HAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
DE GOUVERNANTE
ZATERDAG £9 JUEI 1911
OM ONS HEEN
Ko. 1393
Een tunnel onder de Elbe.
Jan Jureensen schrijft in de G a r-
tenlaube over den tunnel, die in
Hamburg onder de Elbe door gemaakt
is en begint met te zeggen, dat roeds
vader Horatius de meening uitte, dat
den mensch niets te moeilijk is. Toch
zou deze wakkere Romein zich verba
zen over wat hij heden ten dage kon
aanschouwen. De geweldige kracht
vun de reuzen onder de dieren over
treffen wij door machines, de snelheid
van het hert door onze vaartuigen,
reeds wordt getracht den adelaar in
de lucht concurrentie aan te doen en
het is dus geen wonder, dat de
mensch nu ook toonen wil, dat hij be
ter graven kan, dan het konijn en de
«nol.
Het is wel een aardige mollengang,
die te Hamburg onder de Elbe is ge
boord, of liever een tweetal, die een
doorsnee hebben van 6,06 meter en
een lengte van 450 meter. Op deze plek
is de Elbe in het midden ongeveer tien
meter diep, Daaronder heeft men nog
zes meter van het aardrijk laten be
slaan, opdat de tunnel niet door
scheepsschroeven zou worden bescha
digd. Dezen zomer zal de tunnel voor
het verkeer worden opengesteld, hoe
hij totstand kwam volgt hieronder.
Den 7den November 1906 stond do
gemeenteraad van Hamburg 10,720,000
Mark, dat is bijna zes en een half mil-
lioen gulden, voor den tunnelbouw
toe. Daaraan was namelijk dringend
behoefte, daar van den eencn naar
den anderen oever rechtstreeks alleen
door stoombooten of roeibootjes per
sonen en kleine goederen kon len wor
den overgebracht. Het groot© verkeer
per as moet een grooten omweg ma
ken over de Elbebrug. Het steeds toe
nemende verkeer van personen en gce-
deren eisebte gebiedend een verkor
ting van den weg, die nu uit de bin
nenstad ruim 4 K.M. bedroeg. Den
22den Juli 1907 werd voor den eenen
tunnel de eerste spade in den grond
gestoken en den 26sten Februari 1910,
dus ruim 2 1/2 jaar later, had deze
tunnel den anderen oever bereikt. Op
29 Maart had de laatste spadesteek
officieel plaats. De verbinding onder
water van de beide oevers was tot
stand gebracht.
In de ingangsportalen zijn zes lif
ten aangebracht, vier voor groote en
kleine wagens, twee voor personen.
Ook zijn er trappen, maar die dienen
wegens de hoogte, alleen in geval
nood. De liften worden in beweging
gebracht door een oppasser, die daar
toe slechts een hefboom behoeft om te
zetten, het in- en uitschakelen, de
verschillende snelheden en het stop
pen bij aankomst regelt de machine
zelf automatisch. In de ingangsporta
len zijn ook de vertrekken, waarin de
krachtige machines zijn opgesteld, die
deze liften in beweging brengen.
Het werk begon natuurlijk met ge
wone uitgraving, maar toen het grond
water bereikt werd. bracht men een
soort van duikerklok aan, van ijzer
en gewapend beton vervaardigd, die
10 M. boog was en 26 meter in door
snee. De wanden van deze kast wer
den door de wanden van de schacht
zelf naar boven verlengd, zoodat do
wanden van de schacht om zoo te zeg
gen langzamerhand met de kast naar
beneden zonken. In de diepte der
schacht werd dan begonnen met het
boren van den tunnel. Van den eenon
oever tot bijna aan den anderen toe
is de aarde onder de Elbe week. Had
men onder den gewonen, atmosferi-
schen luchtdruk er eenvoudig op los-
geboord, dan zou onder den geweldi
gen druk van het Elbewuter de aarde
bezweken en alles overstroomd gewor
den zijn. Er werd dus samengeperste
lucht in de schacht senompt, die met
zulk een kracht tegen de wanden van
den langzaam voortgaanden tunnel
drukte, dat de druk van de aardlaag
en liet Elbewater daardoor opgewo
gen werd. Zoodra er een stukje ter
rein gewonnen was. werd een gewel
dige ijzeren ring geplaatst, die de on
dersteuning van dat stukje overnam.
Deze ringen werden aan elkaar ge
hecht en met beton opgevuld en vor
men dus om het zoo te noemen hot
beenderenstelsel van de tunnels.
Daarbij werd tevens een zwaar ijze
ren schild gebruikt, dat 150 ton woog
en loodrecht het gewonnen tunnel-
deel afsloot. Dit schild was van deu
ren voorzien en daarvoor arbeidde
men aan het uitgraven van den bo
dem. Zoodra er een ongeval dreigde,
vluchtten de arbeiders achter het
schild en skiten de deuren hermetisch
dicht. Door dezen maatregel zijn ge
durende den bouw slechts weinig on
gelukken voorgekomen. Den 24sten
Juni 1909 had er een doorbraak plaats,
die evenwel het bedrijf in geringe ma
te stoorde. Ook zijn er twee branden
voorgekomen. De arbeiders vluchtten
spoedig voor den rook, die ontstond
en eenige ingenieurs, van rookhelmen
voorzien, bluschten met levensgevaar
het vuur.
Het arbeiden la samengeperste
lucht vereischt. zooals wij wel weten
uit de herinnering aan de stations-
werken te Amsterdam, eenige voor
zorgen. Er is over den caisson-arbeid
destijds heelwat geschreven, o.
over ziekten, die zich daarbij speciaal
voordeden. De plotselinge overgang
uit gewone atmosferische lucht tot
ruimten ihct samengeperste lucht is
namelijk onmogelijk, deze zou den
mensch ongetwijfeld dadelijk het lo
ven kosten Daarom heeft men een
soort van tusschenkamer gebouwd,
als 't ware een sluis, waarin de arbei
ders een uur lang moeten verblijven
en waarin door ventilatie langzamer
hand de samengeperste lucht door
dunucre lucht vervangen wordt, tot
dat de atmosfeer gelijk ie aan die van
de buitenwereld en de arbeiders dus
zonder gevaar naar huis kunnen
gaan. Omgekeerd wordt oxi tegenover
gestelde wijze gehandeld, wanneer de
arbeid moet worden begonnen. Het
spreekt van zelf. dat slechts volko
men gezonde personen dit werk kun
nen verrichten en dat hun een ver
hoogd loon wordt uitbetaald.
Natuurliik kan dus een dergelijk
werk slechts langzaam vorderen en
toch is de tijd, die aan het werk be
steed werd, merkwaardig kort. Voel
gemakkelijker en minder gevaarlijk
werd bet werk, toen men in de nabij
heid van den anderen oever kwam
en daar een steenachtigen bodem
vond, die door zijn eigen zwaarte be
ter aan den druk van bet Elbewater
weerstand bood. Hier werd de samen
geperste lucht overbodig.
Sedert Februari 1910 is aan de in
wendige afwerking van den tunnel ge
arbeid. De zijwanden zijn loodrecht
gemaakt, zoodat het pijpachtige ver
dwijnt en de hoogte grooter lijkt, deze
wanden zijn met tegels keurig afge
werkt. De gangen zijn ruim electrisoh
verlicht. Zoodra de tunnels voor het
verkeer ziin opengesteld zal slechts
één richting geoorloofd zijn, om bot
singen te voorkomen om deze reden
zijn dan ook twee tunnels gemaakt.
Aan den buitenkant is voor een
smaakvolle, ja monumentale inrich
ting gezorgd. De toegangshallen zijn
indrukwekkend, zij dragen een mach
tigen koepel met koper versie rd. Het
front bestaat uit zuilen, die rus
ten op sokkels van basalt, op de zij
wanden zijn reliefs aangebracht, voor
stellende afschelds- en thuiskomst-
tooneeltjes uit het leven van den ar
beider.
De beide tunnels zijn bet werk van
den architect Wendemuth te Ham
burg. Van hem zijn de plannen en
ontwerpen afkomstig. Ilot bedrag, dat
de Raad er voor heeft toegestaan, is
er geheel voor gebruikt,
W ie in den nazomer of herfst in de
groote stad aan de Elbe komt, dio
voortdurend fraaier wordt, zal niet in
gebreke blijven een wandeling te ma
ken diep onder de groote rivier door.
Hamburg heeft in den Elbetunnel bij
hare talrijke bezienswaardigheden
een nieuwe gewonneneen toeken
van den krachtigen geest des men-
schen, die met machtigen groep do
elementen bedwingt.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
ENGELAND EN DLTTSCHLAND.
De rede van minister Asquith, in
het Britsch© Lagerhuis, heeft niet
nagelaten de gemoederen in Duitsch-
land te kalmeeren.
De ..Vossische Zeitung" noemt des
ministers rede een vredesspeech, om
dat bij tot tweemalen toe verzekerd
heeft, dat Engeland oprecht wenscht,
dat er tusschen Duitschiand en
Frankrijk een vredelievend vergelijk
tot stand komt, eervol voor beide
partijen, en dat dit vergelijk moge
lijk is, zonder dat tekort gedaan
wordt aan de Britsche belangen.
Men kan het nemen zoo men 't
wil Doch als men Lloyd George's
redevoering en die van minister As
quith naast elkander legt, dan is er
niet veel verschil tusschen beide rede
voeringen. Ook Asquith heeft nadruk
kelijk gezegd, dat die verlangens om
trent de kuststreek van Majokko niet
bevredigd kunnen worden.
Alleon wijst de eerste minister nu
een uitweg uit de impasse, waarin
Duitschiand geraakt is schadever
goeding in den Franschen Congo. En
Duitschiand grijpt volgaarne deze ge
legenheid aan, om uit zijn benarde
positie te geraken en zijn figuur te
redden.
Daarom heet nu de rede van mi
nister Asquith een vredesspeech, om
den schijn te geven, dat Engeland bij
gedraaid is en Duitschiand de sterke
rol is blijven spelen. Maar, niemand
laat zich dit wijsmaken de Duitsche
diplomatie is op een leelijke wijze in
den knel geraakt. En het figuur, dat
zij maakt, is niet heel schitterend.
Aan de Duitsche pers-artikelen is
nog het volgende ontleend
„De heer Asquith', aldus nog de
„Vossische", „heeft Engeland gezui
verd van de verdenking, dat het in
Europee-sche conflicten steeds er op
bedacht is de tertium gaudens te zjn.
Stellig heeft Engeland in don loop
van de lange historische periode
vastgehouden aan de overlevering,
voordeel te trekken uit de oneemg-
beid van anderen.
De redevoering van den heer As
quith breekt met deze gewoonte en
wij hebben geen reden de woorden te
wantrouwen, die een gentleman In
een zoo bij uitnemendheid ernstig
oogenblik ten overstaan van do ge
heeld beschaafde wereld, in het open
baar gesproken heeft."
De radicale „Berl. Morgenpost"
constateert met voldoening, dat As
quith de mate van morellen steun,
dien Engeland den Franschen bond
genoot meent schuldig te zijn, iets
duidelijker omschreven heeft dan in
zijn verklaring van 6 Juli. Al zat «ia
verklaring bijdragen tot verbetering
van den kritieken toestand, toch is
het te optimistisch to denken, dat de
moeilijkheid van het Marokko-pro-
bleem thans uit den weg geruimd is.
De vrijzinnige „Berl. Borsenkurier"
is van oordeel, dat de houding der
Engolsche regeering, bekend gemaakt
in de verklaring, naar den vorm al
thans correct is. Of dit ook tegenover
Duitschiand zoo blijven zal, wanneer
de onderhandelingen tusschen Frank
rijk en Duitschiand afgoloopen zijn,
of wanneer zij tot geen resultaat lei
den, zal men moeten afwachten.
Duitschiand zal goed doen met te
veel vertrouwen te schenken.
Theodoor Wolff schrijft in het
„Berl. Tageblatt", dat Asquith door
een duidelijke afbakening van de En-
gclsche bczwa j n en eischen een
misverstand uit den weg geruimd
heeft, dat een succesvol resultaat van
de onderhandelingen bemoeilijken
kon.
Dit is alles wat men op het oogen
blik in Duitschiand wenschen kan.
„De verstandige, koel overleggende
Engelschen en de Engelsche vredes-
vrienden, met wie wij van ganscher
harte sympathiseeren, moeten inzien,
dat tusschen twee groote volkeren een
vriendschappelijk verkeer alleen mo
gelijk is op den grondslag van \ol-
komen gelijke rechten, en dat elke
poging van het eene volk om zijn
wil voor te schrijven in alle hoeken
en gaten van de wereld, bij het an
dere volk een begrijpelijke ontstem
ming moet wekken.
Omdat ons de goede verstandhou- f
ding met Engeland van zeer veel'
waarde lijkt en omdat wij eerlijk
wenschen, dat de thans ontstane ge
spannen verhouding volkomen ver
dwijn©, willen wij niet Jetten op
eenige scherpe beweringen, in de ver
klaring ontwikkeld.
Wij stellen op den voorgrond het
goede, dat de redevoering brengt en
beschouwen de rest terecht als rotho-
rische versiering."
Volgens den „Lokal Anzelger"
spreekt uit de verklaring het zelfbe
wuste gevoel, dat steeds de Engel
sche politiek kenmerkt, toch zal de
verklaring wel in Engeland een kal
mere opvatting van liet Marokko-
geschil ten gevolge hebben.
Uit een later telegram bemerken
we, dat er toch wel in Duitsclüand
zijn, die Asquith's rede opvatten, als
wij hierboven deden De „TSgliche
Rundschau" namelijk schrijft, dat
al9 men de toespraak van alle om-
hulseis ontdoet, er de vermaning aan
Duitschiand overblijft„Handen
weg, van Marokko
Maar de overige Duitsch© bladen
schrijven in den toon van de „Vossi
sche Zeitung".
DE TOESTAND IN PERZIë.
De „Köln. Ztg." verneemt uit Te
heran, dat de voorhoede der rogoe-
ringstroepen, die tegen den ex-Sjah
moeten ageeren, 3poeddg uit Teheran
zal veitrekken. Echter zal dat leger
tje niet staan onder aanvoering van
den politiechef te Teheran, Jefreni,
zooals eerst was gemeld.
Jefrem blijft achter, om zich te be
lasten met de verdediging van de
stad .Maar nu heeft de Russische
vertegenwoordiger te Teheran verbo
den, dat in of om de stad zal worden
gevochten. Mochten wellicht Russi
sche onderdanen aan evontueele ge
vechten deelnemen, dan zullen zij
worden in hechtenis gesteld en uit
do lakens uit in de Perzische hoofd
stad.
De voorhoede van de strijdmacht,
waarmeé de ex-Sjah zijn tocht naar
de hoofdstad waagt, is te Sjaroet
aangekomen en heeft die plaats ge
plunderd. In genoemde plaats bevon
den zich een paar honderd geweren
en twee kanonnen, die nu wel in
handen zullen zijn gevallen van de
huurlingen van Mohammed All. Sja
roet ligt 70 K.M. ton zuid-oosten van
Astrabad en ongeveer 300 K M. van
Teheran.
Reuter is van meening. dat Rus
land den afgezetten Sjah, die zijn
troon komt heroveren, in de hand
werkt. De stad Sjachroed is door 'ie
Toer lui leensche troepen van Moha-
med Ali ingenomen en geheel geplun
derd. Dit optreden heeft een zeer on-
gimstigen indruk gemaakt, want het
bewijst, dat de troepen Yan Moha-
med Ali zich niet zullen houden aan
de begrippen van oorlogsrecht, die
voor beschaafde volkeren gelden.
Te Tebris zijn de Russische troe
pen, om tot dusvor onbekende rede
nen, in het paleis van den plaatsver-
vangenden goeverneur binnengedron
gen en hebben Resjed el Moelk, den
vroegeren goeverneur van Ardebil,
-bevrijd, die verdacht wond de Sjac.il-
aewonr.cn tot opstand te hebben aan
gezet en daarom gevangen wei-d ge
houden. De commandant van de Per
zische Kozakken brigade te Teheran,
een Russisch officier in Perztschon
dienst, heeft geweigerd munitie af te
geven, die dringend noodig was voor
de uitrusting ion de expeditie tegen
Mohained Ali. Door een en ander is
de stemming tegen Rusland veel
slechter geworden.
Evenmin schijnt de toestand ln
Albaniè heel rooskleurig.
De correspondent van de „Times"
te Cettinje seint, dat gevolmachtig
den van Rusland, Oostenrijk en Italië
samen zijn gekomen bij den Turk-
schen gezant, maar dat
GEEN OPLOSSING
van het Albaneesche vraagstuk kon
verkregen worden.
Van onzen Reizonden
Redacteur.
HET BEZOEK VAN KONINGIN WIL-
HELMINA AAN BELGIë.
Vrijdag.
Vandaag was het om acht uur in
den morgen 'reeds 75 graden in de
schaduw. Zouden de vorstelijke gas
ten den moed hobbcn om te tien uu'r
in open rijtuigen do warmte te trot-
seeron en in het mooie Bois de la
Cambre een toe'rtj-e te maken. Toen
te tien uur de rijtuigen h la Daumont
bespannen met de voorrijders in kar
mozijnen rijbuizen het Paleis verliet,
vergat men warmte en zonnehitte bij
den aanblik van dit liefelijk tafereel.
In het eerste rijtuig had Koningin
Wilhelm in a plaats genomen naast
Koning Albert. De Koningin was in
eon Wit toilet en droeg oen hoed van
witte kant met een blanke aigrette.
De Jonge Graaf van Brabant, even
eens in het wit, zat tegenover de Ko
ningin enwas kinderlijk verheugd. In
het tweede rijtuig zaten Koningin
Elisabeth, Prins Hendrik en de beide
andere kinderen van koning Albe'rt,
de kleine graaf van Vlaanderen en 't
lieve prinsesje Marie José. Het blon
de prinsesje houdt de pop, die Ko
ningin Wilhelmina haar beeft go-
schonken in heur armpjes. Het zijn
ook de kinderen, d e mede gezdrgd
hebben, dat dit bezoek, 't welk eerst
onder vormelijkheid scheen te zullen
lijden, zoo echt hartelijk is geworden
en van personen u.t de naaste omge
ving van II. M. hebben wij vernomen,
dat een band van waarachtige we-
derzijdsche vriendschap tusschen de
beide koningshuizen is ontstaan.
Want Koningin Wilhelmina als jong
moedertje besteedde de weinige uren,
die zij kon afzonderen om samen te
zijn met de kinderen van koningin
Elisabeth en de jonge graaf van
Vlaanderen met zijn eerste ridderor
de, hem door koningin Wilhelmina
verleend, de twee kleinen koningskin
deren met het speelgoed, mogen wij
dit kee'r ander speelgoed zeggen, zijn
heel gelukkig niet het bezoek van de
l.eve tante uit Noord-Nederland.
Na den rijtoer door het mooie
bosch, met zijn troische lanen, zijn
droomerige spiegelvijver waar de
rood© en witte plomp opbloeit tus
schen de b'reede, ronde, groene bla
deren, zijn wijdsche vergezichten en
heuvelig boschage, reed men naar t
Paleis terug om zich voor te bere.den
voor het noenmaal, dat te half een in
het deftige gezantschapsgebouw in
de Handelsstraat door Koningin Wil
helmLna en Prins Hendrik aan Ko
ning Albert en Koningin Elisabeth
zou worden aangeboden.
Even voor half een kwamen de Ne-
derlandsche vorsten in de Handels-
straat aan voorafgegaan door 't eere-
escórte der bereden gidsen. De straat
afgezet door gendarmes en grena
diers, martiale kaerels met hoog© be-
romutsen op, was vol nieuwsgierigen,
die de Koningin toejuichten. IL M.
zag ©r opgewekt en gezo'nd uit. Zij
schijnt de warmte goed te verdragen.
Op de eerste verdieping was in de
groote zaal een déjeuner voor de twee
en twintig gasten aangericht. De ta-
tafel toonde een schat van kristal,
bloemen en zilver en op de op zijde
gedrukte menu's met de kleu'ren der
beide landen versierd beloofde: Oeufs
Polignac. zalm, lamscotelet» ham,
Brussclsch© ertipres, artisjokken, per
ziken en roomijs. Tegen een uur kwa
men in automobiel Koning Albert
en Koningin Elizabeth, d e aan den
ingang door Koningin Wilhelmina en
Pruis Hendrik werden verwelkomd.
Tijdens het dejeuner hield Koning
in Wilhelmina een Franse he rede,
waarin zij zeide dankbaar en meer
dun voldaan te zijn over de prachtig©
ontvangst Haar en Haar gemaal
door "bet Belgische Hof en bet volk
van Brussel bereid. Koning Albert
antwoordde met op de gezondheid to
drinken van Prinses Juliana. Dit is
de eerste officieel© toast op Pr-nsos
Juliaha uitgebracht door oen ge
kroond hoofd. Wij zullen in Neder
land deze fijngevoeligheid van Ko
ning Albert weven te waardeeYen. Ko-
niiigui Wilhelmina betuigde burge
meester Max nogmaals haar groote
voldoening over de prachtige ont-
vaugst ten stadhuize.
Te half drie vertrokken H. M. de
Koningin Wilhelmina en Prins Hen
drik van het station der Leopoldswijk,
uitgeleide gedaan door Koning Al-
bert en Koningin Elisabeth. De mu
ziek zette bet Wilhelmus in. dat mid
denin onderbroken werd, omdat de
majesteiten nog met elkaar wenschlen
te spreken. Wel ruim vijf minuten wa
ren do beide Koninginnen met el
kaar In gesprek en toen tij elkaar tot.
afscheid kusten, bemerkt© men heel
goed, hoe diep beiden aangedaan wa
ren. De twee Koninginnen, de ttvco
moeders, do tweo vriendinnen van
haar broeder-volken hebben elkaar
leorou kennen, dat is leeren liefheb
ben. Koning Albert kust de hand, die
Koningin Wilhelmina Hem ten af
scheid reikt. Prins Hendrik kust «ie
band van Koningin Elisabeth, wisselt
een handdruk met Koning Albert en
nu stijgt Koningin Wilhelmina in *t
galon-rijtuig en lachend, bevallig, aan
minnig, ongemeen jeugdig in Hoar
licht zomertoilet, met een zeegroen
tocque op t blonde hoofd, kruisen do
stralende blikken van Haar blauwe
oogen tevreden en aanminnig d© blik
ken van «ie fijne, rank©, elegante Ko
ningin Elisabeth. Wat ging er om in
de harten en hoofden dier beide Hoo
ft© Vrouwen, nu op dit oogenblik de-
zo droom van welgemeend vriend
schappelijk bezoek voorbij was.
De hoerah's en Leve de Koningin t
overstemden de klanken van 't Wil
helmus bii t vertrek van den Konink
lijken trein.
Welkom thuis, gij liefelijke Vrouwe,
die zoo waardig en karaktervol, met
zoo eenvoudige, onopgesmukte beval
ligheid de zware plichten weet te ver
vullen, die Gods gratie U opdroeg lot
heil van vaderland en volk. Blijf ons
lang gehouden en wees overtuigd,
dat heden in België, in Vlaanderen-
land en in Walenland velen, velen
honderdduizenden om Uw Kroon een
luister doen stralen van liefelijke ge-
duchten. En dat daarginds in 't va
derland nogmaals honderd duizenden
van diepe dankbaarheid zullen ver
vuld zijn. bedenkend hoe Gij, ondanks
do moorddadige zomerhitte, gratievol
en aanminnig de hoogo plichten der
vertegenwoordiging van land en volk,
van stam en ras hebt willen vervul
len. God zegen© onze Koningin 1
Donderdagavond had in de Harmo
nie rue de la Madeleine het banket
plaats, gegeven door de Nederland-
he Kamer van Koophandel te Rrus-
Sgl. De tafel werd gepresideerd door
dou voorzitter, den heer G. «ie Stop
pelaar, terw ijl aan de hoofdtafe! zaten
de gouverneur van Brabant, luitenant-
generaal G ivclier. de Conite Dursel,
chef van het kabinet van den minister
van Buitenlandsche Zaken, en Moris
Joan, directeur-generaal van het mi
nisterie van Arbeid. Voorts werden
opgemerk; de heer Enschedé,
van de Maatschappij voor Nijver
heid te Haarlem, de heer Mollzer, ver
tegenwoordiger van de Amsterdam
se ine Kamer van Koophandel en do
heer Stoop, voorzitter van de Nedor-
laudsclie Kamer van Koophandel t6
Londen, de heer Kamerüngh Onnes
van Amsterdam en vele anderen. D©
tafel werd geopend door «ieu gouver
neur, die een dronk instelde op de le
den van het Koninklijk Huis en den
voorspoed van Holland. De heer D®
Stoppelaar dronk op het Belgisch vor
stenhuis. De dochtertjes van de hec-
ren Kaufmann, Gompitz, Boschkempe*
Van Vloten boden iederen gast de
bloem der Koningin aan. Bij het des
sert werden nog vele redevoeringen
gehouden. De voorzitter wees o. a. op
do nauwe betrekkingen van de Bel
gische Kamer van Koophandel en den
Ilollandschen handel en eindigde mot
een opwekking, dat ieder land zijn
eigen zeden liandhave.
Voorts voerden het woord do heoren
Van Elewiik, voorzitter van de Belgi
sche Kamer van Koophandel, waarin
hij o. a. het protectionistische stelsel
afkeurde. De heer Enschedé dronk op
den bloei der Belgische nijverheid en
van den handei
Stadsnieuws
REGEN UIT HELDEREN
HEMEL.
Gistermorgen, omstreeks 10 uur,
namen wie op de Oude Gracht tus
schen Kleine Houtstraat en 't Spaar-
ue waar. dat het regende, terwijl do
lucht hekier stond. Op het Spaarn©
was het toen droog.
Het „llbld. van gisteravond meldt
eenzelfde geval, in Amsterdam waar
genomen,
liet blad schrijft
Voor ongeveer drie weken bereik
ten ons talrijk© berichten van perso
nen, die regen hadden zien vallen uit
den helderen hemel. Het was betrek
kelijk warm weer. De wind waaide
met matige kracht uit Oost. Hier on
daar zag men aan do licht-blauwo
lucht een onweerswolkje. Het was
tusschen 6 uur en half zeven in den
namiddag, toen, terwijl de onweers
wolken zich boven den horizon had
den opgestapeld zwaar waren deze
wolken echter niet maar terwijl
het hoogor aan den hemel beslist on-
HËUtLLHlON
door H a d o n H 111.
54)
Door den koopman openlijk in
zijn vertrouwen te nemen door hein
zijn ambtskaart van Scotland Yard te
toonen, wekte hij de belangstelling van
den man op, roet het resultaat, dat hij
niet alleen voorzien werd vaneen zeer
versleten zeemansplunje, doch ook in
do gelegenheid werd gesteld met een
scheermes baard en snor te doen ver
dwijnen. Hij was vlugger geweest dan
Stijn tegenstander aan den overkant,
want hij was reeds een goed half uur
met zijn vermomming klaar, toen Ra-
venscar weder op straat verscheen
Niemand zou op het eerste gezicht
in den smerig-uitzienden landlooper,
die de straat afslenterde. den vroege
ren particulieren secretaris van Lord
Monksilver herkend hebben. Nooit
con aantrekkelijke persoonlijkheid ge
weest zijnde, was hij beslist afzichte
lijk met den valschen baard en kne
vel. waaronder hij olies van zijn on
behaard gezicht had bedekt, behalve
<le donkere oogen. Alles wat van zijn
kleeren te zien was onder oen oude,
bruine overjas, hem verschaft door
den barbier was een gerafeld© broek
en gescheurde schoenen. Aan een
dikken stok, op zijn schouder gedra
gen, hing een zak, waarschijnlijk zijn
eigen kleeding bevattende, klaar om
bij gelegenheid te gebruiken.
Daar hij geen haast scheen to heb
ben, maakte hij slechts langzaam vor
deringen, en hij scheen het idee van
vervolgd te worden van zich afge
schud te hebben, want na een scher
pen blik over de straat geworpen te
hebben, toen hij den barbierswinkel
verliet, keek hij geen enkelen keer
meer achter zich. Hij hield de water
zijde, waar een rij vervallen huizen
waarvan bijna elk een herborg was,
in het gezicht van de haven stonden
Eén van deze herbergen binnengaan
de, schijnbaar op goed geluk, w as hij
vöorloopig uit het gezicht verdwenen.
Verlangend de deugdelijkheid van
zijn vermomming te beproeven en de
mogelijkheid vermoedende, dat Ra
venscar dadelijk weer een achterdeur
was uitgenraan, veroorloofde de ser
geant zich niet meer dun oen minuut,
vóór hij eveneens de drukke en kwa
lijk riekende gelagkamer binnentrad.
D© vluchteling sclieen bezig zich te
installeeren met het oog op oen lang
durig verblijf, ln een hoek zittend had
hij den zak van zijn rug genomen en
bestelde brood met kans on bier. Hij
lette niet op Seott, dio slechts zoo lang
bleef, om zijn binnentreden te moti-
veeron mot het drinken van een glas
bier.
Toen begon voor den detective een
vermoeiend wachten tusschen de hout
stapels op de werf tegenover de her
berg. Alvorens zich daar to vestigen,
vergewiste hij zich er bij een land
looper van, dat geen schip dien dag
zee zou kiezen en dat Ravenscar daar
om naar alle waarschijnlijkheid niet
van plan zou zijn over het water te
vluchten, doch zich verborgen zou
houden tot hij de stad zou kunnen ver
loten onder bescherming der duister
nis met verminderd© kans tot herken
ning. Ten slotta dacht Scott, dnt nij
van plan was het spoorwegstation te
gebruiken als schuilplaats, dus. óf het
stafion te Wroxford óf éen verder aan
do spoorlijn gelegen.
Het voorgevoel van den sergeant
bleek g?deeltelijk juist en eedeeltelijk
onjuist te zijn. Dat ziju prooi de be
scherming van de duisternis wenscht©
v erd bewezen, daar hij niet opstond
vóór de sterren zichtbaar werden in
den schemer van de dalende zon. Maar
de smerig© landlooper, die uit de
onzindelijke herberg vertrok, nam
zijn weg niet paar het spoorwegsta
tion. De nauwe steegjes vermijdend©,
bereikte bij de buitenwijken van de
stad en kwam zoo on een landweg met
den detective op een behoorlijken af
stand achter zich aan.
Hot begon den sergeant langzamer
hand te vervelen, voornamelijk daar
do route van de vervolging hem geen
kans had gelaten met zün chef in ver
binding te blijven, vóórdat hij de stad
verliet. Tusschen de boutstapels op do
werf had hij beneden zich een aantal
telefoonstations en telegraafbureaux,
en hij had wel opgepast het risico to
loopen, de plaatselijk© nieuwsgierig
heid op t© wekken door het zenden
van een boodschapper naar het stad
huis. En nu. hier was hij buiten op
het land zonder zelfs het resultaat van
Dick Wenslade's verhoor t© kennen
of ook maair eenigszins te w eten, waar
do jacht liem naartoe zou leiden.
Tusschen de heggen in hot open veld
liep Ravenscar snel door, schijnbaar
«m den tiid, door het afwachten van
den nacht, verloren, weder in te halen.
De lang© figuur met de hoekig© schou
ders gleed als een spook door het ster
renlicht. hetwelk den hardnekkigen
sergeant moeit© gaf hem bij te hou
den zonder te gaan draven. Maar «jen
paar mijl van da stad sloeg Ravens
car zijdelings af naar ecu voetpad, cn
vertraagde een oogenblik later zijn
stappen, juist toen Scott ver beneden
zich het zachte ruïschcn dor ze©
hoorde. Hii w ist nu, waar hij was. Z©
waren uitgekomen op de toppen der
duinen, die vier mijlen verder eindig
den in het voorgebergte van Dead-
man's Castle. De afwisselende stralen
van het groote, draaiende licht schit
terden on flikkerden om zijn vermoe
den te bevestigen.
Was Scott eerst verveeld, nu begreep
.li li cr niets meer van.
Onbekend als hij was met den om
trek, dien hij nu doortrok, wist hij,
dat er behalve de ver verwijderde
vuurtoren op het voorgebergte geen
men schel ijk© woning was op deze kale
duinen, of eenige toevlucht voor ecu
achtervolgde^ grooter dan oen konij
nenhol. Toch vervolgde Ravenscar
voortdurend zijn weg, of hij een )>©-
stemming had,. Wat kon zijn doel zijn.
tenzij het hierin bestond, dat hij zijn
misdaad wilde boeten door van d©
rotsen in ze© t© springen De ser
geant zou een beier antwoord op zijn
eigen vraag gevonden hebben, als hij
beter bekend geweest was met de tal
rijke visschershutten onder de kaap.
Maar zijn nasporingen waren be
perkt tot het huis, w aar de UK>ord ge
schied was, en het dorp en hij wist
niets van het bestaan van die gemeen
schap. die niet onder de wetten
stond cn van het pad, dat er naar toe
voerde tegenover de rots van de dui
nen.
Zoo liep het tweetal achter elkaar
aan langs den bergrand, gescheiden
door een afstand van ongeveer hon
derd meters en omdat hun voetstap
pon onhoorbaar waren op het dichte
gras, had Scott geen reden om te
veronderstellen, dat zijn tegenwoor
digheid vermoed werd. Plotseling
echter, toen zij de slagschaduw van
don nieuwen vuurtoren naderden on
binnen het bereik van zijp vérstrek-
kende lichtstralen kwamen, bleef d«
detective verbaasd staan. Ecu halve
minuut geleden bad hij Ruvcuscai
nog vlug door zien loopen, maar m
hot draaiend© kustlicht de omgeviuj
weer helder maakte, was h:j tutaa.
uit het gezicht verdwenen. De lang*
gestalte sciieen door dcai grond ge
zonken. voor zoover Scott na kon gaan
was hij verdwenen naast ©en klompje
braamstruiken, dat aan de landzijde
van den rand van het voorgebergte
groeide.
Hij snelde er hoen. en toen hij bij
die struiken aankwam zag hij. wat
er gebeurd was. Hij stond oij het be
gin van een zig-zagpad, dat jiae.r hot
strand leidde. Van op een afstand
langs de helling klonken de voetstap
pen van den vervolgd© als van iemand
di© een steil pad atloopt. Scott su.'ui
op het punt hem te volgen, toen hij
van achter de braamstruiken zijn
naam hoorde fluisteren.
Wie is het zei hij boel lachvje®.
Elisha Crowe, was het antwoord,
i Wacht even, dan kom ik bij u.
De oude man kroop uit het struikge
was, en eing ©enig© meters \an don
rand af statui, van .vaar hun stemmen
den man, die paar beneden ging, niet
zouden bereiken. In enkoio woorden
vertelde bö den sergeant het resultaat
van de terechtzitting en hoe er ooi:
b»vel tot Inhechtenisneming voor Ra
venscar was uitgevaardigd.
(Wordt vervolgd).