HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. GEVONDEN Z VTERDAG 20 MEI 1911 haarlemsche Handelsvereeniging Goedgok. bij Kon. Beal. ran 18 Kot. II De Haarlemsche Hondelsvereenl ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heelt in den loop van den tijd wel haar recht van beslaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, ia zij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- glng toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, nermgdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemache Handelsvereni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordelen, die de Vereniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni- gmg bemoeit zich in de eerste plaats et mede, de belangen van bare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en information voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereenigmg te vragen, die ook 111 proceduren en faillisse menten gratis voor heu optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en hel bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad I 1 75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eenig. ng zijn de heeren Mrs. Th. de liaan llugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur deB na middags zijn te spreken. Hol bureau der Vereeuiging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereenigiug wordt een vast recht van 5 pet. der vorderiug bere kend. bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling rW advocaten te innen. Üe kosten van informatiën naar buiten l<- stad woonachtige personen bedragen 6U ets. pui uitoruialie, plus Vijf cents porto-vergoeding. Jnforina- lien naai binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Protontien op buiten de stad wo nende personen worden uiet behan deld. Mutineer met lu ets. voor purto- Verguo.iing is toegevoegd. hu nu 1/48 informatiën en rechts geleerde adviezen werden irf het af- geloop. laar gegeveu. In de maanden Maart en April 1911 zijn 61 vorderingen tot een be drag an f 940.51 betaald, 15 vorde ringen worden afbetaald, 13 vorderin gen ziju uitgesteld. v uigei..- art. i dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seen i m het Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verd.-i inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men. hoewel geen lid der H. H. V toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op bier tor stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Amsterdamsdie Kout IIL Wij, jong-twintigste-eeuwers, bob ben alle roden tot dankbaarheid, als we terugzien op de voorgeslachten, zoo goed als reden tot jaloezie op de nakomelingenals de lieden van alle tijdvakken. Zelfs indien we leven met beschei den middelen, hebben we 's avonds onze huizen althans heel wat gezelli ger en beter verlicht, dan oen rijke vóór 100 jaar 1 En wij hebben meer kans in onze vacantie, of ten minste als we In de huwelijksboot stappen, eens naar Brussel, Parijs of den Rijn of Zwitserland te gaan, dan de veel meer bemiddelde vóór 100 jaar hocl. Word ik of. liever nog maar u, le zer, door een dollen hond gebeten, dan komen we er misschien, dank zij Pasteur, nog goed af, terwijl uw grootvader.... maar dan waart gij er misschien wel niet eens geweest Onze nakomelingen daarentegen zullen als er over 100 jaar te Parijs iets als een Chante-Clair gespeeld wordt, even op eoD vrijen Zaterdag middag dien ze dan natuurlijk al len hebben in een luchtschip of aeroplane stappen en vóór den Zon dagochtend weder ln Amsterdam, of Haarlem terug zijn. Ja, wat do toekomst nog voor won deren baren zal 1 Hadden onze voor vaderen niet voor gek verklaard den- gene, die hun zou hebben willen wijs maken, dat je tegen een kastje in den hoek van Ie kamer naar Parijs zou kunnen praten 1 De grootste wonde ren vindt men Immers niet in de boe ken, maar iu de werkelijkheid, als men oogen heeft om ze te zien, ten minste 1 Zoo stel ik mij voor, dat later hot aantal musea met één zal worden ver meerderd Het Fonografisch Mu seum, waar je bijv do plaat vraagt van Koningin Juliana's eerste Troon rede. aankondigend de toetreding tot de Voreonigdc Staten van Europa, en vermindering van de kosten van le ger en vloot tot op 1/10, bestemd voor de Internationale Politie-weermacht, Over zulke historische fonografi sche platen beschikken wij helaas niet, en vvo toonen het gemis te gevoe len door bij de bespreking van een historische pielt de vaalt aangewende en reeds zoo afgezaagde uitdrukking to bezigen „0, als d© muren spreken konden." Als de muren van de huizen 'op ons oude Damnlein, als de muren van het oude Raadhuis-Paleis eens spreken konden Ze zouden ons verhalen, on der voel andere interessante zaken, van den tijd. toen de Republiek dei- Zeven Vereenigde Gewesten in macht bloei tot een ongekende en onge- nredigde hoogte stegen. Toen het oranje, blanche, bleu vertoond werd, als geen andere vlag, onder alle he melstreken; toen elke vloedgolf hon derd schepen, beladen met specerijen en kostbaarheden, uit de Oost voor de stad wierp. Ze zouden ons verha len van don invloed van Amsterdams ej ge vaardigden in 'stands Raadszaal als het ging om oorlog en vrede. Ze zouden ons vertellen van den dans der Patriotten om de Vrijheids- boomen, van de Sans-Culottes. havc- looze Fransche soldaten, die wij mochten kleed en en voeden, zonder eenig voordeel te trekken uit de oor logen vim den grooten Napoleon. Ze zouden ons verhalen van het verknoei en van het Raadhuis tot Paleis. Ze zouden ons natuurlijk ook verhalen van de bodschap der bevolking over de berichten van nederlaag in den volkerenslug bij Leipzig, en de konist van den Prins van Oranje met een visscherspink te Scheveningen, hier van de puie verkondigd, en nog veel meer ook van de schitterende Inhul diging van Koningin Wilhelmina. Ons Amstordatnsch Chauvinisme gaat slechts niet zoo ver, dat wo ook nog willen beweren, dat de Dam mooi is (wat we wel durven van Rein- brandtolein, Leidsche Plein en Frede- riksplein). Toch zal u nu wellicht dui delijk ziin eeworden. waarom wij Am sterdammers voor dat Dam-Plcin zoo veel gevoelen. Dat groote. zwart-grauwe, uitwen dig zoo sobere, gedistingeerde, waar dige o-ebouw in zijn klassieken stijl, inwendig van groote schoonheid en rijk aan kunstschatten, staat daar in het hart dor stad 51 weken des jaars ledig, terwijl het Gemeentebestuur zicii behelpt met een onsamenhan gend gebouwen-complex op een ach tergracht. De uitbreidingen dor stad volgden elkander omstreeks 1600 snel op. Tel kens, ln 1585, 1592, 1612 en 1658, wer-' den de buitengrachten in sierlijke binnengrachten herschapen Singel, Heerengracht, Keizersgracht, Prin sengracht. Reeds ln 1622 was Amster dam een stad van 100.000 inwoners. Het werd in die periode ook verrijkt met een groot aantal openbare gebou wen. n.l. een koopmansbeurs, een korenbeurs en vier nieuwe kerken van groote afmetingen. De vioode vaderen van Amsterdam, die in het bogiu van de 17de eeuw, ui dien bloeitijd, een nieuw stadhuis moesten doen verrijzen het oude, dat dagteekendo uit pLm. 1400 toen Amsterdam slechts weinige dalzen- den inwoners telde, was te klein en bovendien bouwvallig geworden begrepen, dat het een gebouw zijn moest der stad en... ook hunner waar dig. Burgemeesteron waren handige ma gistraten, die hun plan 14 jaren lang geheim hielden zelfs voor de overige Vroedschap. In stilte werden reeds huisjes aan kocht. Later, toen het plan was goedgekeurd (ook al na lange rede voeringen en reeds met een commis sie als uitweg) in bet openbaar. Van 1625 tot 1648 was voor 651.355 grond aangekocht en in 1648, liet jaar van het einde van den 80-jarigen krijg tegen de drie Fillpsen van Spanje, gingen de 13659 palen den grond in. Aan Jacob van Campen, een man van kennis, die zich aanvankelijk op de schilder-, later op de bouwkunst had toegelegd, en Italië bezocht had, werd de bouw opgedragen. Tijdens den bouw weid ook gewerkt aan den toren van de Nieuwe Kerk, westelijke zijde, en op het stadhuis bekampten elkander twee partijen, die de Re geering, in de eerste plaats ijverend voor den toren, on die van den Raad, voor bet stadhuis in de eerste plaats werkend. Deze kerktoren is nooit voltooid. Tijdens den Eersten Engelschen Oor log moest de bouw van net Raadhuis worden gestaakt, omdat de handel zoo slefcht ging en do strijd zooveel geld kostte. Men was zelfs zoo ontmoedigd dat men aan de voltooiing van hei reuzenwerk niet meer geloofde. In de Vroedschap werd hosloien 1 Raad huis niet uit twee verdiepingen, doch uit één te doen bestaan. Vermoedelijk wilden burgemeeste- m een tegemoetkomende houding aannemen in de hoop, dat later alles wel weder zou terecht komen. Al thans zo neten den Vlaamschen beeld houwer Quellinus, die naai' teekenin- gen van Van Campen, o.a. de on ver- gel ij kei ij k -soho o ne m armer-re liefs voor de Vierschaar zou leveren, stille tjes met zijn arbeid doorgaan en later werd weder besloten het oorspronke lijke plan te volgen. liet achtste wereld-wonder, „van soo veel p teens omhoogh op soo veel houts van onder" is dus zelf een kind der smarte geweest. De kosten van den eigenlijken bouw van 16-17 tot 1665 bedroegen 2.5 mil- lioen ducatons of 7.825.000; en met* den grond kwam bet gebouw der stad te staan op een uitgaaf van 9.000.000. In 1806 word op een afgeperst ver zoek de Republiek herschapen in een koninkrijk onder Lodewijk Napoleon als erfelijk constitutioneel koning van Holland. Door het Continentaal stelsel be paalde de handel zich tot wat smok kelhandel op Engeland. Een comité begaf zich namens de Amsterdamsche burgerij naar Utrecht waar onze eerste koning voorloop;^ resideerde, on verzocht Z. M. vleiend, aan het sciioone gebouw der stad de schoonste bestemming te geven, die het ooit zou kunnen hebben. Lodewijk beloofde in zijn antwoord, dat hij niet langer gebruik van het stadhuis zou maken, dan tot eenige jaren vrede en het herstel der financiën zouden ge dogen, dat een nieuw paleis ten kostte van de publieke sciiatkist zou worden gebouwd Die wensch van Lodewijk is tot op onzen tijd een vrome wensch geble ven. Reeds toen is eon adres tot den ko ning gericht, het Paleis niet te aan vaarden, en telkens in den loop der tijden, uitte zich het verlangen der Amsterdammers (dat ze koesterden tliep in hun hort} om weder het Pa leis met zijn gewelfd Plein, zoo noem de men de tegenwoordige imposante 28 M. lioogo Burgerzaal, die destijds als vestibule diende en behalve gedu rende de raadszittingen, (weinige, want alleen voor nieuwe belastingen en groote wei-ken van algeniecnen nutte werd do Raad bijeengeroepen) voor alle poorters toegankelijk te stel len. Het gebouw onderging toen eenige veranderingen, en verslechteringen. On-„hoffelijke kunstuitingen, of <lie zoodanig geacht werden, moesten ver dwijnen. De boogvormige doorgan gen van de vestibule werden met als marmer toegetakeld, schotwerk afge sloten. Een baJcon werd aangebracht liet befaamde balcon, waarvan we zoo dikwijls in de couranten lezen als H. RL te Amsterdam vertoeft. Merkwaardig is het zeker, dat aan de waarlijk schoone versieringen ln dit openbare gebouw, door den gaan den en komenden gedurende 1 1/2 eeuw niets hoegenaamd is beschadigd hetgeen de architect Weissman tc uwent toeschrijft aan den gunstigen invloed der gildon. Voor den leek vooral bewonderens waardig zijn de onvolprezen schilde rijen in marmer van Quellinus in de Vierschaar. Het eerste relief brengt in beeld het opofferend gedrag van Seleacus, een Rome.insch wetgever, die zich een oog doet uitsteken om zijn schuldigen zoon, dien hij wegens een vergrijp tegen de goede zeden had moeten ver- oordeelen tot verlies van het gezichts vermogen te sparen. Het tweede brengt „Salomo's eer ste recht" in beeld, en het derde: Brutus rechtdoende over zijn zoons, wegens samenspannen met den vij and op zijn bevel, bestraft met geesc- bng en onthoofding". Bij zijn intocht op 2 December 1813 verklaarde de Souve'reine Vorst, dat hij het Paleis weder aan de stad Wilde afstaan, om weder als Stadhuis te worden gébruikt; slechts enkele vertrekken zouden beschikbaar blij ven voor het tijdelijk verblijf van den vorst. De Raad achtte echter de groote kosten, die noodig zouden zijn om 't gebouw weder als Raadhuis in te chtcn, te bezwaarlijk en wees jammer genoeg het aanbod van de hand. Lieden, die court d'argent zijn doen wel meer dwaze dingen! Ik lioop. dat den lezer de waarheid de zer bewering nooit door persoonlijke ervarnig moge zijn gebleken. Een aantal kunsten aar svereeuigin- gen heeft thans den strijd weder aan gebonden. Hot verloop daarvan is bekend. Eindelijk is dan nu verschenen de voordracht van B. en W., een twee slachtig stuk, dat op allen, behalve op de „Nieuws-van-den-Dag"-reduc tie een allertreurigsten indruk maakt. B. en W. verklaren zich bere.d het Palels als Raadhuis te betrekken, doch putten zich tegelijkertijd uit in allerlei bezwaren en nog alleen dan als de Koningin den wensch te kennen geeft voor een nieuw Paleis. „Het Groene Weekblad" spreekt zelfs al van „Amsterdam varraden". B. en W. desavoueer en de commis- ».e, die rapport uitbracht, bestaande ui:t den directeur de'r gemeentewer ken, en de heeren Berlage en dr. P. J. H. Cuypers, C. Muysken en prof. Brugman s. De bekwame correspondent van de N. R. C. stelde de vraag of die frontverandering ook het gevolg kon zijn van de vervanging van den heer Van Leeuwen door den heer Roëll als burgemeester. „We zullen eens zien. of er dan nog geen rechters in Berlijn zijn", sprak indertijd de bokend-geworden molenaar van Suns-Souci tegen Fre- derik den Grooten. Wij, Amsterdammers, zullen eens zien of er 'nog raadsleden in deii Am- stcrdamsclien Raad zitten. „Wat worden die Amstërdamsche couranten vervelend met hun kolom- mon-lang gezeur over dat eeuwige Paleis", heeft wellicht reeds menig Haarlemmer gemopperd. Tout comprendre, e'est tout par- donner (alles begrijpen beteckent al les vergeven). Ik hoop, Haarlemsche lezers, dat ge mij nu eens liet genoegen hebt ge daan dezen brief, die het juist over dat oude Raadhuis-Paleis hebben zou, niet over te slaan, en ge zult hebben begrepen, waarom wij, Am sterdammers, dat Paleis zooveel cou ranten-papier en drukinkt waard achten. Vervelend is een zaak slechts zoo lang we niet voldoende zijn inge wijd. Als uw zoons 's Zondags aan tu- fel niet uitgepraat raken over het spel en de kaDsen van H. F. C. of Haarlem, dan zijn die beschouwin gen voor u slechts vervelend, zoc lang g© niet volkomen in den stuud van zaken zijt ingewijd. Degenen van de leaers, die het Pa leis nog nooit vah binnen gezien hebben, raad ik dringend aan, dit bij hun eerstvolgend bezoek aan Am sterdam te doen. B. Th. Van da Residentie en liaar bewoners. CIX. Als niet komt tot iet, kent iet zich zeiven niet, en als een gewoon mensch raadslid wordt, hecht li ij groote waarde uan zijn eigen oordeel ook al wordt dit gegeven over een on derwerp, waarvan hij in de verste verte geen versland heeft. We hebben we or eens een heerlijke gelegenheid gehad dat te constatee- rcn. In den Raad kwam in behando ling de ontwerp-vererdening op d' bijstandcommissies en door verschil lende leden werd toen geklaagd over de weinige aandacht, die door den betrokken wethouder vaak aan hun advies besteed wordt Nu is dat niet meer dan natuurlijk. In de latere jaren heeft de gemeente- huishouding zich zoo uitgebreid, dal de raadsleden telkens voor vragen komen te staan, dje zij alleen zouden kunnen beantwoorden, indien zij toe gerust waren met een hoeveelheid technische kennis, welke zij uit den uurd van hun betrekking niet kunnen opdoen. In een raadsvergadering is dit dikwijls te bemerken, hoewel daar altijd nog een paar leden zijn ter za- kundig. Maar men kan zich daaruit een voorstelling maken, hoe het dikwijl? toe moet "aan ln de commissies, nu het eenmaal een ongeschreven wet is. dat de leden daarin gekozen worden, niet omdat zijn speciaal verstand van een bedrijf hebben, maar omdat de eerlijkheidspoliliek wil, dat dit zoo'n beetje onderling verdeeld wordt. Zoo vinden we in eon commissie, <lie over electriciteitskwestics moet advisceren, en architect en rentenier c-n twee bankiers en is het den betrokken wet houder nu heel kwalijk te nemen, als hij een advies van deze „deskundige" Commissie min of meer aan zijn wet» houderlijke laars lapt? Zooals uit de debatten bleek, waren verschillende leden hier niet mede in genomen en ze grepen nu de veror dening aan als middel, om wat meer in de melk te brokken te hebben. Ze verlangden, dat do voorzitter- wethouder alleen con* adviseerendc slem zou mogen uitbrengen, omdat hij anders den doorslag kon geven bij het uitbrengen van een advies, waar hij zelf om gevraagd had. Dit is natuurlijk niet gchee-1 in den haak, maar toen de wethouders verklaar den. dat zij op het behoud van hun tellende stem niet gesteld waren, had de oppositie, ware zij oprecht ge weest, zich moeten matigen. Nu dit niet geschiedde werd over tuigend aangetoond, dat het den op posanten ïiiet om de formeele cor rectheid doch om pérsoonlijköMnacht te doen was. De meerderheid liet den toestand echter zooals hij is, ook toen later getracht sverd om de adviezen, door do commis9.es uitgebracht, ge publiceerd te krijgen. Maandag a.s. wordt de behandeling van het ont werp voortgezet en het zou me niet verwonderen, als er dan opnieuw* po gingen aangewend werden om do le den van bijstand wat meeir op den bok tc brengen. Do padvinderij wordt hier nogal beoefond en Zondag den 21sten zullen oen paar nieuwe vondels trouw nioo- ten zworen aan de gohoorzaamlieid, het vaderland, broederliefde enz. De hoplieden dienen natuurlijk zelf te weten welke eische'n zij aan hun manschappen stellen en of de ze eed al dan niet opvoedkundig Is, maar zo hadden zeker moeten be denken dat vele knapen het gewicht •u'n het oogcnblik zullen overschat ten als er veel publiek bij aanwezig ia en voor dit laatste schijnt het be stuur nogal moeite te doen... ter wil le van de smeer. Werden bij het ecdsafleggen alleen ouders en Tami. lieleden geiKiodigd, de menigte zou hoewel m eschien toch nog obge- wenscht groot, geen al te nadeoligen invloed uitoefenen op de jongen», maar anders wordt de kwestie nu iedereen toegang heeft tegen entrée. Het plechtige vun het inzweren wordt geëxploiteerd als publ eke ver makelijkheid. L'it een impressariote oogpunt bekeken is dit niet ander* dan toe te juichen, maar van opvoed kundig standpunt bezien dient het evenwel ten strengste afgekeurd. Toen zich hier van de padvinders de neutrale verkennors afscheidden, heb ik de opmerking gemaakt, dat het elkaar ontmoeten van deze twee troepen jongens wel eens tot minder endschappelijko tooneelen aanlei ding zou kunnen geven. En dat is maar al te juist gebleken. Herhaaldelijk hebben padvinders i verkenners als zij elkaar in de duinen tegenkomen, woordenwissel in gen, die alleen door groote moeite de korporaals niet met „slaan de" argumenten onderstreept wor den. Tot dusver is alles in botrekke- lijien vrede afgeloopen, maar als de orkenners eenmaal ln aantal zullen zijn toegenomen en de troepen even- eel jongens tellen, dan zijn ver- ehillende veldslagen bij den water toren te verwachten. SINTRAM. Stadsnieuws HoIIandsciie Maatschappij van Wateaschappeo. Hedenmiddag u> half drie werd in liet gebouw op het Spaarne de jaar vergadering van de Hollandscho Maatschappij van Wetenschappen ge houden. Uit rouwbetoon over het af sterven van den voormaligen secre taris, dr. J. Bosscha, was dit jaar olk meer feestelijk karakter aan de ver gadering ontnomen. Om deze reden bleef dit jaar ook liet gebruikelijk bezoek van Prins Hendrik, protector der Maatschappij, achterwege. Na de opening door den voorzitter, mr. II. Enschedé, houdt Prof. H. A. Lorenlz uit Leiden een redevoering ter herdenking van wijlen Dr. Bos- Nu directeuren en leden der Hol- lamdsche Maatschappij van Weten schappen voor de eerste maal, na het verlies van den betreurden Bos scha bijeen zijn. voldoet spr. gaarne nun het verlangen om een woord van dunk en waardeering aan de nage dachtenis van den overledene te wij den. Zestig jaar geleden blonk Bos scha uit onder de kleine schaar van hen, die zich aan do studie der wis- en natuurkunde wijdden. Hij voel do zich toen vooral aangetrokken tot den hoogleeraar in de sterrenkunde Frederik Kaiser. Nog in het laatst van zijn leven sprak Bosscha over dezen professor met be wondering en warme genegenheid. Naar spieker meent is de eerste weten schappelijke •handeling van den thans-ontsla- pene ontstaan onder den onmiddel- iijken invloed van Kaiser. Zij ver scheen in de „Kunst- en Letterbode' van 1853 en is de 1ste onder de „Ver spreide geschriften", die zijn vrien den Bosscha op 18 November 1901 bij zijn 70sten verjaardag als feestgave aanboden. Kaiser bad voor de tijdbepallng in een plotseling verschijnsel ge bruik gemaakt van de omstandigheid, dut het oogenblik, waarop de tikken van twee uurwerken van ietwat ver schillenden gang samenvallen, met groote scherpte kan worden waargo- nomen. Bosscha grondde nu een me thode om de snelheid van het geluid te bepalen op de overwoging, dat het samenvallen der tikken, mede afhan kelijk is van den tijd, dien liet geluid noodig beeft, om zich van het een® eu het andere uurwerk af naar den waarnemer voort te planten. Bij twee secondekleppers, 15 M. van elkaar geplaatst, nam hij nu bij de «ene, dan weer bij de andere do tijdstippen van hot samenvallen der tikken waar en becijferde op grond dezer waarneming dc snelheid van het geluid op 352 meter per seconde. Mot nauwkeuriger uurwerk zouden ook nauwkeuriger uitkomsten kun- FEUILLETON 3j De twee Engelschen zagen elkander aan over het lichaam van den geval lene heen. ep voor Sir Gordon iels kon zeggen, fluisterde Deane hem toe Wij moeten ons verwijderen, voor een van zijn vrienden of kermis sen komen. Vlug. Zij droegen den bewustelooz© ln de gang. Hij zul zoo aanstonds weer tot zichzelf komen, zei Deane. Het zal voor ons liet best zijn been te gaan. Terwijl hij nog sprak zag liij een lichtstreep. Een deur werd geopend en een gezicht keek naar buiten. Het was de oude vrouw. Deane herkende haar aan een litteeken onder het lin keroog. Hen oogenblik slechts toefde zij, de deur werd even onhoorbaar gesloten als zij geopend was en de laan was weer donker als te voren. De beide mannen verlieten do plaats en gingen zwijgend door den onver- lichten bazar naar de open straat. Ik ben u grooten dank verschul digd, zei Sir Gordon eindelijk. Do schurk zou me zeker neergestooten hebben. Het verheugt me zeer. Sir Gor don, dat ik in de nabijheid was. ant woordde Deane. Sir Gordon bleef staan en wierp een onderzoekenden blik op hem. Gij kont mij Wie zijt gij Deane noemde zijn naam. Zij gin gen enkele minuten weer zwijgend verder. Trafforde met gebogen hoofd en saamgetrokken wenkbrauwen. Toen zei Deane Natuurlijk gaat ee Smyrna zoo spoedig mogelijk verlaten. Sir Gor don. Het zou gevaarlijk voor u zijn te blijven dit volk vergeet niet een slag En pii dan Het gevaar Is voor u niet minder groot. Maar Deane meeude, dat de man hem niet kende, omdat hij hem van achteren had aangevallen. Sir Gor don stemde toe, dat het beter zou zijn, Smyrna te verlaten. „Niet dat Ik zijn aanval vrees", zei hij, „maar voor een reden, waarmee ik u niet lastig wil vallen, is het voor mij beter niet de aandacht op mij te vestigen." Deane, nog vóór een uur van zins Smyrna te verlaten, was nu plotse ling besloten om te blijven. Ik heb bezigheden, zei hij tegen Trafforde, dio hern nog overreden wil de om de stad eveneens te verlaten, dio mij hier terughoudengeloof mij, ik ben volkomen veilig. Maar Sir Trafforde, ofschoon hij met een gebaar van Oostersche berus ting zich hij Doanc's besluit neerleg gende, was omtrent die veiligheid niet geheel zeker en verzocht. Deane hem te willen schrijven. Hij krabbelde den naam van eon hotel te Athene opeen stukje papier. Over een week, zei hij, zal ik daar zijn en het zal mij aangenaam zijn, u daar te ontmoeten of bericht van u te onjtvangen Vaarwel, mijn heer Deane deed, nadat Sir Gordon hem verlaten had, een roekelooze daad hij begaf zich weer terug naar den bazar. Het was volkomen rustig. De man .was er niet meer. dien zij in de donkere laan hadden gedragen. Dea- ne'S stoomjacht lag juist buiten de baai hij rooide er heen, stapte liet dek op on neer, doch kon, toen hij eindelijk te bed lag, den slaap niet vatten- Een groot reiziger als Deane verkrijgt de overtuiging, dat de meest wonderlijke gebeurtenissen mogelijk zijn en hii meende, dat dit grillige toeval hem heel wel op het pad van Trafforde's verloren dochter had kun nen brengen. Maar hoe dat te begin nen In alle geval kon hij Sir Gordon geen deelgenoot maken van zijn mee ning, om geen hoop te wekken, die bij teleurstelling zija leed slechte zou vergrooten. Hij stond In den ochtend op met het voornemen, den kapitein last te geven naar de Zwarte Zee te gaan, doch in plaats daarvan trok hij een Turksch costuuui aan en ging aan wal. Hij wou niet gelooven, dat iemand hem nu herkennen zou alsdc witgekleed© Engelschmaiu van den vorigen dag, en hij slenterde door den bazar zonder eenig© aandacht te trekken .naar hij ir.-ecnde. In den namiddag ging hij in de kahn, nu gevuld met kameelen en drij vers, en even druk al? dc bazar zelf. Langzaam wandelde hij de laan in het bleek, dat deze in verbinding stond met oen der galerijen. Hij gin«r met do menigte, die zich hier be woog, toen hij bemerkte, dat hij ge volgd werd. Een ln 't zwart gekleede en gesluierde vrouw was telkens bij of naast hem. Hij bleef hij een kraamp je staan, veinzende eenig voorwerp te bezien de vrouw met een bewe ging alsof ze haar sluier wilde weg trokken, fluisterdo hem in t Arabisch toe Volg mij. Deane onderhandelde wat met den verkooper over den prijs van het voor werp, en volgde toen de vrouw. Zij bracht hem op een afgelegen plaats op 't eind van de galerij en hem be vreesd aanziende, vroeg zij Kent ei) mij Natuurlijk, antwoordde Deane, terwijl hij kalm 'n sigaret aanstak en haar scherp aanzag. Wat is het, daC gij verlangt te hebben? vroeg zij. Het meisje, gaf Dcauo kalm ten antwoord. De vrouw richtte haar scherpe, doordringende oogen op hem. Waar is de andere 7 vroeg ze. De vader van het meisje Hij is vertrokken. De vrouw ademde verlicht en Dea ne vervolgde even bedaard Maar ik kan hem terug doen ko men. Dat Is niet noodig. antwoordde ze snel. Ik ben bang voor hem, hij is gek. Ik wonsch niet. dat er bloed ver goten wordt. Allah ls groot. Het was niet mijn schuld. Abdoel, mijn zoon, stal haar jaren vloden. Ge hebt hem gekwetstzijn kaak is gebroken. Zoo hernam Deane, was het uw zoon, dien ik gisteren neersloeg Do vrouw kuikte en zuchtte: Ge zijt een Engeischman, zoo als die ander©. Zeia's vader, en het is moeilijk tegen u te strijden. Gij kunt evenals wij. wachten en wachten. Ik lieb altijd tegen Abdoel gezegd, dat de tijd eens zou komen, dat hij het meisje terug moest geven of er voor betalen. Die tijd is nu gekomen. Go zult haar hebben. Deane's hart sloeg onstuimig, doch op denzelfden bedaarden, onverschil ligen loon zei hij Gij handelt wijs. Stellig de dienst bode, die met hot kind ontvoerd werd? Zij spreidde haar handen uit, haal de de schouders op en antwoordde Die is reeds jaren dood. Wat maakt het uit Allah is groot en wel dadig en heeft lief degene, die geeft, go wilt uw dienares goed beloonen Vijftig pond in Engelsch geld, zoi Deane kortaf. De bleeke wangen van de vrouw kleurden sn zij sloeg den blik neer, om de uitdrukking van blijdschap te verbergen, die uit haar oogen straal de. Aangenomen, zei zij. Als ik u haar overgeef zult go tevreden zijn en mij en mijn zoon met vrede laten? Mij wel, zei Deane. Maar zul het meisje u vrijwillig verlaten, zal rij met mij medegaan De oude vrouw zug hem aan. Zij is in gehoorzaamheid groot gebracht en zal doen, wat ik van haar vraag. Moon niet. dat ik haar slecht behandeld heb, ik houd veel van haar en het kost mij moeite om van haar te scheiden. Wil de Effendl niet meer gaven t Niet Maar er is Engelsch blood in haar; zij zal blij zijn te kunnen gaan, want zij ie uiet con der onzen. Zij raakte den arm van Deane aaz* en fluisterde Zij is mija oogappel en ik heb haar voor alle kwaad behoed. Be» grijpt de Efteudi mij (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5