BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 88ft Jaargang. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM-S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADMINüiTBATIR GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM-S DAGBLAD ZUN ADVERTENTlEN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven OORLOG EN VREDE IN ONZE WATEREN. Onze Nederlandsche fauna bevat zoo als ieder andere haar voorstanders van den ouderlingen krijg en even eens, hoewel in veel kleiner aantal, haar afdeeling, vredelievenden. Daartussehen liggen natuurlijk nog groepen, die naar een der beide ui tersten over hellen. Onze alom bekende spinnende wa terkever bv. roeit hot liefst, als een eilverbepantscrd slerva art-uigje rond,, te midden der groene waterplanten. Dagen, soms weken, kon hij zich ver genoegen met een enkel groen blaad je, maar op sommige tijden begint zijn keverha'rt sneller te kloppen en als een verderfbrengende torpedo schiet hij op een argeloos vischje af, Blaat de scherpe kaken in het zilveren lichaam en verzadigt zich met het vleesch van zijn slachtoffer. Op die ooge'nblikken vertoont hij zelfs een hyena-natuur. Is een vlugge waterbewoner door een der vele kwalen, waaraan onze aquaïium-dieren vaak lijden, aange tast en drijft hij op een goeden dag als een levenloos ding te midden van kroos, azolla en kikkerbeet dan wordt hij door geen ander dier aangeraakt. Onze zwartrok evenwel roeit met Dreed gebaar naar hem toe en kan dan uren zoek brengen aan zijn lugu ber dinrer. Daarna is hij weer de vriend van den huize die geen alvertje of blei, voorn of goudviscli leed zal doen. Deze, nu eens goedmoedige, dah weer bloeddorstige bewoner van vij vers en slooten, meren en plassen, houdt dus het midden tusschen de twee hoofdpartijen, al helt zijn hoofd natuur dan ook over naar den kant des vredes. Hij behoort tot de mode raten en nu spreekt het vanzelf, dat van hem uit langs veeltredige trap pen de uiterste partijen worden be reikt. De aanvoerders daarvan zijn de gerande waterkever, de snoek en de stekel aan de eene zijde, de slakken aan den anderen leant. Uit het aantal generaals is al op te maliën, welke partij de sterkste is, en zoo wordt het een van zelf sprekend feit, dat er voortdurend krüg wordt gevoerd. Tot de merkwaardigste echtlusti- gen behoort ook de waterspin. Zonder schepnet krijgt ge dit dier tje niet te zien, nuuir nebt ge zoo'n instrument, dun lukt het nog al eens vaak, een exemplaartje op te halen. Allerlei klem gedierte wordt door dezen'moordlustigen veelvraat aange vallen en door zijn scherpe kuken verwerkt. In het aquarium is het intusschen een waar juweel. Op bepaalde tijden roeit ons diertje tiaar het. oopervlak om lucht te halen en wanneer het na dit werk weer de waterplanten opzoekt, don is het als of een zilveren bolletje door bet wa ter schiet. Is uw aquarium gezellig ingericht en Levat het niet te veel dieren, dan beloont de waterspin uw belangstel ling. door het bouwen van een om gekeerd halfbolvormig nestje, dat zij bevestigt aan een plantenstengel. Is deze kleine woning klaar, dan wordt door de opstijgende lucht, wel ke de kleine architect van het lichaam wrijft, het water uitgedreven en is het huisje vochtvrjj, dan wordt het door do spin betrokken. Nu verandort het merkwaardige ding plotseling in een kleinen moordkuil. Ongezien loert de roever op buit en wee het diertje, dat te dicht in ae nabijheid komt. liet lot der vliegen verward geraakt in liet web van een kruisspin, is ook het zijne en meedoo- genloos wordt in het donkere huikje de moord voltrokken. Een minder artistiek maai- zeker nog geduchter moordenaar is de lar ve der vermaalde aviateurs de libel len of glazenmakers. Deze ranke vliegers die vaak. als zij met. bun teer gevormde vleugels langs het wuivende riet dartelen, zelfs poëtische gedachten bij ons op wekken, zijn in hun jeugd gevreesde waterroovers. Uit de eitjes der libellen, die vaak in de plantenstengels worden gelegd, een eindje onder het wateroppervlak komen kleine larven te voorschijn. Dadelijk na do geboorte kruipen zij al over den bodem van v ij vei-, sloot of aquarium en beginnen huil luguber bedryf. Gewapend met een opvouwbare tang, zijn zij de schrik der kleine waterbewoners. Dit gevaarlijke werktuig, dat aan den scherp loerenden kop is bevestigd, wordt met een verbazingwekkende snelheid uitgestooten en zelden ont komt het slachtoffer. Naarmate de larve erooter wordt, kijkt zij ook naar grooter dieren uit en tegen het einde der ontwikkeling, die een paar jaar duurt, zijn zelfs de kleine vischles niet meer veilixr. Doordat het diertje ademhaalt door op kiemen gelijkende uiteinden der ademhalingsbuizen kan het uren op den bodem in hinderlaag llTen. Het valt daar door zijn grijs-zwarte kleur niet op en wordt dicht genoeg door dc argelooze prooi genaderd, om do gevreesde tong te kunnen uitslaan. Is de veelvraat eindelijk tot een vol wassen glazenmaker uitgegroeid, dan is nog de roofdiernatuur niet ver dwenen en alles, wat nu maar aan klein gedoe boven het water vliegt, wordt door den wolf in schaapsklee- deren belaagd. Maar we zouden on der het wateroppervlak blijven. Hebben we genoeg van al dat roof- gespuis, dan doet het ons goed, dat er ook nog een enkele vegetariër te midden van zooveel bloeddorstigon Is op te merken. Hoe lk echter ook zoek, behalve do slakken kan ik geen onvervalschte planteneters ontdekken. Een karper mag dan In hoofdzaak van blaadjes en stengeltjes leven, dier lijk voedsel versmaadt hij niet en zooals ik al meer heb gezegdin ons aquarium worden de bekende goud en spiegelkarpers bijna uitsluitend met wormen gevoerd. Slikken ze bij vergissing een stukje beschuit ln. dan haasten ze zich om hef met kracht weer uit te stooten soms een dM. ver. Nog eens de slakken zijn wasch- echte vegetariërs. Zoo'n -osthorentje is de geïncar neerde vredelievendheid. Met de kalmte en rust, die planteneters in den regel plegen te bezitten, glijden ze langs stengels en bladeren, ruiten en rotsen. Gemoedelijk als ze zijn, bekommeren ze zich weinig om het geen om hen is en te midden van den felsten strijd werken zij heeJ flegma tisch de groene algies naar binnen. H. PEUSENS. De heer S. de W., te H. Uw ju daspenning moet, nu de vruchten nog groen zijn, blijven staan lot de sten gels houtig worden en de zilverlingen geel. Dan snijdt men ze uf, hangt ze omgekeerd te drogen en als de vruch ten goed hard zijn, kunnen de bui tenste wanden en de platte zaden worden afcepeld, waarna het vliezig middenschot overblijft. H. PEUSENS. plaats noodig hebben; men Is immens toch den heolen dag buiten? Maar dat kan immeVs zoo leelijk tegen vallen ln ons klimaat; de maan den Juli en Augustus leveren nog zoo menlgen regendag op, dat het een to- grieven geheel te vergeten, naarmate ze hun glazen cider ledigden. De twee broeders leken weinig op elkaar; de een was mager, de ander dik. Daar zij in betzelfde dorp woonden, had men hen dan ook met bijnaam vereerd, ten einde tale onmogelijkheid is, voortdurend elkaar te onderscheiden; men sprak buiten te zijn en dat het zomerver- van: Bouleau-de-dikke en Bouleau-de- blijf dan een ware gevangenis kan i raogere. Hoewel verschillend van Wat is er toch? vroeg hij. Dacht le dat ik dood was? En wat doen Jul lie daar? Men legde het hem uit en vertelde de geschiedenis, terwijl men hem het andere spannetje wees. O, ik begrijp het! riep Bouleau- de-dlkke. Die ezel van een knecht heeft zich in rijtuig en paard ver gist! De boerin vroeg nu: ota_ Waarom heeft hij dan bloed aan gewone speelgoed niet en vervelen tot'dezelfde familie deed behooren: de gezicht en aanden? zich echt op zulke dagen, worden ©en zoowel als de ander kon uren, Weet ik het? Eerst moeten daardoor lastig en ongezeggelijk, en j lang drinken, zonder er maar eenignean ^serugvindenl de huisvader, die anders den heelen j nadeel van te ondervinden, dag gewoonlijk ln beslag is genomen 1 <»tv™ h«> borie Ijk- zijn I kelder was beroemd, en niet minder door drukke beroepsbeügheden, L u waarmM hij iie in dw„ heeft dan meor dan ooit zich te wij- vim g^ot© blijdschap ledigde. En den aan het familieleven, dat dan i naarmate de Bouleau's den cider ge- J' u KL uiterlijk; hadden ze toch een eigen-1 worden! De kinderen hebbeu hun j dl0 „en klaarblijkelijk zoeken naar zeldzaamheden. Zijn fortuin was groot en hij ontzag niets. Eerst probeerde hij het met koe- klokken. Hij legde een verzameling aan, die vijf gtoote salons vulde; de ze bevatte alle soorten koeklokken, die ooit bestaan hadden behalve één. Die eene 'n antieke en het ee nige exemplaar dat nog bestond was in het bezit van een anderen ver zamelaar. Mijn oom bood enorme sommen, maar die heer wilde haar cj niet verkoopen. Ongetwijfeld begrijpt Hij kan niet naar huis zijn. Wij i g©( wat er noodwendig moest volgen, hebben de deur bewaakt. j Een goed verzamelaar hecht geen Iedereen ging cp wo.rde mm een collectie, die niet juist alle'rnhnst op zijn gunstigst noten, vergaten zij langzamerhand I sen. de niet lang of men hoog en droog stilte afwachtend om de plaat 'korenzolder, decompleet is. Zijn groot hart breekt, poet-1 hij verkoopt zijn schat, hij richt zijn wordt daardoor. En het eind daarbij hun vroegere grieven. Ze dachten spoedie- heelemaal niet meer aan hun vrouwen, die thuis gebleven wa ren. en door wie rwaarschuwingen zij zich toch niet hadden laten leiden. Eindelijk enten laatste maakten de zwaar geboet wordt, is, dat men zich Bouleau's zich gereed tot het vertrek. j de handen van haar schoonbroeder maar oi> goed geluk naar zoo'n zo- „De magere" stond het eerst op. Hoe nog wat bang maakten, merverblijf heen begeeft, uitsluitend wel als 60n muur v.as,KTV vertrouwend op de auhbovalingeu 4» h« ?ls ,nb™' is altijd, dat moeder de vrouw, die nog zooveel mogelijk tracht te schik ken en te plooien, 't ontgelden moet. Een andere fout, die ook niet zelden die dë omvang van een tonnetje had. In den grooten hof wachtte een be spannen cabriolet, die door een knecht gereed was gemaakt. •an Vrienden en kennissen, die voor eerst andere eischen kunnen stellen, en dan: het er toen, toen zij er wa- BH ren goed hebben getroffen. De vraag Hijgende heesch hij zich er in, nam i» mtusachen, ol hot or nog zoo luiwerktuigelijk do teugels^enliet paard Daarom doet men veel wijzer, even de kosten van een verkennings- geest op een veld, dat loog braak schijnt te liggen. Zoo deed ook mijn oom. Eerst pro beerde hij het met metselsleenen: Toen hij een groote en buitengewoon interessante collectie bijeen had, deed zich dezelfde moeilijkheid voor; zijn groot hart brak üog eens; hij ver- Ik ben gevallen, toen ik uit het koojjt j,et verzamelde aan een rus- Kom naar benedenl riep broeder. we zullen je geen kwaad doen. Ik zal het je uitleggen. De opheldering volgde 9pc>edig. Maar waarom bloedde jij dan? de boerin, het gezicht en vroeg rijtuig sprong. Men be - n te lachen. Dat was een goed teeken. En de goede feeststem ming kwam weer terug. Bouleau-de- niagere wiesch zich: hij had slechts enkele ontvellingen. Een tend bierbrouwer, die in het bezit was van den onlbrekenden klinker. Toen probeerde hij het met steenen bijlen en ander gereedschap van den voor-historischen ruensch, maar toe dat nóch ië veel gedronken, nóch te den vrede, want men had dorst, na veel seceten had, begaf zich met vas- zulk een aanval. En toen men toch sta~ op weg bijeen was. kwam men overeen het reis voor over te hebben, want o zoo j E^n kwartier later begaf Bouleau- stuk grond in tweeën te deelen, en dikwijls, valt zoo'n uitstekend en de-dikke zich op zijn beurt op weg. eveneens te doen met de kosten, die veel eeroemd pension tegen: in plaats Ook hij vond een zelfde cabriolet, van t.en minuten ligt het niet zelden waarin hij zich moest laten inhij- schen- het hotsen deed hom weldra een half uur af van de nabijzijnde i "k plaats; 01, het ligt in dc brandend 1,^ia„ torwU1 het g^atd van hel' .1 heete zon, of, midden in een klei- rijtuigje Bouleau-de-dikke in 6laapi/c VCrZtUuCI Hal UI UC deed vallen, deed de uachtkoelte Bou-- - laatste flesch cider hersteldevaj]jg ontdekte hij, dat de fabriek waar die dingen gemaakt werden, men zoo dom geweest was gerecht te maken. Rubriek voor Vrouwen Vacantievreugde en Vacantie- leed. Hoe komt bet toch, dat de vacantde- reis zoo d.kwijls aanleiding geeft tot teleurstelling? Week en dag is er uitgekeken op de verkwikkende ont spaan .ngsreis en toch wordt er zoo dikwijls armoe geleden aan veel en velerlei en zoowel door groot als klein. Toch moet gedurende die enke le dagen of weken, kracht verzameld worden voor weer een heel jaar van ingespannen arbeid! In de bepaling van de uitverkoren plaats voor zijn zomeroptrekje, is men natuurlijk niet altijd vrij, want behalve fin an c: eel e kwesties kunnen er ook nog allerlei gezondheidsrede nen in aanmerking genomen moeten worden: voor kinderen, die kink hoest of bronchitis hebben gehad is het strand een heerlijke vacant eko- lonie, voor een geschokt zenuwgestel is het verblijf aan zee echter niet aan te bevelen, terwijl er ook alweer ge stellen zijn, die juist niet berekend schijnen op de droge, fijne Gelder- sche lucht. Maar een iedeï heeft, toch in zijd hand, om ten minste zooveel moge lijk te profiteered van zijn zomerver blijf. Twee factoren staan dit rechte genot echter dkwijls in den weg: er wordt gespaard, waar dit liever niet moest zijn en veel geld uitgegeven, als dat ook alwee'r niet noodig was. Nu zijn wij, Hollandsche huisvrou wen, over het algemeen zuinig, dus zal er in den regel meer gezondigd worden tegen het eerste, dan tegen het laatste. Nuttelooze verkwisting is bijvoor beeld het meesleepen van veel goed. In den regel komt het goedkooper uit, daar waar men aanlandt, zich nog eens wat aan te schaffen, don van alles en alles maar mee m een koffer te pakken, en zoo vol geladen daar aan te komen.dat er haast geen berging is voor het goed. Bovendien geeft dit een beslommering voor de huisvrouw, dat haar het hoofd om loopt, vooral als straks die boel weer half vuil of gebruikt mee naar huis moet. Voor haar is dan al haast het verkwikkende af van de reis! En nu een bezuiniging, die ouders en kinderen beiden, ontzettond veel ver- dr.et kan bezorgen, is liet huren van een te krap verblijf. Niet waar, er wordt dikwijls geredeneerd: Och, wat zou men nu eigenlijk meer. dan een behoorlijke elaap- weg, waar men tot over de enkels verzinkt, na een regenbui. En nu nog eenige wenken in het behang der huisvrouw zelve: Neem toch vooral kleeren mee. waar mets aan te naaien of te stoppen valt. Daarmee wil ik niet zeggen, dat de heele familie van top tot teen roet nieuw goed uitgerust zou worden; 't tegendeel juist; neem oud, veel ge dragen goed mee, dat er dun ook heeiemaal aan gewaagd wordt; ve'r- loau-de-magero wakker blijven. Zijn tragische historievan eeo verwoest fortuin. gedachten waren geen aangename, Zijn vrouw zou hem een feestelijke ontvangst bereiden! Hij kende haar! Had hij niet gezworen om negen uur thuis te zon. Eu het liep naar mid-Arme, droevige vreemdeling! Er dornacht was ün zijne nederige houding, zijn treürigen blik, zijn eenmaal-deftigc ge waarschijnlijk weet, een bezitting h ot «cueredenW o als Onfatsoenlijk kleeiren iets, dat bijna het korreltje j van zoo hooge waarde, dat iemand, paard/dat zonder aarzelen naar huis barmhartigheid deed ontkiemen, datdie hem heeft, liever afstand doet gaat, 'dat doek Langzaam stapte hij eenzaam en verlaten was overgeble- j van zijn gezin dan van dat stuk. rond de mesthoop, die in het midden Ven in de wijde leegheid van mijn j Daarom verkocht mijn oom alles ook leverde aan andere verzamelaars. Hij ging doen aan Azteken-inscrip ties en opgestopte walvisscheu al weer mis, na ongelooflijk veel moei te en kosten .Toen de collectie einde lijk volmaakt leek, kwam er een op gestopte walvisch uit Groenland en een Azteken-insscnptie uit de Cundu- rongo-distrkten van Centraal-.Ameri ka, die alle andere exemplaren onbe- teekenend maakten. Mijn oom haast te zich, die ju weel en machtig te wor den; hij kreeg den walvisch, een an der verzamelaar de inscriptie. Een echte Cundurongo is, zooals j schoten katoenen jurkjes en pakjes i lag, en hield stil voor een gebouw. hart,-niettegenstaande ik een por- Yoor de kind/eren, die ze op school i Op dat oogenblik hoorde Bouleau ^efeuille zag onder zijn arm en tot -n-n nnhsclsmii ovmlri Kftll IlCllL. Clat i met meer kunnen drageil, maar .waar ze buiten dan ook naar harte- lust in mogen ravotten, Bedenk wel, dat de kinderen builen dubbel zoo veel slijten en dat ér dikwijls heel weinig hulp is te verkrijgen voor de huisvrouw, waardoor rij zei», dos j dij., die.ta>r MUM «««Mg-. een onbestemd geluid. Een licht, dat Iemand droeg, bewoog zich. en een111'J "7- vrouwenstem Ipruk luid. I - Zie Jt ben weer overgeleverd in Zou ze kwaad zijn? dacht Bou- handeu van een colporteur, leau. Haar geluid is geheel veran-Die lieden maken iemand altijd derd. nieuwsgierig. Eer ik goed w-st hoe 't Het lawaai kwam nader; de ariml- was deze bezig, mij zijne ge- dingen te kiezen, d.e ..;.v A rvw- hol fnr.cl in runi cojon© weer en zag zijne lievelingen gaan om nooit weer terug te keeren; zijn koolzwart haar werd wit als sneeuw ln één nacht. Nu wachtte hij eh dacht na. Hij wist, dat nog zootn teleurstelling hem zou dooden. Hij besloot voortaan ander prooeerdö te schïedenis te vertellen, en ik was een schepsel verzamelde. En na land peiii en al aandacht en sympathie Hij vei - zen betrad hij nogmaals de arena \\ees maar niet kwaad. Ik breng telde mij zooiets als I ditmaal om een verzameling vain koekjes mor je mee" Mijn ouders stierven, helaas! I echo's aan te leggen.... Terwijl hij ueze woorden zei de, ver- toen klein, schuldeloos kind j - Van wat? vroeg ik. f—o.— zijn IUOe<1 6X1 was. Mijn oom Ithurië! trok zich mij-Echo's, mijnbeer. Zijn eerste :enhe'd tot laarzen drogen is gewoonhh lwwëarde aïecht zijn even- aan en behandelde nuj als eeto aankoop was een echo in Georgia, wicht, want dc sprong was \oor zijn eigen zoon. Hij was mijn eenige bloed dte vier keer herhaalde; de volgende zware leden te groot. Hij smukte ie- verwant in de wijde wereld; maar hijzesdubbele in Maryland; duarua gen den grond, wat evenwel du goeds was goe^ en rijk en edelmoedig. Hij e^,, dertienvoudige :n Maine; verder kuur voor 't aankomende bakvisch- i had, dat hij weer nagenoeg nuchter bracht my gr,ot in den schoot de: c,..n negen-maal-herhaler in Kansas je, of zonne- en luchtbadcn voor de j werd. WuK/tond hü l weeldc Ik kende g^n bohoefte, waar J Een d.e twaalfmaal repeteerde, in Tennessee, kreeg hij om zoo te zeg gen voor een koopje, omdat zo defect was: een stuk van den rotswand die repeteerde, was ingestort. Hij daeht d.t wel te kunnen reparoeren voor een paar duizend dollar, en de uit werking te verdubbelen door er nog een muur boven op te zetten, maar de architect, die met 't werk belast werd had nooit eerder een echo gebouwd en bedierf het heeiemaal. Vroeger had de echo tegengesproken als een schoonmoeder, nu deugde ze enkel nog voor een doofstommeninrichting. Vervolgens kocht hij een partijtje twee-loops-echo's, verspreid in ver schillende deelen der Vereenigde Sta ten; hij kreeg de massa ineens met twintig percent rabat. Daarna kocht hij in Oregon een echo, die werkte als een mitrailleuse, en 't kostte een vermogen, dat verzeker ik u! Ge moet weten, mijnheer, dat op de echo- markt dezelfde wijze van taxatie in zwang is als bij diamanten; men spreekt daar ook van karaats. Een. enkel karaats echo is maar tien dol lars waard boven den prijs van 't land, waarop ze zich bevindt; een twee-karaats of dubbeiloop-edio der tig dollars; een vijf-karaats negen- handerdvijfug. een hen-karaats der- tien-duizend. Mijn oom's echo in Oregun was een twee-en-twintig-ka- vrucht. Mijn I raats juweel en kostte 206.000 dollars voor M, wil paard liep En do stom I 1™" "«r er 'f *"*8 men op den koop van den meester, dezelfde van Bou-verzamel mg van te maken. Ge weet, toe, want t was vierhonderd nnjlen leau-dë^dikke, vloekte tegen het dier. misschien, hoe zulk eon liefhebberij van een bewoond oord. Ieder haastte zich naar het rijtuig- plotseling kan groe:en. De zijne werd je, het was de dikke man. die er in spoedig een hevige koorts, zonder dat zat en die men vlug hielp uitstijgen, het vermoedde, terwijl zijn vrouw zich weenend in zijn armen wierp. tijd zou hebiien dan thuis, als zij haar bezigheden net zoo opvatte. Dan: neem vooral goede warme kleeren mee en overschoenen; gele- lijk oo kniet zoo best als thuis. Ver der haal u nog geen bijzondere din gen in het hoofd, bijv. van een melk- 'tTXr ik van werkzaamheden voor de moeder, en ontmoette op hetzelfde oogen- en ging met twee van mijne bedien- terwijl de kinderen waarlijk het blik een vrouw, die oen lantaarn voor den een kamerdienaar en eoïi la- meest profiteeren, als ze maar vrij, J zich uithield. j kei reizen in vreemde landen. Ge- zooveel mogelijk buiten loopen en Bouleau wilde spreken... Een rau-1 durende vier ]aren fladderde ik op 1 spelen. Ook zelfs voor het kuid, dat we S11- een angstkreet, stiet Ue vrouw wieken te miden van heer- op school »u DMt .oo «WM1 i im'"" nwi Ten* «rwrim - .k 1 overging en waar men zich eerst eeu sprakeloos... ge dezen vorm van spreken vöroor- I duchtige repetitie voor had voorgo-Help! Moord! gilde de vrouw, in i00ft aan iemand, wiens tong altijd j steld, zal het waarlijk beter zijn, het huis terugsneliend. De waakhond geslemd was tot poéz.e; ik durf ge- I maar eens stil tot rust te laten ko- blafte woedend, rukkend, aan zijn rugt ZQQ sprekön tegen u want ik lees 1 men; er zijn zooveel jeugdige hersen- ketting; het paard hinmkio luide, ter- 0 een tjes nu ei. geul ijk uuel herekend op ^'kruieu™"" '"U"a i hoguuld iljt niet d.e inliliuing. Uit de stallen kwamen twee boe- ln d.e verre landen genoot ik het renknechts aansnellen, met hooivor- ambrozijn, dat ziel en geest en hart ken gewapend, half gekleed, de blon-j verSterltt. Wat het meest van alles de haren vol hooi. sprak tot mijn aangeboren aesLheti- ïï,DÏÏ£lk "lts fSSSi" ook in tüt, wa, dc gdWOO.lU door, huis doorgedrongen; een dienstmeid, c'€1" de rijken, collect.es te maken van die toegesneld was en er niets van sierlijke en kostbare zeldzaamheden, begreep, uitte scherpe kreten. fijne „objets de vertu'en in een on- Hij heeft mijn man gedood! huil- bewaakt oogenblik trachtte ik mijn do de vrouw, heftig gebarend Kom 0^m nhunël op te heffen tot de hoog- pÖ ^"ClZVon^VÏÏ van ymputmo d«c „car.,,kc heel alleen in. en vol bloed!... Ze zul-bezigheid. hreef hem, hoe een heer dat afmattende hoofdwerk, en een tijd van volkomen vrijheid, doet dan ook oneindig goed! MARIE VAN AMSTEL. Feestavond. Naar het Fransch. lijUiheer, dat gij ook Dit jaar ontmoetten de twee ge broeders Bouleau op het feest van j Villers-les-Pommlers elkaar bij een j van hun neven. Zij kwamen van een len zeker onderweg getwist hebben i naburig dorp men noodigt daar de En hij komt om ons allen te dooden! I groote verzameling schelpen had; *n gansche streek uit - en beiden waren Help! schreeuwde de meid, half aader een edele verzame'lng van lil eeti karretje gekomen... eu tonder dol. mcerschuiuicn pijpen; oio derde een ln den hof zocht men den moordc- l, naar; de knecht, renden als duivels, verhellende en bescham.de rellec de hooivorken vooruit, om den ïuoor- f-e onleesbare handschr.ften; een vier deuaar daaraan te prikken. de onschatbaar oud porcelein; een En eenklaps hield ai die beweging vijfde postzegels enzoovoort. \VeI- op; men gilde met meer; een tweede dra droeg mijn schril' cabriolet kwam den hol binnen, wranr i 00m begoa om vrouw. I Want reeds langer dan een jaar hadden de broeders twist niet elkaar, over een onvruchtbaar stukje land, dat slechts vijftien schoven per jaar j opleverde. Toch sprakon zij nog tot elkaar en hadden met van het genoe- 1 gen den feestmaaltijd bij te wonenkun nen afzien. Hun vrouwen men zegt dat de vrouwen haatdragender dan de mannen zijn waren doodsvijan- dinnen en hadden de ultnoodiging afgeslagen, haar echtgenoot verkla rend, dat hij geen gevoel voor eigen waarde had, als hij er heen ging. Ondanks deze ernstige woorden amu seerden de Bouleau's zich. aten naar hartelust en schenen hun vroegerescheen hem bedenkelijk. Hij begon zijn groote spekzaak te BoÏÏMU-düdikks kou zijn oogen verwaarluoten; spoedig trok hij z;ch gelooven; zooveel teederheid j geheel daaruit terug en veranderde I eön rijk niete-doen in een verwoed rdet Inmiddels wandelde ik op rozen. Ik was de verloofde van de eenige en schcone dochter van een Engelsch lord, en werd teeder bemind. In haai tegenwoordigheid zwom ik in zeeén van zaligheid .De familie was in haai schik, want men wist, dat ik eehig*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 13