HAARLEM S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1011 iiaarlemache Handelsvereeniging (Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12 Nov. 1899.) i)& Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In teer vele gevallen, «aken van ver schillenden aard betreffende, is «ij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit re waardeeren, door als lid der Vereent ging toe te treden. Er rijn wel meer don 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja selfs particulieren, moeeten lid worden, om ten minste te laten ge voelen, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handels- srereeniging steeds opneemt, ais doen de, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Ve'reenigmg buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe Jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich ln de eerste plaats er mede, de bolangein van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en information voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht het hun gratis te verstrek ken adv.es der Vereeniging te vragen die ook in procedurcn en faillisse menten gratis voor hen optroedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijï der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2ö halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad f 1.75 de halve contributie. Reohtsgeleerde adviseurs der Ver een.ging zijn do hoeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarue 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na- middas zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor tncasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pCt. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bij'gevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar bu ten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijl' cents porto-vergoeding, lnforma^ tien naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentièn op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer n.et 10 ets. voor porto- vergoed, ng is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en 'rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. ln de maanden Mei en Juni 1911 zijn 56 vorderingen tot een bedrag van f 1570.85 betaald; 14 vorderingen worden afbetaald, 11 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle br.even, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres- seert aan het Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuu'r heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toen van haar Infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden dor Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Van onzen Relzenden Redacteur. OPENING VAN EEN SPOORLIJN. De Noordooster Lokaalspoorweg maatschappij, die bijna 194.000 KM. ijzeren weg door Overijsel, Drente en Groningen heeft gelegd, noodlgdo een 40-tal Journalisten uit op 31 Juli en 1 Augustus een tochtje langs haar spoorweg te maken. Zwolle op dien Zondag-namiddag maakte den indruk van een wèlveï- zorgd, wèl-verschoond, met veel groe ne zeep glimmend gewasschen, deftig burgerlijk stadje. Een paardje loopt voor een blinkend trommetje, klik klak, kLik-klak, over een bruggetje de stad in. Aau do overzijde van het water rechts stuwt het groene lom mer van ee'n dichtbeboaoht plantsoen zich op tegen heuvelüge wallen. Do dichter wandelde door de rustige straten van een half nlieuw-modi- sche provinciestad, zog achter de blinkende venstors van hoogromige 'rijke burgerwoningen de bloeiende clivias en hortensias in even blinken de blauw-porseleinen cachcpots, be wonderde de driedubbele gordijnen, vitrage, store en overgordijn, waar mede het meubolstof-ver9chietehdo zonl'.cht zuiniglijk wordt geweerd, en veel gezichten zag Frank schemeren in dat half-donker der binnenkamers, vol schietend van belangstelling voor den van 't spoor komenden vreemde ling met zijn city-bag in de hand. Maar er was méér te zien voor pro vinciale emotie-zoeken don, want op de Groote Markt stonden de kramen al opgesteld voor de Dinsdag te ope nen Zwolsche kermis, en tusschen de welgekleede Zwolsche joffers in het gns-perle, en de in gekloede jas met stroohoed zoo dandy-esk aandoende Zwolsche gentlemen, kwamen nu en dan de verweerde gezichten der bui tenlucht-zwervers. Gezien een sigarenwinkel met twee houten poppen voor de pui en bin nenin een bruine 17o-eeu\vsche betim mering en achter een oude staande klok in zijn oud milieu. En een dro gisterij met kinderlijke gaperuitstal ling tusschen houten suikerbrooden. En een oude apotheek (bij do Grocle^ Kerk) met een zuiver onvervalscht geveltje m 17e-eeuwsche'n stijl en bin nenin een zeldzame antiquiteit, een oude apotheker ij in zijn oorspronkc- lijken staat met al de geheimziu'n; g- heid van Faustachtige alchimie. 's Avonds in de Bii. ten-Socielcit geeft het dilettanten-orkest een uit- J voering van louter dileltantenmuziek. Er is een IXlettanteninursch van Verhulst; een polka voor twee pis tons, „Zwei Freunde' van Munkelt, de Ósman Pacha marsch, de Elec- tr.c Sparkles potpourri... En om de muziektent in den lom merrijken tuin op dien heerlijken zo meravond komen de deftige Zwolsche families en zitten aan tafeltjes rustig toe to hooren. Er Is in him bewegin gen iets van het langzame van men- schen, die niet voortgeeweept worden om gauw veel geld te verdienen» dols van den levensgeest van 183070. Zij zaten, rustig met langzame ge noeglijkheid, de vaders, de moeders en ook de dochte'rs, rond de tafeltjes in den lommerrijken tuin op dien zwoel en zomeravond en ook waren er zelfs jongelieden, was er een jou- nesse dorée van Zwolle en deze Jonge mannen van degelijke principes en ernstig karakter, van gezonde klein steeds che solüdite.t kwamen in gezel lig gesprek met de vaders en moe ders aan de andere tafeltjes en hoor den dan aandachtig naar de tonen van het Zwolsche Dilettanten-orkest, dat heel verdienstelijk speelde „Zwei Freunde", polka voofr twee pistons van Munkelt en zoo ooit dan her, was zij, de muziek, de groote mystie ke kracht, die wankele harten den rechten weg weet te doen vinden... De trein rijdt doo'r 't Overijselsch landschap... zij glijdt Want de wa gens gaan zacht als éleden over sneeuw, zonder schokken, zonder ge dender. En daarbuiten schiet het landschap ons voerrbij... greeno wel landen met bo'nt vee, stroomende ko renvelden, waar de bruingouden schoven in gelederen staan. En de ö'nde'rs zijn van een diep, volverza- digd blauw, van Pruisisch blauw, en de luchtkoepel is vol sprinkeling van w.ttig, scherp zilver, dat ee'rst week blauw wordt als uw oog er zich aan gewent. Want de zon verzadigt dit land van zijn blank, bleekond zo- mervuur... Coevorden is een klein, verscholen üest, achterdochtig als een oud wijf met een veelbewogen verleden, dat ze ve'rs'oten houdt achter een stroeven, verbeten mond. Dit was dus de door gangsplaats van Twente en Bentheim waar dit ruwe, ru.ge, ontzaggelijke Drente, dit nuchtere» ras-looze stad je, dat er met zijn nieuwe huisjes tusschen halfsleotsche zonder historie uitziet als die smakelooz© boerinnen, die boven op kap en muts een ge bloemd capöte-hoedje zetten, zooals men in 1830 te Parijs uitvond. Op de markt liggen in de gloeiende h'tte de honden voor de karren aemcchtig te braden, de rcode tongen uit de geopende, hijgende bekken en onder Witte tenten liggen de kleurige tod den en vodden voor het boersche ge bruik. Alleen in de Friesche straat staat een oud huis. met pronkerige go*cl! u.t 1631. Men heeft de onderpui ver knoeid de heeie bevolking had in beur ixiérsche botheid geen gevoel ge noeg om dezen gevel te koopon, en de schriele ziel, die het huls in eigen- dom bezat, vergreep zich dadelijk j a.an wat hij niet gebouwd had. En toch, dit huis is een zeldzaam hislo- risch monument, half Germaansoh, i half barbaarsch, half Romaansch. I Wij moeten dezen gevel te Cocvor- j den behouden als waarschuwing tegen veel wat over Be'nthe iri naar j ons lunsg-eeriyk vaderland zou wil- len komen. Dit huis is als ecu waar- schuwing. Een wandeling door het bosch te Examen Dwars door het geurige erica land in bloei, tusschen hooge dennen en tusschen lage sparren, door laan tjes van berk en look, opwaarts leger, mulle glooiingen van blondblank zand en weer terug, gestoofd door de alles reinigende zon, dat bad van licht en stralenvuur dat gij opeens in u hel licht voelt van dit onbedor ven land, van dat oer-la'nd en ge sterkt, vroolijk, onvérmoeid u zelf af vraagt, vanwaa'r gij opeens die nieuwe kracht kreeg, die kracht, die uw longen met forscheren rhyt- inus doet ademen, die uw gang dan send maakt van veerkracht... Gaat hierheen, die lijdt onder de overbeschavang der groots teedsche gejaagdheid... en drink hier zon, witte zon, gouden zon, blanke zon, purperen zon... doorzon u hier, tot gij zelve stralend zijt geworden. Daar dan te Emmen, in het hotel Meijer was een oude Hun uit zijn steenen bed opgestaan en om, die de histor.e van zijn land zouden schrij ven, voor te lichten, ontstak hij twee toortsen in de bruine oogen van dat rappe feeksje, dat parelend bronwa ter schonk... Een Drentsche schoone, dochter van het land, stond daar stralend ln het onbedorven schoon van even acht tien jaren en dempte stadshoeren overmoed door de bewuste fierheid van dat van zonlicht stralende goud bruine oog. Dochterke'n des lands, de ruigte van dit roodbruine land met zijn zJi 1- verwitte zandvalleién, waar eens de reuzen huisden, die het volstouwden met de gestapelde granietblokken, die vljf-en-twintig eeuwe'n zouden konden van hun oerkracht, van het geweld hunner gesnoerde spieren en ge- snaarde pezen; dochterken des lands, i'n uw doorzonde oogen, ln de rust van uw gothische trekken, die verle vendigd, maar niet verbroken wor den, als gij lacht niet uw blanke Drentsche tanden (stoete en mik eten die gezonde juffers); in het wat on vergankelijke en toch niet brutale van uw wezen, voelde men do onbe dorven schoonheid van. dit grootsche land. Gieten, liefelijk gedoken in den lom mer van hoog geboomte, gij met uw oud spits-betorend kerkje, verscholen m de luwte van schaduw en zoet-aro- mig heide-briesje, moet ook gij opge schrikt worden uit uw behagel ij ko dommeling door het snerpend gillen van do stoomfluit, wekster van heel dit drootnend landschap, dat de ijze ren rails dwars door zijn flanken voel de rijten en nu den stoomwagen moet voelen stampen en dreunen door zijn aloude in eeuwslaap verzonken dre ven I Ja, gij moet. Want het moeten is de drijfkracht van den nieuwen tiM. nu te veel kinderen voedsel vragen* van dezen armen bodem en het ijzeren spoor den dwang van zijn boeien rin- kinkclen doet om zijn polsen Gij moet verscholen dorpske, wij wekken u op met gillende stoomfluit en dendend geraas van vlugdraaiende wielen mee droomer, op den weg vun arbeid en rijkdom. Want het waken alléén verzadigt en de activiteit alleen verrijkt. Gieten waak op 1 Dwars door dit Drentsche land schap. Dit is het rijkste gebied van Nederland. Toen zij kwamen, Hun nen, Kelten. Scandiërs, Germanen en zij zagen dit land, kozen zij wèl. Want hier vonden zij de groote bosschen, de ruinvwijde jachtvelden, de veilif/e heuvelen met de hooge uitzichten, het hertshoorn, de vuursteen en de fluit, hot leem voor urn en kruik en pan, den ever, den beer en den wilden ho nig ln de boomspleten, het granie ten rotsblok voor de grafzerken en de plag voor hun hutten... En méér dan dat leefden niet ln die bosschen en in die luchten de go den van hun woeste verbeelding, zij, de fanatieken. die dichter bij de schep ping dezer wereld, sterker heugenis hadden dan de machten, die werk zaam waren geweest 7 Dit Drente, door oppervlakkig ma terialisme voor arm gescholden. Is 't rijkste land van Nederland. Zie ze staan ter zijde van den spoorweg, voor de donkere, gedrongen stulpen, deze stoere vrpuwen. statig in de rust van haar hoekige lijnen en kleurig als dit land zelf, met het goudvlas der lange haren, de indlgo-blauv. e voor schoten, de bronzen gelaten, de goud- biuine armen, gehoekt in de zijden, de handen op de forsche heupen. En soms het was dicht voor Rol de stond daar een boeren Jonk vrouw aan de hoogarmisre zwcngcl- put. van een pure, sneemv-pure blank heid... Dit was een uit eeu konings geslacht. zij, van deze soort waren het, die de vinders van sproken de sagen deden verhalen vol van zwane- jonkvrouwen. witte tooverkollen en verdwaalde prinsessen Stond ook niet daar de scheper, hij vorst van de heide. O, mijn Drente gij rijkste onzer provinciën To Rolde ligt weer zoo'n stapeling van granieten rotsblokken en wat ver der is de diepe kuil In de schaduw van aromatische dennen, de Balloër-kujl, vaar de Etten. die den et, den eed, hadden afgelegd, het heilige Ger- mnansehe recht spraken. beslisten den strijd om meent en markt, om grens en scheiding, en, wellicht ook, degenen veroordeelden, die de goden gehoond hadden, Wotan, Donar, Bal- der, Froija en al de anderen, die goed zouden zijn voor de zielen dergenen, die hun asch nalieten onder de rot sen, die de dankbare zonen gewenteld hadden boven 't geringe stoffelijk over schot. Arm aan stof rijk aan ziel, dut Is het Drentsche land. Assen heeft een donker bosch, waar do avondzon de schorsen verguldt van stoere pijnen, die de pluimen hunner gewelfde takken, gelijk pleureuses, met droeven zwier neerwaarts neigen. Ook heeft dit bosch lanen als klooster gangen, met avond-zonnelicht, dat schijnt te vallen door de vermillioenen vensters van oude kerkramen.... De oude sago meldt, dat Kronos, zoon des hemel9. zijn kinderen moest opeten, maar Cybele, zijn vrouw, red de Jupiter, haar zoon, door Kronos een steen, in stede an haar kind te geven om te verslinden. Arme aarde, die gedoemd zou wor den, de eigen kinderen te verslinden. Maar ook zij, de industrie, redt haar zonen. Een ander geslacht van Hunnen wentelt andere steenen de Hunnen van het vernuft Zij trokken dit land benoorden Drente binnen en staken de veenen af, groeven de zilveren ka nalen, bemestten de landen en onder het ijzeren geweld van hun vernufti ge kracht brachten ze dit landouw tot welvaart en rijkdom en gestadigen bloei. En op de zilveren kanalen volgden de ijzeren spangen, en of de onwilli-, ge grond, of de verstoorde aardgees-: ten daaronder bulten opwerkten of holten deden inzinken, hun onver droten ijver zegevierde en zij mangel den den weg, tot de aurdgeest star ge drukt lag en onbewegelijk in zijn don ker graf... En de stoomfluit gilde zijn triomf kreet, de wagenreeksen denderden aan en denderden af, voerden van verre aan en voerden naar verre heen, men- schen en vee en landbouwprodukten en materialen.... en ziet nu dit op bloeiende, welvarende land, ziet hoe do titans van den geest dit land tot rijkdom hebben gebracht.... Vernuft, moed, kracht... onvordro- j ten doorzetten en volhouden, waag- ziek overleg, overleggend wagen, zoo kwam dit land lot zijn nog steeds zich uitbreidende welvaart. Te Stadskanaal ziet gij de stroo- knftonfabriek „Ons Belang". Het stroo in pakken wordt in groote ke- j tels tot brei gekookt met kalk en wa iter. Daarna tot breede banen ge- walst, gedroogd, geperst, gesneden, -gepakt.... j Het is een gestadig wonder van om- I zetting... ginds staan de schoven op't land, ziet gij het bruine veen, dat in electrische kracht zal worden omge- zet, en hier onder uw oog heeft di® nieuwe zoon van 't land de onwillig® aarde met haar eigen kracht gedwon gen haar rijkdom af te geven... Het is als een heldendicht. Hel- i» een epos, geweldiger dan de strijd te gen de titans het is een veldslag, dl® eiken dag opnieuw gewonnen wordt... Laat aan het Kater veer te Zwolle brak boven het breede water ln de donkere lucht een onweer los en da gouden bliksems reten hun bersfeu door het zwoele zv.erk De blauwe en groene oogen van de stoombooten gle den zoekend over het duistere water. Van verre klonk de muziek van het Zwolsche orkest Was het niet te véél. dat wij za^en in twee dagen.... Want overstelpend waren do indrukken Maak doze reis, gij die uw land wilt leeren kennen.... uw heerlijk, rijk Ne derland. maar maak haar langzamer dan wij. Wellicht vindt gij niet gidsen gelijk de ingenieurs R. P. van Alphen on W. K. van Oort (ontwerper van het traject Stadskanaal— Zuidbroek—Delf zijl: Een gul gasthec-r, gelijk de di recteur C- Kossen. Maar zeker en te allen tijde zult gij vinden de wisse lende schoonheid van dit grootsche p ono ra ma aan beide ziiden van de spoorlijn en den aanblik van den fvotschen strijd tusschen den geest van den droom en den geest van den ar beid... Dit is het, wat de dichters van de zen tijd -bezingen zullen... zijzelve droomers, die den arbeid lief hebben... want is die arbeid het niet. welko ons huidig geslacht waardig en grootseh maakt, boven alle geslachten Parijsche Brieven CCLXXXVII. Neen, ditmaal is het niet mogelijk, je niét warm te maken over de ont zaglijke warmte t© Parijs Sinds ruim drie weken is de hitte ondragelijk, in den waren zin van het woord. En dagelijks vermelden de kraRten et telijke gevallen gemiddeld een do zijn per dag van congestie en zon nesteek, veelal met doodelijken af loop. Zelf heb ik op straat een drie tal mensehen, aemechtig zien neer vallen. In het groote huls, waarvan ik een verdieping bewoon men I iat zich het gauwste alarmeeren door feiten in de naaste omgeving droe gen in een paar weken tijds, de bid ders viler docden weg, die, volgens na- buurschappelijk beweren, bezweken waren grootendeels tengevolge van de warmte. Nu weet ik wel, dat het menseh- dom stec-ds geneigd is om te overdrij ven; dat enkele dier sterfgevallen bij nauwkeurig onderzoek zouden blij ken buiten verband met de warmte te slaan; dat in de meeste andere geval len de hitte er slechts toe bijgedragen heeft, het weerstandsvermogen van reeds verzwakte gestellen uit te put ten hetgeen echter n iet weg neemt, dat de hitte ondragelijk is en de ther mometer sedert lange dagen een tem peratuur in de schaduw aanwijst, die wisselt tusschen 30 gr. en 21 gr. Geef s. v. p. toe, dat zulks in een enorm bebouwde en geplaveide stad als Parijs ve'rschrikkelijk is Persoon lijk heb ik zelfs op de kustplaatsen in ons Indié nog nooit zooveel last van de warmte gehad als ik het nu hier in „la ville lum.ère" heb. Mij heugeu slechts dergelijke calorifer- sche buitensporigheden op de Rood© Zee. Ook daar kon ik, evenals nu hier, niet aan den mythologischen Vulcahus denken zonder hem van ganscher harte te beklagen. De heer Jaubert, directeur van het observatorium op den toren Soint- Jacques, trachtte ons eenige dagen Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Het verzoek van werklieden der Centrale Werkplaats om niet over dag, maar 's nachts te mogen werken, is door de directie afgewezen en toen de ze, om aan den wensch te gemoet te komen, den werktijd twee uur vroeger wou laten beginnen en dus ook twee uur vroeger eindigen, had het perso neel daar weer geen zin in en zoo is alles bij het oude gebleven. Misschien ls dat ook maar beter. Zoodra je bo ven de veertig bent, ga je lijken op een trampaard, dat ook altijd tus schen dezelfde rails loopt, precies weet waar de wissels liggen en of het dus rechts of links moet afslaan, ja zelfs daar ben ik zeker van de ongelijke plekken op zijn duimpje, ik meen op zijn hoefijzer, kent en die zijn er wat van 't Stationsplein tot de Hout poort Niet anders gaat het den mensch. die gewend raakt aan zijn vaste uren voor dit, zijn vaste uren voor dat. Verander die tijden en hij is niet meer op dreef. Ik weet van een werkgever, die midden in den winter In de barre kou. zijn personeel uit welwillendheid een uur later wou la ten beginnen. „Och nee", zeien ze, „liever niet we worden toch op het oude uur wak ker en wat moeten we dan in de vroeg te met dat uur doen Hoe zou onze samenleving wel ge marcheerd hebben, wanneer we in de ze warme dagon allemaal van den nacht den dag hadden gemaakt en omgekeerd Stel je voor de Secreta rie geopend van 's avonds elf tot •s nachts drie uur, de dames te mid dernacht taartjes etende in de lunch room, de winkels geopend van 's avonds acht tot 's morgens acht uur, waardoor meteen de qunestie der verplichte winkelsluiting zou zijn op gelost, de trams in de duisternis lustig door de straten rijdende, do jeugd tot haar piramidaal plezier 's nachts om drie uur op straat het nieuwe zou er een zekere bekoring aan. hebben gegeven. Weliswaar zou het reizen per spoor hebben opgehouden, want de maatschappijen kunnen alleen om Haarlemsche grillen haar dienstrege ling niet veranderen. Maar wie de warmte ontloopen wil, doet ook voel verstandiger niet uit een spoortrein vandaan te blijven. Voor de politie maakt het geen verschil, „wij zijn de eenige onderneming, die dag en nacht open. is", heeft een inspecteur mij eens verteld. Aan het beroep van dief zou een geweldige slag worden toege bracht, want stelen 's nachts als leder een op is, gaat niet en overdag, bij dezen helderen zonneschijn, past niet. Alles heeft zijn omgeving, zijn decor, zijn voorwaarden noodig en wie kan zich een inbreker denken, die 's mor gens te elf uur het keukenraam bin- nenklautert Wie in den ommekeer behagen zouden vinden zijn do bak kersknechts, want op zichzelf is werken ln den nacht niet onaange naam. maar alleen wanneer anderen dat niet doen. Ik vrees alleen voor ernstige moei lijkheden met het rodelooz© vee. Do koe. dio er aan gewend ls, gemolken te worden te vier of vijf uur ln den morgen, zou er zeker bezwaar tegen maken, om 's avonds te tien uur de kostelijke vloeistof af te geven. En ook van de kippen is een besliste werkstaking in het eieren leggen to wachten, wanneer haar do gewone uren niet "elaten worden. Laat ons evenwel aannemen, dat deze bezwaren overkomelijk werden, omdat wii er ons naar schikken, zou dan het slapen op den dag een genoe gen wezen 7 Alle slaapkamers op het Zuiden zouden moeten worden afge schaft, de zon en het licht met scher men en gordijnen buitengesloten en dan nog zouden we het in bed verre van aangenaam vinden. Alles samen genomen stel ik u voor, do proef niet te nemen en ons werk maar liever te blijven verrichten in den zonneschijn, dis in zijn tegenwoordige overdrij ving wel hinderlijk, maar aan den an deren kant toch ook de groote bron van gezondheid en opgewektheid is. Is het ook aan de warmle toe te schrijven, dat zoo weinig kiezers op kwamen voor de verkiezing van de Kamer van Arbeid voor de Bouwbe drijven Twaalf van de honderd pa troons en vier en twintig van de vier honderd gezellen, 't Is weinig, bitter weinig. De onverschilligheid van de patroons hebben de arbeiders nog kans gezien to verdubbelen, hetgeen wel een gevolg hiervan zal wezen, dat een van de besturen, ik meen dat van bet Werkliedenverbond, de leden aan geraden heeft niet te gaan stemmen, omdat die Kamers van Arbeid toch geen voldoenden invloed hebben. Je moet courage hebben om dat te d ux-ven iesonsoreken. of er heelc- maal niets van weten. Inderdaad behooren de Kamers van Arbeid tot die menschelijke instellingen, waar aan het meeste nog te verbeteren valt. Maar als we ons afkeeren van alles, dat nog niet tot volmaaktheid gekomen >s, dan moeten we nage noeg alles op dit ondermaansche den rug toedraaien, en vooral, en ln de eerste plaats nooit meer ln den. spie gel zien. „Ga jij nog naar de vergaderingen van do vereenig'ne Zus en Zoo7" vroeg A. minachtend. „Ik heb al lang voor mijn lidmaatschap bedankt, omdat de boel heelemaal niet naar mijn zin ging". „Ik vind ook dat ze niet veel uit voert". zei B. „maar juist daarom blijf ik er in, zoo help ik nog doen wat er te doen valt". Op een morgenwandeling kwam Ik onlangs voorbij het Slachthuis. Gewoonlijk is dat geen buurt, waar jo zoo komt te wandelen, en ik moet dan ook zeggen, dat de straat or wend opgebroken, en dat de zon on barmhartig op de Dubbele Buurt neerscheen. soodat ik er de eerste veertien dagen maar niet terugkom. Aan het begin van de straat, waar langs jo naar ons abattoir gaat, en waaraan de sierlijke naam Slacht- hulsstraat is gegeven, zijn twaalf huizen gebouwd, zes links en zes rechts, maar die nog lang niet klaar zijn. Vooral de zes aan den noordkant mogea echte zomerhuizen heeten, want ze missen zelfs deuren en vensters nog. In weerwil daar van zal 'n Haarlemsche notaris ze in het einde van Augustus aan den meestbiedende verkoopen. Of er liefhebberij voor wezen zal? Dat kun je nooit vooruit zeggen, want op geschikte woonhuizen wordt soms geen bod gedaan en onbruik bare, groote, kortom incouranto per- ceelen gaan voor duizenden van de hand. Maar wanneer ze een kooper vinden krijgt die mij niet als huur der. Hier woon je als 't ware aan den ingang van een [begraafplaats waar de slachtoffers en dat ls juist liet akelige levend heen gaan Ernstige koeien komen er met droef geloei voorbijstappen naar liun dood; onzekere schapen en lammeren trek ken er ln onnoozele kudden naar het einde van hun bestaan; paarden gaan er voorbij, voor wie weldra niets moer te trekken zal vallen en het oolijke krulstaartje van de varkens zal niet beletten, dat binnen een paar uren hun vonnis voltrokken is. Stel u dezen trourigen optocht voor, dag in, dag uit en verlang dan nog naar een van deze onafgebouwde wonin gen neen, ik zou liever nog op een veetentoonstelling wonen, hoewel ook dit zijn bezwaren heeft, dan in de Haarlemsche Slachthuisstraat. Zelfs de schijn is niet gered. Wat kwaad zou er in gestoken hebben, aan die straat een aardigen naam te geren: Spaarn ©straat bijvoorbeeld. Neen, alle poëzie werd geslacht door den naam Slachthuisstraat. A ls dit terrein wezenlijk bebouwd wordt, ik zeg a 1 s, dan verwacht ik ook een Bloedstraat en een WorstgrachL Even voorbij deze bouwerij ligt het veorhuisje van den overzet naar het Haarlemmerhoutpark. De gelegen heid was te schoon om niet even over te varen naar het lommer, dat daar lokte aan den overkant. Charon, lk meen de veerman, verscheen om mij den Styx, in dit het geval het Spanr- ne, over te roeien. Manr terwijl de roeier ïn den Hades of onderwereld wordt voorgesteld als een duistere stroom, goot de volle zomerzon over het Spaarne al haar warmte en glans uit, zoodat het me spoei, toen de boot aanlegde. Wie met Choron voer, moest ziin obolus betalen. Deze veerman eisoh- te 2 1/2 cent, tegen inruiling van een bon, die bij Choron, meen ik,'niet voorkwam. Op mijn vraag vertelde hij, dat er van het veer een druk gebruik ge maakt wordt, maar niet door de boe ren, voor wie het grooter.deols is ge sticht. „Al moeten zo nog zoo'n groe ten omweg maken, bijvoorbeeld Zon dags naar de kerk. in mijn boot ko men ze niet". Van huis uit ls de boer een land man, dus geen waterman. Greppels waarin niet verder dan hoogstens tot zijn middel water staat, kunnen er bij hem nog mee door, maar aan de breede wateren waagt hij zich niet. „Diepe waters", denkt hij. „hebben stille gronden", en loopt liever een halfuur om, dan dat hij zich waagt in wat de dichter noemt „het ranke vaartuig op hot verraderlijk ele ment". Maar de dichter hoeft hi or ongelijk daar de schuit heelemaal niet rank, maar een stevig vaartuig is en het goeiige Spaarne aan verraad geen oogenblik denkt. FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5