HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. t'.aarlemscti j lïandetsvereeniging Goedgek. bi) Kon. ISesl. van 12 Nov. 1899. .In Hoarleinsche Handelsveroenl- gia.T Hier ier slede, opgericht 10 Mol 1892, heeft in den loop van den lijd wel haar recht van beslaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jamuier echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeereu, door als lid der Vereeni- giug toe te treden. Er zijn wel sieer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de. ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om uui minste te laten gevoe len, dat men hel werk op prijs stelt, dat de tlaarleinsche llaudelsvereeul- ging steeds opneemt, aLs doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeeleu, die de Vereeniging bullae hare bemoeiiugen van ver schil lauden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groole tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 8.50, die gevraagd word'- De Haarleinscbe Handelsvereni ging bemoeit zicb in ae eerste plaats er rneue, de belangen van bane leden tn bevorderen, door onwillige beta lers voor ben tot betaling aan te manen en ujloruiauen voor ben in te wt.ineu. bovendien hebben de leden hel recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en bel bedrijf der leden. AU proef kunnen voortaan uieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts bel 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 Apnlj ad 1 75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver een igug zijii de heeren Mrs. Th. de Haun Hugetiliullz en A. H. J. Merens, bpuarue 94. alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Ve.reeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso s door bemiddeling der Vereeniging wordt een vost recht van 5 pet der vordering bere kend. bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten vaD iufornialien naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 6U ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding, informa tion naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Rreteiilien op buiten de stad wo nende personen worden met behau- deld. wanneer uiet 1U ets. vour porto ver gueding is toegevoegd. Ruiui 1(48 informatieii en rechts geleerde adviezen werden in het af- geioopen jaar gegeven. In de maanden December 1910, Januari en Februari 1911 zijn 79 vor- denugen tot een bedrag van f 3352.33 betaald; 17 vorderingen w.rden afbe taald, 20 vorderingen zijn uitgesteld. Nieuwe Leden voor 1911/12 kunnen nu reeds tot de Vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. al le voorrechten als een gewoon lid. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seert aan het bureau, dat geupend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V toch van haai infor- rnatien kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging mformatiën door haar worden ver strekt, en dat voor information op h er ter stede woonachtige per30uen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCLXVIIL Er is in den laatsten tijd heel wat gepraat over „la Légion Etrangère", Frankrijk's vreemdelingen-legioen. Men weet, hoe in de heilige hallen van den Rijksdag de heer Erzberger, rapporteur van bet oorlogsbudget, vroeg ..hoe lang nog Frankrijk een instelling zou behouden, die met meet tot ons beschaafd tijdperk behoort" hoe generaal Von Herringen, minis ter van Oorlog, verklaarde, dat men ..net volk moest inlichten over het geen er in het vreemdelingen-legioen gebeurt", en dat men „instede van het te roemen, het eer aan de publie ke verachting moest prijsgeven." Men zou zich kunnen afvragen, waarom de Duitsclie grootwaardig- heidbekleeders zich eigenlijk bemoei en met een instelling van Frankrijk, indien men niet wist, dat het grootste gedeelte van het vreemdelingen-legi oen bestaat uit Elzassers, Duitsche Zwitsers en.... Duitschers. Dat legioen werd ingesteld onder de regeering van Louis-Philippe, bij de wet van 9 Maart 1831, welke be paalde, dat het dienst moest doen ..buiten het vastelands-grond gebied van het koninkrijk". Het is een onbetwistbaar feit, dat genoemd legioen zeer groote dien sten aan het Fransche rijk heeft be wezen. en indien Napoleon's: ..Indien gii wilt weten, welk regiment zich het best in den striid heeft gedragen, vraag dan welk de meeste manschap pen heeft verloren", volkomen waar is. staat „la Légion Etrangère" te dien opzichte wellicht geheel boven aan. Bij de conventie van 28 Juni 1835 werd het vreemdelingen-legioen vari Frankrijk om-zoo-te-zeggen overgeno men door Spanje, dat hevig veront rust werd door de partijgenoóten van don Carlos. Krachtens een decreet van 16 De cember 1835 stelde Frankrijk een nieuw vreemdelingen-legioen samen, dat aanvankelijk bestond uit twee ba- taïllons. doch zich reeds in 1840 uit breidde tot twee regimenten. In den loop der tijden heeft dat rasmeilgige corps zich ten hoogste onderscheiden in Algerïè, Mexico. Tonkin. Madagascar. Marokko.... Kapitein Azan schetste ons het vol gende portret van den krijger van het vreemdelingen-legioen. ..In het eentonige en vredige garni zoensleven wordt de „légionnaire" spoedig bevangen door een vage mc- lancolie en geeft hij zich somtiids over aan de ondeugd en de tuchte loosheid.... In den strijd daarentegen ls hij altiid een actief. gediscipli neerd. moedig soldaat, bereid tot de grootste inspanningen en de grootste toewijdingen. Hij heeft zijn land. zijn familie, zijn vrienden verlaten soms heeft hii in ziin verleden een geheimzinnig dra ma. waarvan hij het geheim bewaart. Hii telt niet meer in de maatschapnij rr-ede hij dient zelfs niet onder zün waren naam, doch onder een door hem zelf gekozen schuilnaam.... Hii is in het Legioen komen zoeken de vergetelheid van een smart, de vergif fenis voor een wandaad hij heelt ZATERDAG 25 ART 1911 voorwaarden van ondergeschikten aard aan. Het plan is de overweging warfrd. vooral omdat een fraaie verbreeding vun een drukke straat te bereiken is zonder dat het der gemeente een cent kost. Het bebouwen vun het stukje RiiitPnhof zal vermoedelijk geen be zworen ontmoeten. Mocht de raad hiertoe besluiten, wat werkelijk te wenschen is, dan krijgen we tevens aan de daar ver breed e Gravenstraat een geheel nieuw mngnziin. in plaats van het samen stel van aangetrokken porreden, die aan de straatverdieoing gelijk ziin. maar in de bovenverdiepingen alle iu bouw en hoogte verschillen. De tweede zitting, gewijd aan de behandeling van de onlwerp-verorde- ning op den gemeentelijken genees kundigen dienst, bracht nog geen ein de Alleen werd uitgemaakt, dat de dienst niet onder het Ziekenhuis zal ressorteeren, maar zelfstandig ziin Op zijn zachtst uitgedrukt is dit een dwaze beslissing. Wordt bij de verdere artikelbehondeling daarin geen wijziging gebracht dan komen we voor vreemde toestanden te staan. De eerste hulp hij ongelukken wordt verricht uit een Centraal bureau, waar een dokter en een verpleegster van 9 tot 6 zullen wachten of iemand gelieft een ongeluk te krijgen. Zijn ze beiden uit dan is de concierge de aan gewezen man om hulp en raad te verleenen en als hij dat niet kan. blijft de patient maar wachten. Hoe met de getroffenen mogelijk gesold gaat worden volgt het best uit een voorbeeld. Op straat krijgt iemand een onge luk en een passeer end agent legt het eerste verband. Hij telefoneert het Centraal Bureau en de dokter als hij er is komt, maakt het verbnad los, legt het opnieuw en beveelt den man naar het ziekenhuis te brengen, waar eindelijk de definiteve behande ling plaats vindt 6 uur 's avonds is het Centraal Bu reau gesloten en dan moet men zich maar zelf zien te helpen. De politie telefoneert dan weer naar de dokto ren. die zich bereid hebben verklaard hulp te verleenen. Zijn degenen die In de buurt wonen niet te bereiken of uit, dan moeten die uit een ander stadsgedeelte maar komen, met een rijtuig dat, eveneens per telefoon, be steld is, wat In den nacht meestal niet te vlug gaat. Is oindelijk de dok ter bij den patient en moet die naar het ziekenhuis, dan begint het gete lefoneer opnieuw, nu om een auto en als de lijder dan nog niet dood is, kan hij eindelijk geholpen worden. Zoo'n regeling maakt Dein Haag, niet in 170Ö, maar in 19111 Was de geheele dienst nu bij liet ziekenhuis onderuehxracht, waar ee- ni'.'e assistenten en verplegers voor 't uittrekken aangewezen zouden wor den, dan kon de hulp vlugger ver leend worden; dag en nacht was on middellijk iemand hij de hand en de auto staat steeds klaar. De Raad liet echter voor de zoo- veelste maal zijn gezond verstand thuis en accepteerde den afzonderlij ken dienst. De directeur hiervan krijgt f 4500-f 5500. De vergadering van Woensdag heeft nog geen einde gebracht aan de be raadslagingen over den dienst. In één middag waren 6 artikelen afge daan en daar er nog 13 waarom nu juist het ongeluksgetal over blijven zullen er nog wel twee verga deringen mee heengaan. Door de belangwekkende discussie raakte een lid zoo ver onder zeil, dat i net twee malen afroepen van zijn naam, bij een stemming, met hielp. Een ferme rlbhestout bracht hem weer naar deze gewesten terug waarop hij dadelijk „tegen" stemde. Dat lid had ten minste den moed van »ijn slaap te genieten; twintig anderen hadden het niet minder met de verveling en de vaak te kwaad "maar „bleven wak ker. taai en groot. In knikkebollend pogen." Maandag voortzetting van den strijd tusschen pücht en slaap. De kooktentoonstelling in den Die rentuin is afgeloopen. Het slot was min of meer pakkend. In den binnen- aanbouw. waar kookdemonstraties gegeven zouden worden, verbood de politie dit wegens brandgevaar. Nu kan een mensch nooit te voorzichtig zijn, maar waar goed gevonden was dat in eon zaal. vol geëtaleerd met brandbare voorwerpen, zich een panr weken lang een menschetimnssa ver drong lanes paden van nog geen twee meter breedte, daar is het een vreem de gedachtenaang. die gevaar doet zien van koken op een plaats waar juist niet veel ruimte was. Hierbij komt nog. dat de aanbouw zoo zwak eebouwd was. dat de wanden voor den minsten druk zonden bezwijken en hier dus veel minder kans op ge vaar l>estond dan in de zaal. waar de nooduitgangen zelfs versperd waren. De brandweercommandant oordeel de echter anders en in plaats van kookdemonstraties te zien kreeg m«n muziek te hooren. We zullen deze zaak wel in den raad krijgen, want in de tentoonstel lingscommissie zaten ook een paar raadsleden en wel twee, die niet ziea op een paar vellen handelingen mis dor of meer. Dat staat ons dus ook nog te waek- ten. ZIN TRAM. Allegaartjes. OVER DE GROENTENMARKT. Op de Groentenmarkt heerscht on tevredenheid. De commïssionnairs ia groenten zijn ontstemd en de tuinders zijn ook wrevelig. De aanleiding kent men Met 1 April zal 'n nieuwe rege ling voor de Groentenmarkt in wer king treden, die in 't kort gezegd dit beoogt het inkrimpen van dea markttijd. De Zaterdag zal als markt dag vervallen en het aanvangsuur van den drukken tijd wordt van 4 uur des morgens tot 6 uur verlaat. Nu zijn er betrokkenen, die va* oordcel ziin, dat de heele inkrimping een kwaad ding is. Op Zaterdag moet men ook groenten kunnen verknopen. Noen. zeggen de anderen de mees ten op Zaterdag komt er niets aan de markt, want dien dag gaan >J« menschen naar het Weslland, des Langend ijk en elders, om af te reke nen met de groot-handelaars en c*a nieuwe groenten In te koopen voor da volgende week. Dan is er een groep van tuinders, die, erkennend dat de Zaterdag ge mist kan worden, bezwaar make* tegen het eerst-om-zes-uur-operstel len. Om vier uur kunnen we al vcr- koopen, zeggen zij, en om vijf uur is de markt al in vollen gang. Wat daarvan aan is, weten we niet, W8l dat anderen dit weer ontkennen. Deze opponenten belmoren tot de vereeniging „Tuindersbelang". die nu dreigt op Rolland te Overveen te zul len gaan markten. Wel oen 50 leden dezer vereeniging zouden de Haar lemsdie markt gaan verlaten. Anderen zeggen, dat dit niet zoo's vaart zal loopen. En al komt het zoo ver. zeggen zij. dan zijn het alleen kleinere luinders. De markt wordt door een 400 verkoopers liezocht. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. De vindingrijkheid van oplichters ls zóó groot, dat de voorzichtigheid van eerlijke menschen er niet tegen op kan. En hoe brutaler de streken, des te groot.er kans op succes. De nieuwste onderneming van het gespuis, om be middelde en goedgeefsche personen op te bellen met de boodschap„ik ben dokter X aanstonds komt er iemand hij u, die verdient geholpen te wor den", is bijna geniaal van eenvoud. Wie het niet vertrouwen, sturen straks de hulpbehoevende alleen weg, maar denken er niet zoo dadelijk aan om de politie te waarschuwen. De fout van de vrienden was, dat ze to lang in dezelfde omgeving bleven en dus gesnapt werden, maar niot vóór- dut een dame er voor vijf en twintig gulden ingeloopen was. Waarschijn lijk is zij de eenlge niet, maar som migen doen er in zoo'n geval liever het zwijgen toe en ontloopen daarmee den last van het justitieel onderzoek. Wat is er tegen die eeuwig nieuw- verzonnen trucs te doen 't Verwon dert me, dat nog niemand een verzeke ring tegen oplichterij heeft gesticht. We worden zoetjes aan toch al voor zooveel gebeurlijkheden geassureerd, dat er niets meer aan 't toeval over gelaten blijft. Ik zie er van af, hier een opsomming te geven van al de mo gelijkheden in 't menschelijk leven, die geldeliik nadeel kunnen veroorza ken en wasrvcor de gelegenheid tot verzekering bestaat Met een geheu gen als van Krebs en zijn dochter zou lk nog te kort schieten. De eenige ge beurlijkheid die ongeassureerd bleef is - om aan de verzekering te ontkomen. De jonkvrouw uit het sprookje in het betooverde slot, be waakt door drie draken en zes reu zen, wordt met de grootste moeite dcor den urins gered. Een agent van een verzekeringmaatschappij zou het met 't grootste gernak hebbeu klaar gespeeld, maar in dien tijd bestond die nog niet. Onlangs is ine liet volgende verhaal ter oore gekomen. Een agent van een maatschappij, die verzekert tegen de gevolgen van het breken van para- pi uies in een regenstorm, bracht een bezoek aan een man, die hem was aangewezen als iemand met een be hoorlijk inkomen. Tot zijn verwonde ring trof hij den man aan in een zol derkamertje van een groot pension. „Gaat u zitten", zei de bewoner vriendelijk. ,,U is toch niet van een verzekeringmaatschappij De agent moest het feit erkennen. „Dan moet ik naar 't dak", kermde de man en viel flauw. Toen hij weer met een paar glazen water was bijge bracht, deed hij het navolgende ver haal „Weinif jaren geleden bewoonde Ik twee mooie kamers op de benedenver dieping van ditzelfde huis. Op zeke ren dag kwam een agent van een maatschappij om mijn leven te verze keren dat deed ik, wamt ik ben in beginsel een voorstander van verze kering. Kort daarop kwam een onder over o n cel ukken v erzeker ing spreken ik ging er op in Hoewel ik kind noch kraai heb, redeneerde lk zoo mocht ik ontijdig komen te vallen of een ernstig ongeluk krijgen, dan wil ik, dat de wereld een zekere finan- cieele vereoeding voor mij krijgt. Ja, 't is misschien pedant, maar wie kan ruimte noodighij minacht het licha melijk lijden, hij haakt naar het ge vaar." En daar gaan me nu waarachtig in Duitschland stemmen op om dat zielen-asyi te klelneereu, te belasteren zelfs. Ik heb ter zake een gesprek bijge woond tusschen een der felste revolu- tionnairen van Frankrijk en een of ficier. Men vergunne mij. dat gesprek beknopt weer te geven, in dezer voe ge. dat de argumentatie zoo van den een als van den andeT ineens ln haar geheel wordt saamgevai. De kwestie is niet van komiekerig heid ontbloot. „Bandieten zijn het zeggen de meeste Duitschers. ..Helden zijn hetzegt gij met de uwen Twee uitersten. Geen middenweg. Weet u, wat miin meening is Het vreemde- lingen-leeinen is een samenraapsel van deserteurs. Deserteurs Laten wii onderscheiden. Voor de patriotten 1s een deserteur niets anders dan een lafaard, een verrader, eeu futlooze, kortom: een ellendeling. Voor ons antipatriotten, „humanitaires", betee- lient een deserteur iets gansch an ders. Voor ons is een deserteur óf een stommel!" óf een slachtoffer. De de serteur heeft niets begrepen van den huidigen stand van zaken. Heeft hij dienst geweigerd of is hij de kazerne ontvlucht uitsluitend om zich aan het militaire ambt te onttrekken en uit vrees voor de karweitjes, dan is hii ten eenenmale óniuteressont. Is hij een militant met bewustheid, dan is hij cp den verkeerden weg. Voor den overtuigden anti-militarist ls het nlicht. naar de kazerne te gaan. er zich zoo seed mogeliik te gedragen en er bouwstoffen te verzamelen ter ar gumentatie van het anti-militarisme Verdwenen ln den vreemde, ten prooi van alle ellenden en alle onzekerhe den, is de militante deserteur verLo- ren, niets meer waard: Hij bestaat dan niet meer voor de revolutionnairen. Door de natriotten uitgeetooten, uit naam van het patriottisch ideaal, door de anti-patriotten veriaten, uit naam van het revolutionnair ideaal is de deserteur een levende zelfmoor denaar. Welnu, het vreemdelingen-legioen bestaat uitsluitend uit deserteurs. Ik kan me desnoods begrijpen, dat iemand genoeg heeft van de uniform, de militaire tucht, de „pesterij" van de zijde ziiner meerderen, en dat hij vlucht om elders te leven, ln vrij heid. Dat is verklaarbaar, al zou ik zelf in zoo'n geval, in een dersreliike stemming heel anders handelen. Maar dat dezelfde man, die in het eene land, ziin land. deserteert, militaire dien sten gaat verrichten in een ander land dat. is al heel gek. In elk geval zijn dergelijke menschen niet belang wekkend genoeg. Deserteur-soldaat- held peuh dat is een vondstje van onzen gedegenereerden tijd. Het komt er al bitter weinig op aan, of de sol daten van het vreemdelingen-legioen, naar de meening der Duitschers, mis handeld worden, dan wel, naar de meening der Franschen, helden ziin. Weg met den troep Duitsche, Ita- liaansche en Spaansche deserteurs, die het vreemdelingen-legioen uitma ken Weg met ulle deserteurs 1 Welk een dwaling, dat la T-é-1 gion Etrangère" hoofdzakelijk ls sa mengesteld uit deserteurs van ande re landen! De lieden zijn meerendeels om heel andere redenen uit hun land gegaan. De Elzassers bijvoorbeeJd, omdat zij zich nog altijd onder de Franschen wenschen te rekenen. De meeste anderen of omdat zij in hun land de eene of andere onvoorzich tigheid dan wel fout hebben begaan. Niet weinigen wegens gemoedskwes ties groote teleurstellingen, onge- lukkige liefde en wat dies meer zij. Bijna allen zoeken den dood op de meest eervolle wijze, voor het minst de vergetelheid. Vandaar hun buiten gewone onverschrokkenheid op het zich goed indenken in de mogelijk heid, dat hij voor de samenleving in 't geheel niets waard zou zijn Dus verhuisde ik getroost naar een paar minder mooie kamers op een hoogere verdieping, want de premie was hoog. Evenwel heb ik ook daar niet kun nen blijven. Er kwamen altijd meer agenten van verzekeringen, die allen met een nieuwen klant heengingen, omdat ik in beginsel een vriend vun verzekering ben en een mensch vóór alles zijn beginsel moet trachten hoog te houden. Dat geeft een zekere vol doening, maar hoe hooger ik in mijn eigen achting steeg, des te meer trap pen moest ik klimmen naar mijn ka mer in 't pension, want de premién moeten op tijd en geregeld worden be taald. Non- nooit heb ik van een van mijn drie en dertig soorten van ver zekering (ja, het zijn er precies drie en dertig) ooit een uitkeering genoten, maar ik troost me met de gedachte, dat anderen daarvan profiteeren. Zou er, denkt u, wel één verzekerde zoo be ginselvast wezen als ik?" De agent meende van niet Dit j scheen den armen man goed te doen, hij pinkte een traan weg en vervolgde: „Maar nu ben ik op hot toppunt van verzekering en van het pension ge komen. U ziet: ik woon op de zolder kamer; nog één nieuwe verzekering en ik kan ook dit vertrek niet meer betalen. De dakgoot ia mijn voor- landl" De agent van de maatschappij ter verzekering van de gevolgen van het breken van parapluies ln een regen- storm was nog Jong In 1 vak. dus nog weekhartig. Aangedaan stond hij op, stak den alverzekerde de hand toe en sprak; slagveld. Deserteurs zijn zoo moedig niet, wel? Deserteurs'! Maar, mijn goeie man, deserteurs, die militaire diensten, en de zwaarste, verrichten in een ander land ?a n'existe pasl Deserteurs?l Maar er zijn grijsaards hii, wieu wij, mits zij nog maar krach tig genoeg zijn, niet naar hun leeftijd vragen, zoo min als wij ook maar Aén hunner verzoeken, ons zijn wa ren naam te ontsluieren. Deserteurs?! Maar op de honderd soldaten van el ke compagnie in Mexico waren er minstens twaalf, die officier waren geweest, elk in zijn eigen land. en die heen hadden moeten gaan, wijl »ij tnm of meer spelers waren ge weest. Deserteurs?! Maar er zijn Fran sche officieren onder, die huh vorig regiment hebben moeten verlaten door den eenen of anderen „coup de téte" en nu weer van de onderste sport af moeten beginnen. Neein, het zijn geen deserteurs. Het zijn, zoo ge wilt, wanhopigen, uit alle lagen der maatschappij. Die warrtopigen zoeken den dood op het slagveld, voor het minst de vergetelheid door har den. gedisoipbneerden arbeid in de kazerne. Moedig zijn zij dus allen. Helden zijn het in den strijd. Ding desnoods op hun heldenmoed af door de verklaring, dat hun doodsverach ting voortspruit uit gebrek aan le venslust maar wees niet onbillijk en wreed, door hen over één kam te S' heren inet deserteurs. Deserteurs?! Maar het zijn juist anti-deserteurs, mijn waarde. Hebben sommigen hun ner misschien niet voldaan aan den dienstplicht in hun land, dan is het onwillens gebeurd. Een simpele coïn cidentie. C'est clair, n'est-ce pas? OTTO KNAAP. Yan de Residentie en haar bewoners. Cl. Het maken van plannen tot verbe tering van het verkeer in de binnen stad schijnt aanstekelijk te zijn. Na het indienen door B. en W. van het voorstel tot het slaan, dwars door huizenblokken heen van twee groote verkeerswegen, kwamen verschillen de raadsleden met min of meer in grijpende amendementen, daarna deed de heer Von Steyn zijn dwaas voorstel (hij herhaalde het dezer da gen) en kwam de Bonneterie met een plan tot verbreeding van de Graven straat, Dit laatste ls het eenige, dat ernsti ge overweging verdient, buiten dat vun B. en W. Jn de vergadering van 16 Januari besloot de raad een gedeelte grond aan de Gravenstraat in de toekomst te bestemmen voor openbare straat, waardoor de verkeersweg daar aan de Groenmarkt een gelijk© breedte zou krijgen als aan het Binnenhof. Mooi zou de straat er niet door wor den, want de rooilijn langs de Bonne terie kwam dan schuin te loopen, daar de eene boek 2.20 M naar ach ter moet en de andere kan blijven staan, wat van de Groenmarkt af ge zien zou doen vermoeden, dat men een trechtervormige straat voor zich had. De firma had tegen dit plan gToot bezwaar, omdat het non de voorzijde niet meer rechthoekig zijn van haar magazijn, de vertrekken zou 'doen ge-eren, wat ze onbruikbaar zou ma ken voor paskaniers. Zij heelt thans voorgesteld haar geheelen voorgevel overal 1.10 M. terug te plaatsen en de dan vrijkomende 56 vierk. M. grond biedt zij aan de gemeente aan in ruil voor 36 vierk. M. aan het Buitenhof. Verder verbindt zij er nog eenige „Uw dakgoot wil ik niet op mijn geweien hebben, lk dring niet verder aan, en vertrek". „En mijn beginsel dan?" zei de arme verzekerde met bolle stem. Het Beginsel! Daaraan had de agent niet gedacht. Sprakeloos keek hij den ongelukkige aan. Toen schoot hem oen gedacht© door 't hoofd: één kans bestond er nog oin uit de schrikkelijke moeilijkheid te raken. „Is u gewoon oen parapluie t© ge bruiken?" vroeg hij. „Nooit", zei de man, „ik hou er niet van, altijd als 't regent draag ik een regenjas". „Maar dan is er geen enkele reden om u bij mij te verzekeren!" riep de agent triomfantelijk uit En z© dans ten samen van pret, toen z© inzagen, dat de zolderkamertjesman zich dezen keer niet behoefde te verzekeren en toch Het Beginsel zuiver kon bewaren. „Mijn weldoener, mijn redder..." stamelde hl] en keek omhoog, naar de dakgoot die hij zoo amper ontkomen was. ln hun vreugde hadden ze niet ge boord dat er aan de deur getikt werd, zc-odat er onverwachts een klein meis je in de kamer stond met een para pluie in haar hand. „Compliment van moeder van de verdieping hieronder", zei ze, „en moeder hoeft gezien, dat u gister in den stortregen liep zonder parapluie en we hebben er een over en of moeder u daarmee dienen kan". De parapluie was vaal, maar de man van do zolderkamer werd nog valer. Sprakeloos keek hij het nood lottige regenscherm aan. maar de ver zekeringsagent pakte het beet zwaaide het boven zijn hoofd en riep: „dat nooit! Slechts over mijn lijk zal deze verachtelijke parapluie dezen edelen man naderen!" Daarop stortte hij zich met de para pluie in de vuist de trappen van 't pen sion af, bij vier tegelijk en snelde naar de directie van zijn maatschappij om haar dit merkwaardig verhaal te gaan doen. Een uur daarna klopte hij bij de zelfde dakkamer aan. „Vriend" zei hij, „toen ik mijn di recteur het geval verteld had, zei die „je leert het nooit, ik ontsla je op staanden voet. Onze verzekering is een polis en een premie, gemoed s- quacsties komen daarbij niet t© pas. Je kunt gaanl" „Deel voortaan mijn zolderkamer en mijn Beginsel", zei de verzekerde. „Er zaJ toch wel éénmaal een uitkee ring op een van mijn 33 polissen ko men. Hopen, en blijven hopen is mijn lijfspreuk". En op die zolderkamer zitten ze nou nogl Hoewel ik deze geschiedenis cm zoo te zeggen uil den mond van mijn zegs man heb opgeteekend, kan ik tot mijn leedwezen voor de absolute juistheid daarvan niet instaan. Wi© kan in deze tegenwoordige, zonderlinge maat schappij nog inslaan, voor wat een arsdpr heeft beleefd. Mijn eigen oogen geloof ik en dan nog betrekkelijk, want het is op zekeren dag gebeurd, dat Ik, Daar de Znndvoortsche laan wandelende, mijzelf afvroeg: „kan ik mijn oogen gelooven?" Dat was toen ik daar voor de eer ste maal, midden in 't weiland een reusachtinen stoel zog staan. Hoe kan nu zoo vroeg ik mij af, zoo'n onartis tiek ding op onartistieke manier mid den in een weiland gezet, reclame wezen voor een fabriek van artistieke meubelen? „Kunnen zulke leelijke dingen niet1 verboden worden?" heb ik hooren vra gen. Het antwoord was neen. Alle ge meentebesturen hebben het recht om onbewoonbaar verklaarde woningen te sluiten, welnu kunnen zij dan niet dezen stoel verwijderen, die onbewoon baar is, omdat hij geen zitting heeft en, indien hij die wel had, voor een sterveling van gewone afmetingen toch niet bewoonbaar wezen zou? Waar -aan we heen! Binnenkort zal er geen vergezicht meer wezen, dat niet vermengd is met vermouth, geen horizon meer zonder chocolade en geen heuvel meer zonder zeep. Er zal geen natuur meer wezen zonder handel en als Heemschut en de Ver eeniging tot behoud van natuurmonu menten niet gauw tusschenboide ko men, dan zal de eenige, ware natuur nog te vinden zijn op de oude films van de bioscoop. Zullen we dan daarbij blijven staan? Ik vrees van niet. Nu al wordt er beweerd, dat sommige dames voor rekening van vermaarde modemaga zijnen met keurige japonnen rondloo- pen, die haar in ruil voor den dienst der vertooning, niets kosten. Eén stap verder ep ze spelden er e©n adres kaartje van de firma op vasL Dan dragen deftige heeren bruine hand schoenen met in zwarte letters dea naam van den leverancier M ais on Jansen en hooge hoeden, met een groen vlaggetje er boven op: P i fi le r s e n. hofleverancier van Turkije. Eon toekomst om van te griezeleo! FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5