HAARLEM S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1011
iiaarlemache
Handelsvereeniging
(Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12
Nov. 1899.)
i)& Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In teer vele gevallen, «aken van ver
schillenden aard betreffende, is «ij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit re
waardeeren, door als lid der Vereent
ging toe te treden. Er rijn wel meer
don 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja selfs particulieren, moeeten lid
worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
stelt, dat de Haarlemsche Handels-
srereeniging steeds opneemt, ais doen
de, wat hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Ve'reenigmg
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe Jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich ln de eerste plaats
er mede, de bolangein van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht het hun gratis te verstrek
ken adv.es der Vereeniging te vragen
die ook in procedurcn en faillisse
menten gratis voor hen optroedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijï der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2ö halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Reohtsgeleerde adviseurs der Ver
een.ging zijn do hoeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na-
middas zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor tncasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pCt. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bij'gevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
bu ten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijl' cents porto-vergoeding, lnforma^
tien naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentièn op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer n.et 10 ets. voor porto-
vergoed, ng is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en 'rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
ln de maanden Mei en Juni 1911
zijn 56 vorderingen tot een bedrag
van f 1570.85 betaald; 14 vorderingen
worden afbetaald, 11 vorderingen
zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle br.even, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuu'r heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toen van haar Infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden dor Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Van onzen Relzenden
Redacteur.
OPENING VAN EEN SPOORLIJN.
De Noordooster Lokaalspoorweg
maatschappij, die bijna 194.000 KM.
ijzeren weg door Overijsel, Drente en
Groningen heeft gelegd, noodlgdo een
40-tal Journalisten uit op 31 Juli en
1 Augustus een tochtje langs haar
spoorweg te maken.
Zwolle op dien Zondag-namiddag
maakte den indruk van een wèlveï-
zorgd, wèl-verschoond, met veel groe
ne zeep glimmend gewasschen, deftig
burgerlijk stadje. Een paardje loopt
voor een blinkend trommetje, klik
klak, kLik-klak, over een bruggetje
de stad in. Aau do overzijde van het
water rechts stuwt het groene lom
mer van ee'n dichtbeboaoht plantsoen
zich op tegen heuvelüge wallen. Do
dichter wandelde door de rustige
straten van een half nlieuw-modi-
sche provinciestad, zog achter de
blinkende venstors van hoogromige
'rijke burgerwoningen de bloeiende
clivias en hortensias in even blinken
de blauw-porseleinen cachcpots, be
wonderde de driedubbele gordijnen,
vitrage, store en overgordijn, waar
mede het meubolstof-ver9chietehdo
zonl'.cht zuiniglijk wordt geweerd, en
veel gezichten zag Frank schemeren
in dat half-donker der binnenkamers,
vol schietend van belangstelling voor
den van 't spoor komenden vreemde
ling met zijn city-bag in de hand.
Maar er was méér te zien voor pro
vinciale emotie-zoeken don, want op
de Groote Markt stonden de kramen
al opgesteld voor de Dinsdag te ope
nen Zwolsche kermis, en tusschen de
welgekleede Zwolsche joffers in het
gns-perle, en de in gekloede jas met
stroohoed zoo dandy-esk aandoende
Zwolsche gentlemen, kwamen nu en
dan de verweerde gezichten der bui
tenlucht-zwervers.
Gezien een sigarenwinkel met twee
houten poppen voor de pui en bin
nenin een bruine 17o-eeu\vsche betim
mering en achter een oude staande
klok in zijn oud milieu. En een dro
gisterij met kinderlijke gaperuitstal
ling tusschen houten suikerbrooden.
En een oude apotheek (bij do Grocle^
Kerk) met een zuiver onvervalscht
geveltje m 17e-eeuwsche'n stijl en bin
nenin een zeldzame antiquiteit, een
oude apotheker ij in zijn oorspronkc-
lijken staat met al de geheimziu'n; g-
heid van Faustachtige alchimie.
's Avonds in de Bii. ten-Socielcit
geeft het dilettanten-orkest een uit- J
voering van louter dileltantenmuziek.
Er is een IXlettanteninursch van
Verhulst; een polka voor twee pis
tons, „Zwei Freunde' van Munkelt,
de Ósman Pacha marsch, de Elec-
tr.c Sparkles potpourri...
En om de muziektent in den lom
merrijken tuin op dien heerlijken zo
meravond komen de deftige Zwolsche
families en zitten aan tafeltjes rustig
toe to hooren. Er Is in him bewegin
gen iets van het langzame van men-
schen, die niet voortgeeweept worden
om gauw veel geld te verdienen» dols
van den levensgeest van 183070.
Zij zaten, rustig met langzame ge
noeglijkheid, de vaders, de moeders
en ook de dochte'rs, rond de tafeltjes
in den lommerrijken tuin op dien
zwoel en zomeravond en ook waren er
zelfs jongelieden, was er een jou-
nesse dorée van Zwolle en deze Jonge
mannen van degelijke principes en
ernstig karakter, van gezonde klein
steeds che solüdite.t kwamen in gezel
lig gesprek met de vaders en moe
ders aan de andere tafeltjes en hoor
den dan aandachtig naar de tonen
van het Zwolsche Dilettanten-orkest,
dat heel verdienstelijk speelde „Zwei
Freunde", polka voofr twee pistons
van Munkelt en zoo ooit dan her,
was zij, de muziek, de groote mystie
ke kracht, die wankele harten den
rechten weg weet te doen vinden...
De trein rijdt doo'r 't Overijselsch
landschap... zij glijdt Want de wa
gens gaan zacht als éleden over
sneeuw, zonder schokken, zonder ge
dender. En daarbuiten schiet het
landschap ons voerrbij... greeno wel
landen met bo'nt vee, stroomende ko
renvelden, waar de bruingouden
schoven in gelederen staan. En de
ö'nde'rs zijn van een diep, volverza-
digd blauw, van Pruisisch blauw, en
de luchtkoepel is vol sprinkeling van
w.ttig, scherp zilver, dat ee'rst week
blauw wordt als uw oog er zich aan
gewent. Want de zon verzadigt dit
land van zijn blank, bleekond zo-
mervuur...
Coevorden is een klein, verscholen
üest, achterdochtig als een oud wijf
met een veelbewogen verleden, dat ze
ve'rs'oten houdt achter een stroeven,
verbeten mond. Dit was dus de door
gangsplaats van Twente en Bentheim
waar dit ruwe, ru.ge, ontzaggelijke
Drente, dit nuchtere» ras-looze stad
je, dat er met zijn nieuwe huisjes
tusschen halfsleotsche zonder historie
uitziet als die smakelooz© boerinnen,
die boven op kap en muts een ge
bloemd capöte-hoedje zetten, zooals
men in 1830 te Parijs uitvond. Op de
markt liggen in de gloeiende h'tte
de honden voor de karren aemcchtig
te braden, de rcode tongen uit de
geopende, hijgende bekken en onder
Witte tenten liggen de kleurige tod
den en vodden voor het boersche ge
bruik.
Alleen in de Friesche straat staat
een oud huis. met pronkerige go*cl!
u.t 1631. Men heeft de onderpui ver
knoeid de heeie bevolking had in
beur ixiérsche botheid geen gevoel ge
noeg om dezen gevel te koopon, en
de schriele ziel, die het huls in eigen-
dom bezat, vergreep zich dadelijk j
a.an wat hij niet gebouwd had. En
toch, dit huis is een zeldzaam hislo-
risch monument, half Germaansoh, i
half barbaarsch, half Romaansch. I
Wij moeten dezen gevel te Cocvor- j
den behouden als waarschuwing
tegen veel wat over Be'nthe iri naar j
ons lunsg-eeriyk vaderland zou wil-
len komen. Dit huis is als ecu waar-
schuwing.
Een wandeling door het bosch te
Examen Dwars door het geurige erica
land in bloei, tusschen hooge dennen
en tusschen lage sparren, door laan
tjes van berk en look, opwaarts leger,
mulle glooiingen van blondblank
zand en weer terug, gestoofd door
de alles reinigende zon, dat bad van
licht en stralenvuur dat gij opeens
in u hel licht voelt van dit onbedor
ven land, van dat oer-la'nd en ge
sterkt, vroolijk, onvérmoeid u zelf af
vraagt, vanwaa'r gij opeens die
nieuwe kracht kreeg, die kracht,
die uw longen met forscheren rhyt-
inus doet ademen, die uw gang dan
send maakt van veerkracht...
Gaat hierheen, die lijdt onder de
overbeschavang der groots teedsche
gejaagdheid... en drink hier zon,
witte zon, gouden zon, blanke zon,
purperen zon... doorzon u hier, tot gij
zelve stralend zijt geworden.
Daar dan te Emmen, in het hotel
Meijer was een oude Hun uit zijn
steenen bed opgestaan en om, die de
histor.e van zijn land zouden schrij
ven, voor te lichten, ontstak hij twee
toortsen in de bruine oogen van dat
rappe feeksje, dat parelend bronwa
ter schonk...
Een Drentsche schoone, dochter
van het land, stond daar stralend ln
het onbedorven schoon van even acht
tien jaren en dempte stadshoeren
overmoed door de bewuste fierheid
van dat van zonlicht stralende goud
bruine oog.
Dochterke'n des lands, de ruigte
van dit roodbruine land met zijn zJi 1-
verwitte zandvalleién, waar eens de
reuzen huisden, die het volstouwden
met de gestapelde granietblokken, die
vljf-en-twintig eeuwe'n zouden konden
van hun oerkracht, van het geweld
hunner gesnoerde spieren en ge-
snaarde pezen; dochterken des lands,
i'n uw doorzonde oogen, ln de rust
van uw gothische trekken, die verle
vendigd, maar niet verbroken wor
den, als gij lacht niet uw blanke
Drentsche tanden (stoete en mik eten
die gezonde juffers); in het wat on
vergankelijke en toch niet brutale
van uw wezen, voelde men do onbe
dorven schoonheid van. dit grootsche
land.
Gieten, liefelijk gedoken in den lom
mer van hoog geboomte, gij met uw
oud spits-betorend kerkje, verscholen
m de luwte van schaduw en zoet-aro-
mig heide-briesje, moet ook gij opge
schrikt worden uit uw behagel ij ko
dommeling door het snerpend gillen
van do stoomfluit, wekster van heel
dit drootnend landschap, dat de ijze
ren rails dwars door zijn flanken voel
de rijten en nu den stoomwagen moet
voelen stampen en dreunen door zijn
aloude in eeuwslaap verzonken dre
ven I
Ja, gij moet. Want het moeten is de
drijfkracht van den nieuwen tiM. nu
te veel kinderen voedsel vragen* van
dezen armen bodem en het ijzeren
spoor den dwang van zijn boeien rin-
kinkclen doet om zijn polsen
Gij moet verscholen dorpske, wij
wekken u op met gillende stoomfluit
en dendend geraas van vlugdraaiende
wielen mee droomer, op den weg
vun arbeid en rijkdom.
Want het waken alléén verzadigt en
de activiteit alleen verrijkt. Gieten
waak op 1
Dwars door dit Drentsche land
schap. Dit is het rijkste gebied van
Nederland. Toen zij kwamen, Hun
nen, Kelten. Scandiërs, Germanen en
zij zagen dit land, kozen zij wèl. Want
hier vonden zij de groote bosschen, de
ruinvwijde jachtvelden, de veilif/e
heuvelen met de hooge uitzichten, het
hertshoorn, de vuursteen en de fluit,
hot leem voor urn en kruik en pan,
den ever, den beer en den wilden ho
nig ln de boomspleten, het granie
ten rotsblok voor de grafzerken en de
plag voor hun hutten...
En méér dan dat leefden niet ln
die bosschen en in die luchten de go
den van hun woeste verbeelding, zij,
de fanatieken. die dichter bij de schep
ping dezer wereld, sterker heugenis
hadden dan de machten, die werk
zaam waren geweest 7
Dit Drente, door oppervlakkig ma
terialisme voor arm gescholden. Is 't
rijkste land van Nederland. Zie ze
staan ter zijde van den spoorweg,
voor de donkere, gedrongen stulpen,
deze stoere vrpuwen. statig in de rust
van haar hoekige lijnen en kleurig
als dit land zelf, met het goudvlas der
lange haren, de indlgo-blauv. e voor
schoten, de bronzen gelaten, de goud-
biuine armen, gehoekt in de zijden,
de handen op de forsche heupen.
En soms het was dicht voor Rol
de stond daar een boeren Jonk
vrouw aan de hoogarmisre zwcngcl-
put. van een pure, sneemv-pure blank
heid... Dit was een uit eeu konings
geslacht. zij, van deze soort waren
het, die de vinders van sproken de
sagen deden verhalen vol van zwane-
jonkvrouwen. witte tooverkollen en
verdwaalde prinsessen
Stond ook niet daar de scheper, hij
vorst van de heide.
O, mijn Drente gij rijkste onzer
provinciën
To Rolde ligt weer zoo'n stapeling
van granieten rotsblokken en wat ver
der is de diepe kuil In de schaduw van
aromatische dennen, de Balloër-kujl,
vaar de Etten. die den et, den eed,
hadden afgelegd, het heilige Ger-
mnansehe recht spraken. beslisten
den strijd om meent en markt, om
grens en scheiding, en, wellicht ook,
degenen veroordeelden, die de goden
gehoond hadden, Wotan, Donar, Bal-
der, Froija en al de anderen, die goed
zouden zijn voor de zielen dergenen,
die hun asch nalieten onder de rot
sen, die de dankbare zonen gewenteld
hadden boven 't geringe stoffelijk over
schot.
Arm aan stof rijk aan ziel, dut Is
het Drentsche land.
Assen heeft een donker bosch, waar
do avondzon de schorsen verguldt van
stoere pijnen, die de pluimen hunner
gewelfde takken, gelijk pleureuses,
met droeven zwier neerwaarts neigen.
Ook heeft dit bosch lanen als klooster
gangen, met avond-zonnelicht, dat
schijnt te vallen door de vermillioenen
vensters van oude kerkramen....
De oude sago meldt, dat Kronos,
zoon des hemel9. zijn kinderen moest
opeten, maar Cybele, zijn vrouw, red
de Jupiter, haar zoon, door Kronos
een steen, in stede an haar kind te
geven om te verslinden.
Arme aarde, die gedoemd zou wor
den, de eigen kinderen te verslinden.
Maar ook zij, de industrie, redt haar
zonen.
Een ander geslacht van Hunnen
wentelt andere steenen de Hunnen
van het vernuft Zij trokken dit land
benoorden Drente binnen en staken
de veenen af, groeven de zilveren ka
nalen, bemestten de landen en onder
het ijzeren geweld van hun vernufti
ge kracht brachten ze dit landouw tot
welvaart en rijkdom en gestadigen
bloei.
En op de zilveren kanalen volgden
de ijzeren spangen, en of de onwilli-,
ge grond, of de verstoorde aardgees-:
ten daaronder bulten opwerkten of
holten deden inzinken, hun onver
droten ijver zegevierde en zij mangel
den den weg, tot de aurdgeest star ge
drukt lag en onbewegelijk in zijn don
ker graf...
En de stoomfluit gilde zijn triomf
kreet, de wagenreeksen denderden aan
en denderden af, voerden van verre
aan en voerden naar verre heen, men-
schen en vee en landbouwprodukten
en materialen.... en ziet nu dit op
bloeiende, welvarende land, ziet hoe
do titans van den geest dit land tot
rijkdom hebben gebracht....
Vernuft, moed, kracht... onvordro-
j ten doorzetten en volhouden, waag-
ziek overleg, overleggend wagen, zoo
kwam dit land lot zijn nog steeds zich
uitbreidende welvaart.
Te Stadskanaal ziet gij de stroo-
knftonfabriek „Ons Belang". Het
stroo in pakken wordt in groote ke-
j tels tot brei gekookt met kalk en wa
iter. Daarna tot breede banen ge-
walst, gedroogd, geperst, gesneden,
-gepakt....
j Het is een gestadig wonder van om-
I zetting... ginds staan de schoven op't
land, ziet gij het bruine veen, dat in
electrische kracht zal worden omge-
zet, en hier onder uw oog heeft di®
nieuwe zoon van 't land de onwillig®
aarde met haar eigen kracht gedwon
gen haar rijkdom af te geven...
Het is als een heldendicht. Hel- i»
een epos, geweldiger dan de strijd te
gen de titans het is een veldslag, dl®
eiken dag opnieuw gewonnen wordt...
Laat aan het Kater veer te Zwolle
brak boven het breede water ln de
donkere lucht een onweer los en da
gouden bliksems reten hun bersfeu
door het zwoele zv.erk De blauwe en
groene oogen van de stoombooten gle
den zoekend over het duistere water.
Van verre klonk de muziek van het
Zwolsche orkest Was het niet te véél.
dat wij za^en in twee dagen.... Want
overstelpend waren do indrukken
Maak doze reis, gij die uw land wilt
leeren kennen.... uw heerlijk, rijk Ne
derland. maar maak haar langzamer
dan wij. Wellicht vindt gij niet gidsen
gelijk de ingenieurs R. P. van Alphen
on W. K. van Oort (ontwerper van het
traject Stadskanaal— Zuidbroek—Delf
zijl: Een gul gasthec-r, gelijk de di
recteur C- Kossen. Maar zeker en te
allen tijde zult gij vinden de wisse
lende schoonheid van dit grootsche
p ono ra ma aan beide ziiden van de
spoorlijn en den aanblik van den
fvotschen strijd tusschen den geest van
den droom en den geest van den ar
beid...
Dit is het, wat de dichters van de
zen tijd -bezingen zullen... zijzelve
droomers, die den arbeid lief hebben...
want is die arbeid het niet. welko ons
huidig geslacht waardig en grootseh
maakt, boven alle geslachten
Parijsche Brieven
CCLXXXVII.
Neen, ditmaal is het niet mogelijk,
je niét warm te maken over de ont
zaglijke warmte t© Parijs Sinds ruim
drie weken is de hitte ondragelijk, in
den waren zin van het woord. En
dagelijks vermelden de kraRten et
telijke gevallen gemiddeld een do
zijn per dag van congestie en zon
nesteek, veelal met doodelijken af
loop. Zelf heb ik op straat een drie
tal mensehen, aemechtig zien neer
vallen. In het groote huls, waarvan
ik een verdieping bewoon men I iat
zich het gauwste alarmeeren door
feiten in de naaste omgeving droe
gen in een paar weken tijds, de bid
ders viler docden weg, die, volgens na-
buurschappelijk beweren, bezweken
waren grootendeels tengevolge van
de warmte.
Nu weet ik wel, dat het menseh-
dom stec-ds geneigd is om te overdrij
ven; dat enkele dier sterfgevallen bij
nauwkeurig onderzoek zouden blij
ken buiten verband met de warmte te
slaan; dat in de meeste andere geval
len de hitte er slechts toe bijgedragen
heeft, het weerstandsvermogen van
reeds verzwakte gestellen uit te put
ten hetgeen echter n iet weg neemt,
dat de hitte ondragelijk is en de ther
mometer sedert lange dagen een tem
peratuur in de schaduw aanwijst,
die wisselt tusschen 30 gr. en 21 gr.
Geef s. v. p. toe, dat zulks in een
enorm bebouwde en geplaveide stad
als Parijs ve'rschrikkelijk is Persoon
lijk heb ik zelfs op de kustplaatsen
in ons Indié nog nooit zooveel last
van de warmte gehad als ik het nu
hier in „la ville lum.ère" heb. Mij
heugeu slechts dergelijke calorifer-
sche buitensporigheden op de Rood©
Zee. Ook daar kon ik, evenals nu
hier, niet aan den mythologischen
Vulcahus denken zonder hem van
ganscher harte te beklagen.
De heer Jaubert, directeur van het
observatorium op den toren Soint-
Jacques, trachtte ons eenige dagen
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Het verzoek van werklieden der
Centrale Werkplaats om niet over dag,
maar 's nachts te mogen werken, is
door de directie afgewezen en toen de
ze, om aan den wensch te gemoet te
komen, den werktijd twee uur vroeger
wou laten beginnen en dus ook twee
uur vroeger eindigen, had het perso
neel daar weer geen zin in en zoo is
alles bij het oude gebleven. Misschien
ls dat ook maar beter. Zoodra je bo
ven de veertig bent, ga je lijken op
een trampaard, dat ook altijd tus
schen dezelfde rails loopt, precies
weet waar de wissels liggen en of het
dus rechts of links moet afslaan, ja
zelfs daar ben ik zeker van de
ongelijke plekken op zijn duimpje, ik
meen op zijn hoefijzer, kent en die zijn
er wat van 't Stationsplein tot de Hout
poort Niet anders gaat het den
mensch. die gewend raakt aan zijn
vaste uren voor dit, zijn vaste uren
voor dat. Verander die tijden en hij is
niet meer op dreef. Ik weet van een
werkgever, die midden in den winter
In de barre kou. zijn personeel uit
welwillendheid een uur later wou la
ten beginnen.
„Och nee", zeien ze, „liever niet
we worden toch op het oude uur wak
ker en wat moeten we dan in de vroeg
te met dat uur doen
Hoe zou onze samenleving wel ge
marcheerd hebben, wanneer we in de
ze warme dagon allemaal van den
nacht den dag hadden gemaakt en
omgekeerd Stel je voor de Secreta
rie geopend van 's avonds elf tot
•s nachts drie uur, de dames te mid
dernacht taartjes etende in de lunch
room, de winkels geopend van
's avonds acht tot 's morgens acht
uur, waardoor meteen de qunestie der
verplichte winkelsluiting zou zijn op
gelost, de trams in de duisternis lustig
door de straten rijdende, do jeugd tot
haar piramidaal plezier 's nachts om
drie uur op straat het nieuwe zou
er een zekere bekoring aan. hebben
gegeven. Weliswaar zou het reizen
per spoor hebben opgehouden, want
de maatschappijen kunnen alleen om
Haarlemsche grillen haar dienstrege
ling niet veranderen. Maar wie de
warmte ontloopen wil, doet ook voel
verstandiger niet uit een spoortrein
vandaan te blijven. Voor de politie
maakt het geen verschil, „wij zijn de
eenige onderneming, die dag en nacht
open. is", heeft een inspecteur mij
eens verteld. Aan het beroep van dief
zou een geweldige slag worden toege
bracht, want stelen 's nachts als leder
een op is, gaat niet en overdag, bij
dezen helderen zonneschijn, past niet.
Alles heeft zijn omgeving, zijn decor,
zijn voorwaarden noodig en wie kan
zich een inbreker denken, die 's mor
gens te elf uur het keukenraam bin-
nenklautert Wie in den ommekeer
behagen zouden vinden zijn do bak
kersknechts, want op zichzelf is
werken ln den nacht niet onaange
naam. maar alleen wanneer anderen
dat niet doen.
Ik vrees alleen voor ernstige moei
lijkheden met het rodelooz© vee. Do
koe. dio er aan gewend ls, gemolken
te worden te vier of vijf uur ln den
morgen, zou er zeker bezwaar tegen
maken, om 's avonds te tien uur de
kostelijke vloeistof af te geven. En
ook van de kippen is een besliste
werkstaking in het eieren leggen to
wachten, wanneer haar do gewone
uren niet "elaten worden.
Laat ons evenwel aannemen, dat
deze bezwaren overkomelijk werden,
omdat wii er ons naar schikken, zou
dan het slapen op den dag een genoe
gen wezen 7 Alle slaapkamers op het
Zuiden zouden moeten worden afge
schaft, de zon en het licht met scher
men en gordijnen buitengesloten en
dan nog zouden we het in bed verre
van aangenaam vinden. Alles samen
genomen stel ik u voor, do proef niet
te nemen en ons werk maar liever te
blijven verrichten in den zonneschijn,
dis in zijn tegenwoordige overdrij
ving wel hinderlijk, maar aan den an
deren kant toch ook de groote bron
van gezondheid en opgewektheid is.
Is het ook aan de warmle toe te
schrijven, dat zoo weinig kiezers op
kwamen voor de verkiezing van de
Kamer van Arbeid voor de Bouwbe
drijven Twaalf van de honderd pa
troons en vier en twintig van de vier
honderd gezellen, 't Is weinig, bitter
weinig. De onverschilligheid van de
patroons hebben de arbeiders nog
kans gezien to verdubbelen, hetgeen
wel een gevolg hiervan zal wezen, dat
een van de besturen, ik meen dat van
bet Werkliedenverbond, de leden aan
geraden heeft niet te gaan stemmen,
omdat die Kamers van Arbeid toch
geen voldoenden invloed hebben.
Je moet courage hebben om dat te
d ux-ven iesonsoreken. of er heelc-
maal niets van weten. Inderdaad
behooren de Kamers van Arbeid tot
die menschelijke instellingen, waar
aan het meeste nog te verbeteren
valt. Maar als we ons afkeeren van
alles, dat nog niet tot volmaaktheid
gekomen >s, dan moeten we nage
noeg alles op dit ondermaansche den
rug toedraaien, en vooral, en ln de
eerste plaats nooit meer ln den. spie
gel zien.
„Ga jij nog naar de vergaderingen
van do vereenig'ne Zus en Zoo7"
vroeg A. minachtend. „Ik heb al lang
voor mijn lidmaatschap bedankt,
omdat de boel heelemaal niet naar
mijn zin ging".
„Ik vind ook dat ze niet veel uit
voert". zei B. „maar juist daarom
blijf ik er in, zoo help ik nog doen
wat er te doen valt".
Op een morgenwandeling kwam
Ik onlangs voorbij het Slachthuis.
Gewoonlijk is dat geen buurt, waar
jo zoo komt te wandelen, en ik moet
dan ook zeggen, dat de straat or
wend opgebroken, en dat de zon on
barmhartig op de Dubbele Buurt
neerscheen. soodat ik er de eerste
veertien dagen maar niet terugkom.
Aan het begin van de straat, waar
langs jo naar ons abattoir gaat, en
waaraan de sierlijke naam Slacht-
hulsstraat is gegeven, zijn
twaalf huizen gebouwd, zes links en
zes rechts, maar die nog lang niet
klaar zijn. Vooral de zes aan den
noordkant mogea echte zomerhuizen
heeten, want ze missen zelfs deuren
en vensters nog. In weerwil daar
van zal 'n Haarlemsche notaris ze in
het einde van Augustus aan den
meestbiedende verkoopen.
Of er liefhebberij voor wezen zal?
Dat kun je nooit vooruit zeggen,
want op geschikte woonhuizen wordt
soms geen bod gedaan en onbruik
bare, groote, kortom incouranto per-
ceelen gaan voor duizenden van de
hand. Maar wanneer ze een kooper
vinden krijgt die mij niet als huur
der. Hier woon je als 't ware aan
den ingang van een [begraafplaats
waar de slachtoffers en dat ls
juist liet akelige levend heen gaan
Ernstige koeien komen er met droef
geloei voorbijstappen naar liun dood;
onzekere schapen en lammeren trek
ken er ln onnoozele kudden naar het
einde van hun bestaan; paarden
gaan er voorbij, voor wie weldra niets
moer te trekken zal vallen en het
oolijke krulstaartje van de varkens
zal niet beletten, dat binnen een paar
uren hun vonnis voltrokken is. Stel
u dezen trourigen optocht voor, dag
in, dag uit en verlang dan nog naar
een van deze onafgebouwde wonin
gen neen, ik zou liever nog op een
veetentoonstelling wonen, hoewel
ook dit zijn bezwaren heeft, dan in
de Haarlemsche Slachthuisstraat.
Zelfs de schijn is niet gered. Wat
kwaad zou er in gestoken hebben,
aan die straat een aardigen naam te
geren: Spaarn ©straat bijvoorbeeld.
Neen, alle poëzie werd geslacht door
den naam Slachthuisstraat. A ls dit
terrein wezenlijk bebouwd wordt,
ik zeg a 1 s, dan verwacht ik ook een
Bloedstraat en een WorstgrachL
Even voorbij deze bouwerij ligt het
veorhuisje van den overzet naar het
Haarlemmerhoutpark. De gelegen
heid was te schoon om niet even over
te varen naar het lommer, dat daar
lokte aan den overkant. Charon, lk
meen de veerman, verscheen om mij
den Styx, in dit het geval het Spanr-
ne, over te roeien. Manr terwijl de
roeier ïn den Hades of onderwereld
wordt voorgesteld als een duistere
stroom, goot de volle zomerzon over
het Spaarne al haar warmte en
glans uit, zoodat het me spoei, toen
de boot aanlegde.
Wie met Choron voer, moest ziin
obolus betalen. Deze veerman eisoh-
te 2 1/2 cent, tegen inruiling van een
bon, die bij Choron, meen ik,'niet
voorkwam.
Op mijn vraag vertelde hij, dat er
van het veer een druk gebruik ge
maakt wordt, maar niet door de boe
ren, voor wie het grooter.deols is ge
sticht. „Al moeten zo nog zoo'n groe
ten omweg maken, bijvoorbeeld Zon
dags naar de kerk. in mijn boot ko
men ze niet".
Van huis uit ls de boer een land
man, dus geen waterman. Greppels
waarin niet verder dan hoogstens tot
zijn middel water staat, kunnen er
bij hem nog mee door, maar aan de
breede wateren waagt hij zich niet.
„Diepe waters", denkt hij. „hebben
stille gronden", en loopt liever een
halfuur om, dan dat hij zich waagt
in wat de dichter noemt „het ranke
vaartuig op hot verraderlijk ele
ment". Maar de dichter hoeft hi or
ongelijk daar de schuit heelemaal niet
rank, maar een stevig vaartuig is
en het goeiige Spaarne aan verraad
geen oogenblik denkt.
FIDELIO