HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
KONINGIN HELENA
VRIJDAG 7 APRIL 1911
OM ONS KElN
No. 1341.
Sljncht en Rjucht.
Do Friezen die Haarlem's Dagblad
lezen, weten wel wat deze woordei
beteekenen slecht en recht, of
Booals wij in 't Nederlandsch gewoon
rijn te zeggen recht en slecht. Eigen
lijk heeft ook deze uitdrukking nog
weer een vertaling noodig, want
slecht beleekent in dit verband pre
cies het tegenovergestelde van wat er
in het dagelïjksch loven moe bedoeld
wordt, zoodat als t er op aankomt
sljucht en rjucht beduidt eenvoudig
en rechtuit.
Die twee eenvoudige woorden zijn
welbeschouwd een soort van merktee-
ken, een strijdleus, voor de Friezen.
Hun volksdichter, Gysbert Japicx,
heeft ze op den voorgrond gebracht
en terwijl ik dit schrijf ligt voor me
dc afbeelding van zijn baardeloozen,
ietwat stroeven, kop, maar met een
rechten neus en sterken mond. Dat
portretje is afgedrukt aan 't hoofd
van een circulaire, die ik dezer dagen
gekregen heb met het verzoek om daar
wat van te zeggen in de courant.
In een onbewaakt oogenblik heb ik
>Ja" gezegd dat doe je zoo, wan
neer je een papier ziet, met een dich-
terskop bovenaan en een reeks van
namen van welbekende stadgenooten
onderaan. Je denkt dan dat het wel
goed zal wezen en dat je 't straks wel
eveh doorleest, als er vijf minuten tijd
voor is. De man die 't me vroeg, keek
verwonderd, toen ik het papier op
vouwde en zei „stellig hoor, ik zal
't met aandacht doorlezen." Nader
hand heb ik die verbazing begrepen
de circulaire was in 't Friesch gesteld
en ik tornde al tegen den eersten vol
zin op wat zeg ik 't kostte al wat
moeite, om uit het bovenschrift
Haerlem, Gêrsmoanne 1911
op te'maken, dat Grasmaand of te wel
April bedoeld was.
Toen heb ik hulp gezocht. In de
huiskamer van een Fries is de rond
zendbrief ontcijferd, door dien hard
op te lezen, soms met een aanloopje,
omdat de klank mijn vriendelijken
helper een steuntje gaf, daar ook hij
als stadsfries zich op sommige uit
drukkingen moest bezinnen en er ook
al een poosje uit geraakt is. En nu
klonk dat Friesch zoo aardig en een
voudig, zoo huiselijk-gemocdelijk, dat
lk de heelc circulaire hier in stukken
eu brokken, met de vertaling er bij,
afdruk. Wie voor taaiklank voelt,
moet het Friesch eens hardop lezen,
hij zal wel veel fouteu in de uitspraak j
maken, maar het forsche en mannelij
ke ontgaat hem niet
Nommele LAnsljue begint
het waarbij de a, als ik wel heb, als
een dubbele aa, L a a n s 1 j u e moet
worden uitgesproken. Geachte Lunds-
Jieden of Landgenooten.
Sont 1897. bistiet bjir it Frysk
selskip Gysbert Japicx. Yo 'e winter
tijd komt min dér de tralde Freeds
fen 'e moanne, de jouns om acht
Ure, by Van Dijk yn 'e Lytse Hout-
strjitte b-enoar om 'n noflike joun
to hawwen. Dèr wirdt den songen,
dér wirdt foardragen, dèr vvirde
lytse stikjes dien, dèr hat min pe-
tear en wille. Ien us twaris yn 'e
winter htiwwe wy 'n ütfiermg yu 'e
Skouboarch, litte wy Fryske sprek-
kers oerkomme, hawwe wy 'n echte
Fryske winterjoune-nocht.
Sont bel.eekent sedert, selskip is hot
welbekende woord voor gezelschap.
Dc Iredde Freeds is de derde Vrijdag,
de jouns beduidt des avonds en Lytse
Houtstrjitte is de Kleine Houtstraat
Noflike joun is een aardige avond.
Lytse stikjes dien wil zeggen kleine
stukjes vertoond. Petear en wille is
gesprek en genoegen. Ien as twaris is
een of tweemaal. Wiuterjoune nocht is
winteravond-genoegen.
't Is net alliunc for de nocht, mar
ek omdat it for 'n bulte, dy hjir
frjemd komrne, tige goed en nedich
is, det hja 'n oanhMd hawwe wêr
't hja yn 'e kinde komine mei Ijue
fen hjar ogen folts. Wy hAlde sa de
Friezen byenoar, en it giet dèr ta
lyk as Gysbert-omme it woe
sljucht en rjucht.
For 'n bulte noemen wij voor een
heeleboel, tige goed en nedich betee-
kent buitengewoon, danig goed en
noodig en oanhald is aanbnooping,
het vervolg van den volzin wil zeggen
met lieden van hun eigen volk. „Wij
houden zoo de Friezen bij elkaar en
het gaat er toe, zooals Gysbert-oorn
het wou recht en slecht".
Graecli scoene wy wolle, det jim-
me ek lid fen lis selskip waerden.
Dèr is yet for 'n hopen romte en
plak en it scil jimme ek wol 'n
deuchd dwaen wer ris as fen Aids
Frysk praten to hearen, fen Fryske
seden en brükmen to hearen, wer'
ris as fen Aids de Fryske sankjes op
to beljen, sa det jimme tis marren,
niieden, us bon eu üs wfilden wer
foar jimme sjogge. as yn 'e berne-
jieren.
Graag zouden wij willen, dat jelui
ook lid van ons genootschap werd. Er
is nu voor velen ruimte en plaats en
het zal jelui ook wel nuttig wezen,
weer eens als van ouds Frieseh te hoo-
ren spreken, van Friesche zeden en
gebruiken te hooren. weer e
van ouds de Friesche liedjes op te ha
len. zoodat jelui onze meren, weiden,
bouwland en bosschen weer voor je
ziet, als in de kinderjaren.
Kinne jimme seis net komme ef
noasket del jimme net, stypje üs
den yn 't jinge wy for üs l&nsljue
yn dizze krite w,ze wolle en hwet
wy for lis tael dogge. Om dwaen to
kinnen hwet dèr for dien wirde kin,
moat üs jildponge syn tiden hawwe
det er roun stiet. Dèrta kin jimme
jierlikske ynlage ek helpe en siker-
sonk der wirdt klnek en warber mei
hüshAlden. Dy ynlage is 'n ryks-
daelder yn 't jier (mear mei ek).
Derfor hat min fry kommen op 'e
gewoane gearkomsten dy 't wy alle
wintormoannen hftlde, en by 'n üt-
fiering vn 'e skouboarch. meastens
trye kaerten. Op Snjeun de 8ste fen
Gêrsmoanne hawwe wy 'n ütfiermg
yn 'e skouboarch, Jansweg, fen
Skyn, 'n stik fen Schuitmaker.
Kunnen jelui zelf niet komen, of
past het je niet, houdt dan in 't geheu
gen, wat wij voor de landgenooten in
deze streken zijn willen en wat wij
voor onze taal doen. Om er voor te
doen wat er voor te doen is, moet on
geldbeurs van tijd tot tijd gevuld
worden. Daartoe kan jelui jaarlijk-
sche bijdrage ook helpen en er wordt
zeker flink en zuinig mee huisgehou
den. De bijdrage is een rijksdaalder
per jaar (meer mag ook). Daarvoor
heeft men vrijen toegang op de gewo
ne bijeenkomsten, die wij alle winter
maanden hebben en bij de uitvoering
in den schouwburg hoogstens drie
kaarten. Op Zuterdag 8 April hebben
wij een uitvoering in den schouw
burg, Jansweg, van S c h ij n. een stuk
van Schuitmaker.
By üs selskip heart ek 'n apart
sjongselskip „Frisia" det alle wiken
yn 'e winter byenoar komt en under
it biwald fen jiff er Meinsma stiet, j
De ynlage dèr is 'n stür yn 'e wike.
Dy 't in fleurich sin hat en sjonge
kin is dèr tige to plak. Om dèr lid
fen to wezen mout min ek lid fen
Gysbert Japicx wèze.
Bij onze vereeniging behoort nog j
een afzonderlijk zanggezelschap F r i-
si a, dat alle weken in den winter bij
elkaar komt en onder de leiding van
juffrouw Meinsma staat. De contribu
tie daarvan is eeD stuiver per week.
Die vroolijk gestemd is en zingen kan
is daar ter dege op zijn plaats. Om
daar lid van te wezen, moet men ook
lid van Gvsbert Japicx zijn.
As jimme fen üs selskip lid wirde
woll, hwer 't jimme jimme seis en üs
ek 'n deuchd mei dogge. den hoe we
jimme de kaert dy 't hjir by yn j
sletten is, de namine mar to setten
en troch to skrassen hwet jimme net
wolle, en dernei oer 'e post üs ta to
stjüren. Der scil den soarge wirde
det jimme op tijd kaerten krije for
de ütfiering.
Als jelui van onze vereeniging lid
wilt worden, waarmee jelui jezelf
ook ons een genoegen mee doet, dan
behoef, je op de kaart, die hierbij in
gesloten-is.. den naam maar te zeilen
en door te halen wat je niet wilt en
ons die daarna over de post toe te
sturen Er zal dan gezorgd worden,
dat jelui op tijd kaarten krijgt voor
de uitvoering.
En dan volgt de „groetenis" van
jimme tsjinstrée lünsljue it bisljür
fen Gysbert Japicx.
Tsjinstrée wil zeggen dienstvaardig.
Naast het bestuur verklaren een
aantal Friesche Haarlemmers 11
w y t (het doel) fen it selskip Gysbert
Japicx wirdt stipe troch ün-
dersteanden (wordt door on-
dergeteekenden aanbevolen).
De daarbij gevoegde kaart spreekt
de Skriuwster (secretaresse) op
deze gemoedelijke manier aan J if-
fer Schoppen.
Underskreoune wol lid wirde fen
it Selskip Gysbert Japicx. Ik wen je (ik
woon
Is het niet huiselijk-gemoedelïjk
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
't Kan verkeeren
Hoe vaak is de waarheid van deze
lijfspreuk van Brederode al geble
ken
Ook nu weer eens, bij liet werpen
van
EEN TERUGBLIK OP DE BEWE
GING VOOR ARBITRAGE
onder de volkeren.
De herleving van de beweging voor
vrede en arbitrage in Engeland en
Amerika geeft den bekenden journa
list William Stead aanleiding in een
Engelsch blad te herinneren aan de
tweede vredesconferentie te 's-Gra-
venliage en aan de rol, die daarbij
door koning Edward is gespeeld.
Stead heeft een onderhoud gehad
met den markies De Soveral, den
vroegeren Portugeeschen gezant te
Londen en afgevaardigde lei' vredes
conferentie. in dit onuerhoud herin
nerde de Portugeesciie diplomaat,
hoe alle omstandagneden deden ver
wachten, dal de Engelsche gedele
geerden op de vredesconferentie zich
voorstanders zouden loonen van eeri
stelsel van algemeeue arbitrage.
Maai- tot groote verbazing van allen,
waren het juist de Engelsche gedele
geerden, die z'ch het meest cynisch
toonden jegens 't arbitrage-denkbeeld
zooals dat in versclniiende voorstel
len, ook van Portugeesche zijde, was
belichaamd.
Hij herinnerde dan verder, hoe
juist in het begin dei- conferentie de
Duitsche delegatie zich ten gunste
van verplichte arbitrage verklaarde.
Op het verzet der Engelsche gede
legeerden dreigde alles te zullen af
stuiten. Dat bracht me lot wanhoop,
erktaarde nutikies De öoveiai. r-r
noest iets worden gedaan, en er1 was
slechts een man, die redding kon
brengen, dat was koning Edward.
„Ik besloot naar Louden te gaan en j
met den koning te spreken."
Alcfus geschiedde. De markies De
Sovei'ai werd door den koning ont
vangen en na zijn uiteenzettingen be
sloot de koning, dat de instructies
der Engelsche gedelegeerden zouden
worden gewijzigd. Bijzonderheden
hieromtrent deelde de Rui Lugeesche
diplomaat niet mede, maar, zoo ver
volgde hij, de instructies werden ge
wijzigd en de Britsche gedelegeerden
kregen opdracht te steunen, wat ze
tot dusver hadden bestreden. „De eer
van Engeland was gered. Groot-Brit-
tanme en Amerika dat een arhi-
trage-voorstei had ingediend wa
ren in harmonie met elkaar gebracht
en het leidoi sciiap in de zaak der
verplichte arbitrage was hergeven
aan de Engeïsch-sprekende wereld,
alleen door de bemiddeling van ko
ning Edward."
De frontverandering dei- Engelsche
delegatie werd beantwoord door een
frontverandering der Duitsche dele
gatie. die zich nu verder tegenstan
der der verplichte arbitrage ver
klaarde.
Stead trekt uit deze historische her
innering de les, dat het standpunt
van geen enkele natie nog onwrik
baar vast staat, zoodat men niet be
hoeft te wanhopen, dat de tegenwoor
dige tegenstanders dor algemeen© ar
bitrage nog eens tot voorstanders
zullen worden bekeerd. Maar, zoo
eindigt hij, de herinneringen van den
markies De Soverul loonen vooral,
welk een groote dank we verschul
digd zijn aaji onzen overleden ko-
In den Fra»scl»oir Senaat heeft gis
teren een belangrijk debat over
QÜAESTIES BETREFFENDE DE
INTERNATIONALE POLITIEK
plaats gehad
Allereerst kroeg de nieuwo minister
van Buitenlands', he Zaken, de heer
Cruppi, oeuige harde verwijten te
hooren. De heer O audio intorpelleor-
verteidc, dat hij dezo Excellen
tie minder bekwaam achtte.
Tegen deze beschuldiging protes
teerde de voorzitter.
Maar rn'nhccr Gaudin had nog
meer op liet hart. Hij wees op dcc
invloed van Dnitschland in verschil
lende landen. In Nederland, in de
quaestie van liet fort bij Vlissiugen,
indt men Duitschland's invloed; Bel
gië en Zwitserland worden meege
sleept in de Duitsche insluitings-
politiek.
Gaudin vroeg, "f er een Fransch-
Engelsche militaire overeenkomst be
staat. liet kan met ontkend worden,
dut de houding van Rusland gewij
zigd is. De Fransche buitenlandsche
politiek is een onophoudelijk afstand
doe ii.
Ook de Senator Lamarrelle had veel
op zh boekje en pakte geweldig uit.
llij betoogde, dut tegenwoordig te
KonstanUiiopel over het wereld-even-
wicht der toekomst wordt beslist. En
geland heeft dc partij verloren, en
liet aanvaardt de nederlaag. Duitsc.li-
land wil de Perzische Golf bereiken.
Spreker vroeg, hoe liet met de
triple entente is gestold en zei, dat
Rusland en Dnitschland verbonden
zijn tegen Engeland. Iioe staat het
niet het Frujisch-Russischc bondge
nootschap, na de ontmoeting te Pots
dam
Duitscidund heeft zijn kracht ge
toond bij do quaestie van
'T FORT TE VLISSINGEN.
Spreker overwoog de mogelijkheid
van een aanval op Frankrijk door
Duitschland over Belgisch grondge
bied. Men vreest te Berlijn slechts één
ding, en dat is, dat te Antwerpen En
gelsche troepen aan land gezet zullen
worden. Dat is de geheele quaestie
van het fort bij VlissLngen. Duitsch
land heeft aan Europa verklaard, dat
do Vlissingsche quaestie een zuiver
Nederlandsche was. DUITSCHLAND
HEEFT NIETS GEDAAN, DAN HET
ZWAARD IN DE SCHAAL GELEGD
EN EUROPA IS STIL GEBLEVEN.
Overal dreigt de oorlog. Het door
graven van de landengte van Pana
ma kap een ontzettende worsteling
ontketenen. In Europa heeft men, be
halve de quaestie van Elzas-Lolha-
ringen, de Oostcrsche quaestie en het
onvermijdel ijke Duitsch-Engelsche
conflict.. 1-let oogenblik is slecht geko
zen, om van algemeenen vrede te
spreken.
Tot zoover Lamarrelle. Deze lieer
blijkt een bijzondere pessimist te zijn
en bovenal een man, die allerbangst
voor Duitschland is. Het Duitsche
spook vervolgt hem overal en speelt
hem natuurlijk ook geducht parten
in deze Vlissingsche quaestie
Niet alle sprekers waren even af
brekend in hun critiek. De volgende,
Ribot, zei, dat het bondgenootsciiap
met Rusland en de entente cordiute
voor Frankrijk een bron van groote
kracht zijn. Het bondgenootschap met
Rusland zal blijven bestaan in het
belang van Frankrijk. Men overdrijft
de draagwijdte van de ontmoeting te
Potsdam. De buitenlandsche toestand I
is niet zoo verontrustend als men be-
weert.
De moeilijkheden in Marokko vvn- j
ren voorzien. De ware moeilijkheid j
zit te Fez. Het beste beleid is den Sul-
tan te steunen en hem te helpen
de orde in zijn land tc herstellen.
Het gerucht aangaande een
wordt uit officieele bron te Parijs be
slist tegengesproken.
Dit is gelukkig
Toch zijn eenige Fraaisehe bladen,
die het eerste gerucht verspreidden,
niet heel gerust. Hun indruk is, dat
Duitschland wil profitoeren van de
toestanden in Marokko, om Frank-
njk's positie daar nog moeilijker te
maken.
De „Intransigeant" beweert, dat
vooral aan de oostgrens de troepen
verbazend worden gedrild en buiten
gewoon veel schietoefeningen worden
gehouden.
Na de officieele tegenspraak zullen
we door deze alarmeerende berichten
voorloopig nog maar niet onze nacht
rust laten storen.
In de ItuJioanseh© Kamer las de
minister président Giólitti een verkla
ring voor over
DE KIESRECHT-HERVORMING IN
ITALIe,
zooals het nieuwe ministerie deze
wil.
Voorgesteld zal worden, dat kiezers
zullen zijn allen, die hun dienstplicht
hebben volbracht, en z>j, die den 30-
jangen leeftijd hebben bereikt.
Er zullen maatregelen worden voor
gesteld ter verzekering, dat werkelijk
do wil der kiezers zich door de verte
genwoordiging uit en ook maatrege
len ter voorkoming van hedrog, cor-
iptio en geweld.
Ook gaf de mi uister-president eeni
ge mededeelingen over andere
POLITIEKE ZAKEN
in Italië.
Er zal een voorstel worden Inge
diend tut toekenning van een vergoe
ding aan de afgevaardigden.
Er zullen voorstellen gedaan wor-
don, om een monopolie van levens
verzekering in liet leven te roepen.
Al de ontvangsten uit die verzekering
zullen vloeien in de kas, waaruit de
oudordoms- en invaliditeitspensioe
nen van arbeiders worden betaald.
De financieel© toestand van Italië
is goed er rnoe( evenwel een einde
komen aan de opdrijving der uitga
ven, totdat de normale vermeerdering
der ontvangsten de schatkist verze
kert togen onvoorziene gebeurlijkhe
den en eenige noodzakelijke financi-
eeie hervormingen mogelijk worden.
Op liet oogenblik, dat het jubileum
wordt gevierd van de proclamatie
van Rome tot hoofdstad van Italië,
voelen regeering en parlement ster
ker nog dan anders, dat het hun
plicht is te zorgen, dat Rome aan zijn
nieuwe bestemming kan voldoen.
De buitenlandsche politiek van Ita
lië zal tien traditioneelen weg van
absolute trouw aan de bondgenooton
en van dc grootsle hartelijkheid in
de vriendschappen blijven volgen, en
de regeenng zal met die van alle an
dere mogendheden samenwerken tot j
behoud van den vrede.
De militaire politiek zal gelijken
tred houden met de buitenlandsche.
Wat de betrekkingen van den Siaat
tot de Kerk betreft, zal de regeering,
onder toepassing van het beginsel om
de grootst mogelijke vrijheid en van
eerbiediging van de godsdienstige
overtuigingen, in olie regeeringsda-
den do rechten van de souvereinitoit
van den Staat handhaven en gehoor
zaamheid aan de wetten eischen.
HET FERRER-DEBAT
in de Spaansche Kamer duurt nog
altijd voort.
De Katalaansche republikeinsche
afgevaardigde Saivatella, die oogge
tuige is geweest van het gebeurde in
Juli 1909, verklaarde, dat niemand te
Barcelona iets afwist van de beweer
de deelneming van Ferrer aan het
oproer.
Nadat de minister van oorlog do
militaire justitie had verdedigd,
kwam de minister-president Canale-
jas aan het woord. Hij verweerde zich
togen de aanvallen der republikein
sche sprekers. Die aanvallen noemde
'i aansporingen tot insubordinatie.
De premier verklaarde het onmoge
lijk te achten, dat het parlement zich
Hen opwerpen als rechter in de
Ferrcr-zank en hij zou een beslissing
ten gunste van een revisie als een on
handigheid beschouwen bovendien
was hij van meening, dat een vonnis,
uitgespniken door een bevoegde
rechtbank, welker leden zich. hebben
gehouden aan de regelen der proce
dure, in kracht van gewijsde ia ge
gaan.
IN DEN BALKAN
blijft het rumoerig.
In Albanië heelt een gevecht plaats
gehad tusscheu TurKsciie troepen en
opstandelingen bij Vornia-
In kernen blijft hel ook vechten. De
bevelhebber heeft meegedeeld, dat de
Turksche troepen Sanaïi zijn binnen
getrokken.
UIT MEXICO.
Madero, de leider van den opstand
in Mexico, heeft dezer dagen een on
derhoud gehad met een journalist, en
dezen medegedeeld, dat er van het
Onze Lacliiioek
SCHAAKMAT.
Kindje het spijt ine dat ik het
zeggen moet, maar die pudding 19
toch met zoo goed als ik die vroeger
bij me thuis gewoon was.
Wat spijt me dat, lieveling. En
wat zal het je moeder spijten. Jij
moet het haar dan maar zeggen, per
telefoon b.v. Ik zou het niet durven,
omdat het toch eigenlijk eigenaardig
is dat ze hem vandaag gestuurd heeft.
sluiten van vrede tusschen de huidige
regeering en de opstandelingen geen
sprake zal kunnen zijn, zoolang pre
sident Diaz weigert af te treden.
Het schijnt echter wel vast to
staan, dat de leiders van den opstond
en de regeering verlangend zün. tot
een schikking te komen. Met het ver
trek naai' het buitenland van vice-
president Corral wordt aan een der
grootste grieven van de opstandelin
gen tegemoet gekomen. Zij waren op
Corral fel gebeten.
Een ander bericht verzekert, dat er
een ultimatum van Amerika is te ver
wachten.
Vijf jaar Tan Finland's
jongste geschiedenis.
II (Slot).
De Russische ministers grijpen de
Finsche zaken, zooals duidelijk blijkt,
aan om allereerst de nationale be
schaving ten onder te brengen, maar
doen het zonder zich te bekommeren
om de bostaande toestanden 011 met
de bepaalde bedoeling om onze finan-
tiën in de war te sturen, wat dan ook
goed gelukt is.
Daar men natuurlijk geen binnen-
landsche regeoring er toe brengen kan
gewillig haar medewerking te leencn
aan al de onwettige regelingen, ver
genoegde men zich na een reeks
mislukte DOgingen om de regeering
door de benoeming van Finnen te her
vormen met den uitweg om de ze
tels door mannen te bezetten, die wel
sreboren Finnen zijn. maar die deels
sreheel en al zijn opeesrroeid. deels
hun geheele (meest militaire) loop
baan hebben gehad in Rusland, en
die dus volkomen vreemd zijn aan de
plaats, waartoe zij worden „gecom
mandeerd" maar bovendien vreemd
staan tegenover den toestand van het
land en vaak ook de taal van het
volk niet kennen. Dat is nu de uit
„inlanders" samengestelde regeering,
die gereed staat tot het invoeren van
het nieuwe programma, dat de reuc-
tionnaire woordvoerders in Rusland
hebben opgemaakt om Finland met
Rusland te doen „samensmelten tot
een geheel".
Dit doel zal men nu op een andere
wijze trachten te hereiken dan in den
tijd van Bobrikoff. Men heeft daar
voor een vorm gevonden, welken mo i
aan Europa als wettig voorstelt, om
dat hij de formeel wettelijke wegen
in Rusland heeft doorloopen. Men
heeft de Doema de derde Doema,
die slechts een flauwe afspiegeling
is van een gekozen volksvertegen
woordiging laten stemmen over
„de invoering van een Rijkswet", die
een eind maakt aan de Finsche grond
wet en men zendt haar nu aan den
Finschen Landdag om haar „uit
spraak" te vernemen. De Finsche
Landdag heeft ondertusschen met
een trots, die andere parlementen
hem boni id en mogc-n. eenstemmig en
zonder veel woorden te verspillen ge
weigerd iets te doen mei een voorstel,
dat niet ■••Heen op volkomen onwet
tige wijze :s tot stand gekomen, maar
dat geheel de bedoeling heeft ons
zeif-bestuur te vernietigen.
Het gevolg van de weigering van
den Landdag vooruit reeds te
voorzien was zijn ontbinding. Keer
op keer heeft men zich van dat mid
del bediend, maar de Landdag hield
eenstemmig vast aan eigen en lamp
rechten. De verwerping van het voor
stel verhinderde noch de Doema,
noch den Rijksraad om het toch door
te drijven en het tot wet te verheffen.
Het betreft vooreerst het Russisch
burgerrecht in Finland en daarnaast
de vergoeding voor den militairen
dienst. Wat het eerste betreft heeft
men van Russische zijde beweerd.
FEUiLLElON
door
Morlce Gerard.
21)
Het doet mij zooveel genoegen,
dat je er zoo over denkt, lk was bang,
dat je teleurgesteld waart. Midden on
der den dans keek ik toevallig naar
de plek, waar je zat en toen koek je
den anderen kant uit.
Lucie wierp haar nicht een blik toe.
Dan sprak de Prins van Hclm-
burg-Wallen toen zeker juist tot mij,
antwoordde de koningin, als herin
nerde zij zich nu weer een omstandig
heid, die haar door het hoofd was ge
gaan.
Ja, ik zag, dal hij In je gezel
schap svas. Hij scheen het juweelen
medal jon dat je droog, te bewonde
ren. Maar natuurlijk, kan hij in
uiterlijk ton minste niet vergeleken
Worden bii Prins Alexander, den neef
van den keizor van Gramand. Hij is
Werkelijk een Apollo.
Dus vindt Prins Alexander bij
zonder knap, Lucie vroeg de ko
ningin, die nieuwsgierig was te hoo
ren, wat de gravin daarvan zou zeg
gen.
Ta ik geloof 't wel ik zou zelfs
wel op hem verliefd hebben kunnen
worden, wat men zegt, dat alle vrou
wen doen als hij maar eens een en
kelen keer mijn kant had uitgekeken.
Gelukkig echter beeft hij mij gespaard
want h, keek altijd over mijn hoofd
heen natuurlijk omdat ik zoo klein
ben. Soms is dat een voordeel, een
verdedigingsmiddel om klein te zijn.
De Hertog van Longlands scheen
toch wel met je kleine figuurtje te
vreden te zijn, antwoordde Helena op
haar beurt haar vriendin in 't nauw
brengend.
O, hü moest wel. Hij had nie
mand anders, zei Lucie. Als er vorsten
tegenwoordig zijn eu werkelijk re-
geerende vorston, wat niet zoo alle
daags is dan moeten zelfs Engel
sche hertogen het afleggen. Een kat
mag naar een koning opkijken.
Soms denk ik wel eens, dat jij
Iets alledaags in je aderen hebt, Lu
cie, zei Helena op een toon, die streng
moest heeton.
Och, Majesteit. Dat komt waar
schijnlijk, omdat ik slechts langs een
zijlinie verwant ben met het konink
lijk huis van Ampbalia.
Lucie, je bent onverbeterlijk. Ik
heb al deze maanden getracht je be
tore manieren te geven en je geest
te verfijnen, en ik geloof niet, dat het,
iets geholneo heeft
Uw voorbeeld, Majesteit en
Lucie stond op en maakte een diepe
buiging, zooals de mooiste, die zij
een paar uur geleden in de menuet
had gemaakt behoorde zeker won
deren uit te werken. Helaas 1 dat het
niet zoo mag zijn, en dat ik mijn von
nis moet hooren van de bron van fijne
beschavin- zoowel als van gedistin-
gueerdheïd zelf. Madame en zij
maakte een tweede buiging, en zoo
mogelijk een nog diepere ik zal mijn
uiterste best doen, om mijn leven te
beteren. Ik zal mijn uitgezocht model
nog meer aandachtig bestudeeren dan
ik het tot nu toe gedaan heb ten
minste als de gelegenheid gunstig is.
Wat bedoel je met als de gele
genheid gunstig is? vroeg de koning
in, die meende een ernstige bedoeling
achter de luchthartige solici ts van
haar nicht te ontdekken.
De gravin, die weer was gaan zit
ten, lachte.
Ik ben niet van plan mij te laten
exarnineeren, of ik loop weg, en ga
daarheen, waar alle goede meisjes al
lang behooren te zijn. Maai- vóórdat
ik wegga, nicht, moet ik je nog een
verhaal doen jij hebt er mij gisteren
avond één verteld, en het is niet meer
dan mijn nlicht, om dat terug te doen.
Ik hoorde het op het bal.
De koningin antwoordde niets, maar
er lag een vragende blik in haar
oogen, toen zij de gravin onderzoe
kend aankeek Deze jonge dame hield
er altijd van om zich te houden alsof
zij nog iets verborgen hield dat zij 1
meer kon zeggen, dan zij deed, als zij
er lust in had. Het geeft iets piquants
en houdt de aandacht levendig. De
menschen -ooien soms een steen iii
een vijver als zij niet zien kunnen hoe
diep hij is juist om dal laatste te
weten te komen. Natuurlijk, als men
den bodem zien kan, is er geen reden
er een steen in to werpen. Men weet
er alles van en loopt door zander er
op te letten. De onbegrepen vrouw
en in zekeren zin is het ook op de
andere sekse toepasselijk heeft al
tijd veel invloed gehad, van de da
gen van het Orakel van Delphi af tot
op den huidigen dag, want wij vleien
ons uilen, dut wij het onoplosbare
kunnen oplossen.
Lucie wachtte een paar minuten,
waarin zij blijkbaar bedacht, hoe zij
haar verhaal zou beginnen.
Ik denk niet. dat je voel van ge
ographic weet, nicht Helena
Ik kan tie voornaamste landen
van de wereld met hun hoofdsteden
en voornaamste uitvoerartikelen op
noemen, antwoordde de koningin, ter-1
wijl zij haar handen vouwde met een
stille herinnering aan haar nog uiet I
lang verstreken leertijd.
Dat helpt je niets, zei do gravin.
Heeft Uwe Majesteit ooit gehoord van
een Afrlkaanschen stam de Hadendo-
was genaamd
De koningin overwoog de vraag met
een ernst overeenkomende met het
feit, dat haar reputatie omtrent aard
rijkskundige kennis blijkbaar van
tiaar antwoord afhing. Toen gaf zij
het op, en bekende
Neen. ik geloof niet, dat ik er
ooit van gehoord heb.
Dus had ik gelijk, nichtje weet
niets van aardrijkskunde af, zei Lucie
op hoogst ernstigen toon.
Wist 'ij dan dat er een Afrikaan-
sche stam bestond, die de ja hoe
lieet het ook weer? Ik ben nu den
naam al weer vergeten, de Had's en
nog wat er achter.
Het is een lange naam, antwoordde
Lucie, maar er bestaat z o'n stam, en
ik weet, dat ik den naam goed ont
houden heb lladendowas.
Wie heeft je dat verteld ant
woordde de koningin, nu op haar
beurt exatuiueereiid.
Ik meen, dat het de Hertog van
Longlands was, zei Lucie. met dezelf-
do onzekerheid, die de koningin aan
den dag had gelegd, toen er over
liaar gepréoccupeerd zijn gesproken
was tijdens het dansen van de me
nuet.
O, natuurlijk, neen maar, in
dat geval is het juist. Dat is een on
aantastbaar zuivere bron.
Ja, hij is daar geweest, ant
woordde de gravin, dus ik zou den
ken, dat hü het weten kan.
v Wordt het niet wat al te laat
zei de koningin even gapend, terwijl
zij een blik wierp op de deur der ko
ninklijke slaapkamer, waarachter
haar een paradijs van rust lokte.
Het verhaal handelt niet hoofd
zakelijk over den hertog eigenlijk,
bijna heelemaa) niet over hem maar
natuurlijk kan het wachten eigen
lijk is het heelemaal niet noodig om
er iets van te vertellen. en met
goed geveinsde vlugheid sprong do
gravin overeind. In Amphalia stellen
wij niet zooveel belang in een Afri-
kaanschen stam maar ik hoorde jo
onlangs nu zooiets zinspelen maar
waarschijnlijk weet ie er ook al alles
van je hebt zeker hetzelfde verhaal
gehoord toen ik de menuet danste.
De „onbegrepen vrouw" gebruikto
haar gewone wapens.
Wal ben je toch dwaas. Lucie 1
Natuurlijk heb ik geen verhaal go-
hoord. W aarom zou ik
Ik weet het niet lk méende te
zien, dat....
Je meende te zie-n, wat, Lucie
't Doet er niets toe, nicht. Ik ben
het volkomen met je eens. Het is hoog
tijd, dat. wij naar hed gaan. en met
haar klein handje met kanten om de
pols bedekto zij een gezonden, maar
eenïgszins overdreven geeuw om haar
opmerking kracht bij te zetten
(Wordt vervolgd).