HAARLEM'S DAGBLAD. ™EK2£K
De Erfgenaam van Vering
't Zal ©en heote strijd worden
En wat zal de oppositie doem
Do mededeeling van do „Times",
dat de leiders der conservatieven ir:
het Hoogerhuls van de indiening van
een wetsontwerp tot hervorming van
het Hoogerhuis zouden hebben afge
zien, zoodat dus de plannen van Ro-
sebery en Lansdowne eenvoudig in
den doofpot zouden worden gestopt,
wekte onder de conservatieven groot
opzion. De „Daily Express" weigort
aan de juistheid van do mededeeling
te gelooven en betoogt dat het opge
ven der hervorming dwaasheid en
zelfmoord zou ziin. De „Daily TelegT."
noemt de mededeeling van de „Ti
mes" eveneens onjuist.
Onder de partijleiders der opposi
tie schijnt geen overeenstemming te
bestaan. Lord Curzon hield een réde,
waarin hij aan het denkbeeld van een
hervorming door het Hoogerhuis zelf
vasthield, maar er op zinspeelde, dat
de oppositie door amendementen op
de regeeringsvoorstellen in beide Hul
zen van het parleement den strijd zal
voeren. Zoo zou het nog lang niet ze
ker zijn, dat de heer Asquith voor de
kroning met zijn wetsontwerp gereed
komt.
Uit deze uitlating zou men mogen
opmaken* dat de oppositie op een
langdurige behandeling rekent.
De moeilijkheden zullen vele zijn I
Er dreigen ook eenige moeilijkheden
tusschen
ENGELAND EN ZUID-AFRIKA.
Volgens de „Sunday Times" zou de
regeering der Zuid-Afrikaansche
Unie voornemens zijn het preferen-
tieele recht, dat thans aan de Engel-
sche waren wordt bewilligd, op te
heffen. Generaal Botha zou hiervan
op de aanstaande Imperiale conferen
tie mededeeling doen en, om den pil
te vergulden, dan tevens verklaren,
dat de Unie bereid is de thans gerin
ge vlootsubsidie aan Engeland ©enigs
zins te verhoogen.
DE ITALIAANSCHE SENAAT
hoeft een motie aangenomen, waarin
ten aanzien van het ontwerp tot her
vorming van den Senaat vertrouwen
in de reeeering wordt uitgesproken
en waarin do Senaat onder zekere
voorwaarden zich bereid verklaart
het ontwerp in overweging te nemen.
EEN BOND VAN BALKANSTATEN
Een Servisch blad, dat op goeden
voet staat met de regeering van Mon
tenegro, meldt, dat tusschen Monte
negro, Bulgarije en Griekenland «en
o\ eroenkomst is gesloten, om elkaar
bij te staan bij alles wat op den Bal
kan kan plaats vinden. Het blad ver
wijl de Servische regeering, dat zij
de schuld is van het isolement van
het land op den Balkan.
Zou dit 't begin van een Balkan-
bond zijn
EEN ALGEMEEN E STAKING
IN ITALIë
Op het congres van Italiaansche ar
beidsbeurzen te Parma, waar 230,000
arbeiders in verschillende bedrijven,
benevens 00,000 spoorwegmanneu ver
tegenwoordigd waren, is besloten de
oischen der suoorwegarbeiders te on
dersteunen en, zoo deze niet inge
willigd worden, de algemeene sta
king uit te roepen.
RUSLAND EN CHINA.
Het Nowoje Wremja brengt over
de verhouding tusschen Rusland en
China een bericht, dat uit voortreffe
lijk ingelichte bron afkomstig heet
te zijn. Het blad verzekert, dat de be
trekkingen der beide landen in een
zeer ernstigen toestund verkeeren. De
nationale beweging in China neemt
in omvang toe. China beschuldigt
Rusland van het uitbreken der pest.
De toestand is dezelfde als in 1900, ge
durende den Bokseropstand. Om op
alle gebeurlijkheden voorbereid te
zijn, moet Rusland thans reeds de
troepen in Oost-Aziè versterken en
bijzonder scherp op den Mantsjocrij-
sihen spoorweg letten, omdat een on-
venvacble beschadiging van den
spoorweg op afzonderlijke plekken het
eerste bewijs voor het uitbreken van
vijandelijkheden tusschen Rusland
en China zou zijn.
DE REVOLUTIE IN HAïTI.
Volgens te Washington ontvangen
berichten zijn de leiders der opstan
delingen, de generaals Chapuset en
Codio, door regeeringstrocpen gevan
gen genomen en gefusileerd.
Officieel wordt verklaard, dat de re
volutie onderdrukt is. De consulaten
zijn overvol met vluchtelingen. Presi
dent Simon heeft aan de consuls mee
gedeeld, dat geen verdere terechtstel
lingen van opstandelingen zullen
plaats hebben.
Stadsnieuws
Huetraal uf Rationeel Onderwijs
Men lier. miert zich, dat onlangs na
eeh voordracht van den heer F. Do-
mela Nieuwenhuis, de heeren A.
Nagtzaam, onderw ijzer-op-waohtgeld
te Haarlem en H. Groenewout, oud
onderwijzer en vroeger secretaris van
den Vrijz.-Dem. Bond, nu wonend te
Beverwijk, in het debat kwamen.
Wegens het vergevorderde uur-
werd besloteh om het debat op oen
later avond voort te zetten.
Maandagavond had dit voortgezet
debat plaats. Ditmaal in de groote
zaal der Soc. „Vereeniging". Uit de
slechte opkomst de zaal was half
gevuld bleek, dat men wel, evenals
den vorigen keer in de bovenzaal had
kunnen vergaderen.
De heer Noveraz, voorzitter van de
afdeeling Haarlem van de sectie
„Holland" opende de bijeenkomst en
zette het doel van dit debat over
„Neutraal en Rationeel onderwijs"
uiteen.
Daarna was aan 't woord de heer
H. GROENEWOUT.
Voor deze zijn debat voortzette, gaf
hij ten exposé van het in de vorige
vergadering besprokene.
De heer Groenewout bestreed hu al
lereerst, dat de openbare school zou
zijn een moderne sectescliool. De
heer Domela Nieuwenhuis had be
toogd, dat in de openbare school het
Christendom van de Bergrede zou ge
leerd wordeu. Wanneer art 35
spreekt van „christelijke en maat
schappelijke deugden" aankweeken
op de openbare school, dah wordt
daarmee bedoeld de Christelijke deug
den, die Paulus in de brieven, in het
Nieuwe Testament, schreef aan de
Christen gemeenten, deugden als
naarstigheid, blijmoedigheid, een
dracht, vreedzaamheid, rechtvaardig
heid, eenvoudigheid enz. Die Christe
lijke deugden zullen zeker ook den
grondslag vormen van een mogelijken
anarciiistischcn staat En spreker
achtte het een schoone taak door den
wetgever den onderwijzer opgelegd,
om deze deugden aan te kweeken.
De heer Groenewout gaf dau aan,
hoe art. 35 van de wet op het L. O.
aan het openbaar lager onderwijs eeh
tweeledig doel toekent, nl. het ontwik
kelen der verstandelijke vermogens
onder het „aanleeren van gepaste en
nuttige kundigheden" en de opleiding
tot alle christelijke en maatschappe
lijke deugden. De onderwijzer heeft
dus de verstandelijke en de zedelijke
opvoeding te behartigen. En die zede
lijke opvoeding achtte do debater de
belangrijkste taak. Domela Nieuwen
huis met z'nrationalistische opvoeding
wil alles onder controle van de rede
en 't verstand brengen. Spreker wijst
er op, hoe De Gehestet reedis daarte
gen te velde trok in z'n leekendichtje:
„Schoon 't haantje van vernuft moge
koning kraaien, moogt ge 't haantje
in de borst niet den nek omdraai
en."
Ook spreker wil deugdenleer in de
school en eischt van het menschel ijk
geweten het recht op, om controle op
de daden uit te oefenen.
Hoe armzalig moet dat onderwijs
zijn, zegt spreker, dat geen rekening
houdt met het geweten, met de poë
zie en met het geloof.
De heer Domela Nieuwenhuis heeft
gezegd, dat. de onderwijzers niet ge
heel waar kunnen zijn in de school.
W ant de Christelijke deugden staan
lijnrecht tegenover maatschappelijke
deugden. Zij moeten "t sparen aan
moedigen als 'n maatschappelijke
deugd en afkeuren omdat de Bijbel
leert: „Zorg niet voor den dag van
morgen." Zij moeten de kinderen
voorbereiden op het dienst nemen in
het leger en het Christendom leert:
Gij zult niet dooden.
Debater ontkent dit. Sparen is: zui
nig-zijn met het verkregen goed, dat
is niet in strijd met de Christelijke
leer en zal ook in een eventueelen
anarchistischen staat als iets goeds
worden geprezen. Wat den oorlog be
treft, die wordt steeds als 'n kwaad
voorgesteld.
Met den heer Nagtzaam zegt spre
ker, dat de heer Domela Nieuwenhuis
niet aan zij a kinderen mag leeren,
dat er geen God is. Want dan doet
hij, wat hij zegt niet te willen, hij
dringt hen ten dogma op. En wil de
heer Nieuwenhuis eerlijk zijn, dan
moet hij niet zeggen, dat er geen God
is, maar hij moet zeggen: Vroeger
was 'k predikant en geloofde aan God,
nu ben ik van een tndere meening.
Dan heeft hij den kinderen alleen fei
ten meegedeeld en geen dogma opge
drongen.
De heer Nieuwenhuis heeft z'n kin
deren opgestookt om te zingen: „Piet
Hein heeft „gestolen" de zilveren
vloot".
Inderdaad, dat is een vorm van sa
menwerking tusschen school en huis,
maar... een zeer ongewenschte. In de
lijst van den tijd bezien was het ver
overen van de zilver vloot geen
stelen. Hot was oorlogszucht, dat men
niet alleen oorlogsvaartuigen, maar
ook koopvaarders buit maakte. De
heer Nieuwenhuis meent, dat de on
derwijzer op de openbare school niet
mag "spreken over Darwin en zijn ont
wikkelingstheorie. omdat die zou in-
druischen togen de Christelijke leer.
De heer Groenewout voerde hierte
gen aan, dat dit nergens verboden
wordt, maar de onderwijzer doet het
niet. omdat die dingen niet liggen
binnen het bevattingsvermogen der
kinderen. Debater wijst er den heer
Nieuwenhuis hierbij op, dat Darwin
een man was, die aan een oppermacht
geloofde.
De heor Nieuwenhuis zou ln de
school willen spreken over gevallen,
als onlangs in Japan voorkwamen,
dat socialisten werden ter dood ge
bracht.
Spreker zou dergelijke dingen ze
ker niet Ln de school bespreken, want
eerstens, weet men te weinig van de
toestanden in zulk een vreemd land
en tweedeus vallen dergelijke politie
ke besprekingen buiten den gezichts
kring van kinderen van 6 tot 13 jaar.
Wat het slaan op de school betreft,
meent spreker, dat ook in de ratio
nalistische school de rede niet vol
doende zal zijn, om de tucht te hand
haven. En die móet gehandhaafd wor
den, om mogelijk te maken, dat 't
onderwijs vruchten draagt Boven
dien. opheffing van het verbod tot
staan beteekent nog niet, dat do on
derwijzers slaan zullen. En waar
12.000 onderwijzers in Nederland,
mannen van de practijk dus, over
tuigd zijn, dat het slaan-verbod moet
opgeheven worden, mag gevraagd
worden, of leeken niet goed doen
eenigszins voorzichtig te zijn in het
uitspreken van een oordeel.
Verkleining van klassen noemde
spreker als een middel, om de tucht
gemakkeliiker te handhaven.
Eindelijk constateert de heer Groe
newout, dat het grootste deel van het
Nedeiiandsche volk genoegen neemt
met de openbare school. Waar nu
reeds de volksschool versplinterd
vordt, betreurde debater het ten-slot
te, dat do heer Nieuwenhuis weder
om een scheidingslijn trekt. Daardoor
werkt hij niet mee aan de bevorde
ring der verdraagzaamheid en de
aankweeking van het gevoel van
broederschap.
DE HEER DOMELA NIEUWENHUIS
IN TWEEDEN TERMIJN.
De heer Domela Nieuwenhuis wil
de zich in zijn repliek bepalen tot
drie punten de neutraliteitskwestie,
het slaan als tuchtmiddel en de indi
vidualiteit van den leerling.
Omtrent de neutraliteitskwestie
houdt de spreker vol, dat de openba
re school is een moderne secte-schooL
Zij kiest partij voor hot Christendom.
En er zijn nog een 1200 tot 2000 ande
re godsdiensten. Den heer Groene
wout zegt spreker, dat niet Paulus,
doch -Christus de grondlegger is van
liet Christendom. Met Christelijke
deugden moeten dus wel die van de
Bergrede bedoeld zijn. Spreker ont
kent voorts tegenover den heer Groe
newout. dat het Christendom de be
schaving heeft vooruitgebracht. Juist
de kerk hield altijd den vooruitgang
tegen.
De hear GROENEWOUT interrum
peert De kerk is niet de godsdie«nst.
De heer NIEUWENHUIS ant
woordt, dat z. i. de begrippen „kerk"
en ..godsdienst" elkander volkomen
dekken.
Met een beroep op Commenius en
Ellen Key bestrijdt spreker verder het
slaan als tuchtmiddel. Dit vernedert
den opvoeder.
Wat de individualiteit aangaat,
spreker meent, dat hij geen dogma
leert, wanneer hij tegenover de kin
deren het bestaan van een God ont
kent. Spreker heeft veel strijd gestre
den, om zich aan het geloof te ont
worstelen. Die strijd wil hij zijn kin
deren besparen.
Ten-slotte betoogde do heer Nieu
wenhuis, dat de rationalistische
school reden van bestaan heeft, om
dat z. i. de openbare school niet vol
doet.
DE DEBATERS IN TWEEDEN
TERMIJN.
De heer NAGTZAAM erkent, dat de
wet van 1857 bedoeld kan hebben van
de openbare school te maken een mo
derne secte-school. Maar de onderwij
zers van nu zijn niet die van toen
In do hedendaagsche onderwijzers
heeft zich het denkbeeld van neutra
liteit ontwikkeld op paodagogischo
gronden. De huidige openbare school
is daardoor geen secte-school gewor
den. Ook de heer Nagtzaam houdt te
gen den heer Nieuwenhuis staande,
dat men den kinderen niet mag lee
ren „Er is geen God". De kinderen
mogen noch naar de eene, noch naar
de andere zijde beïnvloed worden. Zij
moeten geheel vrij staan, wanneer zij
later een keuze zullen doen. En de
heer Nieuwenhuis heeft het glad mis,
wanneer hij-meent, dat de vorming
van de levensbeschouwing plaats
heeft op de lagere school. Die heeft
eerst later plaats. Wanneer de heer
Nieuwenhuis zijn kinderen atheïs
tisch opvoedt, dan vergeet hij, dat
die kinderen later wel eens een strijd
in tegengestelde richting als de heer
Nieuwenhuis. zouden kunnen te door
maken hebben, door van ongeloovig
geloovig te worden.
Wat het slaan op school betreft, de
Bond heeft dit vraagstuk alleen aan
de orde gesteld, om liet in de afda
lingen te doen overwegen. Men moet
bij de beoordeeliug van het slaan
rekening houden met de tegenwoor
dige toestanden. Een onderwijzer
staat voor een klas van 40 leerlingen.
Nu kunnen drie on willigen de geheele
les doen mislukken. Toegegeven nu,
dat het slaan verkeerd is ten opzichte
van degenen, tlio geslagen worden,
maar moet men niet denken om de 37
andoren Is het niet beter, om eeni-
gen een klap te geven, dau voor de
37 de geheele les verloren te doen
gaan
De heer GROENEWOUT sluit zich
aan bij het geen de heer Nagtzaam
heeft gezegd over de vorming van do
levensovertuiging, namelijk dat die
niet in den leeftijd van 6—-13 jaar,
maar daarna eerst plaats vindt. Een
treffend bewijs is hetgeen op het so
ciaal-democratisch congres van 1905
te Groningen is meegedeeld, name
lijk dat een onderzoek in de afdeelin-
gen dor S. D. A P. aan het licht had
gebracht, dat meer dan de helft van
de leden der S D. A. P. op een bij
zondere school hadden gegaan.
Overigens hield de heer Groene
wout zijn beweringen staande over
het Christelijk beginsel der openbare
school cu dat het Christendom kiemen
van ontwikkeling in zich draagt, om
dat het in zich houdt een strijd om
op hooger zedelijk peil te komen.
In een felle sint-rede beschuldigt de
beer Groenewout den heer Domela
Nieuwenhuis, niet alleen op gods
dienstig gebied, maar ook op politiek
terrein geweest to zijn een „dwaal
licht". oen „handwijzer, die alle rich
tingen aanwees". Want de lieer Nieu
wenhuis. zegt spreker, is ook sociaal
democraat geweest en heeft het vuur
uit de sloffen geloopen voor het alge
meen kiesrecht. Hij heeft de arbeiders
dus her- en derwaarts gestuurd.
SLOTWOORD VAN DEN HEER
NIEUWENHUIS.
In een kort slotwoord wees de heer
Domela Nieuwenhuis er op, dat de
doodstraf en de pijnbank met het
zelfde argument aanbevolen zijn, als
de heer Nagtzaam gaf voor het slaan
op de school het belang van de an
deren.
En voorts betoogde spreker, dat hij
in zijn ontwikkeling zich geen dwaal
licht getoond had. maar er integen
deel een opgaande lijn, van het la
gere naar het hoogere, in viel waar
te nemen.
In den loop van den avond werd
een persoon, die door de zaal liep
en daardoor den spreker hinderde,
door de politie naar buiten gebracht.
GRONDBELASTING.
Tot adjunct-controleur der grond
belasting te Haarlem is benoemd de
heer J. N. Groustra, surnumerair
der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen uit de directie Amster
dam.
Buitenlandsch Overzicht
In 't gebouw van den Franschen Se
naat is dezer dagen aan Constant
'd'Estournelles, den bekenden strijder
voor do vredesbeweging, een Nohel-
prijsherinneringsmedaille uitgereikt.
Verschillende diplomaten waren
daarbij tegenwoordig, zoodat 't een
heele plechtigheid was. Toch zou 't
nog geen aanleiding geven, op dit ge
beurde in 't bijzonder de aandacht te
Vestigen, ware 't niet, dat. de presi
dent van den Senaat, Dubost,
EEN EIGENAARDIGE REDE OVER
FRANKRIJK'S POSITIE
had gehouden. Hij zei„Vergeet bij
u prijzenswaardige bemoeiingen voor
'den wereldvrede niet, dat wij, zonen
van het verminkte Frankrijk, te mid
den van het tot de tanden gewapende
Europa, het uur der nivelleerende ge
rechtigheid afwachten, met de hand
op het sabelgevest. Den dag der al
gemeene verbroedering zullen wij wel
nauwelijks beleven."
Een eigenaardige toespraak tegen
een volbloed voorstander van den
vrede.... De aanwezige diplomaten zul
len zeker ook 't hunne gedacht heb
ben van deze zeer pessimistische be
schouwing over den internationalen
politieken toestand I
Een
DE AANDACHT TREKKENDE REDE
is ook gehouden door Prins Heinrich
van Pruisen, den broeder van den
Duitschen Keizer. Hij sprak ze uit op
een feest van officieren. Daar ver
klaarde hij, dat Duitsehland een bui-
tenlandschen vijand niet meer behoeft
te duchten, dat echter waakzaam
heid is geboden tegenover den bin-
nenlaudschen. „Oude en jonge solda
ten", zei de prins, „moeten zich daar
om scharen om onzen keizer en opper
sten bevelhebber in den strijd tegen
den steeds dreigender wordenden bin-
nenlandschen vijand.
„Het is verre van ons", zoo ver
volgde hij, „iemand zijn politieke
overtuiging kwalijk te nemen of het
hem euvel te duiden, wanneer hij
daarover op wettelijke wijze blijk
geeft. Waar echter de bodem van do
wet verlaten wordt, rust op elk van
ons de plicht de overheid te onder
steunen en er voor te zorgen, dat
recht en orde niet in de verdrukking
komen.
Zooals wij allen weten zal in het
komende jaar, binnen niet te langen
tijd gelegenheid zijn bewijzen te ge
ven van trouw aan koning en rijk bij
alle overig verschil van meening. De
hechtste steun van den Staat is en
blijft echter het leger."
DUITSCHLAND'S MARINE
EN LEGER
Gisteren heeft do Rijksdag de twee
de lezing over de marine-begrooting
aangevangen.
Van 't debat alleen enkele bijzon
derheden.
De Centrum-afgevaardigde Erzber-
ger constateerde, dat liet bedrag, dat
per hoofd der bevolking voor do lands
verdediging in Duitsehland moet wor
den opgebracht, minder is dau in
Frankrijk en Engeland. Dq Duitsche
vloot dient tot bescherming en niet
tot aanval. Daaraan verandert ook de
nieuwe samenstelling van het Noord-
zee-eskader niets. De verandering is
noodzakelijk, wijl de nieuwe slag
schepen te groot zijn voor het Noord-
Óostzee-kanaal.
Dröscher, conservatief, achtte de
tegenwoordige marine-politiek even
eens gerechtvaardigd.
De Staatssecretaris Tirpitz beves
tigde, dat de Duitsche vloot van den
aanvang af niet voor agressieve doel
einden was gebouwd. Voor ieder
Duitscher is dat iets zóó van zelf spre
kends, dat bewijs daarvoor eigenlijk
onnoodig is. Het blijkt ook zeer dui
delijk uit de toelichting op de Vloot
wet, waarin o. m. te lezen is „het is
niet bepaald noodzakelijk, dat de
Duitsche oorlogsvloot even sterk is
als die van andere groote zeemogend
heden. zij mag zelfs zwakker zijn."
Wanneer men aanvallend te werk
wilde gaan. dan moest daar staan
„wij willen een vloot hebben, die ster
ker is."
DE POLITIEKE STRIJD IN
ENGELAND
zal nu eerst recht beginnen.
Do minister-president sprak giste
ren in 't Lagerhuis de hoop uit, dat
het adresdebat morgenavond gesloten
zou kunnen worden, 't Ministerie zal
Donderdag een resolutie voorstellen,
om alle zittingen van het Huis tot Pa-
schen te besteden aan regeeringsvoor
stellen. De regeering is voornemens
de veto-wet a. s. Maandag in te die
nen. (Luide toejuichingen bij de mi-
nisterieelen.)
FEUILLETON
Naar het Engels ch
door
CHARLES GARVICE.
Tut 1 zei Stephen, met een sar-
donischen glimlach. Kijk eens naar
Keclufsnijder Jackson!
Aller oogen gingen dien kant uit en
keken in het terneergeslagen en lijk
bleek gelaat van Mr. Jackson.
Wettelijk getrouwd, ging Stephen
voort. Lord Vering en Tahitari zijn
de ouders van Lady Cora. Lord Per
cy is haar neef en voogd, en nie
mand kan haar, tegen haar wil, van
zijn bescherming berooven. Teu be
wijze hiervan, ging hij voort, terwijl
hij naar Percy toekwam en hem een
perkament in de bevende handen
schoof, geef ik u het laatste testament
van wijlen Lord Vering, haar vader,
waarin hij haar alles nalaat, wat hij
bezat, en waarin hij Lord Percy tot
haar voogd benoemt.
Wat riep Mr. Butlerwick uit,
terwijl hij, alle bescheidenheid uit het
oog verliezend, ook het perkament in
keek.
Ja Het verloren testa
ment! Mylord, u had gelijk Zij
krijgt alles, en o, o de lande
rijen van de Wold
Percy legde hem met een blik het
stilzwijgen op en kwam toen op Cora
af, die doodsbleek en. verschrikt voor
zich uit stond te staren.
Cora, zei hij, je hoort het
Neen neen riep zij uit, met
opgeheven handen.
Ja zei hij. Het is volkomen
waar Jo bent niet langer Cora, het
Indiaansclie meisje, maar Cora, de
dochter en erfgename van een graaf.
Ah riep Mr. Meek uit,
prachtig in elkaar gezet prachtig,
moet ik zeggen Maar wij zullen
spoedig hoog en laag, meester en
dieuaai in handen hebben, zoolang
het weghouden van een testament nog
tot de strafbare feiten gerekend
wordt.
Toen sloot de menigte dienaren
zich om de drie indringers heen, en
spoedig waren zij op geheimzinnige
wijze van het tooneel verdwenen. Het
hielp niet, of Mr. Butlerwick al waar
schuwingen en bedreigingen liet hoo-
ren het geduld van de dienaren was
te lang op de proef gesteld, en in
minder dan een half uur stond het
drietal doornat op den straatweg,
nog verwenschingen uitend over pijn,
hun toebedeeld met een lange zweep.
HOOFDSTUK XXXI.
Eenige weken later kwam Charlie
Merivale op een kouden Oetober-
avond uit een kleine herberg, eenige
mijlen van Boxley af. Hij was alleen
en verheugde zich daar ditmaal over.
Want de toekomst zag er zeer som
ber uit voor hem, die eens door de
Fortuin zoozeer begunstigd werd, en
hij l>egon te denken, dat hot leven
ten slotte toch niet zoo vroolijk was,
als hij in zijn onervarenheid had moe-
nen ie mogen onderstellen. Niet al
leen was er een hinderpaal in den
weg gelegd voor zijn oprechte liefde,
maar die liefde dreigde zelfs lieele-
maal gestuit te zullen worden, en Mr.
Charlie was bijiia wanhopig geweest.
De Gravin van Darlington had einde
lijk «enig yeiiiioedea gekregen om
trent het spelletje van a m o, a m a s,
dat door haar dochter Mary en dien
knappen, maar werkelijk niet verkies
lijken Merivale met zooveel opge
wektheid gespeeld werd. en h.id
maatregelen genomen, om dit ver
maak spoedig tot een einde te bren
gen. Zij had er de bedroefde Lady
Mary kalm op gewezen, dat men een
omler huwelijk voor liaor op het oog
had, namelijk met Lord St. Clare.
Lady Mary was hier heel boos tegen
opgekomen en zat tengevolge daar
van nu te Boxley opgesloten. Zij had
geschreid, zich er tegen verzet, ge
smeekt, alles zonder eenig gevolg; de
adellijke mama had een geschikt
echtgenoot voor liaar dochter geko
zen en totdal de dochter had be
loofd, dat zij die keus zou volgen,
moest zij behandeld warden als een
weerspannig, ongehoorzaam en
eigenzinnig kind, met andere woor
den moest den geheelen herfst opge
sloten zitten in de oude en deftige
Manor Hall, en voortdurend goed be
waakt worden. Maar liefde lacht met
veilige sloten en berekenende mama's
en de ondeugende dochter had het
klaargespeeld, om een klein briefje te
laten glijden in de dorpsbrievenbus,
waarin zij haar wanhopigen minnaar
op de hoogte bracht van den waren
stand van zaken, en hem smeekte,
haar niet te vergeten.
Haar \ergeten Alsof er een nacht
voorbijging, zonder dat hij aan de
sterren zijn nood had geklaagd
want werkelijk, Charlie beminde
haar met zijn geheele hart, en voelde
zich zóó ongelukkig, als zij "maar zou
kunnen wenschen.
Na de ontvangst van haar brief
liet hij geen tijd verloren gaan en
daar, in liet dorp Boxley, in de kleine
herberg, en om de Hall zelf heen iiad
hij gezworven en rondgehangen, dik
wijls aangezien voor een struikroover
en ééns bijna als strooper doodge
schoten.
Eindelijk smokkelde de teerhartige
kamenier, die zelf ook zooiets had
meegemaakt, hem een briefje in han
den, van zijn bemind meisje, waarin
zij hom meldde, dat papa en mama
Woensdagavond van plan waren te
gaan dineeren op een landgoed in de
buurtdat er een kleïue bibliotheek
was aan den oostkant van het huis.
en dat daar misschien zekere jonge
dame om acht uur voor een venster
zou verschijnenen dit verklaarde
Charlie's tocht, zijn tocht door de
koude en sombere laan.
Nooit scheen een weg of een half
uur hem zoo lang geduurd te hebben.
Eindelijk bereikte hij het hek van het
landgoed, ging de poort door, en
kwam. steeds onder de boomen voort
loopend, bij het huis eu het venster
aan. Op dat oogenbük sU>eg de stal-
klok acht uur, maar hij moest nog
een vol kwartier wachten voordat een
bijna onmerkbaar tikje tegen het
uuderwetsche vensterluik hem uit de
diepte der wanhoop boven de wolken
gelukkig maakte.
Charlie, ben je daar
Met een gelukkigen blos op het
gelaat kwam Charlie van tusschen
een rozenboschje te voorschijn, dat
hem in den vorm van ecrilge schram
men een souvenir naliet, en trek zich
zelf zóó plotseling tegen het venster
kozijn op, dat een bleek en mooi ge
laat. dat in de duisternis maar half
ziciitbaar was, zich vol schrik terug
trok.
In orde, Pollie, lieveling. Vrees
niets 1 Hier ben ik l
ONS PIONIERSWERK IN INDIë.
Daarover lioeft de heer H. A. Kooy,
majoor van 't Ncd. ludiscbe leger,
gisteravond gesproken, op uitnuodi-
ging van onze afdeeling van 't Alge
meen Nederlandseh Verbond.
Eigenlijk gaf de heer Kooy een
lichtbeeldeuavond, want bijna den
geheelen lijd was onze stadgenoot, do
heer Zwartser, bezig met zijn mooio
lantaarnplaatje® op 't doek te laten
schijnen.
Ter inleiding vertelde de spreker
cvenvrel iets over Ned. Indie, w.iar hij
21 jaren vertoefd heeft.
Toen hij de reis daarheen aan
vaardde werd Indie hem geteekend,
als ,,'t van God vervloekte land". Ik
heb zoo zei hij nu ondervonden,
dal deze critiek ongegrond is. Indiö is
een mooi land. Men vindt er wel een
bevolking, die geheel van de onze af
wijkt, maar bij besludcering wordt
'ontdekt, dat ook de inlanders een ei
gen zieleleven, een eigen geschiede
nis en een eigen literatuur hebben. In
't eerst onbegrijpelijke Oostersche i?
veel, dat, bij nader onderzoek, heel
mooi, en vooral zoo diep van beteeke-
nis is.
Iu den laatsten tijd is er, wat Ne-
derlaud'e bemoeiing in Indie aan
gaat, een belangrijke verandering op
te merken. Een gelukkige verbete
ring! Thans wordt eerst met energie
getracht, op geheel Indië, op al ons
werken daar, een echt Nederlandseh
stempel te drukken.
Vroeger ging 1 anders. Toen stel
de'n we ons tevreden met papieren
overeenkomsten door de vorsten on
derteekend, en als we maar genoeg
baten kregen, waren we tevreden.
De groote omkeering, de noodigo ho-
stuursuitbreiding, is eerst na 1895
begonnen.
Spreker nam als voorbeeld ons wer
ken op Zuid-Cclebes, in het bijzonder
wat Boni betreft en schetste wat daaf
vroeger en nu in do laatste jaren
heeft plaats gehad.
Over 't pacificatie-werk bestaal in
Nederland veelal een verkeerden in
druk. Verwondering behoeft dit niet
te wekken. De pers ontvangt meestal
alleen telegrammen uit ïndié over ee-
uige botsingen en militaire bemoeiin
gen eu dan hoort men zeggen: „al
weer zooveel dooden." Maar 't eigen
lijke pacificatie-werk, iu de uitge
breide rapporten beschreven, wekt
geen belangstelling, hoewel dit toch
veel meer beteekent
Voor den inlander is nog veel te
doen. Een hoofdvorst heeft spreker
toen hij als civiel-gezaghebber van
een deel van Z.-Celebes, met hem een
inspectiereis maakte gezegd: de in
landers hebben 5 plagen: 1e. de vor
sten, 2e. de nakomelingen van de
Vorsten, 3e. de slaven van de vorsten,
4e. de dieven, 5e. de wilde varkens.
Spreker heeft ondervonden, dat de
ze vorst waarheid sprak. Er zijn toe
standen die heel ongewenscht zijn. Do
inlandsche vorsten en hun zeer tal
rijke nakomelingen en slaven leven
op kosten van de inlanders, waardoor
zeer zware lasten opgelegd worden.
Het Ncderln.ndsche gezag is den in
lander ook bijna altijd zeer welkom,
vooral als dit, zooals nu in den laat
sten tiid. zich uit. door den zorg voor
regelmatige toestanden, goede recht
spraak en waarborgen voor de vei
ligheid.
Het verzet komt meestal van de
vorsten en hun nakomelingen, die
den inlanders velerlei vreescltike din
gen over de Hollanden?? vertellen, wat
soms, ook door te hulp-roeping van
do eigenaardige godsdienstige ge
bruiken, tot ongeregeldheden aanlei
ding geeft
Over 't algemeen is de toestand in
Indiè goed, maaT met deze geheime
machten moet toch rekening gehou
den worden.
Na deze inleiding werd de groote
verzameling lichtbeelden vertoond en
vond de spreker nog gelegenheid nog
eenige eigenaardigheden over Iïidië
te vertellen.
De heer Kooy had een talrijk en
aandachtig gehoor; de bovenzaleu
van de Kroon waren geheel gevuld,
onder welke bezoekers zich veel da
mes bevonden.
O, hoe kun je komen riep
Lady Mary op echte vrouwenmanier
uit, geheel vergetend, dat zij hem
verwacht had.
Hier ben ik. Waar ben je
riep Charlie gebiedend uit. Is dat
je hand Kan ik niet binuenko-
Noen. o, neen antwoordde
Lady Mary beslist. Dat moet je
niet doen l Och, wat is je hand koud!
Arme Charlie Pas op. dat je niet
valt want hij hield zich met ééne
hand vast, terwijl hij met de andere
haar kleine berende hand op de ven
sterbank vasthield. Wat moet je
koud zijn Mijd lieve, beste jongen
Maak je maar met bezorgd over
mij. lieveling, fluisterde Charlie.
ik ben best in orde. Vertel mij al-
les van jezelf. Zijn zij weg Voor hoe
lang zijn zü heengegaan Weet je
zeker, dat ik niet kun binnenkomen
Nu, ik mag toch zeker wel op de ven
sterbank gaan zitten
En zonder op permissie te wachten,
voegde hij de daad bij het woord.
Ziezoo Nu moet ik je goed zien,
lieveling. O, Pollie, wat is het oen
tijd geleden sinds ik je het laatst za.~!
Wat een ongevoelige wezens wonen
hier toch Neen, dat meen ik natuur
lijk niet zoo. Maar om jou nu zoo op
te sluiten, alsof ik een soort van
monster was I
AVordt vervolgd).