HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. KONINGIN HELENA VRIJDAG 7 APRIL 1911 OM ONS KElN No. 1341. Sljncht en Rjucht. Do Friezen die Haarlem's Dagblad lezen, weten wel wat deze woordei beteekenen slecht en recht, of Booals wij in 't Nederlandsch gewoon rijn te zeggen recht en slecht. Eigen lijk heeft ook deze uitdrukking nog weer een vertaling noodig, want slecht beleekent in dit verband pre cies het tegenovergestelde van wat er in het dagelïjksch loven moe bedoeld wordt, zoodat als t er op aankomt sljucht en rjucht beduidt eenvoudig en rechtuit. Die twee eenvoudige woorden zijn welbeschouwd een soort van merktee- ken, een strijdleus, voor de Friezen. Hun volksdichter, Gysbert Japicx, heeft ze op den voorgrond gebracht en terwijl ik dit schrijf ligt voor me dc afbeelding van zijn baardeloozen, ietwat stroeven, kop, maar met een rechten neus en sterken mond. Dat portretje is afgedrukt aan 't hoofd van een circulaire, die ik dezer dagen gekregen heb met het verzoek om daar wat van te zeggen in de courant. In een onbewaakt oogenblik heb ik >Ja" gezegd dat doe je zoo, wan neer je een papier ziet, met een dich- terskop bovenaan en een reeks van namen van welbekende stadgenooten onderaan. Je denkt dan dat het wel goed zal wezen en dat je 't straks wel eveh doorleest, als er vijf minuten tijd voor is. De man die 't me vroeg, keek verwonderd, toen ik het papier op vouwde en zei „stellig hoor, ik zal 't met aandacht doorlezen." Nader hand heb ik die verbazing begrepen de circulaire was in 't Friesch gesteld en ik tornde al tegen den eersten vol zin op wat zeg ik 't kostte al wat moeite, om uit het bovenschrift Haerlem, Gêrsmoanne 1911 op te'maken, dat Grasmaand of te wel April bedoeld was. Toen heb ik hulp gezocht. In de huiskamer van een Fries is de rond zendbrief ontcijferd, door dien hard op te lezen, soms met een aanloopje, omdat de klank mijn vriendelijken helper een steuntje gaf, daar ook hij als stadsfries zich op sommige uit drukkingen moest bezinnen en er ook al een poosje uit geraakt is. En nu klonk dat Friesch zoo aardig en een voudig, zoo huiselijk-gemocdelijk, dat lk de heelc circulaire hier in stukken eu brokken, met de vertaling er bij, afdruk. Wie voor taaiklank voelt, moet het Friesch eens hardop lezen, hij zal wel veel fouteu in de uitspraak j maken, maar het forsche en mannelij ke ontgaat hem niet Nommele LAnsljue begint het waarbij de a, als ik wel heb, als een dubbele aa, L a a n s 1 j u e moet worden uitgesproken. Geachte Lunds- Jieden of Landgenooten. Sont 1897. bistiet bjir it Frysk selskip Gysbert Japicx. Yo 'e winter tijd komt min dér de tralde Freeds fen 'e moanne, de jouns om acht Ure, by Van Dijk yn 'e Lytse Hout- strjitte b-enoar om 'n noflike joun to hawwen. Dèr wirdt den songen, dér wirdt foardragen, dèr vvirde lytse stikjes dien, dèr hat min pe- tear en wille. Ien us twaris yn 'e winter htiwwe wy 'n ütfiermg yu 'e Skouboarch, litte wy Fryske sprek- kers oerkomme, hawwe wy 'n echte Fryske winterjoune-nocht. Sont bel.eekent sedert, selskip is hot welbekende woord voor gezelschap. Dc Iredde Freeds is de derde Vrijdag, de jouns beduidt des avonds en Lytse Houtstrjitte is de Kleine Houtstraat Noflike joun is een aardige avond. Lytse stikjes dien wil zeggen kleine stukjes vertoond. Petear en wille is gesprek en genoegen. Ien as twaris is een of tweemaal. Wiuterjoune nocht is winteravond-genoegen. 't Is net alliunc for de nocht, mar ek omdat it for 'n bulte, dy hjir frjemd komrne, tige goed en nedich is, det hja 'n oanhMd hawwe wêr 't hja yn 'e kinde komine mei Ijue fen hjar ogen folts. Wy hAlde sa de Friezen byenoar, en it giet dèr ta lyk as Gysbert-omme it woe sljucht en rjucht. For 'n bulte noemen wij voor een heeleboel, tige goed en nedich betee- kent buitengewoon, danig goed en noodig en oanhald is aanbnooping, het vervolg van den volzin wil zeggen met lieden van hun eigen volk. „Wij houden zoo de Friezen bij elkaar en het gaat er toe, zooals Gysbert-oorn het wou recht en slecht". Graecli scoene wy wolle, det jim- me ek lid fen lis selskip waerden. Dèr is yet for 'n hopen romte en plak en it scil jimme ek wol 'n deuchd dwaen wer ris as fen Aids Frysk praten to hearen, fen Fryske seden en brükmen to hearen, wer' ris as fen Aids de Fryske sankjes op to beljen, sa det jimme tis marren, niieden, us bon eu üs wfilden wer foar jimme sjogge. as yn 'e berne- jieren. Graag zouden wij willen, dat jelui ook lid van ons genootschap werd. Er is nu voor velen ruimte en plaats en het zal jelui ook wel nuttig wezen, weer eens als van ouds Frieseh te hoo- ren spreken, van Friesche zeden en gebruiken te hooren. weer e van ouds de Friesche liedjes op te ha len. zoodat jelui onze meren, weiden, bouwland en bosschen weer voor je ziet, als in de kinderjaren. Kinne jimme seis net komme ef noasket del jimme net, stypje üs den yn 't jinge wy for üs l&nsljue yn dizze krite w,ze wolle en hwet wy for lis tael dogge. Om dwaen to kinnen hwet dèr for dien wirde kin, moat üs jildponge syn tiden hawwe det er roun stiet. Dèrta kin jimme jierlikske ynlage ek helpe en siker- sonk der wirdt klnek en warber mei hüshAlden. Dy ynlage is 'n ryks- daelder yn 't jier (mear mei ek). Derfor hat min fry kommen op 'e gewoane gearkomsten dy 't wy alle wintormoannen hftlde, en by 'n üt- fiering vn 'e skouboarch. meastens trye kaerten. Op Snjeun de 8ste fen Gêrsmoanne hawwe wy 'n ütfiermg yn 'e skouboarch, Jansweg, fen Skyn, 'n stik fen Schuitmaker. Kunnen jelui zelf niet komen, of past het je niet, houdt dan in 't geheu gen, wat wij voor de landgenooten in deze streken zijn willen en wat wij voor onze taal doen. Om er voor te doen wat er voor te doen is, moet on geldbeurs van tijd tot tijd gevuld worden. Daartoe kan jelui jaarlijk- sche bijdrage ook helpen en er wordt zeker flink en zuinig mee huisgehou den. De bijdrage is een rijksdaalder per jaar (meer mag ook). Daarvoor heeft men vrijen toegang op de gewo ne bijeenkomsten, die wij alle winter maanden hebben en bij de uitvoering in den schouwburg hoogstens drie kaarten. Op Zuterdag 8 April hebben wij een uitvoering in den schouw burg, Jansweg, van S c h ij n. een stuk van Schuitmaker. By üs selskip heart ek 'n apart sjongselskip „Frisia" det alle wiken yn 'e winter byenoar komt en under it biwald fen jiff er Meinsma stiet, j De ynlage dèr is 'n stür yn 'e wike. Dy 't in fleurich sin hat en sjonge kin is dèr tige to plak. Om dèr lid fen to wezen mout min ek lid fen Gysbert Japicx wèze. Bij onze vereeniging behoort nog j een afzonderlijk zanggezelschap F r i- si a, dat alle weken in den winter bij elkaar komt en onder de leiding van juffrouw Meinsma staat. De contribu tie daarvan is eeD stuiver per week. Die vroolijk gestemd is en zingen kan is daar ter dege op zijn plaats. Om daar lid van te wezen, moet men ook lid van Gvsbert Japicx zijn. As jimme fen üs selskip lid wirde woll, hwer 't jimme jimme seis en üs ek 'n deuchd mei dogge. den hoe we jimme de kaert dy 't hjir by yn j sletten is, de namine mar to setten en troch to skrassen hwet jimme net wolle, en dernei oer 'e post üs ta to stjüren. Der scil den soarge wirde det jimme op tijd kaerten krije for de ütfiering. Als jelui van onze vereeniging lid wilt worden, waarmee jelui jezelf ook ons een genoegen mee doet, dan behoef, je op de kaart, die hierbij in gesloten-is.. den naam maar te zeilen en door te halen wat je niet wilt en ons die daarna over de post toe te sturen Er zal dan gezorgd worden, dat jelui op tijd kaarten krijgt voor de uitvoering. En dan volgt de „groetenis" van jimme tsjinstrée lünsljue it bisljür fen Gysbert Japicx. Tsjinstrée wil zeggen dienstvaardig. Naast het bestuur verklaren een aantal Friesche Haarlemmers 11 w y t (het doel) fen it selskip Gysbert Japicx wirdt stipe troch ün- dersteanden (wordt door on- dergeteekenden aanbevolen). De daarbij gevoegde kaart spreekt de Skriuwster (secretaresse) op deze gemoedelijke manier aan J if- fer Schoppen. Underskreoune wol lid wirde fen it Selskip Gysbert Japicx. Ik wen je (ik woon Is het niet huiselijk-gemoedelïjk J. C. P. Buitenlandsch Overzicht 't Kan verkeeren Hoe vaak is de waarheid van deze lijfspreuk van Brederode al geble ken Ook nu weer eens, bij liet werpen van EEN TERUGBLIK OP DE BEWE GING VOOR ARBITRAGE onder de volkeren. De herleving van de beweging voor vrede en arbitrage in Engeland en Amerika geeft den bekenden journa list William Stead aanleiding in een Engelsch blad te herinneren aan de tweede vredesconferentie te 's-Gra- venliage en aan de rol, die daarbij door koning Edward is gespeeld. Stead heeft een onderhoud gehad met den markies De Soveral, den vroegeren Portugeeschen gezant te Londen en afgevaardigde lei' vredes conferentie. in dit onuerhoud herin nerde de Portugeesciie diplomaat, hoe alle omstandagneden deden ver wachten, dal de Engelsche gedele geerden op de vredesconferentie zich voorstanders zouden loonen van eeri stelsel van algemeeue arbitrage. Maai- tot groote verbazing van allen, waren het juist de Engelsche gedele geerden, die z'ch het meest cynisch toonden jegens 't arbitrage-denkbeeld zooals dat in versclniiende voorstel len, ook van Portugeesche zijde, was belichaamd. Hij herinnerde dan verder, hoe juist in het begin dei- conferentie de Duitsche delegatie zich ten gunste van verplichte arbitrage verklaarde. Op het verzet der Engelsche gede legeerden dreigde alles te zullen af stuiten. Dat bracht me lot wanhoop, erktaarde nutikies De öoveiai. r-r noest iets worden gedaan, en er1 was slechts een man, die redding kon brengen, dat was koning Edward. „Ik besloot naar Louden te gaan en j met den koning te spreken." Alcfus geschiedde. De markies De Sovei'ai werd door den koning ont vangen en na zijn uiteenzettingen be sloot de koning, dat de instructies der Engelsche gedelegeerden zouden worden gewijzigd. Bijzonderheden hieromtrent deelde de Rui Lugeesche diplomaat niet mede, maar, zoo ver volgde hij, de instructies werden ge wijzigd en de Britsche gedelegeerden kregen opdracht te steunen, wat ze tot dusver hadden bestreden. „De eer van Engeland was gered. Groot-Brit- tanme en Amerika dat een arhi- trage-voorstei had ingediend wa ren in harmonie met elkaar gebracht en het leidoi sciiap in de zaak der verplichte arbitrage was hergeven aan de Engeïsch-sprekende wereld, alleen door de bemiddeling van ko ning Edward." De frontverandering dei- Engelsche delegatie werd beantwoord door een frontverandering der Duitsche dele gatie. die zich nu verder tegenstan der der verplichte arbitrage ver klaarde. Stead trekt uit deze historische her innering de les, dat het standpunt van geen enkele natie nog onwrik baar vast staat, zoodat men niet be hoeft te wanhopen, dat de tegenwoor dige tegenstanders dor algemeen© ar bitrage nog eens tot voorstanders zullen worden bekeerd. Maar, zoo eindigt hij, de herinneringen van den markies De Soverul loonen vooral, welk een groote dank we verschul digd zijn aaji onzen overleden ko- In den Fra»scl»oir Senaat heeft gis teren een belangrijk debat over QÜAESTIES BETREFFENDE DE INTERNATIONALE POLITIEK plaats gehad Allereerst kroeg de nieuwo minister van Buitenlands', he Zaken, de heer Cruppi, oeuige harde verwijten te hooren. De heer O audio intorpelleor- verteidc, dat hij dezo Excellen tie minder bekwaam achtte. Tegen deze beschuldiging protes teerde de voorzitter. Maar rn'nhccr Gaudin had nog meer op liet hart. Hij wees op dcc invloed van Dnitschland in verschil lende landen. In Nederland, in de quaestie van liet fort bij Vlissiugen, indt men Duitschland's invloed; Bel gië en Zwitserland worden meege sleept in de Duitsche insluitings- politiek. Gaudin vroeg, "f er een Fransch- Engelsche militaire overeenkomst be staat. liet kan met ontkend worden, dut de houding van Rusland gewij zigd is. De Fransche buitenlandsche politiek is een onophoudelijk afstand doe ii. Ook de Senator Lamarrelle had veel op zh boekje en pakte geweldig uit. llij betoogde, dut tegenwoordig te KonstanUiiopel over het wereld-even- wicht der toekomst wordt beslist. En geland heeft dc partij verloren, en liet aanvaardt de nederlaag. Duitsc.li- land wil de Perzische Golf bereiken. Spreker vroeg, hoe liet met de triple entente is gestold en zei, dat Rusland en Dnitschland verbonden zijn tegen Engeland. Iioe staat het niet het Frujisch-Russischc bondge nootschap, na de ontmoeting te Pots dam Duitscidund heeft zijn kracht ge toond bij do quaestie van 'T FORT TE VLISSINGEN. Spreker overwoog de mogelijkheid van een aanval op Frankrijk door Duitschland over Belgisch grondge bied. Men vreest te Berlijn slechts één ding, en dat is, dat te Antwerpen En gelsche troepen aan land gezet zullen worden. Dat is de geheele quaestie van het fort bij VlissLngen. Duitsch land heeft aan Europa verklaard, dat do Vlissingsche quaestie een zuiver Nederlandsche was. DUITSCHLAND HEEFT NIETS GEDAAN, DAN HET ZWAARD IN DE SCHAAL GELEGD EN EUROPA IS STIL GEBLEVEN. Overal dreigt de oorlog. Het door graven van de landengte van Pana ma kap een ontzettende worsteling ontketenen. In Europa heeft men, be halve de quaestie van Elzas-Lolha- ringen, de Oostcrsche quaestie en het onvermijdel ijke Duitsch-Engelsche conflict.. 1-let oogenblik is slecht geko zen, om van algemeenen vrede te spreken. Tot zoover Lamarrelle. Deze lieer blijkt een bijzondere pessimist te zijn en bovenal een man, die allerbangst voor Duitschland is. Het Duitsche spook vervolgt hem overal en speelt hem natuurlijk ook geducht parten in deze Vlissingsche quaestie Niet alle sprekers waren even af brekend in hun critiek. De volgende, Ribot, zei, dat het bondgenootsciiap met Rusland en de entente cordiute voor Frankrijk een bron van groote kracht zijn. Het bondgenootschap met Rusland zal blijven bestaan in het belang van Frankrijk. Men overdrijft de draagwijdte van de ontmoeting te Potsdam. De buitenlandsche toestand I is niet zoo verontrustend als men be- weert. De moeilijkheden in Marokko vvn- j ren voorzien. De ware moeilijkheid j zit te Fez. Het beste beleid is den Sul- tan te steunen en hem te helpen de orde in zijn land tc herstellen. Het gerucht aangaande een wordt uit officieele bron te Parijs be slist tegengesproken. Dit is gelukkig Toch zijn eenige Fraaisehe bladen, die het eerste gerucht verspreidden, niet heel gerust. Hun indruk is, dat Duitschland wil profitoeren van de toestanden in Marokko, om Frank- njk's positie daar nog moeilijker te maken. De „Intransigeant" beweert, dat vooral aan de oostgrens de troepen verbazend worden gedrild en buiten gewoon veel schietoefeningen worden gehouden. Na de officieele tegenspraak zullen we door deze alarmeerende berichten voorloopig nog maar niet onze nacht rust laten storen. In de ItuJioanseh© Kamer las de minister président Giólitti een verkla ring voor over DE KIESRECHT-HERVORMING IN ITALIe, zooals het nieuwe ministerie deze wil. Voorgesteld zal worden, dat kiezers zullen zijn allen, die hun dienstplicht hebben volbracht, en z>j, die den 30- jangen leeftijd hebben bereikt. Er zullen maatregelen worden voor gesteld ter verzekering, dat werkelijk do wil der kiezers zich door de verte genwoordiging uit en ook maatrege len ter voorkoming van hedrog, cor- iptio en geweld. Ook gaf de mi uister-president eeni ge mededeelingen over andere POLITIEKE ZAKEN in Italië. Er zal een voorstel worden Inge diend tut toekenning van een vergoe ding aan de afgevaardigden. Er zullen voorstellen gedaan wor- don, om een monopolie van levens verzekering in liet leven te roepen. Al de ontvangsten uit die verzekering zullen vloeien in de kas, waaruit de oudordoms- en invaliditeitspensioe nen van arbeiders worden betaald. De financieel© toestand van Italië is goed er rnoe( evenwel een einde komen aan de opdrijving der uitga ven, totdat de normale vermeerdering der ontvangsten de schatkist verze kert togen onvoorziene gebeurlijkhe den en eenige noodzakelijke financi- eeie hervormingen mogelijk worden. Op liet oogenblik, dat het jubileum wordt gevierd van de proclamatie van Rome tot hoofdstad van Italië, voelen regeering en parlement ster ker nog dan anders, dat het hun plicht is te zorgen, dat Rome aan zijn nieuwe bestemming kan voldoen. De buitenlandsche politiek van Ita lië zal tien traditioneelen weg van absolute trouw aan de bondgenooton en van dc grootsle hartelijkheid in de vriendschappen blijven volgen, en de regeenng zal met die van alle an dere mogendheden samenwerken tot j behoud van den vrede. De militaire politiek zal gelijken tred houden met de buitenlandsche. Wat de betrekkingen van den Siaat tot de Kerk betreft, zal de regeering, onder toepassing van het beginsel om de grootst mogelijke vrijheid en van eerbiediging van de godsdienstige overtuigingen, in olie regeeringsda- den do rechten van de souvereinitoit van den Staat handhaven en gehoor zaamheid aan de wetten eischen. HET FERRER-DEBAT in de Spaansche Kamer duurt nog altijd voort. De Katalaansche republikeinsche afgevaardigde Saivatella, die oogge tuige is geweest van het gebeurde in Juli 1909, verklaarde, dat niemand te Barcelona iets afwist van de beweer de deelneming van Ferrer aan het oproer. Nadat de minister van oorlog do militaire justitie had verdedigd, kwam de minister-president Canale- jas aan het woord. Hij verweerde zich togen de aanvallen der republikein sche sprekers. Die aanvallen noemde 'i aansporingen tot insubordinatie. De premier verklaarde het onmoge lijk te achten, dat het parlement zich Hen opwerpen als rechter in de Ferrcr-zank en hij zou een beslissing ten gunste van een revisie als een on handigheid beschouwen bovendien was hij van meening, dat een vonnis, uitgespniken door een bevoegde rechtbank, welker leden zich. hebben gehouden aan de regelen der proce dure, in kracht van gewijsde ia ge gaan. IN DEN BALKAN blijft het rumoerig. In Albanië heelt een gevecht plaats gehad tusscheu TurKsciie troepen en opstandelingen bij Vornia- In kernen blijft hel ook vechten. De bevelhebber heeft meegedeeld, dat de Turksche troepen Sanaïi zijn binnen getrokken. UIT MEXICO. Madero, de leider van den opstand in Mexico, heeft dezer dagen een on derhoud gehad met een journalist, en dezen medegedeeld, dat er van het Onze Lacliiioek SCHAAKMAT. Kindje het spijt ine dat ik het zeggen moet, maar die pudding 19 toch met zoo goed als ik die vroeger bij me thuis gewoon was. Wat spijt me dat, lieveling. En wat zal het je moeder spijten. Jij moet het haar dan maar zeggen, per telefoon b.v. Ik zou het niet durven, omdat het toch eigenlijk eigenaardig is dat ze hem vandaag gestuurd heeft. sluiten van vrede tusschen de huidige regeering en de opstandelingen geen sprake zal kunnen zijn, zoolang pre sident Diaz weigert af te treden. Het schijnt echter wel vast to staan, dat de leiders van den opstond en de regeering verlangend zün. tot een schikking te komen. Met het ver trek naai' het buitenland van vice- president Corral wordt aan een der grootste grieven van de opstandelin gen tegemoet gekomen. Zij waren op Corral fel gebeten. Een ander bericht verzekert, dat er een ultimatum van Amerika is te ver wachten. Vijf jaar Tan Finland's jongste geschiedenis. II (Slot). De Russische ministers grijpen de Finsche zaken, zooals duidelijk blijkt, aan om allereerst de nationale be schaving ten onder te brengen, maar doen het zonder zich te bekommeren om de bostaande toestanden 011 met de bepaalde bedoeling om onze finan- tiën in de war te sturen, wat dan ook goed gelukt is. Daar men natuurlijk geen binnen- landsche regeoring er toe brengen kan gewillig haar medewerking te leencn aan al de onwettige regelingen, ver genoegde men zich na een reeks mislukte DOgingen om de regeering door de benoeming van Finnen te her vormen met den uitweg om de ze tels door mannen te bezetten, die wel sreboren Finnen zijn. maar die deels sreheel en al zijn opeesrroeid. deels hun geheele (meest militaire) loop baan hebben gehad in Rusland, en die dus volkomen vreemd zijn aan de plaats, waartoe zij worden „gecom mandeerd" maar bovendien vreemd staan tegenover den toestand van het land en vaak ook de taal van het volk niet kennen. Dat is nu de uit „inlanders" samengestelde regeering, die gereed staat tot het invoeren van het nieuwe programma, dat de reuc- tionnaire woordvoerders in Rusland hebben opgemaakt om Finland met Rusland te doen „samensmelten tot een geheel". Dit doel zal men nu op een andere wijze trachten te hereiken dan in den tijd van Bobrikoff. Men heeft daar voor een vorm gevonden, welken mo i aan Europa als wettig voorstelt, om dat hij de formeel wettelijke wegen in Rusland heeft doorloopen. Men heeft de Doema de derde Doema, die slechts een flauwe afspiegeling is van een gekozen volksvertegen woordiging laten stemmen over „de invoering van een Rijkswet", die een eind maakt aan de Finsche grond wet en men zendt haar nu aan den Finschen Landdag om haar „uit spraak" te vernemen. De Finsche Landdag heeft ondertusschen met een trots, die andere parlementen hem boni id en mogc-n. eenstemmig en zonder veel woorden te verspillen ge weigerd iets te doen mei een voorstel, dat niet ■••Heen op volkomen onwet tige wijze :s tot stand gekomen, maar dat geheel de bedoeling heeft ons zeif-bestuur te vernietigen. Het gevolg van de weigering van den Landdag vooruit reeds te voorzien was zijn ontbinding. Keer op keer heeft men zich van dat mid del bediend, maar de Landdag hield eenstemmig vast aan eigen en lamp rechten. De verwerping van het voor stel verhinderde noch de Doema, noch den Rijksraad om het toch door te drijven en het tot wet te verheffen. Het betreft vooreerst het Russisch burgerrecht in Finland en daarnaast de vergoeding voor den militairen dienst. Wat het eerste betreft heeft men van Russische zijde beweerd. FEUiLLElON door Morlce Gerard. 21) Het doet mij zooveel genoegen, dat je er zoo over denkt, lk was bang, dat je teleurgesteld waart. Midden on der den dans keek ik toevallig naar de plek, waar je zat en toen koek je den anderen kant uit. Lucie wierp haar nicht een blik toe. Dan sprak de Prins van Hclm- burg-Wallen toen zeker juist tot mij, antwoordde de koningin, als herin nerde zij zich nu weer een omstandig heid, die haar door het hoofd was ge gaan. Ja, ik zag, dal hij In je gezel schap svas. Hij scheen het juweelen medal jon dat je droog, te bewonde ren. Maar natuurlijk, kan hij in uiterlijk ton minste niet vergeleken Worden bii Prins Alexander, den neef van den keizor van Gramand. Hij is Werkelijk een Apollo. Dus vindt Prins Alexander bij zonder knap, Lucie vroeg de ko ningin, die nieuwsgierig was te hoo ren, wat de gravin daarvan zou zeg gen. Ta ik geloof 't wel ik zou zelfs wel op hem verliefd hebben kunnen worden, wat men zegt, dat alle vrou wen doen als hij maar eens een en kelen keer mijn kant had uitgekeken. Gelukkig echter beeft hij mij gespaard want h, keek altijd over mijn hoofd heen natuurlijk omdat ik zoo klein ben. Soms is dat een voordeel, een verdedigingsmiddel om klein te zijn. De Hertog van Longlands scheen toch wel met je kleine figuurtje te vreden te zijn, antwoordde Helena op haar beurt haar vriendin in 't nauw brengend. O, hü moest wel. Hij had nie mand anders, zei Lucie. Als er vorsten tegenwoordig zijn eu werkelijk re- geerende vorston, wat niet zoo alle daags is dan moeten zelfs Engel sche hertogen het afleggen. Een kat mag naar een koning opkijken. Soms denk ik wel eens, dat jij Iets alledaags in je aderen hebt, Lu cie, zei Helena op een toon, die streng moest heeton. Och, Majesteit. Dat komt waar schijnlijk, omdat ik slechts langs een zijlinie verwant ben met het konink lijk huis van Ampbalia. Lucie, je bent onverbeterlijk. Ik heb al deze maanden getracht je be tore manieren te geven en je geest te verfijnen, en ik geloof niet, dat het, iets geholneo heeft Uw voorbeeld, Majesteit en Lucie stond op en maakte een diepe buiging, zooals de mooiste, die zij een paar uur geleden in de menuet had gemaakt behoorde zeker won deren uit te werken. Helaas 1 dat het niet zoo mag zijn, en dat ik mijn von nis moet hooren van de bron van fijne beschavin- zoowel als van gedistin- gueerdheïd zelf. Madame en zij maakte een tweede buiging, en zoo mogelijk een nog diepere ik zal mijn uiterste best doen, om mijn leven te beteren. Ik zal mijn uitgezocht model nog meer aandachtig bestudeeren dan ik het tot nu toe gedaan heb ten minste als de gelegenheid gunstig is. Wat bedoel je met als de gele genheid gunstig is? vroeg de koning in, die meende een ernstige bedoeling achter de luchthartige solici ts van haar nicht te ontdekken. De gravin, die weer was gaan zit ten, lachte. Ik ben niet van plan mij te laten exarnineeren, of ik loop weg, en ga daarheen, waar alle goede meisjes al lang behooren te zijn. Maai- vóórdat ik wegga, nicht, moet ik je nog een verhaal doen jij hebt er mij gisteren avond één verteld, en het is niet meer dan mijn nlicht, om dat terug te doen. Ik hoorde het op het bal. De koningin antwoordde niets, maar er lag een vragende blik in haar oogen, toen zij de gravin onderzoe kend aankeek Deze jonge dame hield er altijd van om zich te houden alsof zij nog iets verborgen hield dat zij 1 meer kon zeggen, dan zij deed, als zij er lust in had. Het geeft iets piquants en houdt de aandacht levendig. De menschen -ooien soms een steen iii een vijver als zij niet zien kunnen hoe diep hij is juist om dal laatste te weten te komen. Natuurlijk, als men den bodem zien kan, is er geen reden er een steen in to werpen. Men weet er alles van en loopt door zander er op te letten. De onbegrepen vrouw en in zekeren zin is het ook op de andere sekse toepasselijk heeft al tijd veel invloed gehad, van de da gen van het Orakel van Delphi af tot op den huidigen dag, want wij vleien ons uilen, dut wij het onoplosbare kunnen oplossen. Lucie wachtte een paar minuten, waarin zij blijkbaar bedacht, hoe zij haar verhaal zou beginnen. Ik denk niet. dat je voel van ge ographic weet, nicht Helena Ik kan tie voornaamste landen van de wereld met hun hoofdsteden en voornaamste uitvoerartikelen op noemen, antwoordde de koningin, ter-1 wijl zij haar handen vouwde met een stille herinnering aan haar nog uiet I lang verstreken leertijd. Dat helpt je niets, zei do gravin. Heeft Uwe Majesteit ooit gehoord van een Afrlkaanschen stam de Hadendo- was genaamd De koningin overwoog de vraag met een ernst overeenkomende met het feit, dat haar reputatie omtrent aard rijkskundige kennis blijkbaar van tiaar antwoord afhing. Toen gaf zij het op, en bekende Neen. ik geloof niet, dat ik er ooit van gehoord heb. Dus had ik gelijk, nichtje weet niets van aardrijkskunde af, zei Lucie op hoogst ernstigen toon. Wist 'ij dan dat er een Afrikaan- sche stam bestond, die de ja hoe lieet het ook weer? Ik ben nu den naam al weer vergeten, de Had's en nog wat er achter. Het is een lange naam, antwoordde Lucie, maar er bestaat z o'n stam, en ik weet, dat ik den naam goed ont houden heb lladendowas. Wie heeft je dat verteld ant woordde de koningin, nu op haar beurt exatuiueereiid. Ik meen, dat het de Hertog van Longlands was, zei Lucie. met dezelf- do onzekerheid, die de koningin aan den dag had gelegd, toen er over liaar gepréoccupeerd zijn gesproken was tijdens het dansen van de me nuet. O, natuurlijk, neen maar, in dat geval is het juist. Dat is een on aantastbaar zuivere bron. Ja, hij is daar geweest, ant woordde de gravin, dus ik zou den ken, dat hü het weten kan. v Wordt het niet wat al te laat zei de koningin even gapend, terwijl zij een blik wierp op de deur der ko ninklijke slaapkamer, waarachter haar een paradijs van rust lokte. Het verhaal handelt niet hoofd zakelijk over den hertog eigenlijk, bijna heelemaa) niet over hem maar natuurlijk kan het wachten eigen lijk is het heelemaal niet noodig om er iets van te vertellen. en met goed geveinsde vlugheid sprong do gravin overeind. In Amphalia stellen wij niet zooveel belang in een Afri- kaanschen stam maar ik hoorde jo onlangs nu zooiets zinspelen maar waarschijnlijk weet ie er ook al alles van je hebt zeker hetzelfde verhaal gehoord toen ik de menuet danste. De „onbegrepen vrouw" gebruikto haar gewone wapens. Wal ben je toch dwaas. Lucie 1 Natuurlijk heb ik geen verhaal go- hoord. W aarom zou ik Ik weet het niet lk méende te zien, dat.... Je meende te zie-n, wat, Lucie 't Doet er niets toe, nicht. Ik ben het volkomen met je eens. Het is hoog tijd, dat. wij naar hed gaan. en met haar klein handje met kanten om de pols bedekto zij een gezonden, maar eenïgszins overdreven geeuw om haar opmerking kracht bij te zetten (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5