HAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD. DE GOUVERNANTE ZATERDAG £9 JUEI 1911 OM ONS HEEN Ko. 1393 Een tunnel onder de Elbe. Jan Jureensen schrijft in de G a r- tenlaube over den tunnel, die in Hamburg onder de Elbe door gemaakt is en begint met te zeggen, dat roeds vader Horatius de meening uitte, dat den mensch niets te moeilijk is. Toch zou deze wakkere Romein zich verba zen over wat hij heden ten dage kon aanschouwen. De geweldige kracht vun de reuzen onder de dieren over treffen wij door machines, de snelheid van het hert door onze vaartuigen, reeds wordt getracht den adelaar in de lucht concurrentie aan te doen en het is dus geen wonder, dat de mensch nu ook toonen wil, dat hij be ter graven kan, dan het konijn en de «nol. Het is wel een aardige mollengang, die te Hamburg onder de Elbe is ge boord, of liever een tweetal, die een doorsnee hebben van 6,06 meter en een lengte van 450 meter. Op deze plek is de Elbe in het midden ongeveer tien meter diep, Daaronder heeft men nog zes meter van het aardrijk laten be slaan, opdat de tunnel niet door scheepsschroeven zou worden bescha digd. Dezen zomer zal de tunnel voor het verkeer worden opengesteld, hoe hij totstand kwam volgt hieronder. Den 7den November 1906 stond do gemeenteraad van Hamburg 10,720,000 Mark, dat is bijna zes en een half mil- lioen gulden, voor den tunnelbouw toe. Daaraan was namelijk dringend behoefte, daar van den eencn naar den anderen oever rechtstreeks alleen door stoombooten of roeibootjes per sonen en kleine goederen kon len wor den overgebracht. Het groot© verkeer per as moet een grooten omweg ma ken over de Elbebrug. Het steeds toe nemende verkeer van personen en gce- deren eisebte gebiedend een verkor ting van den weg, die nu uit de bin nenstad ruim 4 K.M. bedroeg. Den 22den Juli 1907 werd voor den eenen tunnel de eerste spade in den grond gestoken en den 26sten Februari 1910, dus ruim 2 1/2 jaar later, had deze tunnel den anderen oever bereikt. Op 29 Maart had de laatste spadesteek officieel plaats. De verbinding onder water van de beide oevers was tot stand gebracht. In de ingangsportalen zijn zes lif ten aangebracht, vier voor groote en kleine wagens, twee voor personen. Ook zijn er trappen, maar die dienen wegens de hoogte, alleen in geval nood. De liften worden in beweging gebracht door een oppasser, die daar toe slechts een hefboom behoeft om te zetten, het in- en uitschakelen, de verschillende snelheden en het stop pen bij aankomst regelt de machine zelf automatisch. In de ingangsporta len zijn ook de vertrekken, waarin de krachtige machines zijn opgesteld, die deze liften in beweging brengen. Het werk begon natuurlijk met ge wone uitgraving, maar toen het grond water bereikt werd. bracht men een soort van duikerklok aan, van ijzer en gewapend beton vervaardigd, die 10 M. boog was en 26 meter in door snee. De wanden van deze kast wer den door de wanden van de schacht zelf naar boven verlengd, zoodat do wanden van de schacht om zoo te zeg gen langzamerhand met de kast naar beneden zonken. In de diepte der schacht werd dan begonnen met het boren van den tunnel. Van den eenon oever tot bijna aan den anderen toe is de aarde onder de Elbe week. Had men onder den gewonen, atmosferi- schen luchtdruk er eenvoudig op los- geboord, dan zou onder den geweldi gen druk van het Elbewuter de aarde bezweken en alles overstroomd gewor den zijn. Er werd dus samengeperste lucht in de schacht senompt, die met zulk een kracht tegen de wanden van den langzaam voortgaanden tunnel drukte, dat de druk van de aardlaag en liet Elbewater daardoor opgewo gen werd. Zoodra er een stukje ter rein gewonnen was. werd een gewel dige ijzeren ring geplaatst, die de on dersteuning van dat stukje overnam. Deze ringen werden aan elkaar ge hecht en met beton opgevuld en vor men dus om het zoo te noemen hot beenderenstelsel van de tunnels. Daarbij werd tevens een zwaar ijze ren schild gebruikt, dat 150 ton woog en loodrecht het gewonnen tunnel- deel afsloot. Dit schild was van deu ren voorzien en daarvoor arbeidde men aan het uitgraven van den bo dem. Zoodra er een ongeval dreigde, vluchtten de arbeiders achter het schild en skiten de deuren hermetisch dicht. Door dezen maatregel zijn ge durende den bouw slechts weinig on gelukken voorgekomen. Den 24sten Juni 1909 had er een doorbraak plaats, die evenwel het bedrijf in geringe ma te stoorde. Ook zijn er twee branden voorgekomen. De arbeiders vluchtten spoedig voor den rook, die ontstond en eenige ingenieurs, van rookhelmen voorzien, bluschten met levensgevaar het vuur. Het arbeiden la samengeperste lucht vereischt. zooals wij wel weten uit de herinnering aan de stations- werken te Amsterdam, eenige voor zorgen. Er is over den caisson-arbeid destijds heelwat geschreven, o. over ziekten, die zich daarbij speciaal voordeden. De plotselinge overgang uit gewone atmosferische lucht tot ruimten ihct samengeperste lucht is namelijk onmogelijk, deze zou den mensch ongetwijfeld dadelijk het lo ven kosten Daarom heeft men een soort van tusschenkamer gebouwd, als 't ware een sluis, waarin de arbei ders een uur lang moeten verblijven en waarin door ventilatie langzamer hand de samengeperste lucht door dunucre lucht vervangen wordt, tot dat de atmosfeer gelijk ie aan die van de buitenwereld en de arbeiders dus zonder gevaar naar huis kunnen gaan. Omgekeerd wordt oxi tegenover gestelde wijze gehandeld, wanneer de arbeid moet worden begonnen. Het spreekt van zelf. dat slechts volko men gezonde personen dit werk kun nen verrichten en dat hun een ver hoogd loon wordt uitbetaald. Natuurliik kan dus een dergelijk werk slechts langzaam vorderen en toch is de tijd, die aan het werk be steed werd, merkwaardig kort. Voel gemakkelijker en minder gevaarlijk werd bet werk, toen men in de nabij heid van den anderen oever kwam en daar een steenachtigen bodem vond, die door zijn eigen zwaarte be ter aan den druk van bet Elbewater weerstand bood. Hier werd de samen geperste lucht overbodig. Sedert Februari 1910 is aan de in wendige afwerking van den tunnel ge arbeid. De zijwanden zijn loodrecht gemaakt, zoodat het pijpachtige ver dwijnt en de hoogte grooter lijkt, deze wanden zijn met tegels keurig afge werkt. De gangen zijn ruim electrisoh verlicht. Zoodra de tunnels voor het verkeer ziin opengesteld zal slechts één richting geoorloofd zijn, om bot singen te voorkomen om deze reden zijn dan ook twee tunnels gemaakt. Aan den buitenkant is voor een smaakvolle, ja monumentale inrich ting gezorgd. De toegangshallen zijn indrukwekkend, zij dragen een mach tigen koepel met koper versie rd. Het front bestaat uit zuilen, die rus ten op sokkels van basalt, op de zij wanden zijn reliefs aangebracht, voor stellende afschelds- en thuiskomst- tooneeltjes uit het leven van den ar beider. De beide tunnels zijn bet werk van den architect Wendemuth te Ham burg. Van hem zijn de plannen en ontwerpen afkomstig. Ilot bedrag, dat de Raad er voor heeft toegestaan, is er geheel voor gebruikt, W ie in den nazomer of herfst in de groote stad aan de Elbe komt, dio voortdurend fraaier wordt, zal niet in gebreke blijven een wandeling te ma ken diep onder de groote rivier door. Hamburg heeft in den Elbetunnel bij hare talrijke bezienswaardigheden een nieuwe gewonneneen toeken van den krachtigen geest des men- schen, die met machtigen groep do elementen bedwingt. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht ENGELAND EN DLTTSCHLAND. De rede van minister Asquith, in het Britsch© Lagerhuis, heeft niet nagelaten de gemoederen in Duitsch- land te kalmeeren. De ..Vossische Zeitung" noemt des ministers rede een vredesspeech, om dat bij tot tweemalen toe verzekerd heeft, dat Engeland oprecht wenscht, dat er tusschen Duitschiand en Frankrijk een vredelievend vergelijk tot stand komt, eervol voor beide partijen, en dat dit vergelijk moge lijk is, zonder dat tekort gedaan wordt aan de Britsche belangen. Men kan het nemen zoo men 't wil Doch als men Lloyd George's redevoering en die van minister As quith naast elkander legt, dan is er niet veel verschil tusschen beide rede voeringen. Ook Asquith heeft nadruk kelijk gezegd, dat die verlangens om trent de kuststreek van Majokko niet bevredigd kunnen worden. Alleon wijst de eerste minister nu een uitweg uit de impasse, waarin Duitschiand geraakt is schadever goeding in den Franschen Congo. En Duitschiand grijpt volgaarne deze ge legenheid aan, om uit zijn benarde positie te geraken en zijn figuur te redden. Daarom heet nu de rede van mi nister Asquith een vredesspeech, om den schijn te geven, dat Engeland bij gedraaid is en Duitschiand de sterke rol is blijven spelen. Maar, niemand laat zich dit wijsmaken de Duitsche diplomatie is op een leelijke wijze in den knel geraakt. En het figuur, dat zij maakt, is niet heel schitterend. Aan de Duitsche pers-artikelen is nog het volgende ontleend „De heer Asquith', aldus nog de „Vossische", „heeft Engeland gezui verd van de verdenking, dat het in Europee-sche conflicten steeds er op bedacht is de tertium gaudens te zjn. Stellig heeft Engeland in don loop van de lange historische periode vastgehouden aan de overlevering, voordeel te trekken uit de oneemg- beid van anderen. De redevoering van den heer As quith breekt met deze gewoonte en wij hebben geen reden de woorden te wantrouwen, die een gentleman In een zoo bij uitnemendheid ernstig oogenblik ten overstaan van do ge heeld beschaafde wereld, in het open baar gesproken heeft." De radicale „Berl. Morgenpost" constateert met voldoening, dat As quith de mate van morellen steun, dien Engeland den Franschen bond genoot meent schuldig te zijn, iets duidelijker omschreven heeft dan in zijn verklaring van 6 Juli. Al zat «ia verklaring bijdragen tot verbetering van den kritieken toestand, toch is het te optimistisch to denken, dat de moeilijkheid van het Marokko-pro- bleem thans uit den weg geruimd is. De vrijzinnige „Berl. Borsenkurier" is van oordeel, dat de houding der Engolsche regeering, bekend gemaakt in de verklaring, naar den vorm al thans correct is. Of dit ook tegenover Duitschiand zoo blijven zal, wanneer de onderhandelingen tusschen Frank rijk en Duitschiand afgoloopen zijn, of wanneer zij tot geen resultaat lei den, zal men moeten afwachten. Duitschiand zal goed doen met te veel vertrouwen te schenken. Theodoor Wolff schrijft in het „Berl. Tageblatt", dat Asquith door een duidelijke afbakening van de En- gclsche bczwa j n en eischen een misverstand uit den weg geruimd heeft, dat een succesvol resultaat van de onderhandelingen bemoeilijken kon. Dit is alles wat men op het oogen blik in Duitschiand wenschen kan. „De verstandige, koel overleggende Engelschen en de Engelsche vredes- vrienden, met wie wij van ganscher harte sympathiseeren, moeten inzien, dat tusschen twee groote volkeren een vriendschappelijk verkeer alleen mo gelijk is op den grondslag van \ol- komen gelijke rechten, en dat elke poging van het eene volk om zijn wil voor te schrijven in alle hoeken en gaten van de wereld, bij het an dere volk een begrijpelijke ontstem ming moet wekken. Omdat ons de goede verstandhou- f ding met Engeland van zeer veel' waarde lijkt en omdat wij eerlijk wenschen, dat de thans ontstane ge spannen verhouding volkomen ver dwijn©, willen wij niet Jetten op eenige scherpe beweringen, in de ver klaring ontwikkeld. Wij stellen op den voorgrond het goede, dat de redevoering brengt en beschouwen de rest terecht als rotho- rische versiering." Volgens den „Lokal Anzelger" spreekt uit de verklaring het zelfbe wuste gevoel, dat steeds de Engel sche politiek kenmerkt, toch zal de verklaring wel in Engeland een kal mere opvatting van liet Marokko- geschil ten gevolge hebben. Uit een later telegram bemerken we, dat er toch wel in Duitsclüand zijn, die Asquith's rede opvatten, als wij hierboven deden De „TSgliche Rundschau" namelijk schrijft, dat al9 men de toespraak van alle om- hulseis ontdoet, er de vermaning aan Duitschiand overblijft„Handen weg, van Marokko Maar de overige Duitsch© bladen schrijven in den toon van de „Vossi sche Zeitung". DE TOESTAND IN PERZIë. De „Köln. Ztg." verneemt uit Te heran, dat de voorhoede der rogoe- ringstroepen, die tegen den ex-Sjah moeten ageeren, 3poeddg uit Teheran zal veitrekken. Echter zal dat leger tje niet staan onder aanvoering van den politiechef te Teheran, Jefreni, zooals eerst was gemeld. Jefrem blijft achter, om zich te be lasten met de verdediging van de stad .Maar nu heeft de Russische vertegenwoordiger te Teheran verbo den, dat in of om de stad zal worden gevochten. Mochten wellicht Russi sche onderdanen aan evontueele ge vechten deelnemen, dan zullen zij worden in hechtenis gesteld en uit do lakens uit in de Perzische hoofd stad. De voorhoede van de strijdmacht, waarmeé de ex-Sjah zijn tocht naar de hoofdstad waagt, is te Sjaroet aangekomen en heeft die plaats ge plunderd. In genoemde plaats bevon den zich een paar honderd geweren en twee kanonnen, die nu wel in handen zullen zijn gevallen van de huurlingen van Mohammed All. Sja roet ligt 70 K.M. ton zuid-oosten van Astrabad en ongeveer 300 K M. van Teheran. Reuter is van meening. dat Rus land den afgezetten Sjah, die zijn troon komt heroveren, in de hand werkt. De stad Sjachroed is door 'ie Toer lui leensche troepen van Moha- med Ali ingenomen en geheel geplun derd. Dit optreden heeft een zeer on- gimstigen indruk gemaakt, want het bewijst, dat de troepen Yan Moha- med Ali zich niet zullen houden aan de begrippen van oorlogsrecht, die voor beschaafde volkeren gelden. Te Tebris zijn de Russische troe pen, om tot dusvor onbekende rede nen, in het paleis van den plaatsver- vangenden goeverneur binnengedron gen en hebben Resjed el Moelk, den vroegeren goeverneur van Ardebil, -bevrijd, die verdacht wond de Sjac.il- aewonr.cn tot opstand te hebben aan gezet en daarom gevangen wei-d ge houden. De commandant van de Per zische Kozakken brigade te Teheran, een Russisch officier in Perztschon dienst, heeft geweigerd munitie af te geven, die dringend noodig was voor de uitrusting ion de expeditie tegen Mohained Ali. Door een en ander is de stemming tegen Rusland veel slechter geworden. Evenmin schijnt de toestand ln Albaniè heel rooskleurig. De correspondent van de „Times" te Cettinje seint, dat gevolmachtig den van Rusland, Oostenrijk en Italië samen zijn gekomen bij den Turk- schen gezant, maar dat GEEN OPLOSSING van het Albaneesche vraagstuk kon verkregen worden. Van onzen Reizonden Redacteur. HET BEZOEK VAN KONINGIN WIL- HELMINA AAN BELGIë. Vrijdag. Vandaag was het om acht uur in den morgen 'reeds 75 graden in de schaduw. Zouden de vorstelijke gas ten den moed hobbcn om te tien uu'r in open rijtuigen do warmte te trot- seeron en in het mooie Bois de la Cambre een toe'rtj-e te maken. Toen te tien uur de rijtuigen h la Daumont bespannen met de voorrijders in kar mozijnen rijbuizen het Paleis verliet, vergat men warmte en zonnehitte bij den aanblik van dit liefelijk tafereel. In het eerste rijtuig had Koningin Wilhelm in a plaats genomen naast Koning Albert. De Koningin was in eon Wit toilet en droeg oen hoed van witte kant met een blanke aigrette. De Jonge Graaf van Brabant, even eens in het wit, zat tegenover de Ko ningin enwas kinderlijk verheugd. In het tweede rijtuig zaten Koningin Elisabeth, Prins Hendrik en de beide andere kinderen van koning Albe'rt, de kleine graaf van Vlaanderen en 't lieve prinsesje Marie José. Het blon de prinsesje houdt de pop, die Ko ningin Wilhelmina haar beeft go- schonken in heur armpjes. Het zijn ook de kinderen, d e mede gezdrgd hebben, dat dit bezoek, 't welk eerst onder vormelijkheid scheen te zullen lijden, zoo echt hartelijk is geworden en van personen u.t de naaste omge ving van II. M. hebben wij vernomen, dat een band van waarachtige we- derzijdsche vriendschap tusschen de beide koningshuizen is ontstaan. Want Koningin Wilhelmina als jong moedertje besteedde de weinige uren, die zij kon afzonderen om samen te zijn met de kinderen van koningin Elisabeth en de jonge graaf van Vlaanderen met zijn eerste ridderor de, hem door koningin Wilhelmina verleend, de twee kleinen koningskin deren met het speelgoed, mogen wij dit kee'r ander speelgoed zeggen, zijn heel gelukkig niet het bezoek van de l.eve tante uit Noord-Nederland. Na den rijtoer door het mooie bosch, met zijn troische lanen, zijn droomerige spiegelvijver waar de rood© en witte plomp opbloeit tus schen de b'reede, ronde, groene bla deren, zijn wijdsche vergezichten en heuvelig boschage, reed men naar t Paleis terug om zich voor te bere.den voor het noenmaal, dat te half een in het deftige gezantschapsgebouw in de Handelsstraat door Koningin Wil helmLna en Prins Hendrik aan Ko ning Albert en Koningin Elisabeth zou worden aangeboden. Even voor half een kwamen de Ne- derlandsche vorsten in de Handels- straat aan voorafgegaan door 't eere- escórte der bereden gidsen. De straat afgezet door gendarmes en grena diers, martiale kaerels met hoog© be- romutsen op, was vol nieuwsgierigen, die de Koningin toejuichten. IL M. zag ©r opgewekt en gezo'nd uit. Zij schijnt de warmte goed te verdragen. Op de eerste verdieping was in de groote zaal een déjeuner voor de twee en twintig gasten aangericht. De ta- tafel toonde een schat van kristal, bloemen en zilver en op de op zijde gedrukte menu's met de kleu'ren der beide landen versierd beloofde: Oeufs Polignac. zalm, lamscotelet» ham, Brussclsch© ertipres, artisjokken, per ziken en roomijs. Tegen een uur kwa men in automobiel Koning Albert en Koningin Elizabeth, d e aan den ingang door Koningin Wilhelmina en Pruis Hendrik werden verwelkomd. Tijdens het dejeuner hield Koning in Wilhelmina een Franse he rede, waarin zij zeide dankbaar en meer dun voldaan te zijn over de prachtig© ontvangst Haar en Haar gemaal door "bet Belgische Hof en bet volk van Brussel bereid. Koning Albert antwoordde met op de gezondheid to drinken van Prinses Juliana. Dit is de eerste officieel© toast op Pr-nsos Juliaha uitgebracht door oen ge kroond hoofd. Wij zullen in Neder land deze fijngevoeligheid van Ko ning Albert weven te waardeeYen. Ko- niiigui Wilhelmina betuigde burge meester Max nogmaals haar groote voldoening over de prachtige ont- vaugst ten stadhuize. Te half drie vertrokken H. M. de Koningin Wilhelmina en Prins Hen drik van het station der Leopoldswijk, uitgeleide gedaan door Koning Al- bert en Koningin Elisabeth. De mu ziek zette bet Wilhelmus in. dat mid denin onderbroken werd, omdat de majesteiten nog met elkaar wenschlen te spreken. Wel ruim vijf minuten wa ren do beide Koninginnen met el kaar In gesprek en toen tij elkaar tot. afscheid kusten, bemerkt© men heel goed, hoe diep beiden aangedaan wa ren. De twee Koninginnen, de ttvco moeders, do tweo vriendinnen van haar broeder-volken hebben elkaar leorou kennen, dat is leeren liefheb ben. Koning Albert kust de hand, die Koningin Wilhelmina Hem ten af scheid reikt. Prins Hendrik kust «ie band van Koningin Elisabeth, wisselt een handdruk met Koning Albert en nu stijgt Koningin Wilhelmina in *t galon-rijtuig en lachend, bevallig, aan minnig, ongemeen jeugdig in Hoar licht zomertoilet, met een zeegroen tocque op t blonde hoofd, kruisen do stralende blikken van Haar blauwe oogen tevreden en aanminnig d© blik ken van «ie fijne, rank©, elegante Ko ningin Elisabeth. Wat ging er om in de harten en hoofden dier beide Hoo ft© Vrouwen, nu op dit oogenblik de- zo droom van welgemeend vriend schappelijk bezoek voorbij was. De hoerah's en Leve de Koningin t overstemden de klanken van 't Wil helmus bii t vertrek van den Konink lijken trein. Welkom thuis, gij liefelijke Vrouwe, die zoo waardig en karaktervol, met zoo eenvoudige, onopgesmukte beval ligheid de zware plichten weet te ver vullen, die Gods gratie U opdroeg lot heil van vaderland en volk. Blijf ons lang gehouden en wees overtuigd, dat heden in België, in Vlaanderen- land en in Walenland velen, velen honderdduizenden om Uw Kroon een luister doen stralen van liefelijke ge- duchten. En dat daarginds in 't va derland nogmaals honderd duizenden van diepe dankbaarheid zullen ver vuld zijn. bedenkend hoe Gij, ondanks do moorddadige zomerhitte, gratievol en aanminnig de hoogo plichten der vertegenwoordiging van land en volk, van stam en ras hebt willen vervul len. God zegen© onze Koningin 1 Donderdagavond had in de Harmo nie rue de la Madeleine het banket plaats, gegeven door de Nederland- he Kamer van Koophandel te Rrus- Sgl. De tafel werd gepresideerd door dou voorzitter, den heer G. «ie Stop pelaar, terw ijl aan de hoofdtafe! zaten de gouverneur van Brabant, luitenant- generaal G ivclier. de Conite Dursel, chef van het kabinet van den minister van Buitenlandsche Zaken, en Moris Joan, directeur-generaal van het mi nisterie van Arbeid. Voorts werden opgemerk; de heer Enschedé, van de Maatschappij voor Nijver heid te Haarlem, de heer Mollzer, ver tegenwoordiger van de Amsterdam se ine Kamer van Koophandel en do heer Stoop, voorzitter van de Nedor- laudsclie Kamer van Koophandel t6 Londen, de heer Kamerüngh Onnes van Amsterdam en vele anderen. D© tafel werd geopend door «ieu gouver neur, die een dronk instelde op de le den van het Koninklijk Huis en den voorspoed van Holland. De heer D® Stoppelaar dronk op het Belgisch vor stenhuis. De dochtertjes van de hec- ren Kaufmann, Gompitz, Boschkempe* Van Vloten boden iederen gast de bloem der Koningin aan. Bij het des sert werden nog vele redevoeringen gehouden. De voorzitter wees o. a. op do nauwe betrekkingen van de Bel gische Kamer van Koophandel en den Ilollandschen handel en eindigde mot een opwekking, dat ieder land zijn eigen zeden liandhave. Voorts voerden het woord do heoren Van Elewiik, voorzitter van de Belgi sche Kamer van Koophandel, waarin hij o. a. het protectionistische stelsel afkeurde. De heer Enschedé dronk op den bloei der Belgische nijverheid en van den handei Stadsnieuws REGEN UIT HELDEREN HEMEL. Gistermorgen, omstreeks 10 uur, namen wie op de Oude Gracht tus schen Kleine Houtstraat en 't Spaar- ue waar. dat het regende, terwijl do lucht hekier stond. Op het Spaarn© was het toen droog. Het „llbld. van gisteravond meldt eenzelfde geval, in Amsterdam waar genomen, liet blad schrijft Voor ongeveer drie weken bereik ten ons talrijk© berichten van perso nen, die regen hadden zien vallen uit den helderen hemel. Het was betrek kelijk warm weer. De wind waaide met matige kracht uit Oost. Hier on daar zag men aan do licht-blauwo lucht een onweerswolkje. Het was tusschen 6 uur en half zeven in den namiddag, toen, terwijl de onweers wolken zich boven den horizon had den opgestapeld zwaar waren deze wolken echter niet maar terwijl het hoogor aan den hemel beslist on- HËUtLLHlON door H a d o n H 111. 54) Door den koopman openlijk in zijn vertrouwen te nemen door hein zijn ambtskaart van Scotland Yard te toonen, wekte hij de belangstelling van den man op, roet het resultaat, dat hij niet alleen voorzien werd vaneen zeer versleten zeemansplunje, doch ook in do gelegenheid werd gesteld met een scheermes baard en snor te doen ver dwijnen. Hij was vlugger geweest dan Stijn tegenstander aan den overkant, want hij was reeds een goed half uur met zijn vermomming klaar, toen Ra- venscar weder op straat verscheen Niemand zou op het eerste gezicht in den smerig-uitzienden landlooper, die de straat afslenterde. den vroege ren particulieren secretaris van Lord Monksilver herkend hebben. Nooit con aantrekkelijke persoonlijkheid ge weest zijnde, was hij beslist afzichte lijk met den valschen baard en kne vel. waaronder hij olies van zijn on behaard gezicht had bedekt, behalve <le donkere oogen. Alles wat van zijn kleeren te zien was onder oen oude, bruine overjas, hem verschaft door den barbier was een gerafeld© broek en gescheurde schoenen. Aan een dikken stok, op zijn schouder gedra gen, hing een zak, waarschijnlijk zijn eigen kleeding bevattende, klaar om bij gelegenheid te gebruiken. Daar hij geen haast scheen to heb ben, maakte hij slechts langzaam vor deringen, en hij scheen het idee van vervolgd te worden van zich afge schud te hebben, want na een scher pen blik over de straat geworpen te hebben, toen hij den barbierswinkel verliet, keek hij geen enkelen keer meer achter zich. Hij hield de water zijde, waar een rij vervallen huizen waarvan bijna elk een herborg was, in het gezicht van de haven stonden Eén van deze herbergen binnengaan de, schijnbaar op goed geluk, w as hij vöorloopig uit het gezicht verdwenen. Verlangend de deugdelijkheid van zijn vermomming te beproeven en de mogelijkheid vermoedende, dat Ra venscar dadelijk weer een achterdeur was uitgenraan, veroorloofde de ser geant zich niet meer dun oen minuut, vóór hij eveneens de drukke en kwa lijk riekende gelagkamer binnentrad. D© vluchteling sclieen bezig zich te installeeren met het oog op oen lang durig verblijf, ln een hoek zittend had hij den zak van zijn rug genomen en bestelde brood met kans on bier. Hij lette niet op Seott, dio slechts zoo lang bleef, om zijn binnentreden te moti- veeron mot het drinken van een glas bier. Toen begon voor den detective een vermoeiend wachten tusschen de hout stapels op de werf tegenover de her berg. Alvorens zich daar to vestigen, vergewiste hij zich er bij een land looper van, dat geen schip dien dag zee zou kiezen en dat Ravenscar daar om naar alle waarschijnlijkheid niet van plan zou zijn over het water te vluchten, doch zich verborgen zou houden tot hij de stad zou kunnen ver loten onder bescherming der duister nis met verminderd© kans tot herken ning. Ten slotta dacht Scott, dnt nij van plan was het spoorwegstation te gebruiken als schuilplaats, dus. óf het stafion te Wroxford óf éen verder aan do spoorlijn gelegen. Het voorgevoel van den sergeant bleek g?deeltelijk juist en eedeeltelijk onjuist te zijn. Dat ziju prooi de be scherming van de duisternis wenscht© v erd bewezen, daar hij niet opstond vóór de sterren zichtbaar werden in den schemer van de dalende zon. Maar de smerig© landlooper, die uit de onzindelijke herberg vertrok, nam zijn weg niet paar het spoorwegsta tion. De nauwe steegjes vermijdend©, bereikte bij de buitenwijken van de stad en kwam zoo on een landweg met den detective op een behoorlijken af stand achter zich aan. Hot begon den sergeant langzamer hand te vervelen, voornamelijk daar do route van de vervolging hem geen kans had gelaten met zün chef in ver binding te blijven, vóórdat hij de stad verliet. Tusschen de boutstapels op do werf had hij beneden zich een aantal telefoonstations en telegraafbureaux, en hij had wel opgepast het risico to loopen, de plaatselijk© nieuwsgierig heid op t© wekken door het zenden van een boodschapper naar het stad huis. En nu. hier was hij buiten op het land zonder zelfs het resultaat van Dick Wenslade's verhoor t© kennen of ook maair eenigszins te w eten, waar do jacht liem naartoe zou leiden. Tusschen de heggen in hot open veld liep Ravenscar snel door, schijnbaar «m den tiid, door het afwachten van den nacht, verloren, weder in te halen. De lang© figuur met de hoekig© schou ders gleed als een spook door het ster renlicht. hetwelk den hardnekkigen sergeant moeit© gaf hem bij te hou den zonder te gaan draven. Maar «jen paar mijl van da stad sloeg Ravens car zijdelings af naar ecu voetpad, cn vertraagde een oogenblik later zijn stappen, juist toen Scott ver beneden zich het zachte ruïschcn dor ze© hoorde. Hii w ist nu, waar hij was. Z© waren uitgekomen op de toppen der duinen, die vier mijlen verder eindig den in het voorgebergte van Dead- man's Castle. De afwisselende stralen van het groote, draaiende licht schit terden on flikkerden om zijn vermoe den te bevestigen. Was Scott eerst verveeld, nu begreep .li li cr niets meer van. Onbekend als hij was met den om trek, dien hij nu doortrok, wist hij, dat er behalve de ver verwijderde vuurtoren op het voorgebergte geen men schel ijk© woning was op deze kale duinen, of eenige toevlucht voor ecu achtervolgde^ grooter dan oen konij nenhol. Toch vervolgde Ravenscar voortdurend zijn weg, of hij een )>©- stemming had,. Wat kon zijn doel zijn. tenzij het hierin bestond, dat hij zijn misdaad wilde boeten door van d© rotsen in ze© t© springen De ser geant zou een beier antwoord op zijn eigen vraag gevonden hebben, als hij beter bekend geweest was met de tal rijke visschershutten onder de kaap. Maar zijn nasporingen waren be perkt tot het huis, w aar de UK>ord ge schied was, en het dorp en hij wist niets van het bestaan van die gemeen schap. die niet onder de wetten stond cn van het pad, dat er naar toe voerde tegenover de rots van de dui nen. Zoo liep het tweetal achter elkaar aan langs den bergrand, gescheiden door een afstand van ongeveer hon derd meters en omdat hun voetstap pon onhoorbaar waren op het dichte gras, had Scott geen reden om te veronderstellen, dat zijn tegenwoor digheid vermoed werd. Plotseling echter, toen zij de slagschaduw van don nieuwen vuurtoren naderden on binnen het bereik van zijp vérstrek- kende lichtstralen kwamen, bleef d« detective verbaasd staan. Ecu halve minuut geleden bad hij Ruvcuscai nog vlug door zien loopen, maar m hot draaiend© kustlicht de omgeviuj weer helder maakte, was h:j tutaa. uit het gezicht verdwenen. De lang* gestalte sciieen door dcai grond ge zonken. voor zoover Scott na kon gaan was hij verdwenen naast ©en klompje braamstruiken, dat aan de landzijde van den rand van het voorgebergte groeide. Hij snelde er hoen. en toen hij bij die struiken aankwam zag hij. wat er gebeurd was. Hij stond oij het be gin van een zig-zagpad, dat jiae.r hot strand leidde. Van op een afstand langs de helling klonken de voetstap pen van den vervolgd© als van iemand di© een steil pad atloopt. Scott su.'ui op het punt hem te volgen, toen hij van achter de braamstruiken zijn naam hoorde fluisteren. Wie is het zei hij boel lachvje®. Elisha Crowe, was het antwoord, i Wacht even, dan kom ik bij u. De oude man kroop uit het struikge was, en eing ©enig© meters \an don rand af statui, van .vaar hun stemmen den man, die paar beneden ging, niet zouden bereiken. In enkoio woorden vertelde bö den sergeant het resultaat van de terechtzitting en hoe er ooi: b»vel tot Inhechtenisneming voor Ra venscar was uitgevaardigd. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9