HAARLEMS DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
ZATERDAG 8 JULI 1911
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Qo*dgek. bij Kon. Baal. Tan IS Kot. 1899.
De Haarlemsche Handelsvereni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heelt In den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, aaken van ver
schillenden aard betreffende, ia zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geelt, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat Is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zei Is particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
builen bare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groots
tegenover de geringe Jaarlijksche
contributie van 8.60, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hora leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan
manen en informatièn voor hen in te
winnen, bovendien hebben de leden
het recht, hel hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereenlgiug te vragen,
die ook In proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den hatidel en hel bedrijf der Leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half Jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tol en met 30 April)
ad I 1 76 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eetilguig zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarue 84, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniglng Is ge
vestigd Jauaweg 11.
Voor Incasso's door bemiddeling
der Vereen iging wordt een vast
recht van 5 pcL der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van Infownatlën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding, inform a
tién uaar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Prelentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding Is toegevoegd.
Ruim 1748 Information en rechts
geleerde adviezen werden in het &f-
geloopen Jaar gegeven.
In de maanden Maart en April
1911 zijn 61 vorderingen tot een be
drag van f 940.51 betaald, 15 vorde
ringen worden afbetaald, 13 vorderin
gen zijn uitgesteld.
Volgens orl. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seen aan het bureau, dat geopend Is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
mation kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniglng
information door haar worden ver
strekt, en dat voor information op
h er ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
cclxxxiil
Terwijl lk dezen brief schrijf, be
vindt de heer Armaad Fallières. de
president der Fransche Republiek,
zich in Holland. En verlangend zie ik
reeds de verslagen tegemoet, die de
Fransche reporters over deze presi
dentieels reis in het land der Bataven
zullen geven.
Thans toch staan de Parijsche bla
den en tijdschriften al vol van photo-
graphische afbeeldingen uit het land
der windmolens. De keuze dier af
beeldingen is karakteristiek. Molens,
isschers, boeren en boerinnen, grach
ten ziedaar Nederland getypeerd
in het oog van den Franschman. Al-
wat daarbuiten valt. is volgens hem
ón-Hoilandsch en duidt op een jam
merlijke degeneratie van het Bataaf -
sche volk.
Inderdaad heeft de Franschman in
het algemeen geen flauw benul van
wat Nederland en de Nederlanders
eigenlijk zijn. Hun onwetendheid te
dien opzichte wordt slechts overtrof
fen door de geringe kennis, die de
meeste Hollanders omtrent liun kolo
niën bezitten.
- Hoe ver ligt Holland van Parijs?
- Zoowat tien uren sporens.
- Wat? Maar tien uren sporens?
Ik had gedacht minstens een paar da
gen.
Em de Parijzenaar kijkt je dan met
oogen aan, alsof hij je inlichtingen
niet recht vertrouwt.
En hoe gaan jullie daar gekleed?
Net als hier. Alleen misschien
niet zoo elegant.
- Dus niet met een boerenpak aan
en op klompen
Onze boeren, ja Evenals trou-
'ejis julli6 boeren.
Hé, ik dacht, dat jullie daar alle
maal boeren en visschera waart.
En de Parijzenaar denkt dan bij
zichzelf, dat je hem uit „blague" de
waarheid verheelt.
Het merkwaardigste Is wel, dat zelfs
de Franschen, die eenige dagen in ons
land rifn ~eweest. een eigenaardigen
kijk op de menschen en dingen in Ne
derland hebben behouden, mag ik
wel zeggen. Zij Bellijnen ons niet an
ders te willen zien dan als een
soort van naburige Eskimo's.
De nogal bekende reporter Edouard
Helsey wipte onlangs naar Soester-
beng over, om er verslag uit te bren
gen over de verrichtingen van de
„overwinnaars van den wind". Luis
ter nu naar zijn slot-aiinea
„Doch neen, zie. daar is er nog
een. Wat haast hij zich om zijn vlie
gende broeders te achterhalen. En
tienduizend monden schreeuwen ,.Hij
is 't I" Het was hij, dien men sedert
dezen morgen afwachtte, hij, voor
wien hier de helft der toeschouwers
1-3. Hei was da Hollander Wijnmalen.
Toen, toen, maar ik kan u de koorts
niet beschrijven, die toen de aëro-
droom ondersteboven gooide. De man
nen gooiden hun hoeden in de lucht
de vrouwen, bleek van bewondering,
beten koortsachtig in heur vingers; de
kinderen huilden, en overal omhelsde
men elkander en, op den schouder
van eea bedelaar, hield een klein ge
zicht, met een rond oog, op met ge
zichten te trekken."
Kostelijk, nietwaar1? O, wij Hollan
ders zijn zoo bekend om onze geest
drift. Ik laat nog de mannen daar,
die hun hoeden in de lucht werpen.
Maar ziet gij de vrouwen, die zich
van geestdrift in de vingers bijten,
zooals driftige kinderen het weieens
uat èrgernis doen? En kunt gij u die
klndeïen voorstellen, die mede uit
enthousiasme tranen plengden? Voor
het naast denk ik, dat de jeugd bij
het gedrang leélijk in de verknijping
geraakte ne'rgens ter wereld dringt
de volksmenigte zoo als in Holland
en toen van de pijn of uit vrees
huilebalkte. En dan die onbegrijpe
lijke vertelling van dat knaapje of
meisje op den schouder van een be-
De half beroemde Adolphe Brisson,
literaire en commercieele schoonzoon
van wijlen Fr&nclsque Saroey, schrijft
naar aanle ding van des presidenten
reis naaï Holland, zijn eigen Hol-
landsche reisindrukken neer. Zoo
schetst hij ook het portret van juf
frouw P. te Dordrecht, oud 20 Jaar,
wier nog levende moeder niet bor
duurwerk aan den kost kwam en
wier reeds overleden vader molenaar
natuurlijk! was geweest.
Mejuffrouw P. kende „en perfec
tion" Fransch, Engelsch en Duitsch
op haar twintigste jaart gaf
lessen en vertaalde romans en tijd
schriftartikels.
Eens ontspon zich tusschen beiden
een gesprek over het feminisme.
Zij ontleedde, vertelt Brisson, de
ziel van de Jonge Hollandeche meis
jes, heur londgenooten.
"t Is heel eenvoudig, sprak mejuf
frouw P. Wij trachten op Koningin
Wilhelmina te gelijken.
Koningin W Jhelmina is dus een
zeer aantrekkelijke vrouw?
Haar Majesteit is goed, ontwik
keld, energiek, fier, edelmoedig.
Dat het feminisme bij ons zich dat
doel voor oogen 6telt, zal elk onzer
wel geheel onbekend zijn. De hulde
aan onze Vorstin ligt toch geheel bul
ten het kader van, houdt geen
band met de feministische aspiraties.
Let wel, dat Brisson vooraf had
verklaard, hoe slecht de Franschen
de naburige volken kennen. „De Hol
lander der legende", zegt hij, „is een
dikke, vatte en doodbedaarde rrxui
die zijn tulpen ziet groeien tusschen
twee pijptrekjes in, en de Holland-
sche een burgervrouwtje met mollig
vleesch, een rozige tint en wier eeni
ge zorg het oppoetsen van het koper
werk uit de keuken Is."
Brisson zou zijn laodgenooten eens
eventjes anders omtrent ons inlich
ten!
Ook de talentvoile tooneelschrljver
Francis de Croisset, een als Fransch
man genaturaliseerde Belg, diept
Hollandsche herinneringen op
Uit ai hetgeen hij vertelt, blijkt,
dat deze Vlaming hij heet Weil,
Weifl of iets van die drukking Ne
derland en zijn inwoners beter kent
dan het uieorendeel der Franschen.
Doch ik verdenk hem van fantasti
sche neigingen.
In September 1898, zoo vertelt hij
onder heel veel meer, had in Den
ilaag do inwijding plaats van de
„Newe-Kerke".
„De bevolking, ten prooi aan een
patriottische geestdrift, zingt, danst
en bedrinkt zich gedurende drie da
gen en drio nachten.
„Bij de inzegen in gscenemonio war
den in de kenk slechts de journalisten
toegelaten en de „inboorlingen", zelfs
<lie uit den laagsten volksstand.
„Ik was geen journalist en nog
minder Hollander. De eigenaar van
het Hótel Oud-Doelen verschaft me
een pak van grondwerker. Ik trek het
aan. Lord Roseberry, den vorigen
dag aangekomen op het jacht van
lord Rothschild, heeft zach immers als
metselaar verkleed am in de kerk te
kunnen komen 1"
is die vermomming van lord Rose
berry een historisch, althans een be
kend feit? Of heeft de tooneelschrijver
Francis de Croisset. hier voor tooneel-
effect gezorgd Wie der lezers weet
meer van
Enfin, er wordt op het oogenibJlk
duchtig over Nederland en zijn inwo
ners „gezwamd". Het is nu eenmaal
zoo de Franschen, evenals do En-
gelschen, dc Amerikanen en tallooze
andere naties kennen ons niet en
zullen ons waarschijnlijk nimmer lee-
ren kennen. En de Hollander, die zou
gaan vertellen, hoe het wérkelijk ln 1
ons land toegaat en boe wérkelijk
ons volkskarakter ls, zou voor een
fantast worden gehouden. De ver
maarde Hollandsche zindelijkheid
waarop velen onzer niet weinig heb
ben of te dingen geeft deu toch an
ders zoo lnteiligenten Paul Adam de
volgende overweging in de pen
„Dat is een behaaglijke en burger
lijke, doch volkomen verfijnde weelde.
Van alle eleganties schijnt de onbe
rispelijke zindelijkheid zekerlijk de
moeilijkste en kostbaarste te zijn. Dat
veronderstelt tallooze gewillige en
steeds bezige bedienden, de herhaalde
tnsschenkomst van den huisschilder
en den schrijnwerker, de dngelijksche
medewerking van den tapijtmaker.
Dat telt zich uit in mooie zilveren
guJdena"
Zutl
Mejuffrouw, sprak hier de direc
teur van een plaatsingsbureau tot
een Hollandsche, die een betrekking
zocht mejuffrouw, u hebt geen
taal Als u nu Duitsche of Engelse he
was. Maar HollandscheU I
Sedert dien gaf onze Hollandsche
zich, naar gelang der omstandighe
den zij kent „haar moderne talen"
voor Engelsche of Duitsche uit. En
zij is er wel bij gevaren.
Heusch, de Hollanders zijn in het
oog der Franschen een soort van na
burige Eskimo's.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
bewoners.
cxvi.
3 het
We hebben eindelijk weer
hoofd van oen groeten Europeeschen
staat in ons midden gehad. Amster
dam genoot een paar malen die eer
den Haag moest steeds links blijven
iggen.
President Fallières is hier met opge
wektheid, maar zonder eenige spon-
tanëiteit begroet. Zijn eerste v^rschij-
voor de menigte, het komen uit
het station Staatsspoor, stelde teleur,
tlij kwam daar te midden van een
staalkaart van de schitterendste uni
formen en nu had als brandpunt var
glans een persoon moeten fungeeranj
imponeerend door fiere houding en
klecdij. liet volk wil wat moois toe
juichen, wil zien en daarni geestdrift
luchten. De gemoedelijke oude heer,
ia een eenvoudig zwarte jas. met één
decoratie, ging onder ln den schitte
renden stoet van het gevolg. Hij moest
gezocht worden, stak niet uit. Dit had
tot gevolg, dat de toejuichingen ner
gens spontaan losbarstten. Ze waren
misschien hartelijker, nu ze niet ont
stonden onder suggestieve werking
icestdriftiv klonken ze nergens.
Wat verder opgevallen is, ook de
buitenlanders spraken er hun verwon
dering over uit, dat was de keurige
houding van het publiek de geheele
weg was afgezet door een handjevol
agentenom de 150 meter stond er
een. De menigte bleef van zelf aan
den kant, drong nergens op en kwam
ze soms wat veel naar voren, dan wa-
bedaarde woorden voldoende, om
haar de oude plaats weer te doen in
nemen.
Aan het slation had, even voor de
aankomst van den trein, een niet on-
ermakelijk voorval plaats. Op het af
gezette terrein bevonden zich de
hoofdinspecteur van de Haagsche re-
chercho en een Fransche commissa
ris van politie, speciaal overgekomen
voor bewaking van den President, en
nu kwam daar ineens een hooge mi
litair bevelen, dat ze daar weg moes
ten. beide heeren waren gelukkig zoo
verstandig, een pas achteruit te gaan
en te zwijgen, om alle onaangenaam
heid te voorkomen. We moeten hier
bij nog in aanmerking nemen, dat de
politie de militairen rreawjuireerd
had.
Later op den dag, tijdens de tap
toe. had een dito voorval plaats. Den
aanwezigen journalisten was door
den hoofdcommissaris nadrukkelijk
verzekerd, dat ze op vertoon van htm
per8insigne zich over de geheele open
gehouden ïuimte vrij konden bewe
gen, en toen een troepje stond te pra
ten, midden op het terrein, schoot een
majoor toe en beval hun zich van
daar te verwijderen tot vlak tegen
een tribune. Om discussie te verui ij-
den de stoet kon dadelijk komen
werd aan tLt verlangen voldaan.
Maar bewijzen deze twee voorvallen
niet, dat onaangenaamheden bij af
zetting zeker voor een groot gedeelte
te wijten zijn aan het onhandig optre
den van militairen, die in gezagsfa-
natisme alle oordeel verliezen
len gaan reglementeeren, wat alleen
met redeneeren te verkrijgen is? Het
Hollandsch publiek is lijdzaam
noeg, maar het moet niet geplaagd
worden door dwaas autoritair optre
den. 1)
De geheele dag is rustig voorbij
gegaan. Jammer, dat de stad zoo wei
nig versierd was. Alleen het Plein bij
de Staatsspoor en het Tou'rnooiveld
waren op buitengewone wijze getooid.
Oorspronkelijk was het plan geweest
den geheelen weg, dien de stoet van
de S S. naar 't Paleis zou rijden, af te
zetten met de p.lonen, die thans
het station stonden, maar daar zou
een f 46.000 mee zijn heengegaan en
dat was voor één dag wel wat hoog.
De vers.ering in de Rijnstraat kost
te toch nog een f 4000, die op het
Tournooiveld 5 maal zoo veel. Waar
om de tribunes voor de taptoe daar
en niet op het Malieveld gezet zijn,
weet vermoedelijk alleen een enkele
ingewijde
Voor het hotel de Oude Doelen, dat
eenige dagen lang tegen den achter
kant van de tribunes mocht kijken en
als gevolg daarvan verschillende
ten zag vertrekken, heeft deze taptoe
een aardig schadepostje opgeleverd.
Waarom eea militair schouwspel
geboden werd, op oen dag die zoo ge
heel buiten het teeken van het mili-
tairisme stond? Moest de president
bemerken dat we hief ook nog solda
ten hadden? Het antwoord wordt na
tuurlijk geheim gehouden; misschien
-s er geen antwoord op.
Op den avond dat de president als
hierboven vermeid gehuldigd werd, is
aan de andere zijde van de slad on
der Loosduinen, een vliegmachine
geland. De vlieger kwam, in letter
lijken en figuurlijken zin uit de lucht
vallen. Het was de Hollander LiVtge,
te Dordrecht opgestegen en in 40 mi
nuten naaT hier gevlogen. Den volgen
den dag vertrok hij naar Duindigt.
De boer, op wiens land hij daalde,
heeft er een voordeeltje uit geslagen.
Eerst jammerde hij over zijn bescha-
d.gdo gras, dat nu lastig gemaaid
kon worden en late'r liet hij op het
nog niet platgetrapte gedeelte tegen
betaling publiek toe! Ten slotte be
taalde Lütge nog f 50, wat zeker f 40
te voel is.
Ouder deze omstandigheden was 't
jammer dat hij niet wegvloog, niet
betaling naar schade, met opgave van
adres waar het meerdere desnoods in
te vorderen was. Dan zou misschien
uitgemaakt zijn of een vlieger aan
sprakelijk is voor de schade, door
toestroomend publiek aan het land
toegebracht.
SINTRAM.
1) We herinneren ons iets dergelijks
bij een plechtige installatie op de
Gorsselsche hei van een officier der
cavalerie. De toeschouwers stonden
rustig te kijken en hinderden nie
mand, toen plotseling een ritmeester
met veel beweging aan kwam rennen
e'n een wachtmeester toeriep: „Jèg
dèt vólk èchteruitl"
De wachtmeester kwam op het Ne-
derlandsche volk toegeïeden, dat bij
die schrikkelijke woorden van zelf al
achteruit gedeinsd was en knipoog
de, alsof hij zeggen wou: „trek jelui
er maar niets van aan", wat een hoé!
koddig effect maakte.
Unie handhaven doet de politie
tienmaal heter, dan de mJita.r.
red.
£speran£o.
internationale congressen.
IV.
Een contrast.
Maar niet alle internationale con
gressen ziiu zoo. Voor al deze moei
lijkheden is er een oplossing bij de
hand. Vraag maar eens sum «en Es
perantist om u z ij n ervaringen mee
te deeleii. Hij heeft u heel wat anders
vertellen „Nonsens!" verbeelden
we ons deu scepticus te hooreu zeg
gen. „een kunsttaal is onmogelijk,
Esperanto zou alleen maar kunnen,
dienen, om de ineest olledaagsche en
eenvoudige begrippen uit to wisselen
De moeilijkheid oplossen t Is al le
dwaas
Op zulke tegenwerpingen heeft de
Esperantist slechts een wijze van ant
woorden een allerafdoondsle. Hij
komt eenvoudig met feiten onl>e-
twisibare feiten voor den dag.
Want Esjjeranto ls geen onmoge
lijkheid. Het bestaat niet alleen, liet
is al een levende taal, die door
duizenden over het heele wereldrond
dagelijks gebruikt wordt en niet
slechts om alledaagsche begrippen,
maar voor de uitwisseling van sub
tiele en ingewikkelde wetenschappe
lijke en philosophische gedachten. En
het heeft de moeilijkheid opgelost
bij een groot aantal gelegenheden.
Oordeel zelf
Esperanto Congressent
Boulogne.
Buiten een groot aantal kleinere
bijeenkomsten, zijn er reeds vijf groo-
to Internationale Esperanto-cojivrcs-
sen gehouden. Het eerste had pfaata
te Boulogne ln 1905. Het was een ge
wichtige gelegenheid voor de Esj>e-
rnntowereld. Zoowat 700 Esperantis
ten van 25 nationaliteiten waren -'e
zomen gekomen, allen met een krach
tig geloof in do taal. die zij oj> de
proef gingen stellen .Zij wisten, dat
zo in theorie goed was. Zij hadden
haar ook gebruikt voor briefwisse
ling, en er bestonden een of twee Es-
peranto-tijdschriften.
Maar zou do taal den strengen,
praetiseheu toets van een openbaar
congres doorstaan Of waren de ge
duldige pogingen van honderden wer
kers gedurende de laatste 15 jaar, on
der smaad en tegenstand tevergeefs
gedaan De ontwerper der taal, Dr.
Zamenhof zelf, rees op, em de ope
ningsrede te houden. Mannen en vrou
wen, die de taal ver weg in hun va
derland geleerd haddon, in Rusland,
in Duitschland, Polen, Spanje, Ame
rika en Engeland, luisterden in adera-
looze aandacht, om zijn woorden op
te vangen. De oerste paar zinnen stol
den al hun twijfel gerust. Elk woord
werd begrepen Het enthousias
me van de demonstratie, die volgde,
gaat alle beschrijving te boven. De
blijde feesten en bijeenkomsten voor
practische aangelegenheden, die tij
dens do volgende weinige dagen
plaats hebben, bewezen buiten oeni-
gen twijfel, dat Esperanto meer dan
beantwoordde aan alle verwachtin
gen en volkomen geschikt was voor
internationaal verkeer, over welk on
derwerp ook.
De hulptaal was reeds een onorn-
stootelijk feit ten aanzien van de ge
heele wereld.
De goede uitslag van het congres
mankte natuurlijk een diepen indruk
op do openbare meening. Vreemden,
die kwamen om te'spoïtcn. gingen
heen als Hverigo hekeerlincren.
Een speciaal' correspondent van 'de
„Figaro" was aanwezig, in do hoop
om stof bijeen te garen voor een of
ander bijtende schimpscheut op de
„Esperantoklucht". Maar wat go-
beurt er? Hij bevindt zich te midden
eener heterógene menigte uit alle
hoeken der wereld. Hij hoort hen een
gemeenschappelijke taal met zoo'n
gemak gebruiken ,dat men zich zou
verbeelden, dat ze landgenooten wa
ren, die samen in hun moedertaal
spraken. Het vurige geloof van deze
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Deze heerlijke zomerweek staat zoo
totaal in het teoken van de verkie
zing, dat ik natuurlijk daaraan wel
'een gedeelte van mijn wekelijksche
beschouwing wijden moet Als je na
gaat, dat er in Schoten de helft meer
Raadscandidaten waren komen op
dagen, dan in Haarlem, dan voel Je
wel zeer de waarheid van het diep
zinnig gezegdo„laat een kleine
plaats groot wezen in alles, waarin
het groot kan zijn 1"
Overigens kan ik niet zeggen, dat
deze eerste stemming ln Haarlem of
Bloemendaal succes van eenige be-
teekenis opgeleverd heeft. Een paar
personen zijn gekozen, over hen be
hoeven de kiezers rich gelukkig niet
meer te bekommeren (de gekozenen
zich over hun eigen personen ook
niet), maar de gTOote massa» de
hoofdmacht, zooals de militairen dat
noemen, zit met liet mes in den buik
geduldig te wachten totdat de kiezers
uitspraak zullen hebben gedaan. Zoo
wreedaardig waren zelfs de lieden uit
de middeleeuwen niet, dat zij de men
schen dagen lang ln spanning lieten,
zoo vorfijnd is do hedendaagschc
"kieswet.
De heer Rinkema, een van de afge-
tredenon, die in herstemming komt,
heeft zich Intusschen niet laten terug
brengen van zijn plan, om naar
Zwitserland op reis te gaan en zit nu
misschien al boven op een hoogen
berg, om naar beneden te kijken,
■waar alles klein lijkt, ook ons ge-
wurm over Raadszetels.
Als daar eens een recept tegen was,
tegen het gevaar om als Raadslid niet
herkozen te worden, bedoel lk, dan
zou dat drankje wél aftrek vinden.
Het beste middel, dat ik tot nu toe
heb kunnen vinden, is zorg dat de
menschen je candidatuur bestrijden
en je komt er zeker. De heeren Las-
schuit en Van de Kamp, die hier en
daar nogal werden aangevochten, zijn
dadelijk gekozen en van een reeks an
dere candi daten, waartegen niemand
bezwaar had, is alleen de heer Van
den Berg gekozen. Wees nu maar in
de gunst I Van pure vriendschap la
ten ze na op je te stemmen. Als het
ooit zoover mocht komen, dat ik deel
van den Raad uitmaak, dan zou ik
het wel weten. „Wees zoo vriende
lijk", zou ik tot de andere kies veree
nt gin gen zeggen, „om mij te bestrij
den", eu als ze niet wilden en zeiden:
„ja, maar hoor eens, we hebben niets
tegen je, waarom zouden we dat
doen dan sou ik antivoorden
„och toe, doet het maar. zoekt maar
eens goed of Jelui niet een aardig
klein bezwaartje tegen me kunt vin
den, desnoods wil ik wel mee helpen
zoeken 't is in het belang van mijn
herkiezing."
Het is wonderlijk, om den uitslag
van zoo'n verkiezing na te gaan. Als
Je van één hiljet hoort oplezen
„Selgnette, Rinkema, Poppe", dan
vraag je je af. hoe de kiezer, die dut
in de bus deponeerde, tot zoo'n com
binatie gekomen is. En omstandighe
den, waaraan je niet denkt, kunnen
heelwat invloed op de verkiezing uit
oefenen. Zoo kwam er een mannetje
vertellen), dat hij niet op dien Heer-
kens gestemd bad „die man kon ik
niet", dacht hij. Maar toen hem ver
leid werd, dat het Mr. Thijasen was
geweest, die nu Hearkens Thljssen
heet, zei hij beduusd „Ja, wie kon
dat weten En ik ben de eenige
niet 1"
En het geld voor de De Genestet-
bank is dan bijeen.
Dat wil zeggenhet zal er komen.
Vrienden van zijn nagedachtenis heb
ben beloofd, dat zij wat er te kort
mocht komen, zullen bijpassen, maar
Intusschen is er nog alle gelegenheid
om een bijdrage te zenden en ik kan
me begrijpen, dat menigeen daarvan
nog gebruik zal willen maken, want
De Genestet was xoo'n dichter, die Je
hart treft met zijn eenvoudige Vaal
en ongezochte rijmen. Heel wat an
ders dan onze dichters en dichteres
sen van tegenwoordig, die maar vij
len en slijpen aan woorden en rijm,
totdat het allemaal zoo glad is als
een aal, maar too koud. dat Je heele
bundels vol kunt uitlezen, zonder éé.i
traan te loten neerdruipeu en groo-
tendeels over hun eigen wereldsmart,
door een vergrootglas bekeken, die
ons niet schelen kon.
Het is met zulke gedenk teeken en
zoo, dat zo hoe langer boe duurder
worden, al pratende. Do man die het
plan maakt, begiet biet te veronder
stellen, dat het met een honderd gul
den of zes wel wel bekeken zal zijn
zoodra hij er met andoren over gaat
spreken, gaat die som van zelf aan
't groeien, alsof hei onkruid was.
Achthonderd zal wel nooddg wezen,
neen, duizend, nu dan twaalfhonderd
en bij hot eind van de gedachtenwis-
seling blijft het daarbij.
Nu komen de kunstenaars aan het
geval te pas en die drommelsche soen
gaat, in den zachten dauw van de al-
gemeene belangstelling, maar weer
aan 't groeien vijftienhonderd, twee
duizend lk tal niet zoggen, dat
het monument niet ook voortdurend
mooier wordt, maar het bedrag gaat
dan toch maar weer klimmen twee
en twintig honderd, vijf en twintig
honderd en nu eindelijk zal de De Ge-
nestet-bank 2800 a 2900 kosten en ik
wil graag gelooven, dat het geen cent
te veel is.
„Vader", zei een zoon, „lk wil gaan
handelen."
„Goed", antwoordde de vader, „wel
ke begrooting heb Je gemaakt
„Dat ik tweeduizend gulden kan
ontvangen en duizend moet uitgeven,
dus duizend verdienen."
„Klopt niet", zei de vader en schud-
do bet wijze hooid, „je verdient maar
vijfhonderd."
Zoonlief dacht, dat vader, die
toch anders pienter genoeg was, het
rekenen had verleerd. Maar de oude
man hielp hem gauw uit den droom.
„Jo hebt de uitgaven precies uitge
rekend. goed. Maar de kosten, die je
I voorzien kunt, lijn de orgste niet
die je niet voorziet, de onverwachte,
dat zijn de kwaadste. Daar komen die
andere vijfhonderd gulden vandaan.
En nou heb ik je nog genadig behan
deld, want Ik had zo ook kunnen
schatten op duizend gulden en dan
had Je geen cent verdiend."
Met deze troostrijke redeneering
kon zoortjelief naar huis gaan en zijn
handeltje beginnen.
Het bezoek van president Fallières
met een Fransch eskader geeft aan
leiding tot allerlei vergelijkingen. Zoo
vind ik het in de eerste plaats zeer
fijngevoelig, dat de Franschen over
zee kwamen en niet over land. Toen
zij den laatsten keer hier waren, ln
den Napoleoniischen tijd, waren ze de
grenzen overgetrokken en zoo ons
land binnengekomen. President Fal
lières heeft stellig die onaangename
herinnering niet willen opwekken en
kwam over zee, waarvan wij geen,
aan de Franschen minder vriendelij
ke, souvenirs hebben bewaard.
Aan het geheele gezelschap is een
vriendelijk onthaal te beurt gevallen.
Ook een groot verschil niet het begin
van de negentiende eeuw toen wer
den de Franschen. die dikwijls maar
sjofel in de spullen zaten en een on
stil baren honger en dors: hadden, met
'tegenzin, en omdat zij het niet goed
durfden laten, door de Nederlanders
gevoed en gelaafd. En nu De hoo
gen hebben ten Hove aan tafel geze
ten en de lageren zijn op allerlei wijs.
op straat en in de koffiehuizen, ont
haald.
Toen ze in Amsterdam kwamen,
hebben de Fransche bezoekers stc-llig
geen oogen blik gedacht, dat ze in
een vreemd land waren. Aan de op
schriften van de winkels hadden o
kunnen denken, dat ze maar wat
rondgevaren hadden en nu weer in
Parijs waren teruggekeerd, zc!er de
Beurs op het Damrak, die ze zoo in
Frankrijk niet hebben. Ik zeg maar
dat is in elk geval iets eigens. M ij
mogen evenals een Fransch koffie
huis café beeten en als een Fmn.'ch
si aaphuis hötel, we mogen zoo goed
als in Frankrijk bibelots verkno
pen en qulncailleries en
pain de luxe en layettes
en tëble d' höte houden en weet
lk wat al meer, zóó'n Beurs, zóó'n
lange lijs, zóó'n sta in den weg op je
mooien weg van binnenkomst no het
station, daarop kan geen enkele an
dere stad ter wereld bluffen.
lk heb gehoord of gelezen (gezien
heb lk bet niet) dat president Fal
lières in zijn zwarte jas zoo'n vreem
de tegenstelling maakte met al die
schitterende uniformen om hem heen;
het werd den braven man zelfs oen
beetje kwalijk genomen. Maar als het
gewed is, dan had hij ln zijn eenvou
dig pak gelijk en die anderen ln hun
uniformen zijn van een vorige eeuw
Oorlog ls niets meer voor de twintig
ste eeuw, eenvoud en arbeid hoorca
daar beter ln thuis en daarvan is de
zwarte jas van Fallières bet bemoedi
gend symbooL