RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Een afdoend middel.
Mijnheer Kwakkels verklaarde dat
hij zich ernstig ziek gevoelde, 't Was
hem moeilijk er een juiste definitie
van te geven, wal hem eigenlijk
scheelde; maar hij voelde wel, dat hij
reeds met zijn ééne been in het graf
stond, en dat, als het zoo door ging,
er niet heel veel meer voor noodig
was, om hem voor goed hot hoofd te
doen neerleggen.
Wat den toestand nog moeilijker
maakte, was, dat de heer Kwakkels
geen dokter wilde raadplegen, hij had
nu eenmaal vreeselijk het land aan
doktoren, en wei voornamelijk aan
hun rekening. Er waren menschen die
onvriendelijk genoeg waren om te be
weren. dat mijnheer Kwakkels lijden
de was aan een ingebeelde ziekte.
Op zekeren dag, toen mevrouw
Kwakkels op het punt was om uit te
gaan, vond ze een klein boekje, dat
blijkbaar onder de voordeur gescho
ven was door een firma, die in aller
lei medicijnen handelde en die de
symptomen van verschillende ziekten
in dat boekje beschreef. Nadat me
vrouw het even ingekeken had, bracht
zij het bi] naar écntgmoot met 'de
woorden:
Hier beb ik nu net iets voor jou;
in dat boekje kun je vinden, wat Je
eigenlijk scheelt
Je schijnt geen flauw vermoeden
te hebben van mijn ziekte, vrouw.
WatI In dat kleine boekje, op die en
kele bladzijden kan mijn ziekte onmo
gelijk beschreven worden; daar zou
een lijvig boekdeel mee gevuld kun
nen worden.
Maar. ging hij voort; je kunt
wel thuis blijven en er mij wat uit
voorlezen, vrouw, want ik voel mij op
't oogenblik niet wel genoeg om het
zelf te doen; bij deze woorden zakte
hij weer uchterover in zijn leunstoel,
uitroepend.
Ik ben toch zoo naar! o, ik ben
toch zoo naar!
Mevrouw Kwakkels was wel genood
zaakt zich weer van hoed en mantel
te ontdoen en bij haar man te gaan
zitten. Zij sloeg het boekje open en be
gon: Pijn in den rug en onder de
schouderbladen; dikwijls hoofdpijn,
voornamelijk boven de oogen.
Och, dat is mijn kwaal, zuchtte
de heer Kwakkels.
Juist, dat is jouw kwaal, voegde
mevrouw Kwakkels er bij, en zij ging
voort met lezen:
Voortdurend gedrukt gevoel,
branden van de handpalmen en de
voetzolen.
Juist als bij mij, verklaarde de
heer Kwakkels.
Afkeer van eiken arbeid. Dat is
Jcuw kwaal, Thomas, zei zijn vrouw,
want onder ons gezegd, ben je
vreeselijk lui.
Neen. Femia, dat is het niet,
zuchtte de zieke. Ik ben volstrekt
niet lui, maar mijn arm, zwak, gefol
terd lichaam staat mij geen enkelen
arbeid toe. Maar ga voort, Femia.
Zonder ook maar eenig-rins van
haar stuk gebracht te worden, ging
mevrouw Kwakkels voort: Onaan
gename droomen!
Juist, dat ia het, ik droom iederen
nacht zoo vreeselijk, dr t ik geloof, dat
het mij telkens eenige haren van liet
hoofd kost, vandaar dat ik zoo kaal
word, zei hij treurig. O. lieve, lieve,
en mijnheer Kwakkels sprong plotse
ling van zijn stoel op eu greep zich
naar het hoofd.
Mijn hemel, wat is er nu weer,
Thomas? vroeg zijn vrouw verschrikt.
Ik had daar een steek, die van
mijn groote teenon tot aan het puntje
van mijn hoofd liep.
- Goede hemel, dat is dan wel een
lange steek, plaagde mevrouw Kwak
kels, want je bent minstens zes voet
lang Thomas.
Ja, en eigenlijk is hot nog niet
over, het draait al maar in mijn hoofd
rond. Kijk eens gauw, Femia, of
daarvan niet iets in het boekje te vin
den is?
Neen. er staat heelemaal niets in
vermeld van een zeeslang, glegelde
mevrouw Kwakkels; want het zou
mij niets verwonderen, als Je zoo iets
in je binnenste hadt
Femia, sprak haar echtgenoot,
haar met verwijtenden blik aanziende:
is het nu een tijd voor zulke groote
gevoelloosheid, nu ik met het ééne
been in het graf sta, en het andere er
naast sleept? En wat is nu wel het re
sultaat van al die symptomen? Zullen
mijn longen uit elkaar barsten of mijn
hart aan stukken gescheurd worden?
Neen. Thomas, niets van dit al
les. De lever, het is je lever, die niet
in orde is, zoover ik kan nagaan.
Juist, dat dacht ik wel. Dat is do
reden, waarom ik niet kan eten; alles
wordt ingenomen door mijn lever; die
heeft, om het zoo maar eens uit te
drukken, het geheelo huis in beslag
genomen, terwijl zij toch maar recht
had op één kamer. Ik heb het je wel 1
gezegd, IloVej Jé zult 'èens zien; hoe
spoedig het met me gedaan zal zijn.
Hoewel ik niet veel naiaat, zal het
toch zaak zijn, dat ik den notaris laat
komen en vlug mijn testament maak.
Jij kondt alvast wel naar den bidder
gaan, vrouw en toebereidselen maken
voor mijn begrafenis, en
Er werd aan de deur geklopt; op
het binnen" van mevrouw kwam de
meid de kamer in en bracht een brief
voor mijnheer.
Mijnheer Kwakkels nam hem luste
loos aan, bekeek met zeer weinige be
langstelling het adres; maar nauwe
lijks had hij een paar regels gelezen
of hij sprong van zijn stoel op en be
gon een soort indianen-dans uit te
voeren.
Wat mankeert je nu, Thomas? Is
dat die lange steek weer? vroeg me
vrouw Femia, nu werkelijk met be
zorgd gelaat.
Neen, neen. stel je eens voor;
mijn oude oom Jakob, je weet wel, de
broer vaD mijn moeder is dood, en nu
laat hij mij zestigduizend gulden na.
Wat bedoel je? Hoe goed van
hem om te sterven, ik wil zeggen om
jo zestigduizend gulden na te laten.
Maar Thomas, wat is het vreeselijk I
jammer, dat ze te laat komen.
Te Iaat komèn ?Wat bedoel jë
daarmee, vrouw?
Je zei immers zoo juist, dat je met
het ééne been in hei graf stond en dat
hei andere....
Dat zal misschien nog wel zoo'n
vaart niet loopen, vie.1 hij haar in de
rede.
Maar hoe kan je toch zn" een
onzin zeegen? 't Zal je immers niet
mogelijk zijn, te leven met die vrees*
lijke lever?
Mijn lever kon voor mfjn part
naar den duivel loopen. Als zpstieduf-
zend gulden niet in staat zijn haar
beter te maken, Is zij niet waard een
lever genaamd lp worden. Stel Je toch
eens voor, Femia. zestigduizend gul
den.
Hoepla. Zestigduizend gulden!
En vreemd genoeg, mijnheer Kwak
kels herstelde met buitengewone snel
heid. ilij is nu een van de gezondste
on gelukkigste menschen uit het heele
land. Zelfs die lange steek is hij ge
heel te boven gekomen.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
'door jongens en meisjes, die „Voor
Onze 'Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend nummer be
kend gemaakt)
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
la verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
De prijs voor de raadsels in de
maand Januari is ten deel gevallen
aan
NICO DRENT,
'die zijn prijs Woensdagmiddag tua-
echen 1 en 2 uur mag komen halen.
1. (Ingezonden door Karei Heidweil-
ler).
Mijn geheel bestaat uit 12 letters en
6laat in iedere courant
12 6 4 is iemand, die niet dapper is.
1 11 10 is een afsluiting.
7 2 3 5 is een kieur.
2 3 7 is een lichaamsdeel.
8 9 12 is een verblijfplaats voor
'duiven.
door Annie M. Rozen-
2. (Ingezonden
hart.)
Welke instelling leest ge hier uit
sclie ere de ne —diet der
bank land.
8. (Ingezonden door Hubertha Raas.)
Van zeven broeders, denk eens aan,
Ziet men er nooit twee samen gaan!
Want komt er één.
Dan groet U d'ander en gaat heen
Van deze zeven
Is één maar vrij I
Kom, raad eens even, en zeg ze mijl
14. (Ingezonden door Aaltje Peters.)
Ik ben een spreuk van 29 letters,
een 6 15 21 14 16 is een insect,
een 9 10 16 28 is een landbouw
werktuig.
8 13 22 11 is een kantoorbehoefte.
27 21 2 29 is een deel van een wagen.
24 13 13 25 is een meisjesnaam,
een 1 20 21 22 17 19 verricht gevaar
tijk werk.
3 4 10 17 26 is een verscheurend
dier.
een 18 2 5 28 7 25 24 26 is gewoon
lijk niet rijk.
een 23 24 25 12 is een viervoetig dier.
5. (Ingezonden door Maarten West
broek).
Wat leest ge hieruit
tr tr tr
tr p tr
tr tr tr
6. (Ingezonden door Betsy Ploeg.)
X
XXX
X X X X X
X X X X X X X
X X X X X
XXX
X
Zet op den lsten regel een klinker
op den 2den den naam van een groen
te op den 3en een voorwerp, waar
men uit driuklop den 4den een
plaats in Nederland; op den 5den
een viervoetig dier op den 6den iets,
waar kinderen mee spelen op den
7den een medeklinker.
Nu leest men iu het midden van bo
ven naar beneden hetzelfde als van
links naar rechts.
7. (Ingezonden door Nelly Langerhui-
zen.)
Wat leest ge hieruit
beide
wie
beide
vindt
iets
leert
mate
8. (Ingezonden door Arle de Vos).
Mijn 1ste is dun en taaimijn 2de
Is een maat, met een medeklinker er
voor. Mijn geheel is een stad ln
9. (Ingezonden door Annie v. d. Lin
den).
Ik ben de naam van een vogel en
besta uit 6 letters.
1 2 4 5 6 is een groote stad.
1 4 5 6 krijgt ieder graag.
4 5 6 3 is voedzaam.
1 5 is eeu kleediugstuk.
3 4 5 1 is een stof.
10. ;Ingezonden door
Zet den naam van een wandel
plaats achter een bekenden meisjes
naam en ge krijgt een nieuwe wandel
plaats bij Haarlem.
11. (Ingezonden door Wim Heijl).
Ik ben iets, waar veel menschen
Vrijs op stellen.
Zet er één letter voor, on ik ben een
.verscheurend dier.
12. (Ingezonden door Bernard Jan
sen.)
Mijn geheel bestaat uit 14 Letters
en komt maar eens in het jaar.
12 3 wil iedereen graag worden.
10 8 ziet men *s winters.
5 7 13 is een jongensnaam.
14 12 is een noot.
3 6 9 is een kleedingstuk.
11 4 8 is niet dicht bij.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Haarlemmer-Halletjes.
2. Venetië.
Aken.
Lena.
Petersburg.
Amsterdam.
Rotterdam.
ArchangeL
Ierland.
Samara.
Oder.
VALPARAISO.
3. De tijd.
4. Telegraaf
Leert telt graait graat
reef.
5. Papier.
6. Rust roest.
Arbeid adelt.
Oost West, thuis best.
7. Atlantische Oceaan, cacao
chen Anna schoenen the©
tin.
8. Zet onder de 1 een lies-end streep
je en een 2, dan staat er 2 1/2.
9. Amersfoort.
Maastricht.
Scheveningen.
Tilburg.
Enkhuizen.
Leeuwarden.
AM STEL.
10. Henderina Hoekstra. Henk
hen hoek eind Henri d1
- straat Kees.
11. Eigen haard, goud waard.
Na regen komt zonneschijn.
12. Rijn Ob Robijn.
Goede oplossingen ontving ik 'deze
week van
Frits Seuter 12 (en 12 van de vorige
week).
Alida Verhoeven 8.
Joh. v. d. Brugge 9.
Snnliia van Welsenes 11.
Willem Klauwers 9.
Bertha Clausing 12.
Cath. Chr. Doing 10.
Jan en Izaak Bos 12.
Henderina Hoekstra 9 van de vori
ge week.
Theo Gr-'eneveld 9 en 9 van de vo
rige week
Alida van Paassen 11.
Ans v. d Ban 12.
Fenna Biemond 10.
Anna de Liefde 10.
Cath, Chr. Dome 11.
Betsv Akersloot 10.
Zus Duursma 12.
Joh. W. Raatgever 10.
Gerard Renzer 12.
Betje de Vries 9.
Christina Zwemmer 12.
Gerrie Renger 12.
Klaas Blauw 12.
.Taantje Srhornagel 12.
Dina en Bertus v. Putten 11.
Elisabeth Wensink 10.
Nanne Nauta 10.
Jacob Wensink 10.
Maria Duisterhof 12.
Netje en Fietje Dusschoten 8.
Corry Beekman 12.
Bernard Reckman 12.
Harry en Christina Kuijt 4.
Clara en Aagje Bon 12.
Alida Roeland 9.
Maartje en Nico Verdel 12.
Abraham v. Brussel 12.
Cornells Snellens 8.
Hendrik Brakel 12.
Elis. Lodder 12.
Willem Lodder 12.
Arie de Vos 12.
Jo Been 11.
Willy Germeraad 11.
Henderina Hoekstra 9.
Willem Overmeer 12.
Giljam Loket-se 12.
Hendrik J. Tjaden 6.
Anna van Nobelen 7.
Marie en Bep Ruyzenaars 8.
Dina en Nelly Mooren 9.
Bèlsy de liaan 11.
Pièr lieidweiller 10.
Tine lieidweiller 10. s
Jacob C. Stolwijk 12.
Jansje van Dijk 12.
Jacobus Misset 12.
Jan Tames 5.
Hubertha Raas 12.
Margaretha Sehreur 9.
Rika de Jong 10.
Mientje de Jong 10.
Henny Robin 12.
Nico Drent 12.
Jan Hendrik Bruijn 12.
Nelly Langerhuizen 12.
Bart Lietenberg 12.
Mario Ruygrok v. d. Werve 8.
Lodewiik C. Ballintijn 12.
Cor Hun er 8.
Jan Huïjer 8.
Piet, Marie en Willem Extra 8.
STRIKVRAGEN.
Do antwoorden op de strikvragen
der vorige week zijn
1. Vergift.
2. Volle tonnen.
3. De letter R.
4. In het water.
5. In het meer kunnen we visschen.
6. De oogappel.
7. 88.
8. Een treurspel.
9. Een theegezelschap.
10. b(at.
11. Door het. schaap niet te slachten.
12. Bij de kleinste.
Goede antwoorden ontving ik deze
week van
Frits Seuter 12.
Alida Verhoeven 7.
Joh. v. d. Brugge 11.
Willem Klauwers 11.
Jan en Izaak Bos 9.
Theo Groenevcld 9.
Alida van Paassen 10.
Ans v. d. Ban 12.
Fenna Biemond 9.
Anna de Liefde 9.
Zus Duursma 12.
Gerard Renger 11.
Betje de Vries 12.
Gerrie Renger 10.
Dina en Bertus v. Putten 10.
Elis. Wensing 9.
Jacob Wensink 9.
Maria Duisterhof 10.
Corry Reckman 12.
Maartje en Nico Verdel 12.
Abraham v. Brussel 10.
Elis. Lodder 12.
Willem Lodder 12.
Arie de Vos 8.
«Jo Been 11.
Willy Germeraad 11.
Henderina Hoekstra 12.
Willem Overmeer 12.
Giljam Lokerse 10.
Hendrik J. Tjaden 6.
Anna van Nobelen 10.
Marie en Bep Ruïjzenaars 8.
Dina en Nelly Mooren 10.
Pier Heidweiller 9.
Tine Heidweiller 9.
Jacob C. Stolwijk 9.
Jansje van Dijk 12.
Jacobus Misset 10.
HTibértha Raas 10.
Margaretha Sehreur 11.
Nico Drent 7.
Marie Ruijgrok v. d. Werve 6.
Lodewiik C. Ballintijn 12.
Piet. Marie en Willem Extra 8.
EEN NEUZEN-VERHAAL.
Te Dewitz, niet ver van Praag ln
Bohcmen woonde in oude tijden eens
een boer. Deze was schatrijk maar
zeer eigenaardig en hij had een be
koorlijke dochter, die op den leeftiid
kwam, oni te kunnen trouwen. In
dien tijd studeerden aan de Hoogo-
school te Prang wel 25,000 studenten
en dezen gingen dikwijls naar Dewitz.
Menigeen onder hen had er gaarne
zijn stndentenmnts voor over om den
hoer achter de ploeg te volgen en zijn
schoonzoon te worden. Maar dit ging
tr zoo gemakkelijk niet, want tel
kens nis do boer iemand aannam om
op zijn boerderij te komen werken,
stelde hii deze voorwaarde: ..Th neem
u oen jaar op proef, tol de lente weer
komt en de "koekoek roept; maar als
gij in dien tijd ook maar één enkele
keer klaagt, of ontevreden zijt, sla ik
u het tonje van den neus af; maar,
voegde hij er clan lachend bij, „ik ben
eerlijk, en als ik ontevreden ben,
hebt gij ook het recht het mijne er af
te slaan!"
En hij deed, zooals hij zeide.
Al ltoel spoedig zag men overal in
Praag studenten loopen, die het punt
je van hun neus kwijt waren en dit
■erbeterd.fi hun uiterlijk niet, zoodat
zij er heel wat grappen en plagerijen
over aanhooren moesten.
Nu was er één jonge man, Coranda
crenaamd, die ook zijn geluk op de
boerderij beproeven wilde. Hij zag er
flink uit, en was koel van hoofd,
scherp van geest en listig.
De boer ontving hem goedsmoeds,
maakte dezelfde overeenkomst met
hem als met de overigen, en zond hem
dc velden naar het werk. Toen het
tijd was voor het middagmaal, wer
den allen binnengeroepen, maar de
nieuweling werd opzettelijk vergeten.
Bij het avondmaal gebeurde hetzelfde.
Maar Coranda was niet uit het veld
geslagen .Hij ging naar de boerderij
en terwijl de boerin bezig was de vo
gels wat voeder te brengen, haakte
hij een reusachtige ham van de zolde
ring in de keuken los» nam een groot
brood uit de broodmand en ging de
velden weer in om zijn maal te doen.
's Avonds laat, toen hij weer binnen
kwam. riep de boer hem bij zich en
vroeg:
„Zijt ge voldaan?"
„Volkomen", antwoordde Coranda,
„Ik heb smakelijker gegeten dan u
Juist op dat oogenblik kwam de
boerin binnenloopen en riep; „Die
ven! Dieven! Er is een hom gestolen!"
Coranda begon hartelijk te lachen,
maar de boer werd bleek.
„U bent ontevreden!" riep Coranda.
„Een ham is maar een ham", ant
woordde de boer, „over zoo'n kleinig
heid, kan ik me niet druk maken.
Maar sedert dat ooa-enhllk werd
Coranda met de maaltijden niet weer
vergeten.
Het werd Zondag en de boer en zijn
vröuw stapten in hun karretje om
naar de kerk te rijden en zeiden te
gen Coranda: „zorg in dien tijd voor
het middagmaal; doe oen versch stuk
je vleesch in den not met uien en wor
telen en maak dat alles lilaar is, als
wij thuis komen!"
Nu was er op de boerderij een aar-
die klein hondje, de lieveling van de
boerin. Coranda doodde en vilde het
en kookte het met de groente tot het
gaar was. Toen de boerin thuis kwam
riep zij haar hondje. Maar. helaas,
er kwam niemand, maar zij vond zijn
velletje bö het raam hangen.
„Wat hebt ge gedaan, ongelukki
ge?" vroeg zij Coranda.
„Wat gij gezegd hebt", was het ant
woord, een versch stukje vleesch met
uien en wortelen in den pot".
„Jou domme wreedaard!" riep de
boer, „heb je werkelijk dat onschul
dige dier. waar we allen zoo van hiel
den, gekookt?!"
„Gij zijt ontevreden!" riep Coranda,
en hij greep zijn mes.
„Nu, dat zeg ik niet", zei de boer.
„Een doode hond is maar een doode
hond!" en hij zuchtte.
Eenige dagen later moesten de boer
en zijn vrouw naar de markt. Maar
zij vertrouwden hun knecht niet erg in
hun afwezigheid en zeiden bij het
weggaan: „Gij blijft thuis, maar raak
niets aan dat ons toebehoort en doe
wat de anderen doen!"
Nu stond er in den hof een oude
schuur, waarvan het dak bijna in
zakte.
De metselaars kwamen om het te
vernieuwen en zij begonnen natuur
lijk met het oude er af te halen. Nau
welijks had Coranda dit gezien, of hij
haalde een ladder, klom op het dak
van de boerderij, dat nog geheel nieuw
was en begon pannen, latwerk spij
kers en haken naar beneden te gooien.
Toen de boer thuiskwam was het huis
van boven open.
„Wat! Schelm!" riep hij uit, „welke
poefs heh je me weer gebakken''"
„Wel, gii hebt mo zelf gezegd, dat
ik moestdoen. wat de anderen de
den", antwoordde Coranda. „Zijt gij
niet tevrodpne" en hij trok zijn m«».
„Tevreden?" zei de boer. „Tevredpn.
Ja, waarom zou ik niet tevreden zijn?
Een paar spijkers en pannen zullen
mij niet arm inakenl" Maar hij
zuchtte.
Dien avond kwamen de boer en zijn
vrouw overeen, dat het hoog tijd werd
om zich van zoo'n lastig en gevaarlijk
heerschap nis Coranda was, te ont
slaan. Maar zij waren verstandige
menschen en raadpleegden ook hun
dochter.
„Vader", zei Helena, „morgenoch
tend vroeg zal ik mij verstoppen in
den gTooten pereboom en de koekoek
nadoen. Dan moet gij tegen Coranda
zeggen, dat liet jaar om is en dat de
koekoek roept. Dan betaalt gij hem
zijn loon en zendt hem weg".
Zoo gebeurdel Vroeg in den morgen
hoorde men duidelijk: „Koekoek!
Koekoek!" De boer hield zich ver
baasd!
„Wel, mijn jongen, het ls al weer
lente!" riep hij uit. „Ik hoor de koe
koek in den perenboom. Ik zal je je
loon geven eu laten we dan als goede
vrienden scheiden"
„Een koekoek!" riep Coranda.
„Zoo'n beest heb ik nog nooit gezien!"
en hij vloog tiaar den perenboom en
begon er uit alle macht aan te schud
den. Er klonk een gil en meteen viel
het meisje uit den boom, gelukkig
meer verschrikt datt bezeerd.
„Schavuit!" riep de boer.
„Gij zijt ontevreden!" riep Coranda,
en greep al weer naar zijn mes.
„Ellendeling!" riep de boer, „gij
hebt bijna mijn dochter gedood en
denk je. dat ik nu nog langer tevre
den over je ben? Ik ben woedend op
je en in staat je op staande voet te
dooden!"
„Ik zal gaan; maar eerst moet de
top van uw neus er af", antwoordde
Coranda. „Ik heb mijn woord gehou
den; houd nu ook het uwer
„Vader", sprak Helena, „het was
mijn schuld eu ik zal het goed maken.
Coranda, wilt gij mijn hand, in plaats
mijn Vaders neus?"
zei Coranda.
„Dan op een voorwaarde", sprak
het meisje. „Wie van ons hot eerste
ontevreden is, moet de top van zijn
neus missen!"
„Dat is best", antwoordde Coranda
„Ik had liever dat het de tong was,
maar na den neus kunnen we de tong
nemen!
Nu was het spoedig bruiloft en in
Dewitz was nooit zoo'n prachtige
bruiloft gevierd! En het was een ge
lukkig paar en het bleven gelukkige
echtgenooten. Nooit had een van bei
den iets te klagen of te mopperen en
dank zij de eigenaardige voorwaarde
behielden zij gedurende een lang, ge
lukkig leven, hun liefde voor fiikaar
en.... ook hun neus!
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeli ug moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venema—v. Doorn,
Wagenweg no. 88, Haar
lem)
Geweigerd werd een briefje
uit Schoten, dat met een 1-cenls-post-
zegel, inplaats van een 3-cents-post-
zegel gefrankeerd was.
FRITS S. Je brief kwam pas
Donderdags, Frits! Het verbaasde mij
al. omdat je altijd zoo precies op tijd
was. Ik denk. dat de knecht zich ver
gist heeft. Maar zooals je ziet, heb
ik ze er nu deze week bijgeschréven.
ALIDA V. Ja, je briefje kwam te
laat. Maak maar, dat het 's Woens
dags komt, zooals deze week. Dit was
prachtig op tijd.
CA TRIEN V. Of het opstel goed
is. vertel ik je pas als de uitslag in
d9 courant komt en dat duurt nog een
paai- weken.
SOPHIA VAN W. Ja, ik heb er
dikwijls heel wal in voorraad, die
eerst geplaatst worden, maar als je
goed kijkt, vind je opeens je eigen
raadsel weer. Ben je nu weer heele
maal beter en ben je dikwijls ziek
WILLEM K. Je uieuwe opgaven
zijn goed. Ben je thuis geweest, of
was het zoo erg niet Hoe is het met
Henri 1 Heeft hij op school ailee nu
al weer ingehaald
JOH. CATH. S. Je opstel heb ik
ontvangen en het is best, dat Je mee
doet, hoor 1
ANS v. d. B. Heerlijk, dat je nu
weer op bent, en vandaag misschien
al weer naar school Met influenza
moet je anders voorzichtig zijn, hoor!
Het was gezellig voor je. dat Moeder
jou. of liever Jij Moeder gezelschap
kon houden. Gaat Moeder ook voor
uit Neen, ik ken dat boek niet is
het van jou En heb je er nog meer
van dien schrijver in je bezit
ALIDA R. Wel ja, dat is best,
als je er twee maakt Dan zend je ze
maar allebeiWat scheelt er aan je
hand
HERMAN B. Zou je nu ook goed
kunnen onthouden, hoe van het mee!
brood gemaakt wordt, en was die
van dien kunstenmaker niet vreese
lijk grappig Wat is het stil in huis,
als zoo'n klein broertje zïok is, vind
je niet Ik hoop, dat hij, als dit
briefje komt, weer een heeleboel be
ter is Is jou hoofdpijn ook weer hee
lemaal over En ben je er nog voor
thuisgebleven Ja, Wim en Anna
houden zich best. Heeft Wim al ma
zelen gehad, of mankeert die heele
maal niets Hoe is het tegenwoordig
met Jenuy Nog even druk ais altijd?
Nu, dit is toch een lange brief, vind
je niet Krijg ik van jou nu ook
weer zoo'n lange
ARIE DE V. Het nieuwe raadsel
heb ik door een ander ook ingezon
den gekregen. Bedenk nog maar eens
een ander.
HENDERINA H. Het nieuwe
raadsel is goed.
BERTHA C. Ik denk, dat je een
prachtig opstel voor onzen wedstrijd
kunt maken, met zoo'n cijfer voor
NecL Was dat ook een opstel Wan
neer krijgen jullie rapporten
ALBERT a. JOHANNA M. H. en
GRETHA V. De nieuwe strikvra
gen zijn goed en het is best, als Gre-
tha ook mee doet.
JIB. Wel ja, dat vind ik best.
Maar zet hem er dan iederen keer
maai- bij. want anders mocht ik het
eens vergeten. Nu, L heeft nog tijd
genoeg om zich eens le bedenken, en
er is keus genoeg I
CATH. CHR. D. Het nieuwe
raadsel is goed, maar Ik heb hetzelfde
nog in voorraad van een ander meis
je Bedenk dus nog maar eens een
ander. Het laatste raadsel heb je
gezonden, zonder het antwoord er bij
te zetten. Krijg ik dat nog van je
HENDERINA H. Bij begraves
plaatsen is de naam van de plaats,
die je zoeken moet, in den zin verbor
gen. Je inoet dus twee of meer woor
den, of gedeelten Yau woorden sa
menvoegen maar de letters staan
altijd in de goede volgorde. Vergelijk
de antwoorden maar eens met de op
gaven, dan begrijp Je het wel 1
THEO GR. Ja, hoe eer je begint,
hoe beter, want anders komt er mis
schien niets meer van. Je briefje was
te laat. Ilad je het vergeten te be
zorgen
BETSY A. Het is wel prettig,
dat je het borduren dan keurig leert;
en dan heb je er ook veel meer plei-
zier in. vind je niet Neen, dat was
geen vroolijke verjaardag i Was dat
onverwacht
WILLEM O. De nieuwe raadsels
zijn goed. Heerlijk, dat Vader weer
beter is 1 Heeft hij je geholpen aan
do nieuwe raadsels
BETSY d. H. Heb je vroeger ook
wel eens meegedaan, of was dit de
eerste keer En ben je weer heele
maal beter
Het nieuwe raadsel is
PIëR H. -
goed.
JACOBUS M. Ken Je ook merken,
dat je hef. beter leert en doe je het
ook wel eens met Vader of Moeder
JAN T. Ik denk. dat jij erg groot
i sterk wordt van al dat buiten spe
len en werken. Je bent zeker nooit
ziek. is 't wel
FENNA B. Neen, daar wordteen
klein klokje mee bedoeld, om op een
kastje of scJioorsteen te zetten. Heb
jij al een horloge, en maak je ook
een opstel
ANNA DE L. Jammer, dat je op
»o'n tochtje ook nog slecht weer ge
troffen hebten gaan jullie nu in 't
voorjaar ook weer eens Wat voor
soort teekeningen maken jullie meest
al en worden ze ook gekleurd
ELIS. en JACOB W. Het nieuwe
raadsel is goed. Jac jb houdt zeker
veel van aardrijkskunde, is 't niet
MARIETJE D. Je hebt vergeten
het antwoord er bij te zetten I Wil je
dat nog even schrijven
CORRY R. De nieuwe raadsels
zijn goed. behalve één, dat er pas in
gestaan heeft.
HUBERTHA R. Ja, dan zullen
die laatste vier weken wel erg druk
zijn Heb je nogal goede moed En
wat ga je dan doen
RIKA en MIENTJE d. J. lk hoop
dat jullie morgen erg veel pleizier 1
zulf hebben. Schrijf me maar eens,
hoe het feest is afgeloopen
MARIE v. d. W. Ja, maar schrijf
er dan bij, waar je het verhaal gele
zen hebt.Het boek. wat je opnoemt,
bevat allemaal sprookjes, die ken ik
wel en die zijn erg aardig
J. C. S. Nu, de volgende week
is ook nog vroes genoeg. Ik ben
nieuwsgierig, of het aardig wordt.
HENDRIK J. TJ. Het is best als
je met ons meedoet.
WILLY G. Ik ben erg nieuwsgie
rig naar het grappige versje, hoor
Wie is er nu weer het eerst jarig Of
wat voor pretje komt er nu weer het
eerst Zijn Moeder en Zus nu weer
heelemaal beter
ABRAHAM VAN B. 'Als Je m.
Donderdags stuurt, komt het er een
•eek later nog in. Er zijn meestal
een paar kinderen, die achteraan ko-
COR en JAN H. Het is te he-,
pen. dat Moeder gauw weer heele
maal opknapt. Maakt Jan ook een;
opstel, of vindt hij het nog wat moei-'
lijk
PIET. WILLEM en MARIE E.
Nu, dan zou ik maar goed mijn best
doen, want iets maken wat je ge
bruiken kunt, is nog veel prettiger,
dan een proefplankje, vind je niet
Bep en Marie R.. Giljam L., Jo B.,
Maartje en Nico V., Clara en Aagje
B.. Netje en Fietje D.. Nanne N.. Bej
M., Dina en Bertus van P., Gerrie R-,
Christieti Z.. Betje d. V.. Gerard R.,
Joh. W. R., Jaantje S., Zus D.. Jansje
van D.t Elsje H. Jullie brieven wor
den de volgende week beantwoord.
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
11 Februari 1911