NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. BE GOUVERNANTE 29e Jaaegaogi No. 8618 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 27 JULI 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN <-P?, ADVERTENTIËN: Voor Haarlem P88 08,8 *A4"08"' f fcK. Va" 1-» Cis.: iedere regel meer 10 Cis. Builen hel Arrondissement Voor de dorpe.'ln' di„ W we., 'een Agen, geteld is (hom W fc. fgWk WM 30 P" Franco per post door Nederland' <S> XttSSS,'» hooPUM'*« "8®ls» 25 Cis. per pulsing; Afzonderlijke nummers0.02M flh» W plaatsmgen i contant. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37M t/jtf 1L£*-;vL Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. ii hul. de °""'rel"!" e° l"M° per p°'* 0 45 IotereonmmiaalTeleloonniiraaKr der Redactie «00 ea der Adminiittatle724. Uitgave der YennoótscBp Lourens Coster. Dlrecleur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot da plaatsing van advertentie» en reclames van buiten het Arrondiasement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiteniandsch AdvertentiV-BÜrëaiTD. y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1391 Nabetrachting van den Gemeentsraad. Tien Raadsleden absent, de overi gen in een zomerstemming, niet ge neigd tot diepgaande discussie zie daar het beeld van de Raadsvergade ring van Woensdag. Overigens zal menigeen zijn stoel begroet hebben als een ouden vriend, met wien hij weer voor zes jaar een verbond heeft gesloten. Angstige oogenblikken zijn achter den rug en nu ook spoedfj? ver geten. De gemeente is in sommige opzich ten een gevaarlijke klant. Wanneer rekeningen te laat zijn ingediend, kan zij. volgens de gemeentewet, betaling weigeren en het is alleen het gevoel voor recht eu liillijklieid, dat het ge meentebestuur weerhoudt, daar bruik van te maken. Hoe moet het nu gaan, wanneer een leverancier, op verzoek van een ambtenaar der ge meente zeiven, zijn, rekening niet tij dig indient en daar naderhand^ na Jaren daarmee aankomt In dat geval verkeerde de firma Vernout, die een jaar of vier. vijf schoolbeaoodigdhedea leverde voor een bedrag van ruim 260 aan de Bur geravondschool. De toenmalige direc teur evenwel, pas afgetreden, kon die schuld telkens niet betalen, omdat hij, zooals de heer Loosjes zeide, ver schillende liefhebberijen had en daar om andere dingen voor de school kocht, die oorzaak waren, dat het budget werd overschreden. De vraag was nu moest de nota nog betaald worden of moest die worden afge wezen, om een voorbeeld te stellen, dat zulke dingen niet mogen gebeu ren De meerderheid van B. en W. was voor betalen, de minderheid er tegen en de Raad, onder den invloed van de warmte, stelde de zaak uit. Het schiint wel wat barbaarsch, een leverancier niet te betalen omdat hij den gemeente-ambtenaar van dienst heeft willen zijn. Terecht werd opge merkt, dat zoo'n leverancier niet ge heel en al vrij is, omdat hij den klant verliest, wanneer hij zijn ver zoek niet inwilligt. Ma&r het geval wijst op iets anders, namelijk dat een rekening achterwege kan blijven, zon der dat de stadhuis-administratie het bemerkt. Ik durf niet beweren, dat het anders kan, maar een nadeel van decentralisatie is het toch wol. En het klinkt heel onaangenaam, de heer Modoo te hooren zeggen, dat er meer achter zit. Wat dan? Waarom niet 'dadelijk gezegd wat, als de heer Mo doo het zeker weet? En waarom niet gezwegen, wanneer de heer Mo doo het nog niet stellig wist Tegenover de vereeniging, die een vakschool voor kleermakers stichten wil, waren B. en W. en de Raad niet bijzonder vriendelijk. Wel was haar request, zooals het daar lag, niet vat baar voor Inwilliging, maar dat had zij zelf ingezien, en daarom verzocht voorloopig het adres niet te be handelen, daar zij het praeadvies van B. an W. nader wenschte te overwe gen. Waarom In weerwil daarvan het adres op de agenda werd gebracht, Is ntet heel duidelijk, maai- nog veel zonderlinger is het, dat tn den Raad geen woord werd gezegd, om althans het beginsel, het gronddenkbeeld, te verdedigen. Neen. de vakschool voor kleermakers, op zichzelf toch een nut tige zaak, is er in den Raad slechter afgekomen, dan ze verdient en te ho pen is het, dat adressante zich daar door niet zal laten ontmoedigen en langs anderen weg (bijvoorbeeld via de ambachtsschool) trachten zal, haar doel te bereiken. In ander opzicht was de Raad toch wel van meening. dat de aanhouder wint, want niet minder dan drie pun ten werden aangehouden. Behalve de rekening van den heer Vernout ook liet voorstel om het salaris van den adjunct-directeur van openbare wer ken te verhoogen. Het ts met die vor- hoogingen eigenaardig gesteld Raad is van meening, dat B. en W. neiging hebben tot het verhoogen die salarissen en B. en W. moenen van den Raad, dat hij neiging heeft, om zulke verhoogingen tegen te gaan. Volkomen afgescheiden van den belanghebbende schijnt het toch wel wat vreemd, dat een sala ris wordt geregeld met het oog op bepaald persoon. Als de positie niet behoorlijk betaald wordt, dient het salaris te worden verhoogd verband gebracht met de sollicitatie van een ambtenaar naar elders, ook al is die niet geslaagd, werkt zij al tijd eenigszins prikkelend. Het was daarom zoo heel vreemd niet, dat de Raad er nog eens over denken wou en de beslissing uitstelde tot later, wanneer de Commissie het licht er over zal hebben laten schijnen. Het bekende adres van den gewe zen voorman-bloemist Van Deventer had weinig succes. Meenende dat hem zijn eervol ontslag onrechtmatig was thuis gestuurd, had hij gevraagd om intrekking, een andere betrekking of wachtgeld, alle welke vergoedingen B. en W. voorstelden af te wijzen. Uit het begin van de rede, die Mr. Thiel daarover hield, had opgemaakt kun nen worden, dat dit Raadslid Van De- venters partij zou kiezen als de man in de zaal is geweest, zal het hem te leurgesteld hebben te hooren, dat Mr. Thiol het ontslag volkomen rechtvaar dig noemde. Het doel van de rede was dan ook niet persoonlijk, maar princi pieel. De spreker had uit den loop van deze zaak opgemerkt, dat van beamb ten en ambtenaren do rechtspositie minder goed geregeld is, dan van den erkman, zoodat hij, met twaalf an dere leden van den Raad voorstelde een Raadscommissie te benoemen, die deze zaak rapporteeren en zoo noodig aan den Raad voorstellen doen zaL In beginsel is tegen een dergelijk voorstel zeker niets in te brengen, maar jammer was het. dat het nu jui6t gedaan werd, alsof het iets met het geval-Van Deventer te maken had. Zeer terecht maakte de voorzit ter deze opmerking. En in de tweede plaats is het wol juist, een motie in te dienen met twaalf mede-ondertee kenaars Dat is in vele gevallen de meerderheid van den Raad en het schijnt niet heel juist, buiten den Raad een overleg te plegen, dat feite lijk in de Raadsvergadering geschie den moet. Iets dergelijks is, als ik mij wel herinner, indertijd bij de stich ting van de school voor m. u. 1. o. ge schied en daarop is toen, niet ten on rechte, aanmerking gemaakt. Het derde punt, dat aangehouden werd, betrof de verplaatsing van de markt voor nuchtere kalveren, die door het bestuur van de vereeniging tegen het mishandelen van dieren ge vraagd werd. B. en W. gaven in over weging deze markt van de Botermarkt te verplaatsen naar de oude Groen markt en die dan te doen houden op Woensdag. Dat vond nu de heer Van de Kamp weer vreemd, omdat de boeren op Maandag in de stad komen en niet op Woensdag. En de heer Van Rossum deelde mee, dat de Commissie voor het slachthuis de Groenmarkt onge schikt vindt om het drukke vreemde- lingenbezoek aan de kerk. De Raad is er niet afkeerig van, nu en dan Raadscommissies te benoemen, die met grooter of kleiner snelheid hun taak verrichten. Zou hol langza merhand aeon tijd worden, eens een Raadscommissie te benoemen, die don toestand van onze markten na gaat en voorstellen tot verbetering doet? Sommige markten gaan ach teruit, het kan zijn nut hebben eens duchtig te onderzoeken waarom. e stemming over een lid van de Commissie voor het Museum van schilderijen is dezen keer normaal rerloopen. Ik ben er in 't geheel niet zeker van, dat "s Raads meerderheid niet weer eens een dwaasheid zou hebben gedaan, wanneer niet Prof. Dake, wijzer dan zij, voor de eer van een benoeming bedankt had. Nu werd, overeenkomstig de aanbeveling, de heer Hulk gekozen, maai1 vijf leden hadden weer niet kunnen nalaten, hun dwarse neigingen te toonen. door te stemmen op Dr. Timmer, die voor zoover ik weet nooit kunstzinnigheid heeft getoond, dan toen hij in een Raadsvergadering gesproken heeft over diffuus licht Bij de rondvraag vestigde do heer Van de Kamp er de aandacht op, dat hoewel onlangs is verzocht om het niet te doen, toch in dezen drukken zomertijd overal in de stad voor her stellingen do straten opgebroken wor den. B. en W. zullen er wol naderhand op antwoorden. Op zulke klachten komt gewoonlijk een bescheid, dat de klagers niet voldoet, maar waar ze zich bij neer moeten leggen. Te meer omdat de zaak van twee kanten beschouwd kan worden. Voor de toeristen is 't zeker niet prettig, te komen in een stad vol gaten, maar de bewoners zelf, de winkeliers althans, hebben veel liever, dat die opbrekerij nu gebeurt, dan een paar maanden later. Op dit oogenblik is er in de za ken toch weinig of niets te doen en einde September, begin October komt de najaarsdrukte alweer. Als dan de straten opgebroken wei-den, zou de schade groot zijn. Ook weten B. en W. nog niet, of er meer avond-kerkconcerten zullen worden gegeven, na de twee proef- uitvoeringen, die goed geslaagd zijn. We zullen ook diit dus later wel hoo- en, evenals de (tot dusver onbekende) reden, waarom het concert niet te balfacht, inplaats van te zeven uur, kan beginnen. J. C. P. Buiteniandsch Overzicht De Duitsche bladen zijn pessimis tisch gestemd over den afloop der MAROKKO-QUAESTIE. Er schijnt inderdaad een nieuwe ernstig© fase in deze zaak ingetreden te zijn, daarom dat Duitschland, dat feitelijk jaren weifelachtig m zijn op treden is geweest, zich nu heeft aan gegord, om de Marokko-aangelegen- heid tot een einde te brengen. En wel in dien zin Kiderleu Wachter, de leider der Duitsche politiek, schijnt getracht te hebben een tactisch-poli- tielTspel te spelen. Langen tijd heeft de Duitsche diplomatie de zaak gela ten zoo zij was» doch nu verlaat het keizerrijk zijn passieve houding, en treedt op met geformuleerde eischen, die, naar men weet, dit beoogen, dat Duitschland een belangrijk kustge bied van Marokko in eigendom vraagt. Vooraf heeft de keizer zich op- de hoogte gesteld van de opinie der En gel schc negeering, en die bleek tegen Frankrijk gericht. Daarna heeft Kiderlen Wachter, als inleiding der actieve politiek, de „Panther" naar Agadir gezonden. De Fransche gezant te Berlijn, Cambon, door deze daad der Duit sche regeering ten zeerste verschrikt, is naar Kiderlen Wachter geloopen, en het is vrij zeker, dat er een lief tig gesprek is gevolgd, zoo zelfs, dat Cambon en de Dutisclie minister elk ander zooveel mogelijk vermijden. Men begrijpt, dat die slechte ver houding tusschen deze beide staats lieden niet bevorderlijk is aan de spoedige oplossing van dit moeilijke geschil. Daarom is deze quaestie zoo ge vaarlijk, omdat Duitscliland eischen gesteld beeft, die zoo maar niet inge trokken kunnen worden, zonder het prestige van de Berlijnsche diploma tie te schaden. We be-loeien daar mee natuurlijk niet, dat de eer vor dert, om de eischen door te zat ten, maar een feit scbijnt het, dat de Re geering in de Wilhelinstrasse weder om een échec lijdt, dat bij de vele grove fouten, die de Duitsche diplo matie in de laatste drie, vier jaar ge maakt keeit, er niet toe bijdragen zal t prestige der Duitsche diplomatie te verhoogen. Want dat de Duitsche minister een misslag heeft begaan, staat vrijwel vast. Die misslag is daardoor ont staan, dat de houding van Enge land veranderd is. Engeland, dat bij liet laatste keizerbezoek, zich tegen Frankrijk kantte, blijkt nu, volgens de dezo week medegedeelde redevoe ring van Lloyd George, gezwenkt te zijn, en stelt zich thans tegenover Duitschland. Kiderlen Wachter heeft de fout van vele staatslieden ge maakt (inen denke aan Jan de Wit en de houding van Engeland in 1670, toen de regeering ook .een plotse zwenking In de politiek maakte, en het stelsel van liet politiek evenwicht, door De Wit uitgedacht, faalde), door niet te rekenen niet de mogelijkheid, dat de Britsche regeering van vriend tegenstander zou kunnen worden. Wat de reden is van ENGELAND's ZWENKING? Men schrijft die algemeen toe aan de anti-Duitsche gevoelens der En- gelschen. Die kan de regeering in Whitehall niet trotseeren, omdat zij den steun der bevolking te veel noo dig heeft, in verband met de binnen- landsche politieke vraagstukken. Ook het „Berliner Tageblatt" schrijft Lloyd George's woorden ten deele toe aan den yang van de orn- standiglieden in de biiuienlandsche politiek, maar toch, zoo zegt het, al verklaart dit veel. zoo verandert dit toch mets aan de feiten, en men kan zich niet aan den indruk onttrekken, dat er in do laatste 48 uur iets ge beurd is, waarvan het publiek niet weet. liet blad neemt wel aan, dat de Duitsche regeering Engeland'? houding vooruit weer niet. juist heeft beoordeeld, maar. zoo besluit het, dorgeluke overwegingen mogen bij den tegenwoordigen stand van zaken memand er van afhouden te ver klaren, dat de wijze, waarop de En- gelsclie regeering openlijk en niet slechts in diplomatieke gedachten- wisseling de Mtule onderhandelende mogendheden haar wil tracht voor te schrijven, in Duitschland niet meer als een rechtmatige behartiging van de Engelschc belangen beschouwt maar als BEWIJS VAN EEN BETREURENS WAARDIGE SLECHTE GE ZINDHEID. In de „Deutsche Tageszeitung" richt graaf Roventlow zich tegen de Fransche bladen, die van keizer Wilhelm na zijn terugkomst meer tegemoetkoming verwachten dan van Kiderlen Wachter. Hel artikel heeft blijkbaar ten doel den keizer tot het tegendeel te prikkelen. Reventlow -ziet geen kwaad in het afspringen van de onderhandelingen, daar het verdrag van Algeciras dan vanzelf weer van kracht zou worden. Het is voor Duitschland het beste maar. Het artikel eindigt met eenige krijgs haftige zinsneden. De Berlijn sche bladen erkennen alle. dat de Marokkaansche quaestie een ernstig stadium Is ingetreden. Zelfs de „Vorwarts" waarschuwt haar partij genooten, het gekibbel over Marokko niet zonder beteekenis te achten. Het tegenwoordige conflict is veel ernstiger, zegt het, dan alle verwikkelingen, die de Marokkaan sche zaak sedert jaren veroorzaakt heeft. DE ONTSTEMMING OVER DE RE DE VAN LLOYD GEORGE IS HIER ALGEMEEN. De „T&gliche Rundschau" zegt Engeland heeft er mets tegen, dat Frankrijk Marokko inpalmt, een ge weldige vermeerdering van gebied en macht verkrijgt en een leger van Mooren vormt; heeft er ook niets tegen, dat Spanje, dat toch niets zonder Engeland s toestemming doet, op een deel van Marokko beslag legt, maar het voelt zich in zijn eer en ln zijn belangen gekrenkt, als Duitsch- lajid zich ook een gebied van oecono- mischen invloed wil verzekeren, of een schadeloosstelling van eenige be teekenis eischt. Het verlangt eene overeenkomst tusschen Frankrijk en Duitschland op dezen grondslag, dat Duitschland Frankrijk in het inbreuk maken op het verdrag van Algeciras niet verder stoort eu daarvoor een of andere fooi aanneemt, waarvan het aannemen het meer onteeren zou, dan het weigeren. Engeland heeft de Westelijke mogendheden onder voog dij gesteld en waagt het, 't Duitsche volk aan te komen met een soort po litietoezicht, waarmee nauwkeurig er voor gewaakt wordt, dat Duitsch land nergens ter wereld een plaatsje in de zon krijgt en tn bekrompen om standigheden wordt gehouden. Dit nationalistische blad staat thans lang niet alleen, als het aan het slot van zijn artikel zegt Enge land speelt een gevaarlijk spel met den wereldvrede, want geen volk, dat niet wil ondergaan, kan zich de gren zen van zijn gebied van werkzaam heid laten voorschrijven door afgun stige naburen. En de gewonnen over tuiging, dat in Marokko niet Frank rijk, waarmee wij in Marokko in de eerste plaats te doen hebben, maar Engeland zich tot onzen tegenstander opgeworpen heeft, zal bij het Duit sche volk blijven hangen. En tenslotte WAT WD EISCHEN IS ONS RECHT. Ook wij staan op het standpunt van Lloyd George, dat ©en met vernede ring gekochte vrede onduldbaar zou zijn. Een ernstig feit is voorts, dat de TOCHT VAN DE ENGELSCHE VLOOT NAAR NOORWE GEN AFGELAST IS, wegens de nieuwe fase in den toe stand, veroorzaakt door de Murok- kaansche verwikkelingen. Het plan was oorspronkelijk, dat het smaldeel linieschepen onder be vel van admiraal Jelücoe en het v ijf- de smaldeel kruisers under bevel van admiraal Burney gisterenavond van Cromarty vertrekken zou naar Noor wegen. De admiraliteit seinde echter Dins dag, dat de vloot tot Vrijdag te Cro marty zou bl'jven. wanneer z" naar Portsmouth zal gaan, waar zij Zon dag zul aankomen. De vloot zal te Portsmouth het linieschip London, het viagsctup van admiraal Garden, opneme.i, dal juist met twee nieuwe k&nonneu van 12 duim is bewapend en dat naar Uere- haven zou gaan, om ze te beproeven, waarna het zich te Kopenhagen bij de vloot zou aansluiten. Nu zal de Loudon blij ven bij de vloot te Spit- heud. Bij navraag ter admiraliteit giste- renochtend betreffend het bericht van de afgelasting van den tocht naar Noorwegen, wprd aan Reuter s agent schap meegedeeld, dat de admirali teit niets te zeggen had als het ten slotte eenige inlichting te geven had. zou het ineens aan de geheele pers worden bekend gemaakt. Te Berlijn heeft het niet uitvaren der Britsche vloot een ernstigen In druk gemaakt. FEUILLETON door Htadon Hill. 621 En dat bleek juist te zijn, want te vergeefs klonken in de gangen de schorre kreten van „Carter Ravens- caren de boden kwamen terug om te vertellen, dat hun roepen geen ge volg had gehad. De getuigo was niet rneor in de naaste omgeving van de rechtszaal. Het doet er niets toe, zei Mr. Vyner opgewekt. De afwezigheid van Mr. Ravenscar is eeo even sterke be vestiging van mijn bewering dan lk sou durven hopen uit zijn mond te vernemen. Wij kunnen hem in de ge tuigenbank bost missen, ofschoon wij hem in de bank der beschuldigden spoedig dringend noodier zullen heb ben. Heeft u uw voorzorgen geno men klonk scherp de vraag van den fechter. 0, ja, mylord was het antwoord. Totdat deze terechtzitting was ofge- loopen, zou het nutteloos geweest zijn een bevel tot inhechtenisneming rat te vaardigen, maar een beambte von Scotland Yard beeft instructies gekregen, en zal doen, wat noodtg is. HOOFDSTUK XXIII. Een vermiste Detective. Twee uur later ontving Dick Wens- lado do golukweuschen van zijn vrien den met zijn triomfantelijke vrij spraak. Het vonnis ..Onschuldig" was vlug en zeker gevolgd op de korte op somming van den rechter, dat ook geen ander vonni6 tot resultaat kon hebben. Na de uiteenzetting von Elisha Cro we, waarbij hij beschreef, hoe hij in de studeerkamer de bewijzen had ge vonden. dat het pistool automatisch was afgeschoten, was de uitslag al zoo goed als zeker. De oude man stemde toe, dat hij er heen gegaan was met een vooruit overwogen notie van lets van dien aard, hem ingege ven door het gebruik van een duelpls- tcol. De ontdekking van den gezengden bladwijzer en van de schroef achter het boek hadden hot vermoeden be vestigd, hoewel hij een tijdlang geen acht geslagen had op den verschroei den bladwijzer en niet in staat geweest was, de middelen te ontdekken, dte aangewend waren, om alle sporen van liet voorwerp, waarmede het wapen in den Juieten stand werd ge houden, te verwoesten. De zaak was echter plotseling duidelijk voor hem geworden, toen hij zag, dat Lord Monksilver een rol magnesiumdraad uit de schrijf tafel van Ravensoar Maar vóór hij zijn getuigenis aan het licht bracht, vertelde Elisha zijn eerste vermoedens aangaande Ra- venscar's medeplichtigheid in Phyllis Vaughan's verdwijning, en van de reis naar Londen, toen hij ln den win kel van Raphaöl zijn onmacht had moeten erkennen. Hij lachte, tA>en hij den val beschreef, waarin hij door zijn onderzoek naar het vermiste meisje was geraakt en hij verdroeg met ze kere gedweeheid het verwijt, door den rechter aan hem gericht met een schittering in zijn oog, omdat hij aan de politie niet vertelde, wat hij te we ten was gekomen omtrent het tweede pistool. Zijn antwoorden op de enkele vra gen, die men hem in kruisverhoor stelde, veroorzaakten een weinig op winding. Waarom, vroeg de procedeerendo Raad, waart ge zoo verlangend deze jonge vrouw te vinden, die Beacon Audley onder verdenking verliet? In de eerste plaats, antwoordde Elisha flink, omdat lk die verdenking wilde doeu verdwijnen, die lk geloof, dat geheel ongemotiveerd was. Maar nog meer. omdat ik geloofde, en nog geloof, dat zij de spil was, waar de geheele zaak om draait. Ik geloof, dat zo overgehaald was, om weg te loo- pen, om de één of andere dwaze re- aen, die zll alleen verklaren kan, met het doel de twist tot stand te brengen, waarop Ravenscar rekende, om een schijn van schuld op den gevangene te werpen. Ze werd zeker niet l>e- invloed door zelfzuchtige overwegin gen, want daar ze onschuldig was, had ze niets te vreezen, wanneer ze bleef. Maar zeker, vervolgde de jury, tegenover de openbaarheid aan de zaak gegeven, zou ze zich niet opzet telijk afzonderen, wetende, dat de getuigenis, die ze omtTent het pistool kon aflegeen, haar geliefde tot voor deel zou strekken. Niet opzettelijk, antwoordde Elisha, veelboteekenend. ik denk niet, dat ze gedurende eenigen tijd vrij in doen en laten is geweest. Ze kan zelfs in ernstig gevaar zijn. Een gemompel werd in de rechts zaal gehoord bij deze verklaring, en men kon zien, dat do gevangene, bleek wordende, de leuning van het beklaagdenbankje greep. Wat de toeschouwers ochter betrof, het lot van Phyllis werd spoedig ver geten door de belangstelling, opge wekt door het weder-oproepen van Lord Monksilver als getuige voor de verdediging. Elisha Crowe had het geheim van zijn diefachtige nijgin gen voor zich gehouden, zoodat de oude peer in staat was zich met waardigheid te gedragen en zeer knap oen indruk op zijn hoorders achter te laten, dat hij in samenwerking met mr. Crowe gehandeld had, toen hij de lade van de schrijftafel van zijn secretaris onderzocht, op zoek naar voorwerpen, dte op de misdaad be trekking hadden. De eenige andere ter verdediging opgeroepen getuige was Yvonne, die het hof vertelde, hoe zij op Mr. Cro we's verzoek beproefd had, Ravens car voor een uur los te maken van zijn voortdurende tegenwoordigheid bij haar oom op den vorigen avond en hoe ze gedurende zijn afwezigheid raar do priory gegaan was en de rol magnesiuindruad van Lord Monksil ver had wekregen. En nu. buiten op de eang was Dick's zuster reeds in de tweede plaats van belang voor Dick bij al het handdrukken en juichen, want het was spoedig begrepen, dat het moedige meisje een grooter aan deel in de verdediging had gehad dan hare verklaringen hadden doen blij ken. Onder de menigte zwierf de com missaris van politie om Yvonne b en hij ontving in antwoord op zijn ge fluisterde vraag „Deed ik het niet goed?" een lieftallige glimlach, die een gelukkig inensch van hem maakte, tot Dick hem bij de mouw greep. Hoor eens, oude, zei de vroegere gevangene, dit is alles goed en wel, maar laten we het er nu ook bij la ten. Vóór alles moet er aan Miss Vaughan gedacht worden. Yvonne gaat met moeder en Lord Monksilver naar huis ik kan dus vrij handelen. Hebt u een volmacht gekregen voor de gevangenneming van Ravenscar De president toekende er één een minuut nadat de jury het vonnis uit sprak, maar kom mee naar mijn ka- er, was het antwoord. Het kantoor van den commissaris was onder hetzelfde dak als het Hof 'an Assisi in een andere vleugel van het schoone stadhuis, dat de trots van Wroxford uitmaakte In het schaars gemeubeld vertrek, waar de quaestie van Dick's schuld het eerst was tor sprake gekomen, vonden zij Elisha Crowe en inspecteur Pearman, de laatste een weinig lomp in zijn hou ding, tot Dick zijn achterdochtig toe gestoken hand had geschud. Elisha had den eersten vloed van dankbetui gingen reeds onder aan de trap ont vangen een klein deel van de Schuld, waarvan Dick voelde, dat het een menschenleven zou duren, om hem te vergoeden. Nu laten we ons gevoel rusten, tot we Mr. Carter Ravenscar gevan gen hebben, zeido Wilbraham. Met sergeant Scott op zijn hielen, moet dat dadeli'k gedaan worden, wanneer de sergeant ons aanwijst, waar hij verblijf houdt Waarschijnlijk hebben ze reeds nieuws van hem. Scott be loofde elk middel aan te grijpen, om met mij in verbinding te komen. Hil sprak door de spreekbuis naar hei fiolitiebureau beneden, terwijl zijn ge aatsuitdrukking ernstiger werd, toe» ilxlj naar het antwoord luisterde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5