NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. DM óUUV MN Ai TE 29e Jaaij/ang. No. 3612 Verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen. DONDERDAG 20 JULI 1911 B HAARLEM'S DAGBLAD "ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N: u pbr dr,b Maandbni ^an 1—5 80 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem 7 Haarlem van 1—5 regels elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente).. „1.30 Advertentidn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland 1-65 JgT iWa f 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Afzonderlijke nummersS?5fV «Bfiieiror M jr n a Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37Redactie eo Administratie: Grootc Houtstraat 53. de om,tfeken franco Pef P°8t 0,48 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Veanoötscfiap Loarens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zaider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advortantiën en reclames van balten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uttelnltend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoeastraat 7678, Amsterdam. Telephoon lnterc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1887 Gazandhaldsmaatregelen. 'Als we bedenken, hoe tegenwoor dig maatregelen voor gezondheid worden uitgedacht en toegepast, hoe bijvoorbeeld niet alleen lijders aan een besmettelijke ziekte afzonderlijk worden verpleegd, maar ook perso nen uit de omgeving, wanneer te ba cillen die de xiekte veroorzaken bij eich hebben, in afzondering worden gehouden, dan vinden we toch wel een ontzaglijken vooruitgang vergele ken bij vroeger, toen de gasthuisver- pleging in een kwaden reuk stond an leder aan huls verpleegd werd, tot groot gevaar voor de verspreiding van de ziekte en tot gevaar voor den patiënt, die wel een hartelijke, maar geen geschoolde en stelselmatig© ver pleging kreeg. Zulke voorrechten moeien ons dankbaar stemmen voor den tijd, waarin wij leven. En dat te meer, omdat de kans op besmettelijke ziek ten zooveel geringer is, dan vroeger. Hunne twee hoofdoorzaken, dat wil zeggen de voornaamste redenen van overbrenging, melk en water, wor den, in de steden vooral, voortdurend verbeterd. In mijn jeugd werd op het dorp, waar ik woonde, niet andera dan regenwater gedronken. In open looden goten langs de huizen werd het regenwater opgevangen en naar een regenbak geleld, waaruit het met een aker of emmer dan weer werd opgehaald. De aanraking met die looden goot, de dorre bl&ren, dde er ln lagen, zoodat de afvoer some verstopt was, de geschenken van voorbijvliegende vogels, dat alles te zomen gaf aan het water een zeke ren pikanten smaak, dien wij lekker vonden en die ons het duinwater el ders beslist deed verachten het kon goed zijn, maar zooals ons wa ter, neen, zqp was het niet 1 Natuurlijk was in droge zomers watergebrek niet zeldzaam, dan kwamen er groote schuiten, waaruit water te koop was tegen een cent per emmer. Wat een misère en getob dat gaf," kan men zich denken. Boven dien gaf het regenbak-systeem aan leiding tot onaangename verrassin gen. Het is gebeurd, dat een familie aan bet water een onaangenamen smaak vond, die na enkele dagen niet verminderde, maar toenam. Be sloten werd den bak leeg te schep pen en schoon te maken. Tot schrik van allen weid toen in den bak een doode kat gevonden. Het beest was blijkbaar per ongeluk in de opening gevallen en jammerlijk verdronken. De manier, waarop we onze melk thuis kregen was niet minder vrij van voorzorgen. De boerin of haar dienstbode kwamen die tweemaal daags rondbrengen in open emmers aan een juk. Stof en vuil hadden volle vrijheid in de emmers te stui ven en de boerin zou het hen ach niet beletten, want ze keek niet op een kleinigheid. Op een avond smaakte de melk wat vreemd, zóó zelfs, dat er een bood schap ging naar den melkboer om informatie. Het antwoord waa duide lijk en werd gegeven op een toon van ,,wie maakt nu aanmerking op zulke bagatellen" och Ja, de koe had baar poot in den melkemmer gezet Nog onlangs hoorde ik door iemand, die ook haar jeugd ln een dorp had doorgebracht, vertellen, dat ze meermalen gezien had hoe de boer de emmers melk neerzette en een poosje weggingdan kwamen eenige katten uit do buurt, gingen er bij staan en deden zich eens lekker tjes te goed. Daarna kregen de klan ten de lekkernij Nog altijd Is do melkvoorzdenlng niet ln orde, vooral op het platte land, ver van een waakzaam oog, wordt er nog zonderling mee omge sprongen en zoolang de boeren zelf niet zóó ontwikkeld zijn, dat een rei ne behandeling hun tot een tweede natuur geworden ls, zal dat wel blijven duren, omdat men eenmaal niet achter iedere koe een gendarme zetten kan. Maar de toestanden war den beter en vooral hier in Haarlem, met onze oontróle op de melk en de vrij algemeen heerschende gewoonte, om de melk te koken, mogen we te vreden zijn. Er ls een heole afstand tussöhen het keurige wagentje met de flesschen gesteriliseerde melk van dezen tijd en de met haar open em mers sjouwende boerenmeid van vroeger I Ik heb ook nog de bedsteden ge kend, hoewel die toen al ln hun laatste dagen waren en de open ledi kanten al meer en meer ln zwang raakten. Een vroeger geslacht heeft die vreeselijke bedsteden nog in hun hloeitijd gekend. Voor ons ls het een raadsel, hoe de mensehen zich kon den opbergen in die nauwe hokken, 's nachts de deuren werden I Soms sliepen, behalve va der en moeder, ook nog een paar kleine kinderen in deze benauwde ruimte. Maar verbeteringen gaan niet per zevenmijlslaarzen, doch met kleine stapjes en toen eenmaal de ledikan ten regel waren, hingen de menschen er zware, groene, saaie gordijnen om, want tot eiken prijs moest het licht worden geweerd. Het raam op een kier open te zetten, zou in die dagen als een poging tot zelfmoord zijn be schouwd. Weer een poos later ver dwenen de dikke gordijnen en maak ten voor dunne witte plaats en tegen woordig zijn we ook daarover lieen en laten licht en lucht vrij toetreden tot ónze slaapplaats, sedert we w« ten, dat liet daglicht niet alleen geen nadeeligen invloed oefent, zooals de ouden dachten, maar dat het zonlicht zelfs een versterkenden en zuiveren den invloed hoeft. De open ramen zijn nog niet heel algemeen, 's nachts noch overdag. Waar lijders aan tuberculose zijn leert het gezin ze verdragen eerst, waardeeren later. Maar overigens? In menig huis en niet in kleine wo ningen alleen, golft de duffe lucht ons tegen, die onbarmhartig ver raadt, dat de bewoners zich tegen het binnenlaten van frissche lucht blij ven verweren. Meestal is het om de voorkamer, de mooie kamer, te doen. Wat daarin staat, moet, gewreven en gepoetst als het la, voor vuil en stof van de straat beschermd blijven en t is waar wanneer de ramen opengaan, zijn die niet te weren Daarvoor getroost bet gezin zich die duffe atmosfeer in huis, daarvoor be helpt het zich ln een achterkamer of ln de keuken, omdat de mooie kamer schoon moet blijven, voor bet gebruik op dan Zondag en op buitengewone feestdagen. Kon de Nederlandsche huismoeder toch van haar mooie ka mer afstand doen I Als we nagaan, hoe zij zichzelf aldus zes dagen ln de week bet gebruik van een gedeelte van haar huis ontzegt, dan komen we tot de slotsom, dat ze de overblij vende ruimte, in varhouding tot an dere huurhuizen, wel duur betaalt. In dat opzicht zijn we wednlg voor uitgegaan, want de mooie kamer be stond in miin jeugd en ze bestaat nog I Het schijnt, dat de Nederland- sche huisvrouw behoefte heeft aan poetsen, wrijven en schoonhouden, dingen, die lofwaardig zijn, als maar niet het vrije gebruik van de voorwer pen daarom nagelaten wordt Schoonhouden, zei ik. Maar hoe staat het met schoonhouden van ons zelf In mijn jeugd was er een bad huis, maar er werd geen druk ge bruik van gemaakt, behalve op zeke ren dag door den veldwachter, die zeep had meegehracht en daarvan zoo'n overvloedig gebruik maakte, dat andere liefhebbers dien dag bet bassin als onbruikbaar beschouwden. Badkamers aan huis hadden toen ook de gegoeden nog niet, zoodat we maar zullen hopen, dat iedereen ge regeld zijn lichaam een Zaterdagsche flinke waschheurt gaf. Daarin zijn we wel vooruitgegaan. Hygiène, de voorschriften van docto ren en de eisch van gasthuizen, om vóór de verpleging een flinke reini ging te ondergaan, hebben wel be tere begrippen op dit stuk verspreid. Toch is de toestand nog verre van ideaal. Tweeduizend baden in een week genomen in de douche-badhui zen van het Witte Kruis, zeker, het ls nuttig dat ze er zijn, maar wat be- ieekent zoo'n cijfer nog tegenover een bevolking, die, met het stads kwartier van Schoten alleen, 80.000 zielen beloopt. En nu zijn we nog midden in den zomer, want in den winter is het cijfer lager. Neen waar lijk, de propaganda voor de badhui zen kan nog veel goeds doen, vooral bij de vrouwen, die door haar invloed man en kinderen tot liet nemen van een douchebad kunnen bewegen en zelf er gebruik van moeten maken. Dat komt nog veel te zelden voor. Uit gebrek aan belangstelling, uit een zekere verlegenheid ook. Het schijnt, dat de buren er lets in zien, het niet goedkeuren, als een huis moeder naar hot douchebad gaat. Ziedaar een vooroordeel, dat toch niet meer behoorde te bestaan. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Marokkaansche aangjlegenheflsn Over ls nog niet veel nieuwe. Op het verzoek van den Franschen minister van bultenlandsche zaken bracht de Spaansche gezant hem een bezoek. De gezant sprak als zijn over tuiging uit. dat zoo de feiten betreffen de de arrestatie van den Franschen consul Bolsset door de rapporten der Spaansche agenten worden bevestigd, de Spaansche regoerina niet kon na laten haar leedwezen over het. ge beurde aan de regeering van Frank rijk uit te spreken en de noodige maatregelen tot herstel van het be gane onrecht te nemen. De Fransche gezant te Madrid ls zich bovendien gaan beklagen bij den Spaanschen minister van buiten- landsche zaken. Spanje is wel aan 't bakzeil-halen. Geen wonder, want 't is ook wel heel raar aan 't avonturen geweest I In een onderhoud met journalisten verklaarde de Spaansche minister president, dat het incident te Alkas- sar z. i. niet ernstig is. Het is evenwel teekenend voor de opwinding, waarin de gemoederen ver koeren. Morgen kan ieder ander willekeurig feit weer aanleiding geven tot uitleggingen. De minister van buitenlandsclie zaken heeft het dan ook in het onderhoud met den Franschen ambassadeur over dezen gemoedstoestand gehad zoo verzekerde de premier. O, Ja. er is ook nog een Sultan in Marokko I Nu de Euro pees che mo gendheden in t Moorenland de eerste viool apelen, zou men Z. M. haast ver geten. Toch ls hij ook van de partij! Zelfs heeft DE SULTAN MEEGEDEELD, HOE HIJ OVER DE VERWIKKELIN GEN DENKT en wel ln een interview met een Fransch Journalist. De Sultan drukte zijn diepe erkente lijkheid uit voor de hulp. die Frank rijk hem op zijn verzoek, heeft ge bracht. Daarentegen protesteerde Z. M. tegen de interventie van Spanje, die z. i. door niets gerechtvaardigd is. Ook gaf hij zijn verwondering te kennen over het zenden van een Duitsch schip naar Agadir. waarvan misschien een misverstand de oor zaak is. (Wat drukt de Sultan zich voorzichtig uitHij deed een beroep op Frapkri>k, om zijn te Algeciras er kende rechten in Berlijn te doen gel den. De Sultan eindigde met te zeggen, dat de Fransche troepen weldra Fez geleidelijk zullen kunnen verlaten, on- dor voorwaarde, dal de Sultan de middelen en instructeurs heeft, noo- dig om een klein Marokkaausch leger te vormen, dat in staat zal zijn de orde, die nu hersteld i's, te handha ven. De Sultan deed nog een beroep op Frankrijk voor alle militaire, admi nistratieve en fiscale hervormingen. De Franschen zijn met den Sultan wel goede vriendjes Dat zal de ande ren (Duitschers en Spanjaarden voor al! zeker Jaloersch maken In zijn bespreking aangaande de hernieuwing van het Engelsch-Japan- sche verdrag, raadt 't Russische blad „Novoje Vremja" het sluiten van een arbitrage-verdrag tusschen Rusland en Engeland aan. „Wij hebben daar toe geen minder geldige redenen dan de Vereenigde Staten*"', aldus het blad. „WH hebben evenmin grond om met Engeland ln gewapend conflict te komen. Groot-Britannië kan geen Dreadnought naar Moskou sturen, evenmin als het ons mogelijk ls, een leger in de Theemsvallei aan land te zetten. De politieke zoowel als de aardrijkskundige gesteldheid van bei de landen rechtvaardigt de onderwer ping van leder eventueel geschil aan een hof van arbitrage. UIT DE TURKSCHE POLITIEK. 1 Hoofd der meerderheidspartij ln de Turksche Kamer heeft een ernstig gesprek met den grootvizier gehad, waarvan treruchten over het aftreden van verschillende ministers het gevolg zijn. De partijleider, Said bel gehee- ten, wees den grootvlvler op het ern stige van den binnenlandschen toe stand, die van dag tot dag moeilijker wordt. De grootvizier verklaarde, dat hij de dingen veel rooskleuriger inzag, dat er op het oogenblik eigenlijk al leen maar de Mallssoren-kweatle be stond, die de regeering na verloop van eenige dagen hoopte ln orde te brengen .zoodat do grootvizier dan von plan was zijn zomorvacantie te nemen. Said bel was van meening. dat deze verdediging nauwelijks bevredigend was en hii vroeg verder of de groot vizier de heele verantwoording voor den toestand op zich kon nemen. De grootvizier verzekerde, dat dat het geval was. De heeren verlieten elkaar in zeer geprikkelde stemming. Dat- het er ljn Albanië niet zeer rooskleurig uitziet, bewees 't besluit betreffende de benoeming van Abdoel- la pasja tot opperbevelhebber in Al banië en het terugroepen van Toer- goet pasja die niet voldoen kon. In goed Ingelichte kringen wordt het officieus© verbloemen van de ern stige gebeurtenissen ln Albanië afge keurd. Het gerucht gaat bovendien, dat benden bij Santa Quaranta troe belen verwekt hebben, die door een landingsdivisie van een tórpedoboot onderdrukt moesten worden. Ook uit andere plaatseu van Alba nië komen berichten over nieuwe go- vechten. Ook van KRETA komen ongunstige berichten. Op dat eiland worden korpsen vrijwilligers opgericht- Naar 't heet tot het bescher men van de eigendommen op het plat teland en 't helpen der op 't plat teland onvoldoende politie. In werke lijkheid schijnen die korpsen echter revolutionnan van strekking te zijn en iets tegen de regeering ui den zin ie hebben. Turkije vertrouwt de zaak dan ook niet en heeft reeds voor zorgsmaatregelen genomen. IN GRIEKENLAND gebeuren •->? altijd vreemde dingen. Nu wordt b.v. uit Athene geseind In de nachtzitting heeft de Kamer de wetsontwerpen over de universiteit tn derde lezing aangenomen. Volgens deze wetten worden o. m. alle docen ten ontslagen en zullen nieuwe wor den benoemd. Daardoor kunnen de door de zuiveringswetten van de vol gende regeering ontslagen, hoogleera ren weder worden toegelaten. De eigenaardigheden zijn talrijk. Ie de nachtzitting; 2e. dat alle docenten eenvoudig ont slagen worden 3e. dat de vroeger afgezette hoog leeraren nu weer waardig gekeurd worden hun werk te doen. DE ANARCHIE IN PERZIè neemt toe. Uit Teheran wordt het vol gende geseind De Kabinets-crisis is weliswaar niet voorbij, maar de Si- padar is bereid, als minister-president aan te blijven. In de stad heerscht groote opgewondenheid. Velen zijn gunstig voor den vroege ren Sjah ge stemd. Vele Russen en Perzen zijn ver heugd over den terugkeer van den af- gezetten Sjah, die aan de kust van de Kaspische Zee geland ls met een Rus sische stoomboot. Dit feit. alsook de houding van de Russen geven aanleiding Rusland er van te verdenken, dat het den terug keer van den oud-Sjah mogelijk heeft gemaakt. De Perzische regeering gelooft niet dat deze staatsgreep van den oud- Sjah zal slagen, indien tenminste de 1200 Bachtvaren, die zich te Teheran bevinden, de regeering touw blijven, hetgeen schijnt vast te staan 't Parlement (voor zoover 't nog be staat heeft de regeering machtigng verleend om den staat van beleg in den meest strengen vorm af te kon digen. Een expeditie zal onmiddellijk te gen den ex-Sjah worden uitgezonden, een andere tegen Salar-ed-DauIeh. en zijn mede-oproerlingen. Een nader telegram meldt 't ge rucht, dat 't niet de echte oud-Sjah is, maar een bedrieger. Of dit juist is, zal men moeten afwachten, tot er na dere berichten komen. Stadsnieuws PROVINCIALE STATEN. (Vervolg). Het ontduiken der eischen, door verplaats ng van bet personeel, acht Prof. v. Embden ondenkbaar. De heer WIBAUT achtte het even tueel we,geren der H. U. S. M. geein reden, om het stellen van rechtmati ge eischen na te laten. De houding, die de H. U. S. M. heeft aangenomen tegenover het scheidsgerecht, rechtvaardigt het stellen der eischen. De heer SMEENGE was teleurge steld door de beantwoording zijner vragen. Nu wil spreker nog aan Ged. Staten verzoeken on bij de maat schappij nog eens op spoed aan te dringen. Spreker gelooft, dat onder dit per soneel van aanleg, vele personen zul len zijn, d;e ook geschikt zijn voor de exploitatie. De heer DUYS achtte de eischen wel gerechtvaardigd. Bij de H. IJ. S. M. is een misstand, die ook in de Ka mer erkend is. De II. IJ. S. M. kan het scheidsgerecht ontkomen, door het ongevraagd eervol ontslag. Waar FHÜlLLBtON door Hendoii liill. 47) J uist, stemde Elisha met een vermoeiden glimlach toe. Dat ont breekt er ook juist aan het mid del waarmee het pistool bevestigd is geweest en waardoor het werd afge vuurd. Daarom zal uw gevangene moeten hangen, vrees ik. Do twee politieambtenaren keken elkaar vragend en vol twijfel aan, Er zou wel een grond van waar heid ln kunnen liggen, zeide Scott voorzichtig. Daarmee zou het ge bruik Yan zoo'n ouderwetscb duel pistool verklaard zijn, dat gaat bij de minste aanraking af. Juist dat ver- wenschte pistool houdt mij voortdu rend in twijfel. Als wij maar kon den opsporen waar het vandaan kwam. Het rampzalige is, dat er ook zonder dat men op de herkomst van het pistool let. bewijzen genoeg zijn om den gevangene te doen han gen. De sergeant wierp snel een onder zoekenden blik op Elisha, als hoopte bij half, dat de oude man de zoozeer gewenschte Informatie zou geven. Maar ofschoon ln hevige verlei ding, besloot Elisha toch te blijven zwijgen, overtuigd dat er maar twee dingen waren, die met volkomen vei ligheid voor Dick Wenslade zijn tong konden losmaken. Het eeue was een getrouwe en onschuldige verklaring van Phyllis Vaughan over kaar ver blijf in den antiqultedten-w i n keihot andere was een rechtstreeksclie ge tuigenis van Ruvenscar, dat hij de vai hud klaar gezet, waarin hij over tuigd was, dat Mr. Wenslade moest loepen, als hij zijn studeerkamer bin nenkwam. Ik zou wel willen vragen, wat het eerst uw wantrouwen tegen den secretaris opwekte vroeg Scott nu. Eén oogenblik wist Elisha niet wat te antwoorden. Als hij d© geheel© waarheid moest zeggen, dan zou hij moeten bekennen, dat hij voor het eerst achterdocht tegen Raven scar begon te voeden, toen hij getuige was van zijn welgeslaagde poging om onder een voorwendsel een proef van het handschrift van kapitein Vaughan machtig te worden, maar daarmede zou Phyllis ook in de zaak betrokken worden. Daarom besloot hij de halve waarheid maar los te laten. Ik denk, dat het mijn Indruk van zijn karakter was, en het over wicht. dat hij over Lord Monksllver had weten te krijgen, zei hij, ter wijl hij er met een lachje van ver standhouding aan toevoegde U ls zelf ook detective, mijnheer, en u weet dus, hoe wij soms geïnspireerd worden, zonder te weten waarom. Het verschil tusschen een goed en een slecht detective bestaat hierin, dat de Inspiratie van den een meestal goed, van den ander verkeerd is. Scott knikte. Had u dus al verdenking tegen Mr. Ravenscar, toen u voor liet eerst do studeerkamer van den lieer Wenslade doorzocht vroeg hij. Ja, antwoordde Elisha kortaf. Hij voelde, dat hij zich op dun Ijs bevond, door de vragen van dezen ervaren politieman te beantwoorden. Majoor Wilhraham zag, dat do oude man vermoeid of gemelijk werd, en stond plotseling op. We ztin u zeer verplicht, Mr. Crowe, en ik behoef u ternauwernood te beloven, dat wij groote aandaoht zullen wijden aan uw vernuftig© theorie, zal hij, terwijl hij zijne hand uitstak. Kcim, Scott Als wij eenmaal onze rust genomen hebben, dan zullen wij er ook niet op gesteld zijn, om over beroepszaken lastig ge vallen te worden. Wij hebben al te veel van het geduld van Mr. Crowe gevergd. Toen zij naar de herberg terug gingen om de auto weer op te zoe ken, wilde de majoor graag de opinie van den sergeant booren over het- ©o juist den zijn, of zat er nog wel iets ln Er zit nog heel wat in, mijnheer, antwoordde Scott droogjes. Wat ter wereld moeten wij dan doen om dat te bewijzen Bedenk wal, nog maar drie dagen en dan is do terechtzitting er al. Wat zullen wij doen waarmee zullen wij be ginnen Sergeant Scott baalde zijne schou ders op. Dat zou ik u kunnen zeggen, wanneer lk evenveel wist als dat oude heertje weet, antwoordde hij mot een eigenaardig lachje. Mr. Elisha Crowe weet veel meer dan hij laat voorkomen, en als lk mij niet vergis, dan is hij van plan nog veel meer te weten, voordat de terechtzit ting daar ls. Alles wat wij doen kunnen is Ja viol do majoor hem haastig in de rede, terwijl hij aan Yvonne dacht. Wat kunnen wij doen Op het vinkentouw zitten en wachten, zei Scott. Ik ben „au bout de man latin". Laat die oude man nu de kastanjes eens uit het vuur halen. HOOFDSTUK XX. Het zilveren lint. Elisha Crowe stapte moedig de laan in naar de Priory. Weer was er een dag voorbij en plets deed veronder stellen, dat de politiebeambten in staat geweest waren van zijn wenk te profiteeren, Waarschijnlijk, zoo sprak hij tot ziclizelf, hadden zij hot niet eens geprobeerd, het als een hersenschim van een klndschon oude beschouwd. Hij zelf had geen stappen gedaan ln de richting, die hij noodig oordeelde om liet geheim op te los sen, namelijk de ontdekking van Phyllis, ofschoon hij met dut doel Ravenscar voortdurend had nage gaan. Als zij ergens in de buurt verblijf hield, dan kon hij niet vinden, dat Ravenscar in persoonlijke connectie tot haar stond. Daarom had hij besloten te trach ten, Lord Monksilvcr zelf te spreken, en prol>eeren te weten te komen, of de aanleg tot kleptomanie bij mylord nog bestond en of hiermee in deze zaak ook nog rekening zou moeten worden gehouden. Het was mogelijk, dat do viscount, als hij den ring gestolen had, in het geheim was van het verdwijnen van het meisje. Elisha had een sterk vermoeden, dat de oude peer geheel in de macht van zijn secretaris was, en het was mogelijk, dat de een aandeel had ln de misdaden van den ander. Mr. Crow© was zich evenals Iedere bewoner van Beacon Audley bewust, dat er geen kans bestond om Lord Monksllver persoonlijk te naderen. Hij vroeg op nederigen toon naar Mr. Ravenscar, met het vertrouwen, dat een gelukje hem wel, voordat hij liet huis verliet, in contact zou bren gen met Lord Monksilver. Toen hij stond te wachten om toe gelaten te worden, bedacht hij met grimffligen humor, dat het niet waar schijnlijk was, dat hem den toegang geweigerd zou worden. Met al zijn minachting voor hem als een onschadelijke doeniet, zou Ruvenscar zich toch willen verzeke ren, of hij nog altijd den amateur detective speelde Toen hij in de kamer gelaten werd, waar Ravenscar bezig was de zaken van zijn chef te behandelen, merkte hij, dat zijn veronderstelling juist wus. Daartoe was de sardonische lach en de gretigheid van zijn half neergeslagen onderzoekenden blik, waarmee hij den niet minder onder zoekenden blik van Elisha beant woordde, niet noodig. De secretaris zat voor een reus achtig groote schrijftafel tegenover de deur, waardoor Elisha binnen kwam. Achter hem, tegen den rnuur, aan weerskanten van den haard, stonden twee kleinere tafels, ieder van laden voorzien. Naast een van deze kleinere tafels was een tweede deur, blijkbaar toegang verleen end aan een kamer aan den anderen kant natuurlijk het particulier eigen dom van Lord Monksilver. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5