RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadsels (Doze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PR \CIJTP,AND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met liet aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. De prijs voor de raadsels in de maand Februari is bij loting ten deel geval len aan FRITS SEUTER, die zijn prijs Woensdagmiddag tus- schen 12 en 2 uur mag komen balen. 1 (Ingezonden door Pier Ileidweiller). Ik ben een verkwikkend zuurbron- netje, Gehuld in een gouden japonnetje Gegroeid in het verre, Zuid'lijke land, Wordt ik gezonden naar allen kant. 2. (Ingezonden door Wim Heijl). Welk land van Europa leest ge hier uit AIJFKKNRR 3. (Ingezonden door Anna de Liefde). Ik besta uit 16 letters en sta dikwijls fn do Zalordugavoud. 1 15 4 3 is hoog. 3 4 7 13 11 is een meisjesnaam. 3 4 5 G 7 8 regeerden vroeger. 4 12 hoort bij 't schip. C 5 13 bevat vloeistof. 9 1U 12 14 bestaat uit vloeistof. 1 2 16 is een verkorte jongensnaam. 4. .Ingezonden door Betsy Akersloot). Twee hoofden en tien teenen. Twee armen en zes beenen. Vier in beweging en twee op den rug; Raadt wat het is en zegt het ons vlug. 5. .Ingezonden door Jan en Cor Huijer). Zet onder elkaar Een meisjesnaam Een jongensnaam. Iets. dat aan den slootkant groeit. Een boom. Een viervoetig dier. De beginletters vormen nu een meis jesnaam. 6. ilugozuiiden door Gerrie Renger.) Ik besta uit 9 letters en ben in de huiskamer le vinden. 1 2 3 4 5 0 werd vroeger in den oor log gebruikt. 8 9 1 is een soort riet. 5 4 7 8 is een niuzieionstrument. 7. (Ingezonden door Bertha Clau sing;. Ik ben een stad in 't N. W. van Tm gelsch Indië. Laat mijn vierde letter weg en Lk ben een landstreek in Su matra. 8. (Ingezonden door Annie Rozenhart.) liet is niet vastonthoofd loopt het in de wei en wordt dan in de stad weer onthoofd en verkocht. 9. (Ingezonden door Clara en Aagje Bon). Zet een metaal en een riviertje ach ter elkaar en ge krijgt een plaats in Nederland. 10. (Ingezonden door Maartje Verdel). Mijn geheel is een spreekwoord van 25 letters. 1 3 8 15 is niet lang. 18 13 24 is een voorzetsel. 9 13 13 4 is een lichaamsdeel. 15 2 7 23 is een landstreek. b 5 10 14 is een lichuainsueeL 12 16 19 11 is een grundsoort. 22 23 z\j 21 is een deel van een fiets. 25 23 5 17 is een verkorte meisjes naam. 11. (Ingezonden door Anna de Bruijn). eng ard tva onr reg igv oed ech ged erK Welk spreekwoord leest ge hieruit 12. (Ingezonden door Aaltje Peters), lk ben een ding van hout, In mij staat iel9 van steen. Als 't winter is en koud Verwarm ik voet en been. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Beier iaat dnaolion 1. Beter laat dan nuoit. Anna Arie beer eten lelie troon de noot. 2. Boter een half ei, dan een leege dop. 3. Pink. 4. Funiainenbleau. fontein lot Leo Anna tobbe fout. 5. Riga RigL 6. Deventer. Eindhoven. N ij kerk. Heek van Holland. Etburg. L oenen. Doesburg. Ermeloo. Roodeschool. DEN HELDER. 7. Pamukassan. pan kaas maan pas pa ma man kaap. 8. Lepel. 9. Kunurio. 10. Jacob Cats. Cato bot ja Coba jas. 11. Postkantoor 12. Aar oor uur. Beppie Ploeg 11. Petronella Langorhuizen 12. H. Beenhakker 11. Hendrik» Robin 12. Martin us llu be rs 11. Arie de Vos 12. Willy Germeruad 12. Soplue en Agatha do Waal 7. Nico Drent 11. Jan Hendrik Bruijn 11. Willem Warmerdam 11. Daniel v. d. Meulen 10. Jo Been 12. Ans van den Ban 12 on 12 van de vorige week. Anna E. Bergmun 4. Alida A. C. Möhring 8. Christiaan Grandia 11. Sophia v. Welsenes 4. Bertha Martens 10. Annie M. Rozeuhurt 11. Hendrik Brakel 11. Elsje Hoenderdos 10. Hendrik J. Tjaden 11. Zonder naam (met potlood' geschre ven) 9. Giljam Lokerse 12. Anna Bergman 7 van de vorige week eu 12 begraven plaatsen. Betsy van Beem 11. Jan Tames 8. Bertha Clausing 12. Antoon Duterloo 12. Jacob C. Stolwijk 10. Cor Huiier 11. Jan Hu>"or 11. Piet, Marie en Willem Extra 11. Alida Kammeijer 12. Nanne en Cor Nauta 12. Joh. W. Raatgever 9 en 10 van 'de vorige week. J. v. Donselaar 9. Bertus en Dina v. Putten 11. Huberta Raas 12. Gerrie Renger 12. M. v. d. Kwast 12. Betsy Akersloot 9. Emiel Duisterhof 5. Marie Duisterhof 7. M. Duisterhof 6. Fenna Biemond 12. Anna de Liefde 12. Johanna Kok 12. Betsy Wensing 11. Jacob Wensing 11. Annie Marseille 11. Frits Seuter 12. Lena Bölund 9. Sophia Verzijlberg 11. Piet Verzijlberg 11. Bet je de Vries 11. Willem Lodder 12. Elisabeth Lodder 12. Jansje uil Dijk 12. Dina en Neliy Mooren 6. Corrie Aipheuaar 10. Willem uvenueer 12. Anna van lioeuis 11. Margaretua Sclueur 10. Chriaiuia Schreur 9. Marie Huigrok v. d. Werve 12. Cornells aneileus 10. Jeanette en Luuise Bouger 8. Jacobus Misset 11. Maartje en Nico Verdel 12. Harrie en Christina Kuijt 8. Alida Roeland 9. Sophie en Netje Busschoten 12. Aaltje en Anna Peters 12. Gerrit Elsnerus 10. Klaas Blauw 12. Anna Blauw 12. Frans en Jo v. Egmond 12. Gerard I-tenger 12. Zus Unursina 12. Lodewijk C. Ballintijn 12. Corrie Brinkman 9. Mientje de Jong 11. Rika de Jong 10. Willy Zellerer 12. Joh. v. d. Brugge 11. Catharina Verhoeven 10. A. Verhoeven 10. Marie en Bep Ruyzenaers 10. Theo Groeneveld 10. Betsy de Haan 12. Henderina Hoekstra 10. De Wedstrijd Wel, wel, wat hebben jullie weer gewei kt I lk behoef uiet te vragen, of deze wedstrijd ïu den smaak viel. Ik heb liefst 102, ja: honderd en twee opstellen ontvangen. En daar waren heel wat goede bij, zooais je wel begrijpen kunteu slechte, nu, die waren er eigenlijk niet 1 De kinderen, die meegedaan heb ben, houden zeker allemaal veel van opstellen maken en kunnen liet op school zeker allemaal goed. In de meeste waren maar weinig foutjes, en ik heb ze allemaal met pleizler ge lezen. De vertelliug van een oud zee man heeft bet meost aangetrokken, want daarvan alleen waren er ruim veertig, en dan volgde liet wegge- loopen poesje, waaraan ruim 30 kin deren hun krachteu beproefd heb ben. Maar nu zal ik je geduld niet lan ger op do proef stellen en maar gauw met den uitslag beginnen. in de Eerste Afdeeling was beste werk van ELIZABETH SLAGER, oud 14 jaar. Haar flink opstel kunnen jullie hieronder zelf lezen. Zij mag kiezen tusschen een BOE KENHANGER of een KLOKJE. De tweede prijs is voor HILDA KOOZEN, oud 14 jaar. Haar vertelling van den ouden zeeman kunnen jullie de volgende week ook zelf lezen. Deze prijs bestond uit een FLUIT, OCCAR1NA of MONDORGEL, of een SCHAAK-, DAM- of ANDER SPEL. Als je niet van muziek maken houdt. Hilda, mag je in de plaats hiervan ook wel een reismandje, een naai- of werkdoos, of iets anders op geven. De derde prijs is voor HENDRIK BRAKEL, oud 13 jaar, die mag kiezen tusschen een TUBE- VF.RFDOOS. een INKTF OKER, of oen BOEK IN PRACHTBAND. En de premie, namelijk een BOEK IN PRACHTBAND, is verdiend door GILJAM LOKERSE, oud 14 jaar. Verder heb ik nog oen Extra Prijs verloot onder de kinderen, die eervol vermeld zijn, en dezd^is ten deel ge vallen aan CLASLNA VAN LOON, oud 12 jaar. De overigen, die een Eervollo Ver melding verdienen, zijn MARIE VERHEUS. NETJE DUSSCHOTEN, SOPHIE DUSSCHOTEN. HUBERTHA RAAS. MARTINUS BONKE, LENA KOESTAL, MAARTJE BRA AU. J. C. STOLWIJK. HENDERINA HOEKSTRA, MARIE STAR, en GERARD RENGER. De anderen wareu allemaal goed en zal ik dus maar niet meer opnoe men. In de Tweede Afdeeling is de eerste prijs, namelijk eon TOOVERLAN- TAARN, een SPOOR of STOOMMA CHINE, voor de aardige verjes van ANS VAN DEN BAN, oud 11 jaar. Als je al een tooverlantaarn hebt, Ans. dan mag je me ook iets anders opgeven, bijv. een HANGMAT, een CROQUETSPEL. een GOOCHEL- DOOS, of iets dergelijks. De tweede prijs, namelijk een FLUIT OCCARINA of MONDORGEL, of een SPEL, is voor JAN MAZUREL, oud 11 jaar. De derde prijs, namelijk een TUBE VERFDOOS, een WERKDOOSJE, of een FIGUURZAAG, is voor HENDRIK TJADEN, oud 10 Jaar. En de premie, namelijk een BOEK IN PRACHTBAND, is voor PH1L1NE COHEN, oud 9 jaar. Verder heb ik hier ook nog een Extra Prijs verloot onder hen, die eervol vermeld zijn, en deze is ten deel gevallen aan TH. CORN. PHILIPPO. De overige Eervolle Vermeldingen zijn toegekend aan JO BEEN, WIM HEIJL. JOH. C. STAM, ALIDA VAN PAASSEN, ANNIE DE BRUIJN, PIET LANG, BETSIE PLOEG, HENDRIK C. JANSEN, KLAAS BLAUW, WILLEM LODDER, WILLY GERMERAAD. Ook de anderen waren goed. L>e prijswinners mogen mij uiterlijk Maandagavond opgeven, wat zij kie zen, en dan mogen de prijzen en pre mies Woensdagmiddag tusschen 12 en 2 uur bij mij aan huis afgehaald worden. En nu zijn misschien enkelen on der juBie wel wat teleurgesteld, maarvolharding wordt beloond, moet je maar donken de volgende week komt een nieuwe wedstrijd m de courant, en dan maar weer met nieuwen moed aan den gang. Bekroond opstel door ELIZABETH SLAGER oud 14 jaar. HET WEGGELOOPEN POESJE. Helder scheen de zon in de kleine huiskamer. Het was zulk heerlijk mooi, warm zomerweer dat de nu schen in de dakgoot zaten te gapen. Voor de ramen bloeiden de rcode stokrozen, de kruizemunt, de zonne bloemen, fuchsia s en geraniums, dat 't een lust was om te zien. De lucht was prachtig blauw, en scheen door de warmte te trillen. In de kamer zat eene oude vrouw kousen te stoppen. Ze was alleen thuis, behalve oen paar kinderen die achter hel huis onder den beuken boom aan 't spelen waren en behalve een arme jongen die in de bedstede sluimerde. Het was grootinoe's lie veling, de elfjarige Ko, maar de oude vrouw schudde meermalen het hoofd over hem, en geen wonder, hij was aan beide beenen lam en hij had bo vendien eene erg zwakke gezond heid. Toen vader hem des morgens, om acht uur, toen hij even naar huis kwam geloopen van 't veld, vroeg: „Ko, zal ik je ook in den stoel voor 't raam zetten, 't is prachtig weerl" kreeg hij niets ten antwoord dan een pijnlijk gekreun. Ko was ziek, hij sliep maar steeds en op z"n waugen lag een gloeiende blos, die pijnlijk afstak tegen de magerheid eu bleek heid van z'n gelaat. Grootmoeder dacht over dit alles na en zuchtte een paar keoren diep. Ze keek het venster uit, in de zonni ge, lachende natuur. Vader en moe der waren allebei aan 't hooien op 't land voor den boer eu Jun en Frits waren ook mee om te liolpen. Ze stond op en ging naar het bed van den zieken jongen. Hij sliep niet meer maar was klaar wakker en vroeg om wat water. Grootmoeder knikte en duwde de deur van de bed stede wat verder open. Ze ging het gangetje door, naar achteren en toen ze een kroes vol water uit den water ton had opgeschept liep ze de achter deur uit en riep de beide meisjes. „Is 't tijd, Grootmoe?" vroeg Anne ke, die hard kwam aangoloopen. „Ja", zeide de oude vrouw kortaf en vervolgde toen: „Hier staat de koffie, en daar op tafel in de rooie zakdoek is 't eten, en draag de ketel nou voorzichtig hoor, mors niet. Hier Mie, jij 't eten. Mooi zoo. En nou niet Hiel 1 en en draven ©n gauw terug komen hoor!" Gehoorzaam gingen de beide kin deren de deur uit, om vader en moe der eh da ion own* koffie en brood te brengen, want 't was twaalf uur. 's Woensdags ging de school altijd om elf uur uit. Grootmoeder ging terug naar Ko. Deze staarde zuchtend naar bulten, terwijl hij de kroes aannam, 't Was daar zoo mooi, en in de kamer zoo honauwdl Hij werd gowekt uit z'n lichte slui mering door luide kreten van de meisjes. ..O, is 't niet een prachtig dier?" „Wat snort hij prettig! Weet u waar we hem gevonden hebben? Onder de haag bij 't boschpad zat ie, is 't niet An? We hebben *m maar gauw mee gepakt. Hij was nieis zwaar!" Grootmoe was bezig de „koffie boer' op tafel te zetten en luisterde toe, terwijl ze, het hoofd half omge wend, naar eene mooie, sneeuwwitte poes keek, die in Ko's stoel voor 't raam in 't zonnetje ging liggen spin nen. „Waar denkt u toch over?" riep Mien uit. „Ik zit te prakkezeeren, van wie dat beest toch wezen mag!" „Nou ja. hij blijft nou vooreerst hierl Of niet?" An was zoo teleurgesteld dat Groot moe haastig zei: „Nou, vooreerst wel, jal" „Poes, poes!" klonk een stem uit de bedstede. Poes wendde z'n kop om, naar de lichting van 't bed. Hij spro'ng daar na op den stoel, die 't dichst bij de bedstede stond, en met een wip was hij op de warme dekens en koester de zich tegen den armen ziek©. Grootmoe en de meisjes lachten. „Laat hem hier blijven Grootmoe, ja?" smeekte Ko. ,,Ja goed hoor] Zou je dan kunnen slapen?" „Juist wel!" zei de jongdn met vuur. Een poosje later waren de meisjes na eene boterham gegeten te hebben, naar de breischool in 't dorp, en had Grootmoeder de roode meubelsitsen gordijnen voor de badstede dichtge schoven. ma r de denren waren open en het zonlicht, dat door de gordij nen scheen, mankte het kussen, de dekens, het laken, alles even rond. Ko's blonde vlaskop leunde vermoeid tegen 't frissche, pas npgesehuddo kussen en poes sliep in z'n arin, zich koesterend in 't roode zonlicht en spinnende dat het een aard had. II. 't Had hevig geregend, op zekeren dag. Groote plassen hadden zicli ge vormd in de kuilen van den hobbell- gen weg, die langs het armoedig© huisje liep. 't Was een groot geluk, dat het hooi binnen was, anders zou 't er leelijk voor de boeren hebben uitgezien. De beide meisjes waren thuis, in de kamer. Moeder was nu niet meer aan 't hooien, maar nu was ze uit werken, dus dat was voor de kinde ren gelijk; Ko was veel beter. Hij zat in den grooten ziekestoel voor 't raam een deken lag over zijne arme, lam me beenen uitgespreid, en de mooie, dikke, witte poes lag daarop gerust te slapen. Anneke zat op eene stoof naast hem e'n samen bekeken ze een paar oude prenteboeken. Mieirtje breide hard aan een sok voor vader, en Grootmoe was achter, In de schuur, om de schillen van de aard appelen. die ze pas geschild had voor de geiten te gooien. Toen ze klaar was, kwam z© 't kamertje bin nen. „Zoo pas heb ik buurvrouw hier naast gesproken!" begon ze. „En wat was er?" vroeg Mien. „Nou, 't was over de poes natuur lijk! Zij zei zoo teugen me, dat op 't kasteel zoo'n mooie, witte kat wordt vermist, zie jel" „O, o", riepen Mien en An tegelijk uit „Ja, zie je, ze is daar werkvrouw, nou en de huishoudster heeft 'r al eens gevraagd of ze r's omdenken wou, je kon soms niet weten! Ja, had buur toe'n gezoid, ja, bestig hoor!" Nou heb ze me gevraRgd, of ze de poes mee moch nemen 1" ,,Nee, hoor. Vast nietl" riep Mien heftig. Wel zeker dat mensch kan wel wat zeggen en hem zelf verkoo- pen. „Kom, kom, waar denk Je aan!" zei Grootmoe verontwaardigd. „Heeft ze het nu gezegd, Groot moe?" vroeg Anneke. „Nee kind, eigenlijk van morgen ai, voor ze naar 't kasteel ging. Ze zou 't aan de juffrouw vertellen zei ze toen teugen mei" En de oude vrouw zag om naar Ko. Hij had zich over het dier gebo gen, en streelde met bevende hand het sneeuwige, glanzende vel, ter wijl z'n oogen naar den grond ge richt waren. 's Middags klaarde het weer tegen een uur of twee geheel op. Over de poes en het kasteel werd met meer gesproken. Ko's bedroefdheid scheen met het leelijke weer te zijn heenge gaan. Hij keek nu en dan door het met regendruppels bezaaide venster glas, en op z'n bleek© gezicht was weer de stille, weemoedige glimlach te lezen. Plotseling riep hij uit: „Daar heb je den koetsier van... hij bleef plot seling stelten, De meisjes en Groot moe gingen naar 't raam, ze keken uit en werden al gauw het mooie, lichte wagentje gewaar, met het vu rige paardje er voor. „De koets van 't kasteel!" Nader en nader kwa inhei, en rol de al langzamer en langzamer over den weg... voor het huisje hield het stiL Stom vah verbazing zagen An en Mien eerst elkaar en toen Grootmoe der aan, met oogen zoo groot als guldens. Doch Ko zag niets, maar hield krampachtig de poe3 in z'n ar men, terwijl hij bleek werd. Hij wist 't, men zou hem die poes ontnemen, die hij zoo lief kreeg en die hem al goed kende, en zooveel afleiding had bezorgd, wanneer hij in gedul dige verveling op z'n stoel zat. Want hij kon lezen noch schrijven en had zoo goed als geen speelgoed Er sprong uit 't wagentje, toen het portier door den palfrenier was ge opend, een donker meisje in 'n brum fluweelen jurkje en met een mooien stroohoed op. Ook zagen de kinderen een jufrouw, met een lichte blouse aan en eene lorgnet op. Ze was de gouvernante van het meisje, dat geen moeder meer had. Het freuletje draaide de deurknop om, kwam de gang en daarop de ka- er in. „Goeden morgen", zei ze be ef d. „Goeden morgen," zeidon de meis jes haar werktuigelijk na. Grootmoe der was heolemaal in de war! „Juffrouw van der Veen heeft me verteld dat hier mijn poes ia Nu wou ik haar graag terug hebben, want ik heb zoo over haar in angst gezeteul Waar is hij nu? O, die jongen hooft hem, dat zie ik all Ze liep op hem toe. Ko hield nog steeds de poes vast en zag sineekend tot haar op. Zij streelde het dier en nam het op haar arm. „Ik houd zooveel van haar", ver volgde ze. „Ge moet welen...e... „Ja", viel de gouvernante in, „ge moogt gerust zeggen, dat ge zoo ver geelachtig zijt! Eu dat ge de poes op eene wandeling in den tuin hebt irgetenl" Het meisje keek beschaamd voor zich en drukte het poesje tegen zich aan. Toen zei ze opeens: „Maar ik zal er in 't vervolg op passen, en 't is maar erg gelukkig, dat de werkvrouw het aan juffrouw van der Veen heeft verteld, dat zij hier is!" En ik bedank u wel, hoorl Toen ze geen antwoord kreeg, ging voort: „Hebt ge... ook geen moeder meer? „Onze moeder is uit werken", ver telde Mien en boog toen heirr hoofdje weer over 't breiwerk on raapte eene steek op. Grootmoeder zuchtte, en streek Ko over het steile, blonde haar. „Het is erg jammer", zei het freu letje en toen: „Ik dank u wel, hoor, voor alles en alles!" Een poosje later was het rijtuig weggereden met de poes. Grootmoe trachtte den armen snik- kenden Ko te troosten. Hij zag haar aan, z'n oogen stonden vol tranen, en z'n lippen trilden. „Ik hield nou net zooveel van haar Grootmoe"' „Ja m'n jongen, dat weet lk wel' Maar je moet het je niet zoo aantrek ken, en niet zoo huilen, dan krijg je weer zoo'n hoofdpijn! Misschien mag vader wel een poesje van den boer hebben als hij er een voor je vraagt. Die heeft er immers zooveel, weet je wel?" 't Was Zaterdagavond. De Lamp verspreidde zijn rood licht in de ar moedige huiskamer, waar een groote wasclipartij was aangericht, of lie ver net was afgeloopen. Moeder red derde „den boei" wal op. An en Mien wareu net klaar eu schikten bij de tafel. Het was acht uur eu ze moch ten nog even opblijven. Jan leunde met z'n ellebogen op tafel en was iu een boek verdiept. Frits was druk bezig, allerlei potsierlijke figuren op de lei te teekenen; dan liet bij ze aan Mien zien ze lachten er samen om en hij veegde alles met zijn mouw gauw weer uit. Ko zat in zijn stoel, met gesloten oogen, achterover ge leund en met een vermoeiden trek op z'n in-bleek gelaat. Vader moest nog oven naar don boer en als hij te rugkwam, zou hij Ko in bod dragen. „Vollek", werd er geroepen aan de deur. „Jan, ga's kijken zei moeder. Jan stond langzaam op en slofte naar voren. „Vollen riep de slem ongeduldig. „Nou ja, hou je maar koJin", brom de Jan. Doen toen hij een bediende van het kasteel te zien kreeg, die een groote mand de gang in duwde, en daarop haastig verdween, riep hij mot een geheel andere stem „Moeder, moeder, kom toch es hier l" „Ja, wat is er dan riep moeder terug. Jan antwoordde niet, doch sleepte de mand de gang door en de ka mer in. „Van 't kasteel", zei hij opgewon den. „Potverdrie 1" riep Frits en Groot- moeder's oogen gingen wijd open. Moeder stond eerst verbijsterd, maar knielde eindelijk naast de mand neer. Suiker, boter, vleesch, eieren, rookvleesch, beschuit, cacao, koffie, thee, alles kwam uit die mand te voorschijn. Frits en Mien stonden te dansen en volgden met schitterende oogen alle bewegingen van hun moe der. Deze werd steeds zenuwachtiger en haalde onder uit de mand een be schreven papiertje, om vier r ij ksd aal- Waarde menschen Dit is allemaal voor u, omdat ge m'n poesje zoolang verzorgd hebt. en ook omdat die eene arme jongen niet loopen kan. Dat heeft de werkvrouw aan ome JOffrou.v Var. der Veen verteld. En papa heeft gezegd, dat uw vader bij ons mag komen werken, op va ders boerderij. Vader zal wel na der bericht zenden, maar ik wilde het u gra-ig dadelijk vertellen. Uwe moeder hoeft dan niet meer uit werken te gaan. Het is alle maal voor de moeite, die ge geno men hebt voor „het weggeloopen poesje". Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten ^zonden worden aan Mevrouw Venemav. Doorn, Wagenweg no. 88, Haarlem). AALTJE en ANNA P. Gelukkig, dat Aaltje weer beter is. Kon Anna verlo den week het toen niet voor je doen, of had die het te druk DUO. Nu we zoo'n mooien naam hebben, mogen we elkaar wel lange brieven schrijven. Vertel me de vol gende week maar eens wat over school, zoodat je 4 kantjes volkrijort GERARD R. Jammer, dat itj er nu nog niet bij bent, Gerard Volhouden maar Het vorige boek beviel je ze ker beter dan dit, is 't niet CORRIE B. Ja. daar ben ik ook nieuwsgierig naar I Schrijf het mij maar gauw, als je het weet en ook of het moeilijk was en wat voor vra- sn je kreeg. FIETJE en NETJE D. Nu. oen eer volle vermelding is bij zooveel inzen dingen toch nog mooi, vind je niet? Welk soort van wedstrijd vinden jul- lie het prettigst en heb je Zus het boekje voorgelezen HAP.RIE en CHRISTINA K. Jn. dat mag als je het ten minste zelf be dacht hebt. JEANETTE en LOUISE B. Wie van je beiden heeft het briefje geschre ven en wie maakt al die handwerk jes of doeu jullie het samen en wie werkt dan het netste? MARIE R. v d. Ja, dat zal over twee weken een heele drukte zijn bij jullie. Moet je er nu nog veel voor leeren? En krijg je dau ook cadeaux? GRETHA S. Jo hebt er nu geen nieuw raadsel bij gedaan. Heb je net vergeten, of bedoelde je. dat het den volgenden keer zou komen ANNIE M. Het is best, als je voort aan meedoet. Hoe oud ben je eu waar ga je op school CORNELIS v. G. Hot is best. als ]e mei ons meedoet. Lees jo onze re briek al lang JACOB en BETS IE W. Jammer, dnt jullie er niet samen zijn. Dat is veel gezelliger. Of heb je veel vriendinne tjes, die er ook aan meedoen En heeft Jacob zijn eigen vrienden ANNA VAN H. Het is best, als jt. ook een raadselvriendinnetje wordt I Ja, de meeste kinderen vinden het erg gezellig om mee te doen. Lijken do wedstrijden je ook prettig BETJE DE V Waarvoor leer je die voordracht'? En met wie doe je het? Is er een feestje in 't vooruitzicht WILLY Z. Wel, hoe gaat het ei mee Mae je al weer een beetje op zitten Ais je je ui bed gaat vervelen, moet je maar eens probeeren wat be graven plaatsen uf namen voor ons te bedênken, of een raadseltje op rijm I Zou dal gaan Aardig, dat jo deze oplossingen toch nog zelf ge schreven hebt 1 NELLY B. Het is best, als je ook mee gaat doen 1 Dan ben je er met den volgenden wedstrijd ook zeker bij, is 't niet'? JOHANNA K. Hoe is 't met je zus ter Moet ze nog lang blijven liggen? Hebben jullie Dinsdag veel plezier ge had Wat hebben jullie gedaan FENNA B. Heb je je veel geoefend voor dien wedstrijd op school Schriif mij ook eens zoo een brief I Je moet met onze wedstrijden maar volhou den, dan zal je ook wel eens een keer bij de winners zijn 1 HENRIëTTE en ANTOINETTE Z. Nu moet er dezen keer voor Jullio toch nog eon briefje bij Neen, bet boek dat je opnoemt, kon ik niet. Weet je ook wie de schrijver is Krijg ik nu deze week oen brief van jullie samen J. v. D. Het is best, als je ook met ons meedoet. Kan jo even good oplos sen, als netjes schrijven MARIE en BEP R Al heb ik de zen keer weinig plaats, nu moet er toch voor jullio nog even een briefje bij, om je te bedanken voor rte prach tige bloemen Dnt was een hcvliike verrassineZij zijn nni prachtig en staan op mijn schrijftafel 1 Jansje v. D„ Gerrit E., Lodewijk B„ Willem L., Elizabeth I. Her.deri- na H Arie d. V., Ans v. d. B., Annie H. R-, Antoon D., Bertus en Dina v. P., Nanne N., de nieuwe raadsels ziin goed. Zus D., Lena B., Sophi3 en Piet V., Maartje en Nico V Willem O.. Jans je v. D., Frits S.. Betsv A.. Hubert ha R., Bertus en Dina v. P., Joh W. R Nanne N. Piet. Marie en Willem E., Cor en Jan H., Bertha C., Jan T., Betsy v. B., Giljam L., Hendrik J. T Elsje H-, Hendrik B., Annie M. R., Bertha M„ Sophia v. W., Clir. G., Ali da M„ Ans v. d. B., Jo B., Willy G., Joh. W. R., Henny R., Beppie P Hen ri J., Alida R.. Mientje on Rika de J., Betsy de H., Catharina en A. V. De volgende week worden jullie brief jes beantwoord. Mevr. VENEMA—v. DOORN. 11 Maart 1911.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 15