HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. DE GOUVERNANTE VRIJDAG 2 JUNI 1911 DE GRONDWET VOOR ELZAS- LOTHAR1NGEN is tot statui gekomen, ook al heeft het heel wat moeite gekost. Nu is de keizer zelfs verheugd over het resultaat. Z. M. heeft namelijk een schrijven gericht aan den Rijks kanselier, waarin hij dezen geluk- wenscht mot de totstandkoming van de grondwet voor het rijksland en het ontwerp op de rijks verzekering, die grootendeels te danken is aan des kanseliers staatsmanskunst en zijn doelbewusten arbeid. De keizer be tuigt hein daarvoor zijn dank en ver eert hem zijn portret. Nu zal de Rijkskanselior zich zijn vaste positie voortaan welbewust too- nen I Naar aanleiding van de aanneming van bovengenoemde wetten heeft de keizer nog meer dankbetuigingen uit gedeeld, o. a. aan den staatssecreta ris van binnenlandsche zaken, Del- brück, liet grootkruis van den Roo- den Adelaar rnet eikenloof en brillan- ten, en bovendien nog aan een aantal andere personen onderscheidingen toegekend. EEN MONSTER-BETOOGING TE GEN DE VOORGESTELDE SCHOOL WET VOOR BELGIë gehouden. De berichten verzekeren, dat het een betooging is geweest, zoo als nog nooit te voren in de hoofdstad va.n België aanschouwd is. Het reus achtige circus-gebouw was tot aan den nok gevuld met mannen en vrou wen uit alle klassen der bevolking en aan honderden moest nog de toegang woiden geweigerd- De socialist Wauters kwam het eerst aan het woord. Op hem volgde de radicaal Masson. Toen deze de woorden uitsprak „Sedert 25 Jaren hebben de kerke! ij ken zich uitsluitend staande kunnen houden door de scheiding tusschen socialisten en libe ralen. Dezen hebben zich echter thans aaneen gesloten, om gezamenlijk aan het dreigende gevaar het hoofd te bie den, iets, dat hun tegenstanders nooit hadden verwacht", daverden de toe juichingen. Nadat nog verschillende leiders het woord hadden gevoerd, werd zóó aan houdend de naarn Janson geroepen, dat de grijze oud-leider der democra ten ten slotte op het podium ver scheen en eenige woonden tot de me nigte richtte, die geestdriftig werden: toegejuicht. Daarna stelden de vergaderden zich op en bewogen zich in een lan gen stoet door de straten, om ook door dezen optocht te protesteeren tegen de voorgestelde schoolwet- Met groote voldoening is te Lissa bon het bericht ontvangen, dat Sir Edward Grey, de Britsche \minister van buitenlandsohe zaken, den Portu- geeschen gezant te Londen had mede gedeeld, dat de Britsche regeering be- 'reid ik, DE PORTUGEESCHE REPUBLIEK TE ERKENNEN, zoodra het parlement de republikein- sche instellingen zal hebben bekraoh- tigd. UIT DEN BALKAN. Naar uit Cettinje gemold wordt, gaat Montenegro voort zich krachtig te wapenen en neemt er de oorlogs zuchtige geest toe. Een brief uit Saloniki meldt, dat er zich in het district Fiorina in Mace-^ donië Turksche benden vormen, ten— einde Grieksche en Bulgaarsche re- vohilionnairen te vermoorden. Er zijn o. n. al 20 bekende mannen afge maakt. Ook zijn er dorpen geplun derd. Er komen nadere bijzonderheden OVER DE KRIJGSBEDRIJVEN IN MAROKKO. Een correspondent van een Duitsch blad is met de colonne-Gouraud naar Fez gegaan en heeft van daar op 26 Mei den volgenden brief verzonden lieden oen ik hier auiigèkemeu met _j colonne Gouraud, die generaal Moiiner op 1700 kameeleu levensmid delen en wuii'tie heeft toegevoerd. Reeds bij Ei Kmtra eii Laila llo kon i bemerken, hoe veel gevaar de verbindingen van de Franschen met de kust loepenOp beide versterkte kampen was op den dag van onze aankomst een aanval gedaan. De ij and heeft de colonne tot 2d Mei aan beide zijden, hoewel op behoorlijken afstand, begeleid. Daarna moest de weg naar de hoofdstad me; de wape nen gebaand worden Op 23 Mei werd 's morgens vroeg een aanval op de voorhoede, op de achterhoede en op de rechter flank dekking gedaan. Men moest halt hou den en nadat aan Fransche zijde vijf man gedood en 20 gewond waren, kon men eerst om 12 uur verder opruk ken. De Marokkanen hadden een ge wonde verminkt, de talrijke gewon den, die men vond, werden daarom met revolverschoten afgemaakt. 's Nachts werd alarm geblazen, om dat een aanval op de voorhoede werd gedaan. Up 24 Mei is van 8 uur 's morgens tot 1 uur 's middags gevochten, zoo dat slechts oen kleine afstand afge legd kon worden. Op 25 Mei was de druk op de rechterflank zoo zwaar, dat do weg verlaten moest worden en men terzijde achter do heuvels moest marclieeren. In don loop van den dag weiden twoo dorpen met granaten beschoten. Dit verhoogde de verbitte ring van den vijand. Hij kreeg ver sterking on trachtte te beletten, dat de colonne het gebergte verliet, waar in hij ovcnwel niet slaagde. Tot den avond bleven de Marokkanen de troe pen van Gouraud bestoken. Er weixi een bivak opgeslagen, maar dit moest in Oostelijke richting verlegd worden, intusschen trachtte' do artillerie den vijand te dwingen lialt te houden. In de onmiddellijke nabijheid van kolo nel Gouraud werden drie tirailleurs paard getroffen. De Fransclien toonen veel bravoure en hun tegen standers absolute doodsverachting. Lenige koeriers zijn er in geslaagd Tauger te bereiken. Under de ver schillende berichten, welke zij mede brachten, is wel het belangrijkste dat van DE AFZETTING VAN DEN GROOT VIZIER El Glaoui, wiens afpersingen als een der voornaamste redenen genoemd worden voor den opstand dei* inlan ders. Deze mededeeling komt van Marok- kaansche regeeringszijde en mag als geloofwaardig worden aangemerkt. Moulay Hafid heeft steeds gewei gerd, niettegenstaande de talrijke klachten over het despotisch optreden van El Glaoui, den man weg te stu ren, aan wien hij zijn troon dankte en die hem, na hem te Marrakesj te hebben doen uitroepen, naar de hoofdstad geleid lieeft. Als zijn opvolger wordt genoemd. Aissa Benchmar, die onmiddellijk in onderhandeling zal treden met de stammen, die in onderwerping, wil len komen. DE PERS-BESCHOUWINGEN over do Marokko-politiek duren voort. Opvallend is een artikel van René Pinon een zeer bekend journalist in de „Neue freie Presse", over de Fransche politiek. De schrijver tracht te bewijzen, dat het gedrag der re- geering in het belang is van alle mo gendheden en ook in dat van den vrede: Hij hoopt, dat het onvrucht baar gekibbel over Marokko zal plaats maken voor èen vruchtbare, gemeen schappelijke samenwerking. Alle vol keren zouden daarbij winnen en in de eerste plaats1 de Marokkanen. Verder is hij van meening, dat „niemand het recht heeft zich te ver wonderen aJs Frankrijk, dat het bloed van zijn soldaten plengt om zijn eigen belangen en die van Europa en Ma rokko te beschermen, in ruil daarvoor de voordeelen wil oogsten, die het bij verdrag zijn toegestaan en die over eenstemmen met de internationale overeen k omsten Zoo zal men er gewis in Berlijn niet over denken 1 NA DE REVOLUTIE IN MEXICO. In antwoord op een telegram van de Engelsche Daily Chronicle" heeft De ia Barra, de voorloopige presi dent van Mexico, telegrafisch het vol gende gemeld „Dank zij den gunstigen omstan digheden, welke generaal Diaz zoo vele jaren voor dit volk heeft kunnen handhaven, bon ik or van overtuigd, dat de bronnen van welvaart, die tot nu toe het buiteulandsch kapitaal hebben aangetrokken, ook in de toe- i komst geëxploiteerd zullen olijven, en dat de volken, die vriendschap ge voelen voor Mexico en dat zijn alle naues ter wereld hetzelfde vertrou wen in unjn land en zijn regeering zuilen blijven stellen als voorheen. Daardoor zouden zij grootelijks bij dragen tot haar bestendigheid. De regeering van welke ik Je eer heb aan bet hoofd te staan, zal hij het uit den weg ruimen van de han gende quaesties de beginselen van het internationaal recht laten gelden en in al haar «laden een geest van oprecht-ge meende cordialiteit en i rechtsliefde toonen." Stadsnieuws (Jit de Kechtszaai De zitting van 's middags was be langrijker dan gewoonlijk. In de eer ste plaats werd behandeld een BRANDSTICHTING. In den avond van 20 April van dit jaar vervoegde zich bij den caféhou der C. J. Vermeulen te Purmerend, do thans gedetineerde arbeider Klaas S., die vroeg of hij zooals wel meer gebeurde den nacht in de schuur van V. mocht doorbrengen. De caféhouder stond dat toe, en S. verdween voor half tien in dc schuur die ongeveer 4 M. van het woonhuis staat, waarin V., zijn Vrouw, 6 kin deren en een kostganger sliepen. In de nabijheid waren ook nog andere woningen. In de schuur bevonden zich twee koeien, een drietal hand wagens, een boerenwagen met ge reedschappen, een mestkar en een groote hoeveelheid stroo. Te elf uur stond de „logeergast" op, zocht een lucifer, stak die bij het stroo aan, nam zijn pantalon en jas en verwijderde zich. Bekl. zei, dat hij dien avond een borreltje op had. Ook zou V. wel eens gezegd hebben: „Dat boeltje moest maar eens aangaan!" V. ontkende die uitdrukking gebezigd te hebben. De schuur, die een zeer oude was, was voor f 2000 verzekerd. Vermeulen verklaarde, dat een ge deelte «van de schuur en liaar in houd verbrandde, o.m. een boerenwa gen met gereedschappen. De koeien werden gered ofschoon de beesten in groot gevaar verkeerden. Vermeulen meende, dat de reden van de brand stichting hierin te zoeken was, dat de verhouding tusschen hem en S. in den laatsten tijd minder goed was. Ter terechtzitting bleek nog, dat de schuur niet verder dan een halven M. van de keuken verwijderd is, zoo dat er groot gevaar voor uitbreiding van den brand bestond. Gelukkig was er niet veel wind. De caféhouder S. de Bruin heeft den brand ontdekt. Hij sliep reeds, maar werd gewekt door een knette rend geluid, en wekte de huisgenoo- ten van V. Buurman E. werd ook gewekt; zijn huis liep ook gevaar van verbranding; de verf aan de buiten zijde was reeds geblakerd. Het benedengedeelte van de schuur is behouden gebleven; do veraeke- ringssom is daarom niet geheel uit betaald, Beki. zelf heeft 's avonds nog de politie gewaarschuwd, dat de schuur in brand stond: hij was bang voor de kinderen van de buren. Mr. Hoyer releveerde in zijn requi sitoir, dat er gevaar voor menschen- ïevens bestond waardoor de daad zeer ernstig is S. denkt do offi cier heeft om kleine griefjes do schuu'r m brand gestoken. Tevens was de man verslapt door jarenlang drankgebruik. Dit alles samen heeft hem voor het bedrijven van de daad niet doen terugdeinzen. Mr. Hoyer eischte 5 jaar gevange- nisstraf. De verdediger, Mr. Bredius, zocht in het karakter en de leefwijze van bekl. verzachtende omstandigheden, en vroeg oplegging van een lichtere straf. Uitspraak 8 Juni. DE AERDENHOUTSCHE AUTO ZAAK. Jac. B., de 2ö-jar.ge chauffeur van den heer Everts te Bloemendaal stond vervolgens terecht wegens het toe brengen van lichamelijk letsel door schuld. De geschiedenis dezer zaak hebben wij indertijd uitvoerig mee gedeeld. De heer Everts had op Zon dag 5 Maart voor net eerst met zijn nieuwe auto gereden, en 's avonds gmg de chauffeur met het motorrij tuig uit. Behalve B. stegen in de au to Ki.^v. d. Linden, P. H. Keyzer en mej. Van der Ven. J. B. stuurde, en het ging met flinke vaart, wat heel onvoorzichtig was, omdat de Zandvoorlsche laan niet droog, maar vettig-nal was. Op een gegeven moment slipte de auto mobiel over een afstand van 50—70 M. en kwam met twee boom en op zulk oen gewelddadige wijze in aan raking, dat zoowel de auto als de inzittenden ernstig letsel bekwamen. KI. v. d. Linden kwam er het slechtst af; die liep verschillende ver wondingen op, en kreeg een lichte hersenschudding,die hom 9 dagen in het Gasthuis hield. Dr. Joekes, als deskundige gehoord, deelde mee, dat do toestand van Van der Linden geen oogenblik levensgevaarlijk was. Jac. B. bekende dien ongelukkigen avond eo'nigszius onder den invloed van alcoholhoudende dranken ge weest to zijn, maar beschonken was hij zeker niet geweest. Twee borrel tjes had hij gedronken, en buitendien had do heer Everts zelf hem nog ge- tracteerd. Bekl. ontkende echter, dat zijü. snelheid buitengewoon groot geweest zou zijn. KI. v. d. Linden, die ook chauffeur is, had bekl. echter een paai- maal voor zijn snel rijden ge waarschuwd. Dat hij gezegd had: „Jaap, dat gaat mis", kon hij zich niet meer herinneren. Ook wist Van der L. niets van het ongeluk zelf te verhalen; op 't mo ment van het ongeval verloor hij het bewustzijn. Hij was van oordeel, dat geen slipping zou hebben plaats ge had, als do weg droog geweest was; op de Zandvoortsche laan werd niet zoo hard als op de Elswoutslaan ge reden. Getuige deelde nog mee, dat remmen in geval van slipping geen redmiddel is, het is integendeel ge vaarlijk. Behalve zijn hersenschudding liep get. verwondingen aan het voor hoofd, onder de oogen en bij de ooren op. Ook P. H. Keyzer, chauffeur-meca nicien, vond de snelheid eveneens te groot. Op de Elswoutslaan had de auto een vaart van 50 60 KM., op de Zandv. laan was de snelheid wel wat matiger. K. sloeg hij de bot sing links uit den wagen en zijn meisje, Dina v. d. Ven rechts. K. was later door den schrik nog zóó suf, dat hij zich niet goed meer de gunsche situatie voor oogen stellen kon. Dina v. d. Ven had zich in de auto angstig gevoeld; ineens voelde ze een bons en vloog naar buiten; toch was ze niet merkbaar* gewond, en later is ze met K. naar huis gewandeld. G. de Jager, electricien, heeft den wagen over de Zandvoortschelaan zien rijden. De auto slond eerst stil oor de- electriscbe tram, en reed daarna met fli'nke snelheid verder. De weg was slecht, en toen ze hem voor bijgereden was, werd de snelheid veel grooter; het vuur sprong uit de ban den. Got. vond de snelheid met het oog op den ongunstigen toestand van den weg, beslist te groot. Dc autohandelaar J. W. Koopman, legde als deskundige, verklaring af. De auto was een Mercédès, de chas sis was sterk, de carrosserie ook. Get. kon uit hot slippen niet opmaken, dat de snelheid bijzonder groot ge weest was. Op een vettigen weg is reet voorzichtig rijden geboden. Rem men is bij slipping niet goed, zelfs gevaarlijk, de wagen kan dan om draaien. Met hst stuur kan men veel iets doen, maar veel hangt van de handigheid van den chauffeur af. De deskundige meende toch dat met eon meer dan matigen gang gereden moest zijn, omdat men als men lang zaam rijdt niet met z.u 1 k een ge weld tegen een boom kan rijden. Mr. Hoyer meende, dat B. ongetwij feld op den bewusten avond onder den invloed van sterken drank stond, dat de Zandvoorter weg in slechten toestand was, en dat met te groote snelheid gereden werd. Spr. achtte het wettig en overtui gend bewijs geleverd, achtte gTOve schuld aanwezig en eischte met het oog daarop een hechtenisstraf van 4 maanden. Het geval is goed afgeloopen, maar dat is aan louter toeval te wijten. Uitspraak 8 Juni. OM ONS HEEN No. 1362 Fransche Premiers. Het noodlottige ongeluk op het vliegveld te Issy les Moulineaux, waarbij do minister Berteaux om kwam en de premier Monis ernstig werd gekwetst, heeft de aandacht weer gevestigd op de Fransche regee ring. Het is daarom actueel, even na te gaan, wie sedert het ontstaan van de derde republiek in 1871 aan het hoofd van bet kabinet hebben ge staan. André Tardieu heeft daarvan een overzicht gegeven, waarin hij tot 'do conclusie komt, dat er 6edert dien 'tijd 50 ministeries zijn opgetreden en 'dat acht en twintig personen presi dent van den ministerraad zijn ge weest. Daar Tardieu zijn artikel in 1909 schreef is dit cijfer nu tot 29 ge stegen, daar sinds dien tijd ook Briand afgetreden is. Vijftig ministeries in veertig jaar Gemiddeld meer dan een per jaar Onze Fransche vrienden zijn niet bij zonder zuinig op hun regeeringen en er beslaat ook wel geen ander land, waar een ministerie zóó van het eene votum van vertrouwen op het andere leven moet. De eerste premier van de derde re publiek was Thiers. Den 19den Fe bruari 1871 nam hij het voorzitter schap van den Ministerraad op als hoofd van het uitvoerend bewind. Een moeilijke t"d, maar waartegen Thiers was opgewassenwel caven zijn kleine gestalte, zijn bril en zijn pun tige neus stof tot vroolijkheid aan de goedlachsche Franschen, maar hij had een autoriteit over zich, aan den invloed waaraan men niet ontkwam. Toch wus hij, toen hij premier werd, drie en zestig jaar, wat hem schert send zeggen deed „wij zijn de jonge ren 1" Den 24slen Mei 1873 wordt Thiers omvergeworpen eu opgevolgd door maarschalk Mac Mahon, altijd nog in do dubbele hoedanigheid van Staatshoofd en voorzitter van den ministerraad. Thiers had in twee jaar twee ministeries gevormd, Mac Mahon schiep er in zes jaar niet min der dan negen en in de drie laatste was, tengevolge der grondwet van 1875, het premierschap afgescheiden van het ambt van president der repu bliek. Mac Mahon. had Iets eigenaar dig verlegens over zich. Zoo kreeg hij eens bezoek vun een neger, die in de militaire school te Saint Cyr was op gevoed en wiens ijver men tegenover den president prees. Mac Mahon wilde hem een vriendelijkheid zeg gen, maar kreeg de inspiratie niet. Eindelijk zei hij en dat nog wel met nadruk„Gij zijt dus de neger. Wel nu, ga zoo voort 1" De eerste eigenlijk gezegde presi dent van den ministerraad was Du- faure in 1876, een man van strenge gewoonten, hard voor zichzelf en hard voor zijn vrienden, die de ge woonte had, om menschen. die hem wilden spreken, bij zich te laten ko men des morgens te vijf uur. Hij was n.eer advokaat, dan parlementsman en werd opgevolgd door Jules Simon, een philosoof, die op zijn beurt werd opgevolgd door den hertog de Brog- lie, van huis uit een Italiaan, maar niettemin bezield door een zekere koelheid, die in zijn familie erfelijk was. Toen hij over trouwen dacht, sprak hij daarover met zijn vader, die hem niets anders antwoordde dan „mijn zoon, gij kunt in 't huwelijk treden, ik zie daartegen geen be zwaar." In 1881 trad Gambetta op. de man, die In 1873 Thiers al tot heengaan ge noodzaakt had, maar zelf toen pas premier werd en dat nog maar voor twee en een halve maand. Voor en na hem vinden we twee in Frankrijks geschiedenis bekende figuren, Jules Ferry en de Freycinet, de eerste koel, gestreng, energiek en vasthoudend, de tweede meer een wetenschappelijk IPriUlLLtiiUN door Headon Hill. 71 De eenige band bestond in de gene genheid van den ouden edelman tegeu- over zijn neef Dick en zijn nicht Yvon ne, de laatste was daarmee de eenige draagster van vrouwenrokken op de wereld, die hij niet als een last be schouwde. De. twist is begonnen over de gou vernante, de dochter van kapitein Vaughan, hernam Ravenscar, terwijl hij vun onder zijn neergeslagen oog leden zijn meester ongemerkt in 't oog hield. U weet al, dat er opschudding is in hot dorp, omdat haar hoed giste ren op do rotsen gevonden werd en dat er een sterk vermoeden bestaat, dat zij zich naar beneden wierp, om dat zij den vorigen dag plotseling ont slagen was. Welnu, uw broeder maakt er geen geheim van, dat hij Miss Vaughan verdenkt van het stelen van een kostbaren ring. dien Mrs. Wenslade Dinsdagmiddag miste. Uw neef Dick heeft het noodig geacht partij to kiezeoi voor het meisje en man. Ferry was maar tweemaal voor zitter van den ministerraad, maar hij is de man geweest van Frankrijks koloniën. Indo China en Tunis zijn zijn werk geweest Niettemin heeft hij zegt Tardieu, de ondankbaarheid ge kend, waarmee menigeen door de me nigte wordt overladen. Hij stierf, het oog gericht op de blauwe lijn der Vo gezen, waarmee de schrijver zeggen wil, dat hij Elzas Lotharingen nog wel eens in Frankrijks bezit hoopte te zien terugkeeren. Ribot was een echte man van het parlement. Zijn. bestrijders schreven hem onzekerheid in zijn meeningen en beslissingen toe, zoodat een hunner zich eens veroorloofde tot hem te zeggen „mijnheer, u is een in ijzer- kleur geverfde rozenstruik." Even als de Frevcinet leefde hij bulten het gewoel der wereld. Charles Floquet was vooral een re denaar, die heel wat te stellen liud met generaal Boulanger en dan ook op zekeren dag, op hot landgoed van den graaf Dillon, met hem duelleerde. Hij had iets natte. Op zijn dertigste jaar had hij don keizer van Rusland begroet met den kreet„Leve Polen, mijnheer Twintig jaar later was hij nog onveranderd, llij kende Cle- menceau en wist zeer wei, dat diens karakter zich niet schikken kon op den tweeden rang. In weerwil daar van was, toen hem op 3 April 18S8 werd opgedragen een nieuw ministe rie te vormen, zijn eerste bezoek voor Clemenceau. „U maakt", zei hij. ..na tuurlijk deel uit van het kabinet»— welke portefeuille kiest u „Waarde vriend", zei Clemenceau, „daarop behoef ik'mij niet te beden ken, ik neem bet voorzitterschap van den ministerraad." We komen nu langzamerhand in den nieuwen tijd, waaraan wij nog herinnerineen hebben bewaard en vindeal daar den naam van Charles Dupuy. Hij was voorzitter, toen Vail- lant zijn bom in de Kamer slingerde. Van hem is het historische woord „Mijne heeren. de zitting wordt voortgezet." Sedert dien tijd wordt zij voortgezet zonder hem en hij is lid geworden van den Senaat. Dan zijn er Rouvier en Leon Bour geois, de eerste hield er van om to 'spreken, de laatste liet liever spreken. Daar hij veel van de letteren en de schoone kunsten hield, werd hem wel gebrek aan energie verweten. „Hij is de beste van onze werklooze man nen'', zei een spotter, hoewel hij, zegt Tardieu. Frankrijk in de conferentie van Algeciras voor groote moeilijkhe den heeft bewaard. De man, die het langst premier is gebleven, was Waldeck Rousseau, hoewel deze in het geheel geen poli tiek man was. Toen men hem op zocht, om hem het ambt aan te bie den. was hij in de buurt van Ram- bouillet bezig met een waterverfte kening te maken, De hengelsport is hem altijd meer ter harte gegaan, dan een succes op de tribune. Na hem loopt het lijstje, dat Tar dieu geeft, spoedig af. Hij noemt nog Sarrien, Combes, Briand toen hij zijn artikel schreef kwam deze laat ste pas aan 't bewind. „Ik heb er over geslagen", zegt de schrijver, ..en van de beste." Het optreden van Monis dateert nog maar vim enkele maan den. Bijna had hij. zoo&ls de anne Berteaux, zijn zetel verloren, niet door de ongunst van de Kamerleden, maar door de daling van een vlieg machine. Voor dezen droeven dood is hij bewaard gebleven. J. C. P- Buitenlandsch Overzicht 'T ENGELSCHE HOOGERHU1S is, na de wet op de luchtscheepvaart in alle lezingen te hebben aangeno men, uiteengegaan tot 26 Juni e k. De artikelsgewijze behandeling van de parliament bill begint op 28 Juni, dus na de Kroningsplechtigheid. Eerst feestvieren en dan het onaangename werk opknappen 1 noemt zijn vader een leugenaar, llij kan niet in huis blijven, tenzij er op een of andere manier een verzoening tot stand komt ten minste, zoo ver telde mij Mrs. Wonslade. Lord Monksilver 6tond langzaam met een heel ernstig gelaat van den grooten stoel op. En wij waren Dins dagmiddag nog samen in het huis van mijn broer, zei hij. terwijl hij den secretaris scherp aankeek. Er was teen nog veen sprake van het verlie zen van een ring. Neen, mylord, om de eenvoudi ge reden, dat voor zoover ik op kan maken uit de opmerkingen van Mrs. Wenslade de ring pas na ons bezoek vermist werd. Uw broeder beweert en houdt vol, dat hij kan bewijzen, dat Miss Vaughan zich den ring toeéigen- de vóórdat Mrs. Wcnslado ons ont ving, en dat zij daarna uitging en met Dick in den tuin wandelde. Toeéigendo herhaalde do Vis count met iels spottends ln zijn blik. Een eigenaardig woord om in dit go- val te gebruiken, Ravenscar. Zij stal den ring of anders deed zij het niet. Waarschijnlijker is, dat Chaloner haar wegstuurde, omdat Jongenheer Dick een -oed oogje op haar had, of zij op hom. Dat beweert Dick ook, geloof ik, maar zou dat een voldoende reden voor zelfmoord wezen zei Ravens car zacht. Neen antwoordde Lord Monk silver beslist. Als zij zichzelf ver moord heeft, dan moet het zijn go- Aee-sl uit voorliefde om met den ouden Pliil Vaughan en zijn gehecht heid aan de flesch onder één dak te leven. Nu, het is wat moois, daar moet dadelijk vrede gesticht worden. Ik zal or heen gaan en zien dien lasti- gen bloedverwant tot rede te bren gen. Wees zoo goed mij mijn hoed en stok to geven. De lan-'o secretaris gehoorzaamde vlug aan deze opdracht en de twee mannen stapten vlug in het zonlicht het park door. Het was een schitte rende morgen. Een wandeling van vijf minuten bracht Lord Monksilver en zijn secretaris bij het toegangshek en toen na een kleine honderd meter op den straatweg afgelegd te hebben, gingen zij het kerkhof over, van waar een poortje toegang tot zijns broo ders tuin. Dit was een korte weg, die door het hoofd der familie altijd ge bruikt werd. daar do hoofdingang van de woning van Chaloner Wens- lode verder op den weg vlak bij het begin van dó dorpsstraat gelegen was. Mot Ravenscar vlak achter zich liep Lord Monksilver met zijn eigenaardi- geai huppelenden traag door de scha duwrijke laan vlak op de openstaan de deur der studeerkamer af. waar in Chaloner Wenslade achter zijn vierkante tafel zat te schrijven. Zon der eenige plichtpleging stapte de oude edelman de kamer binnen, ter wijl hij het woedende protest in de oogen van zijn broeder met een sar- donischen glimlach opnam. Zou druk aan het werk grin nikte liij op niet al te vriendelijken toon. Houd daar maar eens even mee op, en vraag of Dick en je dames eens hier komen. Jk ben gekomen om een appeltje met jelui te schillen. Hij wist evenals Ravenscar heel goeii ,dnt dit verzoek niet in den smaak viel. Do studeerkamer van Chaloner Wenslade was een vertrek, waarin ziin kinderen nooit werden toegelaten, uitgezonderd wanneer zij er ieder afzonderlijk door hun vader zelf geroepen werden. Zelfs Mrs. Wènslp.de durfde er niet komen zon der een oproeping gekregen te hebben van het orakel zelf. Mr. Wenslade stond van zijn stoel op, zijn geheeJe persoonlijkheid ia op stand togon dien onverwaciiten. In val. Als Je er niets tegen hebt, Char les, dan zullen wij liever naar de ont vangkamer gaan om naar je rede te luisteren, zei liij. Ik heb het to druk om al miin papieren weg te bergen. Daarom kan ik het geheele gezin niet hier ontvangen. Zooals je wilt, antwoordde Lord Monksilver gaat ge mee Hierbij wendde hit zich tot Ravenscar. die bescheiden uit het ver ster had staan kijken Als u mij wil verontschuldigen, mylord, dan zou ik liever in den tuin blijven, tenzij ge op mijn tegenwoor digheid aandringt, omdat ge zuiver familiezaken gaat bespreken, zei de secretaris, terwijl hij dan blik van Chaloner vermeed, die met een vra gende aandacht op hem gevestigd was. De Viscount stemde schouderopha lend toe en ging de deur door, die zijn broeder met spettendon eerbied voor hem openhield. Dè twee broe ders gingen de kleine hul door cil do elegant ifêgprichte ontvangkamer, die ledig was, binnen Mr. Wenslade drukte op liet knopje van dc bel. Aan de dienstbode, dio als antwoord hier op verscueen, gaf hij order om Mrs. Wenslade. Mr. Richard en Miss Yvonne ie verzoeken clad olijk beneden to komen en hun te berichten, dat mylord hen wenschte te spreken. Na dit bevel sregeveu to hebben, wend de hij zich boos tot zijn broeder. Ik verwacht, dat je niet van plan bent om den strijd tusschen mij en diegenen van mijn familieleden met wie ik van meening verschil, nog aan to wakkeren zei hij. Volstrekt niet ik ben gekomen in de hoon olie te kunnen gieten op het woelige water. Mrs. Wenslade, bleek en bevend, was de eerste, die de kamer binnen sloop, haar verwelkt gelaat sprak van een nacht vol tranen en zonder slaap. Zij gai haar schoonbroeder een slap handje, ontving zijn half minachten de begroeting zwakjes, alsof zij het recht niet had iets beters te verwach ten. Toen kwam Yvonne binnen, Laar gewouo angst voor haar vader getemperd deer de bescherming van haar oom, dio bijzonder veel van haar hield en eindelijk verscheen Dick, do verpersoonlijking van woede - ver mengd met verdriet. Omdat hij zoo klein was en een in 't oog vallend on beduidend gezicht had, maakte Lord Monksilver nooit den indruk van een imposante verschijning, maar op dit oogenblik had hij iets waardigs, dat onwillekeurig zijn familieleden impo neerde. Hoor nu eens hier, begon hij. Ovor de dochter van Phil Vaughan wil ik met jelui van gedachten wisse len. Ik wil niet, dat haar naam door het slijk gesleurd wordt ter wille van een onnoozolcn ring. Denk ieder wat je wilt van deze zaak. maar houd jo gedachten voor je tenzij Je onge noegen wenscht tusschen ons en je weet wat dat zou beteekenen. Men heeft mij verteld, dat het geheele dorp weet, dat jij haar van diefstal be schuldigt. Dat wil ik niet hebben, zeg iK Je. Zij hoeft evenmin den ring go- stolen ais lk hot gedaan heb. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5