HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
GEVONDEN
Z VTERDAG 20 MEI 1911
haarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgok. bij Kon. Beal. ran 18 Kot. II
De Haarlemsche Hondelsvereenl
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heelt in den loop van den tijd
wel haar recht van beslaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, ia zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
glng toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, nermgdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemache Handelsvereni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordelen, die de Vereniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
gmg bemoeit zich in de eerste plaats
et mede, de belangen van bare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereenigmg te vragen,
die ook 111 proceduren en faillisse
menten gratis voor heu optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en hel bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad I 1 75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eenig. ng zijn de heeren Mrs. Th. de
liaan llugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur deB na
middags zijn te spreken.
Hol bureau der Vereeuiging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereenigiug wordt een vast
recht van 5 pet. der vorderiug bere
kend.
bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling rW advocaten te innen.
Üe kosten van informatiën naar
buiten l<- stad woonachtige personen
bedragen 6U ets. pui uitoruialie, plus
Vijf cents porto-vergoeding. Jnforina-
lien naai binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Protontien op buiten de stad wo
nende personen worden uiet behan
deld. Mutineer met lu ets. voor purto-
Verguo.iing is toegevoegd.
hu nu 1/48 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden irf het af-
geloop. laar gegeveu.
In de maanden Maart en April
1911 zijn 61 vorderingen tot een be
drag an f 940.51 betaald, 15 vorde
ringen worden afbetaald, 13 vorderin
gen ziju uitgesteld.
v uigei..- art. i dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seen i m het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verd.-i inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men. hoewel geen
lid der H. H. V toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
bier tor stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Amsterdamsdie Kout
IIL
Wij, jong-twintigste-eeuwers, bob
ben alle roden tot dankbaarheid, als
we terugzien op de voorgeslachten,
zoo goed als reden tot jaloezie op de
nakomelingenals de lieden van
alle tijdvakken.
Zelfs indien we leven met beschei
den middelen, hebben we 's avonds
onze huizen althans heel wat gezelli
ger en beter verlicht, dan oen rijke
vóór 100 jaar 1 En wij hebben meer
kans in onze vacantie, of ten minste
als we In de huwelijksboot stappen,
eens naar Brussel, Parijs of den Rijn
of Zwitserland te gaan, dan de veel
meer bemiddelde vóór 100 jaar hocl.
Word ik of. liever nog maar u, le
zer, door een dollen hond gebeten,
dan komen we er misschien, dank zij
Pasteur, nog goed af, terwijl uw
grootvader.... maar dan waart gij er
misschien wel niet eens geweest
Onze nakomelingen daarentegen
zullen als er over 100 jaar te Parijs
iets als een Chante-Clair gespeeld
wordt, even op eoD vrijen Zaterdag
middag dien ze dan natuurlijk al
len hebben in een luchtschip of
aeroplane stappen en vóór den Zon
dagochtend weder ln Amsterdam, of
Haarlem terug zijn.
Ja, wat do toekomst nog voor won
deren baren zal 1 Hadden onze voor
vaderen niet voor gek verklaard den-
gene, die hun zou hebben willen wijs
maken, dat je tegen een kastje in den
hoek van Ie kamer naar Parijs zou
kunnen praten 1 De grootste wonde
ren vindt men Immers niet in de boe
ken, maar iu de werkelijkheid, als
men oogen heeft om ze te zien, ten
minste 1
Zoo stel ik mij voor, dat later hot
aantal musea met één zal worden ver
meerderd Het Fonografisch Mu
seum, waar je bijv do plaat vraagt
van Koningin Juliana's eerste Troon
rede. aankondigend de toetreding tot
de Voreonigdc Staten van Europa, en
vermindering van de kosten van le
ger en vloot tot op 1/10, bestemd voor
de Internationale Politie-weermacht,
Over zulke historische fonografi
sche platen beschikken wij helaas
niet, en vvo toonen het gemis te gevoe
len door bij de bespreking van een
historische pielt de vaalt aangewende
en reeds zoo afgezaagde uitdrukking
to bezigen „0, als d© muren spreken
konden."
Als de muren van de huizen 'op ons
oude Damnlein, als de muren van het
oude Raadhuis-Paleis eens spreken
konden Ze zouden ons verhalen, on
der voel andere interessante zaken,
van den tijd. toen de Republiek dei-
Zeven Vereenigde Gewesten in macht
bloei tot een ongekende en onge-
nredigde hoogte stegen. Toen het
oranje, blanche, bleu vertoond werd,
als geen andere vlag, onder alle he
melstreken; toen elke vloedgolf hon
derd schepen, beladen met specerijen
en kostbaarheden, uit de Oost voor
de stad wierp. Ze zouden ons verha
len van don invloed van Amsterdams
ej ge vaardigden in 'stands Raadszaal
als het ging om oorlog en vrede.
Ze zouden ons vertellen van den
dans der Patriotten om de Vrijheids-
boomen, van de Sans-Culottes. havc-
looze Fransche soldaten, die wij
mochten kleed en en voeden, zonder
eenig voordeel te trekken uit de oor
logen vim den grooten Napoleon. Ze
zouden ons verhalen van het verknoei
en van het Raadhuis tot Paleis. Ze
zouden ons natuurlijk ook verhalen
van de bodschap der bevolking over
de berichten van nederlaag in den
volkerenslug bij Leipzig, en de konist
van den Prins van Oranje met een
visscherspink te Scheveningen, hier
van de puie verkondigd, en nog veel
meer ook van de schitterende Inhul
diging van Koningin Wilhelmina.
Ons Amstordatnsch Chauvinisme
gaat slechts niet zoo ver, dat wo ook
nog willen beweren, dat de Dam mooi
is (wat we wel durven van Rein-
brandtolein, Leidsche Plein en Frede-
riksplein). Toch zal u nu wellicht dui
delijk ziin eeworden. waarom wij Am
sterdammers voor dat Dam-Plcin zoo
veel gevoelen.
Dat groote. zwart-grauwe, uitwen
dig zoo sobere, gedistingeerde, waar
dige o-ebouw in zijn klassieken stijl,
inwendig van groote schoonheid en
rijk aan kunstschatten, staat daar in
het hart dor stad 51 weken des jaars
ledig, terwijl het Gemeentebestuur
zicii behelpt met een onsamenhan
gend gebouwen-complex op een ach
tergracht.
De uitbreidingen dor stad volgden
elkander omstreeks 1600 snel op. Tel
kens, ln 1585, 1592, 1612 en 1658, wer-'
den de buitengrachten in sierlijke
binnengrachten herschapen Singel,
Heerengracht, Keizersgracht, Prin
sengracht. Reeds ln 1622 was Amster
dam een stad van 100.000 inwoners.
Het werd in die periode ook verrijkt
met een groot aantal openbare gebou
wen. n.l. een koopmansbeurs, een
korenbeurs en vier nieuwe kerken van
groote afmetingen.
De vioode vaderen van Amsterdam,
die in het bogiu van de 17de eeuw, ui
dien bloeitijd, een nieuw stadhuis
moesten doen verrijzen het oude,
dat dagteekendo uit pLm. 1400 toen
Amsterdam slechts weinige dalzen-
den inwoners telde, was te klein en
bovendien bouwvallig geworden
begrepen, dat het een gebouw zijn
moest der stad en... ook hunner waar
dig.
Burgemeesteron waren handige ma
gistraten, die hun plan 14 jaren lang
geheim hielden zelfs voor de overige
Vroedschap.
In stilte werden reeds huisjes aan
kocht. Later, toen het plan was
goedgekeurd (ook al na lange rede
voeringen en reeds met een commis
sie als uitweg) in bet openbaar.
Van 1625 tot 1648 was voor 651.355
grond aangekocht en in 1648, liet jaar
van het einde van den 80-jarigen
krijg tegen de drie Fillpsen van
Spanje, gingen de 13659 palen den
grond in.
Aan Jacob van Campen, een man
van kennis, die zich aanvankelijk
op de schilder-, later op de bouwkunst
had toegelegd, en Italië bezocht had,
werd de bouw opgedragen. Tijdens
den bouw weid ook gewerkt aan den
toren van de Nieuwe Kerk, westelijke
zijde, en op het stadhuis bekampten
elkander twee partijen, die de Re
geering, in de eerste plaats ijverend
voor den toren, on die van den Raad,
voor bet stadhuis in de eerste plaats
werkend.
Deze kerktoren is nooit voltooid.
Tijdens den Eersten Engelschen Oor
log moest de bouw van net Raadhuis
worden gestaakt, omdat de handel zoo
slefcht ging en do strijd zooveel geld
kostte. Men was zelfs zoo ontmoedigd
dat men aan de voltooiing van hei
reuzenwerk niet meer geloofde. In
de Vroedschap werd hosloien 1 Raad
huis niet uit twee verdiepingen, doch
uit één te doen bestaan.
Vermoedelijk wilden burgemeeste-
m een tegemoetkomende houding
aannemen in de hoop, dat later alles
wel weder zou terecht komen. Al
thans zo neten den Vlaamschen beeld
houwer Quellinus, die naai' teekenin-
gen van Van Campen, o.a. de on ver-
gel ij kei ij k -soho o ne m armer-re liefs
voor de Vierschaar zou leveren, stille
tjes met zijn arbeid doorgaan en later
werd weder besloten het oorspronke
lijke plan te volgen.
liet achtste wereld-wonder, „van
soo veel p teens omhoogh op soo veel
houts van onder" is dus zelf een kind
der smarte geweest.
De kosten van den eigenlijken bouw
van 16-17 tot 1665 bedroegen 2.5 mil-
lioen ducatons of 7.825.000; en met*
den grond kwam bet gebouw der
stad te staan op een uitgaaf van
9.000.000.
In 1806 word op een afgeperst ver
zoek de Republiek herschapen in een
koninkrijk onder Lodewijk Napoleon
als erfelijk constitutioneel koning
van Holland.
Door het Continentaal stelsel be
paalde de handel zich tot wat smok
kelhandel op Engeland.
Een comité begaf zich namens de
Amsterdamsche burgerij naar Utrecht
waar onze eerste koning voorloop;^
resideerde, on verzocht Z. M. vleiend,
aan het sciioone gebouw der stad de
schoonste bestemming te geven, die
het ooit zou kunnen hebben. Lodewijk
beloofde in zijn antwoord, dat hij niet
langer gebruik van het stadhuis zou
maken, dan tot eenige jaren vrede en
het herstel der financiën zouden ge
dogen, dat een nieuw paleis ten kostte
van de publieke sciiatkist zou worden
gebouwd
Die wensch van Lodewijk is tot op
onzen tijd een vrome wensch geble
ven.
Reeds toen is eon adres tot den ko
ning gericht, het Paleis niet te aan
vaarden, en telkens in den loop der
tijden, uitte zich het verlangen der
Amsterdammers (dat ze koesterden
tliep in hun hort} om weder het Pa
leis met zijn gewelfd Plein, zoo noem
de men de tegenwoordige imposante
28 M. lioogo Burgerzaal, die destijds
als vestibule diende en behalve gedu
rende de raadszittingen, (weinige,
want alleen voor nieuwe belastingen
en groote wei-ken van algeniecnen
nutte werd do Raad bijeengeroepen)
voor alle poorters toegankelijk te stel
len.
Het gebouw onderging toen eenige
veranderingen, en verslechteringen.
On-„hoffelijke kunstuitingen, of <lie
zoodanig geacht werden, moesten ver
dwijnen. De boogvormige doorgan
gen van de vestibule werden met als
marmer toegetakeld, schotwerk afge
sloten. Een baJcon werd aangebracht
liet befaamde balcon, waarvan we
zoo dikwijls in de couranten lezen als
H. RL te Amsterdam vertoeft.
Merkwaardig is het zeker, dat aan
de waarlijk schoone versieringen ln
dit openbare gebouw, door den gaan
den en komenden gedurende 1 1/2
eeuw niets hoegenaamd is beschadigd
hetgeen de architect Weissman tc
uwent toeschrijft aan den gunstigen
invloed der gildon.
Voor den leek vooral bewonderens
waardig zijn de onvolprezen schilde
rijen in marmer van Quellinus in de
Vierschaar.
Het eerste relief brengt in beeld het
opofferend gedrag van Seleacus, een
Rome.insch wetgever, die zich een
oog doet uitsteken om zijn schuldigen
zoon, dien hij wegens een vergrijp
tegen de goede zeden had moeten ver-
oordeelen tot verlies van het gezichts
vermogen te sparen.
Het tweede brengt „Salomo's eer
ste recht" in beeld, en het derde:
Brutus rechtdoende over zijn zoons,
wegens samenspannen met den vij
and op zijn bevel, bestraft met geesc-
bng en onthoofding".
Bij zijn intocht op 2 December
1813 verklaarde de Souve'reine Vorst,
dat hij het Paleis weder aan de stad
Wilde afstaan, om weder als Stadhuis
te worden gébruikt; slechts enkele
vertrekken zouden beschikbaar blij
ven voor het tijdelijk verblijf van den
vorst.
De Raad achtte echter de groote
kosten, die noodig zouden zijn om 't
gebouw weder als Raadhuis in te
chtcn, te bezwaarlijk en wees
jammer genoeg het aanbod van de
hand. Lieden, die court d'argent zijn
doen wel meer dwaze dingen! Ik
lioop. dat den lezer de waarheid de
zer bewering nooit door persoonlijke
ervarnig moge zijn gebleken.
Een aantal kunsten aar svereeuigin-
gen heeft thans den strijd weder aan
gebonden.
Hot verloop daarvan is bekend.
Eindelijk is dan nu verschenen de
voordracht van B. en W., een twee
slachtig stuk, dat op allen, behalve
op de „Nieuws-van-den-Dag"-reduc
tie een allertreurigsten indruk
maakt.
B. en W. verklaren zich bere.d het
Palels als Raadhuis te betrekken,
doch putten zich tegelijkertijd uit in
allerlei bezwaren en nog alleen
dan als de Koningin den wensch te
kennen geeft voor een nieuw Paleis.
„Het Groene Weekblad" spreekt
zelfs al van „Amsterdam varraden".
B. en W. desavoueer en de commis-
».e, die rapport uitbracht, bestaande
ui:t den directeur de'r gemeentewer
ken, en de heeren Berlage en dr. P.
J. H. Cuypers, C. Muysken en prof.
Brugman s.
De bekwame correspondent van de
N. R. C. stelde de vraag of die
frontverandering ook het gevolg kon
zijn van de vervanging van den heer
Van Leeuwen door den heer Roëll als
burgemeester.
„We zullen eens zien. of er dan
nog geen rechters in Berlijn zijn",
sprak indertijd de bokend-geworden
molenaar van Suns-Souci tegen Fre-
derik den Grooten.
Wij, Amsterdammers, zullen eens
zien of er 'nog raadsleden in deii Am-
stcrdamsclien Raad zitten.
„Wat worden die Amstërdamsche
couranten vervelend met hun kolom-
mon-lang gezeur over dat eeuwige
Paleis", heeft wellicht reeds menig
Haarlemmer gemopperd.
Tout comprendre, e'est tout par-
donner (alles begrijpen beteckent al
les vergeven).
Ik hoop, Haarlemsche lezers, dat
ge mij nu eens liet genoegen hebt ge
daan dezen brief, die het juist over
dat oude Raadhuis-Paleis hebben
zou, niet over te slaan, en ge zult
hebben begrepen, waarom wij, Am
sterdammers, dat Paleis zooveel cou
ranten-papier en drukinkt waard
achten.
Vervelend is een zaak slechts zoo
lang we niet voldoende zijn inge
wijd.
Als uw zoons 's Zondags aan tu-
fel niet uitgepraat raken over het
spel en de kaDsen van H. F. C. of
Haarlem, dan zijn die beschouwin
gen voor u slechts vervelend, zoc
lang g© niet volkomen in den stuud
van zaken zijt ingewijd.
Degenen van de leaers, die het Pa
leis nog nooit vah binnen gezien
hebben, raad ik dringend aan, dit bij
hun eerstvolgend bezoek aan Am
sterdam te doen.
B. Th.
Van da Residentie en liaar
bewoners.
CIX.
Als niet komt tot iet, kent iet zich
zeiven niet, en als een gewoon
mensch raadslid wordt, hecht li ij
groote waarde uan zijn eigen oordeel
ook al wordt dit gegeven over een on
derwerp, waarvan hij in de verste
verte geen versland heeft.
We hebben we or eens een heerlijke
gelegenheid gehad dat te constatee-
rcn. In den Raad kwam in behando
ling de ontwerp-vererdening op d'
bijstandcommissies en door verschil
lende leden werd toen geklaagd over
de weinige aandacht, die door den
betrokken wethouder vaak aan hun
advies besteed wordt
Nu is dat niet meer dan natuurlijk.
In de latere jaren heeft de gemeente-
huishouding zich zoo uitgebreid, dal
de raadsleden telkens voor vragen
komen te staan, dje zij alleen zouden
kunnen beantwoorden, indien zij toe
gerust waren met een hoeveelheid
technische kennis, welke zij uit den
uurd van hun betrekking niet kunnen
opdoen. In een raadsvergadering is
dit dikwijls te bemerken, hoewel daar
altijd nog een paar leden zijn ter za-
kundig.
Maar men kan zich daaruit een
voorstelling maken, hoe het dikwijl?
toe moet "aan ln de commissies, nu
het eenmaal een ongeschreven wet is.
dat de leden daarin gekozen worden,
niet omdat zijn speciaal verstand van
een bedrijf hebben, maar omdat de
eerlijkheidspoliliek wil, dat dit zoo'n
beetje onderling verdeeld wordt. Zoo
vinden we in eon commissie, <lie over
electriciteitskwestics moet advisceren,
en architect en rentenier c-n twee
bankiers en is het den betrokken wet
houder nu heel kwalijk te nemen, als
hij een advies van deze „deskundige"
Commissie min of meer aan zijn wet»
houderlijke laars lapt?
Zooals uit de debatten bleek, waren
verschillende leden hier niet mede in
genomen en ze grepen nu de veror
dening aan als middel, om wat meer
in de melk te brokken te hebben.
Ze verlangden, dat do voorzitter-
wethouder alleen con* adviseerendc
slem zou mogen uitbrengen, omdat
hij anders den doorslag kon geven
bij het uitbrengen van een advies,
waar hij zelf om gevraagd had. Dit is
natuurlijk niet gchee-1 in den haak,
maar toen de wethouders verklaar
den. dat zij op het behoud van hun
tellende stem niet gesteld waren, had
de oppositie, ware zij oprecht ge
weest, zich moeten matigen.
Nu dit niet geschiedde werd over
tuigend aangetoond, dat het den op
posanten ïiiet om de formeele cor
rectheid doch om pérsoonlijköMnacht
te doen was. De meerderheid liet den
toestand echter zooals hij is, ook toen
later getracht sverd om de adviezen,
door do commis9.es uitgebracht, ge
publiceerd te krijgen. Maandag a.s.
wordt de behandeling van het ont
werp voortgezet en het zou me niet
verwonderen, als er dan opnieuw* po
gingen aangewend werden om do le
den van bijstand wat meeir op den
bok tc brengen.
Do padvinderij wordt hier nogal
beoefond en Zondag den 21sten zullen
oen paar nieuwe vondels trouw nioo-
ten zworen aan de gohoorzaamlieid,
het vaderland, broederliefde enz.
De hoplieden dienen natuurlijk
zelf te weten welke eische'n zij aan
hun manschappen stellen en of de
ze eed al dan niet opvoedkundig Is,
maar zo hadden zeker moeten be
denken dat vele knapen het gewicht
•u'n het oogcnblik zullen overschat
ten als er veel publiek bij aanwezig
ia en voor dit laatste schijnt het be
stuur nogal moeite te doen... ter wil
le van de smeer. Werden bij het
ecdsafleggen alleen ouders en Tami.
lieleden geiKiodigd, de menigte zou
hoewel m eschien toch nog obge-
wenscht groot, geen al te nadeoligen
invloed uitoefenen op de jongen»,
maar anders wordt de kwestie nu
iedereen toegang heeft tegen entrée.
Het plechtige vun het inzweren
wordt geëxploiteerd als publ eke ver
makelijkheid. L'it een impressariote
oogpunt bekeken is dit niet ander*
dan toe te juichen, maar van opvoed
kundig standpunt bezien dient het
evenwel ten strengste afgekeurd.
Toen zich hier van de padvinders
de neutrale verkennors afscheidden,
heb ik de opmerking gemaakt, dat
het elkaar ontmoeten van deze twee
troepen jongens wel eens tot minder
endschappelijko tooneelen aanlei
ding zou kunnen geven. En dat is
maar al te juist gebleken.
Herhaaldelijk hebben padvinders
i verkenners als zij elkaar in de
duinen tegenkomen, woordenwissel in
gen, die alleen door groote moeite
de korporaals niet met „slaan
de" argumenten onderstreept wor
den. Tot dusver is alles in botrekke-
lijien vrede afgeloopen, maar als de
orkenners eenmaal ln aantal zullen
zijn toegenomen en de troepen even-
eel jongens tellen, dan zijn ver-
ehillende veldslagen bij den water
toren te verwachten.
SINTRAM.
Stadsnieuws
HoIIandsciie Maatschappij van
Wateaschappeo.
Hedenmiddag u> half drie werd in
liet gebouw op het Spaarne de jaar
vergadering van de Hollandscho
Maatschappij van Wetenschappen ge
houden. Uit rouwbetoon over het af
sterven van den voormaligen secre
taris, dr. J. Bosscha, was dit jaar olk
meer feestelijk karakter aan de ver
gadering ontnomen.
Om deze reden bleef dit jaar ook
liet gebruikelijk bezoek van Prins
Hendrik, protector der Maatschappij,
achterwege.
Na de opening door den voorzitter,
mr. II. Enschedé, houdt Prof. H. A.
Lorenlz uit Leiden een redevoering
ter herdenking van wijlen Dr. Bos-
Nu directeuren en leden der Hol-
lamdsche Maatschappij van Weten
schappen voor de eerste maal, na
het verlies van den betreurden Bos
scha bijeen zijn. voldoet spr. gaarne
nun het verlangen om een woord van
dunk en waardeering aan de nage
dachtenis van den overledene te wij
den. Zestig jaar geleden blonk Bos
scha uit onder de kleine schaar van
hen, die zich aan do studie der wis-
en natuurkunde wijdden. Hij voel do
zich toen vooral aangetrokken tot
den hoogleeraar in de sterrenkunde
Frederik Kaiser. Nog in het laatst
van zijn leven sprak Bosscha over
dezen professor met be wondering en
warme genegenheid. Naar spieker
meent is de eerste weten schappelijke
•handeling van den thans-ontsla-
pene ontstaan onder den onmiddel-
iijken invloed van Kaiser. Zij ver
scheen in de „Kunst- en Letterbode'
van 1853 en is de 1ste onder de „Ver
spreide geschriften", die zijn vrien
den Bosscha op 18 November 1901 bij
zijn 70sten verjaardag als feestgave
aanboden.
Kaiser bad voor de tijdbepallng
in een plotseling verschijnsel ge
bruik gemaakt van de omstandigheid,
dut het oogenblik, waarop de tikken
van twee uurwerken van ietwat ver
schillenden gang samenvallen, met
groote scherpte kan worden waargo-
nomen. Bosscha grondde nu een me
thode om de snelheid van het geluid
te bepalen op de overwoging, dat het
samenvallen der tikken, mede afhan
kelijk is van den tijd, dien liet geluid
noodig beeft, om zich van het een®
eu het andere uurwerk af naar den
waarnemer voort te planten.
Bij twee secondekleppers, 15 M.
van elkaar geplaatst, nam hij nu bij
de «ene, dan weer bij de andere do
tijdstippen van hot samenvallen der
tikken waar en becijferde op grond
dezer waarneming dc snelheid van
het geluid op 352 meter per seconde.
Mot nauwkeuriger uurwerk zouden
ook nauwkeuriger uitkomsten kun-
FEUILLETON
3j
De twee Engelschen zagen elkander
aan over het lichaam van den geval
lene heen. ep voor Sir Gordon iels
kon zeggen, fluisterde Deane hem
toe
Wij moeten ons verwijderen,
voor een van zijn vrienden of kermis
sen komen. Vlug.
Zij droegen den bewustelooz© ln de
gang.
Hij zul zoo aanstonds weer tot
zichzelf komen, zei Deane. Het zal
voor ons liet best zijn been te gaan.
Terwijl hij nog sprak zag liij een
lichtstreep. Een deur werd geopend
en een gezicht keek naar buiten. Het
was de oude vrouw. Deane herkende
haar aan een litteeken onder het lin
keroog. Hen oogenblik slechts toefde
zij, de deur werd even onhoorbaar
gesloten als zij geopend was en de
laan was weer donker als te voren.
De beide mannen verlieten do plaats
en gingen zwijgend door den onver-
lichten bazar naar de open straat.
Ik ben u grooten dank verschul
digd, zei Sir Gordon eindelijk. Do
schurk zou me zeker neergestooten
hebben.
Het verheugt me zeer. Sir Gor
don, dat ik in de nabijheid was. ant
woordde Deane. Sir Gordon bleef
staan en wierp een onderzoekenden
blik op hem.
Gij kont mij Wie zijt gij
Deane noemde zijn naam. Zij gin
gen enkele minuten weer zwijgend
verder. Trafforde met gebogen hoofd
en saamgetrokken wenkbrauwen.
Toen zei Deane
Natuurlijk gaat ee Smyrna zoo
spoedig mogelijk verlaten. Sir Gor
don. Het zou gevaarlijk voor u zijn
te blijven dit volk vergeet niet een
slag
En pii dan Het gevaar Is voor
u niet minder groot.
Maar Deane meeude, dat de man
hem niet kende, omdat hij hem van
achteren had aangevallen. Sir Gor
don stemde toe, dat het beter zou zijn,
Smyrna te verlaten. „Niet dat Ik zijn
aanval vrees", zei hij, „maar voor
een reden, waarmee ik u niet lastig
wil vallen, is het voor mij beter niet
de aandacht op mij te vestigen."
Deane, nog vóór een uur van zins
Smyrna te verlaten, was nu plotse
ling besloten om te blijven.
Ik heb bezigheden, zei hij tegen
Trafforde, dio hern nog overreden wil
de om de stad eveneens te verlaten,
dio mij hier terughoudengeloof mij,
ik ben volkomen veilig.
Maar Sir Trafforde, ofschoon hij
met een gebaar van Oostersche berus
ting zich hij Doanc's besluit neerleg
gende, was omtrent die veiligheid niet
geheel zeker en verzocht. Deane hem
te willen schrijven. Hij krabbelde den
naam van eon hotel te Athene opeen
stukje papier.
Over een week, zei hij, zal ik
daar zijn en het zal mij aangenaam
zijn, u daar te ontmoeten of bericht
van u te onjtvangen Vaarwel, mijn
heer
Deane deed, nadat Sir Gordon hem
verlaten had, een roekelooze daad
hij begaf zich weer terug naar den
bazar. Het was volkomen rustig. De
man .was er niet meer. dien zij in de
donkere laan hadden gedragen. Dea-
ne'S stoomjacht lag juist buiten de
baai hij rooide er heen, stapte liet
dek op on neer, doch kon, toen hij
eindelijk te bed lag, den slaap niet
vatten- Een groot reiziger als Deane
verkrijgt de overtuiging, dat de meest
wonderlijke gebeurtenissen mogelijk
zijn en hii meende, dat dit grillige
toeval hem heel wel op het pad van
Trafforde's verloren dochter had kun
nen brengen. Maar hoe dat te begin
nen In alle geval kon hij Sir Gordon
geen deelgenoot maken van zijn mee
ning, om geen hoop te wekken, die bij
teleurstelling zija leed slechte zou
vergrooten.
Hij stond In den ochtend op met
het voornemen, den kapitein last te
geven naar de Zwarte Zee te gaan,
doch in plaats daarvan trok hij een
Turksch costuuui aan en ging aan
wal. Hij wou niet gelooven, dat
iemand hem nu herkennen zou alsdc
witgekleed© Engelschmaiu van den
vorigen dag, en hij slenterde door den
bazar zonder eenig© aandacht te
trekken .naar hij ir.-ecnde.
In den namiddag ging hij in de
kahn, nu gevuld met kameelen en drij
vers, en even druk al? dc bazar zelf.
Langzaam wandelde hij de laan in
het bleek, dat deze in verbinding
stond met oen der galerijen. Hij
gin«r met do menigte, die zich hier be
woog, toen hij bemerkte, dat hij ge
volgd werd. Een ln 't zwart gekleede
en gesluierde vrouw was telkens bij
of naast hem. Hij bleef hij een kraamp
je staan, veinzende eenig voorwerp
te bezien de vrouw met een bewe
ging alsof ze haar sluier wilde weg
trokken, fluisterdo hem in t Arabisch
toe
Volg mij.
Deane onderhandelde wat met den
verkooper over den prijs van het voor
werp, en volgde toen de vrouw. Zij
bracht hem op een afgelegen plaats
op 't eind van de galerij en hem be
vreesd aanziende, vroeg zij
Kent ei) mij
Natuurlijk, antwoordde Deane,
terwijl hij kalm 'n sigaret aanstak en
haar scherp aanzag.
Wat is het, daC gij verlangt te
hebben? vroeg zij.
Het meisje, gaf Dcauo kalm ten
antwoord.
De vrouw richtte haar scherpe,
doordringende oogen op hem.
Waar is de andere 7 vroeg ze. De
vader van het meisje
Hij is vertrokken.
De vrouw ademde verlicht en Dea
ne vervolgde even bedaard
Maar ik kan hem terug doen ko
men.
Dat Is niet noodig. antwoordde ze
snel. Ik ben bang voor hem, hij is
gek. Ik wonsch niet. dat er bloed ver
goten wordt. Allah ls groot. Het was
niet mijn schuld. Abdoel, mijn zoon,
stal haar jaren vloden. Ge hebt hem
gekwetstzijn kaak is gebroken.
Zoo hernam Deane, was het
uw zoon, dien ik gisteren neersloeg
Do vrouw kuikte en zuchtte:
Ge zijt een Engeischman, zoo
als die ander©. Zeia's vader, en het is
moeilijk tegen u te strijden. Gij kunt
evenals wij. wachten en wachten. Ik
lieb altijd tegen Abdoel gezegd, dat
de tijd eens zou komen, dat hij het
meisje terug moest geven of er voor
betalen. Die tijd is nu gekomen. Go
zult haar hebben.
Deane's hart sloeg onstuimig, doch
op denzelfden bedaarden, onverschil
ligen loon zei hij
Gij handelt wijs. Stellig de dienst
bode, die met hot kind ontvoerd werd?
Zij spreidde haar handen uit, haal
de de schouders op en antwoordde
Die is reeds jaren dood. Wat
maakt het uit Allah is groot en wel
dadig en heeft lief degene, die geeft,
go wilt uw dienares goed beloonen
Vijftig pond in Engelsch geld, zoi
Deane kortaf.
De bleeke wangen van de vrouw
kleurden sn zij sloeg den blik neer,
om de uitdrukking van blijdschap te
verbergen, die uit haar oogen straal
de.
Aangenomen, zei zij. Als ik u
haar overgeef zult go tevreden zijn en
mij en mijn zoon met vrede laten?
Mij wel, zei Deane. Maar zul het
meisje u vrijwillig verlaten, zal rij
met mij medegaan
De oude vrouw zug hem aan.
Zij is in gehoorzaamheid groot
gebracht en zal doen, wat ik van
haar vraag. Moon niet. dat ik haar
slecht behandeld heb, ik houd veel
van haar en het kost mij moeite om
van haar te scheiden. Wil de Effendl
niet meer gaven t Niet Maar er is
Engelsch blood in haar; zij zal blij
zijn te kunnen gaan, want zij ie uiet
con der onzen.
Zij raakte den arm van Deane aaz*
en fluisterde
Zij is mija oogappel en ik heb
haar voor alle kwaad behoed. Be»
grijpt de Efteudi mij
(Wordt vervolgd).