NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. DE GOUVERNANTE 28© Jaargang. No. 8577 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 9 JUNI 1911 B HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N: pep drie maanden: ^an 1—5 rege's 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem 1,20 ïsiÊzïwfod&JjLa Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) }-30 Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 f&J 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. Afzonderlijke nummers0.02iX \WMJ<v4y 5w r Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37Redact!. en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. iedereen weet, dat de rieten stoelen en gladhouten banken van de E. S. M. veel aangenamer zijn, dan de zachte kussens van de sporen, met al hun ongerechtigheden. Niet alleen met de inrichting van de wagens kunnen de spoorwegmaat schappijen zichzelf verbeteren. Hun fout ie, dat ze geen filialen kennen, die toch ook een eisch zijn van den tijd, waarin we leven. Menschen die zaken doen stichten zooveel mogelijk filialen, om den verkoop van hun pro duct te bevorderen ja het meest met zichzelf Ingenomen instituut, de Ne- derlandsche posterij, heeft geleerd, dat het filialen stichten moet. Niet aldus de spoor. Die staat, inplaats van dp hot handelsstandpunt, nog altijd op dat'van den monopolist, die wel vertrouwt, dat de menschen hem zuilen komen opzoeken. Ik kan wel begrijpen, dat niet de heele, uitgebrei de verzameling van kaartjes bij een particulier kan worden gegeven, om daaruit te verkoopen, maar er kan toch zeker geen bezwaar tegen zijn, om de meest voorkomende bij een paar filiaalhouders verkrijgbaar te stellen, met tien ritten- en kilometer boekjes. Do drukte aan het loket wordt er door verminderd, de lust tot reizen aangewakkerd en het publiek vindt het aangenaam, want ik heb het al meer gezegd een van de re denen, waarom de E. S. M. zooveel succes heeft, is dat de conducteur den passagier zijn kaartje komt brengen in den wagen; zoodat de laatste niet genoodzaakt is, soms op het laatste nippertje, queue te maken voor een loket, om de eer te hebben een kaartje te mogen koopen, waarmee men hem wel in den trein zal willen toelaten. In 't klein gebeurt iets dergelijks bijvoorbeeld in Zwitserland, waar de hotelportiers kaartjes verkoopen voor de bergsporen. Op beginstations, zooals Amster dam in ons land het voornaamste ls, zou nog een andere maatregel toege past kunnen worden, die niet weinig zou strekken ten gerieve van de reizi gers. Vroeger werden alleen vóóraf plaatsen in schouwburgen besproken, wie zich op den speelavond zelf aan meldde, kreeg een plaatsbewijs, zon der rij of nummer en moest als een hulploos wicht de medewerking van een suppoost inroepen, om hem een plaats aan te wijzen. Vele directies hebben dat veranderd en geven ook 's avonds een kaartje af, waarop de plaats staat aangegeven. De spoorwegmaatschappijen even- wei, ouderwetsch en traag in 't ma ken van nieuwigheden, zooals alleen monopolisten kunnen zijn, geven al tijd nog maar kaartjes af. die recht geven op een plaats, maar zeggen er niet bij op welke plaats. Vandaar bij eiken vertrekkenden trein, die een reis van langen duur gaat onderne- i men, een gedrang en geworstel en geduw, om er in te komen, dat totaal onnoodig zou zijn geweest, wanneer aan ieder een genummerde plaats werd verkocht. Ja, het zou wat meer moeite kosten, om voor eiken trein op een groot traject nummers van den wagen en van de plaats gereed te ma ken, maar daarin zie ik niet het min ste bezwaar. Volgens het thans gel dende systeem keeren de spoorweg maatschappijen de zaak precies om. Wanneer je door het smalle deurtje van een D.-trein bent Aeengewurmd, na veel „pardon" 's tegen in den cor ridor gerangschikte medereizigers een vrij plaatsje gevonden hebt en daarop bent neergestreken, dan nadert er een conducteur met een tasch, die je tegen betabng van 0.60 voor de twee de en 11.20 voor de eerste klasse het onbetwistbaar recht verzekert op de plaats, die je nota bene zelf veroverd hebt. Liever wou ik, dat de man aan den ingang van den wagen stond en daar nummertjes uitreikte, dat zou veel onnoodig geloop en gedraaf, mitsgaders kibbelarijtjes, ais„par- don, u zit op mijn plaats" „maar ze was ln 't geheel niet belegd" „dan heeft een ander er mijn hoed afgenomen, dien ik er op gelegd had" „enfin, als u 't zegt, maar het is onaangenaam" voorkomen. Misschien denken sommigen, dat het wel beter zou worden, wanneer de heele spoorweg-exploitatie maar in één hand kwam, die van den onvol prezen Staat, maar die hebben liet, dunkt me, totaal mis. Als het zoover gekomen is, verdwijnt zelfs de laatste schijn van mededinging en zal de mo nopolist zich pas goed heer en rnees- Itfer voelen. Dan hebben we vast en zelcar geen kans meer op een restau ratiewagen in Nederlandsche treinen, op een lang traject. Ik ben in "t geheel geen liefhebber van altijd wat kau wen of drinken, maai- wie naar Al- ïhelo moet, of naar Groningen, of naar Maastricht, krijgt gerechtvaar digden honger en dorst. De stations- restaurateur is zijn toevlucht, maar helaas, diens waar is niet altijd best, soms oudbakken, dikwijls niet goed koop. En de ongelukkige, die een glas bier koopt of een kogelflesohje, heeft den tijd niet om daarvan te genieten, maar moet onder het hunkerend oog1 van den kellner, die zijn glaswerk niet graag ziet verdwijnen, den drank naar binnen slokken, om het glas op tijd terug te geven. Een restauratiewagen, desnoods een afdeeling, als 't moet niet bereik baar voor den reiziger, maar van waar uit hij bediend kan worden op de stations, zou het reizen heelwat aangenamer maken. Als we dit alles lezen, mogen we wel zeggen hoe kunnen maatschap pijen met zooveel gebreken nog een dag langer leven t Is verwonderlijk, maai- ze doen het toch. En wij ma ken, al klagende, straks toch weer van hunne treinen gebruik. Toch is het goed, nu en dan eens ie wijzen op wat er hapert. Als onze voorouders dat met gedaan hadden, reden wij misschien nog in de open wagens met gordijntjes de maatschappijen mo gen wel in hun vaandel schrijven „door den last des pruttelens word ik heler 1" J. C. P. DINGEN, DIE NIET IEDEREEN WEET. XXX. 'T EEN EN ANDER OVER DL MAAN. De maan is de begeleidster van de aarde op haar reis rondom de zon. Van alle planeten uit het zonnestelsel is de maan het dichtst bij de aarde zij beweegt zich in den tijd van een maand daaromheen. Haar werkelijke baan om de aarde is ellipsvormig, en gemiddeld is «zij 385OS0 K.M. van „onze" planeet verwijderd. Van de plaats, die de maan ten opzichte van de on-'V- on de zon inneemt, hangen haar phasen of lichtgestalten af. De verklaring daarvan was den astrono men der Öüdheid al bekend. De maan is een kogelvormig, op zichzelf don ker lichaamde zon verlicht altijd de naar haar toegekeerde helft van de maan. Wanneer di9 laatste nu, van de -T<ie uit gozien. juist in de rich ting naar-de-zun-toe staat, dan wendt do maan haar donkere zijde naar ons toe. Dan is het „nieuwe maan" al leen overdag staat de maan aan den hemel. Iloefl zij zich omstreeks 90 gr. van de zon naar het Oosten verwij derd (het eersto kwartier") dan ver schijnt zij voor onze blikken als een half verlichte schijf. De maan komt dan ongeveer in den middag op, gaat te middernacht onder en schijnt al leen in de eerste helft van den nacht. Staat de maan juist in de aan de zon tegenovergestelde richting, dan wendt zij naar ons baar geheel verlichte zijde 'toewe hebben dan „volle maan", on die schijnt gedurende don geheelen nacht. Is tenslotte do maan weer zóóveel verder gegaan, dat zij do zon van het Westen af tot op 90 gr. genaderd is, dan verschijnt zij opnieuw half verlicht en staat in hei „laatste kwartier" zij gaat ongeveer to middernacht cp, 's middags onder en schijnt slechts gedurende de laat ste helft van den nacht. Van nieuwe tol volle maan is, zooals bekend, toe nemende inaon. omgekeerd is afne mende maan. De bedoelde vier ver schijningsvormen zijn de maankwar- tleren, die te zomen een maansveran- dering vormen. De tijdsduur daarvan is ongeveer 29 1/2 dagen, zoodat het tijdsverloop tusschen twee maankwar- tioren iets meer dan een week be draagt. Vóór en na nieuwe maan, tusschen deze en de beide kwartieren dus, verschijnt de maan slechts in den vorm van een glanzende, uiin of incci smalle sikkel. Soms ia het don kore gedeelte der maan duu ook. wel eens zwaa verlicht, en dat noemt men het aschgrauwe tLcht der muon. Het vindt zijn oorzaak m den reflex van hel licht der aarde, die de inaau tij dens den „nieuwe-maan-toestand" haar verlichte en u\i tijde der volle maan haar donkere zijde toewendt. Als zon. aarde en maan in één juiste lijn staan, treedt muansveruuis- teri: in ten tijde van volle maan, zonsverduistering bij nieuwe maan. De doorsnede der maan bedraagt S4ls0 K.M.. zoodat haar Inhoud onge veer 1/50 van dien der aarde is. Om dat de omwentelingsduur der maan precies gelijk is aan den tijd van haar omloop, om de aarde, zien we er steeds dezelfde zijde van. Maar ten gevolge van Ce omstandigheid, dat haar asom wen teling volkomen gelijk matig plaats heeft, terwijl zij zich daarentegen met niet daaraan gelij ke snelheid in een ellipsbaan om do aarde bewo- zien we niet altijd precies dezelfde helft van de maan, maar dón weer eens aan de eeue, dón aan de andere zijde kleine rund- gedeelten der (over 't geheel genomen) van de aarde afgewende zijde. Tenge volge van deze schijnbare wankelin gen krijgen we allengs 4f! van de maanoppervlak!® te zien slechts 3/7 deel blijft steeds onzichtbaar. De lichtmassa, die van de maan op de aarde uitstraalt, bedraagt het 619000e deel van die der zon. Een waarneembare atmosfeer bezit de maan niet ten minste niet op de naar ons toegewende zijde; inmiddels is de mogelijkheid van dat die bestaat (tot een zeer geringe dichtheid, wol- licht 1/300 der aarde-atmosfec-r) niet uitgesloten. Buitenlandsch Overzicht We schreven 't al >n ons vorig Over zicht in de Belgische politiek is hooge spanning. Dit blijkt nu heel dui delijk, want T BELGISCHE MINISTERIE HEEFT ONTSLAG GENOMEN. In de "stermiddag gehouden Ka merzitting, die vrij rumoerig was, deelde de minister-president Schol- laert mee, dat de ministers hun ont slag hadden aangevraagd en dat de Koning daarin toegestemd had. Deze meedeeling ontlokte den ver gaderden verschillende uitroepen o. a werden gehoord „Weg met de pastoors „Wee met de vrijmetsela rij en „Leve 't algemeen kiesrecht!" De rechterzijde juichte den premier toe. De Kamer besloot haar werkzaam heden voorlöopie te verdagen. De ontslagneming is door den pre mier in de Kamer met geen enkel woord toegelicht. Toch is reeds uitge lekt, waardoor de crisis in 't leven geroepen is, trouwens daarover liepen reeds sinds Dinsdag geruchten. De linkerzijde heeft tegen do door dit ministerie ingediende Schoolwel herhaaldelijk en zeer heftig geprotes teerd, in de Kamer en nog voel meer daar buiten. Vergaderingen, betoogin gen. enz. 't Beloofde een strijd van hard te gen hord te zullen worden. Nu begon de Koning zich met de po litieke zaken te bemoeien. In de laat ste dagen heeft Z. M. met verschillen de politieke person o- herhaaldelijk geconfereerd. Resultaat is geweest, dat de Koning aan den minister-pre sident verzocht heeft, in 't belang van den openbaren vrede, de Schoolwet voorloopig n i e t te behandelen. Daarvan waren d« ministers niet gediend en 't ontslag werd inge diend ministers waren eensge zind en gingen allemaal. In de R. K. rege erin a spar tij was minder eensgezindheid De heer Woes te, een der oudste - invloedrijkste leiders dezer partij, op wiens steun t ministerie gerekend had, heeft zich n.L tegen de Schoolwet verklaard. Maar hy deed dit. omdat de wet hem... niet ver genoeg gaat. Hij ver klaarde. dat sommige gemeentebe sturen de Schoolwetten van 1&84 en 1S95 hadden vervalscht en anti-gods- dienstige onderwijzers aangesteld en dat er misbruik was gemaakt van de vrijstellingen voor het geven van godsdienstonderwijs." Hij wilde dus van de or>-::dfgheid. die ook deze wet nog waarborgde, niets weten. „Do on zijdigheid zoo zei hij is onmoge lijk, zelfs in de lagere school. Voor het leesonderricht zijn er boeken noo- dig. Wat zullen deze boeken zeggen? TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1367 Reizen. Nauwelijks is de Juni-maand be gonnen of onze gedaohten gaan uit naar het zomerreis je. Zijn er nog wel gezonde menschen, die in 't ge heel géén zomeruitstapje maken, al ie het dan maar voor drie dagen, voor twee dagen, op zijn allerminst voor één dag Ik kan het haast niet gelooven. Of het moest de arme sta tionschef wezen, die, terwijl hij ach tereenvolgens de heele bevolking van «ijn woonplaats in de treinen net stroomen, zelf altijd weer op het per ron achterblijft. Of misschien de di recteur van een muziekkorps en de eigenaar van een uitspanning of pen sion, en die van een zwemschool ja, als ik ze zoo ga optellen, dan sljn er nog heelwat menschen, die we gens de eischen van hun bedrijf ge laten thuis blijven. Denkelijk halen zij 's winters met schaatsenrijden hun schade ln. Maar het gros van de menschheid trekt er toch op uit, voor een dure of voor een goedkoope reis. In den regel zal de goedkoope reiziger nog meer genoegen hebben, dan de dure, omdat hij zijn eischen minder hoog stelt en zoo geblaseerd niet la. Eén ding heb ben ze mot elkaar gemeen dat zo de lasten van het reizen gezamenlijk moeten dragen. Want de ruimte in de eerste klasse is gewoonlijk wel grooter, dan die in de tweede of der de, maar er zijn in alle drie klassen n ug veel te veel coupé's van de ouder- wetsche soort, nare doozen, waar vijf aan den eenen en vijf aan den ande ren kant worden geborgen, zonder zijgangen, waar je de verstijfde lede maten even uitstrekken kunt en, wat de eerste en tweede klasse aangaat, voorzien van warme kussens, die je in den zomer bitter slecht passen, en zoo onfrisch zijn, dat menig bedacht zaam reiziger er niet met zijn hoofd tegen leunt, voor hij een zakdoek tus- Bchenbeide geschoven heeft. Jammer maar, dat hij een oogenblik daarna de voorschriften der hygiëne vergeet, door met denzelfden zakdoek zijn neus te snuiten. De diverse bacillen (en er kunnen er geduchte onder we zen) dringen dan toch zijn lichaam weer binnen. De banken van de derde klasse, al zijn ze van spreekwoordelijke hard heid, leveren, daar ze flink schoonge maakt kunnen worden, minder ge vaar op De geest van den tijd, die dikke tapijten, zware overgordijnen en wat daarbij behoort, wil weren, zal zich, zoodra hij er maar op let, ook verzetten tegen het trijp in eerste en tweede klasse, zooals hij het al doet lei. ouzichto van de meubil.eering i in hótels. Hoe de zaak voor de spoor wegen opgelost moet worden, weet ik niet en gaat me ook niet aan. maar jrriUiLLBtON door Headon Hill. 12) In de rangschikking van deze he terogene schutten scheen geen metho de te zijn. Wapens uit de middel eeuwen. tapijten van lang vergeten woverijen, oude klokken van later datum, Saraceonsche zwaarden van echt staal uit Damascus, en mooie, ingelegde Venetiaansche dolken lagen hopeloos verward dooreen met mas siever koopwaar, zooals cabinets uit den lijd van Lodewijk XVI en heel antieke buffetten. De kleinere koop waren schenen verspreid te liggen, zooals zij op zij gelegd waren door d/m laatston klant. Terwijl hij op zij moest gaan voor een kostbare viool van Cremona, die van de vuile zoldering afhing, keek Mr. Ravenscar met een elgenaardigen glimlach om zich heen. Het oude doen, zei hij zacht tot zichzelf. De spin geeft 't vliegje tijd om geheel in het web verward te raken voordat hij het grijpt. Maar ik ben nu niet precies een vliegje en die illusie zal dus niet verwezenlijkt wor den. Met verheffing van stem riep zijn bezoeker „Vadertje 1", terwijl hij te gelijkertijd met zijn parapluie op den vloer tikte. Een glazen deur ach ter in don winkel werd geopend, en daar strompelde, leunende op twee stokken, een heel oud man naar bin nen, wiens uiterlijk overeenkwam met hetgeen zijn naam Raphael deed verwachten. - Wel, ik dacht, dat het een klant was, riep Mr. Raphaêl uit. Ik was juist bezig hem gelegenheid te geven om hier en daar door wat moois uit mijn winkel bekoord te ra ken. Je moet mij niet voor niets zoo blij maken, jongen. Waarom loop je niet rechtstreeks door naar het kan toor Ééns zal je dat nog eens bezuren, vadertje, zei Ravenscar, terwijl hij de vuile hond drukte, dia naar hom uitgestoken werd. Eens zal een klant er nog eens van door gaan met een of ander kostbaar voorwerp, ter wijl Jij afwacht om hem veilig aan den haak te slaan. Ik liep niet recht streeks het kantoor binnen, omdat ik meende, dat zij daar zou kunnen zijn, en ik eerst een woordje met u wilde spreken. Neen, zij ls boven. antwoord de de oude man. ZIJ ziet er wat slecht uit tengevolge van iets, dat zij vanmorgen in de courant las. Zij had ure en lust om met haar werk te be ginnen, en daar het werk niet eens den prijs van ©cd gebruikten stuivers- postzegel waard is, zei ik haar, dat zij het best uit kon stellen tot mor gen. Ravenscar scheen uit zijn humeur over deze inlichtingen. Zijn uitpui lende oogen schoten vonken, en hij beet zich op de dunne lippen, als stond hij op het punt om een boos antwoord te geven. Je weet niet veel, vadertje, maar je behoorde genoeg te weten om te voorkomen, dat zij een courant in keek, begon hij, maar bedwong zichzelf met een Och neen I het is mijn schuld. Ik had je moeten waar schuwen, maar men kan niet aan alles denken. En ik was nu juist gekomen, om een opwinding te ver hinderen, die nu toch gerezen schijnt te zijm. Ik zou haar nu liefst dadelijk opzoeken. Mr. Rapliaël ging hem, al blazende en protes toerende, dat geen blaam hem kon treffen, voor naar een don kere trap, waarop allerlei kleine han delsartikelen lagen opgehoopt, en wees naar boven. Je kent den weg naar de spreek kamer, «ei hij, daar is zij. Ravenscar zette zijn voet op de eerste trede, maar bleef toen nog even staan. Mijn ik bedoel Mary is toch niet bij haar? vroeg hij plotse ling Neen, grinnikte de oude man. Zij is in de keuken en niaaki scha- penvleesch klaar voor het dinar van haar gezagenden echtgenoot Maar de secretaris van Lord Monk- silver ging de trap op. zonder liet eiiido van den volzin af te wachten. Op een ruim portaal aangekomen, waar ook allerlei handelswaar stond opgehoopt, tikte hij aan een van de vele deuren en trad binnen, nauwe lijks op hot zacht gemomjielde verlof daartoe lettend. De kamer was groot en netjes in gericht, met twee groote vensters, die op straat uitzagen, ofschoon men ook hier weer den indruk kreeg, dat do meubelen deel uitmaakten van de koopwaar, en dat ieder artikel ter dis- positio van een kooper zou staan, als hij er maar goed geld voor wilde ge ven. Aan het eene einde van de ntassic- vo mahoniehouten eettafel zat een meisje, met haar armen voor zicli uitgestrekt en haar hoofd daarin be graven, in een houding van de uiter ste wanhoop. Bij het binnenkomen van Ravenscar hief zij het hoofd op, waardoor het bekoorlijk gelaat van Phyllis Vaughan zichtbaaT werd, maar niet van de dappere, strenge Phyllis, die eonige dagen geleden geluisterd had naar de bekentenis van Dick Wensla- zijn vader. Haar frissche, jeugdige de op het boschpad ln dein tuin van schoonheid was geschonden door de sporen van een overweldigond ver driet de flinke, bruine oogen ston den nu.treurig, en vermoeid van hot vele schreien. Toen zij haar bezoeker gewaar werd, sprong zij vol belangstelling overeind. O, Mr. Ravenscar, is u gekomen om mij mee terug te nemen riep zij uit, hem tegemoet komend. Dick wordt verdacht en ik kan iets doen om hem te helpen Ik heb over het voorloopig onderzoek ln de cou rant gelezen. Ravenscar drukte haar do hand en bracht het zenuwachtige meisje terug naar haar stoel. O, ik ben zoo blij, dal ik geko men ben, zei hij op vriendelij kon, sympathieken toon Ik kwam, om dat ik bang was, dat u er over ln de oourant zou lezen en er een vorkeerde conclusie uit zou trekken, waarom Ik Lord Monksilver verzocht, mij een dag vacantia te geven. Neen Na tuurlijk kan men niet vooruit, zeggen, wat de politie denkt, maar tot nu toe is er door haar nog niets openlijk ge zegd of gedaan, dat uw vrees recht vaardigt. Zooals u gezien zal hebben, is het onderzoek een week uitgesteld in do hoop, dat er nieuwe getuigen voor den dag zullen komen. Naar de beschrijving van den dood van Mr. Wenslade in de cou rant te oordeelen. schijnt het onmo- Onze Lachhoek goede aanbeveling. Wat denk je wel van dien advo caat Slimmerd? Hm! voor een civiel procés is hij niet veel waard, daar zou ik hem niet voor nemen. Maar als je eens een moord begaan hebt of een mein eed, dan kan ik je hem ten volle aan bevelen. 'galant. Zij. Ik ben vandaag bij den tand arts geweest. Hij. In uw mondje heeft hij toch zeker met de loupe moeten werken? MISVERSTAND. Dokter. Maar, mijnheer Dikke, u drinkt vreeselijk! Ik heb u toch ge zegd, dat u alleen wijn met water meest drinken. Patient. O jé, en ik heb verstaan wijn als water! van kwaad tot erger. Een jongmensch, dat héél geestig wil zijn, krijgt aan een diner een plaats vlak vóór de gans. Dezen schotel ziende zegt hij tegen zijn buurvrouw: Moet ik zoo dicht bij de gans zit ten? Doch daD bedenkende dat z'n buur vrouw d.t wel eens onbeleefd, nl. als een toespeling op haar, zou kunnen boschouwen, haast hij zich zijn be doeling duidelijk te maken, door er bijna onmiddellijk op te laten volgen: Pardon... eh... ik bedoel: de ge braden Zullen zij noch van God noch van de wereld, noch van het goed. noch van het kwaad, noch van de deugd spro ken Gij zegt, dat de onderwijzer de menschelijke zedenleer zal onderwij zen. Het zal een zedenleer zonder grondslag, ztyxdej bekrachtiging zijn. En verder: „De onzijdige scholen zijn partij- scholen, want zij zijn in strijd nrgt on.-; geloof. Men heeft de katholieke ze denleer aangevallen. Wij zijn haar de beschaving verschuldigd, waarop wij zoo Irotsch zijn." Na die rede stond, in strijd met de gewoonte, geen der vrienden op om den ouden katholieken strijder geluk ie weuschen, slechts hier en daar klonk een schuchtere toejuiching van rechts. Woeste had zich tegen de wet ver klaard en daarmede haar aanneming tegengewerkt. Het ministerie trok de consequentie uit het gebeurde en *t heeft zeker invloed gehad op zijn aan vraag tot ontslag. De andere leden der R. K. partij moeten over dit optreden van den heer Woeste niet bijzonder tevreden zijn. Na de verdaging der Kamerzitting hebben de R. K. leden der Kamer ver» gaderd, in welke bijeenkomst scherp over de houding van Woeste is geoor deeld. Er gaat een gerucht, dal Woeste als Kamerlid zal aftreden. Nu komt de vraag HOL ZAL DE M1N1STERCR1S1S OPGELOST WORDEN De Koning heeft den neer Coore- maa, den president van de Kamer, gevraagd ais kabinetsiormateur te gelijk, dat Dick aan verdenking kan ontsnappen, zei Phyllis, terwijl zij haar bést deed iets op het uitdruk- kingsloozo gelaat van haar bezoeker te lezen. Zelfs ik, die weet, dat Dick niet in slaat zou zijn tot zulk een misdaad, weet niet wie het an ders gedaan zou kunnen hebben. De studeerkamer moet aan beide kanten voor oen moordenaar, die ontsnap pen wilde, geblokKeerd geweest zijn door u en Lord Monksilver van het grasveld uit en door Dick van de deur in de hal af. Wat is uw theorie, Mr. Ravenscar De secretaris schudde vol twijfel zijn hoofd. Ik vertrouw maar op de gedachte van een ongeluk of zelfmoord, ant woordde hij na een pauze. Als een van tweeën als ©enigszins moge lijk aangeduid kon worden, dan zou alles in orde zijn. Het is niet te laat om te hopen, dat er een deskundige wordt gevonden, dio aanneemt, dat do stervende man werktuiglijk het pistool gegooid heeft naar do plek, waar het gevonden werd. Voordat ik vanavond naar Be agon Audley terug keer, zal ik probeeren een specialist te vinden, die in die richting getui gen kan. Phyllis knikte dankbaarbaar oogen schitterden, terwijl zij zich aan dien stroohalm vastklemde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5