NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD. DE GOUVERNANTE 28e Jaargang. No. 8578 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 10 JUNI 1911 C HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: pER drie maanden: If- -i'tiJj Van 1—15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Voor Haarlem - - - 1<J0 <£,7Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) 159 V: \V Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland1.65 K f\ 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Afzonderlijke nummers0.02W V craT^J <4< «I «r n a 1 a 1 n 1. u 1 1. a en Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37v-Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEERF.BOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën. en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. DERDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht DE POSITIE VAN ITALIA IN DE IN TERNA 1 IONALE POLITIEK Is gister iii de Italiaansche Kamer ter sprake gebracht. De minister van buitenlandsche ken verkluarde overtuigd te zijn, dat Italië beschouwd wordt als een be langrijke politieke factor. De deelneming van de beschaafde wereld aan do vaderlandsche feesten is van hooge moreele en politieke be- teekenis. De minister gelooft, dat bet belang van Italië de hnndhttv mg van den ter- ritorialen „status quo" eischt en even eens het huidige evenwicht van de Adnatische Zee liet beste middel om dit doel te bereiken, is z. i. weder- zijdsch innig vertrouwen tusschen Italië en Oostenrijk. Z. Excellentie weidde uit over do vriendschan tusschen beide regeerin gen en volken, die het mogelijk maakt, dat kleine geschillen op den achter grond worden geschoven voor groote wedt-'rzljdsche belangen. Alzoo een versterking van den drie bond Ook zei de minister „Italié is van plan mede te werken tot behoud van den vrede en zal geen gevaarlijke on dernemingen op touw zetten." Mochten alle regeeringen er zoo over denken, speciaal wat... Marokko betreft. Dit Sultanrijk geeft onzen di- .plomalen immers herhaaldelijk nei ging tot avontuurtjes! Met een enkel woord is reeds door ns melding gemaakt van De oud-minister Villanueva zei Hot geheime Fransch-Spaausche ver drag van 1904 dient gepubliceerd te orden, daar noch do Akte van Alge- ciras, noch het gepubliceerde "paansch-Fransche verdrag de zóne an invloed vaststellen." De minister-presided? G anale jas ant woordde, dat het oogenblik voor die publicatie nog niet is gekomen. Daarop vervolgde Mlianueva Wij ftUUUeu naar Tetuan en Larrache oï naar ecui ander punt gaan. om het leven onzer landgenooten te verdedi gen, maar wij hebben met het recht §rondgebiod ui bezit te nemen, wijl dat schonding van het tractaat zou zijn- Voortdurend smeken van invloed sferen en niet duidelijk zeggen, waar uit zij beslaan, is de publieke opinie onnoodig prikkelen. De geheime over eenkomst van 1904 bevat zeer ernsti ge bepalingen en ik neem op me ze te onthullen Gedurende 15 jaar. d V. z. tot 1919, heeft Frankrijk de vrije land, met geen andere verplichting lan aan de Spaansche regeering zijn voornemens mede te doelen, niet al- •eeu in zijn eigen invloedsfeer, maar 'ok in de onze. Gedurende de 15 ^aarop volgende jaren moet Frank rijk de toestemming: van Spanje ver krijgen. Maura heelt deze overeen komst onderleekond, omdat bij van meening was, dat Spanje niet over de noodige middelen beschikte om af boende krachtig op te treden. Frank- rijk heeft dus het recht, te doen, wat het doet. Spr. meende, dat het te laat is zich tot Duitschland te wenden; wij moe ien de lractaten nauwgezet naleven. po financieele binntnlandsche toe- Sfund en de dynastieke belangen ver- Heden sommige ondernemingen. De overeenstem min jr niet Frankrijk kan niet moeilijk vallen. De minister-president zei alsnu niet te kunnen antwoorden met volko men vrijheid, wijl de onderhandelin gen tusschen Spanje en Frankrijk nog worden voortgezet. „Spanje ont wikkelt een vreedzame actie in Ma rokko Frankrijk heeft in elk geval ons recht erkend onze landgenooten te beschermen zonder de tractuten te schenden. De onlusten in Marokko brachten ons er toe maatregelen van veiligheid te nemen tegenover de stammen. Men verwondert zich. dat wij niet gepro testeerd hebben tegen de Fransche ex peditie naar Fez. Maar wat konden wij daaraan doen De invloedssfeer bij Larrache is niet vastgesteld door tractaten. maar door de historie. Zon der in bijzonderheden af te dalen, deelde Canalejas mede, dat het niet gaat om wijziging van de bestaande rechten van Spanje, die ter dege zijn vastgelegd. Maar wij gaan met uit op een veroveringstocht. Er is daar om ook geen internationaal gevaar. Deze interpellatie is belangrijk. Er bliikt immers uit, dat er EEN GEHEIM FRANSCH-SPAANSCH MAROKKO-VERDRAG bestaat, dut een invloedsfeer vast stelt. Villanueva verklaarde, dat de bij bedoeld verdrag vastgestelde Spaan sche zóne begrensd wordt door <le Moulouyarivier in het zuiden en de Yaoenemrivier in het zuiden en de Lcekoerivier in het westen. Gaan wii den loop dezer rivieren op de kaart na, dan zien we, dat de stud Taza (een belangrijk punt op den ka ravaan-.' Algiers—Fez) ligt ten zui den van den Yaoemen, d. vv. z. in de Fransche sfeer van invloed, en dat El Ksar ligt ten noorden van de Loekoe- rivier, dus in de Spaansche zóne. Lar- rasj ligt aan den mond van dezelfde rivier. Tot welk gebied deze belang rijke havenplaats gerekend moet wor den, is dus moeilijk op het oogenblik uit te maken. De weigering van den minister-pre sident om tot publicatie over te gaan, beteekent na de2e onlwscheidenlieid van den oud-minister niet veel meer, tenzij de rest van het verdrag nog op zienbarender bepalingen mocht in houden. In dit verband mag wel vermeld worden, wat dezer dagen de „Espana en Africa" in een speciale uitgave schreef „De tijdsomstandigheden hebben de positie van onze Afriknansche stel lingen 'heel verouderd. Vroeger be zaten zij nog eenige strategische waarde. Blijven zij ir. dezen toestand, dan zijn zij waardeloos, tengevolge van de grootere draagkracht en het indringingsvermogen der moderne vuurwapens en projectielen. „Daarom is het noodzakelijk zonder aarzeling onze souvereiniteit uit te breiden inet het oog op de toekomst, ten einde van onze bescheiden Afri- kaanscho bezittingen, rijke, moderne kolonies te maken, zoodat de handel zich kan uitbreiden .terwijl tevens de krachtigste zeestraat ter wereld kan worden beheerscht.'" 'T OPTREDEN VAN SPANJE IN MAROKKO heeft in den laatsten tijd 't misnoegen opgewekt van de Bngelsche pers. De „lunes schrijft o. a. „Spanje loopt te iiard van stal en zal zied te laul beklagen. Indien dit land blijft voortgaan strategische operaties te ontwerpen, ten enide zich de „beheerschingvan reü, 2 Frankrijk niet de moeite be hoeven te nemen, Spanje daarvan af te brengen een krachtig balt zal wel van een andere zijde worden geroe pen. Europa wenscht geen tweede confe rentie en is overtuigd dat de beste op lossing is te vinden in de bevestiging van Moulay Hafid's positie. Europa heeft die taak toevertrouwd aan Spanje en Frankrijk samen Europa moet uitmaken, welke van beide bet eerlijkst en meest afdoende die op dracht heeft vervuld." De Daily Graphic schrijft „Het 'reden van Spanje in Noord-Marokko. waar uitgestrekte streken z"U, bezet zender eenige gel dige rede, vormt een betreurens waardige en gevaarlijke ter-zijee-slei- ling der bestaande verdragen. Ter wijl Frankrijk ernstige grieven kan doen gelden, bestaan die voor Span je volstrekt niet. Het leven van Spaansche burgers wordt niet be- dreied en de Sultan heeft Spanje niet verzocht de orde te handhaven." Toch "int Spanje voort met dit op treden. Een thans ontvangen telegram toch meldt, dat de Spaansche troepen te Larrasj ontscheept zijn. Er heerscht een paniek onder de vijandelijke in landers wegeüs de aankomst van deze troepen. Geen wonder, de Marokkanen wor den op deze manier ongerustDe Sul tan heeft ook bij den Spaanschen ge zant tegen de ontscheping geprotes teerd- Maar... zonder succes! Integen deel. de Spaansche ministerraad heeft aangenomen, dat een lijdelijke hou ding van Spanje zou worden opgevat •als in den steek laten van zijn plich ten tot bescherming, en heeft den be velhebber oelast voort te gaan met de ontscheping. De Spaansche vertegenwoordigers in de landen, die de acte van Algeci- ras hebben onderteekend, hebben op dracht gekrogen de regeeringen van een en ander op de hoogte te stellen. Er zullen wel protesten klinken 1 DE FRANSCIIEN IN MAROKKO, blijven nog steeds tegenstand onder vinden. Donderdag werd uit Fez ge seind De Beni Mtir en de Berabers hebben in den afseioopen nacht een aanval gedaan op het kamp, maar w erden met groote verliezen door de artillerie teruggeslagen. De colonnes Brulard en Gouraud trokken in den ochtend uit in de richting van Sefrou, om de hoofdmacht der Beni Mtir uit een te drijven, maar hadden een bui tengewoon hevigen aanval van 6000 Berabers te doorstaan. De artillerie bracht den inlanders evenwel groote verliezen toe en zij werden ten slotte uiteengedreven. Sefrou is door de Franschen binnengetrokken. Daar de bewoners van Bhalil wei gerden zich te onderwerpen, opende de artillerie het vuur op de muren, waarna een compagnie van het Vreemdelingenlegioen <le huizen van de leiders der opstandelingen ver woestte. Aan Fransche zijde werden 5 man gedood en 20 gewond. 't Gaat er dus nog al warm toe Dat wordt door den opstand in Albanië, blijkt wel uit 't volgende telegram uit eenen aan de Tel. „De algemeene toestand m Albanië en de onuiggende grensstaten wordt hier als zeer ern stig beschouw d. De hoop, dat de Turk- sche troepen den opstand zouden kun nen onderdrukken, vermindert hoe langer hoe nieer. Uit verschillende voorvallen blijkt, dat de opstand in Albanië niet ulieen ondersteund wordt door Montenegro, maar ook Servië schijnt moreelen en materieelen steun te verleenen. Het eigenaardige is, dat de Albaneezen zich thans verbonden hebben met hun vroegere vijanden, de Orthodoxe Slaven, om tegen Tur kije front te maken. Een en ander maakt, dat men hier den vrede op den Balkan ernstig bedreigd acht. De Oostenrijk-Hongaarsche regeering is voornemens de grenzen van Bosnië en Herzegowina zorgvuldig to doen bewaken. Men vreest namelijk, dat een conflict tusschen Turkije en zijn noordelijke naburen zijn invloed ook zal doen zelden op het Oostenrijksche grensgebied." Dal de opstand voor eerst nog niet uit zal zijn. valt af te leiden uit 't draadbencht, dat tn een der havens aan de Albaneesche kust 20.000 Itu- iiaansche, Erqjelsche en Belgische ge weren werden binnengesmokkeld. De opstandeliugen staken de havenpoli- tiem&nnen overhoop en brachten de wapons. zonder verder lastig geval- a veiligheid. len te worden, terstond in v is nog niet opgelost. Wel is bekend, dat de heer Ch. Broqueville, minister van spoorwegen, op zich genomen heeft een kabinet samen te stellen 't Hbld. van Antw. schrijft Baron de Broqueville maakt eerst deel uit van het ministerie sedert verleden laar, toen hij, na het ont slag van baron Descamps en M. Aug. Delbeke, door M. Schollaert in het ka binet werd geroepen en hem de porte feuille van spoorwegen werd aange boden. Baron de Broqueville heeft van 1884 tot 1894 het kanton Moll vertegenwoor digd in den provincieraad van Ant- werpen, waar hij de beste herinnerin- J gen heeft nagelaten. De loden van de linker/ode der Ka mer, liberalen en socialisten, hebben een manifest tot het land cericht. Dat manifest luidt „Het kablnet-ScftolIoort heeft zijn ontslag aangeboden. Het sectarische ongrondwettige ontwerp, waaraan het zijn lot en dat van zijn partij ge bonden had, is dus mi veroordeeld. „Dat Is een schitterende overwin ning .waarvan in de eerste plaats de eer toekomt aan allen, arbeiders en burgers, die in openbare vorvaderln- i gen en in de pers de pogingen ge- j steund hebben door de partijen der' [linkerzijde in Iv ment aange- wend tot verdediging var de grond- wet, van de vrijheid van geweten en van het nationale --derwijs. „Maar het is noodig op do bres te blijven. De uitspraak der openbare j mecninz nioet bevestigd worden door een beslissend vonnis, dat het gehee- i le kiezers-k «ros. geraadpleegd na de vermeerdering van het aantal afge vaardigden. «innen enkele maanden geroepen moet zijn uit te spreken." Amsterdamsche Kout Koninklijk Bezoek. Oud- Holland in den Paleistuin. Het Paleis op den Dom, waarvan ik iu mijn derden brief schreef, dat het éèu- en vijtig weken van een jaar een doodseh aanzien heeft, is weder door het Koninklijk Gezin voor de grondwettelijke week betrokken. Binnen de oude muren weerklinkt 'n jong meisjesslentmetje. Onze twee jarige Prinses, de zoo lang en vurig bögeerde jonge loot van den ouden Oranjestam, bracht de hoofdstad des Rijks haar tweede bezoek. Dei- Koningin viel Dinsdagmiddag een zeer warme ontvangst ten deel: het was een misschien zelfs meer dan tropische hitte en wy Nederlanders, zijn nu eenmaal niet onze kleeding en huizenbouw op zulk een tempera tuur minder ingericht dan de echte tropelingen. De verslaggevers der bladen heb ben weder drukke dagen. Onder den hoogen cylinder in hun zwarte pak ken ziet men ze over de straat hollen en ze zijn in deze dagen waarlijk niet te benijden, al genieten ze overal de beste plaatsen. H. M. en de Prins werden weder recht hartelijk toegejuicht. Het rood- wit-blauw langs onze straten en frisch-groene grachten maakt op zul ke zornersche dagen een vroolijker, feestelijker indruk dan ooit. Alle wa gens van de gemeentelijke electrische tram herinneren met hun in snellen gang krachtig fladderende Nederland sehe- en Aleckleuburgsche vlagjes, dat liet nu een week is van feestvieren. Zoo ook denkt de bevolking, die reeds zoo veel jaren haar kermis moet mis sen, er over. Bij de vele voordeelen in de inte ressante brieven over asphalt-bestru- ting in uw blad opgesomd, heb ik er tot mijn verwondering er echter éen gemist, nl. dat asphuJt zoo goed als dansvloer kan dienst doen. Neen maar, dat moet u zien bij ons in Am sterdam. Als ergens maar een orgel stil staat en do orgelman grijpt naai den slinger dan ontbreekt het waar lijk nooit aan paren, hetzij van bei derlei kunne, hetzij twee zij's, of ook wel desnoods twee hij's. Als men inaar dansen kan! Burgemeester Roèll met steek op het hoofd en degen op zij, kon'bij de ontvangst van H. M. de Koningin op treden als een recht vrool ijk gast lieer! Want ons Amsterdammers gaat het weder naar den vleeze moet u we ten. De burgemeester kon er de Hooge Gasten op wijzen, dat de toestand van Amsterdam in tal van opzichten we der vooruitgang toont. „Na een tijd van stilstand", zei de burgervader, „is op alle gebied verlevendiging ingetre den. die zich in toenemende welvaart openbaart. Scheen het een tijd lang, alsof de bevolking niet meer zooals in bijna alle andere plaatsen bleef toe nemen, sedert 1908 hebben wc weder een vermeerdering van bevolking ge boekt van 10.000 zielen. Veel is dat nog niet voor een half-millioen-stad, w aar de zaak marcheert toch weer. „Zachtjes aan maar, zegt liet spreek woord, dan breekt het lijntje niet". Wat vooral een verblijdend feit is: ondanks den exodus van welgestel- den naar het liefelijke Gooi, naar Bloemendaal, Haarlem en Den Haag ging, die stijging van de bevolking met een niet onaanzienlijke stijging -van het belastbaar inkomen gepaard. Ook dat meende de burgemeester aan de Koningin te moeten zeggen en hii had gelijk, de stand van onze porie- monnaie is nog altiid helaas vrij wot belangrijker dan de stand van den barometer! Eerlijk -'zegd fk kan den Heden, die forens worden, hensch geen onge lijk geven. Het is nu eenmaal heel wat aangenamer en gezonder wonen in een tuinstad dan in eer. huizenwoes- tijn en bovendien nog billiiker op den koop toe I lk zelf ben om gezond heidsredenen van een huisgenoot eenige maanden forens en wanneer ik 's ochtends uit mijn trisch Guoisch dorp per spool" Amsterdam binnen stoom, dan krijg ik altijd, hoeveel ik ook voor de hoofdstad des' Rijks ge- Onze Lachhoek FIJNE REPUTATIE. Student. De vindingrijkheid van de post is werkelijk bewonderens waardig Mijn kleermaker schreef op een briefkaart„Als u niet binnen drio dagen betaalt, ben ik genood zaakt u le laten dagvaarden" doch vergat er het adres op te zetten. En wat denk je? De brievenbesteller heeft mij de kaart netjes bezorgd. EEN WENSCH. Boer (op de naamplaat van een dokter lezend „Spreekuur 's mor gens van 8 tot 9 en s middags van 2 lol 3", tot zijn naast hem staande vrouw K.jk, oudje. ik wou, dal jy ook 'n dokter was FINANCIEEL GENIE. Wat zou je liever nemen negen en negentig gulden gekregen, of hon derd geleend Honderd geleend, natuurlijk, t Zou toch zonde zijn van dien gulden! HIJ HAD NOOIT ZOO GEGETEN Jantje Feter beschrijft een prachtig feestmaal van den vorigen avond. Ik heb nooit zoo lekker gegeten, zei hij. O, die kalkoen Wat heerlijk was die. Hij ging héélemaal op Met hoeveel waren jullie O. maar met z'n tweeën. Wat twéé maar Ja, de kalkoen en ik. ONVOORZICHTIG. Jonge dame (tot haar verloofde). Wat scheelt er aan Verloofde. V\ el, ik heb me bij Z. een tand laten trekken, en die heeft ine zoo gruwelijk gemorteld. Dame. Maai wist je dan niet, dat ik hem vroeger een blauwtje heb laten loopen OPSNIJDEN. Ella. Mijn verloofde is zoo ver liefd, dat bij onze namen al in een stuk of twaalf boomen gesneden heeft. Bella. Poeh De mijne heeft op die manier al een heel bosch ver nield. voel, een troosteloozen indruk. De steden moeten langzamerhand wor den hoogstens de werkplaatsen, niet echter ook de woonplaatsen van de menschen Maar we waren nog te gast bij de Koningin en den burgemeester. Buitengewone maatregelen tot we ring van armoede of bestrijdin- van werkloosheid behoefden de laatste Ja ren niet te worden genomen. De gezondheidstoestand der ingeze tenen, zei de heer Roell (die nu eens een soort troonrede hield, zei het ook een stedeliike) mocht hoogst bevredi gend heeten in 1910 whs het sterfte cijfer zóo laag als nooit te voren. Ja, ja, onder de eroote steden neemt Am sterdam op h—tënisch gebied nogeen zeer eenolie plaats in. Hoe we aan die "unstige verhoudingen komen, weet ik nietlk verklaar u eerlfjk, dat ze mij vaak hebben getroffen, doch dat ik de oorzaken niet kon be vroeden. Bij gelegenheid zal ik mij eens door een medicus in deze doen voorlichten. Misschien... misschien is de welvaart hier ook een zeer be langrijke gezondheidsfactor. Is niet gebleken, dat ongedacht in textiel centra door de welvaart, die dit toch voor de longen niet zeer aanbevelens waardig en stoffig bedrijf bracht, de long zak ion toch afnamen Laten we FEUiLLB t ON door II e a d o n H 111. lil) Over den vermisten ring werd niet gesproken, zie ik, zei ze ver legen. Wat ik met uw vriendelijke hulp heb kunuou doen is tot zoover niet succes bekroond. Uw edele zelfopoffering is volko men gerechtvaardigd, antwoordde Ravenscar op warmen toon. De in druk op het publiek en op de politie is precies zooals u dat wenschte. Men gelooft, dat u den ring wegnam en, door een plotselinge vrees aangegre pen, een einde aan uw leven maakte. De zaak heeft echter heel kleine af metingen zoo wreed is de wereld in vergelijking met den geheimzin- nigen dood van Mr. Wenslade. Dat is een groote verlichting voof mij, zei het meisje eenvoudig. Toen u zooeven binnenkwam, was ik bijna besloten, om naar Beaton Aud- ley terug te gaan en Dick te helpen, door te bekennen, dat ik den ring ge stolen had. Ik dacht zoo. dat, als de verdenking met betrekking tot den diefstal op hem gevallen was, het andere, veel ernstiger kwaad er dan nog veel zwarter voor hem uit zou zien. Ravenscar stak, als om te protes teeren, zijn handen op. Dan ben ik inderdaad meer dan beloond voor mijn komst in Londen, zei hij ernstig. Lieve Miss Vaughan, als u zoo'n stap gedaan had, dan zou u de moeilijk lieden, die wij wensehen te vermijden, slechts verhaast te hebben. U weet niet, wat het zeggen wil, door officieele men schen, als rechters en politiebeamb ten, geplaagd te worden. Zij zouden niet tevreden zijn met uw bekentenis alleen. Zij zouden er op hebben aan gedrongen om te weten, wat er van den ring geworden was, waar u na tuurlijk geen antwoord op zou kun nen geven. Dan zouden zij in minder dan geen tijd uit u gekregen hebben, dat u zelfmoord had willen bedrij ven, om de verdenking af te leiden, die u reden had te vermoeden, dat die van het rechte pad afgedwaalde jongen eigenlijk verdiende. Neen, ge loof mij als 't u blieft, uw verschij ning op dit oogenblik te Beacon Aud- ley zou binnen enkele uren gevolgd zijn door de arrestatie van Dick Wenslade, verdacht van moord op zijn vader. Breng hem in den geest der politiebeambten in verband met het verlies van den ring en u voor ziet hen van hetgeen, waarnaar zij tot nu toe vruchteloos gezocht heb ben een motief om hem van een veel ernstiger misdaad te verdenken. Zij zouden beweren, dat Mr. Wensla de den dief ontdekt had, en dat hij tengevolge van zijn ontdekking ver moord was. Dit deel van zijn eigenaardig plei dooi overtuigde liaar. U heeft mij werkelijk voor een dwaasheid behoed, antwoordde Phyllis, hem dankbaar aankijkend. Het zal moeilijk zijn, werkloos te blijven, maar ik begrijp wel, dat ik Dick het best kan dienen, door mij hier verborgen te houden, terwijl men van mij veronderstelt, dat ik mij aan diefstal en zelfmoord heb schuldig gemaakt. U behoeft niet bang te zijn, dat ik weer zoo gauw neiging zal heb ben tot overijld handelen. Mr. Ravenscar nam zijn hoed en stond op, waarmee hij een fijn ge voeld compliment bracht aan de waarde van haar beslissing. Don zal ik u vandaag niet lan ger plagen met pijnlijke kwesties, zei hij. lk vertrouw, dat het u hier aangenaam wordt gemaakt, en dat ge de familie Raphaël wel moogt lij den Zij zijn heel vriendelijk voor mij, en ik mag Mrs. Raphaël heel graag, luidde het eenlgszins ontwijkende antwoord, hetgeen een flikkering van vermaak op het sombere gelaat van den secretaris teweegbracht. Ik hoop nu dadelijk met mijn werk van het catalogiseer en van al deze schat ten te beginnen nu u mij tot zekere hoogte heeft gerustgesteld. Dat is uitstekend er is niets be ter dan afleiding voor den geest, ais er dingen zijn, die iemand hinderen. De oude Raphaël is een wonderlijke snaak, maar dit. was het eenige toe vluchtsoord, dat ik zoo gauw voor u kon bedenken, en waarbij ge meteen op uw eig/n conditie in staat zoudt zijn, u zeil te onderhouden. Ik ben u meer dan dankbaar, zei Phyllis, haar bezoeker de kamer deur uitlatend. Lr is nog maar één ding, dat ik u wilde vragen, voor dat go liqen g*at. Mijn vader maakt zich toch Immers niet bezorgd over mij, en weet dat mijn afwezigheid niet is toe te schrijven aan hetgeen ieder ander, behalve u, denkt Ik heb mijn woord tegenover u gehouden, Miss Vaughan, ant woordde Ravenscar, oen tietje stijf jes. Ik heb den kapitein te kennen gegeven, dat het raadzaam zou zijn over zijn verlies te treuren, maar dat er geen werkelijke reden voor be stond Die oude babbel van een buur man, Elisha Crowe, heeft hem, geloof ik, trachten uit te hooren, maar zon der succes Crowe vond hetgeen wij zoo bedrieglijk maar vergeeflijk had den klaar gelegd op den rand van den afgrond. U moet dien goeden, ouden Elisha niet uitlachen, zuchtte Phyllis. Hij ls een van de men schen, die zich om mij bekommeren. Lk vind het naar om te bedenken, dat hij mij voer een dievegge en een laf aard houdt. Dat is een deel van den lost, dien gij op u naamt, beste jonge dame, antwoordde Ravenscar snel. Er bestaat geen opoffering zonder ver lies van iets van groote waarde. Nu moet ik weg om den specialist op te zoeken, waarover ik u zooeven sprak. Goedendag en vóór alles i courage I Hij sloot de deur, daarmee meteen het droevig maar verlangend gelaat aan zijn oog onttrekkend, en zocht zijn weg tusschen de opgehoopte koopwaren in den winkel door, waar Raphaël met een klant marchandeer de over een theeblad van uitgesneden koper. Zonder notitie te nemen van de beide handelaars, ging Mr. Ra venscar de glazen deur door en het kleine vertrekje binnen, dat den handelaar in curiositeiten als een soort van kantoortje diende, en waar door hij in een keuken kwam, waar een dikke, oude vrouw zich over een pan op het fornuis boog. Het rook er naar knoflook en naar het bakken van visch. De vrouw keek op het gezicht van den indringer om en liet een kreet van blijdschap hooron, terwijl zij in haar emotie den vork op den grond liet vallen. Maar Jongen l begon zij, maar Carter Ravenscar snoerde haar kort af den mond- Geen onzin, alsjeblieft, Mary, zei hij niet grooten nadruk op den naam, en met een droge, harde stem, als licht en donker verschillend met <le vriendelijke, zachte stem, die hij boven had gebruikt. Ik kom hier alleen maar even, om je nog een extra instructie te geven, waaraan je bij zonder veel aandacht moet schenken. Overmorgen zul er met de eerste post een brief komen, geadresseerd aan Miss Smith, de jonge dame, die op zich genomen heeft den catalogus te maken. Ik verlang, dat je er op let, welken indruk die brief op haar maakt, zot-dat je mij dat den volgen den keer kunt vertellen. Heel goed je wil is mij een wet, antwooidde de vrouw zwakjes. Maar," o, ik hoop, dat je met dit arme, onschuldige meisje geen kwa de bedoelingen hebt, ging zij In een staat van kwalijk verborgen aan doening voort. Ik zou liever zelf lijden, dan dat er door mijn toedoen ieis slechts tot stand gebracht zou worden. De spottende trek op het gelaat van Ravenscar werd dieper. Je spreekt als een halvestuivere- roman, zei hij op ruwen toon. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9