NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
28e Jaargang. No. 8578
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ZATERDAG 10 JUNI 1911 C
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
pER drie maanden: If- -i'tiJj Van 1—15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Voor Haarlem - - - 1<J0 <£,7Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) 159 V: \V Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1.65 K f\ 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Afzonderlijke nummers0.02W V craT^J <4< «I «r n a 1 a 1 n 1. u 1 1. a en
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37v-Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEERF.BOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën. en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229.
DERDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
DE POSITIE VAN ITALIA IN DE IN
TERNA 1 IONALE POLITIEK
Is gister iii de Italiaansche Kamer
ter sprake gebracht.
De minister van buitenlandsche
ken verkluarde overtuigd te zijn, dat
Italië beschouwd wordt als een be
langrijke politieke factor.
De deelneming van de beschaafde
wereld aan do vaderlandsche feesten
is van hooge moreele en politieke be-
teekenis.
De minister gelooft, dat bet belang
van Italië de hnndhttv mg van den ter-
ritorialen „status quo" eischt en even
eens het huidige evenwicht van de
Adnatische Zee liet beste middel om
dit doel te bereiken, is z. i. weder-
zijdsch innig vertrouwen tusschen
Italië en Oostenrijk.
Z. Excellentie weidde uit over do
vriendschan tusschen beide regeerin
gen en volken, die het mogelijk maakt,
dat kleine geschillen op den achter
grond worden geschoven voor groote
wedt-'rzljdsche belangen.
Alzoo een versterking van den drie
bond
Ook zei de minister „Italié is van
plan mede te werken tot behoud van
den vrede en zal geen gevaarlijke on
dernemingen op touw zetten."
Mochten alle regeeringen er zoo
over denken, speciaal wat... Marokko
betreft. Dit Sultanrijk geeft onzen di-
.plomalen immers herhaaldelijk nei
ging tot avontuurtjes!
Met een enkel woord is reeds door
ns melding gemaakt van
De oud-minister Villanueva zei
Hot geheime Fransch-Spaausche ver
drag van 1904 dient gepubliceerd te
orden, daar noch do Akte van Alge-
ciras, noch het gepubliceerde
"paansch-Fransche verdrag de zóne
an invloed vaststellen."
De minister-presided? G anale jas ant
woordde, dat het oogenblik voor die
publicatie nog niet is gekomen.
Daarop vervolgde Mlianueva Wij
ftUUUeu naar Tetuan en Larrache oï
naar ecui ander punt gaan. om het
leven onzer landgenooten te verdedi
gen, maar wij hebben met het recht
§rondgebiod ui bezit te nemen, wijl
dat schonding van het tractaat zou
zijn-
Voortdurend smeken van invloed
sferen en niet duidelijk zeggen, waar
uit zij beslaan, is de publieke opinie
onnoodig prikkelen. De geheime over
eenkomst van 1904 bevat zeer ernsti
ge bepalingen en ik neem op me ze
te onthullen Gedurende 15 jaar. d
V. z. tot 1919, heeft Frankrijk de vrije
land, met geen andere verplichting
lan aan de Spaansche regeering zijn
voornemens mede te doelen, niet al-
•eeu in zijn eigen invloedsfeer, maar
'ok in de onze. Gedurende de 15
^aarop volgende jaren moet Frank
rijk de toestemming: van Spanje ver
krijgen. Maura heelt deze overeen
komst onderleekond, omdat bij van
meening was, dat Spanje niet over de
noodige middelen beschikte om af
boende krachtig op te treden. Frank-
rijk heeft dus het recht, te doen, wat
het doet.
Spr. meende, dat het te laat is zich
tot Duitschland te wenden; wij moe
ien de lractaten nauwgezet naleven.
po financieele binntnlandsche toe-
Sfund en de dynastieke belangen ver-
Heden sommige ondernemingen. De
overeenstem min jr niet Frankrijk kan
niet moeilijk vallen.
De minister-president zei alsnu niet
te kunnen antwoorden met volko
men vrijheid, wijl de onderhandelin
gen tusschen Spanje en Frankrijk
nog worden voortgezet. „Spanje ont
wikkelt een vreedzame actie in Ma
rokko Frankrijk heeft in elk geval
ons recht erkend onze landgenooten
te beschermen zonder de tractuten te
schenden.
De onlusten in Marokko brachten
ons er toe maatregelen van veiligheid
te nemen tegenover de stammen. Men
verwondert zich. dat wij niet gepro
testeerd hebben tegen de Fransche ex
peditie naar Fez. Maar wat konden
wij daaraan doen De invloedssfeer
bij Larrache is niet vastgesteld door
tractaten. maar door de historie. Zon
der in bijzonderheden af te dalen,
deelde Canalejas mede, dat het niet
gaat om wijziging van de bestaande
rechten van Spanje, die ter dege zijn
vastgelegd. Maar wij gaan met uit
op een veroveringstocht. Er is daar
om ook geen internationaal gevaar.
Deze interpellatie is belangrijk. Er
bliikt immers uit, dat er
EEN GEHEIM FRANSCH-SPAANSCH
MAROKKO-VERDRAG
bestaat, dut een invloedsfeer vast
stelt.
Villanueva verklaarde, dat de bij
bedoeld verdrag vastgestelde Spaan
sche zóne begrensd wordt door <le
Moulouyarivier in het zuiden en de
Yaoenemrivier in het zuiden en de
Lcekoerivier in het westen.
Gaan wii den loop dezer rivieren op
de kaart na, dan zien we, dat de stud
Taza (een belangrijk punt op den ka
ravaan-.' Algiers—Fez) ligt ten zui
den van den Yaoemen, d. vv. z. in de
Fransche sfeer van invloed, en dat El
Ksar ligt ten noorden van de Loekoe-
rivier, dus in de Spaansche zóne. Lar-
rasj ligt aan den mond van dezelfde
rivier. Tot welk gebied deze belang
rijke havenplaats gerekend moet wor
den, is dus moeilijk op het oogenblik
uit te maken.
De weigering van den minister-pre
sident om tot publicatie over te gaan,
beteekent na de2e onlwscheidenlieid
van den oud-minister niet veel meer,
tenzij de rest van het verdrag nog op
zienbarender bepalingen mocht in
houden.
In dit verband mag wel vermeld
worden, wat dezer dagen de „Espana
en Africa" in een speciale uitgave
schreef
„De tijdsomstandigheden hebben de
positie van onze Afriknansche stel
lingen 'heel verouderd. Vroeger be
zaten zij nog eenige strategische
waarde. Blijven zij ir. dezen toestand,
dan zijn zij waardeloos, tengevolge
van de grootere draagkracht en het
indringingsvermogen der moderne
vuurwapens en projectielen.
„Daarom is het noodzakelijk zonder
aarzeling onze souvereiniteit uit te
breiden inet het oog op de toekomst,
ten einde van onze bescheiden Afri-
kaanscho bezittingen, rijke, moderne
kolonies te maken, zoodat de handel
zich kan uitbreiden .terwijl tevens de
krachtigste zeestraat ter wereld kan
worden beheerscht.'"
'T OPTREDEN VAN SPANJE
IN MAROKKO
heeft in den laatsten tijd 't misnoegen
opgewekt van de Bngelsche pers. De
„lunes schrijft o. a.
„Spanje loopt te iiard van stal en
zal zied te laul beklagen.
Indien dit land blijft voortgaan
strategische operaties te ontwerpen,
ten enide zich de „beheerschingvan
reü, 2
Frankrijk niet de moeite be
hoeven te nemen, Spanje daarvan af
te brengen een krachtig balt zal wel
van een andere zijde worden geroe
pen.
Europa wenscht geen tweede confe
rentie en is overtuigd dat de beste op
lossing is te vinden in de bevestiging
van Moulay Hafid's positie. Europa
heeft die taak toevertrouwd aan
Spanje en Frankrijk samen Europa
moet uitmaken, welke van beide bet
eerlijkst en meest afdoende die op
dracht heeft vervuld."
De Daily Graphic schrijft
„Het 'reden van Spanje in
Noord-Marokko. waar uitgestrekte
streken z"U, bezet zender eenige gel
dige rede, vormt een betreurens
waardige en gevaarlijke ter-zijee-slei-
ling der bestaande verdragen. Ter
wijl Frankrijk ernstige grieven kan
doen gelden, bestaan die voor Span
je volstrekt niet. Het leven van
Spaansche burgers wordt niet be-
dreied en de Sultan heeft Spanje niet
verzocht de orde te handhaven."
Toch "int Spanje voort met dit op
treden. Een thans ontvangen telegram
toch meldt, dat de Spaansche troepen
te Larrasj ontscheept zijn. Er heerscht
een paniek onder de vijandelijke in
landers wegeüs de aankomst van deze
troepen.
Geen wonder, de Marokkanen wor
den op deze manier ongerustDe Sul
tan heeft ook bij den Spaanschen ge
zant tegen de ontscheping geprotes
teerd-
Maar... zonder succes! Integen
deel. de Spaansche ministerraad heeft
aangenomen, dat een lijdelijke hou
ding van Spanje zou worden opgevat
•als in den steek laten van zijn plich
ten tot bescherming, en heeft den be
velhebber oelast voort te gaan met de
ontscheping.
De Spaansche vertegenwoordigers
in de landen, die de acte van Algeci-
ras hebben onderteekend, hebben op
dracht gekrogen de regeeringen van
een en ander op de hoogte te stellen.
Er zullen wel protesten klinken 1
DE FRANSCIIEN IN MAROKKO,
blijven nog steeds tegenstand onder
vinden. Donderdag werd uit Fez ge
seind De Beni Mtir en de Berabers
hebben in den afseioopen nacht een
aanval gedaan op het kamp, maar
w erden met groote verliezen door de
artillerie teruggeslagen. De colonnes
Brulard en Gouraud trokken in den
ochtend uit in de richting van Sefrou,
om de hoofdmacht der Beni Mtir uit
een te drijven, maar hadden een bui
tengewoon hevigen aanval van 6000
Berabers te doorstaan. De artillerie
bracht den inlanders evenwel groote
verliezen toe en zij werden ten slotte
uiteengedreven. Sefrou is door de
Franschen binnengetrokken.
Daar de bewoners van Bhalil wei
gerden zich te onderwerpen, opende
de artillerie het vuur op de muren,
waarna een compagnie van het
Vreemdelingenlegioen <le huizen van
de leiders der opstandelingen ver
woestte.
Aan Fransche zijde werden 5 man
gedood en 20 gewond.
't Gaat er dus nog al warm toe
Dat
wordt door den opstand in Albanië,
blijkt wel uit 't volgende telegram uit
eenen aan de Tel. „De algemeene
toestand m Albanië en de onuiggende
grensstaten wordt hier als zeer ern
stig beschouw d. De hoop, dat de Turk-
sche troepen den opstand zouden kun
nen onderdrukken, vermindert hoe
langer hoe nieer. Uit verschillende
voorvallen blijkt, dat de opstand in
Albanië niet ulieen ondersteund wordt
door Montenegro, maar ook Servië
schijnt moreelen en materieelen steun
te verleenen. Het eigenaardige is, dat
de Albaneezen zich thans verbonden
hebben met hun vroegere vijanden,
de Orthodoxe Slaven, om tegen Tur
kije front te maken. Een en ander
maakt, dat men hier den vrede op
den Balkan ernstig bedreigd acht. De
Oostenrijk-Hongaarsche regeering is
voornemens de grenzen van Bosnië
en Herzegowina zorgvuldig to doen
bewaken. Men vreest namelijk, dat
een conflict tusschen Turkije en zijn
noordelijke naburen zijn invloed ook
zal doen zelden op het Oostenrijksche
grensgebied."
Dal de opstand voor eerst nog niet
uit zal zijn. valt af te leiden uit 't
draadbencht, dat tn een der havens
aan de Albaneesche kust 20.000 Itu-
iiaansche, Erqjelsche en Belgische ge
weren werden binnengesmokkeld. De
opstandeliugen staken de havenpoli-
tiem&nnen overhoop en brachten de
wapons. zonder verder lastig geval-
a veiligheid.
len te worden, terstond in v
is nog niet opgelost. Wel is bekend,
dat de heer Ch. Broqueville, minister
van spoorwegen, op zich genomen
heeft een kabinet samen te stellen
't Hbld. van Antw. schrijft
Baron de Broqueville maakt eerst
deel uit van het ministerie sedert
verleden laar, toen hij, na het ont
slag van baron Descamps en M. Aug.
Delbeke, door M. Schollaert in het ka
binet werd geroepen en hem de porte
feuille van spoorwegen werd aange
boden.
Baron de Broqueville heeft van 1884
tot 1894 het kanton Moll vertegenwoor
digd in den provincieraad van Ant-
werpen, waar hij de beste herinnerin- J
gen heeft nagelaten.
De loden van de linker/ode der Ka
mer, liberalen en socialisten, hebben
een manifest tot het land cericht. Dat
manifest luidt
„Het kablnet-ScftolIoort heeft zijn
ontslag aangeboden. Het sectarische
ongrondwettige ontwerp, waaraan
het zijn lot en dat van zijn partij ge
bonden had, is dus mi veroordeeld.
„Dat Is een schitterende overwin
ning .waarvan in de eerste plaats de
eer toekomt aan allen, arbeiders en
burgers, die in openbare vorvaderln-
i gen en in de pers de pogingen ge-
j steund hebben door de partijen der'
[linkerzijde in Iv ment aange-
wend tot verdediging var de grond-
wet, van de vrijheid van geweten en
van het nationale --derwijs.
„Maar het is noodig op do bres te
blijven. De uitspraak der openbare
j mecninz nioet bevestigd worden door
een beslissend vonnis, dat het gehee- i
le kiezers-k «ros. geraadpleegd na de
vermeerdering van het aantal afge
vaardigden. «innen enkele maanden
geroepen moet zijn uit te spreken."
Amsterdamsche Kout
Koninklijk Bezoek. Oud-
Holland in den Paleistuin.
Het Paleis op den Dom, waarvan
ik iu mijn derden brief schreef, dat
het éèu- en vijtig weken van een
jaar een doodseh aanzien heeft, is
weder door het Koninklijk Gezin voor
de grondwettelijke week betrokken.
Binnen de oude muren weerklinkt
'n jong meisjesslentmetje. Onze twee
jarige Prinses, de zoo lang en vurig
bögeerde jonge loot van den ouden
Oranjestam, bracht de hoofdstad des
Rijks haar tweede bezoek.
Dei- Koningin viel Dinsdagmiddag
een zeer warme ontvangst ten deel:
het was een misschien zelfs meer dan
tropische hitte en wy Nederlanders,
zijn nu eenmaal niet onze kleeding
en huizenbouw op zulk een tempera
tuur minder ingericht dan de echte
tropelingen.
De verslaggevers der bladen heb
ben weder drukke dagen. Onder den
hoogen cylinder in hun zwarte pak
ken ziet men ze over de straat hollen
en ze zijn in deze dagen waarlijk niet
te benijden, al genieten ze overal de
beste plaatsen.
H. M. en de Prins werden weder
recht hartelijk toegejuicht. Het rood-
wit-blauw langs onze straten en
frisch-groene grachten maakt op zul
ke zornersche dagen een vroolijker,
feestelijker indruk dan ooit. Alle wa
gens van de gemeentelijke electrische
tram herinneren met hun in snellen
gang krachtig fladderende Nederland
sehe- en Aleckleuburgsche vlagjes, dat
liet nu een week is van feestvieren.
Zoo ook denkt de bevolking, die reeds
zoo veel jaren haar kermis moet mis
sen, er over.
Bij de vele voordeelen in de inte
ressante brieven over asphalt-bestru-
ting in uw blad opgesomd, heb ik er
tot mijn verwondering er echter éen
gemist, nl. dat asphuJt zoo goed als
dansvloer kan dienst doen. Neen
maar, dat moet u zien bij ons in Am
sterdam. Als ergens maar een orgel
stil staat en do orgelman grijpt naai
den slinger dan ontbreekt het waar
lijk nooit aan paren, hetzij van bei
derlei kunne, hetzij twee zij's, of
ook wel desnoods twee hij's. Als men
inaar dansen kan!
Burgemeester Roèll met steek op
het hoofd en degen op zij, kon'bij de
ontvangst van H. M. de Koningin op
treden als een recht vrool ijk gast lieer!
Want ons Amsterdammers gaat het
weder naar den vleeze moet u we
ten. De burgemeester kon er de Hooge
Gasten op wijzen, dat de toestand van
Amsterdam in tal van opzichten we
der vooruitgang toont. „Na een tijd
van stilstand", zei de burgervader, „is
op alle gebied verlevendiging ingetre
den. die zich in toenemende welvaart
openbaart. Scheen het een tijd lang,
alsof de bevolking niet meer zooals in
bijna alle andere plaatsen bleef toe
nemen, sedert 1908 hebben wc weder
een vermeerdering van bevolking ge
boekt van 10.000 zielen. Veel is dat
nog niet voor een half-millioen-stad,
w aar de zaak marcheert toch weer.
„Zachtjes aan maar, zegt liet spreek
woord, dan breekt het lijntje niet".
Wat vooral een verblijdend feit is:
ondanks den exodus van welgestel-
den naar het liefelijke Gooi, naar
Bloemendaal, Haarlem en Den Haag
ging, die stijging van de bevolking
met een niet onaanzienlijke stijging
-van het belastbaar inkomen gepaard.
Ook dat meende de burgemeester aan
de Koningin te moeten zeggen en hii
had gelijk, de stand van onze porie-
monnaie is nog altiid helaas vrij wot
belangrijker dan de stand van den
barometer!
Eerlijk -'zegd fk kan den Heden,
die forens worden, hensch geen onge
lijk geven. Het is nu eenmaal heel wat
aangenamer en gezonder wonen in
een tuinstad dan in eer. huizenwoes-
tijn en bovendien nog billiiker op den
koop toe I lk zelf ben om gezond
heidsredenen van een huisgenoot
eenige maanden forens en wanneer ik
's ochtends uit mijn trisch Guoisch
dorp per spool" Amsterdam binnen
stoom, dan krijg ik altijd, hoeveel ik
ook voor de hoofdstad des' Rijks ge-
Onze Lachhoek
FIJNE REPUTATIE.
Student. De vindingrijkheid van
de post is werkelijk bewonderens
waardig Mijn kleermaker schreef op
een briefkaart„Als u niet binnen
drio dagen betaalt, ben ik genood
zaakt u le laten dagvaarden" doch
vergat er het adres op te zetten. En
wat denk je? De brievenbesteller heeft
mij de kaart netjes bezorgd.
EEN WENSCH.
Boer (op de naamplaat van een
dokter lezend „Spreekuur 's mor
gens van 8 tot 9 en s middags van 2
lol 3", tot zijn naast hem staande
vrouw K.jk, oudje. ik wou, dal
jy ook 'n dokter was
FINANCIEEL GENIE.
Wat zou je liever nemen negen
en negentig gulden gekregen, of hon
derd geleend
Honderd geleend, natuurlijk, t
Zou toch zonde zijn van dien gulden!
HIJ HAD NOOIT ZOO GEGETEN
Jantje Feter beschrijft een prachtig
feestmaal van den vorigen avond.
Ik heb nooit zoo lekker gegeten,
zei hij. O, die kalkoen Wat
heerlijk was die. Hij ging héélemaal
op
Met hoeveel waren jullie
O. maar met z'n tweeën.
Wat twéé maar
Ja, de kalkoen en ik.
ONVOORZICHTIG.
Jonge dame (tot haar verloofde).
Wat scheelt er aan
Verloofde. V\ el, ik heb me bij Z.
een tand laten trekken, en die heeft
ine zoo gruwelijk gemorteld.
Dame. Maai wist je dan niet,
dat ik hem vroeger een blauwtje heb
laten loopen
OPSNIJDEN.
Ella. Mijn verloofde is zoo ver
liefd, dat bij onze namen al in een
stuk of twaalf boomen gesneden heeft.
Bella. Poeh De mijne heeft op
die manier al een heel bosch ver
nield.
voel, een troosteloozen indruk. De
steden moeten langzamerhand wor
den hoogstens de werkplaatsen, niet
echter ook de woonplaatsen van de
menschen
Maar we waren nog te gast bij de
Koningin en den burgemeester.
Buitengewone maatregelen tot we
ring van armoede of bestrijdin- van
werkloosheid behoefden de laatste Ja
ren niet te worden genomen.
De gezondheidstoestand der ingeze
tenen, zei de heer Roell (die nu eens
een soort troonrede hield, zei het ook
een stedeliike) mocht hoogst bevredi
gend heeten in 1910 whs het sterfte
cijfer zóo laag als nooit te voren. Ja,
ja, onder de eroote steden neemt Am
sterdam op h—tënisch gebied nogeen
zeer eenolie plaats in. Hoe we aan
die "unstige verhoudingen komen,
weet ik nietlk verklaar u eerlfjk,
dat ze mij vaak hebben getroffen,
doch dat ik de oorzaken niet kon be
vroeden. Bij gelegenheid zal ik mij
eens door een medicus in deze doen
voorlichten. Misschien... misschien
is de welvaart hier ook een zeer be
langrijke gezondheidsfactor. Is niet
gebleken, dat ongedacht in textiel
centra door de welvaart, die dit toch
voor de longen niet zeer aanbevelens
waardig en stoffig bedrijf bracht, de
long zak ion toch afnamen Laten we
FEUiLLB t ON
door II e a d o n H 111.
lil)
Over den vermisten ring werd
niet gesproken, zie ik, zei ze ver
legen. Wat ik met uw vriendelijke
hulp heb kunuou doen is tot zoover
niet succes bekroond.
Uw edele zelfopoffering is volko
men gerechtvaardigd, antwoordde
Ravenscar op warmen toon. De in
druk op het publiek en op de politie
is precies zooals u dat wenschte. Men
gelooft, dat u den ring wegnam en,
door een plotselinge vrees aangegre
pen, een einde aan uw leven maakte.
De zaak heeft echter heel kleine af
metingen zoo wreed is de wereld
in vergelijking met den geheimzin-
nigen dood van Mr. Wenslade.
Dat is een groote verlichting voof
mij, zei het meisje eenvoudig.
Toen u zooeven binnenkwam, was ik
bijna besloten, om naar Beaton Aud-
ley terug te gaan en Dick te helpen,
door te bekennen, dat ik den ring ge
stolen had. Ik dacht zoo. dat, als de
verdenking met betrekking tot den
diefstal op hem gevallen was, het
andere, veel ernstiger kwaad er dan
nog veel zwarter voor hem uit zou
zien.
Ravenscar stak, als om te protes
teeren, zijn handen op.
Dan ben ik inderdaad meer dan
beloond voor mijn komst in Londen,
zei hij ernstig. Lieve Miss
Vaughan, als u zoo'n stap gedaan
had, dan zou u de moeilijk lieden, die
wij wensehen te vermijden, slechts
verhaast te hebben. U weet niet, wat
het zeggen wil, door officieele men
schen, als rechters en politiebeamb
ten, geplaagd te worden. Zij zouden
niet tevreden zijn met uw bekentenis
alleen. Zij zouden er op hebben aan
gedrongen om te weten, wat er van
den ring geworden was, waar u na
tuurlijk geen antwoord op zou kun
nen geven. Dan zouden zij in minder
dan geen tijd uit u gekregen hebben,
dat u zelfmoord had willen bedrij
ven, om de verdenking af te leiden,
die u reden had te vermoeden, dat
die van het rechte pad afgedwaalde
jongen eigenlijk verdiende. Neen, ge
loof mij als 't u blieft, uw verschij
ning op dit oogenblik te Beacon Aud-
ley zou binnen enkele uren gevolgd
zijn door de arrestatie van Dick
Wenslade, verdacht van moord op
zijn vader. Breng hem in den geest
der politiebeambten in verband met
het verlies van den ring en u voor
ziet hen van hetgeen, waarnaar zij
tot nu toe vruchteloos gezocht heb
ben een motief om hem van een
veel ernstiger misdaad te verdenken.
Zij zouden beweren, dat Mr. Wensla
de den dief ontdekt had, en dat hij
tengevolge van zijn ontdekking ver
moord was.
Dit deel van zijn eigenaardig plei
dooi overtuigde liaar.
U heeft mij werkelijk voor een
dwaasheid behoed, antwoordde
Phyllis, hem dankbaar aankijkend.
Het zal moeilijk zijn, werkloos te
blijven, maar ik begrijp wel, dat ik
Dick het best kan dienen, door mij
hier verborgen te houden, terwijl men
van mij veronderstelt, dat ik mij aan
diefstal en zelfmoord heb schuldig
gemaakt. U behoeft niet bang te zijn,
dat ik weer zoo gauw neiging zal heb
ben tot overijld handelen.
Mr. Ravenscar nam zijn hoed en
stond op, waarmee hij een fijn ge
voeld compliment bracht aan de
waarde van haar beslissing.
Don zal ik u vandaag niet lan
ger plagen met pijnlijke kwesties,
zei hij. lk vertrouw, dat het u hier
aangenaam wordt gemaakt, en dat
ge de familie Raphaël wel moogt lij
den
Zij zijn heel vriendelijk voor mij,
en ik mag Mrs. Raphaël heel graag,
luidde het eenlgszins ontwijkende
antwoord, hetgeen een flikkering van
vermaak op het sombere gelaat van
den secretaris teweegbracht. Ik
hoop nu dadelijk met mijn werk van
het catalogiseer en van al deze schat
ten te beginnen nu u mij tot zekere
hoogte heeft gerustgesteld.
Dat is uitstekend er is niets be
ter dan afleiding voor den geest, ais
er dingen zijn, die iemand hinderen.
De oude Raphaël is een wonderlijke
snaak, maar dit. was het eenige toe
vluchtsoord, dat ik zoo gauw voor u
kon bedenken, en waarbij ge meteen
op uw eig/n conditie in staat zoudt
zijn, u zeil te onderhouden.
Ik ben u meer dan dankbaar,
zei Phyllis, haar bezoeker de kamer
deur uitlatend. Lr is nog maar
één ding, dat ik u wilde vragen, voor
dat go liqen g*at. Mijn vader maakt
zich toch Immers niet bezorgd over
mij, en weet dat mijn afwezigheid
niet is toe te schrijven aan hetgeen
ieder ander, behalve u, denkt
Ik heb mijn woord tegenover u
gehouden, Miss Vaughan, ant
woordde Ravenscar, oen tietje stijf
jes. Ik heb den kapitein te kennen
gegeven, dat het raadzaam zou zijn
over zijn verlies te treuren, maar dat
er geen werkelijke reden voor be
stond Die oude babbel van een buur
man, Elisha Crowe, heeft hem, geloof
ik, trachten uit te hooren, maar zon
der succes Crowe vond hetgeen wij
zoo bedrieglijk maar vergeeflijk had
den klaar gelegd op den rand van
den afgrond.
U moet dien goeden, ouden
Elisha niet uitlachen, zuchtte
Phyllis. Hij ls een van de men
schen, die zich om mij bekommeren.
Lk vind het naar om te bedenken, dat
hij mij voer een dievegge en een laf
aard houdt.
Dat is een deel van den lost, dien
gij op u naamt, beste jonge dame,
antwoordde Ravenscar snel. Er
bestaat geen opoffering zonder ver
lies van iets van groote waarde. Nu
moet ik weg om den specialist op te
zoeken, waarover ik u zooeven sprak.
Goedendag en vóór alles i courage I
Hij sloot de deur, daarmee meteen
het droevig maar verlangend gelaat
aan zijn oog onttrekkend, en zocht
zijn weg tusschen de opgehoopte
koopwaren in den winkel door, waar
Raphaël met een klant marchandeer
de over een theeblad van uitgesneden
koper. Zonder notitie te nemen van
de beide handelaars, ging Mr. Ra
venscar de glazen deur door en het
kleine vertrekje binnen, dat den
handelaar in curiositeiten als een
soort van kantoortje diende, en waar
door hij in een keuken kwam, waar
een dikke, oude vrouw zich over een
pan op het fornuis boog. Het rook er
naar knoflook en naar het bakken
van visch.
De vrouw keek op het gezicht van
den indringer om en liet een kreet
van blijdschap hooron, terwijl zij in
haar emotie den vork op den grond
liet vallen.
Maar Jongen l begon zij, maar
Carter Ravenscar snoerde haar kort
af den mond-
Geen onzin, alsjeblieft, Mary,
zei hij niet grooten nadruk op den
naam, en met een droge, harde stem,
als licht en donker verschillend met
<le vriendelijke, zachte stem, die hij
boven had gebruikt. Ik kom hier
alleen maar even, om je nog een extra
instructie te geven, waaraan je bij
zonder veel aandacht moet schenken.
Overmorgen zul er met de eerste post
een brief komen, geadresseerd aan
Miss Smith, de jonge dame, die op
zich genomen heeft den catalogus te
maken. Ik verlang, dat je er op let,
welken indruk die brief op haar
maakt, zot-dat je mij dat den volgen
den keer kunt vertellen.
Heel goed je wil is mij een wet,
antwooidde de vrouw zwakjes.
Maar," o, ik hoop, dat je met dit
arme, onschuldige meisje geen kwa
de bedoelingen hebt, ging zij In
een staat van kwalijk verborgen aan
doening voort. Ik zou liever zelf
lijden, dan dat er door mijn toedoen
ieis slechts tot stand gebracht zou
worden.
De spottende trek op het gelaat van
Ravenscar werd dieper.
Je spreekt als een halvestuivere-
roman, zei hij op ruwen toon.
(Wordt vervolgd).