NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. DE GOUVERNANTE 29© Jaargang. No. 8621 Versc^rjfrt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. MAANDAG 31 JULI 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: pflR DRIB MAANDBNt It. Van regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Builen het Arrondissement Yoor Haarlem 120 Haarlem van 1—5 regels fhelke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der ^^2TSAbonnement aanzienlijk rabat. gemeente) j-£9 Advertentiün van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cte. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 kW/tA 50 Cts- v00r 3 plaatsingen k contant Odlïus^èerd Zondagsblad, 'voor 'Haarlem 037K Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53. h de omstreken en franco per post 0.45 Intereommnnaa! Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootacbap Louren» Coster. Directenr J. C. PEEREBOOM. 0^3 Drukkerijt Zcider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentlön en reclames van bulten het Arrondissement Haarlem in dit blad is ultslaitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiteniandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DE TURKSCHE SPOORWEGEN. Dc vertegenwoordiger van de Fran- sche regie der spooTwegen heelt met de Ottomaansche regeering een reeks contracten geteekend omtrent de voor bereiding en den lateren aanleg van een complex van lijnen, die binnen den kortst mogelijken tijd gereed zul len komen. Bovendien bevatten de akten de eer ste overeenkomst omtrent de in Noord- Anutolië aan te leggen lijnen ter ver binding van Samsoen, Siwaa, Khar- put, Eiraeroem en Trebizonde. Amsterdamsche Kout XIIL .Wederom een bloedige strijd. De bootwerkersstaking ge ëindigd. De staking der. zeelieden van weerszijden met groote hardnekkigheid •voortgezet. „Amsterdamsche Kout" heeft de re dactie van dit blad indertijd als ver zamelnaam gekozen voor deze weke- lijksclie epistels uit de hoofdstad. Moest er nog een naam worden ge kozen, dan zou ik, door de ervaring der laatste weken geleid, hebben wil len voorstellen, ze te doopen aJs „Strijdkreetjes". Inderdaad, de laat ste weken was het strijd, strijd en nog eens strijd. De bloedige strijd op Kattenburg in mijn voorlaat sten brief, de stembusstrijd in mijn laat- sten, en nu ga ik in dezen weder ver halen van een bloedigen strijd, na melijk van den eersten echten wed strijd tusschen beroepsboksers te Am sterdam. Ja, ja, Amsterdam gaat zlënderoogen vooruit, wordt een we reldstadte oardeelen althans naar de dwaasheden, die we op boks- gebied de metropolis reeds beginnen nu te apen I Laat ik beginnen als een goed im- pressario, u de kampioenen, mij beiden welbekend, even voor te stel len. Die groote, breede reus, te log bijna om zijn oogeoi flinik open te houden en wiens lijzige spraak zou doen vermoeden, dat hij zelfs te lui is om te praten, dat is niemand min der dan „prof. Placké", een man van een geweldige reputatie. U kende hem nog niet Best mogelijk Want ik bedoel van een boksgebied-repu- tatie Hij is de man, die het boksen in Nederland invoerde. Placké, die vele aanhangers telt, die in hem ge- looven, of tot de vorige week in hem geloofden, als in een tweeden Johnson, werd voor een miskend boksgenie gehouden. De geheele we reld had hij, waarschijnlijk door boksliefhebbers, die uit boksliefde flink hadden afgeschoven, daartoe in staat gesteld, omgezworven, om de eerste boksheroén uit te dagen, doch was terug gekomen, met dc boodschap, dat ze op de meest kin derachtige manier, zich verschuilend achter allerlei futiliteiten, den strijd hadden ontweken. Uit vrees natuur lijk voor dezen pootigen Hollander, dachten zijn adepten, en keken met des te meer bewondering tot dezen pooteling op. Toen vestigde zich te Amsterdam mijnheer nummer II, dien ik u bij dezen eveneens even voorstel, een klein, bruin, lenig kereltje, zich noe mend „prof. Sam Kingsley" (den let terzetter wordt dringend verzocht, deze aanhalingsteekens niet weg te laten, daar zulke door de professoren zelf aangekondigde professoraten door ons, domme Hollanders, nog al lerminst algemeen worden erkend). Het is een tenger, klein, tanig ke reltje. „Professor Placké" weegt 295 K.G., „prof. Kingsley" 120 K.G., tenzij zelfs in die gewichtsopga ven humbug schuilt, hetgeen ik ten aan zien van den laatste b.v. zelfs lang niet onmogelijk acht. „Prof. Kingsley" geneert zich te Amsterdam door het geven van boks- lessen. De wieg van den professor met den Engelschen naam heeft ech ter in liet lage landje aan de zee ge schommeld, zoo goed als vermoede lijk de uwe en de mijne. Hoe ik dat zoo zeker weet Och, laatst was ik in de rechtszaal tegenwoordig, toen de groote man in hetzelfde beklaagden bankje moest plaats nemen, waar vóór hem zoo velen een minder prettig uurtje huns levens moesten doorbrengen. Wat een vernedering hebben groote mannen soms toch te doorstaan Naam en geboorteplaats moest hij liti'vÏTTóèüSg öpgSVSS. Laat ik er echter aanstonds bij voegen, dat het niet wegens een on eervol feit was, dat de „professor", vooT de heeren kwam. Neen, allemaal voor zijn boksliefde, waarvan hij de martelaar was geworden. (Geld verdient hij trouwens ge noeg, zoo verklaarde hij op een vraag van den president). De zaak was deze: De professor had kunnen besluiten een avond n-ar het variété Flora in de Amstelst'raat te gaan. Hij nam plaats gewoon tusschen het vulgus (of men een afzonderlijke loge heeft in Flora voor hooge be zoekers is xnij trouwens onbekend). Betalen deed hij evenmin als een vorst, want als „artist" had hij vrijen toegang, mits hij zich behoorlijk aan het loket aanmeldde om even een vrijkaart in ontvangst te willen ne men. Dit nu had de groote man ver smaad of in verstrooidheid vergeten. Een suppoost, die zijn plicht deed, zou die plichtsbetrachting duur te staan komen. De protféssor, wien de handjes wel wat heel erg los aan liet lijf zitten, raakte met hem handge meen en takelde hem zoodanig toe, dat hij zelfs in geen dagen in het pu bliek meer toonbaar was! Dit was echter de eenige helden daad, die we van den Australischen kampioen-professor kenden, toen het bekend werd; dat hij den strijd zou aanbinden tegen Placké, den gewel dige, voo"r wie zelfs wereldkampioe nen laf in hun schulp kropen. Helaas, hoe ijselijk snel is een re putatie- eerst na jaren van noesten arbeid en hangen strijd verkregen, verspeeld, bijv. verbokst. Het was' geen mooie partij, want dit licht ge wicht en dat zwaar gewicht verdeel den eigenlijk de strijders in verschil lende categóriën, Doch ze hebben gestreden, gestreden ten bloede toe. Arme Placké onttroonde koning. Gis teren den grooten wereldkampioenen te machtig, heden in een weinig- eervoilen Goliath-David strijd,... een hoksnui. Kan het erger? En dat ge nu nog gedisqualificeerd moest Wór den wegens valsch spel! O foeil Ja. ik, ik begrijp 't: Ge kondet, ge wildet niet veïliezen, van dien peuter, so ein Drei-Kase-hochl Uw naam met waar, uw groote naam, ging boven allo eerlijkheid? En toen, buiten u zelvon van pijn en woede, en met een rooden neus van bloed, van men- schenbloed, nog wel van Placké- bloed, toen, niet waar, het moest! What is in a name? Arme groote stak kert, hoor mijn raad), ga heen en verdwijn... laten we nooit meer van Je hooran, Placké: het is al te pijn lijk! Men he'rinnert zich de opwinding, en de dwaasheden van den reuzen- wedstrijd in Amerika, waarin de ne ger Johnson het verwaande blanke ras, dat in de nieuwe wereld een neger, nu Ja, hoogstens nog maar een half mensch acht, zulk een heilzaam lesje toediende? Prof. Placké achtte zich nu aan zijn reputatie verplicht, do nieuwe zwarte boksberoemdheid uit te dagen. Wederom echter was den grooten man een groote teleur stelling besehoren (wat is het leven trouwens anders dan een aaneen geschakelde reeks van teleurstellin gen?) Want Johnson gaf niet eens antwoord, vond onzen Hollandschen kampioen niet eens 12 1/2 cent voor een postzegel waard; en dat een man die zoo rijk is! Een smaad onze hee- le nat.e aangedaan. O, dat we nu ook niet meer in den tijd leven van De Ruyter! Doch al kregen we geen kamp Placké-Johnson, we kregen twee an dere kampen tusschen „prof. Sam Kingsley" en „prof. Placké!" Eerst gingen de „professoren" elkander met de pen te lijf in de dagbladen en toen met de gehandschoende vuist in de gymnasüekschool van De Vereenig de Clubs in het Turngebouw Do IIoop, in de M. J. Kosterstraat. Met veel belangstelling had men in Am sterdamsche sportkringen dezen wedstrijd tegemoet gezien. Inplaats dat de be'roemde neger de uitdaging aannam kreeg prof. Placké een uit daging van dat peulschilletje Sam Kingsley die boksen wilde liefst in het openbaax*. Doch zie alweer pechl Burgemees ter Roëll, die te Amsterdam al meer vechten ziet dan hem lief is, ve'rbood den wedstrijd. Tegen het machtig burgemeesterlijk besluit ging toen do hee'r Leo Lauer, hoofdredacteur van de Revue der Sporten, weder vech ten. In een schrijven vroeg deze ons aller burgeren vader of het hem be kend is, dat in Flora bij worstelwed strijden tooneelen voorvallen, waar- too de verboden bokswedstrijden ze ker nooit aanleiding zouden geven. Z.g. sportsmen ontzien z.ch niet, schreef de heer L. aan den burge- m oester, als ze verliezen het publiek en den tegenstander op brute wijze met de vuisten te dreigen, dezen te lijf te gaan en de heele jury-tafel over het tooneel ie slingeren, in het kort zich zoo aan te stellen, dat er tu mult, hevig tumult in de zaal ont staat." De burgemeester van Amsterdam, jhr. Roëll, deed als de neger John son, dat wil zeggen, hij antwoordde evenmin met een boe als een ba. Autoriteiten oversohatten echtër vaak hun macht, denken, dat ze met verbieden alles kunnen beletten. De wedstrijd is toch gehouden. Men zei eenvoudig, dat de strijd niet in 't openbaar, doch in intiemen kring TWEEDE BLAD. Buiteniandsch Overzicht Alle telegrammen in de laatste da gen ontvangen blijven op een vredelie vende oplossing van HET ENGELSCH—DUITSCH— FRANSCH MAROKKO-GESCHIL Wijzen. Kiderlen Wfichtor, de Minister van Buitenl. Zaken, is. in gezelschap van 'den Duitscbon Rijkskanselier, eens met Keizer wilhelm gaan praten, toen hij van zijn Noorsche reis te Swine- münde terugkeerde. De kwestie zal nu in dezen zin op gelost worden, dat Duitschland het Togo-getoied ruilt voor een stuk van Gambon in den Franschen Congo, 't Zal wel een vette ruil voor Duitsch land zijn. Over den omvang van 't ge bied, dat men aan Duitschland gaat toewijzen, is men 1 nog niet eens, maar luen zai dat wel worden. Mogendheidjes als Italië en Spanje Willen er blijkbaar ook een slaatje uit slaan. Zij schreeuwen ten minste hard, 'dat nu 't evenwicht, dat befaamde po litieke evenwicht in Afrika wordt ver broken. Daarom moeten zij nu ook een brokske hebben. Aan de telegrammen, gister en van daag ingekomen, zij nog 't volgende ontleend De optimistische stemming, die se dert 48 uur door de bladen werd ge constateerd, is heden nog sterker ge worden, seinde men gister uit Parijs. Do „Echo de Paris" zegt, dat het ge sprek tusschen Cumbon en Kiderlen voor het vertrek van den laatste naar Bwincmünde bevredigend was en een overeenstemming in principe doet voorzien, die nog deze wéék verwe zenlijkt zou kunnen worden. De be- eprekingen over de detailpunten van een toekomstige overeenstemming zou den reeds eergisteren begonnen zijn. De „Figaro" schrijft, dat Duitschland beslist zou verklaren voortaan geen belangstelling meer te koesteren voor Marokko en geenerlei oppositie zou vceren tegen de Fransche politiek. Wij, sohrüft hel blad, zouden dan in Gabon en Fransch Congo gebieden af staan, waarvan de uitgestrektheid nog meet vastgesteld worden, maar niet Libreville. In ruil daarvoor sou Duitschland Togo en het noordelijkste deel van Kameroen afstaan. Volgens de „Temps" zou Duitsch land een herziening van de grenzen van Kameroen verkrijgen en Togo af staan tegen een deel van Gabon. Door dezen ruil zou Frankrijk een deel van de kust aan den Atlantischen Oceaan behouden, alsmede een gedeelte grond gebied om de streek, aan Duitschland afgestaan. heen. Daardoor houdt Frankrijk vrijen toegang tot het deel van den Congo grenzende aan den Congo-Vrijstaat. Dit geaeelte zullen .wij behouden, zegt het bladde ex- Ïiloitutie en de toekomstige ontwikke- irig er van zouden verzekerd blijven. De Berlijn sche correspondent van de ,,Lcho de Paris" zegt, dat de regeling over drie punten zal loopen de reor ganisatie in militair en administratief opzicht van Marokko door Frankrijk de waarborging van de economische belangen der andere volken door een centraal internationaal comité in Ma rokko de ruil van het Duitsohe Togo- gebied tegen een deel van Fransch- Congo. De moeilijkheid is nog de aan wijzing van grootte en ligging der af te stone gebieden, maar, zoo zegt de correspondent, in het algemeen schij nen de Duitsche eischon redelijker te zijn geworden. FEUILLHION door Headon Hill. 661 Ja, maar waar kwam u op eens Vandaan? ze'. Scott. Niet dat iiet mij 'verbaast, want u kan eenmaal ver- Wacht worden daar, waar u het meest fioodig is. Niels dan een gelukkig gissen bracht mij luer, antwoordde Elisha bescheiden. Ik herinnerde mij plotse ling, dat hij omgang had met een meisj, dat in een van de hutten aan den voet van dit pad woont, net kwam tnli niet onwaarschijnlijk voor, dat {hij wachten zou tot het donker werd, cn dan haar zou bewegen hem te ver bergen tot de eerste ij vei- om hem te zoeken, voorbij was. Ik schijn gelijk gehad te hegben. Zooals u altijd heeft, antwoordde de detective von Scotland Yard met onverholen bewondering. Welnu, als het bevel tot gevangenneming Is ult- Sevaardigd, dan is alles, wat ik te oen heb, naar beneden te gaan en hem bij den kraag te pakken. Omdat u niet zoo Jong meer is, als wij wel zouden wenschen, Mr. Crrowe, doet u verstandiger met te wachten tot ik De terugkeer van Mohammed Ali stemt de Perzische Regeering niet bij zonder prettig. Zij doet alle mogelij ke pogingen, om van den lastigen troon-pretendent af te zijn. Do „medsjlis", het Parlement, heeft met algemeene stemmen, het door een groep afgevaardigden. ingediende voorstel aangenomen om een prijs van 100,000 tomans te stellen op het hoofd van den .gewezen sultan en van 25,000 ou de hoofden zijner broeders Salar ed Dauleh, en Sjoa es Saltaneh. Verder word een voorstel van de re geering aangenomen tot verhooging van het salaris van den chef der doua- De-gendarmerie met 3000. Tot dezo betrekking werd benoemd majoor Sto kes, gewezen attaché van het En gel- sche gezantschap te Teheran. Uit ALBANIë zijn nog eenige berichten over den opstand gekomen. Ds Gvóroïiueri figen overvielen in het Hoti-gebied Turksche soldaten, van welke twee gedood en twee gewond worden. Onmiddellijk snelden Turksche troe pen toe, die een levendig vuur open den. Aan Turksche zijde sneuvelden 6 man en werden een aantal anderen gewond. De bevelhebber der Turksche troe pen in Albanië bericht, dat de opstan delingen on 25, 26 en 27 dezer de Turk sche troepen bij BTOdza en Seleo aan vielen, maar telkens teruggeslagen werden. De „Wiener Allgemeine Zeitung" vernoemt uit betrouwbare Lron, dat er alle reden is om te verwachten, dat do vrede tusschen de Turken en de Malissoren voor 1 Augustus geslo ten zal worden. Mug men het einde van den op stand tegemoet zien In het Zuiden van ons werelddeel treedt in de laatste dagen DE CHOLERA op. De Regeeringen nemen maatrege len om de verspreiding der ziekte te voorkomen. In een officieele nota wordt mede gedeeld, dat, daar Argentinië on danks do 8unitaire maatregelen van Italië de quarantaine bij de aankomst van emigranten handhaaft, do lta- liaansche regeering bij decreet de emigratie naar Argentinië voorloop!g heeft verboden. Reuter seint, dat Vrijdag te Triest één geval van "cholera voorgekomen is en Zaterdag één sterfgeval aan die ziekte. Officieel wordt tegengesproken, dat in verschillende gemeenten der Oost- Pyreneeën gevallen van cholera zou den zijn voorgekomen. Er kwamen al- leon gevallen van cholerine \*oor. Er zijn te Konstantinopel 23 geval len van cholera voorgekomen, waar van 3 met doodelijken afloop. Te Versailles is een verdacut ziekte geval geconstateerd hij een civiel-inge- nieur, die bij het 2e regiment artillerie was ingedeeld. Bij de verkiezing voor HET BR1TSCHE LAGERHUIS is Masterman, onderstaatssecretaris van hinnenlandsche zaken, wiens ver kiezing onlangs ongeldig werd ver klaard, wegens ongeoorloofde hande lingen van zijn agent, te Z.W. Betli- nalgreen herkozen met 2748 stemmen. De unionist Hofgaard vareenigdo 2561 stemmen op zich, dG socialist Souse 134. hom hier breng. liet is niet noodig, dat ook u dergelijke hellingen op- en afklimt. U behoeft deze helling in elk ge val niet weer op te klimmen langs het strand tot aan het begin van do dorpsstraat is korter, zei Elisha, peinzend. Maar umoet mij excuseeren, voegde hij er bij, als ik u iets anders voorstel. Het zijn ruwe luitje^ daar ginds in die visscherskolonié zij heb ben moordenaarsbloed in de aderen. De vader van he* meisje, waarmee Ravenscar omgang heeft, Michael Standlsh, Is gevaarlijk. Als ik in uw plaats was, dan zou ik die arrestatie niet alleen tot stand willen brengen. Ga naar beneden en houd de hut in het oog als u wilt, maar laat ik eerst naar de Priory terugkeeren en den dief dor politie telefoneeren. Ik heb hem beloofd bericht te sturen, zoodra ik u op het spoor was. Ik deins niet terug voor gevaren, die de plicht mij voorschrijft, zei Scott een beetje gepiqueerd. Ik twiifel niet aan uw moed, ook denk ik niet aan het. gevaar, dat u loopt, antwoordde Elisha droogjes. Ik dacht aan het gevaar, dat wij zou den loopen om Ravenscar te laten ont glippen als u voor de overmacht moest bukken, en dat wij met hem alle kans zouden verliezen om dat arme kind terug te vinden, dat, vrees ik door zijn misdaden meer geleden heeft dan iemand anders. Spreek er niet meer over. Ik neem mijn. hoed voor u af, antwoordde Scott rondborstig. U gaat zoo snel als u kan versterking oproepen, terwijl ik naar boneden ga en den schurk in hel oog houd. De eerste woning onder aan hot pad, niet waar? U heeft gelijk. Het is geen kleinigheid om hier iu de duisternis naar beneden te gaan. zon der je nek te breken, maar ik zal inljn best doen. Met die woorden keerde hij zich om en wachtte tot de volgende draal ing van de lichtstralen des vuurto rens hem het zig-zag pad toonde, waar langs hij naar beneden kon gaan. Elisha Crowe schudde langzaam zijn hoofd, terwijl hij de onduidelijk wordende gestalte van den detective nakeek, totdat hij hij de eerste bocht in het pad uit het gezicht ver dween toen liep hij zoo vlug moge- luk langs den bergrand terug. Een Engel sche bulhond tot ln hort en nieren, bromde de oude man. Geen slechte eigenschap om op te steunen, en de beste, die er op 't oogonhlik te krijgen is. Maar ik denk toch, dat wij nog wel betere hulp zul len noodig hebben, vóórdat wij niet Mr. Carter Ravenscar hebben afge handeld. HOOFDSTUK XXV. Het spoor bijster. Toen Elisha Crowe op de Prlory aankwam, werd hij dadelijk in de eet kamer gelaten, waar hij Dick Wens- lade en Yvonne vond, die met hun oom aan het dessert zaten. De twee jonge menschen waren niet in staat geweest rustig thuis te blijven, en Lord Monksilver was maar al te blij met hun cezelschap. De opwinding van de terechtzitting en het openbaar worden van de schurkenstreken van zijn secretaris hadden den ouden edelman sterk aangepakt, en hij zag er heel oud en terneergeslagen uit. Naar het korte verslag van Elisha, hoe hij ontdekt had waarheen Ra venscar gevlucht was, en hoe hij ser geant Scott gewaarschuwd had niet tot een arrestatie over te gaan, totdat hij assistentie had gekregen werd in ademlooze stilte geluisterd en daarop ging Dick naar de bibliotheek, om naar Wroxford te telefoneeren. Tij dens zijn afwezigheid nam Elisha de hoffelijke invitatie van. Lord Monk- 8ilver aan om te gaan zitten en een glas wijn te drinken, waaraan hij werkelijk groote behoefte had. Ik ben een heel domme, oude man, Mr. Crowe, en ik moet bekennen, dat ik eenigszins in de war ge bracht ben door den loop der gebeur tenissen, zei Lord Monksilver na een pauze. Ik begrijp natuurlijk, dat mijn ex-Becretaris den dood van mijn broer en mijn neef heeft gewild. Maar welk doel hij daarmee had, dat gaat mijn verstand te boven. Hij behoort niet tot mijn bloedverwanten, en kon nlot hopen ooit mijn titel of vermogen te erven. Uw vermogen niet, mylord vroeg Elisha zacht en met grooten eerbied in zijn stem. Men zegt, dat or na den dood van Mr. Richard Wens- lade geen mannelijke erfgenamen meer over waren, en dat u dan vrij zou zijn om uw vermogen na te laten aan wien u wilde. De kleine Viscount liet zijn hoofd op zijn schouder vallen en de ondeugen de blik, die hem soms karakteriseer de, kwam op zijn gelaat. Maar Ravenscar was slim. pro testeerde hij. Veel te slim om te den ken, dat ik hem nog meer zou geven dan een tamelijk groot legaat, HIJ wist, dat ik nog wel een vrouwelijke erfgenaam zou hebben, al had hij mij van de muunelijke berooid. En Lord Monksilver wendde zich tot Yvonne, die aan zijn rechterzijde zat en kneep haar hartelijk in haar blo zende wang, terwijl bij tegelijker tijd naar den 'listigen ouden speur hond keek al3 was hij nieuwsgierig om t© weten, welk antwoord deze zou geven. Het antwoord, dat hij kreeg viel heelemaol niet in rijn smaak. Er zou nog wel een andere wijze geweest ziin, waarop Ravenscar van de erfenis van Miss Wenslade kon pro fiteered zei Elisha zenuwachtig. Mijnheer, hoe durft u I riep do oude peer met zijn hooge stem uit. Maar Yvonne zelf wist aan die uit gevoerd zou worden. Voilé tout! Er zou gebokst worden in 15 Ton den elk van dne minuten met telken* een minuut rust. Van den aanvang af bleek, dat de reus Placké met een lastig tegenstandertje te doen had: hij kreeg van den lilliputter memgen raken pats, en als hij zich daai in zijn boosheid niet reglementair weer de, werd hij tot de orde geroepen, Placké, de man met de we'reldrepu- tatie, bleek werkelijk de mindere. In de tweede ronde vertoonde hij al een bloedfontein. Bij de 6e paste hij, er nijdig een soort worstelpartij van willende maken, weder vaLsche grepen toe, en in de zevende Tonde volgde de ijualificatie wegens onop houdelijk unfair spel. De heeren zijn het intusschen al we der eens geworden om nogmaals te boksen, doch dan om een geldprijs. We zullen dus nogmaals kunnen ge nieten! Laten we intusschen erkennen, dat het boksen, als amateurs-sport met mag worden beoordeeld naar het werk van twee beroepsboksers, die elkander buiten gevecht trachten te stellen, terwijl bij amateurs slechts het aantal stooten geldt. Men weet, dat zelfs de groote Roosevelt en de ctkke Taft groote liefhebbers zijn van boksen, en niemand minder dan Mae terlinck den lof van het boksen heeft bezongen. Er bestaat tegen boksen in ons land nog veel vooroordeel, waarschijnlijk een gevolg juist van het optreden van dergelijke beroepsboksers in woord en beeld. In de vaardigheid echter om zich ongewapend te kunnen ver dedigen schuilt op zich zelf niets on edels. Spreekt de Engelschmaai zelfs niet van: The noble art of self-defen ce? Zal het niet meer bewondering wékkon, Indien we dóór eigen vaar digheid een veel sterker aanvaller van het lijf weten te houden dan dat we dadelijk gillen om moeder of de politici De bokskunst schenkt zeker een zelfvertrouwen, dat in oogenblik- ken van gevaar van onschatbaar nut kan zijn. De leeuw heeft zijn klauwen en vreeselijke tanden, de stier zijn ho rens, de man heeft slechts zijn vuist, en een schande is het als hij die niet in tijd van nood weet te ge bruiken. Een politie-agent of mili cien, die de bokskunst machtig is, zal in sommige gevallen niet eens sabel of geweer behoeven te gebrui ken om zich te doen eerbiedigen. De Amsterdamsche politiemannen verlangen thans pistolen om zich te verdedigen, (waarmede reeds hun Haag sche en Rotterdamsche colleger's zijn uitgerust) doch tot dusver meen de men steeds dit verzoek te moeten weigóren. Mag ik misschien een compromis aan de ijand doen, waarmede beide partijen gedeeltelijk hun rin krijgen? Men lee're de Amsterdamsche „sme rissen" boksen. Ze kunnen zich dan heter verdedigen en loopen geen ge vaar bloed te vergieten, als zulks nog vermeden kan wórden. B .Th. barsting van woede een einde te ma ken. Ik geloof, dat Mr. Crowe volko men gelijk heeft, oom, zoo viel zij hem in de rede. Dat individu is den laatsten tijd zoo kruipend vriendelijk voor mij geweest dat ik naar een mannelijken bloedverwant heb ver langd om hem weg te jagen. Het komt mij heel waarschijnlijk voor, dat hij mot een dergelijk denkbeeld in zijn hoofd heeft rondgeloopen. Maar, lieve kind. dat is belache lijk, zoo klonk bet bevende lachje van Lord Monksilver. In dat geval zou ik mijn vermogen tot oo een stuiver heb ben nagelaten aan het Asyl voor hon den en het Heilsleger liever dan den kerel gelegenheid te geven zoo Ti doel te bereiken. Elisha, die bescheiden aan liet eind van de ©tenstafel zat, keek zijn adel lijken gastheer tusschen de vruchten en bloemen door aandachtig aan. Hij zocht een gelegenheid om op een ge schikt oogenblik te zeggen, wat hij op het hart had. Ter wille van den goeden naam van Phyllis Vaughan was het noodzakelijk Lord Monksil- sov te overtuigen, dat zijn neiging tot stelen, al was die ook het gevolg van een manie, niet aan de aandacht ont snapt was. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5