HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
t'.aarlemscti j
lïandetsvereeniging
Goedgek. bi) Kon. ISesl. van 12 Nov. 1899.
.In Hoarleinsche Handelsveroenl-
gia.T Hier ier slede, opgericht 10 Mol
1892, heeft in den loop van den lijd
wel haar recht van beslaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jamuier echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeereu, door als lid der Vereeni-
giug toe te treden. Er zijn wel sieer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de. ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om uui minste te laten gevoe
len, dat men hel werk op prijs stelt,
dat de tlaarleinsche llaudelsvereeul-
ging steeds opneemt, aLs doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeeleu, die de Vereeniging
bullae hare bemoeiiugen van ver
schil lauden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groole
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 8.50, die gevraagd
word'-
De Haarleinscbe Handelsvereni
ging bemoeit zicb in ae eerste plaats
er rneue, de belangen van bane leden
tn bevorderen, door onwillige beta
lers voor ben tot betaling aan te
manen en ujloruiauen voor ben in te
wt.ineu. bovendien hebben de leden
hel recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en bel bedrijf der leden.
AU proef kunnen voortaan uieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts bel 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 Apnlj
ad 1 75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
een igug zijii de heeren Mrs. Th. de
Haun Hugetiliullz en A. H. J. Merens,
bpuarue 94. alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Ve.reeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso s door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vost
recht van 5 pet der vordering bere
kend.
bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten vaD iufornialien naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 6U ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding, informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Rreteiilien op buiten de stad wo
nende personen worden met behau-
deld. wanneer uiet 1U ets. vour porto
ver gueding is toegevoegd.
Ruiui 1(48 informatieii en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geioopen jaar gegeven.
In de maanden December 1910,
Januari en Februari 1911 zijn 79 vor-
denugen tot een bedrag van f 3352.33
betaald; 17 vorderingen w.rden afbe
taald, 20 vorderingen zijn uitgesteld.
Nieuwe Leden voor 1911/12 kunnen
nu reeds tot de Vereeniging toetreden
en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. al
le voorrechten als een gewoon lid.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seert aan het bureau, dat geupend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V toch van haai infor-
rnatien kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
mformatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor information op
h er ter stede woonachtige per30uen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCLXVIIL
Er is in den laatsten tijd heel wat
gepraat over „la Légion Etrangère",
Frankrijk's vreemdelingen-legioen.
Men weet, hoe in de heilige hallen
van den Rijksdag de heer Erzberger,
rapporteur van bet oorlogsbudget,
vroeg ..hoe lang nog Frankrijk een
instelling zou behouden, die met meet
tot ons beschaafd tijdperk behoort"
hoe generaal Von Herringen, minis
ter van Oorlog, verklaarde, dat men
..net volk moest inlichten over het
geen er in het vreemdelingen-legioen
gebeurt", en dat men „instede van
het te roemen, het eer aan de publie
ke verachting moest prijsgeven."
Men zou zich kunnen afvragen,
waarom de Duitsclie grootwaardig-
heidbekleeders zich eigenlijk bemoei
en met een instelling van Frankrijk,
indien men niet wist, dat het grootste
gedeelte van het vreemdelingen-legi
oen bestaat uit Elzassers, Duitsche
Zwitsers en.... Duitschers.
Dat legioen werd ingesteld onder
de regeering van Louis-Philippe, bij
de wet van 9 Maart 1831, welke be
paalde, dat het dienst moest doen
..buiten het vastelands-grond gebied
van het koninkrijk".
Het is een onbetwistbaar feit, dat
genoemd legioen zeer groote dien
sten aan het Fransche rijk heeft be
wezen. en indien Napoleon's: ..Indien
gii wilt weten, welk regiment zich
het best in den striid heeft gedragen,
vraag dan welk de meeste manschap
pen heeft verloren", volkomen waar
is. staat „la Légion Etrangère" te
dien opzichte wellicht geheel boven
aan.
Bij de conventie van 28 Juni 1835
werd het vreemdelingen-legioen vari
Frankrijk om-zoo-te-zeggen overgeno
men door Spanje, dat hevig veront
rust werd door de partijgenoóten van
don Carlos.
Krachtens een decreet van 16 De
cember 1835 stelde Frankrijk een
nieuw vreemdelingen-legioen samen,
dat aanvankelijk bestond uit twee ba-
taïllons. doch zich reeds in 1840 uit
breidde tot twee regimenten.
In den loop der tijden heeft dat
rasmeilgige corps zich ten hoogste
onderscheiden in Algerïè, Mexico.
Tonkin. Madagascar. Marokko....
Kapitein Azan schetste ons het vol
gende portret van den krijger van het
vreemdelingen-legioen.
..In het eentonige en vredige garni
zoensleven wordt de „légionnaire"
spoedig bevangen door een vage mc-
lancolie en geeft hij zich somtiids
over aan de ondeugd en de tuchte
loosheid.... In den strijd daarentegen
ls hij altiid een actief. gediscipli
neerd. moedig soldaat, bereid tot de
grootste inspanningen en de grootste
toewijdingen.
Hij heeft zijn land. zijn familie, zijn
vrienden verlaten soms heeft hii in
ziin verleden een geheimzinnig dra
ma. waarvan hij het geheim bewaart.
Hii telt niet meer in de maatschapnij
rr-ede hij dient zelfs niet onder zün
waren naam, doch onder een door
hem zelf gekozen schuilnaam.... Hii
is in het Legioen komen zoeken de
vergetelheid van een smart, de vergif
fenis voor een wandaad hij heelt
ZATERDAG 25
ART 1911
voorwaarden van ondergeschikten
aard aan.
Het plan is de overweging warfrd.
vooral omdat een fraaie verbreeding
vun een drukke straat te bereiken is
zonder dat het der gemeente een cent
kost. Het bebouwen vun het stukje
RiiitPnhof zal vermoedelijk geen be
zworen ontmoeten.
Mocht de raad hiertoe besluiten,
wat werkelijk te wenschen is, dan
krijgen we tevens aan de daar ver
breed e Gravenstraat een geheel nieuw
mngnziin. in plaats van het samen
stel van aangetrokken porreden, die
aan de straatverdieoing gelijk ziin.
maar in de bovenverdiepingen alle
iu bouw en hoogte verschillen.
De tweede zitting, gewijd aan de
behandeling van de onlwerp-verorde-
ning op den gemeentelijken genees
kundigen dienst, bracht nog geen ein
de Alleen werd uitgemaakt, dat de
dienst niet onder het Ziekenhuis zal
ressorteeren, maar zelfstandig ziin
Op zijn zachtst uitgedrukt is dit
een dwaze beslissing. Wordt bij de
verdere artikelbehondeling daarin
geen wijziging gebracht dan komen
we voor vreemde toestanden te staan.
De eerste hulp hij ongelukken wordt
verricht uit een Centraal bureau,
waar een dokter en een verpleegster
van 9 tot 6 zullen wachten of iemand
gelieft een ongeluk te krijgen. Zijn ze
beiden uit dan is de concierge de aan
gewezen man om hulp en raad te
verleenen en als hij dat niet kan.
blijft de patient maar wachten.
Hoe met de getroffenen mogelijk
gesold gaat worden volgt het best uit
een voorbeeld.
Op straat krijgt iemand een onge
luk en een passeer end agent legt het
eerste verband. Hij telefoneert het
Centraal Bureau en de dokter als
hij er is komt, maakt het verbnad
los, legt het opnieuw en beveelt den
man naar het ziekenhuis te brengen,
waar eindelijk de definiteve behande
ling plaats vindt
6 uur 's avonds is het Centraal Bu
reau gesloten en dan moet men zich
maar zelf zien te helpen. De politie
telefoneert dan weer naar de dokto
ren. die zich bereid hebben verklaard
hulp te verleenen. Zijn degenen die
In de buurt wonen niet te bereiken of
uit, dan moeten die uit een ander
stadsgedeelte maar komen, met een
rijtuig dat, eveneens per telefoon, be
steld is, wat In den nacht meestal
niet te vlug gaat. Is oindelijk de dok
ter bij den patient en moet die naar
het ziekenhuis, dan begint het gete
lefoneer opnieuw, nu om een auto en
als de lijder dan nog niet dood is,
kan hij eindelijk geholpen worden.
Zoo'n regeling maakt Dein Haag,
niet in 170Ö, maar in 19111
Was de geheele dienst nu bij liet
ziekenhuis onderuehxracht, waar ee-
ni'.'e assistenten en verplegers voor 't
uittrekken aangewezen zouden wor
den, dan kon de hulp vlugger ver
leend worden; dag en nacht was on
middellijk iemand hij de hand en de
auto staat steeds klaar.
De Raad liet echter voor de zoo-
veelste maal zijn gezond verstand
thuis en accepteerde den afzonderlij
ken dienst. De directeur hiervan
krijgt f 4500-f 5500.
De vergadering van Woensdag heeft
nog geen einde gebracht aan de be
raadslagingen over den dienst. In
één middag waren 6 artikelen afge
daan en daar er nog 13 waarom
nu juist het ongeluksgetal over
blijven zullen er nog wel twee verga
deringen mee heengaan.
Door de belangwekkende discussie
raakte een lid zoo ver onder zeil, dat
i net twee malen afroepen van zijn
naam, bij een stemming, met hielp.
Een ferme rlbhestout bracht hem weer
naar deze gewesten terug waarop hij
dadelijk „tegen" stemde. Dat lid had
ten minste den moed van »ijn slaap
te genieten; twintig anderen hadden
het niet minder met de verveling en
de vaak te kwaad "maar „bleven wak
ker. taai en groot. In knikkebollend
pogen."
Maandag voortzetting van den strijd
tusschen pücht en slaap.
De kooktentoonstelling in den Die
rentuin is afgeloopen. Het slot was
min of meer pakkend. In den binnen-
aanbouw. waar kookdemonstraties
gegeven zouden worden, verbood de
politie dit wegens brandgevaar. Nu
kan een mensch nooit te voorzichtig
zijn, maar waar goed gevonden was
dat in eon zaal. vol geëtaleerd met
brandbare voorwerpen, zich een panr
weken lang een menschetimnssa ver
drong lanes paden van nog geen twee
meter breedte, daar is het een vreem
de gedachtenaang. die gevaar doet
zien van koken op een plaats waar
juist niet veel ruimte was. Hierbij
komt nog. dat de aanbouw zoo zwak
eebouwd was. dat de wanden voor
den minsten druk zonden bezwijken
en hier dus veel minder kans op ge
vaar l>estond dan in de zaal. waar de
nooduitgangen zelfs versperd waren.
De brandweercommandant oordeel
de echter anders en in plaats van
kookdemonstraties te zien kreeg m«n
muziek te hooren.
We zullen deze zaak wel in den
raad krijgen, want in de tentoonstel
lingscommissie zaten ook een paar
raadsleden en wel twee, die niet ziea
op een paar vellen handelingen mis
dor of meer.
Dat staat ons dus ook nog te waek-
ten.
ZIN TRAM.
Allegaartjes.
OVER DE GROENTENMARKT.
Op de Groentenmarkt heerscht on
tevredenheid. De commïssionnairs ia
groenten zijn ontstemd en de tuinders
zijn ook wrevelig. De aanleiding kent
men Met 1 April zal 'n nieuwe rege
ling voor de Groentenmarkt in wer
king treden, die in 't kort gezegd
dit beoogt het inkrimpen van dea
markttijd. De Zaterdag zal als markt
dag vervallen en het aanvangsuur
van den drukken tijd wordt van 4 uur
des morgens tot 6 uur verlaat.
Nu zijn er betrokkenen, die va*
oordcel ziin, dat de heele inkrimping
een kwaad ding is. Op Zaterdag moet
men ook groenten kunnen verknopen.
Noen. zeggen de anderen de mees
ten op Zaterdag komt er niets aan
de markt, want dien dag gaan >J«
menschen naar het Weslland, des
Langend ijk en elders, om af te reke
nen met de groot-handelaars en c*a
nieuwe groenten In te koopen voor da
volgende week.
Dan is er een groep van tuinders,
die, erkennend dat de Zaterdag ge
mist kan worden, bezwaar make*
tegen het eerst-om-zes-uur-operstel
len. Om vier uur kunnen we al vcr-
koopen, zeggen zij, en om vijf uur is
de markt al in vollen gang. Wat
daarvan aan is, weten we niet, W8l
dat anderen dit weer ontkennen.
Deze opponenten belmoren tot de
vereeniging „Tuindersbelang". die nu
dreigt op Rolland te Overveen te zul
len gaan markten. Wel oen 50 leden
dezer vereeniging zouden de Haar
lemsdie markt gaan verlaten.
Anderen zeggen, dat dit niet zoo's
vaart zal loopen. En al komt het zoo
ver. zeggen zij. dan zijn het alleen
kleinere luinders. De markt wordt
door een 400 verkoopers liezocht.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De vindingrijkheid van oplichters ls
zóó groot, dat de voorzichtigheid van
eerlijke menschen er niet tegen op
kan. En hoe brutaler de streken, des
te groot.er kans op succes. De nieuwste
onderneming van het gespuis, om be
middelde en goedgeefsche personen op
te bellen met de boodschap„ik ben
dokter X aanstonds komt er iemand
hij u, die verdient geholpen te wor
den", is bijna geniaal van eenvoud.
Wie het niet vertrouwen, sturen
straks de hulpbehoevende alleen weg,
maar denken er niet zoo dadelijk aan
om de politie te waarschuwen. De
fout van de vrienden was, dat ze to
lang in dezelfde omgeving bleven en
dus gesnapt werden, maar niot vóór-
dut een dame er voor vijf en twintig
gulden ingeloopen was. Waarschijn
lijk is zij de eenlge niet, maar som
migen doen er in zoo'n geval liever
het zwijgen toe en ontloopen daarmee
den last van het justitieel onderzoek.
Wat is er tegen die eeuwig nieuw-
verzonnen trucs te doen 't Verwon
dert me, dat nog niemand een verzeke
ring tegen oplichterij heeft gesticht.
We worden zoetjes aan toch al voor
zooveel gebeurlijkheden geassureerd,
dat er niets meer aan 't toeval over
gelaten blijft. Ik zie er van af, hier
een opsomming te geven van al de mo
gelijkheden in 't menschelijk leven,
die geldeliik nadeel kunnen veroorza
ken en wasrvcor de gelegenheid tot
verzekering bestaat Met een geheu
gen als van Krebs en zijn dochter zou
lk nog te kort schieten. De eenige ge
beurlijkheid die ongeassureerd bleef
is - om aan de verzekering te
ontkomen. De jonkvrouw uit het
sprookje in het betooverde slot, be
waakt door drie draken en zes reu
zen, wordt met de grootste moeite
dcor den urins gered. Een agent van
een verzekeringmaatschappij zou het
met 't grootste gernak hebbeu klaar
gespeeld, maar in dien tijd bestond
die nog niet.
Onlangs is ine liet volgende verhaal
ter oore gekomen. Een agent van een
maatschappij, die verzekert tegen de
gevolgen van het breken van para-
pi uies in een regenstorm, bracht een
bezoek aan een man, die hem was
aangewezen als iemand met een be
hoorlijk inkomen. Tot zijn verwonde
ring trof hij den man aan in een zol
derkamertje van een groot pension.
„Gaat u zitten", zei de bewoner
vriendelijk. ,,U is toch niet van
een verzekeringmaatschappij
De agent moest het feit erkennen.
„Dan moet ik naar 't dak", kermde
de man en viel flauw. Toen hij weer
met een paar glazen water was bijge
bracht, deed hij het navolgende ver
haal
„Weinif jaren geleden bewoonde Ik
twee mooie kamers op de benedenver
dieping van ditzelfde huis. Op zeke
ren dag kwam een agent van een
maatschappij om mijn leven te verze
keren dat deed ik, wamt ik ben in
beginsel een voorstander van verze
kering. Kort daarop kwam een onder
over o n cel ukken v erzeker ing spreken
ik ging er op in Hoewel ik kind
noch kraai heb, redeneerde lk zoo
mocht ik ontijdig komen te vallen of
een ernstig ongeluk krijgen, dan wil
ik, dat de wereld een zekere finan-
cieele vereoeding voor mij krijgt. Ja,
't is misschien pedant, maar wie kan
ruimte noodighij minacht het licha
melijk lijden, hij haakt naar het ge
vaar."
En daar gaan me nu waarachtig in
Duitschland stemmen op om dat
zielen-asyi te klelneereu, te belasteren
zelfs.
Ik heb ter zake een gesprek bijge
woond tusschen een der felste revolu-
tionnairen van Frankrijk en een of
ficier. Men vergunne mij. dat gesprek
beknopt weer te geven, in dezer voe
ge. dat de argumentatie zoo van den
een als van den andeT ineens ln haar
geheel wordt saamgevai.
De kwestie is niet van komiekerig
heid ontbloot. „Bandieten zijn het
zeggen de meeste Duitschers. ..Helden
zijn hetzegt gij met de uwen Twee
uitersten. Geen middenweg. Weet u,
wat miin meening is Het vreemde-
lingen-leeinen is een samenraapsel
van deserteurs. Deserteurs Laten wii
onderscheiden. Voor de patriotten 1s
een deserteur niets anders dan een
lafaard, een verrader, eeu futlooze,
kortom: een ellendeling. Voor ons
antipatriotten, „humanitaires", betee-
lient een deserteur iets gansch an
ders. Voor ons is een deserteur óf een
stommel!" óf een slachtoffer. De de
serteur heeft niets begrepen van den
huidigen stand van zaken. Heeft hij
dienst geweigerd of is hij de kazerne
ontvlucht uitsluitend om zich aan het
militaire ambt te onttrekken en uit
vrees voor de karweitjes, dan is hii
ten eenenmale óniuteressont. Is hij
een militant met bewustheid, dan is
hij cp den verkeerden weg. Voor den
overtuigden anti-militarist ls het
nlicht. naar de kazerne te gaan. er
zich zoo seed mogeliik te gedragen en
er bouwstoffen te verzamelen ter ar
gumentatie van het anti-militarisme
Verdwenen ln den vreemde, ten prooi
van alle ellenden en alle onzekerhe
den, is de militante deserteur verLo-
ren, niets meer waard: Hij bestaat dan
niet meer voor de revolutionnairen.
Door de natriotten uitgeetooten, uit
naam van het patriottisch ideaal,
door de anti-patriotten veriaten, uit
naam van het revolutionnair ideaal
is de deserteur een levende zelfmoor
denaar.
Welnu, het vreemdelingen-legioen
bestaat uitsluitend uit deserteurs. Ik
kan me desnoods begrijpen, dat
iemand genoeg heeft van de uniform,
de militaire tucht, de „pesterij" van
de zijde ziiner meerderen, en dat hij
vlucht om elders te leven, ln vrij
heid. Dat is verklaarbaar, al zou ik
zelf in zoo'n geval, in een dersreliike
stemming heel anders handelen. Maar
dat dezelfde man, die in het eene land,
ziin land. deserteert, militaire dien
sten gaat verrichten in een ander
land dat. is al heel gek. In elk geval
zijn dergelijke menschen niet belang
wekkend genoeg. Deserteur-soldaat-
held peuh dat is een vondstje van
onzen gedegenereerden tijd. Het komt
er al bitter weinig op aan, of de sol
daten van het vreemdelingen-legioen,
naar de meening der Duitschers, mis
handeld worden, dan wel, naar de
meening der Franschen, helden ziin.
Weg met den troep Duitsche, Ita-
liaansche en Spaansche deserteurs,
die het vreemdelingen-legioen uitma
ken Weg met ulle deserteurs 1
Welk een dwaling, dat la T-é-1
gion Etrangère" hoofdzakelijk ls sa
mengesteld uit deserteurs van ande
re landen! De lieden zijn meerendeels
om heel andere redenen uit hun land
gegaan. De Elzassers bijvoorbeeJd,
omdat zij zich nog altijd onder de
Franschen wenschen te rekenen. De
meeste anderen of omdat zij in hun
land de eene of andere onvoorzich
tigheid dan wel fout hebben begaan.
Niet weinigen wegens gemoedskwes
ties groote teleurstellingen, onge-
lukkige liefde en wat dies meer zij.
Bijna allen zoeken den dood op de
meest eervolle wijze, voor het minst
de vergetelheid. Vandaar hun buiten
gewone onverschrokkenheid op het
zich goed indenken in de mogelijk
heid, dat hij voor de samenleving in
't geheel niets waard zou zijn Dus
verhuisde ik getroost naar een paar
minder mooie kamers op een hoogere
verdieping, want de premie was hoog.
Evenwel heb ik ook daar niet kun
nen blijven. Er kwamen altijd meer
agenten van verzekeringen, die allen
met een nieuwen klant heengingen,
omdat ik in beginsel een vriend vun
verzekering ben en een mensch vóór
alles zijn beginsel moet trachten hoog
te houden. Dat geeft een zekere vol
doening, maar hoe hooger ik in mijn
eigen achting steeg, des te meer trap
pen moest ik klimmen naar mijn ka
mer in 't pension, want de premién
moeten op tijd en geregeld worden be
taald. Non- nooit heb ik van een van
mijn drie en dertig soorten van ver
zekering (ja, het zijn er precies drie
en dertig) ooit een uitkeering genoten,
maar ik troost me met de gedachte,
dat anderen daarvan profiteeren. Zou
er, denkt u, wel één verzekerde zoo be
ginselvast wezen als ik?"
De agent meende van niet Dit j
scheen den armen man goed
te doen, hij pinkte een traan weg en
vervolgde:
„Maar nu ben ik op hot toppunt van
verzekering en van het pension ge
komen. U ziet: ik woon op de zolder
kamer; nog één nieuwe verzekering
en ik kan ook dit vertrek niet meer
betalen. De dakgoot ia mijn voor-
landl"
De agent van de maatschappij ter
verzekering van de gevolgen van het
breken van parapluies ln een regen-
storm was nog Jong In 1 vak. dus nog
weekhartig. Aangedaan stond hij op,
stak den alverzekerde de hand toe en
sprak;
slagveld. Deserteurs zijn zoo moedig
niet, wel? Deserteurs'! Maar, mijn
goeie man, deserteurs, die militaire
diensten, en de zwaarste, verrichten
in een ander land ?a n'existe pasl
Deserteurs?l Maar er zijn grijsaards
hii, wieu wij, mits zij nog maar krach
tig genoeg zijn, niet naar hun leeftijd
vragen, zoo min als wij ook maar
Aén hunner verzoeken, ons zijn wa
ren naam te ontsluieren. Deserteurs?!
Maar op de honderd soldaten van el
ke compagnie in Mexico waren er
minstens twaalf, die officier waren
geweest, elk in zijn eigen land. en
die heen hadden moeten gaan, wijl
»ij tnm of meer spelers waren ge
weest. Deserteurs?! Maar er zijn Fran
sche officieren onder, die huh vorig
regiment hebben moeten verlaten
door den eenen of anderen „coup de
téte" en nu weer van de onderste
sport af moeten beginnen. Neein, het
zijn geen deserteurs. Het zijn, zoo
ge wilt, wanhopigen, uit alle lagen
der maatschappij. Die warrtopigen
zoeken den dood op het slagveld, voor
het minst de vergetelheid door har
den. gedisoipbneerden arbeid in de
kazerne. Moedig zijn zij dus allen.
Helden zijn het in den strijd. Ding
desnoods op hun heldenmoed af door
de verklaring, dat hun doodsverach
ting voortspruit uit gebrek aan le
venslust maar wees niet onbillijk
en wreed, door hen over één kam te
S' heren inet deserteurs. Deserteurs?!
Maar het zijn juist anti-deserteurs,
mijn waarde. Hebben sommigen hun
ner misschien niet voldaan aan den
dienstplicht in hun land, dan is het
onwillens gebeurd. Een simpele coïn
cidentie. C'est clair, n'est-ce pas?
OTTO KNAAP.
Yan de Residentie en haar
bewoners.
Cl.
Het maken van plannen tot verbe
tering van het verkeer in de binnen
stad schijnt aanstekelijk te zijn. Na
het indienen door B. en W. van het
voorstel tot het slaan, dwars door
huizenblokken heen van twee groote
verkeerswegen, kwamen verschillen
de raadsleden met min of meer in
grijpende amendementen, daarna
deed de heer Von Steyn zijn dwaas
voorstel (hij herhaalde het dezer da
gen) en kwam de Bonneterie met een
plan tot verbreeding van de Graven
straat,
Dit laatste ls het eenige, dat ernsti
ge overweging verdient, buiten dat
vun B. en W.
Jn de vergadering van 16 Januari
besloot de raad een gedeelte grond
aan de Gravenstraat in de toekomst
te bestemmen voor openbare straat,
waardoor de verkeersweg daar aan
de Groenmarkt een gelijk© breedte
zou krijgen als aan het Binnenhof.
Mooi zou de straat er niet door wor
den, want de rooilijn langs de Bonne
terie kwam dan schuin te loopen,
daar de eene boek 2.20 M naar ach
ter moet en de andere kan blijven
staan, wat van de Groenmarkt af ge
zien zou doen vermoeden, dat men
een trechtervormige straat voor zich
had.
De firma had tegen dit plan gToot
bezwaar, omdat het non de voorzijde
niet meer rechthoekig zijn van haar
magazijn, de vertrekken zou 'doen
ge-eren, wat ze onbruikbaar zou ma
ken voor paskaniers. Zij heelt thans
voorgesteld haar geheelen voorgevel
overal 1.10 M. terug te plaatsen en de
dan vrijkomende 56 vierk. M. grond
biedt zij aan de gemeente aan in ruil
voor 36 vierk. M. aan het Buitenhof.
Verder verbindt zij er nog eenige
„Uw dakgoot wil ik niet op mijn
geweien hebben, lk dring niet verder
aan, en vertrek".
„En mijn beginsel dan?" zei de arme
verzekerde met bolle stem.
Het Beginsel! Daaraan had de agent
niet gedacht. Sprakeloos keek hij den
ongelukkige aan. Toen schoot hem
oen gedacht© door 't hoofd: één kans
bestond er nog oin uit de schrikkelijke
moeilijkheid te raken.
„Is u gewoon oen parapluie t© ge
bruiken?" vroeg hij.
„Nooit", zei de man, „ik hou er
niet van, altijd als 't regent draag ik
een regenjas".
„Maar dan is er geen enkele reden
om u bij mij te verzekeren!" riep de
agent triomfantelijk uit En z© dans
ten samen van pret, toen z© inzagen,
dat de zolderkamertjesman zich dezen
keer niet behoefde te verzekeren en
toch Het Beginsel zuiver kon
bewaren.
„Mijn weldoener, mijn redder..."
stamelde hl] en keek omhoog, naar de
dakgoot die hij zoo amper ontkomen
was.
ln hun vreugde hadden ze niet ge
boord dat er aan de deur getikt werd,
zc-odat er onverwachts een klein meis
je in de kamer stond met een para
pluie in haar hand. „Compliment van
moeder van de verdieping hieronder",
zei ze, „en moeder hoeft gezien, dat u
gister in den stortregen liep zonder
parapluie en we hebben er een over
en of moeder u daarmee dienen kan".
De parapluie was vaal, maar de
man van do zolderkamer werd nog
valer. Sprakeloos keek hij het nood
lottige regenscherm aan. maar de ver
zekeringsagent pakte het beet zwaaide
het boven zijn hoofd en riep: „dat
nooit! Slechts over mijn lijk zal deze
verachtelijke parapluie dezen edelen
man naderen!"
Daarop stortte hij zich met de para
pluie in de vuist de trappen van 't pen
sion af, bij vier tegelijk en snelde
naar de directie van zijn maatschappij
om haar dit merkwaardig verhaal te
gaan doen.
Een uur daarna klopte hij bij de
zelfde dakkamer aan.
„Vriend" zei hij, „toen ik mijn di
recteur het geval verteld had, zei die
„je leert het nooit, ik ontsla je op
staanden voet. Onze verzekering is
een polis en een premie, gemoed s-
quacsties komen daarbij niet t© pas.
Je kunt gaanl"
„Deel voortaan mijn zolderkamer
en mijn Beginsel", zei de verzekerde.
„Er zaJ toch wel éénmaal een uitkee
ring op een van mijn 33 polissen ko
men. Hopen, en blijven hopen is mijn
lijfspreuk".
En op die zolderkamer zitten ze nou
nogl
Hoewel ik deze geschiedenis cm zoo
te zeggen uil den mond van mijn zegs
man heb opgeteekend, kan ik tot mijn
leedwezen voor de absolute juistheid
daarvan niet instaan. Wi© kan in deze
tegenwoordige, zonderlinge maat
schappij nog inslaan, voor wat een
arsdpr heeft beleefd. Mijn eigen oogen
geloof ik en dan nog betrekkelijk,
want het is op zekeren dag gebeurd,
dat Ik, Daar de Znndvoortsche laan
wandelende, mijzelf afvroeg: „kan ik
mijn oogen gelooven?"
Dat was toen ik daar voor de eer
ste maal, midden in 't weiland een
reusachtinen stoel zog staan. Hoe kan
nu zoo vroeg ik mij af, zoo'n onartis
tiek ding op onartistieke manier mid
den in een weiland gezet, reclame
wezen voor een fabriek van artistieke
meubelen?
„Kunnen zulke leelijke dingen niet1
verboden worden?" heb ik hooren vra
gen. Het antwoord was neen. Alle ge
meentebesturen hebben het recht om
onbewoonbaar verklaarde woningen
te sluiten, welnu kunnen zij dan niet
dezen stoel verwijderen, die onbewoon
baar is, omdat hij geen zitting heeft
en, indien hij die wel had, voor een
sterveling van gewone afmetingen
toch niet bewoonbaar wezen zou?
Waar -aan we heen! Binnenkort
zal er geen vergezicht meer wezen,
dat niet vermengd is met vermouth,
geen horizon meer zonder chocolade
en geen heuvel meer zonder zeep. Er
zal geen natuur meer wezen zonder
handel en als Heemschut en de Ver
eeniging tot behoud van natuurmonu
menten niet gauw tusschenboide ko
men, dan zal de eenige, ware natuur
nog te vinden zijn op de oude films
van de bioscoop.
Zullen we dan daarbij blijven
staan? Ik vrees van niet. Nu al wordt
er beweerd, dat sommige dames voor
rekening van vermaarde modemaga
zijnen met keurige japonnen rondloo-
pen, die haar in ruil voor den dienst
der vertooning, niets kosten. Eén stap
verder ep ze spelden er e©n adres
kaartje van de firma op vasL Dan
dragen deftige heeren bruine hand
schoenen met in zwarte letters dea
naam van den leverancier M ais on
Jansen en hooge hoeden, met een
groen vlaggetje er boven op: P i fi
le r s e n. hofleverancier van Turkije.
Eon toekomst om van te griezeleo!
FIDELIO.