerscht dien tengevolge groot© ongerustheid on der de bevolking, die vreest, dat er in liet geheim weder een slachting wordt voorbereid. Verder wordt ver klaard, dat de troepen te Adana lang niet sterk genoeg zijn, om bij een nieuwe uitbarsting van de volkshaat het fanatiek gepeupel In bedwang te houden. De minister van binnenlandsche za ken heeft evenwel in de pers deze on gunstige berichten doen tegenspre ken en daarbij verklaard, dat overal vrede en eendracht heerscht, ten be wijze waarvan hij het rapport van den wali aanhaalt, die verklaarde, dat er wel is waar ongerustheid on der do bevolking had geheerscht, maar dat het hem gelukt was die on rust te doen verdwijnen. Er wordt evenwel geen onvoor waardelijk geloof aan deze geruststel lende verklaringen gehecht, want van meer dan éen zijde w orden de berich ten over de onrust bevestigd. DB OPSTAND IN YEMEN duurt nog voort. Een Turksch blad verneemt dat uit Yemen zeer ongun stige berichten zijn gekomen. SanaA moet door de opstandelingen zooda nig ingesloten zijn. dat het zich mis schien zal moeten overgeven, voordat het ontzet kan worden. Van het nieuwe gevecht aan den Hedzjas-spoorweg is Teeds met een enkel woord melding gemaakt Ook de latere berichten zeggen, dat de Bedoeïenen een nederlaag hebben ge leden. Zij zouden 300 man aan dio den, gewonden en gevangenen hebben verloren, terwijl aan Turksche zijde 18 man sneuvelden en 35 gewond wer den. De Turksche regeering is naar men weet van plan krachtig tegen de op standelingen op fe treden. Machmoed Sjefket pasja, de Turk sche minister van oorlog, heeft in de Kamer verklaard, dat de regeering, wanneer zij niet krachtige maatrege len tegen de opstanden neemt, in een zeer moeilijke positie zal komen. UIT ECUADOR. Uit Guayaquil, de hoofdstad van Die onbeschaamde jongen En toen ik hem boos vroeg ik was heel boos, Cora O, verschrikkelijk I wal hij met zoo iets schandaligs wel bedoelde, wat denk je, dat hij toen zei Cora schudde haai- hoofd weer. 0 1 zei hij, heel bedaard, maar terwijl zijn groote blauwe oogen dansten en vonken schoten, Jelui vrouwen maken zooveel van een klei nigheid. Ik zou voor jou mijn geheele hoofd kaal laten scheren, als je een lok haar van mij wilde hebben; maar jij wilt het niet 1 En toen lach niet, Cora was ik dwaas genoeg, hem te vragen, natuurlijk heelemaal voor de grap, zijn woorden met be wijzen te staven. Hij nam daarop de schaar en knipte vlak tegen zijn hoofd een groot stuk haar af. „Daar", zei hij, „ik zou mijn hand afsnijden als jij het wenschte." O I riep Cora, en toen wij hem gisterenavond uitlachten, om dat zijn hoofd er zoo vreemd uitzag, zei hij, dat hij bij het lezen in bed met de kaars een deel van zijn haar verbrand had. Dat ls juist iets voor hem, Cora. Hij is de ondeugendste en meest roe- kelooze man op de geheele wereld, en ik zeg je, dat ik hem nooit weer zou willen zien, als ik niet wist, dat het nergens toe zou dienen want, lieve Cora, als ik in China was, en hij zei: „Kom I". dan zou ik verplicht xijn te komen. O. Cora-lief Nog maar één dag en wij gaan deze afschuwelijke gevangenis verlaten en toch, ik weet niet hoe het zoo komt toch ls het zoo'n dierbaar, oud plekje Vooral de boomgaard, zeide Cora glimlachend. En nu was het laatste afscheid ge nomen, en terwijl Lady Mary veilig en wel was onder de moederlijke vleugelen te Boxley, genoot Cora van de vrijheid te Fairleigh. Percy maak te vroeg in den morgen van een ge legenheid gebruik om haar op te zoeken. Toen hij op de binnenplaats der boerderij aankwam met het plan, om zijn paard dadelijk naar den stal te brengen, kreeg hij een wit mouselincn japon in het oog. die juist in een bocht van het tuinpad verdween. Hij wist. dat het Cora was en terwijl hij een groom de teugels toewierp, snel de hij de verdwijnende gestalte na. Toen hij haar zag, was zij in een af gezonderd gedeelte van den tuin aan gekomen, dat aan drie kanten door oude met perzikboomen begrocl le muren was ingesloten. Cora had, echt Indiaansch, oen groot zwak voor vruchten en bloe men, en zat onder een appelboom, met een roos in de eeue hand en een perzik in de andere. Hij liep hee! zachtjes en ongemerk» op haar toe en toen hij vlak achter haar stond, fluisterde hff haar naam. Cora keek verbaasd op, keerde zich met hoogblozend gelaat en stralende oogen om. Blijf stil zitten, zei hij, zijn hand uitstrekkend en haar een tikje op den schouder gevend. Blijf stil zitten, anders ga ik weer terug. W al zie je er gelukkig uil, mijii kind Ik ben gelukkig, zei ze zacht. Hoe zou iemand hier anders kun nen zijn? Ik ben gelukkig, ieder uur van den dag en van den nacht.... Ik bad u niet hooreu komen. Toch zag je er niet erg ver schrikt uit. zei hij. Neen. anlwuordde zij eenvou dig. ik dacht aan a Toen trok zij ha-ir jaoon wat naai zich toe. en Percy had reep dringen der invitatie noodig en ging naast haar zitten. Kom, wees nu nog eens oen schooljongen. :ei zs lachend. - Dit is mijn lievelingsplekje. Ik kurn hier zoo graag, eigenlijk om de per ziken, geloof ik. Houd u er van Het is een zwak van mn, zei hij. Zal ik er een paar halen 1 Neen, zei ze, opspringend, ik zal ze halen ik weet welke de rijpste zijn en u moet hier rusten Heel spocdjg kwam zij met twee of drie perziken terug. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5