NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
28© Jaargang. No. S568
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 29 MEI 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTENTIËN:
pbr drie maanden» Van 1—regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem i /rifr' Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente).. |*§9 W Advertentiën-van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 qVJT \$i'IffiS J 50 Cts" voor 3 PIaatsin§en k contant-
Geïllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* 1 1 I I I I I I I I <ürn C Redactie en Administratie: Grnnte Houtstraat 53.
„de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREB00M. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën" en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
ARBITRAGE-NIEUWS.
Git Washington wordt vernomen,
dat er reeds geantwoord is op de
Arbitrage-voorstellen, door president
Taft gedaan aan de regeeringen van
Frankrijk en Engeland. De Britsche
gezant te Washington, Bryce, en de
Fransche gezant, Juseerand, hebben
don secretaris van Staat, Knox, be-
«ocht, en dezen medegedeeld, dat hun
landen bereid zijn, om met het Ame-
rlkaansche gouvernement van ge
dachten te wisselen over een formeel
arbitrage-verdrag. De beide gezanten
bleven geruimen tijd bij Knox praten,
en de discussie zou heden. Maandag,
worden voortgezet.
President Taft is zeer in zijn schik
over hot spoedige antwoord van de
beide regieringen.
Te Luke Mohonk wordt een vredes
congres gehouden. Onder de uitge
sproken redevoeringen was die van
John W. Foster een der opmerkelijk
ste. Foster, die secretaris van Staat
Is geworden onder president Harri
son, trok krachtig le velde tegen Roo
sevelt, wegens diens bekend tijd-
echrift-ortikel ter bestrijding van het
arbitrage-voorstel van president Taft
en minister van Staat Knox.
Het deed hem genoegen, te mogen
gelooven, dat president Taft de opi
nie van het land achter zich had en
do openbare meaning weinig aan
dacht zou wijden aan de overijlde
woorden van Roosevelt.
De Ainerikaansche regeoring zendt
een buitengewonen gezant naar Lon
den ter bijwoning van de kronings
feesten, John Hays Hammond. De be
kende vereeniging der Pilgrims of the
United States, een maohtlg genoot
schap, dat zioh de verbetering der
betrekkingen tusschen Engeland en
de Vereenlgdo Staten ten doel stelt,
heeft Hays Hammond een afscheids
maal aangeboden. Bij die gelegen
heid werd de groote natafel-rede ge
houden door president Finley van de
City College te New-York. Toen deze
de volgende woorden uitsprak, ont
stond groote geestdrift
„Duizenden mijlen grens tusschen
Britsch eu Amerikaansch gebied
strekken zich uit, zander dat zij be
waakt worden door soldaten, forten
of kanonnen. Moge die grens worden
uitgebreid, niet enkel over zee, maar
tot om do wereld heen."
AUe aanwezigen verhieven zich bij
deze woorden van hun zetel en
zwaaiden met hun servet.
Op een vergadering van vertegen-
woordigera der Scliotsche kerk heeft
dezer dagen ook een Canadees ch
journalist, dr. Mc Donald uit Toronto,
het woord gevoerd. Mc Donald zeide,
dat hij een maand geleden de gast
was geweest van president Taft, die
hem de volgende boodschap had mee
gegeven voor het Schotse he volk
„Zeg aan de Algemeene V<
ring, en door haar bemiddeling aan
het Scliotsche volk, dat ik niets in
mijn leven krachtiger of oprechter
wensch, dan dat de beide groote tak
ken van het Ergelsch sprekende ras
een arbitrageverdrag van onbeperkte
en onbegrensde strekking zullen aan
gaan die den oorlog voorgoed onmo
gelijk zal maken en zelfs de gedachte
aan oorlog voor altijd buiten quaestie
zal stellen.
Het is mijn zeer besliste meening,
dat nooit een quaestie noch één
van nationale eer, noch één van na
tionaal belang zal kunnen ont
staan tusschen het moeder-land en de
Vereenigde Staten, die niet zal kun
nen wouden overgelaten aan een
scheidsgerecht.
SZeg ook, dat het ons oprecht verlan
en is, dal Canada zal voortgaan niet
i bloei toe te nemen en op te groeien
tot een machtige en krachtige natie
onder Britsche vlag op het vasteland
van Noord-Amerika, die met de Ver
eenigde Staten de verantwoordelijk
heid deelt, welke Amerika draagt Je
gens de wereld."
DE MAROKKAANSCHE
QUAESTIE.
De „Tribuna" bevat een artikel van
den historicus Guglielmo Ferrero,
waarin de schrijver de Marokkaan-
sche quaestie van Itailoansch stand
punt bekijkt en er op wijst, dat Ma
rokko als voorbestemd Is, den macht
hebber in Algiers in handen te val
len.
n groot
beheer-
schrljft
De Marokkaansche quaestie is nauw
verbonden aan het vraagstuk der
heerschappij over de Middellandsche
Zee en is dientengevolge voor Italië
van het hoogste belang, daar de toe
komst van dit land voor
gedeelte samenhangt met
sclnng dim- zee.
De wederopleving van Noord-Afri
ka zou het grootste geluk zijn, dat
het Italiaansche volk zou kunnen ten
cteel vallen. Dit echter kan niet in
één dag geschieden dat leert het
Algerijmsche voorbeeld. Maai- het wa
re een onjuiste voorstelling van za
ken,, indien men beweerde, dat de
overplanting van den Europeeschen
invloed naai- Marokko otf zelfs de ver
overing van dat land een moeilijke
en zelfs -rij wel onmogelijke onderne
ming zou zijn, zooals wel door zekere
Europeescbe persorganen wordt her
haald.
its kan men zeggen, dat zulk
een onderneming veel tijd en veel
geld zou behoeven. Maar juist daar
om arbeidt de natie, welke zich aan
het hoofd heeft gesteld van die onder
neming, en er goed en bloed voor
veil heeft, niet alleen 'voor zich zelf,
maar In liet gemeenschappelijk bo
lang van beschaafd Europa en vooral
voor de volkeren, welke, als Italië,
zich moeten beschouwen als uitslui
tend belanghebbenden bij het Middel-
landsche Zee-bekken.
Vreemd genoeg heeft Europa zich
beijverd het verre Amerika te verove
ren en te beschaven terwijl het het
nabijgelegen Afrika aan zich zelf
overliet. In hoofdzaak, omdat dit
land beschermd werd door de gewei
dage borstwering van het Islamisme.
Thans echter brokkelt deze wal af
Afrika ligt gereed om de groote
kolonie van Europa te worden. De
bewoners van de oevers der Mlddel-
landsche Zee hehooren het werk van
het oude Rome weder op te vatten en
Noord-Afrika te maken tot een aan
hangsel van Europa
TUSSCHEN TURKIJE EN MONTE
NEGRO.
De Turksche regeering heeft de vol
gende nota aan de Montenegrijnsche
regeering doen toekomen
„Daar de in opstand gekomen Me
lissaren weigeren zich over te geven
en zich terugtrekken in de richting
van de Montenegrijnsche grens, zul
len de Turksche troepen genoodzaakt
zijn hen te vervolgen.
Deo: regeeriug van Cettlnje wordt
daarom verzocht maatregelen te ne
men, dat haar troepen niet terug
schieten, wanneer soms door de Tur
ken afgeschoten granaten op Monte-
negrïjnsch gebied mochten vallen.
Mocht aan dit verzoek geen gevolg
worden gegeven, dan zal hot Turk
sche leger naar gelang van omstan
digheden moeten optreden."
Is men weer vechtlustig.
Een telegram meldt, dat de Turken
opnieuw het vuur geopend hebben op
Devebair en de Bulgaarsche posten te
Banjidonia en Choprim. De Bulgaren
verdedigden zich, en schoten dus
blijkbaar terug.
Een Bulgaar werd gedood.
En dit allee geschiedde, hoewel de
Turksche minister bevolen had, dat
aan de grens niet meer geschoten
mocht worden. Nu heeft de comman
dant nog eens dit verbod herhaald.
Of 't nu meer zal helpen
In antwoord op de nota der Bul
gaarsche regeering betreffende den
moord op kapitein Georgief, heeft de
dat de Krijgsraad de op
dracht beeft, de drie beschuldigde
Boldaten snel en rechtvaardig te von
nissen bovendien is de Porte bereid
aan de nabestaanden van Georgief
een scliadeloosstelling uit te keeren.
Na dit antwoord kan de quaestie
als geëindigd worden beschouwd
althans voor de regeeringen, blijk
baar nog niet voor de bevolking, ge
tuige bovengenoemde grens-inciden-
ten.
UIT PORTUGAL
wordt geseind
De verkiezingen hadden Zondag
een vreedzaam verloop. De caudida-
ten der republikeinsche partij hebben
de meerderheid. Men verwacht, dat
de regeering geen systematische op
positie tegenover zich zal vinden.
tuante i
Juni uitgesteld.
EEN AFSCHEID.
De brief, waarin Porfirio Diaz
aan het Mexicaansche Parlement
mededeelt, dat Voor hem het uur van
gaan gekomen is, luidt ongeveer als
volgt
Het Mexicaansche volk, dat mij,
dertig jaar lang, de hoogste eer beeft
bewezen, en mijn vaderlandslievend
streven tot bevordering van bescha
ving en ontwikkeling ondersteund
heeft, is tot opstand overgegaan, en
men beweert, dat een der redenen
van den opstand gelegen is in liet
feit, dat de macht in mijn handen
blijft berusten. Ik weet niet, of deze
bewering van schuld mijnerzijds juist
is. Het ie mogelijk, dat ik onbewust
verkeerd heb gehandeld. Terwijl ik,
zooals altijd, den wil van het volk
eer, doe ik zonder voorbehoud afstand
van mijn ambt. omdat mijn aanblij
ven bloedvergieten, gevaar voor het
nationale c red iet, schade voor den
nation aten rijkdom en internationale
verwikkelingen sou beteekenen. Ik
hoop het land bij mijn terugkeer rus
tig te vinden en dan ook te merken,
dat men mijn steeds op het heil des
volks gerichte streven naar waarde
schat.
Parijsche Brieven
CCLXXVTÏ.
PierTe Karageorgevitch, koning van
Servië, Is te Parijs.
De Franschen, toch reeds zoo gast
vrij en voorkoménd van aard, hul-
d.gan hem met nog meer persoonlijke
sympathie, dan zij het andere mo
narchen plegen te doen. Want „le
roi Pierre", zooals de Franschen
hem familiair noemen, heeft inder
tijd in het Vreemdelingenlegioen voor
Frankrijk gestreden. Erkentelijkheid
voor, met gevaar van zijn eigen le
ven, bewezen diensten, is hier dus
de eerste factor der bijzondér harte
lijke ontvangst.
Er komt echter nog wat anders hij.
Pierre Karageorgevitch is namelijk
eeh dier, in onzen tijd zoo zeldzame,
heldenfiguren, wier uiterst veelbewo
gen leven, huns ondanks misschien
gaande over wegen van bloed, de
gruwelijkste drama's van Shakespea
re in herinnering brengt. En dat
maakt dezen vorst in hooge mate in
teressant in de ogoen van het Galli
sche ras, dat nog altijd, der traditie
getrouw, groote vereering koestert
voor daden van geweldigen helden
moed.
Aanschouw dezen vorst van ,,1'Eu-
rope méridionale", met zijn beerrig
gezicht, zijn doordringende oogen,
zijn grijzend haar, zijn zware kne
vels, zljh vooruitstekende kin en zijn
krijgshaftige houding, en ge kunt u
verklaren, dat deze figuur, die als
een anachronistische vergissing der
natuur is, aller aandacht trekt en be
langstelling wekt, vooral in Frank
rijk, dat altijd gereed staat om je
gens vreemdelingen den tol der dank
baarheid te betalen.
Toen in 1858 een moorddadige revo
lutie zijn vader Alexander I Kara
georgevitch uit Servië verjoeg, was
Pierre slechts veertien jaar oud. Niet
minder dan 45 jaar duurde Pierre's
ballingschap, gedurende welken tijd
de kroon van Servië ging toebeihooren
aan do dynastie der Obrenov'itchs,
mededingers der afstammelingen van
Czemy George, dien de Turksche
overheerschers Karogeorge noemden.
In 1862 liet hij zich inschrijven als
leerling van de militaire school van
Saint-Gyr. In 1864 verliet hij die in
richting. Hij maakte deel uit van de
promotie van Puebla, die Frankrijk
vijftien divisie- en negentien brigade
generaals heeft geschonken.
Hij leefde, in 1870, met zijn familie
In Hongarije, toen hem de berichten
over de eerste nederlagen van het
Fransche leger ter oore kwamen.
Zonder de minste aarzeling toog hij
naar het geteisterde land. Eerst nam
hij, onder een anderen naam, dienst
als gewoon soldaat in het 5e batal
jon van hot vreemdelingenlegioen,
dat deel uitmaakte van het leger der
Loire. Incognito stelde hij zich bloot
aan de vijandelijke kogels. Hij werd j
echter spoedig herkend door zijn oud-
leeraren van Saint-Cyr en benoemd
tot luitenant aan het 1ste bataljon
van genoemd legioen. Hij voaht als
'n held; zijn vermetelheid en onver
saagdheid waren spreekwoordelijk.De
Beiereu van Von der Thann namen
hem gevangen. Hij wist echter te obt-
énappen op hel oogenblik, dat zijn be
wakers onderling ruxie kregen over
het verdoelen van de som van 10.000
francs, die hij m zijn gordel met zich
droeg. En om z-ch voorgoed te ont
trekken aan de vervolging der buit-
gierige Teutonen, zwom hij eenvou
dig de Loire over. Een man van ijzer!
Daarop ging hij over naar het
oostelijk legér, waar hij tot den staf
van de 1ste divisie werd toegelaten,
onder aanvoering van generaal Feuil-
let-Pilatrie. Gedecoreerd op het slag
veld van Villers-exel, bleef hij in ge
noemd leger tot op het oogenblik, dat
het naar Zwitserland trok.
Pierre scheen onkwetsbaar te zijn.
Hoe roekeloos hij ook vocht, kogels
noch sabelhouwen troffen hem. V\ el
werd daarentegen zijn neef-oom zan
ger, Nicolaïeyitch door een Pruisi-
sclien kogel gedood.
Het was met zijn krijgsbedrijven
nog niet ten einde. In 1875 s.röed hij,
tijdens den opstand van BosmcHerzo-
govina, aan het hoofd van een troep
vrijwilligers en werd de dapperste de
zer dapperen genoemd.
In 1883 trad hij in het huwelijk met
prinses Zorka van Montenegro, oud
ste dochter van prins Nicolaas en zus
ter van koningin Helena van Italië.
Tot 1890, in welk jaar prinses Zör-
ka stierf, leefde hij te Cettinje. Af en
toe maakte hij echter uitstapjes haar
Parijs, en menigeen hier heriunert
zich nog levendig den kranigen Ser-
vischen kroon pretendent.
Na den dood van zijn gemalin ves
tigde hij zich te Genève, alwaar hij
toezicht hield over de opvoeding van
zijn kinderen, met name prinses He
lena en de prinsen George en Alex
ander.
Daar, fn laatstgenoemde stad, ont
ving hij in Juni 1903 de Servische
ge degelleerden, die hem hun wen-
schon te kennen gaven, dat hij, nu
Alexander Obrenovitcli en Draga ver
moord waren, den troon zou bestij
gen.
Algemeen gelooft men te Parijs, dat
Pierre Karageorgevitch onschuldig
was aan het gruwelijke bloedbad te
Belgrado. Hij had slechts de afzetting
en verbanning van het regeerend huis
gewenscht.
Den 25sten Juni 1903 deed hij zijn
plechtige intrede te Belgrado. Het we
melde er van Franscho reporters. Et
pour cause. PieiTe Karageorgevitch
had zich, trots zijn gesloten en iet
wat stroef karakter, vele Vrienden in
Frankrijk weten te verwerven.
Hij was niet een dier kroonpreten
denten, die wissels trekken op hun
onzeker aanstaand heereolierschap
en, om het eens in gemeenzamer taal
uit te drukken, de bloemetjes buiten
zetten.
In 1887 bewoonde hij hier, in de
Rue Jouffroy 47, een klein apparte
ment op de deïde verdieping, voor
750 francs per jaar. (Als ik naga, dat
ik het dubbele verwoon, vind ik me
ongepast prinselijk behuisd., liij leef
de op zeer bescheiden voet eu ver
bood een ieder, hem bij zijn prinsc-
iijken titel te noemen.
Hij deed ontzaglijk veel aan li
chaamsoefeningen. Hij reed paard
als een Bedoeïen beter dus dan
Napoleon, <Le een slecht ruiter was
en schermde als een Gallische
schermmeester. Hij kon op z'n En-
geiscli en op z'n Fransch boksen, en
stond zijn man. Zelfs twee man
zooals eens twee apaches konden ge
waar worden, die hem, op den Bou
levard Malesherbes, op gebiedenden
toon vroegen, hun zijn hebben en
houden af te &taan.
Onze Lachhoek
DE WINSTGEVENDE VIJVER.
Brengt die karpervijver nu
eigénlijk wel wat op?
Verleden jaa'r heeft hij me vijf
tigduizend gulden opgebracht!
Wel, hoe is dat mogelijk, u houdt
me voor den gek!
Heelemaal niet! Er was name
lijk een jonge dame ingevallen; die
heb ik gered en... getrouwd.
FIJNE SMAAK.
Mijnheer Nurks, die een haar m dé
soep vindt. Dhcht ik "t niet de
heele soep smaakt naar pomade.
EEN GESKALPEERDE.
Koes heeft vol ingespannen aan
dacht zitten lezen in een boek vol
spannende Indianenverhalen.
Moeder, vraagt hij dan, na een
poosje te hebben nagedacht, 16 vader
wel eens bij de Indianen geweest?
Wel neen, jongen, nooit!
Niet? Maar wie hoeft hem dan
geskalpeerd?
Wat blieft u? vroeg de prins
kalm.
Alles uit Je zakken in de onze
overbrengen, en gauw, of
Pierre gaf een der roovers een
rechtstreekschen opstopper in het vol
le gezicht en dierndq tegelijkertijd
don anderen een trap op de maag
streek toe, dat het tweetal stevige
knape'n anders op hetzelfde oogen
blik achterover rolden en bleven lig
gen.
Daarop ging de prins kalm en be
daard huiswaarts, alsof ér niets ge
beurd was.
Onderweg kwam hij een politie
agent tegen en dezen voegde hij toe:
U zult straks, daar, waarsohijn-
lijk, twee arme drommels op den
gro'nd uitgestrekt vinden. Dat is dan
mijn schuld, maa'r ik was in 'n toe
stand van zelfverdediging. Breng hen
asjeblieft niet op, want ik klaag hen
niet aaln.
Eilieve, hoe vindt ge dat staaltje
van strijdvaardigheid en onvérschrok
kenheid? Ik mag zooiets wel.
Ge kunt begrijpen, hoe de Parij
sche bevolking het zich tot een eer re
kent, Pierre Karageorgevitch, „le
roi Pierre," in haar midden te zien.
Laatslledén Maandag zou hij offi
cieel zijn ontvangen door den heer
Fallières. Deze officieele receptie is
echter uitgesteld moeten worden, ten
gevolge van den dood des hoeren
Maurice Berteaux, minister van Oor
log, die zoo jammerlijk is omgeko
men op het vliegterrein van Issy-les-
Moulineaux. Zich herlnnereiid, dat
hij de Fransche officiersuniform heeft
gedragen en in 1870 aan der Fran
schen zijde heeft gestreden, wenscht
hij, alvorens als vorst ontvangen te
worden, „incognito" de begrafenis
bij te wonen van en de laatste eer
te bewijzen aan den man, die de op
perste chef was van het Fransche le
ger. C'est tout k fait sympathique.
OTTO KNAAP.
FEUILLETON
door Ueado
3).
- Jij bent dwaas genoeg, om op
Iedereen gesteld to zijn, mevrouw, en
misschien wil je wel zoo goed zijn,
aan ruij over te laten mijn woorden
te kiezen, antwoordde de auto
craat. Ik zei „verleid", en dat
meende ik. Maai- dat doet er nu ook
minder toe. Persoonlijk verlang ik
geen verderen omgang meer met dit
meisje, maai- jij moet nu naar haar
toegaan, haai- een maand salaris
uitbetalen en haar verzoeken binnen
twee uur het huis te verlaten. Dan
heeft zij nog tijd om haar goed te
pakken en Rogers kan haar koffers
in de dogcart naar het villaatje van
haar vader brengen.
Maar, Chaloner, zij zoekt naar
mijn ring, en ik weet niet, wat ik
zonder haar zal beginnen, zoo be-
ri het klagelijk protest, dat spoedig
zwijgen overging, door den storm,
die er door werd opgewekt.
Het volgend oogenblik was Mr.
Wenslade alleen, overtuigd, dat zoo-
als altijd zijn pas genomen besluit
zou worden uitgevoerd. Hij had een
eersten doeltreffender, ofschoon niet
afdoenden maatregel genomen, te
gen verdere betrekking tusschen
„Richard" en die berekenende Jonge
vrouw. Zij zouden ten minste niet
het geluk smaken van in hetzelfde
huis te wonen. Voor meer besliste
maatregelen moest hij vertrouwen op
den tijd en op zijn eigen scherpzinnig
heid.
Chaloner Wenslade was niet ge
schikt om stil tc zitten en na een
kwartier lang op zijn plaats aan de
eikenhouten tafel over den toestand
te hebben nagedacht nam hij eenige
blaadjes papier tot zich en begon Te
schrijven.
Twee uur achtereen bepaalde hij
zijn gedachten bij zijn werk, voortdu
rend doorschrijvend, totdat een don
kere schaduw dwars over de tafel
viel en hem bewoog op te kijken.
Daar stond Mr. Carter Ravenscar in
de half nederige houding van iemand,
die er tegen opziet de aandacht te
trekken. Een merkwaardig uiterlijk
had de particulier-secretaris van
Lord Monksilver. Een mager, taan-
kleurig gelaal verhoogde het effect
van zeer uitpuilende oogballen. Hij
was het type van iemand, wiens leef
tijd niet valt te bepalen. Hij kon
even goed even over de dertig zijn als
bijna vijftig. Zijn lange, magere lede
maten deden ln weerwil van die
eigenschap eer aan kracht, dan aan
zwakheid denken, alsof zij van staal
gemaakt waren.
Ik vrees, dat ik u stoor zei
hij eerbiedig.
Volstrekt niet, antwoordde
Mr. Wenslade op dén toon van vrien
delijke welwillendheid, die hij altijd
tegenover het factotum van zijn broer
aonnam. U komt mij misschien
een boodschap brengen van Charles
van Lord Monksilver
Niet precies, maar ik dacht, dat
u misschien in staat zou zijn mij een
inlichting te geven, die mylord bij
zonder zou interesseeren, was het
antwoord van den secertaris. Ik
ben even met ©enige telegrammen
naai- het postkantoor geweest en op
mijn terugweg waagde ik het even
binnen te komen om te vernemen of
Mrs. Wenslade haar ring al had te
ruggevonden. Toen Lord Monksilver
en ik hior in den voormiddag waren,
was zij hevig ontsteld over het ver
lies van den ring.
Mr. Wenslade 6chuddo ongeduldig
zijn hoofd.
Mijn vrouw heeft wel belangrij
ker zaken aan haar hoofd dan enkel
het verlies van een kleinood van een
paar honderd guinjes, zei hij uit
de hoogte. We zijn genoodzaakt
geweest de gouvernante van Yvonne
onmiddellijk haar ontslag te geven,
en Mrs. Wenslade maakt er juist
werk van, dat zi< zoo spoedig moge
lijk vertrekt.
Heeft u Miss Vaughau haar
ontslag gegeven Dus heeft zij be
kend riep Ravenscar, nu vlug de
studeerkamer binnenkomend.
Bekend mompelde Wenslade,
den spreker eerst verbaasd aankij
kend, maar toen met een uitdrukking
in zijn harde oogen, alsof hein een
licht opging. Wat zou zij moeten
bekennen, Mr. Ravenscar
"3 particulier-secretaris aarzelde.
Het viel mij uit den mond mo
gelijk op onvoldoende gronden, be
gon hij aarzelend. Ik hob veel te
veel gezegd, in de meening, dat u
Maar Mr. Wenslade bracht hem
met een autoritair gebaar van zijn
grove hand tot zwijgen.
Integendeel, u hoeft veel te wei
nig gezegd, zei hij. Ga als hot u
blieft zitten, Ravenscar, en vertel mij
eens, waar Je aan dacht toen je over
bekennen sprak.
Met aJle blijken van tegenzin, of
schoon buigend voor hem, die boven
hem stond, ging de secretaris van
Lord Monksilver zitten en boog zich
vertrouwelijk tot den onderen man
over.
HOOFDSTUK IL
Vlucht of zelfmoord.
Om twaalf uur 's middags van den
volgenden dag stapte Elisha Crowe
voorzichtig de deur van zijn huisje
uit, hoven aan de hoofdstraat van
Beacon Audloy, en liep langzaam
langs het smalle kiezelpaadje, dat
naar het houten hekje aan de straat
leidde. Hij was een bijzonder klein
mannetje, nog niet zoo groot ais de
kortste van de zonnebloemen, die liet
kleine lapje tuin tot éèu schittering
van geel maakten. Al zijn bewegingen
kenmerkten een verlangen naar ge
heimzinnigheid, zoo niet een gevoel
van sluimerenden angst.
Toch keerde hij zich, toon hij bij
zijn naam geroepen werd, dadelijk
om en gaf in een diepe basstem, ge
heel in contrast met zijn afmetingen,
antwoord
Wel, wat is er
Het huisje van Mr. Crowe was er
een van een tweetal precies gelijke
huisjes, die nien, als zij vijf maal zoo
groot geweest waren, ais twee aan
elkaar gebouwde villa's zou hebben
kunnen beschrijven. De man. die
hom riep, stond in do deur van het
andere huisje een rechte soldaten-
gestalte, in weerwil van zijn zestig
jaren, maar met alle kenteekenen van
chronische onmatigheid op de punt
van zijn rooden neus en op zijn vlek
kerige wangen.
Wat is er, kapitein Vaughan
herhaalde Elisha, toen de ander geen
haast scheen te hebben, om zich na
der te verklaren. In plaats daarvan
wenkte hij zijn buurman om dichter
bij te komen en met hem over den
lagen muur, die de twee tuintjee
scheidde, wat te komen praten.
Ik wou zoo graag een woordje
met Je spreken over mijn dochter,
Crowe, zei de kapitein, toen Elisha
naar hein toekwam. Na het ontbijt
is zij gaan wandelen, en zij is niet
teruggekeerd. Ik maak mij ongerust
over haar. Zij is gisterenmiddag thuis
gekomen, na onmiddellijk ontslag uit
haar betrekking gekregen te hebben.
Er is daar het een of ander gebeurd,
maar zij wilde niet zeggen, wat.
Elisha Crowe, aan wiens scherpe
pareloogjes niets ontsnapte, had voor
zijn venster gestaan en had gezien,
hoc Phyllis den vorigen dag 't huisje
van haar vader was binnengegaan,
kort daarop gevolgd door de dogcart
met haar bagage. Hij had toen wel
gedacht, dat zij uit haar betrekking
ontslagen was, en hij was juist uitge
gaan om tü trachten de reden daar
van te weten te komen, toen kapitein
Vaughan hem tegenhield.
Twee motieven hadden hem tot de
zen onderzoekingstocht aangespoord
het eerste was, dat hij de oprechte
bewondering van een oud man tegen
over het mooie meisje, dat hij van
kind tot vrouw had zien opgroeien,
koesterde het andere, dat het zijn
tweede natuur was geworden, orn
alles wat in Beacon Audley gebeurde,
te weten te komen.
(Wordt vervolgd).