NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DM óUUV MN Ai TE
29e Jaaij/ang. No. 3612
Verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen.
DONDERDAG 20 JULI 1911 B
HAARLEM'S DAGBLAD
"ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N:
u pbr dr,b Maandbni ^an 1—5 80 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem 7 Haarlem van 1—5 regels elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente).. „1.30 Advertentidn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland 1-65 JgT iWa f 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Afzonderlijke nummersS?5fV «Bfiieiror M jr n a
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37Redactie eo Administratie: Grootc Houtstraat 53.
de om,tfeken franco Pef P°8t 0,48 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Veanoötscfiap Loarens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zaider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advortantiën en reclames van balten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uttelnltend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoeastraat 7678, Amsterdam. Telephoon lnterc. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1887
Gazandhaldsmaatregelen.
'Als we bedenken, hoe tegenwoor
dig maatregelen voor gezondheid
worden uitgedacht en toegepast, hoe
bijvoorbeeld niet alleen lijders aan
een besmettelijke ziekte afzonderlijk
worden verpleegd, maar ook perso
nen uit de omgeving, wanneer te ba
cillen die de xiekte veroorzaken bij
eich hebben, in afzondering worden
gehouden, dan vinden we toch wel
een ontzaglijken vooruitgang vergele
ken bij vroeger, toen de gasthuisver-
pleging in een kwaden reuk stond an
leder aan huls verpleegd werd, tot
groot gevaar voor de verspreiding
van de ziekte en tot gevaar voor den
patiënt, die wel een hartelijke, maar
geen geschoolde en stelselmatig© ver
pleging kreeg.
Zulke voorrechten moeien ons
dankbaar stemmen voor den tijd,
waarin wij leven. En dat te meer,
omdat de kans op besmettelijke ziek
ten zooveel geringer is, dan vroeger.
Hunne twee hoofdoorzaken, dat wil
zeggen de voornaamste redenen van
overbrenging, melk en water, wor
den, in de steden vooral, voortdurend
verbeterd. In mijn jeugd werd op het
dorp, waar ik woonde, niet andera
dan regenwater gedronken. In open
looden goten langs de huizen werd
het regenwater opgevangen en naar
een regenbak geleld, waaruit het
met een aker of emmer dan weer
werd opgehaald. De aanraking met
die looden goot, de dorre bl&ren, dde
er ln lagen, zoodat de afvoer some
verstopt was, de geschenken van
voorbijvliegende vogels, dat alles te
zomen gaf aan het water een zeke
ren pikanten smaak, dien wij lekker
vonden en die ons het duinwater el
ders beslist deed verachten het
kon goed zijn, maar zooals ons wa
ter, neen, zqp was het niet 1
Natuurlijk was in droge zomers
watergebrek niet zeldzaam, dan
kwamen er groote schuiten, waaruit
water te koop was tegen een cent
per emmer. Wat een misère en getob
dat gaf," kan men zich denken. Boven
dien gaf het regenbak-systeem aan
leiding tot onaangename verrassin
gen. Het is gebeurd, dat een familie
aan bet water een onaangenamen
smaak vond, die na enkele dagen
niet verminderde, maar toenam. Be
sloten werd den bak leeg te schep
pen en schoon te maken. Tot schrik
van allen weid toen in den bak een
doode kat gevonden. Het beest was
blijkbaar per ongeluk in de opening
gevallen en jammerlijk verdronken.
De manier, waarop we onze melk
thuis kregen was niet minder vrij
van voorzorgen. De boerin of haar
dienstbode kwamen die tweemaal
daags rondbrengen in open emmers
aan een juk. Stof en vuil hadden
volle vrijheid in de emmers te stui
ven en de boerin zou het hen ach
niet beletten, want ze keek niet op
een kleinigheid.
Op een avond smaakte de melk wat
vreemd, zóó zelfs, dat er een bood
schap ging naar den melkboer om
informatie. Het antwoord waa duide
lijk en werd gegeven op een toon
van ,,wie maakt nu aanmerking op
zulke bagatellen" och Ja, de koe had
baar poot in den melkemmer gezet
Nog onlangs hoorde ik door
iemand, die ook haar jeugd ln een
dorp had doorgebracht, vertellen,
dat ze meermalen gezien had hoe de
boer de emmers melk neerzette en
een poosje weggingdan kwamen
eenige katten uit do buurt, gingen er
bij staan en deden zich eens lekker
tjes te goed. Daarna kregen de klan
ten de lekkernij
Nog altijd Is do melkvoorzdenlng
niet ln orde, vooral op het platte
land, ver van een waakzaam oog,
wordt er nog zonderling mee omge
sprongen en zoolang de boeren zelf
niet zóó ontwikkeld zijn, dat een rei
ne behandeling hun tot een tweede
natuur geworden ls, zal dat wel
blijven duren, omdat men eenmaal
niet achter iedere koe een gendarme
zetten kan. Maar de toestanden war
den beter en vooral hier in Haarlem,
met onze oontróle op de melk en de
vrij algemeen heerschende gewoonte,
om de melk te koken, mogen we te
vreden zijn. Er ls een heole afstand
tussöhen het keurige wagentje met
de flesschen gesteriliseerde melk van
dezen tijd en de met haar open em
mers sjouwende boerenmeid van
vroeger I
Ik heb ook nog de bedsteden ge
kend, hoewel die toen al ln hun
laatste dagen waren en de open ledi
kanten al meer en meer ln zwang
raakten. Een vroeger geslacht heeft
die vreeselijke bedsteden nog in hun
hloeitijd gekend. Voor ons ls het een
raadsel, hoe de mensehen zich kon
den opbergen in die nauwe hokken,
's nachts de deuren werden
I Soms sliepen, behalve va
der en moeder, ook nog een paar
kleine kinderen in deze benauwde
ruimte.
Maar verbeteringen gaan niet per
zevenmijlslaarzen, doch met kleine
stapjes en toen eenmaal de ledikan
ten regel waren, hingen de menschen
er zware, groene, saaie gordijnen om,
want tot eiken prijs moest het licht
worden geweerd. Het raam op een
kier open te zetten, zou in die dagen
als een poging tot zelfmoord zijn be
schouwd. Weer een poos later ver
dwenen de dikke gordijnen en maak
ten voor dunne witte plaats en tegen
woordig zijn we ook daarover lieen
en laten licht en lucht vrij toetreden
tot ónze slaapplaats, sedert we w«
ten, dat liet daglicht niet alleen geen
nadeeligen invloed oefent, zooals de
ouden dachten, maar dat het zonlicht
zelfs een versterkenden en zuiveren
den invloed hoeft.
De open ramen zijn nog niet heel
algemeen, 's nachts noch overdag.
Waar lijders aan tuberculose zijn
leert het gezin ze verdragen eerst,
waardeeren later. Maar overigens?
In menig huis en niet in kleine wo
ningen alleen, golft de duffe lucht
ons tegen, die onbarmhartig ver
raadt, dat de bewoners zich tegen het
binnenlaten van frissche lucht blij
ven verweren. Meestal is het om de
voorkamer, de mooie kamer, te doen.
Wat daarin staat, moet, gewreven en
gepoetst als het la, voor vuil en stof
van de straat beschermd blijven en
t is waar wanneer de ramen
opengaan, zijn die niet te weren
Daarvoor getroost bet gezin zich die
duffe atmosfeer in huis, daarvoor be
helpt het zich ln een achterkamer of
ln de keuken, omdat de mooie kamer
schoon moet blijven, voor bet gebruik
op dan Zondag en op buitengewone
feestdagen. Kon de Nederlandsche
huismoeder toch van haar mooie ka
mer afstand doen I Als we nagaan,
hoe zij zichzelf aldus zes dagen ln
de week bet gebruik van een gedeelte
van haar huis ontzegt, dan komen
we tot de slotsom, dat ze de overblij
vende ruimte, in varhouding tot an
dere huurhuizen, wel duur betaalt.
In dat opzicht zijn we wednlg voor
uitgegaan, want de mooie kamer be
stond in miin jeugd en ze bestaat
nog I Het schijnt, dat de Nederland-
sche huisvrouw behoefte heeft aan
poetsen, wrijven en schoonhouden,
dingen, die lofwaardig zijn, als maar
niet het vrije gebruik van de voorwer
pen daarom nagelaten wordt
Schoonhouden, zei ik. Maar hoe
staat het met schoonhouden van ons
zelf In mijn jeugd was er een bad
huis, maar er werd geen druk ge
bruik van gemaakt, behalve op zeke
ren dag door den veldwachter, die
zeep had meegehracht en daarvan
zoo'n overvloedig gebruik maakte,
dat andere liefhebbers dien dag bet
bassin als onbruikbaar beschouwden.
Badkamers aan huis hadden toen
ook de gegoeden nog niet, zoodat we
maar zullen hopen, dat iedereen ge
regeld zijn lichaam een Zaterdagsche
flinke waschheurt gaf.
Daarin zijn we wel vooruitgegaan.
Hygiène, de voorschriften van docto
ren en de eisch van gasthuizen, om
vóór de verpleging een flinke reini
ging te ondergaan, hebben wel be
tere begrippen op dit stuk verspreid.
Toch is de toestand nog verre van
ideaal. Tweeduizend baden in een
week genomen in de douche-badhui
zen van het Witte Kruis, zeker, het ls
nuttig dat ze er zijn, maar wat be-
ieekent zoo'n cijfer nog tegenover
een bevolking, die, met het stads
kwartier van Schoten alleen, 80.000
zielen beloopt. En nu zijn we nog
midden in den zomer, want in den
winter is het cijfer lager. Neen waar
lijk, de propaganda voor de badhui
zen kan nog veel goeds doen, vooral
bij de vrouwen, die door haar invloed
man en kinderen tot liet nemen van
een douchebad kunnen bewegen en
zelf er gebruik van moeten maken.
Dat komt nog veel te zelden voor.
Uit gebrek aan belangstelling, uit
een zekere verlegenheid ook. Het
schijnt, dat de buren er lets in zien,
het niet goedkeuren, als een huis
moeder naar hot douchebad gaat.
Ziedaar een vooroordeel, dat toch
niet meer behoorde te bestaan.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Marokkaansche aangjlegenheflsn
Over
ls nog niet veel nieuwe.
Op het verzoek van den Franschen
minister van bultenlandsche zaken
bracht de Spaansche gezant hem een
bezoek. De gezant sprak als zijn over
tuiging uit. dat zoo de feiten betreffen
de de arrestatie van den Franschen
consul Bolsset door de rapporten der
Spaansche agenten worden bevestigd,
de Spaansche regoerina niet kon na
laten haar leedwezen over het. ge
beurde aan de regeering van Frank
rijk uit te spreken en de noodige
maatregelen tot herstel van het be
gane onrecht te nemen.
De Fransche gezant te Madrid ls
zich bovendien gaan beklagen bij
den Spaanschen minister van buiten-
landsche zaken.
Spanje is wel aan 't bakzeil-halen.
Geen wonder, want 't is ook wel heel
raar aan 't avonturen geweest I
In een onderhoud met journalisten
verklaarde de Spaansche minister
president, dat het incident te Alkas-
sar z. i. niet ernstig is. Het is evenwel
teekenend voor de opwinding, waarin
de gemoederen ver koeren. Morgen
kan ieder ander willekeurig feit weer
aanleiding geven tot uitleggingen. De
minister van buitenlandsclie zaken
heeft het dan ook in het onderhoud
met den Franschen ambassadeur over
dezen gemoedstoestand gehad zoo
verzekerde de premier.
O, Ja. er is ook nog een Sultan in
Marokko I Nu de Euro pees che mo
gendheden in t Moorenland de eerste
viool apelen, zou men Z. M. haast ver
geten.
Toch ls hij ook van de partij!
Zelfs heeft
DE SULTAN MEEGEDEELD, HOE
HIJ OVER DE VERWIKKELIN
GEN DENKT
en wel ln een interview met een
Fransch Journalist.
De Sultan drukte zijn diepe erkente
lijkheid uit voor de hulp. die Frank
rijk hem op zijn verzoek, heeft ge
bracht. Daarentegen protesteerde Z.
M. tegen de interventie van Spanje,
die z. i. door niets gerechtvaardigd
is. Ook gaf hij zijn verwondering te
kennen over het zenden van een
Duitsch schip naar Agadir. waarvan
misschien een misverstand de oor
zaak is. (Wat drukt de Sultan zich
voorzichtig uitHij deed een beroep
op Frapkri>k, om zijn te Algeciras er
kende rechten in Berlijn te doen gel
den.
De Sultan eindigde met te zeggen,
dat de Fransche troepen weldra Fez
geleidelijk zullen kunnen verlaten, on-
dor voorwaarde, dal de Sultan de
middelen en instructeurs heeft, noo-
dig om een klein Marokkaausch leger
te vormen, dat in staat zal zijn de
orde, die nu hersteld i's, te handha
ven.
De Sultan deed nog een beroep op
Frankrijk voor alle militaire, admi
nistratieve en fiscale hervormingen.
De Franschen zijn met den Sultan
wel goede vriendjes Dat zal de ande
ren (Duitschers en Spanjaarden voor
al! zeker Jaloersch maken
In zijn bespreking aangaande de
hernieuwing van het Engelsch-Japan-
sche verdrag, raadt 't Russische blad
„Novoje Vremja" het sluiten van een
arbitrage-verdrag tusschen Rusland
en Engeland aan. „Wij hebben daar
toe geen minder geldige redenen dan
de Vereenigde Staten*"', aldus het
blad. „WH hebben evenmin grond om
met Engeland ln gewapend conflict
te komen. Groot-Britannië kan geen
Dreadnought naar Moskou sturen,
evenmin als het ons mogelijk ls, een
leger in de Theemsvallei aan land te
zetten. De politieke zoowel als de
aardrijkskundige gesteldheid van bei
de landen rechtvaardigt de onderwer
ping van leder eventueel geschil aan
een hof van arbitrage.
UIT DE TURKSCHE POLITIEK.
1 Hoofd der meerderheidspartij ln
de Turksche Kamer heeft een ernstig
gesprek met den grootvizier gehad,
waarvan treruchten over het aftreden
van verschillende ministers het gevolg
zijn. De partijleider, Said bel gehee-
ten, wees den grootvlvler op het ern
stige van den binnenlandschen toe
stand, die van dag tot dag moeilijker
wordt.
De grootvizier verklaarde, dat hij
de dingen veel rooskleuriger inzag,
dat er op het oogenblik eigenlijk al
leen maar de Mallssoren-kweatle be
stond, die de regeering na verloop
van eenige dagen hoopte ln orde te
brengen .zoodat do grootvizier dan
von plan was zijn zomorvacantie te
nemen.
Said bel was van meening. dat deze
verdediging nauwelijks bevredigend
was en hii vroeg verder of de groot
vizier de heele verantwoording voor
den toestand op zich kon nemen.
De grootvizier verzekerde, dat dat
het geval was.
De heeren verlieten elkaar in zeer
geprikkelde stemming.
Dat- het er ljn Albanië niet zeer
rooskleurig uitziet, bewees 't besluit
betreffende de benoeming van Abdoel-
la pasja tot opperbevelhebber in Al
banië en het terugroepen van Toer-
goet pasja die niet voldoen kon.
In goed Ingelichte kringen wordt
het officieus© verbloemen van de ern
stige gebeurtenissen ln Albanië afge
keurd. Het gerucht gaat bovendien,
dat benden bij Santa Quaranta troe
belen verwekt hebben, die door een
landingsdivisie van een tórpedoboot
onderdrukt moesten worden.
Ook uit andere plaatseu van Alba
nië komen berichten over nieuwe go-
vechten.
Ook van
KRETA
komen ongunstige berichten. Op dat
eiland worden korpsen vrijwilligers
opgericht- Naar 't heet tot het bescher
men van de eigendommen op het plat
teland en 't helpen der op 't plat
teland onvoldoende politie. In werke
lijkheid schijnen die korpsen echter
revolutionnan van strekking te zijn
en iets tegen de regeering ui den zin
ie hebben. Turkije vertrouwt de zaak
dan ook niet en heeft reeds voor
zorgsmaatregelen genomen.
IN GRIEKENLAND
gebeuren •->? altijd vreemde dingen.
Nu wordt b.v. uit Athene geseind
In de nachtzitting heeft de Kamer
de wetsontwerpen over de universiteit
tn derde lezing aangenomen. Volgens
deze wetten worden o. m. alle docen
ten ontslagen en zullen nieuwe wor
den benoemd. Daardoor kunnen de
door de zuiveringswetten van de vol
gende regeering ontslagen, hoogleera
ren weder worden toegelaten.
De eigenaardigheden zijn talrijk.
Ie de nachtzitting;
2e. dat alle docenten eenvoudig ont
slagen worden
3e. dat de vroeger afgezette hoog
leeraren nu weer waardig gekeurd
worden hun werk te doen.
DE ANARCHIE IN PERZIè
neemt toe. Uit Teheran wordt het vol
gende geseind De Kabinets-crisis is
weliswaar niet voorbij, maar de Si-
padar is bereid, als minister-president
aan te blijven. In de stad heerscht
groote opgewondenheid. Velen zijn
gunstig voor den vroege ren Sjah ge
stemd.
Vele Russen en Perzen zijn ver
heugd over den terugkeer van den af-
gezetten Sjah, die aan de kust van de
Kaspische Zee geland ls met een Rus
sische stoomboot.
Dit feit. alsook de houding van de
Russen geven aanleiding Rusland er
van te verdenken, dat het den terug
keer van den oud-Sjah mogelijk heeft
gemaakt.
De Perzische regeering gelooft niet
dat deze staatsgreep van den oud-
Sjah zal slagen, indien tenminste de
1200 Bachtvaren, die zich te Teheran
bevinden, de regeering touw blijven,
hetgeen schijnt vast te staan
't Parlement (voor zoover 't nog be
staat heeft de regeering machtigng
verleend om den staat van beleg in
den meest strengen vorm af te kon
digen.
Een expeditie zal onmiddellijk te
gen den ex-Sjah worden uitgezonden,
een andere tegen Salar-ed-DauIeh. en
zijn mede-oproerlingen.
Een nader telegram meldt 't ge
rucht, dat 't niet de echte oud-Sjah
is, maar een bedrieger. Of dit juist is,
zal men moeten afwachten, tot er na
dere berichten komen.
Stadsnieuws
PROVINCIALE STATEN.
(Vervolg).
Het ontduiken der eischen, door
verplaats ng van bet personeel, acht
Prof. v. Embden ondenkbaar.
De heer WIBAUT achtte het even
tueel we,geren der H. U. S. M. geein
reden, om het stellen van rechtmati
ge eischen na te laten.
De houding, die de H. U. S. M.
heeft aangenomen tegenover het
scheidsgerecht, rechtvaardigt het
stellen der eischen.
De heer SMEENGE was teleurge
steld door de beantwoording zijner
vragen. Nu wil spreker nog aan Ged.
Staten verzoeken on bij de maat
schappij nog eens op spoed aan te
dringen.
Spreker gelooft, dat onder dit per
soneel van aanleg, vele personen zul
len zijn, d;e ook geschikt zijn voor
de exploitatie.
De heer DUYS achtte de eischen
wel gerechtvaardigd. Bij de H. IJ. S.
M. is een misstand, die ook in de Ka
mer erkend is. De II. IJ. S. M. kan
het scheidsgerecht ontkomen, door
het ongevraagd eervol ontslag. Waar
FHÜlLLBtON
door Hendoii liill.
47)
J uist, stemde Elisha met een
vermoeiden glimlach toe. Dat ont
breekt er ook juist aan het mid
del waarmee het pistool bevestigd is
geweest en waardoor het werd afge
vuurd. Daarom zal uw gevangene
moeten hangen, vrees ik.
Do twee politieambtenaren keken
elkaar vragend en vol twijfel aan,
Er zou wel een grond van waar
heid ln kunnen liggen, zeide Scott
voorzichtig. Daarmee zou het ge
bruik Yan zoo'n ouderwetscb duel
pistool verklaard zijn, dat gaat bij
de minste aanraking af. Juist dat ver-
wenschte pistool houdt mij voortdu
rend in twijfel. Als wij maar kon
den opsporen waar het vandaan
kwam. Het rampzalige is, dat er
ook zonder dat men op de herkomst
van het pistool let. bewijzen genoeg
zijn om den gevangene te doen han
gen.
De sergeant wierp snel een onder
zoekenden blik op Elisha, als hoopte
bij half, dat de oude man de zoozeer
gewenschte Informatie zou geven.
Maar ofschoon ln hevige verlei
ding, besloot Elisha toch te blijven
zwijgen, overtuigd dat er maar twee
dingen waren, die met volkomen vei
ligheid voor Dick Wenslade zijn tong
konden losmaken. Het eeue was een
getrouwe en onschuldige verklaring
van Phyllis Vaughan over kaar ver
blijf in den antiqultedten-w i n keihot
andere was een rechtstreeksclie ge
tuigenis van Ruvenscar, dat hij de
vai hud klaar gezet, waarin hij over
tuigd was, dat Mr. Wenslade moest
loepen, als hij zijn studeerkamer bin
nenkwam.
Ik zou wel willen vragen, wat
het eerst uw wantrouwen tegen den
secretaris opwekte vroeg Scott
nu.
Eén oogenblik wist Elisha niet wat
te antwoorden. Als hij d© geheel©
waarheid moest zeggen, dan zou hij
moeten bekennen, dat hij voor het
eerst achterdocht tegen Raven scar
begon te voeden, toen hij getuige was
van zijn welgeslaagde poging om
onder een voorwendsel een proef van
het handschrift van kapitein Vaughan
machtig te worden, maar daarmede
zou Phyllis ook in de zaak betrokken
worden. Daarom besloot hij de halve
waarheid maar los te laten.
Ik denk, dat het mijn Indruk
van zijn karakter was, en het over
wicht. dat hij over Lord Monksllver
had weten te krijgen, zei hij, ter
wijl hij er met een lachje van ver
standhouding aan toevoegde U ls
zelf ook detective, mijnheer, en u
weet dus, hoe wij soms geïnspireerd
worden, zonder te weten waarom.
Het verschil tusschen een goed en
een slecht detective bestaat hierin,
dat de Inspiratie van den een meestal
goed, van den ander verkeerd is.
Scott knikte.
Had u dus al verdenking tegen
Mr. Ravenscar, toen u voor liet eerst
do studeerkamer van den lieer
Wenslade doorzocht vroeg hij.
Ja, antwoordde Elisha kortaf.
Hij voelde, dat hij zich op dun Ijs
bevond, door de vragen van dezen
ervaren politieman te beantwoorden.
Majoor Wilhraham zag, dat do oude
man vermoeid of gemelijk werd, en
stond plotseling op.
We ztin u zeer verplicht, Mr.
Crowe, en ik behoef u ternauwernood
te beloven, dat wij groote aandaoht
zullen wijden aan uw vernuftig©
theorie, zal hij, terwijl hij zijne
hand uitstak. Kcim, Scott Als wij
eenmaal onze rust genomen hebben,
dan zullen wij er ook niet op gesteld
zijn, om over beroepszaken lastig ge
vallen te worden. Wij hebben al te
veel van het geduld van Mr. Crowe
gevergd.
Toen zij naar de herberg terug
gingen om de auto weer op te zoe
ken, wilde de majoor graag de opinie
van den sergeant booren over het-
©o juist
den zijn, of zat er nog wel iets ln
Er zit nog heel wat in, mijnheer,
antwoordde Scott droogjes.
Wat ter wereld moeten wij dan
doen om dat te bewijzen Bedenk
wal, nog maar drie dagen en dan is
do terechtzitting er al. Wat zullen
wij doen waarmee zullen wij be
ginnen
Sergeant Scott baalde zijne schou
ders op.
Dat zou ik u kunnen zeggen,
wanneer lk evenveel wist als dat
oude heertje weet, antwoordde hij
mot een eigenaardig lachje. Mr.
Elisha Crowe weet veel meer dan hij
laat voorkomen, en als lk mij niet
vergis, dan is hij van plan nog veel
meer te weten, voordat de terechtzit
ting daar ls. Alles wat wij doen
kunnen is
Ja viol do majoor hem
haastig in de rede, terwijl hij aan
Yvonne dacht. Wat kunnen wij
doen
Op het vinkentouw zitten en
wachten, zei Scott. Ik ben
„au bout de man latin". Laat die
oude man nu de kastanjes eens uit
het vuur halen.
HOOFDSTUK XX.
Het zilveren lint.
Elisha Crowe stapte moedig de laan
in naar de Priory. Weer was er een
dag voorbij en plets deed veronder
stellen, dat de politiebeambten in
staat geweest waren van zijn wenk
te profiteeren, Waarschijnlijk, zoo
sprak hij tot ziclizelf, hadden zij hot
niet eens geprobeerd, het als een
hersenschim van een klndschon oude
beschouwd. Hij zelf had geen stappen
gedaan ln de richting, die hij noodig
oordeelde om liet geheim op te los
sen, namelijk de ontdekking van
Phyllis, ofschoon hij met dut doel
Ravenscar voortdurend had nage
gaan.
Als zij ergens in de buurt verblijf
hield, dan kon hij niet vinden, dat
Ravenscar in persoonlijke connectie
tot haar stond.
Daarom had hij besloten te trach
ten, Lord Monksilvcr zelf te spreken,
en prol>eeren te weten te komen, of
de aanleg tot kleptomanie bij mylord
nog bestond en of hiermee in deze
zaak ook nog rekening zou moeten
worden gehouden.
Het was mogelijk, dat do viscount,
als hij den ring gestolen had, in het
geheim was van het verdwijnen van
het meisje.
Elisha had een sterk vermoeden,
dat de oude peer geheel in de macht
van zijn secretaris was, en het was
mogelijk, dat de een aandeel had ln
de misdaden van den ander.
Mr. Crow© was zich evenals Iedere
bewoner van Beacon Audley bewust,
dat er geen kans bestond om Lord
Monksllver persoonlijk te naderen.
Hij vroeg op nederigen toon naar
Mr. Ravenscar, met het vertrouwen,
dat een gelukje hem wel, voordat hij
liet huis verliet, in contact zou bren
gen met Lord Monksilver.
Toen hij stond te wachten om toe
gelaten te worden, bedacht hij met
grimffligen humor, dat het niet waar
schijnlijk was, dat hem den toegang
geweigerd zou worden.
Met al zijn minachting voor hem
als een onschadelijke doeniet, zou
Ruvenscar zich toch willen verzeke
ren, of hij nog altijd den amateur
detective speelde
Toen hij in de kamer gelaten werd,
waar Ravenscar bezig was de zaken
van zijn chef te behandelen, merkte
hij, dat zijn veronderstelling juist
wus. Daartoe was de sardonische
lach en de gretigheid van zijn half
neergeslagen onderzoekenden blik,
waarmee hij den niet minder onder
zoekenden blik van Elisha beant
woordde, niet noodig.
De secretaris zat voor een reus
achtig groote schrijftafel tegenover
de deur, waardoor Elisha binnen
kwam. Achter hem, tegen den rnuur,
aan weerskanten van den haard,
stonden twee kleinere tafels, ieder
van laden voorzien. Naast een van
deze kleinere tafels was een tweede
deur, blijkbaar toegang verleen end
aan een kamer aan den anderen kant
natuurlijk het particulier eigen
dom van Lord Monksilver.
(Wordt vervolgd).