NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
29© Jaargang. No. 8621
Versc^rjfrt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 31 JULI 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
pflR DRIB MAANDBNt It. Van regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Builen het Arrondissement
Yoor Haarlem 120 Haarlem van 1—5 regels fhelke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der ^^2TSAbonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) j-£9 Advertentiün van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cte. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 kW/tA 50 Cts- v00r 3 plaatsingen k contant
Odlïus^èerd Zondagsblad, 'voor 'Haarlem 037K Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53.
h de omstreken en franco per post 0.45 Intereommnnaa! Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootacbap Louren» Coster. Directenr J. C. PEEREBOOM. 0^3 Drukkerijt Zcider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentlön en reclames van bulten het Arrondissement Haarlem in dit blad is ultslaitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiteniandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DE TURKSCHE SPOORWEGEN.
Dc vertegenwoordiger van de Fran-
sche regie der spooTwegen heelt met
de Ottomaansche regeering een reeks
contracten geteekend omtrent de voor
bereiding en den lateren aanleg van
een complex van lijnen, die binnen
den kortst mogelijken tijd gereed zul
len komen.
Bovendien bevatten de akten de eer
ste overeenkomst omtrent de in Noord-
Anutolië aan te leggen lijnen ter ver
binding van Samsoen, Siwaa, Khar-
put, Eiraeroem en Trebizonde.
Amsterdamsche Kout
XIIL
.Wederom een bloedige strijd.
De bootwerkersstaking ge
ëindigd. De staking der.
zeelieden van weerszijden
met groote hardnekkigheid
•voortgezet.
„Amsterdamsche Kout" heeft de re
dactie van dit blad indertijd als ver
zamelnaam gekozen voor deze weke-
lijksclie epistels uit de hoofdstad.
Moest er nog een naam worden ge
kozen, dan zou ik, door de ervaring
der laatste weken geleid, hebben wil
len voorstellen, ze te doopen aJs
„Strijdkreetjes". Inderdaad, de laat
ste weken was het strijd, strijd en
nog eens strijd. De bloedige strijd op
Kattenburg in mijn voorlaat sten
brief, de stembusstrijd in mijn laat-
sten, en nu ga ik in dezen weder ver
halen van een bloedigen strijd, na
melijk van den eersten echten wed
strijd tusschen beroepsboksers te Am
sterdam. Ja, ja, Amsterdam gaat
zlënderoogen vooruit, wordt een we
reldstadte oardeelen althans
naar de dwaasheden, die we op boks-
gebied de metropolis reeds beginnen
nu te apen I
Laat ik beginnen als een goed im-
pressario, u de kampioenen, mij
beiden welbekend, even voor te stel
len. Die groote, breede reus, te log
bijna om zijn oogeoi flinik open te
houden en wiens lijzige spraak zou
doen vermoeden, dat hij zelfs te lui
is om te praten, dat is niemand min
der dan „prof. Placké", een man van
een geweldige reputatie. U kende
hem nog niet Best mogelijk Want
ik bedoel van een boksgebied-repu-
tatie Hij is de man, die het boksen
in Nederland invoerde. Placké, die
vele aanhangers telt, die in hem ge-
looven, of tot de vorige week in
hem geloofden, als in een tweeden
Johnson, werd voor een miskend
boksgenie gehouden. De geheele we
reld had hij, waarschijnlijk door
boksliefhebbers, die uit boksliefde
flink hadden afgeschoven, daartoe
in staat gesteld, omgezworven, om
de eerste boksheroén uit te dagen,
doch was terug gekomen, met dc
boodschap, dat ze op de meest kin
derachtige manier, zich verschuilend
achter allerlei futiliteiten, den strijd
hadden ontweken. Uit vrees natuur
lijk voor dezen pootigen Hollander,
dachten zijn adepten, en keken met
des te meer bewondering tot dezen
pooteling op.
Toen vestigde zich te Amsterdam
mijnheer nummer II, dien ik u bij
dezen eveneens even voorstel, een
klein, bruin, lenig kereltje, zich noe
mend „prof. Sam Kingsley" (den let
terzetter wordt dringend verzocht,
deze aanhalingsteekens niet weg te
laten, daar zulke door de professoren
zelf aangekondigde professoraten
door ons, domme Hollanders, nog al
lerminst algemeen worden erkend).
Het is een tenger, klein, tanig ke
reltje. „Professor Placké" weegt
295 K.G., „prof. Kingsley" 120 K.G.,
tenzij zelfs in die gewichtsopga ven
humbug schuilt, hetgeen ik ten aan
zien van den laatste b.v. zelfs lang
niet onmogelijk acht.
„Prof. Kingsley" geneert zich te
Amsterdam door het geven van boks-
lessen. De wieg van den professor
met den Engelschen naam heeft ech
ter in liet lage landje aan de zee ge
schommeld, zoo goed als vermoede
lijk de uwe en de mijne. Hoe ik dat
zoo zeker weet Och, laatst was ik in
de rechtszaal tegenwoordig, toen de
groote man in hetzelfde beklaagden
bankje moest plaats nemen, waar
vóór hem zoo velen een minder
prettig uurtje huns levens moesten
doorbrengen. Wat een vernedering
hebben groote mannen soms toch te
doorstaan
Naam en geboorteplaats moest hij
liti'vÏTTóèüSg öpgSVSS.
Laat ik er echter aanstonds bij
voegen, dat het niet wegens een on
eervol feit was, dat de „professor",
vooT de heeren kwam. Neen, allemaal
voor zijn boksliefde, waarvan hij de
martelaar was geworden.
(Geld verdient hij trouwens ge
noeg, zoo verklaarde hij op een
vraag van den president). De zaak
was deze: De professor had kunnen
besluiten een avond n-ar het variété
Flora in de Amstelst'raat te gaan.
Hij nam plaats gewoon tusschen het
vulgus (of men een afzonderlijke
loge heeft in Flora voor hooge be
zoekers is xnij trouwens onbekend).
Betalen deed hij evenmin als een
vorst, want als „artist" had hij vrijen
toegang, mits hij zich behoorlijk aan
het loket aanmeldde om even een
vrijkaart in ontvangst te willen ne
men. Dit nu had de groote man ver
smaad of in verstrooidheid vergeten.
Een suppoost, die zijn plicht deed,
zou die plichtsbetrachting duur te
staan komen. De protféssor, wien de
handjes wel wat heel erg los aan liet
lijf zitten, raakte met hem handge
meen en takelde hem zoodanig toe,
dat hij zelfs in geen dagen in het pu
bliek meer toonbaar was!
Dit was echter de eenige helden
daad, die we van den Australischen
kampioen-professor kenden, toen het
bekend werd; dat hij den strijd zou
aanbinden tegen Placké, den gewel
dige, voo"r wie zelfs wereldkampioe
nen laf in hun schulp kropen.
Helaas, hoe ijselijk snel is een re
putatie- eerst na jaren van noesten
arbeid en hangen strijd verkregen,
verspeeld, bijv. verbokst. Het was'
geen mooie partij, want dit licht ge
wicht en dat zwaar gewicht verdeel
den eigenlijk de strijders in verschil
lende categóriën, Doch ze hebben
gestreden, gestreden ten bloede toe.
Arme Placké onttroonde koning. Gis
teren den grooten wereldkampioenen
te machtig, heden in een weinig-
eervoilen Goliath-David strijd,... een
hoksnui. Kan het erger? En dat ge
nu nog gedisqualificeerd moest Wór
den wegens valsch spel! O foeil Ja.
ik, ik begrijp 't: Ge kondet, ge wildet
niet veïliezen, van dien peuter, so
ein Drei-Kase-hochl Uw naam met
waar, uw groote naam, ging boven
allo eerlijkheid? En toen, buiten u
zelvon van pijn en woede, en met een
rooden neus van bloed, van men-
schenbloed, nog wel van Placké-
bloed, toen, niet waar, het moest!
What is in a name? Arme groote stak
kert, hoor mijn raad), ga heen en
verdwijn... laten we nooit meer van
Je hooran, Placké: het is al te pijn
lijk!
Men he'rinnert zich de opwinding,
en de dwaasheden van den reuzen-
wedstrijd in Amerika, waarin de ne
ger Johnson het verwaande blanke
ras, dat in de nieuwe wereld een
neger, nu Ja, hoogstens nog maar een
half mensch acht, zulk een heilzaam
lesje toediende? Prof. Placké achtte
zich nu aan zijn reputatie verplicht,
do nieuwe zwarte boksberoemdheid
uit te dagen. Wederom echter was
den grooten man een groote teleur
stelling besehoren (wat is het leven
trouwens anders dan een aaneen
geschakelde reeks van teleurstellin
gen?) Want Johnson gaf niet eens
antwoord, vond onzen Hollandschen
kampioen niet eens 12 1/2 cent voor
een postzegel waard; en dat een man
die zoo rijk is! Een smaad onze hee-
le nat.e aangedaan. O, dat we nu ook
niet meer in den tijd leven van De
Ruyter!
Doch al kregen we geen kamp
Placké-Johnson, we kregen twee an
dere kampen tusschen „prof. Sam
Kingsley" en „prof. Placké!" Eerst
gingen de „professoren" elkander
met de pen te lijf in de dagbladen en
toen met de gehandschoende vuist in
de gymnasüekschool van De Vereenig
de Clubs in het Turngebouw Do
IIoop, in de M. J. Kosterstraat. Met
veel belangstelling had men in Am
sterdamsche sportkringen dezen
wedstrijd tegemoet gezien. Inplaats
dat de be'roemde neger de uitdaging
aannam kreeg prof. Placké een uit
daging van dat peulschilletje Sam
Kingsley die boksen wilde liefst in
het openbaax*.
Doch zie alweer pechl Burgemees
ter Roëll, die te Amsterdam al meer
vechten ziet dan hem lief is, ve'rbood
den wedstrijd. Tegen het machtig
burgemeesterlijk besluit ging toen do
hee'r Leo Lauer, hoofdredacteur van
de Revue der Sporten, weder vech
ten. In een schrijven vroeg deze ons
aller burgeren vader of het hem be
kend is, dat in Flora bij worstelwed
strijden tooneelen voorvallen, waar-
too de verboden bokswedstrijden ze
ker nooit aanleiding zouden geven.
Z.g. sportsmen ontzien z.ch niet,
schreef de heer L. aan den burge-
m oester, als ze verliezen het publiek
en den tegenstander op brute wijze
met de vuisten te dreigen, dezen te
lijf te gaan en de heele jury-tafel over
het tooneel ie slingeren, in het kort
zich zoo aan te stellen, dat er tu
mult, hevig tumult in de zaal ont
staat."
De burgemeester van Amsterdam,
jhr. Roëll, deed als de neger John
son, dat wil zeggen, hij antwoordde
evenmin met een boe als een ba.
Autoriteiten oversohatten echtër
vaak hun macht, denken, dat ze met
verbieden alles kunnen beletten.
De wedstrijd is toch gehouden. Men
zei eenvoudig, dat de strijd niet in
't openbaar, doch in intiemen kring
TWEEDE BLAD.
Buiteniandsch Overzicht
Alle telegrammen in de laatste da
gen ontvangen blijven op een vredelie
vende oplossing van
HET ENGELSCH—DUITSCH—
FRANSCH MAROKKO-GESCHIL
Wijzen.
Kiderlen Wfichtor, de Minister van
Buitenl. Zaken, is. in gezelschap van
'den Duitscbon Rijkskanselier, eens
met Keizer wilhelm gaan praten, toen
hij van zijn Noorsche reis te Swine-
münde terugkeerde.
De kwestie zal nu in dezen zin op
gelost worden, dat Duitschland het
Togo-getoied ruilt voor een stuk van
Gambon in den Franschen Congo, 't
Zal wel een vette ruil voor Duitsch
land zijn. Over den omvang van 't ge
bied, dat men aan Duitschland gaat
toewijzen, is men 1 nog niet eens,
maar luen zai dat wel worden.
Mogendheidjes als Italië en Spanje
Willen er blijkbaar ook een slaatje uit
slaan. Zij schreeuwen ten minste hard,
'dat nu 't evenwicht, dat befaamde po
litieke evenwicht in Afrika wordt ver
broken.
Daarom moeten zij nu ook een
brokske hebben.
Aan de telegrammen, gister en van
daag ingekomen, zij nog 't volgende
ontleend
De optimistische stemming, die se
dert 48 uur door de bladen werd ge
constateerd, is heden nog sterker ge
worden, seinde men gister uit Parijs.
Do „Echo de Paris" zegt, dat het ge
sprek tusschen Cumbon en Kiderlen
voor het vertrek van den laatste naar
Bwincmünde bevredigend was en een
overeenstemming in principe doet
voorzien, die nog deze wéék verwe
zenlijkt zou kunnen worden. De be-
eprekingen over de detailpunten van
een toekomstige overeenstemming zou
den reeds eergisteren begonnen zijn.
De „Figaro" schrijft, dat Duitschland
beslist zou verklaren voortaan geen
belangstelling meer te koesteren voor
Marokko en geenerlei oppositie zou
vceren tegen de Fransche politiek.
Wij, sohrüft hel blad, zouden dan in
Gabon en Fransch Congo gebieden af
staan, waarvan de uitgestrektheid nog
meet vastgesteld worden, maar niet
Libreville. In ruil daarvoor sou
Duitschland Togo en het noordelijkste
deel van Kameroen afstaan.
Volgens de „Temps" zou Duitsch
land een herziening van de grenzen
van Kameroen verkrijgen en Togo af
staan tegen een deel van Gabon. Door
dezen ruil zou Frankrijk een deel van
de kust aan den Atlantischen Oceaan
behouden, alsmede een gedeelte grond
gebied om de streek, aan Duitschland
afgestaan. heen. Daardoor houdt
Frankrijk vrijen toegang tot het deel
van den Congo grenzende aan den
Congo-Vrijstaat. Dit geaeelte zullen
.wij behouden, zegt het bladde ex-
Ïiloitutie en de toekomstige ontwikke-
irig er van zouden verzekerd blijven.
De Berlijn sche correspondent van de
,,Lcho de Paris" zegt, dat de regeling
over drie punten zal loopen de reor
ganisatie in militair en administratief
opzicht van Marokko door Frankrijk
de waarborging van de economische
belangen der andere volken door een
centraal internationaal comité in Ma
rokko de ruil van het Duitsohe Togo-
gebied tegen een deel van Fransch-
Congo. De moeilijkheid is nog de aan
wijzing van grootte en ligging der af
te stone gebieden, maar, zoo zegt de
correspondent, in het algemeen schij
nen de Duitsche eischon redelijker te
zijn geworden.
FEUILLHION
door Headon Hill.
661
Ja, maar waar kwam u op eens
Vandaan? ze'. Scott. Niet dat iiet mij
'verbaast, want u kan eenmaal ver-
Wacht worden daar, waar u het meest
fioodig is.
Niels dan een gelukkig gissen
bracht mij luer, antwoordde Elisha
bescheiden. Ik herinnerde mij plotse
ling, dat hij omgang had met een
meisj, dat in een van de hutten aan
den voet van dit pad woont, net kwam
tnli niet onwaarschijnlijk voor, dat
{hij wachten zou tot het donker werd,
cn dan haar zou bewegen hem te ver
bergen tot de eerste ij vei- om hem te
zoeken, voorbij was. Ik schijn gelijk
gehad te hegben.
Zooals u altijd heeft, antwoordde
de detective von Scotland Yard met
onverholen bewondering. Welnu, als
het bevel tot gevangenneming Is ult-
Sevaardigd, dan is alles, wat ik te
oen heb, naar beneden te gaan en
hem bij den kraag te pakken. Omdat
u niet zoo Jong meer is, als wij wel
zouden wenschen, Mr. Crrowe, doet u
verstandiger met te wachten tot ik
De terugkeer van Mohammed Ali
stemt de Perzische Regeering niet bij
zonder prettig. Zij doet alle mogelij
ke pogingen, om van den lastigen
troon-pretendent af te zijn.
Do „medsjlis", het Parlement, heeft
met algemeene stemmen, het door een
groep afgevaardigden. ingediende
voorstel aangenomen om een prijs
van 100,000 tomans te stellen op het
hoofd van den .gewezen sultan en van
25,000 ou de hoofden zijner broeders
Salar ed Dauleh, en Sjoa es Saltaneh.
Verder word een voorstel van de re
geering aangenomen tot verhooging
van het salaris van den chef der doua-
De-gendarmerie met 3000. Tot dezo
betrekking werd benoemd majoor Sto
kes, gewezen attaché van het En gel-
sche gezantschap te Teheran.
Uit
ALBANIë
zijn nog eenige berichten over den
opstand gekomen.
Ds Gvóroïiueri figen overvielen in het
Hoti-gebied Turksche soldaten, van
welke twee gedood en twee gewond
worden.
Onmiddellijk snelden Turksche troe
pen toe, die een levendig vuur open
den.
Aan Turksche zijde sneuvelden 6
man en werden een aantal anderen
gewond.
De bevelhebber der Turksche troe
pen in Albanië bericht, dat de opstan
delingen on 25, 26 en 27 dezer de Turk
sche troepen bij BTOdza en Seleo aan
vielen, maar telkens teruggeslagen
werden.
De „Wiener Allgemeine Zeitung"
vernoemt uit betrouwbare Lron, dat
er alle reden is om te verwachten, dat
do vrede tusschen de Turken en de
Malissoren voor 1 Augustus geslo
ten zal worden.
Mug men het einde van den op
stand tegemoet zien
In het Zuiden van ons werelddeel
treedt in de laatste dagen
DE CHOLERA
op. De Regeeringen nemen maatrege
len om de verspreiding der ziekte te
voorkomen.
In een officieele nota wordt mede
gedeeld, dat, daar Argentinië on
danks do 8unitaire maatregelen van
Italië de quarantaine bij de aankomst
van emigranten handhaaft, do lta-
liaansche regeering bij decreet de
emigratie naar Argentinië voorloop!g
heeft verboden.
Reuter seint, dat Vrijdag te Triest
één geval van "cholera voorgekomen
is en Zaterdag één sterfgeval aan die
ziekte.
Officieel wordt tegengesproken, dat
in verschillende gemeenten der Oost-
Pyreneeën gevallen van cholera zou
den zijn voorgekomen. Er kwamen al-
leon gevallen van cholerine \*oor.
Er zijn te Konstantinopel 23 geval
len van cholera voorgekomen, waar
van 3 met doodelijken afloop.
Te Versailles is een verdacut ziekte
geval geconstateerd hij een civiel-inge-
nieur, die bij het 2e regiment artillerie
was ingedeeld.
Bij de verkiezing voor
HET BR1TSCHE LAGERHUIS
is Masterman, onderstaatssecretaris
van hinnenlandsche zaken, wiens ver
kiezing onlangs ongeldig werd ver
klaard, wegens ongeoorloofde hande
lingen van zijn agent, te Z.W. Betli-
nalgreen herkozen met 2748 stemmen.
De unionist Hofgaard vareenigdo
2561 stemmen op zich, dG socialist
Souse 134.
hom hier breng. liet is niet noodig,
dat ook u dergelijke hellingen op- en
afklimt.
U behoeft deze helling in elk ge
val niet weer op te klimmen langs
het strand tot aan het begin van do
dorpsstraat is korter, zei Elisha,
peinzend. Maar umoet mij excuseeren,
voegde hij er bij, als ik u iets anders
voorstel. Het zijn ruwe luitje^ daar
ginds in die visscherskolonié zij heb
ben moordenaarsbloed in de aderen.
De vader van he* meisje, waarmee
Ravenscar omgang heeft, Michael
Standlsh, Is gevaarlijk. Als ik in uw
plaats was, dan zou ik die arrestatie
niet alleen tot stand willen brengen.
Ga naar beneden en houd de hut in
het oog als u wilt, maar laat ik eerst
naar de Priory terugkeeren en den
dief dor politie telefoneeren. Ik heb
hem beloofd bericht te sturen, zoodra
ik u op het spoor was.
Ik deins niet terug voor gevaren,
die de plicht mij voorschrijft, zei
Scott een beetje gepiqueerd.
Ik twiifel niet aan uw moed, ook
denk ik niet aan het. gevaar, dat u
loopt, antwoordde Elisha droogjes.
Ik dacht aan het gevaar, dat wij zou
den loopen om Ravenscar te laten ont
glippen als u voor de overmacht moest
bukken, en dat wij met hem alle kans
zouden verliezen om dat arme kind
terug te vinden, dat, vrees ik door
zijn misdaden meer geleden heeft dan
iemand anders.
Spreek er niet meer over. Ik neem
mijn. hoed voor u af, antwoordde Scott
rondborstig. U gaat zoo snel als u kan
versterking oproepen, terwijl ik naar
boneden ga en den schurk in hel oog
houd. De eerste woning onder aan
hot pad, niet waar? U heeft gelijk.
Het is geen kleinigheid om hier iu de
duisternis naar beneden te gaan. zon
der je nek te breken, maar ik zal inljn
best doen.
Met die woorden keerde hij zich om
en wachtte tot de volgende draal
ing van de lichtstralen des vuurto
rens hem het zig-zag pad toonde, waar
langs hij naar beneden kon gaan.
Elisha Crowe schudde langzaam
zijn hoofd, terwijl hij de onduidelijk
wordende gestalte van den detective
nakeek, totdat hij hij de eerste
bocht in het pad uit het gezicht ver
dween toen liep hij zoo vlug moge-
luk langs den bergrand terug.
Een Engel sche bulhond tot ln
hort en nieren, bromde de oude man.
Geen slechte eigenschap om op te
steunen, en de beste, die er op 't
oogonhlik te krijgen is. Maar ik denk
toch, dat wij nog wel betere hulp zul
len noodig hebben, vóórdat wij niet
Mr. Carter Ravenscar hebben afge
handeld.
HOOFDSTUK XXV.
Het spoor bijster.
Toen Elisha Crowe op de Prlory
aankwam, werd hij dadelijk in de eet
kamer gelaten, waar hij Dick Wens-
lade en Yvonne vond, die met hun
oom aan het dessert zaten. De twee
jonge menschen waren niet in staat
geweest rustig thuis te blijven, en
Lord Monksilver was maar al te blij
met hun cezelschap. De opwinding
van de terechtzitting en het openbaar
worden van de schurkenstreken van
zijn secretaris hadden den ouden
edelman sterk aangepakt, en hij zag
er heel oud en terneergeslagen uit.
Naar het korte verslag van Elisha,
hoe hij ontdekt had waarheen Ra
venscar gevlucht was, en hoe hij ser
geant Scott gewaarschuwd had niet
tot een arrestatie over te gaan, totdat
hij assistentie had gekregen werd in
ademlooze stilte geluisterd en daarop
ging Dick naar de bibliotheek, om
naar Wroxford te telefoneeren. Tij
dens zijn afwezigheid nam Elisha de
hoffelijke invitatie van. Lord Monk-
8ilver aan om te gaan zitten en een
glas wijn te drinken, waaraan hij
werkelijk groote behoefte had.
Ik ben een heel domme, oude
man, Mr. Crowe, en ik moet bekennen,
dat ik eenigszins in de war ge
bracht ben door den loop der gebeur
tenissen, zei Lord Monksilver na een
pauze. Ik begrijp natuurlijk, dat mijn
ex-Becretaris den dood van mijn broer
en mijn neef heeft gewild. Maar welk
doel hij daarmee had, dat gaat mijn
verstand te boven. Hij behoort niet
tot mijn bloedverwanten, en kon nlot
hopen ooit mijn titel of vermogen te
erven.
Uw vermogen niet, mylord
vroeg Elisha zacht en met grooten
eerbied in zijn stem. Men zegt, dat or
na den dood van Mr. Richard Wens-
lade geen mannelijke erfgenamen
meer over waren, en dat u dan vrij
zou zijn om uw vermogen na te laten
aan wien u wilde.
De kleine Viscount liet zijn hoofd op
zijn schouder vallen en de ondeugen
de blik, die hem soms karakteriseer
de, kwam op zijn gelaat.
Maar Ravenscar was slim. pro
testeerde hij. Veel te slim om te den
ken, dat ik hem nog meer zou geven
dan een tamelijk groot legaat, HIJ
wist, dat ik nog wel een vrouwelijke
erfgenaam zou hebben, al had hij mij
van de muunelijke berooid.
En Lord Monksilver wendde zich tot
Yvonne, die aan zijn rechterzijde zat
en kneep haar hartelijk in haar blo
zende wang, terwijl bij tegelijker
tijd naar den 'listigen ouden speur
hond keek al3 was hij nieuwsgierig
om t© weten, welk antwoord deze zou
geven. Het antwoord, dat hij kreeg
viel heelemaol niet in rijn smaak.
Er zou nog wel een andere wijze
geweest ziin, waarop Ravenscar van
de erfenis van Miss Wenslade kon pro
fiteered zei Elisha zenuwachtig.
Mijnheer, hoe durft u I riep do
oude peer met zijn hooge stem uit.
Maar Yvonne zelf wist aan die uit
gevoerd zou worden. Voilé tout!
Er zou gebokst worden in 15 Ton
den elk van dne minuten met telken*
een minuut rust. Van den aanvang
af bleek, dat de reus Placké met een
lastig tegenstandertje te doen had:
hij kreeg van den lilliputter memgen
raken pats, en als hij zich daai in
zijn boosheid niet reglementair weer
de, werd hij tot de orde geroepen,
Placké, de man met de we'reldrepu-
tatie, bleek werkelijk de mindere.
In de tweede ronde vertoonde hij
al een bloedfontein. Bij de 6e paste
hij, er nijdig een soort worstelpartij
van willende maken, weder vaLsche
grepen toe, en in de zevende Tonde
volgde de ijualificatie wegens onop
houdelijk unfair spel.
De heeren zijn het intusschen al we
der eens geworden om nogmaals te
boksen, doch dan om een geldprijs.
We zullen dus nogmaals kunnen ge
nieten!
Laten we intusschen erkennen, dat
het boksen, als amateurs-sport met
mag worden beoordeeld naar het
werk van twee beroepsboksers, die
elkander buiten gevecht trachten te
stellen, terwijl bij amateurs slechts
het aantal stooten geldt. Men weet,
dat zelfs de groote Roosevelt en de
ctkke Taft groote liefhebbers zijn van
boksen, en niemand minder dan Mae
terlinck den lof van het boksen heeft
bezongen.
Er bestaat tegen boksen in ons land
nog veel vooroordeel, waarschijnlijk
een gevolg juist van het optreden van
dergelijke beroepsboksers in woord
en beeld. In de vaardigheid echter
om zich ongewapend te kunnen ver
dedigen schuilt op zich zelf niets on
edels. Spreekt de Engelschmaai zelfs
niet van: The noble art of self-defen
ce? Zal het niet meer bewondering
wékkon, Indien we dóór eigen vaar
digheid een veel sterker aanvaller
van het lijf weten te houden dan dat
we dadelijk gillen om moeder of de
politici De bokskunst schenkt zeker
een zelfvertrouwen, dat in oogenblik-
ken van gevaar van onschatbaar nut
kan zijn.
De leeuw heeft zijn klauwen en
vreeselijke tanden, de stier zijn ho
rens, de man heeft slechts zijn
vuist, en een schande is het als hij
die niet in tijd van nood weet te ge
bruiken. Een politie-agent of mili
cien, die de bokskunst machtig is,
zal in sommige gevallen niet eens
sabel of geweer behoeven te gebrui
ken om zich te doen eerbiedigen.
De Amsterdamsche politiemannen
verlangen thans pistolen om zich te
verdedigen, (waarmede reeds hun
Haag sche en Rotterdamsche colleger's
zijn uitgerust) doch tot dusver meen
de men steeds dit verzoek te moeten
weigóren.
Mag ik misschien een compromis
aan de ijand doen, waarmede beide
partijen gedeeltelijk hun rin krijgen?
Men lee're de Amsterdamsche „sme
rissen" boksen. Ze kunnen zich dan
heter verdedigen en loopen geen ge
vaar bloed te vergieten, als zulks nog
vermeden kan wórden.
B .Th.
barsting van woede een einde te ma
ken.
Ik geloof, dat Mr. Crowe volko
men gelijk heeft, oom, zoo viel zij
hem in de rede. Dat individu is den
laatsten tijd zoo kruipend vriendelijk
voor mij geweest dat ik naar een
mannelijken bloedverwant heb ver
langd om hem weg te jagen. Het komt
mij heel waarschijnlijk voor, dat hij
mot een dergelijk denkbeeld in zijn
hoofd heeft rondgeloopen.
Maar, lieve kind. dat is belache
lijk, zoo klonk bet bevende lachje van
Lord Monksilver. In dat geval zou ik
mijn vermogen tot oo een stuiver heb
ben nagelaten aan het Asyl voor hon
den en het Heilsleger liever dan den
kerel gelegenheid te geven zoo Ti doel
te bereiken.
Elisha, die bescheiden aan liet eind
van de ©tenstafel zat, keek zijn adel
lijken gastheer tusschen de vruchten
en bloemen door aandachtig aan. Hij
zocht een gelegenheid om op een ge
schikt oogenblik te zeggen, wat hij
op het hart had. Ter wille van den
goeden naam van Phyllis Vaughan
was het noodzakelijk Lord Monksil-
sov te overtuigen, dat zijn neiging tot
stelen, al was die ook het gevolg van
een manie, niet aan de aandacht ont
snapt was.
(Wordt vervolgd).