HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 15 JULI 1911 itaariemsctie Handelsvereenigiog Soadgek. by Kon. Baal. ran 13 Nov. 189». De Haariemsche Handelsvereeni- glng hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen, In zeer veie gevallen, «aken van ver schillenden aard betreflende, Ie xij opgetreden en dikwijlB met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit waardeeren, door als lid der Vereenl- ging toe te treden. Er rijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, Ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dal de Haariemsche Haudelsvereeni- ging steeds opneemt, als doende, wat hare band vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe J aarlij ksche contributie van 8.50, die gevraagd wordt. De Haariemsche Handelsvereeni giog bemoeit zicb In de eerste plaats er mede, de belangen van bare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor ben tot betaling aan manen en information voor ben ln te winnen. Bovendien hebben de leden hei recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeuigiug te vragen, die ook ln proceduren en faillisse menten gratis voor heu optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en bet bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar warden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar Ivan 1 November tot en met 30 April) ad I 1 75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver- eemg ng zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merena, Spaarne W, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging ls ge vestigd Jansweg 11. Voor Incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pcL der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te Innen. De kosten van Informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. par informatie, plus vijf ceuts porto-vergoeding. Jnformo- Uun naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Preteullbn op bullen de stad wo nende personen worden niet behan deld. wanneer niet 10 ets. voor purto- vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 Informatien en rechts geleerde adviezen werden ln het af- geloupeu jaar gegeven. In de maanden Mei en Juhi 1911 zijn 56 vorderingen tot een bedrag van f 1570.85 betaald; 14 vorderingen worden afbetaald, 11 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres Beert aan het Bureau, dat geopend ls dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid -Ier H. H. V toch van haar infor mal en kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op hier tor Btede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Van onzen Relzenden Redacteur. DE JONGE MAN. Of het dan ook niet door dien an deren. meer stiller maar in stilte krachtig werkenden geest van naasten liefde gaat? Of het noodzakelijk is, dat de verbetering van maatschap pelijke toestanden, altoos moet ver gezeld gaan van bitterheid, weder- zijdsch wantrouwen verzet en geweld van boven en geweld van beneden? Of in het maken van wetten van buiten, in 't aanwenden van staals- dwang het eenige middel is te zoe ken om tot harmonischer samenleven gerakenI Uit Amerika, uit dat ultra-mate rialistische maar dan toch ook wel practische Amerika komt deze nieu we geestelijke beweging, die der Jongemannen-vereen! gin;, m, welke een voortzetting is van onze oud- vuderlandsche christelijke Jongelings- vereenigingen. Wij hebben, ongenoo- digd en onverwacht, een bezoek ge bracht aan het vacantie-verblijf te Doorn, nabij Driebergen en Zeist ln de .provincie Utrecht, waar in een ledigstaande villa van den heer F. Labouchère, in een bosch van naald hout ter grootte van 7 H.A., een vijf tigtal jongelieden, allen leden van de Amsterdamsche Jon Bemannen vereeni ging, een vijfdaagsche zoinervacan- tie doorbrachten. Een der aanwe zige heeren, de heer M. Benschop Jr. bouwkundige uit Amsterdam was zoo welwillend ons rond te leiden en onze wagen te beantwoorden. „Onze Jongemannenvereeniging is opgericht naar Amerikaansch voor beeld," aldus deelde de heer Ben schop ons mede. „Ouzo leider, de heer J. van Bommel, heeft verschei dene Jaren in Amerika doorgebracht en daar het vereen! gin gsleven bestu deerd. Wli bezitten een gemeenschap pelijk orgaan ,,De Jonge man", dat f 0.60 per jaar kost. Administrateur is de heer J. C. Doyer, HeerengTacht 255. Ons ideaal ls. dat wij een eigen gebouw zullen krijgen, dat centrum van den vereenigings-arbeid. kan worden. Het doel van onze vereeni ging is jongelieden van alle standen bijeen te brengen en door wederzijd- sche opvoeding, onder leiding van ouderen, elkaar geestelijk te steunen en te verheffen. Dit Zomerhuis is slechts een begin van onzen arbeid en toch zijn wij met de resultaten al zeer tevreden. Van 1 Juli tot 13 September komen, telkens voor vijf dagen een aantal jongelieden, hoogstens ruim 70, zeven >loegen voor jongemannen van 17-30 arigen leeftijd, de overige voor Jon gens van 14rl7 jarigen leeftijd hiecr ap 't Zomerhuis logeeren. De kosten zijn per persoon 6.— plus de reiskosten die op zijn minst 1.60 bedragen". Terwijl de heer Benschop, zelf een an de logeergasten ,ons dit vertelde, oegden zich andere jongelieden bij ons en vulden nu en dan de mede- deelingen aan. Zij zouden juist dezen avond na een vjifdaagsch verblijf, weder naar Amsterdam teruggaan. Zij voelden zich zeer tevreden, zagen er gezond, gebruind en levenslustig uit. „Wilt u ons Zomerhuis niet eens bezien?" Wij begonnen met de slaapzalen te bekijken. De groote, luchtige villa- kamers waren voorzien van eenvoudi ge stroomatrassen. Op elke matras ligt netjes opgevouwen oen wollen slaap zak. Een slaapzak is gekozen omdat daarbij het 's nachts zich blootwoelen voorkomen wordt. Elke logé brengt zelf een sloop voor zijn peluw en een handdoek mede. Telkens na een vijf daagsche periode wordt het Zomer huis twee dagen voor den grooten schoonmaak gesloten. De slaapzakken worden uitgestoomd, de matrassen geklopt., de vloeren gedweild. Daarna bezochten wij het lees-pa- viljoen, waar eenige jongelieden be zig waren brieven naar familie te schrijven. Er legen couranten en ook hier haastien de jongelieden zich ons uit hunzelf, hun groote tevredenheid te betuigen. Midden in den tuin be zochten wij de groote eettent, waar de maaltijden gemeenschappelijk wor den gehouden en men 's avonds ge noeglijk bijeen ls. Er ls ln deze. tent een podium en men had de beschik king over twee seraphine-orgels en een piano. Een andere, kleinere ronde tent, schertsend het circus der A. J. M, V. genoemd, diende voor gemeenschap pelijke feestjes. Juist hing er een aan kondiging dat een blijspel „De Ge fopte'' door de jongelui was opge voerd. Entrée vijf cent ten voordeele voor arme kinderen, die naar buiten moeten. (Trein 8.28). Er is in den tuin gelegenheid voor croquet-9pel, er staan gymnastiek-werktuigen en do jongelui "hebben gelegenheid om te dammen, domino te spelen, te scha ken enz. Voornamelijk wordt bij goed weer de tijd echter met groote wandelingen of fietstochten in de prachtige om streken doorgebracht en in 't nabu rige Werkhoven was gelegenheid om to zwemmen. Wij bezichtigden de waschgelegenheid, werden er op merkzaam op gemaakt, dat er over vloedig heerlijk welwater op 't Zo merhuis te krijgen is en toen wij naar de keuken vroegen, roemden de jongelieden ais om strijd den heerlij ken, gezonden kost, dien zij genoten. Mej. Van Bommel voegde er glimla chend aan toe, dat haar gasten zul ke „bergen" eten naar binnen wisten te werken en de waardeering waar mede over den kok werd gesproken, die in hagelwitte koks-kleedij voor de keuken stond, bewees dat „la reconnaissance de l'estomac" geen sprookje is. Ook vertelden de jongelui ons, dat aak vriendschappelijk gezinde bewo ners en bewoonsters van Doorn vruch ten zonden of blóemen om de eetta fels te versieren. Oök werden de jon gelui wel door aanzienlijken uit den omtrek tot een bezoek uitgenoodigd. Op Huize Doorn hadden zij de tuinen van douairière Hamstra mogen be zichtigen. Zij waren voor den volgen den Zondag op huize Zonnehouvol bij gravin Randwijk gezioodigd. Op dit oogenhlik waren een twintigtal jon gelui op een fietstocht in den omtrek onder leiding van ds. Van Hoogen- huyze. De jongelui op hun beurt, ge voelig voor al deze zorgen en vrien delijkheid waken er onderling voor, door oppassendheid, de sympathieën van de Doornsche bevolking te blij ven behouden. Er is een donkere ka mer op 't Zomerhuis, voor degenen die photografeeren en er is steeds een rij wiel reparateur aanwezig. De dagindeeling is als volgt: To zes uur opstaan. Te zeven uur ontbijt. Te halftwe© middagmaal. Te vier uur theedrinken. Te zeven uur avond maal. Te tien uur naar bed. Door 't geheole huls is 's avonds electrlsch licht. Tweo keer daags heeft een gods dienstoefening plaats, die echter nie mand gedwongen is bij te wonen. Want hoewel men voor een christe lijk au geest onder de iongelieden ijvert, wenscht men geen bekrompen, dogmatische levensopvatting aan te kweeken en alle richtingen en geloo- ven zijn welkom. De jongelieden waren er zelfs een beetje trotsch op, dat ook eenige Roomsche en Joodsche Jongelieden met groot genoegen onder hen ver toefd hadden. „Uit welke kringen worden uw le den gekozen?" „Iedereen is welkom. Wij zijn zéér tegen clubeeest. Ons doel is juist door zooveel mogelijk alle rangen en stan den in de jeugd samen te brengen, het groote doel van harmonische maatschappelijke en geestelijke sa menleving te verkrijgen. Zoo tellen wij onder onze groep van deze perio- da een student in de theologie, maar ook eenvoudige arbeiders". „Vreest u niet voor slechte elemen ten?" „Slechte elementen voelen zich op den duur niet onder ons thuis. Maar ij beijveren ons, om voor zoover dat in ons vermogen staat, uit. de slechte elementen, goede te -maken". Juist toen wij Doorn woder verlie ten, kwam da groep wielrijders van een tocht huiswaarts. Allen zogen er gezond en gebruind uit. Men las den levenslust en de tevredenheid op de gezichten. De gezondheidstoestand laat trouwens niets te wenschen over en de kok hooft heel wat meer te doen, dan de beide doctoren, die bij voorkomende gevallen geneeskundige hulp zullen verleenen. Inlichtingen omtrent de A. J. M. V. (een der Jongelingen heeft de aardige lettor-speling „Alle Jaren Meer Vreug de" gevonden!) verkrijgt men aan 't bureel Heerengracht 255 te Amster dam. liet spreekt van zelf, dat de jonge lieden. die hier een vijftal dagen sa men genieten en verkeeren op een leeftijd, waarop de onbevangenheid des harten ons nog vol idealen voor de toekomst doet zijn, kameraadschap en vriendschap sluiten, die voor het leven wellicht, zal duren. En dat de opleiding tot wederztjdsch hulpbe toon niet nalaten zal, later in de maataeh&opij, goede vrucht te dra gen. Wil hebben den indruk mede geno men, dat hier een uitstekend maat schappelijk werk verricht wordt. Parijsche Brieven CCLXXXIV. „In deze dagen van groote hitte", schreef Gustave Téry onlangs, „moet je, als je dorst hebt. geen cider drin ken of. als je wèl cider drinkt, zorg er dan voor, dat je geen druppels van dien drank op hemd laai vallen, Want een rechter van instructie met een speurhondennatuur zou er zeer goed bloedvlekken aan kunnen her kennen, en meer is er niet noodig om je van moord te betichten en je naar het bagno te zenden Dat sloeg op het geval van den ar men drommel Michaut. die deze week door de rechtbank te Bourges onschul dig werd verklaard en door de jury vrijgesproken, na 17, zegge zeventien jaar, onschuldig ln de gevangenis te hebben gezeten en dwangarbeid te hebben verricht. Den 20sten Augustus 1893 vond men te Mornat (Creuse), vermoord in zijn hui$, een grijsaard van 78 jaar, ge naamd Francois Tixier. Het slachtof fer had men den hals afgesneden. Naast hem, vond men, geopend en met bloed bevlekt, zijn eigen mes, aarmede de misdaad was bedreven. Voorts legde men de hand op een door den moordenaar achtergelaten das. Er rezen vermoedens tegen. Mi chaut, gewezen mijnwerker te Leva- veix, die, sedert Sept. 1892, in de ge meente van Mornat met zijn en zijn schoonmoeder een afgelegen huis bewoonde. Getuigen beweerden, dat de das hem toebehoorde. Voorts werd bij een huisonderzoek bij Mi chaut bevonden, dat een zijner vesten op drie plekjes met bloed bevlekt was, en een zijner hemden twee of drie vlekjes vertoonde, waarvan men noch de afkomst noch de geaardheid ver mocht vast te stellen. Michaut verklaarde, dat de das hem niet toebehoorde, vlekken op het vest van een neusbloeding waren ge komen en op het hemd ciderdruppels waren gespat. Men geloofde hem niet en zond hem, na hem tot levenslangen dwangar beid veroordeeld te hebben, naar Guyana. Daar vernam hij, die zich voorbeel dig gedroeg, dat een zekere Francois Latour. veroordeeld tot acht jaren dwangarbeid wecen* diefstal met in braak, aan verscheidene personen verklaard had, de moordenaar van Fixïer te zijn. Hij vroeg om revisie. Verschillende dwangarbeiders ge tuigden. dat Latour him een dergelij ke confidentie had gedaan. Een hun ner voegde er aan toe, dat de moor denaar hem tevens had gezegd „Maar lk geef het niot aan, want ik vind Michaut een mispunt." En La tour zelf erkende, wel een6 bedoelde uitlatingen te hebben gedaan, zich intusschen wel voor wachtende, die verkluringen te bevestigen. Lutour s straftijd liep spoedig daar op ton einde, en de boef verdween spoorloos. èl bekwam liet hem want het voorgezet onderzoek bracht aan het licht, dat Latour zich den nacht van de misdaad in de omstre ken van Mornat had bevonden goede sier had gemaakt met tallooze goudstukken, die het slachtoffer had den toebehoord. Bij Michaut daaren tegen had men geen spoor van buit gevonden, terwijl van wraakoefening niet de minste sprake kon zijn. Het Hof van Cassatie gelastte revi- sie van het vonnis. Michaut werd onschuldig verklaard en vrijgesproken. Dezo „rechterlijke dwaling" zou al op zichzelf verschrikkelijk zijn. Want al heeft men Michaut nu ook 30,000 frs schadevergoeding toegekend, weegt dat bedrag, weegt al het geld ter wereld op tegen het door Michaut als onschuldige, doorstane l6ed af gescheiden nog van het zij'n vrouw en zijn schoonmoeder aangedane on recht? Doch er is meer. De rechter van Instructie, die in 1893 als bet ware de beschuldiging legen Michaut opende en leidde, was een lap, die met de getuigen dronk en die later wegens laster en schur kerij excusez du peu oneervol Uit zijn betrekking werd ontslagen. En ook het is werkelijk een „comble" de officier van Justitie, die den anderen recnterlijken ombte- - aai- een handje hielp, is later we ens schurkerij uit den drenst ge- aagd. Doch er is meer. De Justitie mag nooit volledig in het ongelijk worden gesteld. Want daardoor zou zij immers haar pres tige verliezen. Reden waarom de advocaat-generaal, die dezer dagen ter zake aan het woord kwam, in zijn requisitoir verklaarde, dat uit het dossier geenszins was gebleken, dat Michaut onschuldig was. Hij kon slechts getuigen, dat Michaut's schuldigheid niet wettig en overtui gend was bewezen. Alsof dit niet reeds meer dan voldoende was om ten deze een gerechtelijke fout „daar te stellen"..., Overigens wist de advo- kaat André Hesse de jury en alle andere toehoorders wel degelijk te overtuigen, dat Michaut niet den moord had begaan, kon hebben be gaan zelfs. Den pro-dood straffers zij de vraag gesteld, hoe de justitie, de onfeilbare justitie zich zou bezoedeld hebben, indien indertijd de doodstraf over Michaut ware uitgesproken En sceptisch vraagt menigeen zich ii nog af, of Michaut ditmaal zou zijn vrijgesproken na 17 jaar lij- dens. indien de instelling der jury- niet bestond. Het is een geluk voor Michaut, dat hem een schadevergoeding is toege kend, die hem in staat stelt verder, al of niet mei de zijnen het is mij niet bekend, of zijn vrouw en zijn schoonmoeder nog in leven zijn rond te komen. Want anders zou de vrees gewettigd zijn, dat het hem slecht zou vergaan. Juist, hoe para doxaal het ook klinken moge, juist omdat hij onschuldig is bevonden en in zijn eer hersteld. Charles Dickens vertelde eens ^an Jules Simon, dat een arme drommel warm was aan bevolen bij een invloedrijken per soon, die er een philantropische in richting op nahield. De ellende van den stakkerd was ontroerend, zoodat hij met open armen werd ontvangen. Het volgende gesprek ontspon zich tusscheu den weldoener en den have- looze En waartoe ben je veroordeeld geweest Ik Ik ben nooit veroordeeld ge weest Nooit? Neen. Des te beter voor li, maar dan kan ik niets voor u doen. Ik bescherm alleen maar boosdoeners. Charles Dickens besloot zijn ver haal met den uitroep Laten wij ons bezighouden met de rechtschapen rnenschen 1 All right 1 Doch zonder het exclu- sivlsmc van boven bedoelden philan- troop na te volgen, kan op goe de gronden de meaning zijn toege daan, dut niet zelden boosdoeners oorspronkelijk rechtschapen men- schen waren, waarmede men zich niet genoeg heeft bezig gehouden. OTTO KNAAP. Tan da Residentie en haar bewoners. CXVII. Zou het bezoek van president Fal- lières den Hagenaars zoo aangepakt hebben, dat zo geen belang konden stellen in de comeenteraadsverkie- zing, welke bijna een week later plaats greep Of is het zich onthou den van openbare propaganda door de kiasvereenigingen oorzaak geweest •an het slechte opkomen van de kie zers? Hoe het ook zij het slechte opkomen heeft gevolgen gehad en zal leiden tot versterking van het element van de uiterste linkerzijde in den raad. Het groote bezwaar hiervan is, dat de door de S. D. A. P. gestelde candidaten mannen van absolute on bekendheid zijn en de kans is groot, dat zij een paar van de weinige wer kelijk verdienstelijke raadsleden zul len vervangen. De heer Warr.eke, bet Schevenlngscho lid, dat voor district 1 zat, een man, die een practisch oor deel heeft als slechts weinigen en di recte hulp verkiest boven zwaar dog matisch getheoretiseer de heer Warneke, de eenige in den raad, die op tijd eens deed lachen, komt niet in herstemming. De verrassing was groot, daar de publieke opinie hem juist een groot aantal stemmen had toegezegd. Is dit praktisch raadslid al voor de gemeente verloren, de heer Treub, het bekc-nde vrijzinnig-democratisch Kamerlid, kon het slechts en dan nog op het randje af tot herstemming brengen. De reden hiervan is, dat de coalitie, die minder candidaten stelde dan er plaatsen waren, het advies gaf alleen eigen candidaten te stemmen, hoewel in II de liberalen tegenover don aftredenden wethouder De Wilde en den nat.-liistorischen heer Lisman geen candidaten gesteld hadden en in III, het overwegend linksche district, zelfs den christ.-historischen heer Hoog en raad steunden, met het gevolg, dat een man van rechts in een vast iinksch district met het hoogste aan tal stemmen uit de bus kwam. De afloop van de stemmingen brengt in I 4 socialisten in herstem ming met 3 coalitie-mannen e:i 1 vrijz. -democraat Onder de eersten is de heer Van Liefland, de bekende grondspeculant, die eenige jaren gele den heel wat moties van afkeuring over zijn hoofd voelde gaan. Zijn kans om zijn plaats te behouden is vrij groot, want het niet stemmen van hem, is het steunen van een socialist en daar zullen de mannen van rechts wel niet toe te bewegen zijn. Voor den raad zou het een groot ve'rlies zijn als mir. Treub het niet zou halen. Er bestaat echter eenige kans, dat steun van rechts geboden zal wo"rden, nu zijn tegen-candidaat van de S. D. A. P. is. Wethouder De Wil de, die Dinsdagavond in het gebouw van den R. K. Volksbond, waar de coalitie een vergadering hield, het woord voerde, wees daar ten minste op het gevaar van een herstemming, d!e mogelijk maakte dat een man als prof. Treub het veld zou moeten rui men voor een candidaat als de KI eer, iemand van zoo"n bekendheid, dat zijn naam niet eens in het adresboek voorkomt Loopen de herstemmingen af als verwacht wordt dan zal de raad be staan uit: 18 liberalen, 5 vrijz.-demo craten, 5 socialisten, 4 nat histori- schen (een partij die alleen in de re sidentie kan tieren) en 13 coalitie mannen, waaronder drie katholieken met tamelijk democratische neigin gen. De liberalen verliezen dan 2 ze tels, de anti-revolutionairen 1, welke Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE. In het nummer van Haarlem's Dag blad van Vrijdag heb ik gelezen, dat J. C. P. het ongepast vindt in deze warme dagen te schrijven over eenig onderwerp dat het warmtegevoel bij do rnenschen zou kunnen vermeerde ren. Daar ik hem sinds vele jaren goed ken, zoo goed als mij zelf zou ik zesgen, ben ik onmiddellijk bereid, aan deze wenk te voldoen. Ik zal dus niet schrijven over de gloeiende geestdrift, die hier en daar geheerscht heeft ten opzichte van de verkiezin gen, noch over den huiselijken haard, waar de mensch in deze dagen maar het veiligst is: mijn on derwerp voor heden zal zijn: het «rate r. Het water en gros en en dé tail. Eerst dan maar en détail. Een paar dagen geleden vertelde een ken nis, dat hij in een koffiehuis was bin- nengeloopen en daar een glas water gevraagd had: met verbazing werd de bestelling aangehoord, met eenigen tegezin het glas gebracht en toen hij betalen wou, niets aangenomen. Had hij een fleschje mineraalwater ge vraagd, dan zou dat met een opge wekt gezicht geleverd zijn en zeker zou er ld voor zijn aangenomen. Hieruit volgt, dat water in 't klein alleen mac worden geleverd in fles- schen, op koolzuur. Gewoon duin- water schijnt in koffiehuizen als eon bijzonder verachtelijke dronk te wor den beschouwd. Nu het water als uitwendig mid del. Wasschen is goed, baden is be ter, zwemmen is het best, wordt op de propaganda-biljetten verkondigd. Het moet onlangs zijn voorgekomen, dat eeü oude boer uit do Meer over die raadgeving de volgende beschou wing hield: „Zwemmen ls het beste, maar zwemmen kan ik niet, afgeloo- pen. Wasschen en baden zou wel gaan, maar dat is veel minder goed dan zwemmen, en ik heb altijd in mijn leven het beste genomen, anders kocht ik in 't geheel niets..." Zoo redeneerendo besloot hij, ook het was schen en baden maar na te laten. De jongelui, die Zondag een zwem feest hielden in de school aan de Heutvaart, kenden de kunst dan wel. En toch is er nog een in 't water ge vallen! Deze mededeeling, hoe een- vemdig ook, klinkt onbegrijpelijk. Natuurlijk vielen er in 't water, tien tallen raakten te water, de bedoeling was te water te raken. Met uw wel nemen, er is een groot verschil tus- schen te water gaan en te water ra ken: het eerste neemt opzet aan. het tweede toeval en nog wel ongewenscht toeval. Dat was het ook inderdaad, toen 's morgens, lang vóórdat de eer ste toeschouwer een voet in de zwem school zette, een van de organisato- met de bekende platboomde schuit in het bassin rondvoer en er plotseling uitrolde. Voor verdrinken was geon nood, maar het Zondagschc pakje was onbruikbaar en de rest der' ijverige bemoeiingen moest in de daagsche plunje gebeuren. Het is volstrekt niet noodig nog eens na te vertellen, wat er dien mid dag op het zwemfeest alzoo is ver toond Alleen over het springen zou ik het wel even willen hebben Een half dozijn eprin"*r<= klom op een be paald moment op den toren en be gon daar met dat nummer. Putsch maakte er een een salto, patsch een ander een schroefsprong, patsch een derde een dubbele salto... en ieder die ghsprongen had, zwom weer naar den kant en klauterde opnieuw naar bo ven om klaar te wezen voor den volgendon sprong. Gekleed in een uiterst dun zwempak sloegen ze, bo ven op dien toren, de armen over de borst en bibberden, bibberden zacht jes, bibberdon harder, maar bibber den zeker, daar de wind nog frisch was en langzamerhand neuzen en wangen paars schijderde. Nu zou ik met gepaste bescheiden heid willen vragen: is dat springen en dan weer wachten en dan weer springen en weer staan wachten, wel gezond? Of ik weet er niets van. of er wordt aitiid aan aankomende zwem- mertjos geraden: „blijf er niet te lang in, en als Je er uitkomt, loop dan niet met je natte body rond. maar ga je dadelijk afdrogen en aankleeden." Komen ze op het zwemfeest, dun zien ze, dat het zoo heel erg niet ge meend is: boven op den toren staan ervaren zwemmers die er nu in, dan er weer uit gaan en dat in de goed keurende tegenwoordigheid van de jury, de lury die het weet. Is dat, wil ik maar gevraagd heb ben, nu wel een goed voorbeeld? Of moeten we wachten op de overdekte zwemschool, om deze zaak te regelen en wel bijvoorbeeld aldus, dat de jon gelui uit het bassin komende, onmid dellijk een petroleum kacheltje in de arinen te knellen krijgen, waarmee ze naar boven loopen en dat ze aan hun borst blijven drukken, totdat hun beurt gekomen i3 om weer te 6pringen? Die overdekte zwemschool ls er nog niet, zullen de rnenschen denken. Heel waar, maar ze moet nu toch wel gauw in den Raad komen. Bij ge ruchte verneem ik, dat de heer Van de Kamp, uit dankbaarheid voor zijn herbenoeming, zich in dezen geest moet hebben uitgelaten: „nu zal ik toch zorgen, dat het rapport van de Raadscommissie binnen een jaar klaar komt!" Maar er gaan zoo veel praatjes, dat ik er niet voor wil in staan, dat de heer Van de Kamp dit wel inderdaad zóó gezegd heeft. Hiermee heb ik- afgehandeld met het water en détail, daar ook de inhoud van een zwemschool nog maar een geringe waterplas mag worden genoemd en ga over tot het water en gros, dat natuurlijk nooit anders kan wezen, dan de zee. Heel merkwaardig is 't, dat de jon gelui van de Haariemsche zwemschool die veel meer met land, dan met wa ter to maken hebben, leeren zwem men, terwijl matrozen, bij wie de verhouding precies omgekeerd is, die kunst gewoonlijk niet verstaan Er is wel eens aan zoo'n zeevaarder gevraagd, waarom hij niet gezorgd had, dat hij zwemmen had geleerd. „Hoor eens hier", zei de man, „de zee is vreeselijk groot en ik ben maar beel klein. Wanneer ik in zoo'n wa terplas val, dan helpt zwemmen toch niet meer". Een redeneering, die om een toepasselijk beeld te gebruiken, natuurlijk kant noch wal raakt. De ware reden is, dat de rnenschen zich in hun jeugd er geen moeite voor ge ven, als ze wat ouder zijn geworden hoelomaal niet, en komen ze nog wat meer op leeftijd eerst recht niet. Merk waardig ls het, dat de Staat der Ne derlanden die hoopen halfnutte of nuttelooze wetten de wereld inzendt, niet de uitstekende bepaling maakt, dat personen beneden een zekeren leeftijd niet op een schip aangemon sterd mogen worden, wanneer zij niet een diploma voor behoorlijk af gelegd examen in het zwemmen kun nen vertoonen. Dan zou niet behoeven te gebeuren, wat onlangs voorvieL Toen een bootje met een Hollandsch matroos er in bij het voortvaren van de Edgar QuUet omsloeg, moesten twee Franscho 'matrozen van de booge verschanst - naar beneden springen, omdat de Hollander niet zwemmen kon. Ze pikten hem op, terwijl het nog tijd was, want do mail zou an ders stellig verdronken zijn. We hebben gelezen, dat toen de twee ferme kerels weer op hel schip kwamen, president Fallières en de commandant hen feliciteerden en ze een cadeau in geld ontvingen. Nauwelijks was de Edgar Quinet in Frankriik terug, of de Nederland- sche gezant verzocht den comman dant hem deze twee matrozen te zen den, omdat hij hun iets tor hand te stellen had. Denkende aan een nieuw geschenk in jreld, stepten de twee vroolijk naar het huis van den ge zant en waren niet weinig verrukt, toen ze daar ontvingen de eereme daille van de Oranje-Nassau-ordo in zilver. „De Noderlandsche regeering", zoo verklaarde de gezant, „heeft hier mede hulde willen brengen aan de internationale deugden van moed en menschenliefde". „Vive la Hollande!" riepen iÏ6 twee zeebonken, met tranen in de oogen. En de Fransche bladen maak ten met erkentelijkheid gewag van deze daad van spontane fijngevoelig heid s Neen maar, nu moet ik toch excuus maken, daar is, wat me anders nooit gebeurt met Perry 120, mijn pen op hol gegaan. Er is namelijk niets nan van dat verhaal van den gezant en de Nassau-medaille, de regeering hooft niet van internationale deugden ge sproken. ook niet van moed en ment schenliefde kortom de Nederland- sche Regeering hoeft Niets Ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5