NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang. No. 8488
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. woensdag 22 februari i9ii b
ARLENTS DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERT ENTIËN?
per drie maanden: Vao 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Biriten het Arrondissement
Voor Haarlem i, J l M -W.Haarlem van 1—5 regels/l.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In dén omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Biï Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) u 1.30 A j Advertentifin van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
GeïHustreira Zondagsblad, 'vo'or Haarlem' 037K Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Loureus Costfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. ofe Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de piaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
'1'WE EDE BLAD.
OM ONS MEEN
No. 1312.
D 8 P 9 8 t.
In China woedt, we weten het uit
tal van berichten, de pest. Hoeveel
menschen er wel aan sterven, komen
.we waarschijnlijk nooit precies te we
ten. stellig wel veel meer. dan opge
geven wordt. Als muizen vallen de
menschen. liet schijnt onmogelijk, de
zi- kte door voorzorgsmaatregelen te
ontgaan, ze wordt niet, zooals de cho
lera, gegeten of gedronken, maar In
geademd. Daardoor hebben de men
schen, verplegers en doctoren niet
eens een gelijke sterftekans, maar de
ze laatsten nog het meest en herhaal
delijk komen er dan ook berichten
over medici, die bezweken zijn.
De grimmige pest is oud. Ze is oor
spronkelijk oen ziekte van kleine
knaagdieren, dio loven in de steppen,
grenzende aan 't Baikalgebergte, in
eenige bergachtige provinciën van
China en Midden-Afrika dezen keer
heeft ze zich in China verspreid,
roeit menschen uit. maar spaart de
dieren. Haar eerste wereldtocht da
teert van 't jaar 542, toen zij, uitgaan
de van het Oosten, een halve eeuw
lang Europa ontvolkte. Naderhand is
zo meermalen opnieuw op bezoek ge
weest, vooral in de veertiende eeuw
en hoe groot de schrik was, blijkt wel
Wit den suggestieven naam, dien men
er aan guf de zwarte dood.
Nog heden ten dago hebben woor-
itk-n en uitdrukkingen, die er mee in
verband slaan, de beteekenis van iets
bijzonder omuiugenaams. „Krijg de
pest" is een van de heftigste vervven-
schingen, die onbeechaafden kennen,
het woord pestkop getuigt van bij
zondere minachting.
Van de twco vormen is de builen
pest, hoe gevaarlijk o> k, nog niet de
ergote Jat is de longenpest, die op
dit oogenhlik in China woedt. Deze
builen 2ijn de sterk opgezwollen en
zeer pijuliike iyiuplieklieren zoodra
doze opengaan, kan de zieke nog tot
genezing komen. Wanneer evenwel de
longen worden aangedaan, ontstaat
een longontsteking, die bijna altijd
een doodelijk verloop heeft. In beide
.vormen loopt het geheele proces in en
kele dagen, gunstig of ongunstig af.
Toen in 1891 de ziekte heftig in
China optrad, was het land lang ver
schoond geblev en de pest woedt ul-
tijd bij vlagen, waarvan de ooizaak
uiet steeds na te gaan is. Maar diè
epidemie was dan ook heftig, stak
over naar Eugelseh Indie, waai- ze in
18% en 1S97 woedde en op dit oogen
hlik nog niet verdwenen is. Vandaar
is ze overgebracht naar Egypte en
kreeg daar groeten omvang in
Van Kunst au Kunstenaars.
X.
C. F. L. DE WILD.
Nu, bij besluit van den Raad dezer
Gemeente, definitief besloten werd,
niet de restauratie der Frans Hals-
schüderijen een aanvang te doen
maken, en oen opdracht in dien zin,
aan den Haagschen restaurateur ge
geven zal worden, interesseert het al
licht onze lezers, iets meer over den
kunstenaar te vernemen, in wiens
handen het lot van zoo onschatbare
kunstwerken tijdelijk gelegd wordt.
Ik zou, voor zoover dit De WUd's
urtistencarrièro raakt, kunnen ver
wijzen naar de zeer uitvoerige karak
terschets, in 's luieren Frans Net-
sclier's Hollandsche Revue van 25 De
cember 1904 verschenen, en volstaan
met, deels aan do hand dier schets,
eouige feiten uit De Wild s loopbaan
In herinnering te brengen.
ZijA debuut valt in de tachtiger Ja
ren en in den bekenden Haagschen
kunsthandel Goupil op de Plaats.
Jongste bediende, duvelstoejager,
handje-pak-an of hoe ge een dergelij
ke positie, die nog steeds in soortgelij
ke zaken te vervullen is, noemen wilt.
Positie, waaruit zich van alles ont
wikkelen kan, en van waaruit zich
vele figuren uit de hedendaagsche
kunstwereld ontwikkeld hebben. De
Alexandrië, zoodat natuurlijk ook in
Europeesche havens de besmetting is
overgebracht. Toch heeft de ziekte al
leen in Oporto en Glasgow zekere uit
breiding gekregen, maar ook daar
kwam het niet tot een epidemie. Zoo
snel als de cholera verspreidt de
ziekte zich niet, daardoor is ze ge
makkelijker te bestrijden, voor zoo
ver bestrijding mogelijk is. Op de hui
dige epidemie in Cliiua hebben de
Europeesche doctoren nog geen vat
gekregen wel vonden in 1894 Yersin
en Kitasatow den pestbacil, maar het
serum van den eerstgenoemde schijnt
hier niet te baten.
Hoewel er op dit oogenblik geen en
kele reden bestuat, om voor een over
komst van de pest naar Europa te
vreezen, kijkt menigeen met zekere
bezorgdheid de couranten in en
vraagt zich af, waarom nu niet zou
kunnen gebeuren, wat toch ook in
vroeger eeuwen wel voorgekomen is.
Misschien vindt dio vraag haar ant
woord juist in datgene, wat vroeger
voorviel.
Ernest Laut in het Petit Jour
nal beschrijft, hoe in 1347 Europa
geteisterd werd door een pest-epide-
inie, die in Sicilië begon, drie jaar la
ter in Rusland eindigde en in dien
tijd een vierde van do bevolking der
aangetaste streken wegrukte. Drie
eeuwen later. In 16G5, kwamen hon
derdduizend menschen alleen in Lon
den daardoor om, tal van anderen
vluchtten in de bosschen en zwierven
daar maanden rond, zoodat de groote
stad zoogoed als verlaten was.
Kleinere epidemion kwamen voor in
Venetië in 1576 (de beroemde schilder
Tiliaan was een van de slachtoffers)
en in Marseille in 1720.
De gruwelen van de ziekte zelf wer
den nog vorergord door de misdaden
van de beangste menigte. Zooals nu
in Mantsjoerije en China de Japan
ners beschuldigd worden, de plaag
verspreid te hebben door vergiftiging
van de bronnen, zoo zochten ook vroe
ger de menschen in hun schrik naar
oen zondebok. Allerlei zonderlinge be
schuldigingen werden uitgebracht te
gen volkomen onschuldige menschen.
Toon in 1630 Milaan door de pest werd
geteisterd, geloofden de menschen
vast en. zeker, dat de besmetting ver
spreid werd door mannen, die een
vergiftigde stof op de muren smeer
den. Ieder liep weg van een stuk
muur, dat er maar een beetje vuil
uitzag wie een muur aanraakte,
werd, onder groot geschreeuw, in de
gevangenis geÉleopt of zelfs wel op
de plek doodgeslagen. Het eerste over
kwam aan drie Fransche reizigers,
die alleen maar het marmer van den
Dom hadden aangeraakt, het laatste
aan een tachtig jarigen stakker, die
meteen slip van zijn mantel een bank
had schoongemaakt, vóór hij daarop
Wild was van het type dat zich daar
boven uit werken kon. Bezat in ruime
mate de vercischten: handigheid,
ijver en intelligentie. Zooals bij ve
len dier jongelui, door den stagen
omgang met schilderijen en schilders,
een vertrouwdheid met de materie
ontstond, zou het ook bij De Wild
wakker worden, de begeerte zelf
iets te maken, te probeeren, te pres-
teeren enfin. Jacob Maris, in wiens
atelier de jongelui van Goupil door
de drukke relaties, voortdurend te
maken hadden, amuseerde zich er
mee, gaf raad, wonken, opdrachtjes
some. Studies moesten op paneel ge
plakt, oude schilderijtjes schoonge
maakt, kleine beschadigingen bijge-
tikt worden. En daar was De Wild
met zijn aangeboren handigheid spoe
dig 'n heele baas in. Als hij "niet voor
eigen pleizier teekendc of schilderde
lagen er van die kleine opdrachtjes
bij de vleet op hem te wachten. Maar
dat alles zou liein tot zijn reputatie,
die hij thans, 20 Jaar later, bezit, niet
gebracht hebben In de meeste geluk
te carrières komt op een bepaald mo
ment een bewust of toevallig ingrij
pen.
De motor in De Wild's levensorga-
nisatie schijnt Dr. Hofstede de Groot
geweest te zijn. llet is niet ojomoge-
lljk dat deze man, aan streng-weten-
schappelijk gediscipllnaeerden arbeid
gewend, ingezien heeft, dat op een
ander terrein dan het zijhe, aan een
ging zitten. En een arme drommel
werd om een soortgelijke onschuldige
handeling zoolang gemarteld, dat hij
rnaar bekende, zeggende, dat hij lie
ver dadelük gehangen, dan nog lan
ger zóo gepijnigd worden wou.
Zoo werden de autoriteiten soms
medeplichtig aan de dwalingen van
den grooten hoop. Evenwel niet altijd;
toen in 1501 de pest woedde to Amiens
was door het gemeentebestuur voor
geschreven, dat boven de deur in hui
zen, waar de ziekte heerschte, een
bosje hooi of stroo moest worden
vastgespijkerd menschen, die in de
ze huizen waren geweest, moesten bij
het over straat gaan als waarschu
wend teeken een wit stokje in de hand
houden en de mannen, die de lijken
begroeven, waren verplicht een wit
kruis te dragen op hun jas, alles op
dat men hen zou kunnen herkennen
en ontwijken.
Dertien jaar later voegde, toen een
nieuwe epidemie de stad kwam kwel
len, de magistraat er aan toe, dat er
geen varkens in de stad mochten ge
houden worden en nog weer zeven
jaar daarna, bij een derde bezoek
van de ziekte, werd ook de handel van
uitdragers in bedden, kleeren of lin
nengoed verboden.
Zelfs werden zwakke pogingen ge
waagd om de lucht te zuiveren en dat
met mengsels, waar we nu om glim
lachen zwavel, hars, buskruit, aluin,
arsenicum en ruwe antimonium.
Vooral het buskruit maakt in dit re
cept een vreemde vertooning. Onze
voorouders geloofden vast in de
luchtzuiverende hoedanigheden, die
buskruit bezat. Maar waar ze minder
acht op sloegen, dat was de toestand
van hun steden. Onniugd door liooge
muren, die in vervuilde grachten
stonden, waren die sleden bergplaat
sen vun allerlei vuil. Geen reinigings
dienst, geen riolen, de inesthoopen
overal verspreid, kerkhoven midden
in de stad. In de smalle en bochtige
straten, stegen en sloppen, kon geen
zon dringen door de hooge huizen.
Een frissche bries kon zich er even
min een weg in banen.
Toch begrepen onze voorvaderen
wel, dat hun steden ongezond waren,
maar doortasten durfden ze niet en
hun muren missen konden ze trou
wens nietdus zochten ze lapmidde
len. Hippocrates had, zoo leerde de
geschiedenis, de pest te Athene doen
eindigen door groote vuren te doen
aanleggen op de kruispunten welnu,
Hippocrates werd nagevolgd. En
uieeuende, dat sterke knallen de lucht
ververschen, stak men buskruit aan.
Dat was de reden, waarom het kruit
in de gunst stond.
Natuurlijk weid er ook toen op de
dokters gescholden, die het evenwel
met helpen konden, daar ze op de
hoogte stonden van hun tijd. De
evenzeer wetenschappelijke opvatting
de behoefte bestond en dat hij in De
Wild den man gezien heeft, die, goed
opgeleid, in die richting zou kunnen
arbeiden. Hoe het zij, het is door toe
doen en bemoeiing van Dr. de Groot
geweest, dal De Wild niet finoncieo
len steun van anderen, zijn vak is
kunnen gaan bosludeeren, ter plaatse
waar een meer wetenschappelijke be
oefening er van werd aangetroffen.
In ue eerste pluats was dit voor
hem de Resluurieranstalt der Keizer
lijke musea te Weeneu daarna gedu
rende eenige ma&ndeu de ateliers
van Hauser te Berlijn. Vandaar terug
gekeerd kon hij zich vestigen. Hij
doet dit te s-Gravenhage en verbindt
zich niet den ouden, als zeer bekwaam
bekend staanden schilderij-hersteller
Van den Berg. die kort daarop zijn
schoonvader wordt. Het geluk dient
ontegenzeggelijk den jongen De Wild.
Immers juist in die combinatie van
liet door Van den Berg overgeleverde
ti ad toneel het-vak-verstaan en de
door hem zelf opgedane ervaringen
en niet het minst door de conscien-
tieuse chemische studiën door hem
met liefde ondernomen (welke studie
voor een leek, voor een niet-cheniiker.
vrij belangrijke diepte aannam), dit
alles zou. zóó samenloopend, hem
helpen in de verovering der positie,
welke hij thans inneemt.
Immers, aan bekwame schilderij
herstellers heeft het in ons schilders-
rijke vaderland nooit ontbroken Ik
noemde reeds Van den Berg, ma# de
beide Hopman's niet onvermeld laten,
terwijl deze namen gemakkelijk met
een paar andere, van op dezen de#
kwakzalvers maakten goede zaken.
Daar de officieele geneeskunde de
zieken niet redden kon, werden de
zonderlingste mengsels en pommades
gebruikt. De geneesheeren bezochten
hun pestpatiènten in een wonderlijk
costuuin, deels van leer, deels van
dierenhuid en droegen een masker op
het gezicht met een grooten neus er
op, waarin parfumerieën waren ge
borgen, als middel tegen onaangena
me en gevaarlijke geuren. Ook bet
tabaksrooken moet in die dagen als
voorbehoedmiddel hebben gediend.
Al zijn de doctoren bij het genezen
van pestlijders helaas nog niet veel
verder, dan vroeger, de maatregelen
van hygiène, die sedert vroeger geno-
men zijn, maken de kans op de ziekte
oneindig eeringer. Wij hebben geen
vuilverzamelingen meer, zon en lucht
stroomen elk jaar vrijer in alle gedeel
ten van onze steden, panieken onder
de bevolking, die de menschen ang
stig eu zoodoende vatbaar voor be
smetting maken, zijn niet meer te
vreezen en eindelijk is in Europa een
internationale verdediging tegen be
smettelijke ziekten ontstaan, in 1897
speciaal tegen de pest, op een confe
rentie te Milaan, in 't algemeen tegen
alle besmettelijke ziekten, die zeer
veel kwaad heeft gekeerd.
Er is dus reden om te hopen, dat
de plaag ook dezen keer Europa ver-
schoonen zal. Dat is zeker wat er tot
afweer gedaan kan worden, zal de
internationale gezondheidsdienst niet
nalaten te doen.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Nu nadert 't groote gevecht in
DEN STRIJD IN DE ENGELSCHE
POLITIEK,
heel snel. Duidelijk bleek dit gister
middag weer in 't Lagerhuis.
De minister-president Asquith werd
met een geestdriftige ovatie van de
leden dei- regeeringspartij begroet,
teen hij opstond om de purlements-
wet in te dienen, die feitelijk op het
zelfde neerkomt als het wetsvoorstel,
dat in de vorige zitting is ingediend.
De premier gaf een overzicht vun
het geschilpunt en maakte de bewe
ring belachelijk als zouden de voor
stellen der regeering leiden tot invoe
ring van een despotische enkele Ka
nier. Asquitli verklaarde ecu voor
stander te zijn van de hervorming
van het Hoogerliuis, maar wees tevens
niet nadruk op de urgentie van de
vetowet, die eerst afgcliaiideld niuei
worden, opdat met ulie vooruitstre
vende weigevnig tot stilstand worde
genraclit, gedurende den tijd. dat
lange en uitvoerige beraadslagingen
worden gehouden over het instellen
van tein Hoogerliuis op deinocra-
uscheii grondslag.
Asquith üet zich niet uit over het
geen de regeering zal doen, wannec-r
het Hoogerliuis ae wet verwerpt.
arbeidende, hoogst bekwame men
schen zouden te vermeerderen zijn.
Doch, in zoover had Dr. Hofstede de
Groot 8 inzicht niet gefaald, er was
plaats voor eene werkwijze, die, met
dankbaar gebruik van het door de
traditie overgeleverde, aan zelfstan
dig en wetenschappelijk experiment
zich kon aanpassen.
Schilderijen herstellen een zuiver
wetenschappelijk werk! En de schil-
derijenhersieller, niet meer, als vroe
ger de meerder of minder habiele
vakman, werkend liefst onder het oog
van den meester, wel wetend vaak
het „hoe" maar niet het „waarom'
deze type vervangen of ter zijgesteld
voor iemand die op erkenning als we
tenschappelijk man aanspraak maakt,
en die op dien grond tegen, wat hem
dilettantistische praatjes lijken, meent
op te mogen komen't is een no
vum, dat als alle nieuwigheden niet
.onaangevochten bleef.
Het is niet zonder eenige ironisr.be
geringschatting, wanneer Prof. J.
Six in het Bulletin van den Oudheid
kundigen Bond (Sept. 1908 pag 157)
zegt dat wij in een lijfl leven waarin
al zijn (de Wild'svakgenooten „hun
ambt als een priesterschap opvatten"
Een geringschatting die echter
juist hier minder nobel aandeed,
waar in hetzelfde Bulletin (twee num
mers te voren. Mei 1908) door De
Wild een zeer zakelijk, voel kennis
verradend betoog geleverd was, waar
In Prof. Six' hypothesen over „de
techniek van Vermeer" aan een even
scherp gestelden als weidoordachten
aanval werden blootgesteld. De re
staurateur treedt hier op als verdedi
ger van zijn speciale kennis tegen
over hen, die dikwijls zijne lastgevers
Balfour (de leider der oppositie)
oefende scherpe critiek op het wets
voorstel en zei Hoe zeer ik ook den
vrede wensch, er zijn geschilpunten
van zoo groot belang, dut geen com
promis mogelijk is. (Toejuichingen bij
de oppositie).
't Wordt dus een felle strijd.
Zal Ascjuith den strijd ten einde
kunnen strijden De tegenstand, die
er is en nog zéker komt, zal in elk
geval zeer groot zijn 1
In do Fransche Kamer Is
DE FRANSCHE MARINE-
BEGROOTING
besproken.
De derde twaalfde werd toegestaan.
Daarna was het op stapel zetten van
twee slagschepen en de bouw van
twee groote droogdokken aan de or
de. De minister van marine noemde
deze schepen en de dokken noodig om
de vloot te versterken.
De beide pantserschepen zullen
voorzien zijn van de nieuwste inrich
tingen.
De minister toonde aan, dal een
lang van te voren opgesteld en goed
gekeurd vlóótprogramma noodzake
lijk is.
De bouw van de aangevraagde
schepen en dokken zal aan de parti
culiere industrie worden gegund, om
dat de arsenalen door ander werk in
beslag worden genomen.
De minister zal or zich op toeleg
gen. de bedragen, die het Pa:lenient
hem toestaat, zooveel mogelijk in
overeenstemming met de fmancieele
en militaire belangen van het land te
besteden.
Dat is nog al natuurlijk, zonden we
zoo zeggen. Als de Excellentie 't te
gendeel deed, zou hij wel gauw aan
merkingen hooren
Ook
DE DUITSCHE RIJKSDAG
heeft gisteren vergaderd.
Over deze bijeenkomst is evenwel
weinig belangrijks te vertellen, alleen
twee regeeringsmeedeelingen vragen
de aandacht.
Meegedeeld werd, dat over de rege
ling van het verkeer vail luchtsche
pen nog onderhandelingen gaande
zijn.
Blijkens medisch attest is Eulen-
burg nog niet in staat, om door den
rechter verhoord te worden. Het O.
M. houdt de quaesue echter in het
oog.
Np, dat doet 't O. M. nu al eenige
jaren...
-Niet vaak hoort men in de volks
vertegenwoordiging over te lage oor-
logsboffrootingen klagen. Dezer dagen
is dit evenwel gebeurd in hel Ameri-
kaansche Huis van Afgevaardigden,
waai zekere m'nhecr Richmond Pear
son Hobson een ijselijk tafereel op
hing vun
DEN A.S. OORLOG TLSSCHEN.
AMERIKA EN JAPAN,
die volgens hem zich geen tien maan
den meer zou laien w achten en hij
knoopte daaraan het beloog vusl, dat
voor de vloot een veel hooger bedrag
diende uitgetrokken te worden, dan
de minister van murine had ge
vraagd.
De andere volksvertegenwoordigers
zijn blijkbaar minder pessimistisch,
want ze zaten om het betoog van Hob
son wut te lachen.
zullen zijn, doch die van die speciale
kennis slechts een klem deel hun
eigen kunnen noemen. Daar zit voor
die lastgevers, aesthetici, critici;
museum-directeuren, enz. enz.
mets hoegenaamd beleedigeiids in.
hun waaide ais kunst historici blijft
daarmee onaangetast en wie er waar
de heeft, zal die door liet zelfstandig
optreden vun den restaurateur, waar
deze op z ij n terrein en binnen z ij n
opdracht blijft, niet inboeten.
Daarom is het zeer te bclicuien dat
in den llaarlemschen raad op eenigs-
zins loslippige wijze over do „weten
schap'' van mannen als Bredius en
Six gesproken schijnt te zijn, loslip
pigheid, elders te gaarne misverstaan
en als, zij het gezocht, motief benut
om het definitief Raadsbesluit als
een misgreep voor te stollen. Dat bij
die poging de heeren Bredius en Six
worden in bescherming genomen op
eene wijze, waarmee zij bijzonder gc-
eerd worden, zij betwijfeld om tot
de Wild terug te keeren. Zijn car
rière is thans reeds geruimen tijd ge
vestigd. En al zal de opdracht der
Halsen-restauratie zijn eergevoel ge
vleid hebben, het blijft een werk waar
aan voor hem veel vastzit. Overstelpt
vaak met werk, zal veel en zeer lu
cratieve arbeid door hem ter zijde ge
steld moeten worden en het Haar-
lemsch verblijf de zaak nog tijdroo-
vender maken. Dat wordt pas waar
schijnlijk voor wie weet, dat groote
londensche en Panjsche kunsthande
laren vaak van De Wild's diensten
gebruik maken, en bij haastwerk we!
eens scJieutiger kunnen zijn dan een
Nederlandsche gemeentekas. Men
herinnert zich wellicht, het berichtje
van de kleine Johannes Vermeer uit
Onze Lachhoek
DE MENEER ONDER DE BANK.
In den trein zit 'n niet bijzonder
snugger man, die uit vrees z'n spoor*
kaartje te verliezen, dit in de hand
houdt. Hij raakt door den eentonigea
cadans van den trein ih den dut,
waarvan een uit 'n gezelschapje
vroolijke jongelui gebruik maakt, om
hem het kaartje te ontfutselen. De
man wordt wakker en merkt z'n ver
lies. Alle zakken zoekt hij na, de cou
pé wordt aan een strenge inspectie
onderworpen, waaraan de andere
passagiers ijverig meehelpen. Het
kaartje wordt niet gevonden. Wat nu
te doen?
De man, die 't kaartje afnam komt
op een schitterend denkbeeld. „Weet
je wat je doet," zegt hij, „ze zijn te
genwoordig erg streng, als ze iemand
in den trein vinden, die geen kaartje
heeft kruip onder de bank, als aan
stonds de conducteur komt contro
leeren. Zoo gezegd, zoo gedaan. Toen
men 't volgende station naderde,
kroop de man onder de bank en de
passagiers waren welwillend genoeg,
om met hun beenen zoo te gaan zit
ten, dat de conducteur het niet mer
ken zal. De conducteur komt contro
leeren en knipt de kaartjes. Als dit
gebeurd is, reikt de reiziger het kaar
tje van den beetgenomen passagier
over aan den conducteur en zegt op
staande en naar beneden wijzende:
„En dit is voor dien meneer onder de
bank".
De conducteur heeft nooit begrepen,
waarom de man deze vreemde plaats
in de coupé had opgezocht.
NIEUWE ONRUST IN PORTUGAL.
Uit Lissabon wordt bericht, dat het
Voorloopig Bewind op het spoor zou
zijn gekomen van een uitgebreide sa
menzwering, ten doel hebbende, de
republiek omver te werpen. Vijftien
verdachte personen zijn gevangen ge
nomen.
RUSLAND EN CHINA,
't Petcrsburgsche telegraafagent-
schap meldt, dat het antwoord van
het Chineesche ministerie van buiten-
landsche zaken op de Russische nota
in een uiterst verzoeniugsgezindeu en
toegevenden toon is opgesteld, en
uiting geeft aan den wensch van de
Chineesche regeering, om alle Russi
sche eischen in te willigen. Eenige op
zichzelf staande quaesUes zuilen ver
dere onderhandelingen noodig ma
ken, die vermoedelijk zullen leiden
tot spoedige opheffing van alle moei
lijk heden.
Gelukkig is dus van een ingewik
kelde quuestie, nog minder van drei
gend Oorlogsgevaar, in het Verre
Oosten sprake. Het zal alles wel inet
een sisser afloopen.
Het Chineesche antwoord op de zes
Russische eischen komt op het vol
gende neer
1. China erkent niet. dat er grond
bestaat voor de klacht, dat het in
breuk zou hebben gemaakt op de han-
de verzameling Casimir Périer die on
langs voor 300,000 gulden naai' Ame
rika verkocht werd .Dit schilderijtje
was ook ©enigen tijd onder De Wild s
hoede. Eu men begrijpt allicht, dat
de verkoopende handelaar zijn belang
bij een spoedige hulp gaarne in wat
bankpapier omzet, in die gevulien.
Het vertrouwen in De Wild in Hol
land gesteld, bleek mij ten overvloede
nog een drietal weken geleden. Bij
een Rotterdamsch antiquair zag ik
toevallig een oud schilderijtje van een
zeldzainen meester, Ellinger, dat er
verweerd uitzag, maar prachtige qua-
liteiten deed vermoeden. Informee-'
rende deelde de koopman mij mede,
dat hij er niet vrij meer mee was en
geen prijs kon noemen. Er verleden
week nog eens op uitgaande vernam
ik dat het werkje voor(prijs doet
er met toe) verkocht was aan.... Dr.
Bredius en dat deze het ter restaura
tie zou doorsturen aan... De Wild.
Het zal misschien duidelijk zijn,'
dat door den schrijver de/er feuille-;
ton-serie de gevolgen van het Haar
lem's raadsbesluit allerminst onder-'
schat, doch even weinig met onge-1
rustheid tegemoet gezien worden..
Waar operatief ingrijpen onvermij
delijk scheen is het geruststellend dit,
aan bekwame handen opgedragen te
weten en kan de Raad slechts geluk-;
gewenscht worden, die aan wankelen
tvvijfclrin een eind dorst maken. Ter
wijl de Senaat overlegde, ging Car
thago verloren. Dat had hier ook kun
nen gebeuren.
J. H. DE BOIS.
20 Febr. *11.