NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD. DE GOUVERNANTE 28© Jaargang. No. S568 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. MAANDAG 29 MEI 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AD VERTENTIËN: pbr drie maanden» Van 1—regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem i /rifr' Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente).. |*§9 W Advertentiën-van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 qVJT \$i'IffiS J 50 Cts" voor 3 PIaatsin§en k contant- Geïllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* 1 1 I I I I I I I I <ürn C Redactie en Administratie: Grnnte Houtstraat 53. „de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREB00M. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën" en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht ARBITRAGE-NIEUWS. Git Washington wordt vernomen, dat er reeds geantwoord is op de Arbitrage-voorstellen, door president Taft gedaan aan de regeeringen van Frankrijk en Engeland. De Britsche gezant te Washington, Bryce, en de Fransche gezant, Juseerand, hebben don secretaris van Staat, Knox, be- «ocht, en dezen medegedeeld, dat hun landen bereid zijn, om met het Ame- rlkaansche gouvernement van ge dachten te wisselen over een formeel arbitrage-verdrag. De beide gezanten bleven geruimen tijd bij Knox praten, en de discussie zou heden. Maandag, worden voortgezet. President Taft is zeer in zijn schik over hot spoedige antwoord van de beide regieringen. Te Luke Mohonk wordt een vredes congres gehouden. Onder de uitge sproken redevoeringen was die van John W. Foster een der opmerkelijk ste. Foster, die secretaris van Staat Is geworden onder president Harri son, trok krachtig le velde tegen Roo sevelt, wegens diens bekend tijd- echrift-ortikel ter bestrijding van het arbitrage-voorstel van president Taft en minister van Staat Knox. Het deed hem genoegen, te mogen gelooven, dat president Taft de opi nie van het land achter zich had en do openbare meaning weinig aan dacht zou wijden aan de overijlde woorden van Roosevelt. De Ainerikaansche regeoring zendt een buitengewonen gezant naar Lon den ter bijwoning van de kronings feesten, John Hays Hammond. De be kende vereeniging der Pilgrims of the United States, een maohtlg genoot schap, dat zioh de verbetering der betrekkingen tusschen Engeland en de Vereenlgdo Staten ten doel stelt, heeft Hays Hammond een afscheids maal aangeboden. Bij die gelegen heid werd de groote natafel-rede ge houden door president Finley van de City College te New-York. Toen deze de volgende woorden uitsprak, ont stond groote geestdrift „Duizenden mijlen grens tusschen Britsch eu Amerikaansch gebied strekken zich uit, zander dat zij be waakt worden door soldaten, forten of kanonnen. Moge die grens worden uitgebreid, niet enkel over zee, maar tot om do wereld heen." AUe aanwezigen verhieven zich bij deze woorden van hun zetel en zwaaiden met hun servet. Op een vergadering van vertegen- woordigera der Scliotsche kerk heeft dezer dagen ook een Canadees ch journalist, dr. Mc Donald uit Toronto, het woord gevoerd. Mc Donald zeide, dat hij een maand geleden de gast was geweest van president Taft, die hem de volgende boodschap had mee gegeven voor het Schotse he volk „Zeg aan de Algemeene V< ring, en door haar bemiddeling aan het Scliotsche volk, dat ik niets in mijn leven krachtiger of oprechter wensch, dan dat de beide groote tak ken van het Ergelsch sprekende ras een arbitrageverdrag van onbeperkte en onbegrensde strekking zullen aan gaan die den oorlog voorgoed onmo gelijk zal maken en zelfs de gedachte aan oorlog voor altijd buiten quaestie zal stellen. Het is mijn zeer besliste meening, dat nooit een quaestie noch één van nationale eer, noch één van na tionaal belang zal kunnen ont staan tusschen het moeder-land en de Vereenigde Staten, die niet zal kun nen wouden overgelaten aan een scheidsgerecht. SZeg ook, dat het ons oprecht verlan en is, dal Canada zal voortgaan niet i bloei toe te nemen en op te groeien tot een machtige en krachtige natie onder Britsche vlag op het vasteland van Noord-Amerika, die met de Ver eenigde Staten de verantwoordelijk heid deelt, welke Amerika draagt Je gens de wereld." DE MAROKKAANSCHE QUAESTIE. De „Tribuna" bevat een artikel van den historicus Guglielmo Ferrero, waarin de schrijver de Marokkaan- sche quaestie van Itailoansch stand punt bekijkt en er op wijst, dat Ma rokko als voorbestemd Is, den macht hebber in Algiers in handen te val len. n groot beheer- schrljft De Marokkaansche quaestie is nauw verbonden aan het vraagstuk der heerschappij over de Middellandsche Zee en is dientengevolge voor Italië van het hoogste belang, daar de toe komst van dit land voor gedeelte samenhangt met sclnng dim- zee. De wederopleving van Noord-Afri ka zou het grootste geluk zijn, dat het Italiaansche volk zou kunnen ten cteel vallen. Dit echter kan niet in één dag geschieden dat leert het Algerijmsche voorbeeld. Maai- het wa re een onjuiste voorstelling van za ken,, indien men beweerde, dat de overplanting van den Europeeschen invloed naai- Marokko otf zelfs de ver overing van dat land een moeilijke en zelfs -rij wel onmogelijke onderne ming zou zijn, zooals wel door zekere Europeescbe persorganen wordt her haald. its kan men zeggen, dat zulk een onderneming veel tijd en veel geld zou behoeven. Maar juist daar om arbeidt de natie, welke zich aan het hoofd heeft gesteld van die onder neming, en er goed en bloed voor veil heeft, niet alleen 'voor zich zelf, maar In liet gemeenschappelijk bo lang van beschaafd Europa en vooral voor de volkeren, welke, als Italië, zich moeten beschouwen als uitslui tend belanghebbenden bij het Middel- landsche Zee-bekken. Vreemd genoeg heeft Europa zich beijverd het verre Amerika te verove ren en te beschaven terwijl het het nabijgelegen Afrika aan zich zelf overliet. In hoofdzaak, omdat dit land beschermd werd door de gewei dage borstwering van het Islamisme. Thans echter brokkelt deze wal af Afrika ligt gereed om de groote kolonie van Europa te worden. De bewoners van de oevers der Mlddel- landsche Zee hehooren het werk van het oude Rome weder op te vatten en Noord-Afrika te maken tot een aan hangsel van Europa TUSSCHEN TURKIJE EN MONTE NEGRO. De Turksche regeering heeft de vol gende nota aan de Montenegrijnsche regeering doen toekomen „Daar de in opstand gekomen Me lissaren weigeren zich over te geven en zich terugtrekken in de richting van de Montenegrijnsche grens, zul len de Turksche troepen genoodzaakt zijn hen te vervolgen. Deo: regeeriug van Cettlnje wordt daarom verzocht maatregelen te ne men, dat haar troepen niet terug schieten, wanneer soms door de Tur ken afgeschoten granaten op Monte- negrïjnsch gebied mochten vallen. Mocht aan dit verzoek geen gevolg worden gegeven, dan zal hot Turk sche leger naar gelang van omstan digheden moeten optreden." Is men weer vechtlustig. Een telegram meldt, dat de Turken opnieuw het vuur geopend hebben op Devebair en de Bulgaarsche posten te Banjidonia en Choprim. De Bulgaren verdedigden zich, en schoten dus blijkbaar terug. Een Bulgaar werd gedood. En dit allee geschiedde, hoewel de Turksche minister bevolen had, dat aan de grens niet meer geschoten mocht worden. Nu heeft de comman dant nog eens dit verbod herhaald. Of 't nu meer zal helpen In antwoord op de nota der Bul gaarsche regeering betreffende den moord op kapitein Georgief, heeft de dat de Krijgsraad de op dracht beeft, de drie beschuldigde Boldaten snel en rechtvaardig te von nissen bovendien is de Porte bereid aan de nabestaanden van Georgief een scliadeloosstelling uit te keeren. Na dit antwoord kan de quaestie als geëindigd worden beschouwd althans voor de regeeringen, blijk baar nog niet voor de bevolking, ge tuige bovengenoemde grens-inciden- ten. UIT PORTUGAL wordt geseind De verkiezingen hadden Zondag een vreedzaam verloop. De caudida- ten der republikeinsche partij hebben de meerderheid. Men verwacht, dat de regeering geen systematische op positie tegenover zich zal vinden. tuante i Juni uitgesteld. EEN AFSCHEID. De brief, waarin Porfirio Diaz aan het Mexicaansche Parlement mededeelt, dat Voor hem het uur van gaan gekomen is, luidt ongeveer als volgt Het Mexicaansche volk, dat mij, dertig jaar lang, de hoogste eer beeft bewezen, en mijn vaderlandslievend streven tot bevordering van bescha ving en ontwikkeling ondersteund heeft, is tot opstand overgegaan, en men beweert, dat een der redenen van den opstand gelegen is in liet feit, dat de macht in mijn handen blijft berusten. Ik weet niet, of deze bewering van schuld mijnerzijds juist is. Het ie mogelijk, dat ik onbewust verkeerd heb gehandeld. Terwijl ik, zooals altijd, den wil van het volk eer, doe ik zonder voorbehoud afstand van mijn ambt. omdat mijn aanblij ven bloedvergieten, gevaar voor het nationale c red iet, schade voor den nation aten rijkdom en internationale verwikkelingen sou beteekenen. Ik hoop het land bij mijn terugkeer rus tig te vinden en dan ook te merken, dat men mijn steeds op het heil des volks gerichte streven naar waarde schat. Parijsche Brieven CCLXXVTÏ. PierTe Karageorgevitch, koning van Servië, Is te Parijs. De Franschen, toch reeds zoo gast vrij en voorkoménd van aard, hul- d.gan hem met nog meer persoonlijke sympathie, dan zij het andere mo narchen plegen te doen. Want „le roi Pierre", zooals de Franschen hem familiair noemen, heeft inder tijd in het Vreemdelingenlegioen voor Frankrijk gestreden. Erkentelijkheid voor, met gevaar van zijn eigen le ven, bewezen diensten, is hier dus de eerste factor der bijzondér harte lijke ontvangst. Er komt echter nog wat anders hij. Pierre Karageorgevitch is namelijk eeh dier, in onzen tijd zoo zeldzame, heldenfiguren, wier uiterst veelbewo gen leven, huns ondanks misschien gaande over wegen van bloed, de gruwelijkste drama's van Shakespea re in herinnering brengt. En dat maakt dezen vorst in hooge mate in teressant in de ogoen van het Galli sche ras, dat nog altijd, der traditie getrouw, groote vereering koestert voor daden van geweldigen helden moed. Aanschouw dezen vorst van ,,1'Eu- rope méridionale", met zijn beerrig gezicht, zijn doordringende oogen, zijn grijzend haar, zijn zware kne vels, zljh vooruitstekende kin en zijn krijgshaftige houding, en ge kunt u verklaren, dat deze figuur, die als een anachronistische vergissing der natuur is, aller aandacht trekt en be langstelling wekt, vooral in Frank rijk, dat altijd gereed staat om je gens vreemdelingen den tol der dank baarheid te betalen. Toen in 1858 een moorddadige revo lutie zijn vader Alexander I Kara georgevitch uit Servië verjoeg, was Pierre slechts veertien jaar oud. Niet minder dan 45 jaar duurde Pierre's ballingschap, gedurende welken tijd de kroon van Servië ging toebeihooren aan do dynastie der Obrenov'itchs, mededingers der afstammelingen van Czemy George, dien de Turksche overheerschers Karogeorge noemden. In 1862 liet hij zich inschrijven als leerling van de militaire school van Saint-Gyr. In 1864 verliet hij die in richting. Hij maakte deel uit van de promotie van Puebla, die Frankrijk vijftien divisie- en negentien brigade generaals heeft geschonken. Hij leefde, in 1870, met zijn familie In Hongarije, toen hem de berichten over de eerste nederlagen van het Fransche leger ter oore kwamen. Zonder de minste aarzeling toog hij naar het geteisterde land. Eerst nam hij, onder een anderen naam, dienst als gewoon soldaat in het 5e batal jon van hot vreemdelingenlegioen, dat deel uitmaakte van het leger der Loire. Incognito stelde hij zich bloot aan de vijandelijke kogels. Hij werd j echter spoedig herkend door zijn oud- leeraren van Saint-Cyr en benoemd tot luitenant aan het 1ste bataljon van genoemd legioen. Hij voaht als 'n held; zijn vermetelheid en onver saagdheid waren spreekwoordelijk.De Beiereu van Von der Thann namen hem gevangen. Hij wist echter te obt- énappen op hel oogenblik, dat zijn be wakers onderling ruxie kregen over het verdoelen van de som van 10.000 francs, die hij m zijn gordel met zich droeg. En om z-ch voorgoed te ont trekken aan de vervolging der buit- gierige Teutonen, zwom hij eenvou dig de Loire over. Een man van ijzer! Daarop ging hij over naar het oostelijk legér, waar hij tot den staf van de 1ste divisie werd toegelaten, onder aanvoering van generaal Feuil- let-Pilatrie. Gedecoreerd op het slag veld van Villers-exel, bleef hij in ge noemd leger tot op het oogenblik, dat het naar Zwitserland trok. Pierre scheen onkwetsbaar te zijn. Hoe roekeloos hij ook vocht, kogels noch sabelhouwen troffen hem. V\ el werd daarentegen zijn neef-oom zan ger, Nicolaïeyitch door een Pruisi- sclien kogel gedood. Het was met zijn krijgsbedrijven nog niet ten einde. In 1875 s.röed hij, tijdens den opstand van BosmcHerzo- govina, aan het hoofd van een troep vrijwilligers en werd de dapperste de zer dapperen genoemd. In 1883 trad hij in het huwelijk met prinses Zorka van Montenegro, oud ste dochter van prins Nicolaas en zus ter van koningin Helena van Italië. Tot 1890, in welk jaar prinses Zör- ka stierf, leefde hij te Cettinje. Af en toe maakte hij echter uitstapjes haar Parijs, en menigeen hier heriunert zich nog levendig den kranigen Ser- vischen kroon pretendent. Na den dood van zijn gemalin ves tigde hij zich te Genève, alwaar hij toezicht hield over de opvoeding van zijn kinderen, met name prinses He lena en de prinsen George en Alex ander. Daar, fn laatstgenoemde stad, ont ving hij in Juni 1903 de Servische ge degelleerden, die hem hun wen- schon te kennen gaven, dat hij, nu Alexander Obrenovitcli en Draga ver moord waren, den troon zou bestij gen. Algemeen gelooft men te Parijs, dat Pierre Karageorgevitch onschuldig was aan het gruwelijke bloedbad te Belgrado. Hij had slechts de afzetting en verbanning van het regeerend huis gewenscht. Den 25sten Juni 1903 deed hij zijn plechtige intrede te Belgrado. Het we melde er van Franscho reporters. Et pour cause. PieiTe Karageorgevitch had zich, trots zijn gesloten en iet wat stroef karakter, vele Vrienden in Frankrijk weten te verwerven. Hij was niet een dier kroonpreten denten, die wissels trekken op hun onzeker aanstaand heereolierschap en, om het eens in gemeenzamer taal uit te drukken, de bloemetjes buiten zetten. In 1887 bewoonde hij hier, in de Rue Jouffroy 47, een klein apparte ment op de deïde verdieping, voor 750 francs per jaar. (Als ik naga, dat ik het dubbele verwoon, vind ik me ongepast prinselijk behuisd., liij leef de op zeer bescheiden voet eu ver bood een ieder, hem bij zijn prinsc- iijken titel te noemen. Hij deed ontzaglijk veel aan li chaamsoefeningen. Hij reed paard als een Bedoeïen beter dus dan Napoleon, <Le een slecht ruiter was en schermde als een Gallische schermmeester. Hij kon op z'n En- geiscli en op z'n Fransch boksen, en stond zijn man. Zelfs twee man zooals eens twee apaches konden ge waar worden, die hem, op den Bou levard Malesherbes, op gebiedenden toon vroegen, hun zijn hebben en houden af te &taan. Onze Lachhoek DE WINSTGEVENDE VIJVER. Brengt die karpervijver nu eigénlijk wel wat op? Verleden jaa'r heeft hij me vijf tigduizend gulden opgebracht! Wel, hoe is dat mogelijk, u houdt me voor den gek! Heelemaal niet! Er was name lijk een jonge dame ingevallen; die heb ik gered en... getrouwd. FIJNE SMAAK. Mijnheer Nurks, die een haar m dé soep vindt. Dhcht ik "t niet de heele soep smaakt naar pomade. EEN GESKALPEERDE. Koes heeft vol ingespannen aan dacht zitten lezen in een boek vol spannende Indianenverhalen. Moeder, vraagt hij dan, na een poosje te hebben nagedacht, 16 vader wel eens bij de Indianen geweest? Wel neen, jongen, nooit! Niet? Maar wie hoeft hem dan geskalpeerd? Wat blieft u? vroeg de prins kalm. Alles uit Je zakken in de onze overbrengen, en gauw, of Pierre gaf een der roovers een rechtstreekschen opstopper in het vol le gezicht en dierndq tegelijkertijd don anderen een trap op de maag streek toe, dat het tweetal stevige knape'n anders op hetzelfde oogen blik achterover rolden en bleven lig gen. Daarop ging de prins kalm en be daard huiswaarts, alsof ér niets ge beurd was. Onderweg kwam hij een politie agent tegen en dezen voegde hij toe: U zult straks, daar, waarsohijn- lijk, twee arme drommels op den gro'nd uitgestrekt vinden. Dat is dan mijn schuld, maa'r ik was in 'n toe stand van zelfverdediging. Breng hen asjeblieft niet op, want ik klaag hen niet aaln. Eilieve, hoe vindt ge dat staaltje van strijdvaardigheid en onvérschrok kenheid? Ik mag zooiets wel. Ge kunt begrijpen, hoe de Parij sche bevolking het zich tot een eer re kent, Pierre Karageorgevitch, „le roi Pierre," in haar midden te zien. Laatslledén Maandag zou hij offi cieel zijn ontvangen door den heer Fallières. Deze officieele receptie is echter uitgesteld moeten worden, ten gevolge van den dood des hoeren Maurice Berteaux, minister van Oor log, die zoo jammerlijk is omgeko men op het vliegterrein van Issy-les- Moulineaux. Zich herlnnereiid, dat hij de Fransche officiersuniform heeft gedragen en in 1870 aan der Fran schen zijde heeft gestreden, wenscht hij, alvorens als vorst ontvangen te worden, „incognito" de begrafenis bij te wonen van en de laatste eer te bewijzen aan den man, die de op perste chef was van het Fransche le ger. C'est tout k fait sympathique. OTTO KNAAP. FEUILLETON door Ueado 3). - Jij bent dwaas genoeg, om op Iedereen gesteld to zijn, mevrouw, en misschien wil je wel zoo goed zijn, aan ruij over te laten mijn woorden te kiezen, antwoordde de auto craat. Ik zei „verleid", en dat meende ik. Maai- dat doet er nu ook minder toe. Persoonlijk verlang ik geen verderen omgang meer met dit meisje, maai- jij moet nu naar haar toegaan, haai- een maand salaris uitbetalen en haar verzoeken binnen twee uur het huis te verlaten. Dan heeft zij nog tijd om haar goed te pakken en Rogers kan haar koffers in de dogcart naar het villaatje van haar vader brengen. Maar, Chaloner, zij zoekt naar mijn ring, en ik weet niet, wat ik zonder haar zal beginnen, zoo be- ri het klagelijk protest, dat spoedig zwijgen overging, door den storm, die er door werd opgewekt. Het volgend oogenblik was Mr. Wenslade alleen, overtuigd, dat zoo- als altijd zijn pas genomen besluit zou worden uitgevoerd. Hij had een eersten doeltreffender, ofschoon niet afdoenden maatregel genomen, te gen verdere betrekking tusschen „Richard" en die berekenende Jonge vrouw. Zij zouden ten minste niet het geluk smaken van in hetzelfde huis te wonen. Voor meer besliste maatregelen moest hij vertrouwen op den tijd en op zijn eigen scherpzinnig heid. Chaloner Wenslade was niet ge schikt om stil tc zitten en na een kwartier lang op zijn plaats aan de eikenhouten tafel over den toestand te hebben nagedacht nam hij eenige blaadjes papier tot zich en begon Te schrijven. Twee uur achtereen bepaalde hij zijn gedachten bij zijn werk, voortdu rend doorschrijvend, totdat een don kere schaduw dwars over de tafel viel en hem bewoog op te kijken. Daar stond Mr. Carter Ravenscar in de half nederige houding van iemand, die er tegen opziet de aandacht te trekken. Een merkwaardig uiterlijk had de particulier-secretaris van Lord Monksilver. Een mager, taan- kleurig gelaal verhoogde het effect van zeer uitpuilende oogballen. Hij was het type van iemand, wiens leef tijd niet valt te bepalen. Hij kon even goed even over de dertig zijn als bijna vijftig. Zijn lange, magere lede maten deden ln weerwil van die eigenschap eer aan kracht, dan aan zwakheid denken, alsof zij van staal gemaakt waren. Ik vrees, dat ik u stoor zei hij eerbiedig. Volstrekt niet, antwoordde Mr. Wenslade op dén toon van vrien delijke welwillendheid, die hij altijd tegenover het factotum van zijn broer aonnam. U komt mij misschien een boodschap brengen van Charles van Lord Monksilver Niet precies, maar ik dacht, dat u misschien in staat zou zijn mij een inlichting te geven, die mylord bij zonder zou interesseeren, was het antwoord van den secertaris. Ik ben even met ©enige telegrammen naai- het postkantoor geweest en op mijn terugweg waagde ik het even binnen te komen om te vernemen of Mrs. Wenslade haar ring al had te ruggevonden. Toen Lord Monksilver en ik hior in den voormiddag waren, was zij hevig ontsteld over het ver lies van den ring. Mr. Wenslade 6chuddo ongeduldig zijn hoofd. Mijn vrouw heeft wel belangrij ker zaken aan haar hoofd dan enkel het verlies van een kleinood van een paar honderd guinjes, zei hij uit de hoogte. We zijn genoodzaakt geweest de gouvernante van Yvonne onmiddellijk haar ontslag te geven, en Mrs. Wenslade maakt er juist werk van, dat zi< zoo spoedig moge lijk vertrekt. Heeft u Miss Vaughau haar ontslag gegeven Dus heeft zij be kend riep Ravenscar, nu vlug de studeerkamer binnenkomend. Bekend mompelde Wenslade, den spreker eerst verbaasd aankij kend, maar toen met een uitdrukking in zijn harde oogen, alsof hein een licht opging. Wat zou zij moeten bekennen, Mr. Ravenscar "3 particulier-secretaris aarzelde. Het viel mij uit den mond mo gelijk op onvoldoende gronden, be gon hij aarzelend. Ik hob veel te veel gezegd, in de meening, dat u Maar Mr. Wenslade bracht hem met een autoritair gebaar van zijn grove hand tot zwijgen. Integendeel, u hoeft veel te wei nig gezegd, zei hij. Ga als hot u blieft zitten, Ravenscar, en vertel mij eens, waar Je aan dacht toen je over bekennen sprak. Met aJle blijken van tegenzin, of schoon buigend voor hem, die boven hem stond, ging de secretaris van Lord Monksilver zitten en boog zich vertrouwelijk tot den onderen man over. HOOFDSTUK IL Vlucht of zelfmoord. Om twaalf uur 's middags van den volgenden dag stapte Elisha Crowe voorzichtig de deur van zijn huisje uit, hoven aan de hoofdstraat van Beacon Audloy, en liep langzaam langs het smalle kiezelpaadje, dat naar het houten hekje aan de straat leidde. Hij was een bijzonder klein mannetje, nog niet zoo groot ais de kortste van de zonnebloemen, die liet kleine lapje tuin tot éèu schittering van geel maakten. Al zijn bewegingen kenmerkten een verlangen naar ge heimzinnigheid, zoo niet een gevoel van sluimerenden angst. Toch keerde hij zich, toon hij bij zijn naam geroepen werd, dadelijk om en gaf in een diepe basstem, ge heel in contrast met zijn afmetingen, antwoord Wel, wat is er Het huisje van Mr. Crowe was er een van een tweetal precies gelijke huisjes, die nien, als zij vijf maal zoo groot geweest waren, ais twee aan elkaar gebouwde villa's zou hebben kunnen beschrijven. De man. die hom riep, stond in do deur van het andere huisje een rechte soldaten- gestalte, in weerwil van zijn zestig jaren, maar met alle kenteekenen van chronische onmatigheid op de punt van zijn rooden neus en op zijn vlek kerige wangen. Wat is er, kapitein Vaughan herhaalde Elisha, toen de ander geen haast scheen te hebben, om zich na der te verklaren. In plaats daarvan wenkte hij zijn buurman om dichter bij te komen en met hem over den lagen muur, die de twee tuintjee scheidde, wat te komen praten. Ik wou zoo graag een woordje met Je spreken over mijn dochter, Crowe, zei de kapitein, toen Elisha naar hein toekwam. Na het ontbijt is zij gaan wandelen, en zij is niet teruggekeerd. Ik maak mij ongerust over haar. Zij is gisterenmiddag thuis gekomen, na onmiddellijk ontslag uit haar betrekking gekregen te hebben. Er is daar het een of ander gebeurd, maar zij wilde niet zeggen, wat. Elisha Crowe, aan wiens scherpe pareloogjes niets ontsnapte, had voor zijn venster gestaan en had gezien, hoc Phyllis den vorigen dag 't huisje van haar vader was binnengegaan, kort daarop gevolgd door de dogcart met haar bagage. Hij had toen wel gedacht, dat zij uit haar betrekking ontslagen was, en hij was juist uitge gaan om tü trachten de reden daar van te weten te komen, toen kapitein Vaughan hem tegenhield. Twee motieven hadden hem tot de zen onderzoekingstocht aangespoord het eerste was, dat hij de oprechte bewondering van een oud man tegen over het mooie meisje, dat hij van kind tot vrouw had zien opgroeien, koesterde het andere, dat het zijn tweede natuur was geworden, orn alles wat in Beacon Audley gebeurde, te weten te komen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5