HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DE GOUVERNANTE
VRIJDAG 2 JUNI 1911
DE GRONDWET VOOR ELZAS-
LOTHAR1NGEN
is tot statui gekomen, ook al heeft het
heel wat moeite gekost.
Nu is de keizer zelfs verheugd over
het resultaat. Z. M. heeft namelijk
een schrijven gericht aan den Rijks
kanselier, waarin hij dezen geluk-
wenscht mot de totstandkoming van
de grondwet voor het rijksland en het
ontwerp op de rijks verzekering, die
grootendeels te danken is aan des
kanseliers staatsmanskunst en zijn
doelbewusten arbeid. De keizer be
tuigt hein daarvoor zijn dank en ver
eert hem zijn portret.
Nu zal de Rijkskanselior zich zijn
vaste positie voortaan welbewust too-
nen I
Naar aanleiding van de aanneming
van bovengenoemde wetten heeft de
keizer nog meer dankbetuigingen uit
gedeeld, o. a. aan den staatssecreta
ris van binnenlandsche zaken, Del-
brück, liet grootkruis van den Roo-
den Adelaar rnet eikenloof en brillan-
ten, en bovendien nog aan een aantal
andere personen onderscheidingen
toegekend.
EEN MONSTER-BETOOGING TE
GEN DE VOORGESTELDE SCHOOL
WET VOOR BELGIë
gehouden. De berichten verzekeren,
dat het een betooging is geweest, zoo
als nog nooit te voren in de hoofdstad
va.n België aanschouwd is. Het reus
achtige circus-gebouw was tot aan
den nok gevuld met mannen en vrou
wen uit alle klassen der bevolking en
aan honderden moest nog de toegang
woiden geweigerd-
De socialist Wauters kwam het
eerst aan het woord. Op hem volgde
de radicaal Masson. Toen deze de
woorden uitsprak „Sedert 25 Jaren
hebben de kerke! ij ken zich uitsluitend
staande kunnen houden door de
scheiding tusschen socialisten en libe
ralen. Dezen hebben zich echter thans
aaneen gesloten, om gezamenlijk aan
het dreigende gevaar het hoofd te bie
den, iets, dat hun tegenstanders nooit
hadden verwacht", daverden de toe
juichingen.
Nadat nog verschillende leiders het
woord hadden gevoerd, werd zóó aan
houdend de naarn Janson geroepen,
dat de grijze oud-leider der democra
ten ten slotte op het podium ver
scheen en eenige woonden tot de me
nigte richtte, die geestdriftig werden:
toegejuicht.
Daarna stelden de vergaderden
zich op en bewogen zich in een lan
gen stoet door de straten, om ook door
dezen optocht te protesteeren tegen
de voorgestelde schoolwet-
Met groote voldoening is te Lissa
bon het bericht ontvangen, dat Sir
Edward Grey, de Britsche \minister
van buitenlandsohe zaken, den Portu-
geeschen gezant te Londen had mede
gedeeld, dat de Britsche regeering be-
'reid ik,
DE PORTUGEESCHE REPUBLIEK
TE ERKENNEN,
zoodra het parlement de republikein-
sche instellingen zal hebben bekraoh-
tigd.
UIT DEN BALKAN.
Naar uit Cettinje gemold wordt,
gaat Montenegro voort zich krachtig
te wapenen en neemt er de oorlogs
zuchtige geest toe.
Een brief uit Saloniki meldt, dat er
zich in het district Fiorina in Mace-^
donië Turksche benden vormen, ten—
einde Grieksche en Bulgaarsche re-
vohilionnairen te vermoorden. Er zijn
o. n. al 20 bekende mannen afge
maakt. Ook zijn er dorpen geplun
derd.
Er komen nadere bijzonderheden
OVER DE KRIJGSBEDRIJVEN IN
MAROKKO.
Een correspondent van een Duitsch
blad is met de colonne-Gouraud naar
Fez gegaan en heeft van daar op 26
Mei den volgenden brief verzonden
lieden oen ik hier auiigèkemeu met
_j colonne Gouraud, die generaal
Moiiner op 1700 kameeleu levensmid
delen en wuii'tie heeft toegevoerd.
Reeds bij Ei Kmtra eii Laila llo kon
i bemerken, hoe veel gevaar de
verbindingen van de Franschen met
de kust loepenOp beide versterkte
kampen was op den dag van onze
aankomst een aanval gedaan. De
ij and heeft de colonne tot 2d Mei aan
beide zijden, hoewel op behoorlijken
afstand, begeleid. Daarna moest de
weg naar de hoofdstad me; de wape
nen gebaand worden
Op 23 Mei werd 's morgens vroeg
een aanval op de voorhoede, op de
achterhoede en op de rechter flank
dekking gedaan. Men moest halt hou
den en nadat aan Fransche zijde vijf
man gedood en 20 gewond waren, kon
men eerst om 12 uur verder opruk
ken. De Marokkanen hadden een ge
wonde verminkt, de talrijke gewon
den, die men vond, werden daarom
met revolverschoten afgemaakt.
's Nachts werd alarm geblazen, om
dat een aanval op de voorhoede werd
gedaan.
Up 24 Mei is van 8 uur 's morgens
tot 1 uur 's middags gevochten, zoo
dat slechts oen kleine afstand afge
legd kon worden. Op 25 Mei was de
druk op de rechterflank zoo zwaar,
dat do weg verlaten moest worden en
men terzijde achter do heuvels moest
marclieeren. In don loop van den dag
weiden twoo dorpen met granaten
beschoten. Dit verhoogde de verbitte
ring van den vijand. Hij kreeg ver
sterking on trachtte te beletten, dat
de colonne het gebergte verliet, waar
in hij ovcnwel niet slaagde. Tot den
avond bleven de Marokkanen de troe
pen van Gouraud bestoken. Er weixi
een bivak opgeslagen, maar dit moest
in Oostelijke richting verlegd worden,
intusschen trachtte' do artillerie den
vijand te dwingen lialt te houden. In
de onmiddellijke nabijheid van kolo
nel Gouraud werden drie tirailleurs
paard getroffen. De Fransclien
toonen veel bravoure en hun tegen
standers absolute doodsverachting.
Lenige koeriers zijn er in geslaagd
Tauger te bereiken. Under de ver
schillende berichten, welke zij mede
brachten, is wel het belangrijkste dat
van
DE AFZETTING VAN DEN GROOT
VIZIER
El Glaoui, wiens afpersingen als een
der voornaamste redenen genoemd
worden voor den opstand dei* inlan
ders.
Deze mededeeling komt van Marok-
kaansche regeeringszijde en mag als
geloofwaardig worden aangemerkt.
Moulay Hafid heeft steeds gewei
gerd, niettegenstaande de talrijke
klachten over het despotisch optreden
van El Glaoui, den man weg te stu
ren, aan wien hij zijn troon dankte
en die hem, na hem te Marrakesj te
hebben doen uitroepen, naar de
hoofdstad geleid lieeft.
Als zijn opvolger wordt genoemd.
Aissa Benchmar, die onmiddellijk in
onderhandeling zal treden met de
stammen, die in onderwerping, wil
len komen.
DE PERS-BESCHOUWINGEN
over do Marokko-politiek duren voort.
Opvallend is een artikel van René
Pinon een zeer bekend journalist
in de „Neue freie Presse", over de
Fransche politiek. De schrijver tracht
te bewijzen, dat het gedrag der re-
geering in het belang is van alle mo
gendheden en ook in dat van den
vrede: Hij hoopt, dat het onvrucht
baar gekibbel over Marokko zal plaats
maken voor èen vruchtbare, gemeen
schappelijke samenwerking. Alle vol
keren zouden daarbij winnen en in
de eerste plaats1 de Marokkanen.
Verder is hij van meening, dat
„niemand het recht heeft zich te ver
wonderen aJs Frankrijk, dat het bloed
van zijn soldaten plengt om zijn eigen
belangen en die van Europa en Ma
rokko te beschermen, in ruil daarvoor
de voordeelen wil oogsten, die het bij
verdrag zijn toegestaan en die over
eenstemmen met de internationale
overeen k omsten
Zoo zal men er gewis in Berlijn
niet over denken 1
NA DE REVOLUTIE IN MEXICO.
In antwoord op een telegram van
de Engelsche Daily Chronicle" heeft
De ia Barra, de voorloopige presi
dent van Mexico, telegrafisch het vol
gende gemeld
„Dank zij den gunstigen omstan
digheden, welke generaal Diaz zoo
vele jaren voor dit volk heeft kunnen
handhaven, bon ik or van overtuigd,
dat de bronnen van welvaart, die tot
nu toe het buiteulandsch kapitaal
hebben aangetrokken, ook in de toe- i
komst geëxploiteerd zullen olijven,
en dat de volken, die vriendschap ge
voelen voor Mexico en dat zijn alle
naues ter wereld hetzelfde vertrou
wen in unjn land en zijn regeering
zuilen blijven stellen als voorheen.
Daardoor zouden zij grootelijks bij
dragen tot haar bestendigheid.
De regeering van welke ik Je eer
heb aan bet hoofd te staan, zal hij
het uit den weg ruimen van de han
gende quaesties de beginselen van
het internationaal recht laten gelden
en in al haar «laden een geest van
oprecht-ge meende cordialiteit en i
rechtsliefde toonen."
Stadsnieuws
(Jit de Kechtszaai
De zitting van 's middags was be
langrijker dan gewoonlijk. In de eer
ste plaats werd behandeld een
BRANDSTICHTING.
In den avond van 20 April van dit
jaar vervoegde zich bij den caféhou
der C. J. Vermeulen te Purmerend,
do thans gedetineerde arbeider
Klaas S., die vroeg of hij zooals
wel meer gebeurde den nacht in
de schuur van V. mocht doorbrengen.
De caféhouder stond dat toe, en S.
verdween voor half tien in dc schuur
die ongeveer 4 M. van het woonhuis
staat, waarin V., zijn Vrouw, 6 kin
deren en een kostganger sliepen. In
de nabijheid waren ook nog andere
woningen. In de schuur bevonden
zich twee koeien, een drietal hand
wagens, een boerenwagen met ge
reedschappen, een mestkar en een
groote hoeveelheid stroo.
Te elf uur stond de „logeergast"
op, zocht een lucifer, stak die bij het
stroo aan, nam zijn pantalon en jas
en verwijderde zich.
Bekl. zei, dat hij dien avond een
borreltje op had. Ook zou V. wel eens
gezegd hebben: „Dat boeltje moest
maar eens aangaan!" V. ontkende
die uitdrukking gebezigd te hebben.
De schuur, die een zeer oude was,
was voor f 2000 verzekerd.
Vermeulen verklaarde, dat een ge
deelte «van de schuur en liaar in
houd verbrandde, o.m. een boerenwa
gen met gereedschappen. De koeien
werden gered ofschoon de beesten in
groot gevaar verkeerden. Vermeulen
meende, dat de reden van de brand
stichting hierin te zoeken was, dat
de verhouding tusschen hem en S. in
den laatsten tijd minder goed was.
Ter terechtzitting bleek nog, dat
de schuur niet verder dan een halven
M. van de keuken verwijderd is, zoo
dat er groot gevaar voor uitbreiding
van den brand bestond. Gelukkig was
er niet veel wind.
De caféhouder S. de Bruin heeft
den brand ontdekt. Hij sliep reeds,
maar werd gewekt door een knette
rend geluid, en wekte de huisgenoo-
ten van V. Buurman E. werd ook
gewekt; zijn huis liep ook gevaar van
verbranding; de verf aan de buiten
zijde was reeds geblakerd.
Het benedengedeelte van de schuur
is behouden gebleven; do veraeke-
ringssom is daarom niet geheel uit
betaald,
Beki. zelf heeft 's avonds nog de
politie gewaarschuwd, dat de schuur
in brand stond: hij was bang voor
de kinderen van de buren.
Mr. Hoyer releveerde in zijn requi
sitoir, dat er gevaar voor menschen-
ïevens bestond waardoor de daad
zeer ernstig is S. denkt do offi
cier heeft om kleine griefjes do
schuu'r m brand gestoken. Tevens
was de man verslapt door jarenlang
drankgebruik. Dit alles samen heeft
hem voor het bedrijven van de daad
niet doen terugdeinzen.
Mr. Hoyer eischte 5 jaar gevange-
nisstraf.
De verdediger, Mr. Bredius, zocht
in het karakter en de leefwijze van
bekl. verzachtende omstandigheden,
en vroeg oplegging van een lichtere
straf.
Uitspraak 8 Juni.
DE AERDENHOUTSCHE AUTO
ZAAK.
Jac. B., de 2ö-jar.ge chauffeur van
den heer Everts te Bloemendaal stond
vervolgens terecht wegens het toe
brengen van lichamelijk letsel door
schuld. De geschiedenis dezer zaak
hebben wij indertijd uitvoerig mee
gedeeld. De heer Everts had op Zon
dag 5 Maart voor net eerst met zijn
nieuwe auto gereden, en 's avonds
gmg de chauffeur met het motorrij
tuig uit. Behalve B. stegen in de au
to Ki.^v. d. Linden, P. H. Keyzer en
mej. Van der Ven.
J. B. stuurde, en het ging met
flinke vaart, wat heel onvoorzichtig
was, omdat de Zandvoorlsche laan
niet droog, maar vettig-nal was. Op
een gegeven moment slipte de auto
mobiel over een afstand van 50—70
M. en kwam met twee boom en op
zulk oen gewelddadige wijze in aan
raking, dat zoowel de auto als de
inzittenden ernstig letsel bekwamen.
KI. v. d. Linden kwam er het
slechtst af; die liep verschillende ver
wondingen op, en kreeg een lichte
hersenschudding,die hom 9 dagen
in het Gasthuis hield. Dr. Joekes, als
deskundige gehoord, deelde mee, dat
do toestand van Van der Linden geen
oogenblik levensgevaarlijk was.
Jac. B. bekende dien ongelukkigen
avond eo'nigszius onder den invloed
van alcoholhoudende dranken ge
weest to zijn, maar beschonken was
hij zeker niet geweest. Twee borrel
tjes had hij gedronken, en buitendien
had do heer Everts zelf hem nog ge-
tracteerd.
Bekl. ontkende echter, dat zijü.
snelheid buitengewoon groot geweest
zou zijn. KI. v. d. Linden, die ook
chauffeur is, had bekl. echter een
paai- maal voor zijn snel rijden ge
waarschuwd. Dat hij gezegd had:
„Jaap, dat gaat mis", kon hij zich
niet meer herinneren.
Ook wist Van der L. niets van het
ongeluk zelf te verhalen; op 't mo
ment van het ongeval verloor hij het
bewustzijn. Hij was van oordeel, dat
geen slipping zou hebben plaats ge
had, als do weg droog geweest was;
op de Zandvoortsche laan werd niet
zoo hard als op de Elswoutslaan ge
reden. Getuige deelde nog mee, dat
remmen in geval van slipping geen
redmiddel is, het is integendeel ge
vaarlijk.
Behalve zijn hersenschudding liep
get. verwondingen aan het voor
hoofd, onder de oogen en bij de ooren
op.
Ook P. H. Keyzer, chauffeur-meca
nicien, vond de snelheid eveneens te
groot. Op de Elswoutslaan had de
auto een vaart van 50 60 KM., op
de Zandv. laan was de snelheid
wel wat matiger. K. sloeg hij de bot
sing links uit den wagen en zijn
meisje, Dina v. d. Ven rechts. K.
was later door den schrik nog
zóó suf, dat hij zich niet goed meer
de gunsche situatie voor oogen stellen
kon.
Dina v. d. Ven had zich in de auto
angstig gevoeld; ineens voelde ze een
bons en vloog naar buiten; toch was
ze niet merkbaar* gewond, en later is
ze met K. naar huis gewandeld.
G. de Jager, electricien, heeft den
wagen over de Zandvoortschelaan
zien rijden. De auto slond eerst stil
oor de- electriscbe tram, en reed
daarna met fli'nke snelheid verder. De
weg was slecht, en toen ze hem voor
bijgereden was, werd de snelheid veel
grooter; het vuur sprong uit de ban
den. Got. vond de snelheid met het
oog op den ongunstigen toestand van
den weg, beslist te groot.
Dc autohandelaar J. W. Koopman,
legde als deskundige, verklaring af.
De auto was een Mercédès, de chas
sis was sterk, de carrosserie ook. Get.
kon uit hot slippen niet opmaken,
dat de snelheid bijzonder groot ge
weest was. Op een vettigen weg is
reet voorzichtig rijden geboden. Rem
men is bij slipping niet goed, zelfs
gevaarlijk, de wagen kan dan om
draaien. Met hst stuur kan men veel
iets doen, maar veel hangt van de
handigheid van den chauffeur af. De
deskundige meende toch dat met eon
meer dan matigen gang gereden
moest zijn, omdat men als men lang
zaam rijdt niet met z.u 1 k een ge
weld tegen een boom kan rijden.
Mr. Hoyer meende, dat B. ongetwij
feld op den bewusten avond onder
den invloed van sterken drank stond,
dat de Zandvoorter weg in slechten
toestand was, en dat met te groote
snelheid gereden werd.
Spr. achtte het wettig en overtui
gend bewijs geleverd, achtte gTOve
schuld aanwezig en eischte met het
oog daarop een hechtenisstraf van 4
maanden.
Het geval is goed afgeloopen, maar
dat is aan louter toeval te wijten.
Uitspraak 8 Juni.
OM ONS HEEN
No. 1362
Fransche Premiers.
Het noodlottige ongeluk op het
vliegveld te Issy les Moulineaux,
waarbij do minister Berteaux om
kwam en de premier Monis ernstig
werd gekwetst, heeft de aandacht
weer gevestigd op de Fransche regee
ring. Het is daarom actueel, even na
te gaan, wie sedert het ontstaan van
de derde republiek in 1871 aan het
hoofd van bet kabinet hebben ge
staan. André Tardieu heeft daarvan
een overzicht gegeven, waarin hij tot
'do conclusie komt, dat er 6edert dien
'tijd 50 ministeries zijn opgetreden en
'dat acht en twintig personen presi
dent van den ministerraad zijn ge
weest. Daar Tardieu zijn artikel in
1909 schreef is dit cijfer nu tot 29 ge
stegen, daar sinds dien tijd ook
Briand afgetreden is.
Vijftig ministeries in veertig jaar
Gemiddeld meer dan een per jaar
Onze Fransche vrienden zijn niet bij
zonder zuinig op hun regeeringen en
er beslaat ook wel geen ander land,
waar een ministerie zóó van het eene
votum van vertrouwen op het andere
leven moet.
De eerste premier van de derde re
publiek was Thiers. Den 19den Fe
bruari 1871 nam hij het voorzitter
schap van den Ministerraad op als
hoofd van het uitvoerend bewind. Een
moeilijke t"d, maar waartegen Thiers
was opgewassenwel caven zijn
kleine gestalte, zijn bril en zijn pun
tige neus stof tot vroolijkheid aan de
goedlachsche Franschen, maar hij
had een autoriteit over zich, aan den
invloed waaraan men niet ontkwam.
Toch wus hij, toen hij premier werd,
drie en zestig jaar, wat hem schert
send zeggen deed „wij zijn de jonge
ren 1"
Den 24slen Mei 1873 wordt Thiers
omvergeworpen eu opgevolgd door
maarschalk Mac Mahon, altijd nog
in do dubbele hoedanigheid van
Staatshoofd en voorzitter van den
ministerraad. Thiers had in twee
jaar twee ministeries gevormd, Mac
Mahon schiep er in zes jaar niet min
der dan negen en in de drie laatste
was, tengevolge der grondwet van
1875, het premierschap afgescheiden
van het ambt van president der repu
bliek. Mac Mahon. had Iets eigenaar
dig verlegens over zich. Zoo kreeg hij
eens bezoek vun een neger, die in de
militaire school te Saint Cyr was op
gevoed en wiens ijver men tegenover
den president prees. Mac Mahon
wilde hem een vriendelijkheid zeg
gen, maar kreeg de inspiratie niet.
Eindelijk zei hij en dat nog wel met
nadruk„Gij zijt dus de neger. Wel
nu, ga zoo voort 1"
De eerste eigenlijk gezegde presi
dent van den ministerraad was Du-
faure in 1876, een man van strenge
gewoonten, hard voor zichzelf en
hard voor zijn vrienden, die de ge
woonte had, om menschen. die hem
wilden spreken, bij zich te laten ko
men des morgens te vijf uur. Hij was
n.eer advokaat, dan parlementsman
en werd opgevolgd door Jules Simon,
een philosoof, die op zijn beurt werd
opgevolgd door den hertog de Brog-
lie, van huis uit een Italiaan, maar
niettemin bezield door een zekere
koelheid, die in zijn familie erfelijk
was. Toen hij over trouwen dacht,
sprak hij daarover met zijn vader, die
hem niets anders antwoordde dan
„mijn zoon, gij kunt in 't huwelijk
treden, ik zie daartegen geen be
zwaar."
In 1881 trad Gambetta op. de man,
die In 1873 Thiers al tot heengaan ge
noodzaakt had, maar zelf toen pas
premier werd en dat nog maar voor
twee en een halve maand. Voor en
na hem vinden we twee in Frankrijks
geschiedenis bekende figuren, Jules
Ferry en de Freycinet, de eerste koel,
gestreng, energiek en vasthoudend, de
tweede meer een wetenschappelijk
IPriUlLLtiiUN
door Headon Hill.
71
De eenige band bestond in de gene
genheid van den ouden edelman tegeu-
over zijn neef Dick en zijn nicht Yvon
ne, de laatste was daarmee de eenige
draagster van vrouwenrokken op de
wereld, die hij niet als een last be
schouwde.
De. twist is begonnen over de gou
vernante, de dochter van kapitein
Vaughan, hernam Ravenscar, terwijl
hij vun onder zijn neergeslagen oog
leden zijn meester ongemerkt in 't oog
hield.
U weet al, dat er opschudding is
in hot dorp, omdat haar hoed giste
ren op do rotsen gevonden werd en
dat er een sterk vermoeden bestaat,
dat zij zich naar beneden wierp, om
dat zij den vorigen dag plotseling ont
slagen was. Welnu, uw broeder maakt
er geen geheim van, dat hij Miss
Vaughan verdenkt van het stelen van
een kostbaren ring. dien Mrs.
Wenslade Dinsdagmiddag miste. Uw
neef Dick heeft het noodig geacht
partij to kiezeoi voor het meisje en
man. Ferry was maar tweemaal voor
zitter van den ministerraad, maar
hij is de man geweest van Frankrijks
koloniën. Indo China en Tunis zijn
zijn werk geweest Niettemin heeft hij
zegt Tardieu, de ondankbaarheid ge
kend, waarmee menigeen door de me
nigte wordt overladen. Hij stierf, het
oog gericht op de blauwe lijn der Vo
gezen, waarmee de schrijver zeggen
wil, dat hij Elzas Lotharingen nog
wel eens in Frankrijks bezit hoopte
te zien terugkeeren.
Ribot was een echte man van het
parlement. Zijn. bestrijders schreven
hem onzekerheid in zijn meeningen
en beslissingen toe, zoodat een hunner
zich eens veroorloofde tot hem te
zeggen „mijnheer, u is een in ijzer-
kleur geverfde rozenstruik." Even
als de Frevcinet leefde hij bulten het
gewoel der wereld.
Charles Floquet was vooral een re
denaar, die heel wat te stellen liud
met generaal Boulanger en dan ook
op zekeren dag, op hot landgoed van
den graaf Dillon, met hem duelleerde.
Hij had iets natte. Op zijn dertigste
jaar had hij don keizer van Rusland
begroet met den kreet„Leve Polen,
mijnheer Twintig jaar later was
hij nog onveranderd, llij kende Cle-
menceau en wist zeer wei, dat diens
karakter zich niet schikken kon op
den tweeden rang. In weerwil daar
van was, toen hem op 3 April 18S8
werd opgedragen een nieuw ministe
rie te vormen, zijn eerste bezoek voor
Clemenceau. „U maakt", zei hij. ..na
tuurlijk deel uit van het kabinet»—
welke portefeuille kiest u
„Waarde vriend", zei Clemenceau,
„daarop behoef ik'mij niet te beden
ken, ik neem bet voorzitterschap van
den ministerraad."
We komen nu langzamerhand in
den nieuwen tijd, waaraan wij nog
herinnerineen hebben bewaard en
vindeal daar den naam van Charles
Dupuy. Hij was voorzitter, toen Vail-
lant zijn bom in de Kamer slingerde.
Van hem is het historische woord
„Mijne heeren. de zitting wordt
voortgezet." Sedert dien tijd wordt
zij voortgezet zonder hem en hij is
lid geworden van den Senaat.
Dan zijn er Rouvier en Leon Bour
geois, de eerste hield er van om to
'spreken, de laatste liet liever spreken.
Daar hij veel van de letteren en de
schoone kunsten hield, werd hem
wel gebrek aan energie verweten. „Hij
is de beste van onze werklooze man
nen'', zei een spotter, hoewel hij, zegt
Tardieu. Frankrijk in de conferentie
van Algeciras voor groote moeilijkhe
den heeft bewaard.
De man, die het langst premier is
gebleven, was Waldeck Rousseau,
hoewel deze in het geheel geen poli
tiek man was. Toen men hem op
zocht, om hem het ambt aan te bie
den. was hij in de buurt van Ram-
bouillet bezig met een waterverfte
kening te maken, De hengelsport is
hem altijd meer ter harte gegaan,
dan een succes op de tribune.
Na hem loopt het lijstje, dat Tar
dieu geeft, spoedig af. Hij noemt nog
Sarrien, Combes, Briand toen hij
zijn artikel schreef kwam deze laat
ste pas aan 't bewind. „Ik heb er over
geslagen", zegt de schrijver, ..en van
de beste." Het optreden van Monis
dateert nog maar vim enkele maan
den. Bijna had hij. zoo&ls de anne
Berteaux, zijn zetel verloren, niet
door de ongunst van de Kamerleden,
maar door de daling van een vlieg
machine. Voor dezen droeven dood is
hij bewaard gebleven.
J. C. P-
Buitenlandsch Overzicht
'T ENGELSCHE HOOGERHU1S
is, na de wet op de luchtscheepvaart
in alle lezingen te hebben aangeno
men, uiteengegaan tot 26 Juni e k.
De artikelsgewijze behandeling van
de parliament bill begint op 28 Juni,
dus na de Kroningsplechtigheid. Eerst
feestvieren en dan het onaangename
werk opknappen 1
noemt zijn vader een leugenaar, llij
kan niet in huis blijven, tenzij er op
een of andere manier een verzoening
tot stand komt ten minste, zoo ver
telde mij Mrs. Wonslade.
Lord Monksilver 6tond langzaam
met een heel ernstig gelaat van den
grooten stoel op. En wij waren Dins
dagmiddag nog samen in het huis
van mijn broer, zei hij. terwijl hij den
secretaris scherp aankeek. Er was
teen nog veen sprake van het verlie
zen van een ring.
Neen, mylord, om de eenvoudi
ge reden, dat voor zoover ik op kan
maken uit de opmerkingen van Mrs.
Wenslade de ring pas na ons bezoek
vermist werd. Uw broeder beweert en
houdt vol, dat hij kan bewijzen, dat
Miss Vaughan zich den ring toeéigen-
de vóórdat Mrs. Wcnslado ons ont
ving, en dat zij daarna uitging en
met Dick in den tuin wandelde.
Toeéigendo herhaalde do Vis
count met iels spottends ln zijn blik.
Een eigenaardig woord om in dit go-
val te gebruiken, Ravenscar. Zij stal
den ring of anders deed zij het niet.
Waarschijnlijker is, dat Chaloner
haar wegstuurde, omdat Jongenheer
Dick een -oed oogje op haar had, of
zij op hom.
Dat beweert Dick ook, geloof ik,
maar zou dat een voldoende reden
voor zelfmoord wezen zei Ravens
car zacht.
Neen antwoordde Lord Monk
silver beslist. Als zij zichzelf ver
moord heeft, dan moet het zijn go-
Aee-sl uit voorliefde om met den
ouden Pliil Vaughan en zijn gehecht
heid aan de flesch onder één dak te
leven. Nu, het is wat moois, daar moet
dadelijk vrede gesticht worden. Ik
zal or heen gaan en zien dien lasti-
gen bloedverwant tot rede te bren
gen. Wees zoo goed mij mijn hoed
en stok to geven.
De lan-'o secretaris gehoorzaamde
vlug aan deze opdracht en de twee
mannen stapten vlug in het zonlicht
het park door. Het was een schitte
rende morgen. Een wandeling van
vijf minuten bracht Lord Monksilver
en zijn secretaris bij het toegangshek
en toen na een kleine honderd meter
op den straatweg afgelegd te hebben,
gingen zij het kerkhof over, van waar
een poortje toegang tot zijns broo
ders tuin. Dit was een korte weg, die
door het hoofd der familie altijd ge
bruikt werd. daar do hoofdingang
van de woning van Chaloner Wens-
lode verder op den weg vlak bij het
begin van dó dorpsstraat gelegen
was.
Mot Ravenscar vlak achter zich liep
Lord Monksilver met zijn eigenaardi-
geai huppelenden traag door de scha
duwrijke laan vlak op de openstaan
de deur der studeerkamer af. waar
in Chaloner Wenslade achter zijn
vierkante tafel zat te schrijven. Zon
der eenige plichtpleging stapte de
oude edelman de kamer binnen, ter
wijl hij het woedende protest in de
oogen van zijn broeder met een sar-
donischen glimlach opnam.
Zou druk aan het werk grin
nikte liij op niet al te vriendelijken
toon. Houd daar maar eens even mee
op, en vraag of Dick en je dames
eens hier komen. Jk ben gekomen om
een appeltje met jelui te schillen.
Hij wist evenals Ravenscar heel
goeii ,dnt dit verzoek niet in den
smaak viel. Do studeerkamer van
Chaloner Wenslade was een vertrek,
waarin ziin kinderen nooit werden
toegelaten, uitgezonderd wanneer zij
er ieder afzonderlijk door hun vader
zelf geroepen werden. Zelfs Mrs.
Wènslp.de durfde er niet komen zon
der een oproeping gekregen te hebben
van het orakel zelf.
Mr. Wenslade stond van zijn stoel
op, zijn geheeJe persoonlijkheid ia op
stand togon dien onverwaciiten. In
val.
Als Je er niets tegen hebt, Char
les, dan zullen wij liever naar de ont
vangkamer gaan om naar je rede te
luisteren, zei liij. Ik heb het to druk
om al miin papieren weg te bergen.
Daarom kan ik het geheele gezin niet
hier ontvangen.
Zooals je wilt, antwoordde Lord
Monksilver gaat ge mee Hierbij
wendde hit zich tot Ravenscar. die
bescheiden uit het ver ster had staan
kijken
Als u mij wil verontschuldigen,
mylord, dan zou ik liever in den tuin
blijven, tenzij ge op mijn tegenwoor
digheid aandringt, omdat ge zuiver
familiezaken gaat bespreken, zei de
secretaris, terwijl hij dan blik van
Chaloner vermeed, die met een vra
gende aandacht op hem gevestigd
was.
De Viscount stemde schouderopha
lend toe en ging de deur door, die
zijn broeder met spettendon eerbied
voor hem openhield. Dè twee broe
ders gingen de kleine hul door cil do
elegant ifêgprichte ontvangkamer, die
ledig was, binnen Mr. Wenslade
drukte op liet knopje van dc bel. Aan
de dienstbode, dio als antwoord hier
op verscueen, gaf hij order om Mrs.
Wenslade. Mr. Richard en Miss
Yvonne ie verzoeken clad olijk beneden
to komen en hun te berichten, dat
mylord hen wenschte te spreken. Na
dit bevel sregeveu to hebben, wend
de hij zich boos tot zijn broeder.
Ik verwacht, dat je niet van plan
bent om den strijd tusschen mij en
diegenen van mijn familieleden met
wie ik van meening verschil, nog aan
to wakkeren zei hij.
Volstrekt niet ik ben gekomen
in de hoon olie te kunnen gieten op
het woelige water.
Mrs. Wenslade, bleek en bevend,
was de eerste, die de kamer binnen
sloop, haar verwelkt gelaat sprak van
een nacht vol tranen en zonder slaap.
Zij gai haar schoonbroeder een slap
handje, ontving zijn half minachten
de begroeting zwakjes, alsof zij het
recht niet had iets beters te verwach
ten. Toen kwam Yvonne binnen,
Laar gewouo angst voor haar vader
getemperd deer de bescherming van
haar oom, dio bijzonder veel van haar
hield en eindelijk verscheen Dick,
do verpersoonlijking van woede - ver
mengd met verdriet. Omdat hij zoo
klein was en een in 't oog vallend on
beduidend gezicht had, maakte Lord
Monksilver nooit den indruk van een
imposante verschijning, maar op dit
oogenblik had hij iets waardigs, dat
onwillekeurig zijn familieleden impo
neerde.
Hoor nu eens hier, begon hij.
Ovor de dochter van Phil Vaughan
wil ik met jelui van gedachten wisse
len. Ik wil niet, dat haar naam door
het slijk gesleurd wordt ter wille van
een onnoozolcn ring. Denk ieder wat
je wilt van deze zaak. maar houd jo
gedachten voor je tenzij Je onge
noegen wenscht tusschen ons en je
weet wat dat zou beteekenen. Men
heeft mij verteld, dat het geheele dorp
weet, dat jij haar van diefstal be
schuldigt. Dat wil ik niet hebben, zeg
iK Je. Zij hoeft evenmin den ring go-
stolen ais lk hot gedaan heb.
(Wordt vervolgd).