lAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD. ZATERDAG 11 MAART 1911 Buitenlandse!] Overzicht De ingediende ENGELSCHE MARINE- BEGROOTING, waarbij voorgesteld wordt vijf nieu- We dreadnoughts te bouwen (zie vorig Overzicht), wor-l'. door <ie Engelse tic vers zeer verschillend beoordeeld. De radicale „Daily News" schrijft, dat do enorme uitgaven voor de vloot en de verhoogde uitgaven voor de bin nenland scho regeering niet alleen de prooien opbrengst der rijksmiddelen tullen opslorpen, maar bovendien een belangrijk tekort veroorzaken, dat enkel gedekt kan worden door nieuwe ibelastingen in te voeren of sociale hervormingen op te geven, wat we sterk zullen bestrijden. Het blad twijfelt er aan. of de mi nister van Marine Mackenna de nood zakelijkheid van bet nieuwe vloot- prograin zal kunnen aantoonen. Ook betoogt het blad. dat deze nieu we begrooting van Marine van in vloed zal zijn op de betrekkingen tus- sehen Engeland en Duitschland. De ..Daily Chronicle" beschouwt de verhooging der uitgaven voor do vloot als iets, dat blijkbaar onvermijdelijk is Zoo denkt ook de „Times" er over. De unionistische pers, in hot bijzon der de „Daily Muil", betoogt zelfs, dat vijf nieuwe dreadnoughts voor de toekomst ontoereikend zijn tegenover de vloot-uitbreiding van Oostenrijk en Italië, dio het noodig zul maken, dat Engeland acht nieuwe dread noughts bouwt, Er is dus zooals trouwens wel te verwachten was weer veel verschil van meening. DIT HET ENGELSCHE LAGERHUIS. In verband met de geruchten om trent een geheime overeenkomst tus- schen Engeland en Frankrijk, vroeg 'de afgevaardigde Jowett van de ar beiderspartij in het Lagerhuis den minister van Buitenlandsche Zaken, of tijdens diens ambtstijd door de Britsche regeering aan Frankrijk on dersteuning was beloofd ln geval van oorlog. De onderstaatssecretaris Mc. Kin non Wood beantwoordde namens den minister deze vraag met een volmon dig „neen". Later stelde de liberaal Highan de vraag, oi de regeering haar aan dacht reeds had gewijd aan den door president Taft geuitun wensch, tot sluiting van een Engelscli-Ameri- kaansch verdrag, ten doel hebbend, alle geschillen, onverschillig van wel ken aard, aan het oordeel van een scheidsgerecht te onderwerpen. Daarop antwoordde de onderstaats secretaris, dat voorstellen als het ge noemde natuurlijk in welwillende overweging zouden worden genomen. Eenige bladen zijn het met de nii- nisteriecie verklaring over DE VERHOUDING VAN ENGELAND TOT FRANKRIJK niet geheel eens. De Fransche „Libertó" wijst er op, dat de wezenlijke grondslug van de entente cordiale is de samenwerking van de marines van beide landen voor de gemeenschappelijke verdedi ging. Deze samenwerking is op aan dringen van wijlen koning Eduard tot in bijzonderheden geregeld. Vol gens, onlangs door den minister Pi- chon in den Franschen Senaat afge legde verklaringen, hebben Engeland en Frankrijk onderzocht, of hetzelfde niet voor de legers bereikt kon wor den. Er hebben eerst diplomatieke en daarna technische onderhandelingen plaats gehad, maar deze hebben nog niet tot resultaat gehad, dat Enge land de verplichting op zich heeft genomen, troepen naar Frankrijk te zenden, omdat dit een reorganisatie van het Eugelsche landleger noodig zou maken. SPANJE EN HET VATIC A AN. ln de Kamer deelde de winister- presideut Caiialejas mede, dut hij, welke ook de stand van de onderhan delingen met het Vaticaan moge zijn, binnen een maand een ontwerp van wet op de vereemgmgen zal indie nen, waarvan de tekst ingegeven is uitsluitend door de wénscben der openbare meening. Canalejas ging nog eens de ver schillende phascn van de onderhan delingen met, het Vaticaan na. Het Vaticaan heeft in zijn laatste nota verklaard, dat liet geen onder handelingen kan aanknoopen, tenzij het ontwerp van wet over de vereeni- gingen door beide partijen, dat wil zeggen Vaticaan en Spaansche regeo- ring, was goedgekeurd. Wij hebben aldus Canalejas een antwoord gezonden, waarvan de inhoud in overeenstemming is met de eischen j van bet Vaticaan en dat de souverei- niieit van den Spaanschen staat on- j verminderd waarborgt. OVER '1 COMPLOT TEGEN DE RE- PUBLIKE1NSCIJE REGEE RING VAN PORTUGAL wordt uit Lissabon aan het „Berliner Tageblatt" geseind, dat de aangehou den journalist Veiga Fnria (zie vorig Overzicht) inderdaad door de monar chistische samenzweerders te llio de Janeiro als hun agent naar Portu gal s booldstad gezonden was. Uit papieren, die hij bij zich had, blijkt namelijk, dal hij pogingen moest doen om liet Lissabonscne gar nizoen door omkooping te winnen, en dat hij daarna de landelijke bevol king moest zien over te halen om in groote menigte naar de hoofdstad te komen en zich daar aan te sluiten bij den opstand tegen de republiek. Alle leden der regeering zouden ver moord worden cn daarna zou de mo narchie weder hersteld worden. Verder bleek bij onderzoek, dat JVeiga Faria groote gcbJconmien bij zich had en bovendien kredietbrieven op banken te Londen, Parijs en Ma drid. DE VERKIEZINGEN IN ROEMENIË zijn een succes foor de regeerlngs- partij. Thans zijn al in den Senaat gekozen 72 mlnisterieelen en 23 leden van de oppositie voor 15 zetels moet nog een herstemming plaats hebben. Dat is een meerderheid, die menig minister jaloersch zal maken 1 Het telegram van de „Indépendan- ce" over (nog in ons vorig nummer opgeno men) heeft in Belgie veel onrust ver wekt Of er reden is voor deze ongerust heid 7 Ondervraagd door eenige journalis ten verklaarde de minister van Kolo niën. dat hem geenerlei bericht had bereikt over een dergelijk incident. Donderdag nog had hij een lang tele gram uit Boraa ontvangen, waarin echter niet de minste sprake was van een samenzwering. Als de zaak ook maar eenigszins belangrijk ware ge weest. dan zou de minister er van ge hoord hebben. Van andere zijde vernam men, dat een hoog staatsambtenaar verklaarde een particulier schrijven over deze historie te hebben ontvangen, die men meent te moeten beschouwen als een grap van enkele inlanders. Een Duitsch blad heeft berichten ontvangen over ONLUSTEN AAN DE PERZISCHE GOLF. De Sjeik van den stam Moouiitefik is met 10.000 ruiters en 30.000 man voetvolk opgetrokken tegen den Sjeik van Koweit en had reeds Moctla, dat op vier uur afstands van Koweit ligt, bereikt, toen de Sjeik van Koweit zijn Hoepen begon te verzamelen en den Sjeik van Riyasi om hulp verzocht De Porte, die zag aankomen, dut de Sjeik van Koweit het onderspit zou delven en vreesde, dat dit voor Enge land een reden zou zijn om in ie grij pen, gaf den vali van Bagdad op dracht. onder alle omstandigheden een botsing te voorkomen. Het schijnt dat de Sjeik van Moeèntefik reeds met zijn 40.000 man huiswaarts is ge trokken. UIT MAROKKO. Volgens berichten uit Tanger ver ergert de toestand te Fez. De rondom de stad gelegerde stammen belemme ren allen toevoer, zuodat de prijs der levensmiddelen reeds 100 procent ge stegen is. De stammen treden met buitenge wone driestheid op zij heblieri zelfs een paleis van den Sultan, gelegen op slechts een mijl afstands van do stad, leeggeplunderd. Het leger van den Sultan heeft op zijn marsch de dorpen, die het voorbij is getrokken, in brand gestoken, en ligt nu gekampeerd midden tusschcn de oproerige stammen dor Cherardas en Beni-Assem. IN MEXICO was men in hooge mate ontstemd over de mobilisatie van Amerikaan- sche troepen, in verhand met de ge ruchten dat een inval in Moxleaunsch gebied werd voorbereid. De ontstem ming is echter geweken, na do ont vangst van een vriendelijke nota van president Taft, mededeelend, dat gee nerlei inmenging in de zaken van Mexico wordt bedoeld. DE ONRUST IN PARAGUAY duurt nog altijd voort. Thans beeft de regeering voor zes maanden den staat van beleg afge kondigd. Maar, daarmee zijn de on lusten nog niet bedwongen. Amsterdamsche Kout De zedelijkheïdswet met haar ver lengstuk, waarbij hazardspelen van verschillenden aard verboden worden, is in de hoofdstad met gemengde ge voelens ontvangen. Het is misschien niet erg ideëel, dit te schrijven en be ter zou 't klinken „Elk fatsoenlijk mensch gevoelt zich gelukkig, dat aan dezen volkskanker een einde is ge maakt en alleen de ongure lieden uit de obscure speelholen knarsen de tanden", maar dat zou geheel in strijd met de werkelijkheid z.ijn. Het gok kend Amsterdam vindt de wet en voor al het amendement-VanVuuron „een 7.vvaren slag", en gaat er nu al voor zitten, wat men nu weer uit inoet den ken. En onder een potje bier en een sigaar komt men al spoedig tot de conclusiesdat 't wol zoo'n vaart niet loopen zal, dat somniiee spel-on- dernemers het er misschien nog wel beter door zullen krijgen en dat al leen de Nederlandseho renbanen en de paardensport er het loodje bij zul len leggen. Om verkeerde gevolgtrekkingen te voorkomen, verzoek ik even te willen noteeren, dat ik zoowel sport als spel absoluut vervelend vind, dat ik vuor beide niets voel, dat ik zelfs niet in de Staatsloterij speel of een bilj.irt- cpieuc kan hanteeren. Men behoeft in mij dus niet direct een advocaat, 't zij voor de veredeling van het paar denras, 't zij voor de bookinakerij of andere gokbazerij te zien. Maar ik moet toch ook meelachen om hen, die verwachten, dat als de wet er een maal is, Amsterdam zede-lijk en van goksmetten vrij zal komen. Laten wij den toestand eerst eens overzien zooals hij nu eenmaal is. Er wordt in de hoofdstad verbazend veel aan hazardspelen gedaan. Offi cieel bestaat hier niuar één hazard spel de Staatsloterij, maar dat is wel de minst beduidende der kansspe len. Bovenaan troont nog steeds het het bezoek aïn het reuzcnsneelhol op het Damrak, een rouge-et-noir-spel, waaraan de dagbladen door het opne men van zekere speculatie-adverten ties een handje meehelpen. Maar bo vendien is na de aanneming der wet, waarbij alleen de Ncd. Staatsloterij werd toegelaten, het spelen in diverse loterijen belangrijk toegenomen. Vóór dien tijd nam men van tijd tot tijd eens een „briefje" in de iluwburger- loterij of in eeu of andere paaiden-, landbouw- of handel- en nijverheid- onderneming, lotendebiet in den siga renwinkel met groot vertrouwen en een kurken ziel, maar nu kregen we de „premie-obligaties" of hoe men de lootjes anders noemt van Lotisico, Tijdgeest en andere gok-onderncmiu- ger- Het aantal dier maatschappijen breidt zich steeds uit, ze hebben ge leerd wat ze wel en niet met de wet konden doen, van tijd tot tijd eens een boete betaald als honorarium voor genoten onderwijs en de indus trie gaat in die richting goed vooruit. De vindingrijkheid gaat zoo ver, dat men nu al een verzekeringmaatschap- pij (voorloopig op een bovenhuis in de Nieuwe Pijp, rnaar dit zegt nog niets) heeft opgericht, tegen het ver lies, ontstaan door het spelen in de Staatsloterij, en loterijen, die op dat plan trekken. Dacht men, dat in elk geval het spelen in Hamburger Loterij etc. uit zou zijn, omdat onze dagbladen geen annonces mochten opnemen, ook uit was eeu grooie vergissing. De vaste klantjes worden per bnet wei bereikt, maar bovendien worden ons, zeer publiek, Duilsclie lootjes aangeboden. Dat geschiedt o. m. door eeue juf frouw op jaren, die geregeld de groo te café s bezoekt en ieder bezoeker haar Hamburger, Lubeeker en Meck- lenburgsche leien te koop aanbiedt. Velen kijken wei eens vreemd op, als de oude juffrouw plotseling in het Duitsch het woord tot hen richt (veie Duiische dames en heereii zijn zoo bescheiden te meenen, dat in liet bui tenland ieder Duitsch spreekt en verstaat) en hen vliemerig vraag, of zij niet eens „spielen" willen. En als men, na even verwonderd opgekeken te hebben, voor het aanbod beleefd bedankt, houdt de juffrouw nog aan en blijft wel eens zóó lang zeuren, dat de kellner er bij te pas moet komen, om haar te beduiden, dat zij het den menschen niet lastig moet maken. Is dus net spelen in loterijen door de loterij wet, in plaats van bepaald te blijven uit ue Nederiunuseue Staatsloterij aanmerkelijk uitgebreid, de vraag is ook, of de resuliuten der oiizedei.jkheiuswet niet omgekeerd evenredig zullen zijn aan de bedoe ling. \v at het eerste deel der wet betreft (waarin behandeld wordt datgene, wat men in 't algemeen ondci onze- delukneid verstaat) ook hieromtrent is men zeer sceptisch gestemd, maar liet onderwerp leent er zich nu een maal niet toe, luerop nader 111 te gaan. Doch betreffende de gevolgen der hazardspelen- en bookroaker-be- strijding is van Amsterdamsch stand punt uit. wel iets te zeggen. In Amsterdam wordt in hoofdzaak gespeeld op de buitenlandsche cour- sein Zeker, er is een niet onbelang rijk cjuantum personen, dat geld en vooral tijd heeft om geregeld genoeg lijke dagen in Woestduin, Bussuni of Scheveningen te slijten en dan, ge lijk van zelf spreekt, meedobbelt. Maar veel grooter is het aantal van hen. die geen gelegenheid hebben, geregeld uit de stad te gaan, geen hengst van een merrie weten te on derscheiden en, wat hun speel lust betreft, in de verste verte niet vol doende zouden hebben aan don an- derhalven wedren, die bier te lande gehouden worden. Deze nemen tickets op buitenland sche couirsen, waai-van de meeste in de7.en fiid van 't jaar in de Pyreneeën (Zuid-Frankriik) gehouden worden en ontvangen die „tickets" 't zij rechtstreeks per brief na hei geld per telegraphischen postwissel te heb ben opgezonden, 't zij door bemid deling van algemeen bekende tus- schenpersonen. Van het niet-nakomen der verplichtingen heb ik nooit ge hoord: er worden soms groote be dragen gewonnen of verloren, maar de vaste klantjes verliezen er ge woonlijk hun goed humeur nimmer bij. Men begrijpt wel dat het hier met in de duizenden loopt, maar te genover den rijksdaalder die A ge regeld per week verliest of wint, zijh er vele B'en en C'en voor wie dagen van eenige honderden guldens winst of verlies geen zeldzaamheid zijn. Goed is deze vorm van hazardspel ze ker niet. Jk ken bijv. een kastelein die zelf als tusschenpersooii oplrud, maar in nog veel grootere mate zelf aan het spel deelnam, zijn rijke zaak met vergunning en eigen huis op een der beste standen verspeelde en dood arm zich in den Amstel verdronk. Maar een speler kan zich op ontel bare wijzen ruïneeren; de vorm is maar bijzaak en waar door vurige spel-bestrijding het tegenovergestelde van het doel bereikt is. doet de vYaag zich voor of het niet een paskwil zal worden als men alléén een der vele vormen van hazardspel gaat treffen. Wie zal beletten te speculeeren bij een gnk-bankiertje<> Wie dat de fi ches die nu bij de kaartclub in het café voor een cent gelden voor een pop worden berekend? En dan denk ik bij al dat goregle- menteer aan de zondebok: het draai bord, dat nu uit de cafés verdwenen is, maar waarbij de dol-belstecucn ft» den beker zijn gebleven en waarvoor zelfs Ju de plaats gekomen is een stuivers-automaat, waardoor men na een gelukkigen gooi door zooveel consumptie of sigaren beloond wordt. Voor de zomeruilstapjes naar Woestduin etc. zal als de wet er is wat andere gezocht moeten worden. Overigens blijft alles bij het oude. Ook langs dezen weg zal men het speelkwaad in de hoofdstad niet kun nen uitroeien. II. HENNING Jr. INGEZONDEN Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopie den inzender niet teruggegeven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. DE RAAD EN DE MUSEUM COMMISSIE. Mijnheer de Redacteur, Met belangstelling heb ik kennis ge nomen van uwe beschouwingen in uwo couranten van 8 en 9 Maart, be trekking hebbende op het al of niet wenscheliikfi van het voortbestaan der Commissie, nu een Directeur aange steld is. Ik onderschrijf volkomen uwe mee ning. dat de Commissie, vroeger een beheeirend college, thans enkel een ad- viseerend karakter heeft bekomen, doch ben het absoluut oneens met u, waar u beweert, dat de Directeur „bo ven de Commissie is geplaatst" (Direc teur en Commissie staan m. L naast elkander onder bet Gemeentebestuur) of dut de -lositie der Commissie thans „valsch" of „scheef" zoude zijn ge worden. Die positie toch, als advLsee- rend lichaam, staat m. i. kaarsrecht wie een advies geeft, dat met opge volgd wordt en zich zulks aantrekt, geeft blijk van kleingeestige licht geraaktheid. Onder den vroegeren toestand van beheer had men in de Commissie twee soorten van leden noodig personen, die hel dagelij ksch toezicht op het Museum hielden en derhalve hier ter stede woonachtig dienden te zijn, on üoskundieen ter beoordeeling van techniscne kwesties, eklers wonende, indien ze bier ter stede niet te vinden waren. Vandaar de benoeming indertijd, op verzoek der Commissie, van de bee- ren Dr. Bredius en Prof. Six. Dat die twee deskundigen het in de practijk dikwijls niet eens zouden zijn, was den Haarlemschen leden der Commissie bekend vóór dat hunne benoeming aan den Raad werd ge vraagd. Het meeningsverschil tusschen die heeren, naar buiten blijkende, heeft herhaaldelijk bij den oppen lakkigen beschouwer der zaak aanleiding go- geven tot hilariteit en tot een afbre ken van de waarde der door de Com missie gereven adviezen. Mijn inziens volmaakt ten on rechte. Het restaureeren van oude schilde rijen is een zaak, waarover zeiis de meest deskundigen het dikwerf ou- eens zijn, onwiat er op dat punt ook oncior hen pessimisten en optimisten gevonden worden. De pessimisten vreezen, bij gron dige schoonmaak van oude schilde rijen, dat de eigenaardige patina, in den loop der tijden verkregen, zal ver dwijnen dat vroegere overschilde ringen, weinig hinderlijk zoolang liet goudkleurige oude vernis, dat ze min der zichtbaar maakt, niet verwijderd is, meer op den voorgrond zullen tre den dat hetzelfde het geval zul we zen met de onderlinge waardeverhou ding der kleuren (waarvan de een meer, de ander minder in den loop der tijden is veranderd) en dat de- eigenaardige bekoring, uitgaande van het schilderij, zooals het zich voordoet, in den ouden toestand, be nevens het min of meer mysterieuze daarvan, dat soms zoo sterk tot de verbeelding van den toeschouwer spreekt, door de restauratie zal ver dwijnen. De optimist stelt daar tegenover, dat thans bij zeer bekwame restau rateurs middelen bekend zün. om on kunstmatige wijze den gouden gloed, die oude stukken kenmerkt, in nieuw vernis aan te brengen, dat het niet aangaat, een laag oranjekleurig oud vernis op de schilderij te houden, waardoor de kleuren er uitzien, alsof men ze door een dito gekleurd glas bekeek, want dat de hoofdzaak dan toch altijd blijft, dat men bet stuk zooveel mogelijk in de oorspronkelij ke kleuren dient te kunnen bewon deren. De heeren Bredius en Six nu, ver tegenwoordigden in onze Commissie elk voor zicih een dezer twee opinies. Hunne medeleden hebben gemeend, juist dat feit op hoogen prijs te moe ten stellen, omdat, waar het een zóó groot belang geldt a.ls hier te Haar lem, men het gevaar diende te ver mijden. dat eenzijdige voorlichting wellicht zou kunnen leiden tot liet nemen van een besluit, dat men ach teraf, .als overijld genomen, zou kun nen betreuren. I Laat ons nu de vraag onder de oogen zien, welke argumenten voor en tegen liet voortbestaan eener Com missie van Toezicht aan te voeren zijn. Daartegen kunnen genoemd wor den sommige der beschouwingen, door u geleverd in uw hoofdartikel, benevens het gevaar, dat de Commis sie zou kunnen worden samengesteld uit elementen die. door hun wijze van optreden, de taak van den Direc teur zouden bemoeilijken. Daarvóór spreekt echter het gende Gesteld eens, dat, om de een of an dere reden, de directeur zijn ontslag zoude nemen (bijv. indien in den Raad tegenover hem werd opgetre den gelijk onlangs), wie zal dan de bevoegde autoriteit moeten voorlich ten inzake de keuze van zijn opvol ger? Gesteld dat de Directeu"r langdurig ongesteld mocht worden, wegens va- cantie of op anderen grond geruimen tijd-verhinderd mocht wezen zijne functies waar te nemen, wie zal hem dan vervangen? Een ambtenaar van het Stadhuis? Gesteld dat zich een geval mocht voordoen waarbij B. en W. termen mochten vinden niet dadelijk op door den Directeur gedane voorstellen van ingrijpenden aard in te gaan, waar zullen zij dan advies vragen of voor lichting ih zake de namen van per sonen die uit den aard hunner repu tatie geacht kunnen worden deugde lijk advies te kunnen geven? Mij dunkt, dat de zaak ook van di ze zijde beschouwd dient te worden alvorens de Raad besluite tot ophef fing der Commissie, zooals u dat zoo warm aanprijst. Ik zal u wel niet behoeven te ver zekeren, dat het meerendeel der le den van de Commissie sedert gerui- men tijd zeer tegen hun zin daarin zitting hebben, en enkel zijn voort gegaan dat mandaat te blijven ver vullen vermeenende zulks in het be lang der zaak le moeten doen, o.a. ook ten einde te voorkomen, dat hun ne plaatsen ingenomen zouden wor den door lieden van wie ver wacht kan worden, dat zij, door hnn manier van optreden, onheil zouden stichten. Mocht in de toekomst een dergelij ke toestand geboren worden, dan zoude ik het met u eens zijn dat de Commissie meer kwaad dan goed zou doen eh dat het derhalve wcnsche- lijk ware haar ten spoedigste op te heffen. Of in de toekomst een dergelijke toestand geboren zal worden, zal af hangen van de prudentie dér leden van den Raad, die de personen te be- oordeelen hebben welke zij in de Commissie benoemen. Ook in hetgeen ik het belang dei- zaak acht te wezen, heb ik gemeend u deze beschouwingen te moeien doen toekomen, met beleefd verzoek dit schrijven in zijn geheol te willen op nemen in een der eerstvolgende num mers van uwe courant. Inmiddels heb ik de eer u de be tuiging mijner hoogachting aau te bieden. Ch. VAN DE POLL. Haarlem, 10 Maart 1911. Met belangstelling zullen de lezers met mij het klare betoog van den ge- achten inzender hebben gelezen. Gaarne beantwoord ik de daarin geopperde bezwaren tegen mijn mee ning, dat de Commissie als instelling kan worden gemist. Indien de directeur ontslag neemt, zal dit nooit op zoo korten termijn geschieden of de Raad kan tijdig een opvolger benoemen; in zijn vacantie- tijd of wanneer hij ziek is, zullen be langrijke zaken worden aangehouden totdat hij zijn functie heeft aanvaard; onbelangrijke dingen kunnen B. en W. zeer goed afhandelen. Indien R. en W. zijn advies niet willen opvol gen, rijst de vraag: waar hebben zij dan een directeur voor? Wie het vertrouwen geniet, moet ook dc ver antwoordelijkheid dragen. Eigenaardig is het wel, dat do ge achte inzender, betoogende dat de Commissie naast den directeur staat, hare beteekenis toch (het blijkt uit de hierboven vermelde bezwaren) voor namelijk als plaatsvervang ster van den directeur ziet. Naar mijn meening is zoodanige plaatsvervanging zelden of nooit noodzakelijk. Ik schelste de Commis sie als staande onder den direc teur, niet formeel, maar in werkelijk heid, door de kracht der dingen. Het laatste voorstel van B. en W., dat de Raad aannam, is daarvan een bewijs: daarom meende ik van een scheeve positie te mogen spreken. Hel betoog van den heer Van de Poll, hoe belangwekkend ook, heeft mij dan ook niet van het onjuiste mij ner inzichten kunnen overtuigen. J. C. P. Stadsnieuws TOT STEUN De leden van den Protestantenbond waren gisteravond in den Schouw burg bijeengekomen, om te luisteren naar eeu pleidooi van Ds. Knuttel, van Terborg. Een pleidooi voor den arbeid van de vereeniging „Tot steun.,..". Eigenlijk is de volledige, naam „Tot steun van verwaarloosden en gevallenen". De spreker dwong tot luisteren. De grijsaard begon zijn rede met zachte, onzekere stem, maar zoo gauw hit begon te pleiten voor de belangen van de verwansloosden en gevalle nen, werd die stem zekerder, door geestdrift gesterkt, maar toch be hield ze als hoofdklank de uiting van liefdevol medelijden. Ds, Knuttel had veel te vertellen. Hij schetste in eenvoudige, maar te vens treffende, woorden het leed der ongelukkigen. Kinderen, die recht hebben om bij hnn komst in de we reld begroet te worden met blijdschap volksklassen soms ontvangen, mei I uen viuca van Ltu druukuaru, tiic ue j wucriiaoni uiivvaaiMig is. v uiè ail>cï- I cieisgeziiiiicii tenen zooveel tuinieren, uat ue vtmiensien uci ouuers mei in I siuat zijn, voor eeu bonooilijKe op- IvoeUiiiK ie zorgen. Vele Mudèien groeien «p in ecne I omgeving en onucr omstandigheden, .e or ais liet ware op gericht zuu, ij hein in den strijd des levens reeds :Ct spoedig le doen ondergaan. Dat mag niet langer i j Charles Dickens, ue bekwame schrijver, heeft in zijn werken het numelooze leed der arme kinderen geteekend. Toen zijn verwijten tot de beschaafde menschen doordrongen, en werd in zijn land Engeland een beweging geboren, om zich over het lot dier ongelukkigen te ontfer men. Ook in Nederland is men toen wak ker geworden. De vereenigiugen en gestichten, die in die richting werk ten, waren evenwel alle in ortho doxen geest. Eindelijk begrepen ook do vrijzin- nig-godsdienstigen in deze hun roe ping en zoo werd in 1886 de vereeni gïng „Tot steunopgericht. Veel heeft deze al gedaan. Thans heeft ze vier Tehuizen, en wel „Beekzicht", „Boschzicht", „Oud Veldzicht" en „Nieuw Veldzicht". Toch zoekt „Tot steun...." het niet in gestichtsverpleging. De gestichten zijn slechts doorgangshuizen, waar de kinderen en gevallenen geschikt gemaakt worden voor de verpleging in de gezinnen. Van deze tehuizen werden na de pauze lichtbeelden vertoond. Over de verpleging in de gezinnen en over het werk der vereeniging in het algemeen gaf spreker verschillen de bijzonderheden. Er wordt teleurstelling ondervon den. zeker, maar veel en veel meer goede resultaten. De stem van den prediker klonk blij als hii vertelde van de heerlijke zege ningen. door „Tot steun...." bewerkt. Kinderen, die anders zeker zouden zijn ondergegaan, zijn nu opgegroeid tot degelijke leden onzer samenle ving. Ds. Knuttel noemde de werking der Kinderwetten heerlijk en zegenrijk. De kinderen, die met den rechter in aanraking komen in 1907 waren het er in ons land achtduizendl wordc-n niet meer gestraft naar vergelding, maar om hen beter- te maken. Door de ontzetting uit de ouderlij ke macht is de arbeid der vereenigiu gen uitgebreid, maar de kans op goed resultaat ook vergroot. Jammer, zoo verklaarde Ds. Knut tel, dat „Tot steun..." niet meer steun ondervindt. Het werk der vereeniging kost veel geld en als de inkomsten grooter worden, kan nog meer ge daan worden. Er is nog zoo veel, zoo heel veel te doen Ook voor Haarlemsche kinderen. Daarom wekte spreker op. de veree niging te steunen. Nu. wij twijfelen niet, of de aanwe zigen zullen door het bezielende woord van Ds. Knuttel getroffen zijn geworden. De afdeeling Haarlem der vereeni ging „Tot steun....'' wier leden op deze biieenkomst ook toegang hadden zorgde er voor. dat elk bezoeker een biljet ontving, met het verzoek, dat heel nauwgezet te lezen. Op dit biljet staan een viertal kiek jes van de Tehuizen met het volgende onderschrift Deze vereeniging. die bijna 25 jaar bestaat, stelt zich o. a. vol gens art. 2 ten doel, hulp te ver- ieenen aan minderjarigen, wier opvoeding dreigt verwaarloosd le worden, of reeds verwaarloosd werd. Zij is volgens art. 3 werkzaam in vrijzinnig-Christelijken geest. In de hierboven afgedrukte Te huizen te Apeldoorn en te Epo zijn de kinderen gehuisvest. Onze Haarlemsche afdeeling zorgt thans voor 28 kinderen. Gaarne zou zij nog meer willen doen, maar zij mist het geld. Ilelpt ons, opdat wij geene aan vragen behoeven te weigeren. Steunt ons werk, dat een werk is in den geest van het vrijzinnig- godsdienstig leven. Het lidmaatschap bedraagt t 2.50. Doch elke bijdrage is zeer welkom. Mej. Ott, Wagënweg 19, evenals elk lid van het bestuur, neemt gaarne gelden in ont vangst. HEIMWEE. Toen de smid L. W., te Rottevalle, Woensdagmorgen zijn knechtje uit bed wilde roepen, bleek hem, dat de ze met medeneming van zijh des patroons fiets verdwenen was. Dit is reeds de tweede maal, dat het avon tuurlijke jongmensch verdwijnt. De knaap is door den Voogdijraad aan genoemden smid ter opvoeding toe vertrouwd en keert telkens uit heim wee naar zijne ouders, woonachtig te Haarlem, terug. De eerste maal heeft hij het geheele traject per fiets afgelegd, zoo meldt de L. Ct HET KLEVERPARK. Men schrijft ons liet Kleverpark breidt zich niet noe menswaard uit nog zijn er rondom de rniddenperken vier leege hoeken. Toch schiint deze zijde der stad, voor- ui doordat de viaducten klaar zijn, meer in trek te komen. Huizen slaan er weinig leeg. Tusschen het paj'k en de HclderscJie lijn verrezen tal van i woningen. De óchotersingel is ei- over de geheele lijn volgebouwd en bijna geheel bewoond. De Varspronckweg en de Van der Viunestraat worden steeds verlengd en vinden bewoners. Do Goltziusslruat nadert liuar vol- toolng. Tusschen de Zandvoortsche lijn en den Zijlweg is ook veel in aan bouw. Keu verbindingsweg kwam er bij, verder twee straten, die tegen een sloot dood loopen, alles met iepen be plant. De betonbruggen worden er van notte leuningen voorzien. Komende van den Zijlweg viel ons aan het be gin van den Julianaweg een bord op, waarop stond „Gemeente Rloemen- daal, 1/2 pCt Gemeentebelasting". Riolen worden gelegd voor den aan leg van nieuwe straten. HEI TÖüNEEL MAAR 'N DROOMEN DE WARE GESCHIEDENIS VAN EEN DRL KKERSJONGETJ E. Wie wel eens bij premieres achter de schermen heeft gezien, weet, dat de zenuwen op zulke avonden den artisten soms leelijke parten kunnen spelen. De meeste acteurs zijn bij zoon eerste voorstelling geen men schen meer zelfs oude tooneelroUen, die ai meer dan een paar honderd rob len hebben gespeeld, lijden aan „pre- miérc-koorts". Het zou ons niet verwonderen, als de acteurs en actrices, die Donderdag avond in ...Maar 'n d r o o m 1" op traden, dubbel met hun zenuwen t<» kampen hebben gehad, Niet, dat het stuk zoo buitengewoon of zoo bijzon der moeilik is, maar do wetenschap,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9