NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
28© Jaargang. No. 8577
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 9 JUNI 1911 B
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N:
pep drie maanden: ^an 1—5 rege's 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem 1,20 ïsiÊzïwfod&JjLa Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) }-30 Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 f&J 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
Afzonderlijke nummers0.02iX \WMJ<v4y 5w r
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37Redact!. en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
iedereen weet, dat de rieten stoelen
en gladhouten banken van de E. S.
M. veel aangenamer zijn, dan de
zachte kussens van de sporen, met al
hun ongerechtigheden.
Niet alleen met de inrichting van
de wagens kunnen de spoorwegmaat
schappijen zichzelf verbeteren. Hun
fout ie, dat ze geen filialen kennen,
die toch ook een eisch zijn van den
tijd, waarin we leven. Menschen die
zaken doen stichten zooveel mogelijk
filialen, om den verkoop van hun pro
duct te bevorderen ja het meest met
zichzelf Ingenomen instituut, de Ne-
derlandsche posterij, heeft geleerd,
dat het filialen stichten moet. Niet
aldus de spoor. Die staat, inplaats
van dp hot handelsstandpunt, nog
altijd op dat'van den monopolist, die
wel vertrouwt, dat de menschen hem
zuilen komen opzoeken. Ik kan wel
begrijpen, dat niet de heele, uitgebrei
de verzameling van kaartjes bij een
particulier kan worden gegeven, om
daaruit te verkoopen, maar er kan
toch zeker geen bezwaar tegen zijn,
om de meest voorkomende bij een
paar filiaalhouders verkrijgbaar te
stellen, met tien ritten- en kilometer
boekjes. Do drukte aan het loket
wordt er door verminderd, de lust tot
reizen aangewakkerd en het publiek
vindt het aangenaam, want ik heb
het al meer gezegd een van de re
denen, waarom de E. S. M. zooveel
succes heeft, is dat de conducteur den
passagier zijn kaartje komt brengen
in den wagen; zoodat de laatste niet
genoodzaakt is, soms op het laatste
nippertje, queue te maken voor een
loket, om de eer te hebben een kaartje
te mogen koopen, waarmee men hem
wel in den trein zal willen toelaten.
In 't klein gebeurt iets dergelijks
bijvoorbeeld in Zwitserland, waar de
hotelportiers kaartjes verkoopen voor
de bergsporen.
Op beginstations, zooals Amster
dam in ons land het voornaamste ls,
zou nog een andere maatregel toege
past kunnen worden, die niet weinig
zou strekken ten gerieve van de reizi
gers. Vroeger werden alleen vóóraf
plaatsen in schouwburgen besproken,
wie zich op den speelavond zelf aan
meldde, kreeg een plaatsbewijs, zon
der rij of nummer en moest als een
hulploos wicht de medewerking van
een suppoost inroepen, om hem een
plaats aan te wijzen. Vele directies
hebben dat veranderd en geven ook
's avonds een kaartje af, waarop de
plaats staat aangegeven.
De spoorwegmaatschappijen even-
wei, ouderwetsch en traag in 't ma
ken van nieuwigheden, zooals alleen
monopolisten kunnen zijn, geven al
tijd nog maar kaartjes af. die recht
geven op een plaats, maar zeggen er
niet bij op welke plaats. Vandaar bij
eiken vertrekkenden trein, die een
reis van langen duur gaat onderne-
i men, een gedrang en geworstel en
geduw, om er in te komen, dat totaal
onnoodig zou zijn geweest, wanneer
aan ieder een genummerde plaats
werd verkocht. Ja, het zou wat meer
moeite kosten, om voor eiken trein op
een groot traject nummers van den
wagen en van de plaats gereed te ma
ken, maar daarin zie ik niet het min
ste bezwaar. Volgens het thans gel
dende systeem keeren de spoorweg
maatschappijen de zaak precies om.
Wanneer je door het smalle deurtje
van een D.-trein bent Aeengewurmd,
na veel „pardon" 's tegen in den cor
ridor gerangschikte medereizigers een
vrij plaatsje gevonden hebt en daarop
bent neergestreken, dan nadert er
een conducteur met een tasch, die je
tegen betabng van 0.60 voor de twee
de en 11.20 voor de eerste klasse het
onbetwistbaar recht verzekert op de
plaats, die je nota bene zelf veroverd
hebt. Liever wou ik, dat de man aan
den ingang van den wagen stond en
daar nummertjes uitreikte, dat zou
veel onnoodig geloop en gedraaf,
mitsgaders kibbelarijtjes, ais„par-
don, u zit op mijn plaats" „maar
ze was ln 't geheel niet belegd"
„dan heeft een ander er mijn hoed
afgenomen, dien ik er op gelegd had"
„enfin, als u 't zegt, maar het is
onaangenaam" voorkomen.
Misschien denken sommigen, dat
het wel beter zou worden, wanneer de
heele spoorweg-exploitatie maar in
één hand kwam, die van den onvol
prezen Staat, maar die hebben liet,
dunkt me, totaal mis. Als het zoover
gekomen is, verdwijnt zelfs de laatste
schijn van mededinging en zal de mo
nopolist zich pas goed heer en rnees-
Itfer voelen. Dan hebben we vast en
zelcar geen kans meer op een restau
ratiewagen in Nederlandsche treinen,
op een lang traject. Ik ben in "t geheel
geen liefhebber van altijd wat kau
wen of drinken, maai- wie naar Al-
ïhelo moet, of naar Groningen, of
naar Maastricht, krijgt gerechtvaar
digden honger en dorst. De stations-
restaurateur is zijn toevlucht, maar
helaas, diens waar is niet altijd best,
soms oudbakken, dikwijls niet goed
koop. En de ongelukkige, die een glas
bier koopt of een kogelflesohje, heeft
den tijd niet om daarvan te genieten,
maar moet onder het hunkerend oog1
van den kellner, die zijn glaswerk
niet graag ziet verdwijnen, den drank
naar binnen slokken, om het glas op
tijd terug te geven.
Een restauratiewagen, desnoods
een afdeeling, als 't moet niet bereik
baar voor den reiziger, maar van
waar uit hij bediend kan worden op
de stations, zou het reizen heelwat
aangenamer maken.
Als we dit alles lezen, mogen we
wel zeggen hoe kunnen maatschap
pijen met zooveel gebreken nog een
dag langer leven t Is verwonderlijk,
maai- ze doen het toch. En wij ma
ken, al klagende, straks toch weer
van hunne treinen gebruik. Toch is
het goed, nu en dan eens ie wijzen op
wat er hapert. Als onze voorouders
dat met gedaan hadden, reden wij
misschien nog in de open wagens met
gordijntjes de maatschappijen mo
gen wel in hun vaandel schrijven
„door den last des pruttelens word ik
heler 1"
J. C. P.
DINGEN, DIE NIET IEDEREEN
WEET.
XXX. 'T EEN EN ANDER OVER
DL MAAN.
De maan is de begeleidster van de
aarde op haar reis rondom de zon.
Van alle planeten uit het zonnestelsel
is de maan het dichtst bij de aarde
zij beweegt zich in den tijd van een
maand daaromheen. Haar werkelijke
baan om de aarde is ellipsvormig, en
gemiddeld is «zij 385OS0 K.M. van
„onze" planeet verwijderd. Van de
plaats, die de maan ten opzichte van
de on-'V- on de zon inneemt, hangen
haar phasen of lichtgestalten af. De
verklaring daarvan was den astrono
men der Öüdheid al bekend. De maan
is een kogelvormig, op zichzelf don
ker lichaamde zon verlicht altijd de
naar haar toegekeerde helft van de
maan. Wanneer di9 laatste nu, van
de -T<ie uit gozien. juist in de rich
ting naar-de-zun-toe staat, dan wendt
do maan haar donkere zijde naar ons
toe. Dan is het „nieuwe maan" al
leen overdag staat de maan aan den
hemel. Iloefl zij zich omstreeks 90 gr.
van de zon naar het Oosten verwij
derd (het eersto kwartier") dan ver
schijnt zij voor onze blikken als een
half verlichte schijf. De maan komt
dan ongeveer in den middag op, gaat
te middernacht onder en schijnt al
leen in de eerste helft van den nacht.
Staat de maan juist in de aan de zon
tegenovergestelde richting, dan wendt
zij naar ons baar geheel verlichte
zijde 'toewe hebben dan „volle
maan", on die schijnt gedurende don
geheelen nacht. Is tenslotte do maan
weer zóóveel verder gegaan, dat zij
do zon van het Westen af tot op 90
gr. genaderd is, dan verschijnt zij
opnieuw half verlicht en staat in hei
„laatste kwartier" zij gaat ongeveer
to middernacht cp, 's middags onder
en schijnt slechts gedurende de laat
ste helft van den nacht. Van nieuwe
tol volle maan is, zooals bekend, toe
nemende inaon. omgekeerd is afne
mende maan. De bedoelde vier ver
schijningsvormen zijn de maankwar-
tleren, die te zomen een maansveran-
dering vormen. De tijdsduur daarvan
is ongeveer 29 1/2 dagen, zoodat het
tijdsverloop tusschen twee maankwar-
tioren iets meer dan een week be
draagt. Vóór en na nieuwe maan,
tusschen deze en de beide kwartieren
dus, verschijnt de maan slechts in
den vorm van een glanzende, uiin of
incci smalle sikkel. Soms ia het don
kore gedeelte der maan duu ook. wel
eens zwaa verlicht, en dat noemt men
het aschgrauwe tLcht der muon. Het
vindt zijn oorzaak m den reflex van
hel licht der aarde, die de inaau tij
dens den „nieuwe-maan-toestand"
haar verlichte en u\i tijde der volle
maan haar donkere zijde toewendt.
Als zon. aarde en maan in één
juiste lijn staan, treedt muansveruuis-
teri: in ten tijde van volle maan,
zonsverduistering bij nieuwe maan.
De doorsnede der maan bedraagt
S4ls0 K.M.. zoodat haar Inhoud onge
veer 1/50 van dien der aarde is. Om
dat de omwentelingsduur der maan
precies gelijk is aan den tijd van
haar omloop, om de aarde, zien we
er steeds dezelfde zijde van. Maar ten
gevolge van Ce omstandigheid, dat
haar asom wen teling volkomen gelijk
matig plaats heeft, terwijl zij zich
daarentegen met niet daaraan gelij
ke snelheid in een ellipsbaan om do
aarde bewo- zien we niet altijd
precies dezelfde helft van de maan,
maar dón weer eens aan de eeue,
dón aan de andere zijde kleine rund-
gedeelten der (over 't geheel genomen)
van de aarde afgewende zijde. Tenge
volge van deze schijnbare wankelin
gen krijgen we allengs 4f! van de
maanoppervlak!® te zien slechts 3/7
deel blijft steeds onzichtbaar.
De lichtmassa, die van de maan op
de aarde uitstraalt, bedraagt het
619000e deel van die der zon. Een
waarneembare atmosfeer bezit de
maan niet ten minste niet op de naar
ons toegewende zijde; inmiddels is
de mogelijkheid van dat die bestaat
(tot een zeer geringe dichtheid, wol-
licht 1/300 der aarde-atmosfec-r) niet
uitgesloten.
Buitenlandsch Overzicht
We schreven 't al >n ons vorig Over
zicht in de Belgische politiek is
hooge spanning. Dit blijkt nu heel dui
delijk, want
T BELGISCHE MINISTERIE HEEFT
ONTSLAG GENOMEN.
In de "stermiddag gehouden Ka
merzitting, die vrij rumoerig was,
deelde de minister-president Schol-
laert mee, dat de ministers hun ont
slag hadden aangevraagd en dat de
Koning daarin toegestemd had.
Deze meedeeling ontlokte den ver
gaderden verschillende uitroepen o.
a werden gehoord „Weg met de
pastoors „Wee met de vrijmetsela
rij en „Leve 't algemeen kiesrecht!"
De rechterzijde juichte den premier
toe.
De Kamer besloot haar werkzaam
heden voorlöopie te verdagen.
De ontslagneming is door den pre
mier in de Kamer met geen enkel
woord toegelicht. Toch is reeds uitge
lekt, waardoor de crisis in 't leven
geroepen is, trouwens daarover liepen
reeds sinds Dinsdag geruchten.
De linkerzijde heeft tegen do door
dit ministerie ingediende Schoolwel
herhaaldelijk en zeer heftig geprotes
teerd, in de Kamer en nog voel meer
daar buiten. Vergaderingen, betoogin
gen. enz.
't Beloofde een strijd van hard te
gen hord te zullen worden.
Nu begon de Koning zich met de po
litieke zaken te bemoeien. In de laat
ste dagen heeft Z. M. met verschillen
de politieke person o- herhaaldelijk
geconfereerd. Resultaat is geweest,
dat de Koning aan den minister-pre
sident verzocht heeft, in 't belang van
den openbaren vrede, de Schoolwet
voorloopig n i e t te behandelen.
Daarvan waren d« ministers niet
gediend en 't ontslag werd inge
diend ministers waren eensge
zind en gingen allemaal.
In de R. K. rege erin a spar tij was
minder eensgezindheid De heer Woes
te, een der oudste - invloedrijkste
leiders dezer partij, op wiens steun
t ministerie gerekend had, heeft zich
n.L tegen de Schoolwet verklaard.
Maar hy deed dit. omdat de wet
hem... niet ver genoeg gaat. Hij ver
klaarde. dat sommige gemeentebe
sturen de Schoolwetten van 1&84 en
1S95 hadden vervalscht en anti-gods-
dienstige onderwijzers aangesteld en
dat er misbruik was gemaakt van de
vrijstellingen voor het geven van
godsdienstonderwijs." Hij wilde dus
van de or>-::dfgheid. die ook deze wet
nog waarborgde, niets weten. „Do on
zijdigheid zoo zei hij is onmoge
lijk, zelfs in de lagere school. Voor
het leesonderricht zijn er boeken noo-
dig. Wat zullen deze boeken zeggen?
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1367
Reizen.
Nauwelijks is de Juni-maand be
gonnen of onze gedaohten gaan uit
naar het zomerreis je. Zijn er nog
wel gezonde menschen, die in 't ge
heel géén zomeruitstapje maken, al
ie het dan maar voor drie dagen,
voor twee dagen, op zijn allerminst
voor één dag Ik kan het haast niet
gelooven. Of het moest de arme sta
tionschef wezen, die, terwijl hij ach
tereenvolgens de heele bevolking van
«ijn woonplaats in de treinen net
stroomen, zelf altijd weer op het per
ron achterblijft. Of misschien de di
recteur van een muziekkorps en de
eigenaar van een uitspanning of pen
sion, en die van een zwemschool
ja, als ik ze zoo ga optellen, dan sljn
er nog heelwat menschen, die we
gens de eischen van hun bedrijf ge
laten thuis blijven. Denkelijk halen
zij 's winters met schaatsenrijden
hun schade ln.
Maar het gros van de menschheid
trekt er toch op uit, voor een dure of
voor een goedkoope reis. In den regel
zal de goedkoope reiziger nog meer
genoegen hebben, dan de dure, omdat
hij zijn eischen minder hoog stelt en
zoo geblaseerd niet la. Eén ding heb
ben ze mot elkaar gemeen dat zo de
lasten van het reizen gezamenlijk
moeten dragen. Want de ruimte in
de eerste klasse is gewoonlijk wel
grooter, dan die in de tweede of der
de, maar er zijn in alle drie klassen
n ug veel te veel coupé's van de ouder-
wetsche soort, nare doozen, waar vijf
aan den eenen en vijf aan den ande
ren kant worden geborgen, zonder
zijgangen, waar je de verstijfde lede
maten even uitstrekken kunt en, wat
de eerste en tweede klasse aangaat,
voorzien van warme kussens, die je
in den zomer bitter slecht passen, en
zoo onfrisch zijn, dat menig bedacht
zaam reiziger er niet met zijn hoofd
tegen leunt, voor hij een zakdoek tus-
Bchenbeide geschoven heeft. Jammer
maar, dat hij een oogenblik daarna
de voorschriften der hygiëne vergeet,
door met denzelfden zakdoek zijn
neus te snuiten. De diverse bacillen
(en er kunnen er geduchte onder we
zen) dringen dan toch zijn lichaam
weer binnen.
De banken van de derde klasse, al
zijn ze van spreekwoordelijke hard
heid, leveren, daar ze flink schoonge
maakt kunnen worden, minder ge
vaar op De geest van den tijd, die
dikke tapijten, zware overgordijnen
en wat daarbij behoort, wil weren,
zal zich, zoodra hij er maar op let,
ook verzetten tegen het trijp in eerste
en tweede klasse, zooals hij het al
doet lei. ouzichto van de meubil.eering i
in hótels. Hoe de zaak voor de spoor
wegen opgelost moet worden, weet ik
niet en gaat me ook niet aan. maar
jrriUiLLBtON
door Headon Hill.
12)
In de rangschikking van deze he
terogene schutten scheen geen metho
de te zijn. Wapens uit de middel
eeuwen. tapijten van lang vergeten
woverijen, oude klokken van later
datum, Saraceonsche zwaarden van
echt staal uit Damascus, en mooie,
ingelegde Venetiaansche dolken lagen
hopeloos verward dooreen met mas
siever koopwaar, zooals cabinets uit
den lijd van Lodewijk XVI en heel
antieke buffetten. De kleinere koop
waren schenen verspreid te liggen,
zooals zij op zij gelegd waren door
d/m laatston klant.
Terwijl hij op zij moest gaan voor
een kostbare viool van Cremona, die
van de vuile zoldering afhing, keek
Mr. Ravenscar met een elgenaardigen
glimlach om zich heen.
Het oude doen, zei hij zacht
tot zichzelf. De spin geeft 't vliegje
tijd om geheel in het web verward te
raken voordat hij het grijpt. Maar ik
ben nu niet precies een vliegje en die
illusie zal dus niet verwezenlijkt wor
den.
Met verheffing van stem riep zijn
bezoeker „Vadertje 1", terwijl hij te
gelijkertijd met zijn parapluie op
den vloer tikte. Een glazen deur ach
ter in don winkel werd geopend, en
daar strompelde, leunende op twee
stokken, een heel oud man naar bin
nen, wiens uiterlijk overeenkwam
met hetgeen zijn naam Raphael deed
verwachten.
- Wel, ik dacht, dat het een klant
was, riep Mr. Raphaêl uit. Ik
was juist bezig hem gelegenheid te
geven om hier en daar door wat
moois uit mijn winkel bekoord te ra
ken. Je moet mij niet voor niets zoo
blij maken, jongen. Waarom loop je
niet rechtstreeks door naar het kan
toor
Ééns zal je dat nog eens bezuren,
vadertje, zei Ravenscar, terwijl hij
de vuile hond drukte, dia naar hom
uitgestoken werd. Eens zal een
klant er nog eens van door gaan met
een of ander kostbaar voorwerp, ter
wijl Jij afwacht om hem veilig aan
den haak te slaan. Ik liep niet recht
streeks het kantoor binnen, omdat ik
meende, dat zij daar zou kunnen zijn,
en ik eerst een woordje met u wilde
spreken.
Neen, zij ls boven. antwoord
de de oude man. ZIJ ziet er wat
slecht uit tengevolge van iets, dat zij
vanmorgen in de courant las. Zij had
ure en lust om met haar werk te be
ginnen, en daar het werk niet eens
den prijs van ©cd gebruikten stuivers-
postzegel waard is, zei ik haar, dat
zij het best uit kon stellen tot mor
gen.
Ravenscar scheen uit zijn humeur
over deze inlichtingen. Zijn uitpui
lende oogen schoten vonken, en hij
beet zich op de dunne lippen, als
stond hij op het punt om een boos
antwoord te geven.
Je weet niet veel, vadertje, maar
je behoorde genoeg te weten om te
voorkomen, dat zij een courant in
keek, begon hij, maar bedwong
zichzelf met een Och neen I het is
mijn schuld. Ik had je moeten waar
schuwen, maar men kan niet aan
alles denken. En ik was nu juist
gekomen, om een opwinding te ver
hinderen, die nu toch gerezen schijnt
te zijm. Ik zou haar nu liefst dadelijk
opzoeken.
Mr. Rapliaël ging hem, al blazende
en protes toerende, dat geen blaam
hem kon treffen, voor naar een don
kere trap, waarop allerlei kleine han
delsartikelen lagen opgehoopt, en
wees naar boven.
Je kent den weg naar de spreek
kamer, «ei hij, daar is zij.
Ravenscar zette zijn voet op de
eerste trede, maar bleef toen nog
even staan.
Mijn ik bedoel Mary is toch
niet bij haar? vroeg hij plotse
ling
Neen, grinnikte de oude man.
Zij is in de keuken en niaaki scha-
penvleesch klaar voor het dinar van
haar gezagenden echtgenoot
Maar de secretaris van Lord Monk-
silver ging de trap op. zonder liet
eiiido van den volzin af te wachten.
Op een ruim portaal aangekomen,
waar ook allerlei handelswaar stond
opgehoopt, tikte hij aan een van de
vele deuren en trad binnen, nauwe
lijks op hot zacht gemomjielde verlof
daartoe lettend.
De kamer was groot en netjes in
gericht, met twee groote vensters, die
op straat uitzagen, ofschoon men ook
hier weer den indruk kreeg, dat do
meubelen deel uitmaakten van de
koopwaar, en dat ieder artikel ter dis-
positio van een kooper zou staan, als
hij er maar goed geld voor wilde ge
ven.
Aan het eene einde van de ntassic-
vo mahoniehouten eettafel zat een
meisje, met haar armen voor zicli
uitgestrekt en haar hoofd daarin be
graven, in een houding van de uiter
ste wanhoop.
Bij het binnenkomen van Ravenscar
hief zij het hoofd op, waardoor het
bekoorlijk gelaat van Phyllis
Vaughan zichtbaaT werd, maar niet
van de dappere, strenge Phyllis, die
eonige dagen geleden geluisterd had
naar de bekentenis van Dick Wensla-
zijn vader. Haar frissche, jeugdige
de op het boschpad ln dein tuin van
schoonheid was geschonden door de
sporen van een overweldigond ver
driet de flinke, bruine oogen ston
den nu.treurig, en vermoeid van hot
vele schreien.
Toen zij haar bezoeker gewaar
werd, sprong zij vol belangstelling
overeind.
O, Mr. Ravenscar, is u gekomen
om mij mee terug te nemen riep
zij uit, hem tegemoet komend.
Dick wordt verdacht en ik kan iets
doen om hem te helpen Ik heb over
het voorloopig onderzoek ln de cou
rant gelezen.
Ravenscar drukte haar do hand en
bracht het zenuwachtige meisje terug
naar haar stoel.
O, ik ben zoo blij, dal ik geko
men ben, zei hij op vriendelij kon,
sympathieken toon Ik kwam, om
dat ik bang was, dat u er over ln de
oourant zou lezen en er een vorkeerde
conclusie uit zou trekken, waarom Ik
Lord Monksilver verzocht, mij een
dag vacantia te geven. Neen Na
tuurlijk kan men niet vooruit, zeggen,
wat de politie denkt, maar tot nu toe
is er door haar nog niets openlijk ge
zegd of gedaan, dat uw vrees recht
vaardigt. Zooals u gezien zal hebben,
is het onderzoek een week uitgesteld
in do hoop, dat er nieuwe getuigen
voor den dag zullen komen.
Naar de beschrijving van den
dood van Mr. Wenslade in de cou
rant te oordeelen. schijnt het onmo-
Onze Lachhoek
goede aanbeveling.
Wat denk je wel van dien advo
caat Slimmerd?
Hm! voor een civiel procés is hij
niet veel waard, daar zou ik hem
niet voor nemen. Maar als je eens
een moord begaan hebt of een mein
eed, dan kan ik je hem ten volle aan
bevelen.
'galant.
Zij. Ik ben vandaag bij den tand
arts geweest.
Hij. In uw mondje heeft hij toch
zeker met de loupe moeten werken?
MISVERSTAND.
Dokter. Maar, mijnheer Dikke,
u drinkt vreeselijk! Ik heb u toch ge
zegd, dat u alleen wijn met water
meest drinken.
Patient. O jé, en ik heb verstaan
wijn als water!
van kwaad tot erger.
Een jongmensch, dat héél geestig
wil zijn, krijgt aan een diner een
plaats vlak vóór de gans.
Dezen schotel ziende zegt hij tegen
zijn buurvrouw:
Moet ik zoo dicht bij de gans zit
ten?
Doch daD bedenkende dat z'n buur
vrouw d.t wel eens onbeleefd, nl. als
een toespeling op haar, zou kunnen
boschouwen, haast hij zich zijn be
doeling duidelijk te maken, door er
bijna onmiddellijk op te laten volgen:
Pardon... eh... ik bedoel: de ge
braden
Zullen zij noch van God noch van de
wereld, noch van het goed. noch van
het kwaad, noch van de deugd spro
ken Gij zegt, dat de onderwijzer de
menschelijke zedenleer zal onderwij
zen. Het zal een zedenleer zonder
grondslag, ztyxdej bekrachtiging zijn.
En verder:
„De onzijdige scholen zijn partij-
scholen, want zij zijn in strijd nrgt on.-;
geloof. Men heeft de katholieke ze
denleer aangevallen. Wij zijn haar de
beschaving verschuldigd, waarop wij
zoo Irotsch zijn."
Na die rede stond, in strijd met de
gewoonte, geen der vrienden op om
den ouden katholieken strijder geluk
ie weuschen, slechts hier en daar
klonk een schuchtere toejuiching van
rechts.
Woeste had zich tegen de wet ver
klaard en daarmede haar aanneming
tegengewerkt. Het ministerie trok de
consequentie uit het gebeurde en *t
heeft zeker invloed gehad op zijn aan
vraag tot ontslag.
De andere leden der R. K. partij
moeten over dit optreden van den heer
Woeste niet bijzonder tevreden zijn.
Na de verdaging der Kamerzitting
hebben de R. K. leden der Kamer ver»
gaderd, in welke bijeenkomst scherp
over de houding van Woeste is geoor
deeld. Er gaat een gerucht, dal
Woeste als Kamerlid zal aftreden.
Nu komt de vraag
HOL ZAL DE M1N1STERCR1S1S
OPGELOST WORDEN
De Koning heeft den neer Coore-
maa, den president van de Kamer,
gevraagd ais kabinetsiormateur te
gelijk, dat Dick aan verdenking kan
ontsnappen, zei Phyllis, terwijl zij
haar bést deed iets op het uitdruk-
kingsloozo gelaat van haar bezoeker
te lezen. Zelfs ik, die weet, dat
Dick niet in slaat zou zijn tot zulk
een misdaad, weet niet wie het an
ders gedaan zou kunnen hebben. De
studeerkamer moet aan beide kanten
voor oen moordenaar, die ontsnap
pen wilde, geblokKeerd geweest zijn
door u en Lord Monksilver van
het grasveld uit en door Dick van de
deur in de hal af. Wat is uw theorie,
Mr. Ravenscar
De secretaris schudde vol twijfel
zijn hoofd.
Ik vertrouw maar op de gedachte
van een ongeluk of zelfmoord, ant
woordde hij na een pauze. Als
een van tweeën als ©enigszins moge
lijk aangeduid kon worden, dan zou
alles in orde zijn. Het is niet te laat
om te hopen, dat er een deskundige
wordt gevonden, dio aanneemt, dat
do stervende man werktuiglijk het
pistool gegooid heeft naar do plek,
waar het gevonden werd. Voordat ik
vanavond naar Be agon Audley terug
keer, zal ik probeeren een specialist
te vinden, die in die richting getui
gen kan.
Phyllis knikte dankbaarbaar
oogen schitterden, terwijl zij zich
aan dien stroohalm vastklemde.
(Wordt vervolgd).