NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A.TERDAG 17 JUNI 1911 C
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN A D V E R T E N TI ËN:
per drie maanden: óvtf" ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voof Haarlem1-20 Jy r 3 Haarlem van 15 regels 1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel
Voor de dorpen tn den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 VT Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland,1.65 AT ggsc 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
5Szondagsblad, »oor HMrien.' S£g X Redactie e°A<,rainislratie! Oroote Houtsuwtf53-
de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon'interc. 6229.
DERDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
Wat moeten we er van gelooven
Er is geen touw aan vast te knoopen.
Eerst werd stellig beweerd, dat
DE AVONTURIER CASTRO
met een oorlogsschip naar Venezuela
stoomt, om daar revolutie te maken.
Het was een echte roman! 't Heette,
dat Gastro liet oorlogsschip, dat door
de neger-republiek Haiti to Hamburg
gekocht en reeds hall betaald was,
op een slinksche manier Kernachtige
had. Hoe, dat weid evenwel niet ver
teld.
Nu stevende Castro met kanonnen,
geweren, munitie en vooral met veel
revolutie-zin, naar Venezuela....
De regeerders dor Vereenigde Sta
ten al in nood. Moest het geharrewar
In Venezuela weer beginnen
Reeds werden plannen gemaakt, om
oorlogsschepen uit te zenden, om
Castro met geweld naar Europa terug
te brengen.
En wat blijkt nu
Dat het oorlogsschip, dat naar de
Arnerikaansche wateren vaart, werke
lijk bet eigendom van Haïti is,
maar.... dat het met Castro en Vene
zuela niets te maken heeft.
Welke grappenmaker zou den mooi-
en opzet voor een 5-cent-roman ver
zonnen hebben In elk geval, hij
heeft er succes mee gehad. Jammer,
dat het geen 1 April is 1
De Fransche Kamer behandelde
g>steren
Onder de spiekers was de socialist
Jaurès. Hij verzocht de Fransche re-
geering, om met Spanje te onderhan
delen over de publicatie van het ge
heime Marokko-verdrag ('t bestaan
daarvan is onlangs onthuld dooi' een
Spaanseh oud-Minister), opdat er een
eind konic aan de misstanden en de
Acte van Algeciras weer op de oude
wijze kan woideu toegepast. Ook stel
de hij den eisch, dal Frankrijk en
Spanje tegelijk Marokko zuilen ver
laten.
De andere interpellauten vertelden
niet veel nieuws. Alleen wees een
hunner nog op het feit, dat de actie
van Frankrijk bespoedigd is door de
vriendschapsbanden, die de repu
bliek aan Engeland en Rusland hin
den.
Geen wonder Vrienden mopperen
niet zoo gauw en tegenstanders hou
den het gemopper wat in, omdat ze
niet alleen tegenover Frankrijk, maar
ook tegenover zijn vrienden komen te
staan.
Na de interpellauten was de minis
ter van Buitenlandache Zaken aan 't
woord. Uit zijn lange rede zullen we
alleen de belangrijkste modedeelingen
opdiepen
le. dat de Franschen op ver-
ioek van den Sultan naar
Fez getrokken zijn.
Ze. Frankrijk heeft de Acte van Al-
gecuas geëerbiedigd.
3e. Spanje deed dit niet.
4e. Frankrijk ontkent, dat er
een geheim tracta&t met Spanje zou
bestaan.
5e. Nu de belegering von Fez is op
geheven, zullen de Franschen de on
derwerping van enkele lastige stam
men bewerken. Deze operaties zullen
evenwel tot het strikt noodzakelijke
beperkt worden.
6e. Het prestige van den Sultan
moet hersteld en do vrijhoid van den
handel gewaarborgd worden.
7e. De taak van Frankrijk is nog
het leger van den Sultan te reorgani-
seeren, een einde maken aan de kne
velarijen en oneenighcid en de haven
politie verbeteren.
Na deze ministerieele geruststellin
gen gingen de heeran aan het stem
men.
De Kanier nam met 461 tegen 76
stemmen het eerste gedeelte aan van
een motie van Abel Ferry, luidende
„De Kamer, de verklaringen der re
geering goedkeurende." Het tweede
gedeelte „vertrouwt, dat zij eene
staatkunde zal volgen, die In overeen
stemming is met de speciale belangen
van Frankrijk in Marokko en de be
ginselen van de'Akte van Algeciras",
met. 434 tegen 77 stemmen, en tenslot
te de geheele motie bij handopsteken.
Alweer dus een succes voor het mi
nisterie. En nu wilde men nog van
een minister-crisis spreken....
DE SPANJAARDEN IN MAROKKO
gaan voort met hun actie.
De kapitein-generaal van Melilla
heeft geseind, dat er een vuurgevecht
beeft plaats gehad, tusseben inlan
ders en het kamp van Alhucemas.
Volgens een gerucht zouden de
Spaaii3che troepen onmiddellijk de
streek bezetten.
Meeningsverschil tusseben Kabylen
gaf aanleiding tot een gevecht, waar
in 9 inlanders gedood en een groot
aantal gewond werden.
Men weet,
DE TURKSCHE SULTAN IS AAN 'T
REIZEN
in z'n land. Dat is een groote gebeur
tenis, want vroegere Sultans deden
dit nooit.
Z. M. werd overal nogal hartelijk
ontvangen.
Nu is hij naar Albanië vertrokken,
om daar ook eenige plaatsen te bezoe
ken. In steden, waar kort geléden nog
een verwoede opstand tegen 't Turk
se he gezag was waar te nemen, is de
Sultan nu.... geestdriftig toegejuicht
Ja, 't kan ver koeren 1
Maar de Sultan is ook slim. Hij
paait de armen met gold-strooien.
Ook is aan alle Albaneesche politieke
gevangenen amnestie verleend.
Overal in Albanië is het evenwel
nog niet tot rust gekomen.
Ook tusseben
TURKIJE EN MONTENEGRO
is alles nog lang niet in T reine. Uit
Cettinje wordt geseind
Montenegro vat de amnestie, die
Turkije den Albaneezen verleent,
sceptisch op, naar aanleiding van wat
er met de vorige amnestie is voorge
vallen. Er liggen in Albanië nu 45.000
mau Turksche troepen met 60 vuur
monden. Niettemin zei lurgoet, de
Turksche bevelhebber, aan de con
suls, dat hij eerlang 90.UÜU man onder
zijn bevelen zal hebben, met liftJ stuk
ken geschut. Dat lal Voldoende zijn,
voegde nij er bij, om Montenegro on
zijdig ie houden.
Montenegro heeft aan Turkije den
zal blijven, maai- de voortdurende op
hooping van Turksche troepen aan de
grens zou de Montenegnjnen zoo
kunnen opwinden, dat de koning met
in staat zou wezen ze legen te hou
den.
Montenegro heeft aen Turkije den
eisch gesteld, dat de Lurken den heu
vel Pesero, die aan Montenegro toe
behoort, zullen ontruimen, en dat de
verschansingen, op Montenegrijnsch
grondgebied opgeworpen, geslecht
zullen woerden.
Er komen
De Koerden houden er weer huis,
plunderen dorpen, vermoorden man
nen, vrouwen en meisjes. Turkije
heeft aan de Armeenseho Kamerleden
beloofd, krachtige maatregelen te
zullen nemen, maar tot nu toe be
merkt men daarvan niet veel.
IN PF.RZlë
komt weer een zeer ongeregelde toe
stand. Do macht, der parlementaire
regeering is nihil en het geharrewar
in de politiek is groot.
Het eens zoo machtige rijk der Per
zen is wel in verval gekomen 1
Herhaaldelijk duiken er geruchten
Ook nu weer. Eenige kopstukken der
royalistische partij o. a de gepen
sioneerde generaal Abel Cainpos
zijn weer in hechtenis genomen.
Het eigenaardige is. dat men later
van zulke inhechtenisnemingen niets
meer hoort.
Amsterdamsche Kout
HET REMBRAND 1 HUIS. DE
ZEEL1EDENS1 AhlNG.
Het dankbaar nageslacht van thans
weet haast niet. wat het doen moet,
om een groot, geniaal land, groot te
eeren. een tooveuaar met het licht,
bekend over heel den aardbol, ook al
heeft hij geleefd eeuwen geleden. Des
te meer wellicht, duar de groote man
waarlijk ook zijn uardsch pakje zor
gen heeft te dragen gehad 1 lleelt hij,
voor wiens doeken thans rijkdommen
betaald worden, niet geruim en tijd
geleefd van een stuk brood en een
haring per dag Heeft hij niet de mar-
i. ling moeten verduren, dat al zijn
Kunstschatten, al de kleurige voor
werpen; die zijn kunsteiutarsoog buei-
uen, are zim kunstenaarsziel hel had,
wegens schulden onder den hamer
kwamen on voor eon ei cu een appel
verhuisden naar alte windstreken 'l
Reeds hadden we een standneeld
voor hem opgericht, nog wel op liet
vroolijkste plein, dat we bezitten (met
de grootste en fraaiste kofhehurzeu 1)
En nu is de vorige week in tegen
woordigheid van H. M. de Koningin
en van Z. K. H. Prin= Hendrik nog
een museum geopend, op de plek, ui
het huis, waar hij heeft geleefd, ge
werkt, gestreden en geleden
Rembrandt, eigenlijk Rembrandt
Harinensz. van Rijn. de grootste der
Nederlandsche schilders, een tijdge
noot van den grootsten der Neder
landsche dichters, Joost van den Von-
oel, leefde, evenals deze. te Amster
dam m den gouden tiju. toen de Am
sterdammers nun achtsie wereldwon
der gingen slichten.
Was het louter toeval, dat ons land
juist in de dagen van zijn grootsten
bloei en - n grootste niacin ook op
het gebied der kunst juist zijn groot
ste mannen bezat
Rembrandtin 1607 te Leiden als
de zoon van een bemiddeld molenaar
geboren, genoot te Leiden het eerste
onderwijs in het schilderen van Jacob
Isaaksz van Kranenburg daarna te
Amsterdam, waar hij onder Pieter
Lastman, zijn studiën voortzette. Hij
schilderde reeds op 20-jarigen leeftijd
zijn eerste bekende «stuk, een Paulus,
die thans to Stuttgart is to vinden,
en duidelijk den invloed van zijn Am-
sterdamschen leermeester Lastman
verried. In 1639 vestigde hij zich voor
goed in de hoofdstad des Rijks, kreeg
er aanstonds vele opdrachten en trad
er, vier iriair later, in het huwelijk
met de schoone Suskia van Ulen-
burgh, een dochter van den burge
meester en pensionaris van Leeuwar
den, later raadsheer in het Hof van
F riesiand.
Slechts acht jaar mocht hij zich in
het bezit der vrouw, ons van zijn
werken welbekend, verheugen, en die
jaren waren, althans voor den groo-
ten man, zeer gelukkige jaren Hij
had toen omgang met de aanzienlijk
ste en geleerdste 'tiidgenooten. In 1642
verloor Rembrandt zijn echtgenoot©,
die hem één zoon en het vruchtge
bruik van haar vermogen naliet. Hoe
wel hem voor zijn stukken groote som
men werden uitbetaald, en hij van
zijn leerlingen een jaargeld van 100
gulden ontving toen een niet onaan
zienlijke som geraakte hij in 1653
in geldelijk© ongelegenheid, zoodat
hij een hvpotheek moest nemen op
zijn huis (sedert de vorige w eekHel
Rembrandthuis) aan de Breedstraat
(thans de Jodenbreestraat).
Zijn financieel© moeilijkheden na
men zoo zeer toe. dat zijn boedel in
1656 in staat van kennelijk onvermo
gen werd verklaard, weshalve al zijn
losse eu vaste goederen aan de deso
late boedelkamer vervielen en bij
executie verkocht werden.
Ten onrechte heeft men wel eens
gemeend, dat hij een verkwistend le
ven geleid heeft, terwijl anderen hein
zelfs van schraapzucht en inhaligheid
hebben beschuldigd. Veeleer moet de
oorzaak gezocht worden in de ongun
stige tijdsomstandigheden (Ook de
bouw van het Paleis werd immers een
tijdlang onderbroken Daarbij leg
de zijn tweede huwelijk, met Catharr-
na van Wijk. den schilder de ver
plichting op, zijn vermogen, eigenlijk
dat van zijn eerste echtgenoulc, nan
zijn zoon uit te koeren. Voorts was hij
een hartstochtelijk verzamelaar van
prenten, kunstwerken en andere
voorwerpen, die zijn oog boeiden,
waaraan hij veel geld besteedde.
Een inventaris werd toen opge
maakt, en bij ai liet leed, dal de
groote man van het faillissement te
lijden had, heeft het althans nog dit
lichtzijtje gehad, dat het zijn 20ste-
eeuwschen nakomelingen een richt
snoer was, hoe ze het Rembrandthuis
moesten inrichten, om 't zooveel mo
gelijk op het echte, oorspronkelijke
Rembrandthuis te doen gelijken
De boedel, op f 40.000 geraamd,
bracht destijds slechts een vierde ge
deelte daarvan op. zoodat rie kunste
naar voor zijn voider leven moest be
staan van zijn kunst. an liet gezel
lig verkeer zonderde hij zich van dien
tijd gentel en al af.
Rembrandt was oen oorspronkelijk
kunstenaar, die zijn onderwerpen
ontleende aan zijn omgeving. De vete
Joden, die alders wegens vervolgin
gen uitgeweken waren en hier ge
loofsvrijheid vonden, en tal van figu
ren uit het volk, kleedde hij met de
door hem verzamelde voorwerpen, en
ontwierp van het beeld een indruk
wekkende, karakteristieke werkelijk
heid, waaraan toch een zeker dichter
lijk waas niet ontbrak.
Onderwerpen van mythologischen
oorsprong heeft hij slechts weinig op
het doek gebracht. Des te raeer echter
bijbelsche, die hij afbeeldde naar het
leven.
Met het licht, dat hij hier door zij
vensters in zijn atelier kreeg, ver
richtte hij wonderen I Vermoedelijk
werkte hij hier met een beperkte ver
lichting, waarbij de breed e, maar
toch heldere massa's schaduw een
prachtig contrast vormen met het
scherp invallende, slechts enkele dee-
ien beschijnende licht. De behande
ling van het penseel, of lieven- van
den borstel, werd verbazend vrij en
breed [Staalmeesters). Ilier schilderde
hij ook zijn voortreffelijke portretten,
(die zich onderscheiden door oen zeer
oorspronkelijke behandeling), waar
onder een aantal van zichzelf, óf Rem
brandt was zeer coquet-eigenlievend,
óf hij overwoog, dat een zelfportret
hem het geld van een model bespaar
de. Hier schiep hij ook zijn dichter
lijke landschappen, en de teekenin-
geri, die treffen door de wijze, waarop
hij door weinig vluchtige lijnen, het
hoofdkarakter van zijn onderworp
wist aan te duiden. De hier aanwezige
wit-en-zwart-kunst (o. a. de békende
Honderd-guldens-prent, de Drie Krui
sen, enz.) doet zien, dat Rembrandt
ook als etser een wonder van zijn tijd
was en tooveraehtige effecten wist
voort te brengen, waarin de zin voor
compositie schittert niet groeten
glans.
Als Baedeker van zijn Gids voor
Nederland en België een nieuwe uit
gaaf gaat verzorgen, mag hij voor
Amsterdam dus inlasschen een nieu
we merkwaardigheid, die hij mis
schien wel zal voorzien van een ster
retje (Baedeker onderscheidt ook al
merkwaardigheden van eersten rang,
die hij aangeeft niet een sterretje, en
van lageren rang:.
Wat liet pittige, schilderachtige ge
veltje, muren en zolderingen betreft
is ons nieuwe Rembrandthuis aan de
Jodenbreestraat 4 lietzelfde, waar
Rembrandt een groot, misschien het
belangrijkste deel van zijn leven
woonde. De indeel.ng en het licht
zijn nog vrij wel lietzelfde ais in den
tijd van den grooten meester. Met
smaak, kennis en piëteit is het huis
voorts ingericht. Het nieuwe wordt
ook a:s nieuw aangediend, doch sluit
zich goed bij het oude aan.
Het huis is bestemd om met kunst
werk van Rembrandt te worden ge
vuld. Dat hier vele schilderijen zul
len komen le hangen is niet te ver
wachten. Die worden tegenwoordig
met tonnen gouds betaald! Tooh vin
den we er reeds vele etsen en teeke-
mngen.
Het huis is in later tijden door vijf
gezinnen bewoond geweest en was
toen ingedeeld in een groot aantal
kamertjes en hokken.
Eerst bij het wegbreken kwamen in
de balklagen de aanwijzingen van
den ouden toestand te voorschijn.
Toch is veel onzeker gebleven. Van
1908 tot 1911 is er aan het huis ge
werkt. Het beoogt n et te zijn Rem
brandt's woonhuis, d ch een museum
De architect De Bazel heeft hier
weder verdienstelijk werk verr.cht.
Een lust voor het oog zijn vooral de
trappen!
Naar aanleiding van de Rembrandt-
berdenk'.ng in 1906 herinnerde de
grootste Nederlandsche scliilder der
Neuze.t, Jozef Israels, er aan, dat
Rembrandt's huis in de Jodenbree
straat voor verder verval moest wor
den behoed. Zijn stem bleef niet d e
eens roependen in de woestijn. De
stad Amsterdam kocht het gebouw
aan, en jhr. P. Ilartsen stelde een
aanzienlijk kapitaal een ton gouds
beschikbaar om het te Roopen en
te verbouwen.
Het is nu maar te hopen, dat het
gebouw niet alleen door Engelschen,
Amerikanen en andere vreemdelin
gen, doch ook door Amsterdammer»
en Nederlanders zal worden bezocht,
en een aantal bemiddelden in hun
beurs zullen tasten, opdat nog heel
wat werk van den grooten meester
hie'r een plaats vinde. Want eerlijk
gezegd: het maakt nog te veel een
indruk van leegheid.
De zeeliedenstaking, die Jaren lang
noest is voorbere.d, is thans een feit
geworden. Ook de gemoedelijke, goe
dige Janmaat gaat dus reeds deelne
men aan den „economischeu strijd".
„Er is geen zeemansleven meer",
heeft men gzeegd. De poëzie is er af
gegaan, nu de lieden het reeds bete:
kregen en hun werktijden regelmati
ger werden!
Nu, dat er nog veel te verbeteren
valt, zal niemand ontkennen! Vele
schepen hebben de prachtigste salons
en slechts een stinkend, schunnig
volkslogies.
De Amsterdamsche reeders lijken
ons gelukkig n.et op zoo'n onwrik
baar standpunt te staan als hun Rot-
terdamsche collega's.
Voorloopig bemerkt men nog niet
veel van de staking, want den lie
den, die gemonsterd hebben, wordt
aangeraden, hun wotfrd ge-tand te
doen. De leideïs verwachten echter,
dat de staking zich gele-delijk zal
uitbreiden en van vrij langen duirr
zijn zal. De reeders verwachten daar
entegen slechts een vrij snel fiasoo.
Dat is zeker, dat bijna geen staking
zóó moeilijk is te organiseeren als
deze, van lieden, die zich letterlijk
over den geheeleh aardbol verspreid
bevinden.
Hopen we, dat een wederzijdse!»
toegeven spoedig moge leiden tot een
langen economL«chen vrede, zoodat
Janmaat weer de vroolijke Janmaat
kan zijn. en geen mopperend© zuur
pruim.
B. Th.
Esperanto.
INTERNATIONALE CONGRESSEN.
Een praclische wenk.
EIK vriend van vooruitgang zal met
bli,ci;„-:uip de toenemende menigvul
digheid ion internationale congi es
sen Jiebben opgemerkt. En terecht.
Want internationale congressen zijn
een teekeu, dat de menschen zich be
wust worden vuu een wijder gedach-
teuhorizon, ruimer sympathieën, uit
gestrekter mogelijkheden tot coöpera
tie. Zij toonen aan, dat de broeder
schap van den -mensch iets meer be
gint te worden dan een loutere frase.
Ze zijn een teeken, dat zeer belang
rijke groepen van de menschheid ten
slotte definitief en systhematisch den
weg bereiden tot de bereiking van een
zeker gemeenschappelijk, internatio
naal doeleinde.
Wereldgemeenschap.
Hoe ruimer en intenser de onder
linge gedachtenwisseling tusschen de
individuen, die een vereeniging vor
men, des te grooter en sneller zal de
vooruitgang van die vereeniging zijn.
Locale vooruitgang is juist de gelei
delijke verbouw en hervorming, die
ontstaat, wanneer de gedachten der
individuen in samenwerking gecon
centreerd zijn op de oplossing der al-
FEUILLETON
19)
Ik had geen idee, dat de brief
voor u van zoo groot belang was, ant
woordde Yvonne met do gemaakte
waardigheid van haar zeventien ja
ren.
Och, dat is hij ook eigenlijk niet,
zei Ravenscar, haar glimlachend
aankijkend. Tegelijkertijd streek hij
niet zijn hand over zijn borstzak, als
"wilde hij haar daarmee het idee bij
brengen, dat hij. als zij er naar
vroeg, geneigd was zijn boete te doen
door hu ar den brief te laten kijken.
Maar Yvonne zei tot zichzelf, dat
zij hem zoo'n wapen niet in de hand
moest geven. Als hij van haai' ver
wachtte, dat zij hem zou verzoeken
het adres te zien, een verzoek, dat hij
waarschijnlijk toch zou weigeren, dan
Zou hij dat genoegen niet smaken. Zij
erkende haar nederlaag, maar zij
qvilde hem niet in een overwinning
veranderen voor haar tegenstander
loor hem haar nieuwsgierigheid om
trent het adres te bekennen. Omtrent
dat punt hadden de laatste woorden
van Elislia aan duidelijkheid niets
te wenschen overgelaten.
Ik zou de laatste zijn om te wen
schen mij met uw zaken te bemoeien,
Mr. Ravenscar, antwoordde zij met
koude onverschilligheid. Uw brief of
liever de naam van uw correspondent,
is voor mij n» l van belangmaar om
dat de brief uit uw handen viel, be
schouwde ik het als een daad van ge
wone beleefdheid hem u terug te ge
ven. En als u nu weer geheel ln orde
is, ga ik verder, om vóór den avond
nog klaar te zijn met mijn boodschap
pen te Wroxford.
Zij sprop" op haar rijwiel en snelde
weg. met de gewaarwording, dat dit
verreweg het vervelendste deel van
haaT avontuur was haar expeditie
te moeten verlengen met een totaal
doelioozen tocht, nadat die expeditie
zelf mislukt was. Maar zij voelde, dat
dit absoluut noodzakelijk was om
haar voorwendsel vol te houden, dal,
naar zij vreesde, toch al doorzien was.
Om nu direct van het tooneel van het
ongeluk naar huis ten- te gaan zou
gelijk staan met een bekentenis.
In Wroxford aangekomen, kocht zij
eenige kleinigheden, in winkels in de
Hoogstraat, haar terugkeer uitstel
lend tot zii Ravenscar genoeg tijd had
gegeven om de stad te bereiken, want
zij was er niet op gesteld hem op haar
terugreis te ontmoeten wat ook niet
gebeurde, ofschoon zij een glimp van
hem zag. toen zij de straat, waarin
het. postkantoor stond, overstak. Toen
zij weer in Beacon Audley aankwam,
ging zij niet dadelijk naar huis, maar
reed wat verder den heuvel af, tot zij
bij het huisje van Elisha Crowe kwam.
Toen hij het tuinhekje hoorde dicht
slaan, kwam de oude man naar buiten
en haar tegemoet.
Succes gehad vroeg hij op haas
tig fluisterenden toon.
Ternauwernood iets, antwoordde
zijn tem «keerde bondgenoot© be
scheiden. En zij ging voort met te
vertellen, hoe zij het idee had uitge
voerd. dat bij haar was opgekomen,
een beetje lachend bij de herinnering
aan de houding van Ravenscar. toen
hij daar tegen haar fiets had zitten
leunen.
Dus u kwam niets te weten be
halve dat hij er groote waarde aan
hechtte om het adree te verbergen
zei Elisha, toen hij zijn bijval had
betuigd over haar weigering om een
blik te slaan op het adres van dèn
brief.
Ja. nog een kruimpje heb ik op
gepikt, maar ik vrees, dat het u niet
veel zal helpen, antwoordde Yvonne
Vóór hij mijn vuist greep en mij
noodzaakte de enveloppe te laten val
len, had lk nog juist den tijd den
brief half om te k eeren en zag den
naam „Miss Smith" op hot adres
staan. HIJ had er zich van
gemaakt, voordat ik verder kon zien.
Ik heb niet het flauwste idee of deze
Miss Smith in 't bijzonder in de pro
vincie woont of in Londen, en daar
er zich veel Miss Smith's op de we
reld moeten zijn, ben ik bang, dat
ik eigenlijk niqts goeds heb gedaan.
Maar Elisha Crowe was het op dit
punt heelemaal met niet haar eens.
Integendeel hij vergat zichzelf zoo
zeer, dat hij het bruine handje van de
jonge dame greep en warm drukte
Het zou te \eel gevergd zijn ge
weest, om volkomen succes te ver
wachten, antwoordde hij, terwijl htj
behoedzaam achterom keek naar de
vensters van kapitein Vaughan. Uw
energieke poging heeft'ons een goed
eind verder gebracht dan zonder uw
hulp mogelijk geweest zou zijn. U heeft
mij in elk gelul veel voedsel gegeven
lot diep nadenken. Miss Yvonne.
Geen woord over hetgeen gij gedaan
hebt. alstublieft ook niet legen uw
broeder.
Arme Dick mompelde het meis
je, terwijl zij in de vallend© scheme
ring weer op haar fiets slapte. Hij
wordt steeds geslingerd tusschen ver
driet over Phyllis en tobberij over het
geheim van vaders dood. Ik beef voor
hetgeen hii bij het verhoor zal zeg
gen of doen. U kan er van overtuigd
zijn, dat ik niets zal zoggen, dat hem
nog meer hoofdbreken kan geven.
HOOFDSTUK VIII.
Deskundigen.
Het stadhuis te Wroxford was een
imposant gebouw van witte steen,
waarop een vergulden klokketoren en
met een flinke gevel in de Hoog
straat. Het bevatte zoowel de ge
rechtszaal en balzaal, als de bureaux
van districts- en gemeente-departe
menten. Wij zullen ons zelf maar per
missie geven tegenwoordig te
zijn bij een bijeenkomst, die den dag
na het avontuur van Yvonne, en op
denzelfden tijd, waarop het lijk van
Chaloner Wenslade vier mijlen weg
in het familiegraf werd bijgezet,
plaats had in de kamer van den chef
der politie.
Daar waren aanwezig de politiechef
zelf, inspecteur Pearmon en sergeant
Scctt. de laatste een politiebeambte
expres van Scotland Yard naar Wrox
ford gezonden om op hun eigen ver
zoek de plaatselijke autoriteiten in
hun onderzoek bij te staan. De chef,
majoor Wilbrahaui. wils voor deze
betrekking geroepen, omdat hij zeer
populair was in Wroxford cu een
jongste zoon uit een der meest ge
achte families in den omtrek. Als ex-
officier van de huzaren, was hij een
rnan van zijn plicht en trotsch op de
gehoorzaamheid van zijn onderge
schikten, maar hij maakte geen aan
spraak op eenig talent als detective.
Mogelijk omdat hij geen te hoogon
dunk van zichzelf had, en omdat hij
bedeeld was met een goeden dosis ge
zond verstand, was hij beter chef der
politie dan menig meer op den voor
grond tredend man, die neiging had
óm zich met het werk van zijn onder
geschikten te bemoeien.
Inspecteur Pearman hebben wij al
ontmoet in de studeerkamer van de
familie Wenslade te Beacon Audley,
en wat hii toen scheen, dien zelfden
Indruk maakte hij nltiid een plicht
matig, werkzaam, scherpzinnig be
ambte, met den niet nngewonen eer
bied voor de plaatselijke aristocratie
De eedelegeerd© van Scotland Yard
was een zwiigzaam man van vijf en
vepj-tie jaar, die verbitterd was d~or
trebrek aan promotie tot vóór twee
jaar. toen hii zich erd lenst*! lik had
kunnen maken door liet geduldig uit
pluizen van een boruciue iia/oruzaak
in bet West-End van Londen. Sinds
dien had sergeant Seutt zien bekend
gemaakt in een half dozijn crinuncclo
zaken, maar het succes kwam te laat
om nog veel effect te hebben op zijn
manier van doen. Wat hij altiju ge
weest was zou hij waarschijnlijk tot
het einde toe blijven ecu man ab
soluut zeker van zichzelf en van nie
mand anders, en daai >m geheel op
zichzelf aangewezen Hij werd ultijd
beschouwd als hot zwarte schaap eu
zijn intiemste collega wist zelfs nooit
lets van den loop zijner onderzoekin
gen tot het resultaat daar was.
(Wordt vervoladl.