NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 23e Jaargang. No. 863' Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1911 A HAARLEM'S DAC ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: PER DRIE MAANDEN: Ir-A* ^an re?e's 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1-20 -AHaarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der BÜ Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1.30 AdvertentiCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland1.65 «T L^-.. i 50 Cts- v00r 3 P^^ingen a contant oè°lust%erdeZcX^blad, voor Haarlem OM* Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne i z. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitslaitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DU N LMAli.il UÜSÏAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA ZATERDAG 19 AUGUSTUS- Hotel Duin en Daal, Bloemend'aal: Conoe'rten. Stadsnieuws Vorst en Vriendschap. Aldus ie de titel van een naar liet Engelsch bewerkteai roman. Maandag a.s. in dit blad als feuille ton zal worden geplaatst. TILLY KOENEN. Het kerkconcert, Donderdagavond gegeven door T.lly Koenen, alt-zange res, met medewerking van den beer Louis Robert organist, mocht zich in een groote belangstelling verbeugen. Geen wonder, want Tilly Koenen Is een zeer begaafde zangeres die h.er maar zeldzaam optreedt De beer Robert opende het pro gramma met Preludium en Fuga G. gr. terts van J. S. Bach. De Fuga's vooral zijn ondankbare toonwerken voor het gehoor, doch 't moet ben die maar iets can rau doen, zijn opgevallen dat de uitvoe ring van een Fuga nog heel veel ver schilt. Men boort voortdurehd het zelfde thema, doch de heer Robert weet de melodische lijn daarvan goed naar voren te brengen, dat men zonder veel inspanning de Fuga goed kan volgen. Doch Ln de eerste plaats wordt men met eerbied vervuld de tot heden eigenlijk nog moderne composities van den nooit volprezen Bach. Mej. Koenen zong „Der Herr ist mein Hirt" eveneens van Bach, ge heel in overeenstemming met de om geving, zoo echt devoot. In dit Dumme rgaf zij dadelijk een denkbeeld van haar kunnen als zoh- geres. Bier bleek reeds liaar volko men beheersching van adem en zang- te chmei. In het Gebet van Hugo Wolf, een prachtig stukje muziek, vooral door de buitengewoon mooie begela.d.ug met haar zelfstandige inelodieen, wist zij een bezlelung te leggen, die daepcn indruk maakte. Hel laflamuialus et accensus van A. Dvorak werd zeer mooi genuan ceerd gezongen en heel fraai klonken de met mezza voce gezongen passa ges. De heer Robert wist met de weekste Registers van het orgel aan de begclo.- ding, zonder te douiineeren, een bij zondere kleur te geven. In het concert F. gr. terts van G. F. Handel, dat met dien machtigen in druk maakte als Bach's Fuga, gaf de heer Robert wederom bewijzen van zijn virtioslte-t. Mej. Koenen zong nog liederen van Catbarina van Rennes, Bernard Zwears, Augusts Overboek en C. Krebs en naarmate .zij in haar pro gramma voortgi.ng steeg de bewonde- r.ng voor deze zoo bevoorrechte zan geres. De heer Robert handhaafde zijn reputatie als organist nog in Prélude Fuga et Variations van Cesar Franck en Grand Cboeur van Th. Salomé. Aan wie dut concert bezochten zul len deze uren van liooge en schoone kunst lang in herinnering blijven. Na 32 dienstjaren heeft de Leer F. J. Blausert, ploegbaas in de afdeelmg wielendraaicrij aan de Centrale Werkplaats der H. IJ. S. M., eervol ontslag uit den dienst uan- gevraagd. D e n 17en September a.s. hoopt de heer C. de Graaf, werkzaam in de afd. bankwerkerij van de Cen trale Werkplaats der H. IJ S. M., den dag te herdenken waarop bij voor 25 jaar bij de maatschappij in dienst trad. Een manifest, waarin de gevolgen van den drank worden ge schetst, zal door de afd. Haarlem van de Ned. Vereen, tot afschaffing van alcoholhoudende dranken aan de lotelingen voor de Nat. Militie worden toegezonden- DrinknaL De Drinkhal van de Ilaarlemsche Staaiwaterbronnen is gisteren dooi 52 personen bezocht. Onderscheidingen. Aan de heeren E. H. Krelage, voor zatter der Algemeens Vereenigiug voor Bloembollencultuur, G. S. de Clercij, algemeen secretaris der Maatschappij van Nijverheid, eu P. Goedkoop Dzn., directeur der N. V. „Werf Conrad", allen te liaurlem, is verlof verleeud tot het aannemen van het officierskruis der Orde vau de Kroon, hun door Z. M. den Koning der Belgen geschonken. Mr. Ch. Enschedé alhier is verlof gegeven tot hei aannemen van liet ridderkruis der Orde van de Kroon, en mej E. M. Rogge tot het aanne men van bet ridderkruis der Orde van Leopold II. LEANDER SCHLEGEL. De nieuwe Symphouie van Leander Scldegel zal 22 September voor liet eerst gespeeld worden te Dortmund onder leiding van Kapelmeester ililtt- Examens. Voor Fransch L o. slaagde te 'a-Gra- venhage de heer S. R. \V. ten Cate, te Haarlem; voor de hoofdakte slaag den te Amsterdam de heeren J. Strubbe, te Schoten, en J. J. Prins, te Haarlem. Voor het toelatingsexamen der Technisclie Hoogeschool te Delft is geslaagd de heer J. van den Broek, te Haarlem. Excelsior. Het Soc. Geheelonthouders-Zang koor „Excelsior", directeu. de hoer Jan O verhuis, zal aan bet concours van geheelonthouders-zangkoren to 's-Gravenhage, op 10 September a.s., deelnemen in de 2de afdeeliog, met do vrije nummers ,,'t Schippertje", van O. W.' de Nobel, en „Voorjaar", Beide zijn nieuwe nummers voor de vereeniging. R. K. MILITAIR TEHUIS. Denigen tijd geleden maakten we melding van de eerste-steen-legging voor het R. K. Tehuis voor militairen, dat thans in de Zoetestraat verrezen is. Het gebouwtje ziet er solied uit, en treft door oorspronkelijkheid. Het valt daar op in de Zoetestraat de gele steen, waarboven liet blauwe dak, en het aardige torentje, doen onge woon levendig aan. Het ziet er uit de opmerking is meer gemaakt on heel juist als een vestinkje, een fort. En treedt men binnen dan wordt de gunstige indruk, dien men onlvuu- gon heeft aanmerkelijk versterkt. Door n ruime, in harmonische tinten gehouden vestibule, betreedt mcu de groote zaal, die in waarheid voor den militair een tehuis kan genoemd wor den. Want gezelligheid is er overal. Een ruim tooneel waarborgt gezellige avonden twee biljarts en vele ande re spelen zullen mede hun aandeel hebben in het Luiteusluiten der verve ling. 'n Overvloedige electrische ver lichting is aangebrachtzij-armen aan «len muur, waaronder taleitjes cn stoelen, scheppen mtiome hoekjes. De ze zaai is de leeszaal ook en bij uitnemendheid is zij daarvoor ge schikt, want nergens worden de ge dachten afgeleid, door eeuig onharmo nisch effect. Zachte, heldere tinten eralhet daglicht wordt den toe gang allerminst ontzegdin de zolde ring zijn glas-in-lood ramen aange bracht, waardoor het vrijen toegang heeft. Grenzend aan do leeszaal, maar uf- gesloten door twee lioogo schuifdeu- ien, volgt de studiezaal. Daar kun nen jongelui, die zich voor het korpo raals- of sergeants-examen bekwamen willen, zien alzondereu en zich on gestoord de militaire wetenschappen eigen maken. Een direcieurskamertje ontbreekt niet, en achter het gebouwtje strekt zich een flinke lap grond uit, wuur- op gymnastiek-toestelien enz. ge plaatst zullen worden. Aan lichame lijke geoefendheid behoelt het deu jougelui dus evenmin te ontbreken. De muren rond die open ruixnte wor den met klimop beplant, waardoor de speelplaats als wij die zoo eens noe men mogen aan gezelligheid win nen zal. Electrische booglampen ver lichten het terrein des avonds. Boven is een ruime zoluei naast het Tehuis staat de concierge - w omng, bij welke een aardig tuunje behooii, onder het tuoneel is een fietseubeig- plaajs. Het gebouwtje dut blijkt nu wei is zeer piactisch. en het ontwerp doet den architect, den heer Robbers, alle eer aan. Zondag 20 Augustus, 's avonds kwart voor zeven zul Z. D. 11. Mon seigneur A. J. Callior. Bisschop van Haarlem, het Tehuis inwijdou. Daar na zal de Bisschop te 7 1/2 uur in de St Josephkerk in de Jansstraat een plechtig Lof pontificeeren. KERMIS. Het aantal en de soort vermakelijk heden, kramen enz., die gedurende de kernu.s alhier aanwezig is geweest, is vrijwel hetzelfde als de twee vorige Jaren. 3 poffertjeskramen en 1 ga- lante'riekraam stonden minder op de Ged. Oude Gracht, tusschen Verwulft en Raaks, omdat zij niet op tijd het staangeld hadden betaald. Ook waren de twee Russische schommels niet aanwezig, die met het oog op gevaar niet waren toegelaten. De ontvangsten hadden beter kun nen zijn. Door de warmte is het bezoek in de middaguren minder geweest dan an ders. In die uren gaan m den regel velen uit, die zich thans niet hebben laten zien. Tentzending. Hedenmorgen is men begonnen met het opslaan van de tent voor de teut- zending, op het terrein aan de Zijl vest, over de Hoogere Burgerschool. Athletiek. In aansluiting aan de eerste, op Za terdag 5 Augustus j.L, zal op Zaterdag 19 Aug. te 8 uur. een tweede bijeen komst gehouden worden in Café „De Korenbeursten emde over te gaan tot definitieve oprichting van een Athictiekvereeiiiging. Reeds 3u personen hebben thans in principe hun medewerking toegezegd, zcodat succes reeds verzekerd is. De vergiftigingszaak te Nieuwe Meer voor ile Rechtbank (Tweetje (lag). Hedenmorgen ving do tweede zit ting aan. Thans stond vrouw Hogenhout— De Haan terecht. De tenlastelegging tegen Martha, Elisabeth, genaamd Martha Elisa de Haan, 31 jaren, weduwe van Jan Hogenhout, houdt in, dat zij in of omstreeks Februari 1911, in ieder go- val in 1911, vóór 8 Maart te Haar lemmermeer, opzettelijk en met voor bedachten raad haar echtgenoot Joji Hogenhout van het leven heeft be roofd door na het voornemen opge vat, het plan beraamd en het besluit genomen te hebban, om opzettelijk haar voornoemden echtgenoot Jan Hogenhout van het leven te beroo- veu, hem daartoe een dusdanige hoe veelheid ar&en.cum toe te dienen, of te laten toedienen, dat ten gevolge van die gifttocdienmgen althans g It- toediening en daarop gevolgde g ft- werking m het lichaam van Jan Ho genhout, deze op 8 Maart 1911 is over leden. Er is vandaag wederom voel be langstelling. De zaal biedt dan ook hetzelfde aspect als gisteren. Blijk baar heeft een zeer groot getal lieden uit de llaarleminermoer een tochtje naai- Haarlem er voor over gehnil, want op do publieke tribune ilraagt liet mtejeuUeOl vau üe gcziculoii ucu typisch poiUernoeracnen uek. Uuk veie couieijes zijn er op de tribune. Uren-lang staat men er, op do af scheiding leunend, te luisteren naar netgeen beklaagde en getuigen be weren, naar de vragen van nou pre- siuont, rechters en uen ambtenaar ook naar het vragen vau oe Verdedi ging, die nu-en-cLau meerdere zeker heid verlangt en juistere omschrij ving vau de feiten, dae straks in liet pleidooi naar voren gebracht zijn. Do toeleg van den verdediger van gisteren, Mr. Dr. Vis, was duidelijk en begrijpelijk. In het rechtbank-ver- slag over de ziitang van den eersten dag hebben we uilvoering 't systeem van den pleiter uiteengezet. Had de ambtenaar uit den aard der zaak zijn aanwijzingen (de recht streeksche bewijzen ontbreken geiteed eu al ui deze zaak) op te blokken tol een onomwerpbaar gebouw vuu be schuldiging, Mr. Vis heeft daartegen over een ander samenstel van aan wijzingen geconstrueerd, waardoor het minstens even aannemelijk zou zijn, dat vrouw Hogenhout de vrouw in Van Exter heeft vergiftigd. Bewezen is, dal vrouw Hogenhout arsenicum in huis heelt gehuil in December 1909, dus 13 maanden voor het overlijden van vrouw Van Exter; bewezen is ook, dat vrouw Hogen hout pup heeft gebracht aan de bak kersvrouw, cn, wat nog belangrijker is die pap werd later toegediend dan hot glas melk, dat Van Exter hoeft ingeschonken. Pleiter achtte hot dus voor de haiid liggend, dat de pup van vrouw Hogenhout eerder de oor zaak is geweest van de arsenicum- brakingon, dan de melk van Van Exter. Het is goed, om deze aanwijzingen constructie nog eens zoo te geven, daar de verdediger van gisteren op het terrein-van-heden kwam. Wel-is- waar staat vrouw Hogenhout heden niet terecht wegens het vergiftigen van vrouw Van Exter, maar deze zaak en die van de vergiftiging van Jan Hogenhout zijn zoó nauw aan elkaar verbonden, dat net van belang is, deze aanwij-zingeii-in-dc-andjere- zaak te herhalen. Nadat de zaai zich gevuld had, werd beklaagde, vrouw Hogenhout— De Haan, langs het celtrapje, in het midden der zaai, naar haai' plaats in de bank der beschuldigden geleid. De vrouw, om wie dit heele drama draait, toont niet het boerentype, maar dat van een gewone burger vrouw. Een met-onvriendelijke Uek ligt er op haar scherp, mager en bloedloos gezicht. Het is aan dit wei nig-opvallend persoontje niet aan te zeggen, dat zij een „passie" bij een man kan opwekken. Zij is gekleed in een zwart costuum en zwarten, ronden, kleinen hoed. Z- is liet middenpunt van de be langstelling van getuigen en publiek. Het is vandaag bijzonder vol. De ge tuigen, 27 in getal, vullen zelfs de gangpaden. Om even over tienen komt de re cut bank binnen uit de Raadkamer, achter ue zaaL Zij is samengesteld als gisteren. Nadat de PRESIDENT de zitting heeft geopend, vraagt Mr. BUYER de voorlezing der rapporten. Mr. MECKMAN leest de uitvoerige stukken voor. De griffier leest o. a. het rapport der deskundigen voor. De vrouw luistert zeer aandachtig toe, ook naar de uiterst nauwkeuri ge beschrijving van den toestand van do ingewanden van haar man, luis tert zij uiteriijk-onbewogen toe. Met de handen in de zij en den mc.-.d half open zit zij te luisteren. Hot rapport komt tot de conclusie, dat Jan Hogenhout op 8 Maart is overleden aan acute arsenicum-ver- giftiging. In de lever is 23 1/2 milli gram arsenicum gevonden. Ook in twee hoeveelheden urine, in de ont lasting en in braaksel. Verder is er een weinig arsenicum gevonden in een flesch bessensap. De beklaagde luistert zeer scherp toe, met vooruitgebogen hoofd, wan neer over dit bessensap wordt ge- spraken. VERHOOR VAN DE BEKLAAGDE. Zij vertelt, naar aanleiding van de vragen van den President, dut haai' man op Zondagmiddag 26 Februari zieit is gewoixien, nauai zij gegeten iiadden. Zij hadden s^ep gebruikt. Jan Hogeiuiout nod toen overgege ven, maar alleen een waterachtig vocliL Hij had toen nog geen diarriiee bamen waren zij wat gaan rusten, heigeen zij altijd des Zon dagsmiddags deden. Zij gingen niet liggen, omdat haar fnan ziek was. lies Maandags is de man nu eens te bed geweest en dan weer opge staan. Op 7 Maart is de man op ad vies van Dr. Foirner naar het Wil helm ina-gasthuis te Amsterdam ge bracht, waar hij op 8 Maart over leed. De PRESIDENT Heeft u uit de voorgelezen rapporten begrepen, dal uw man vergiftigd is? VROUW HOGENHOUT Ja De PRESIDENTHeeft u uw man arsenicum gegeven VROUW HOGENHOUTBij mijn weten niet. De PRESIDENT Wat bedoelt u daarmee VROUW HOGENHOUTDat, als ik het gedaan heb, ik het niet gewe ten lieb. De PRESIDENT lloe was u met uw man, is er wel eens ruzie ge weest VROUW H.: Neen, ruzie is er nooit geweest. PRESIDENT Was uw gedrag met Van Exier in den laalsten lijd met ongepast VROUW H. Ongepast? Neen 1 PRES1DEN1' U vindt dat dus niet ongepast Ilecft u wel eens ge zegd, dat u Martinus van Exter nog wel wilde hebben, al was hij nog zoo slecht VROUW H. Neen I PRESIDENT Hebt u niet wei eens gezegd, dat u genoeg van uw man had VROUW H. Neen PRESIDENT De getuigen zullen straks wel anders verklaren. Ik- vraag u nu nog eens voor het laatst: Hebt u uw man arsenicum ingege ven VllOUW H. Niet dat ik weet GETUIGENVERHOOR. Als getuige treedt op Dr. FOLMER. Deze vertelt het verloop der ziekte. Op 26 Februari is hij gehaald (door Óen zoon van do schoonzuster van beklaagde, zei vrouw H) Op 6 Maart is hij tot de conclusie gekomen, dat de man vergiftigd was niet arseni cum. Hij heeft toen den Burgemees ter kennis gegeven van het voorge vallene. Tusschen den verdediger en dezen getuige ontstaat er een dispuut over het feit, of liet mogelijk is, dut een cilwiuiuin-njoaj-ctiing op ZO ivmuuli op o Muon, ueu nood kon verourzo- nr. FOLMER meent, dat dit kan. Wel is net een uiLzuiiUerihgsgevai, ma ar Jan Hogenhout nad een sterk gestel. ivir. VAN GlGH meent, dat dit in strijd is mei üe leer dei' autoriteiten in deze. Dezen nemen aan, dat de dood na 5 tot 20 uren volgt. Dr. FOLMER meent, dat er wel twee muien vergil is toegediend, eerst een Kleinere dosis op 2b Fe bruari en later op 6 Maart een groei tere, die doodeiijk was. Mr. VAN GlGH is het duarmee eens, dat dit het geval kan zijn. liij is van oordeel, dot de doodelijke dosis op 6 Maart is toegediend. De veldwachters SLOOTW EG en VAN BOVEN leggen verklaringen af over het in beslag nemen en over brengen van de flesch met bessensap, den chocoladeketel, de urine, enz. BURGEMEESTER SLOB vult die verklaringen aan. Op een vraag van den Officier van Justitie zegt hij. dat Dr. Foirner des avonds voor de overbrenging naar Amsterdam met hem naar de wo ning van Jan Hogenhout is gegaan. Dr. Folmer had tegen Jan Hogenhout gezegd „Man, ik geloof dat je ver giftigd bent." „Hoe kan dat dan toch had de zieke gevraagd. De Burgomeesler bad toen tegen de vrouw gezegd „Dr. Folmer meent, dat u uw man heelt vergiftigd." „Och, God, meneer, hoe kan dat Toen was zij naar het bed geloopen en gezegd „Jan, nu zeiggeu ze, dat ik je vergeven heb." Mr. VAN GlGH Heeft de uuiu niet geragd „Ik geloof niet, dat mijn vrouw het gedaan heeft" De BURGEMEESTER heeft dit niet kunnen hoore>n, omdat de man toen weer ging overgeven. VROUW HOGENHOUT houdt vól, dat haar man dit gezegd heeft. Mr. VAN GlGH vraagt, of dezen getuige er iets van bekend is, dat Jan Hogenhout een flesch je met druppeltjes had. BURGEMEESTER SLOB zegt, dat hem daarover iets verteld is door de vrouw. VROUW HOGENHOUT deelt mede, dat zij in den zak van den man een glaasje met een wit vocht vond. Haar man vertelde toen, niet lekker ge worden te zijn op het werk. Hij had toen, op aanraden van een kame raad, druppeltjes gekocht Het flesch- jo had hij in de privaat weggewor pen. BURGEMEESTER SLOB heeft den indruk gekregen, dat de verhouding tusschen de beklaagde eu haar man niet liartelijk was. /.ij het hem maar alleen liggen En toen deze getuige lui ar zeiüe, dat zij Kaar man, die tel kens overgaf, moest helpen, zeidezij: „Dat kan hij zelf wel 1" Dr. FOLMER heeft gehoord, dut de verhouding tusschen man en vrouw met good was. Hij had echter zulk een gunstigen indruk van de vrouw gokregein, dat hij niet kon ge- kan en, dat zij haar inuu vergiftigd had. Zij was altijd netjes en beleefd. Zij was moer voorkomend, dan an dere vrouwen uit dien stand. Do zusters BUITENWEG en MOERBEEK, van het Wilhelmina- gusthuis, geven inlichtingen over het ziekteverloop in het gasthuis. Zij hebben niet gehoord, dat vrouw Ho genhout gevraagd had aan Jan H. „Zou Van Exter dat misschien ge daan 1 tobben Dr. FABER legt eveneens verkla ringen af omtrent den toestand eu het verloop van de ziekte. Mr. VAN GlGH stelt hem daarover ook eenige vragen. Do Amsterdamsche politie-inspec- teur GLASIUS deelt mede, dat hij aan Hogenhout in het Gasthuis een verhoor heeft afgenomen. Hogenhout heeft niet gezegd, wie hij verdacht. Do man had verteld, dat hij op Zon dag 26 Februari was thuisgekomen. Toen stond alleen zijn bord soep op geschept Hij had eenige lepels soep gegeten en was toen onwel gewor den. Op een vraag van Mr. VAN GlGH vertelt VROUW HOGENHOUT, dat haar man onwel was geworden, toen zij de tafel afnam. Inspecteur GLASIUS vertelt, daar toe gebracht door den verdediger, dat Jan Hogenhout hem heeft ver klaard, dat hij negen jaar getrouwd was geweest. De eerste drie jaren hadden zij wel ruzie niet elkaar ge had maar gedurende de laatste zee jaren hadden zij nimmer eeuig onge noegen gehad. Dr. SuilOO legt nadere verklarin gen af omtrent het lijkonderzoek Hij is van oordeel, dat bij een dei gelijke vergiftiging de dood meestal na twee tot vier dagen uitreedt. De heer VAN LEDDEN HULSE- BOSCH zegt, dat de arsenicum in de bessensap daarin in zulk een klei ne hoeveelheid voorkwam, dat het mogelijk is, dat de arsenicum er niet opzettelijk in gedaan is, maar door infectie van de kurk of door zwavel er in is gekomen. Dr. VAN ITALLIE weet niet, of d« arsenicum ai dan niet door infectie in de flesch met bessensap gekomen kan zijn. De getuige OPWEERT heeft een gesprek gehad met vrouw Hogenhout over de ziekte van haar man. Vrouw H. had toen gezegd ,,Als-ie dood gaat, kan ik er ook niks an doen." Getuige vond dat leelïjk gezegd. VROUW HOGENHOUT zegt, dit misschien wel gezegd te hebban, maar met op dien toon. Zij had mis schien bedoeld, dat zij tegen den dood niets doen kon. SC11ARRJGHUIZEN herhaalt zijn verklaring omtrent het zoenen op den Kanaaldijk, op i Maart, eenige dageu voor den dood van Hogenhout. Mr. VAN GlGH De getuige zegt, dat Van Exter d'r gezoend heeft. Waar heeft hij haar gezoend? SCHARRIGHLTZEN Dat kon ik niet goed zien. Mr. VAN GlGH Dat is vreemd I Als u kan zien, dat zij elkaar zoenen, dan kunt u toch ook weten, waar zij elkaar gezoend hebben SC1IARR1G HUIZEN (.tot den verdedi ger, Ja, ais L zoent, dan kan ik niet precies zien, waar dit gebeurt. Er wordt nu telkens op de tribune gelachen, ouk vrouw Hogenhout lacht. Als het publiek nog eens lacht, zegt de pres-dent, dat hij de tribune zal laten ontruimen, wanneer dit nog eens voorkomt. Vrouw HOGENHOUT ontkent, dat Van Exter en zij elkaar gezoend heb ben. SCHARRIGIIUIZEN vertelt, dat Van Exter wel twee of drie keer bij vrouw II. kwam. Hij bleef er wel twee uur. Mr. VAN GlGH: Hoe kan u dat zien, als u op uw land ligt te wieden, kan u toch geen twee uur 'naar hei huiis blijven kijken. SCHARRIGHUIZEN: Hij kon er niet uitkomen, zonder dat ik het zag. Juffrouw MARKUS, die in hetzelf de buis als Hogenhout heeft ge woond, was d.kwijls getuige van ru zie. Zij vertelt het een en ander, dat zij reeds gister heeft meegedeeld ZIJ heeft ook in December 1909 het fieschje vergif uit den boedel van Au gustijn laten zien en gezegd, dat er vergif in was. Vrouw HOGENHOUT ontkent diL Zij heeft gezegd: Misschien is dit wel vergif. De fleschjes van den vee- kwakzalver zijn Ln de schuur, niet ln huis geweest, PRESIDENT: Dat verschilt niet veel. Vrouw MARKUS herinnert zich, dat de beklaagde tegen haar heeft ge zegd: „Van Exteï wordt nog wel eens m'n man." Vrouw HOGENHOUT ontkent diL Vrouw MARKUS is in April 1910 guan verhuizen. Vrouw II. was vol judasserij en trachtte haar steeds te plagen. Toen was ze bang, dat ze van dat vergif van Augustijn in haar wa ter zou doen. Mr. VAN GlGH vraagt waarom de ze vrouw in April 1910 pas ging ver huizen, terwijl zij al in December 1909 bang voor het vergif was. Vrouw MARKUS: Er waren geen huizen leeg. Zij verklaart, dat de aan leiding tot de plagerijen deze was, dat zij tegen Vrouw li. na do ge boorte van het jongste kind vuu vrouw Hogenhout, gezegd had, dat iLt leek op de kinderen van Van Ex ter. Daarna had zij haar steeds gezocht. Mr. VAN GlGH vraagt, of het niet waar is, dat er ruzie is gekomen tus schen deze getuige en de Hogeuhouts, omdat do schoonvader van H. ziju schoonzoon Hogenhout en niet Mar kus op zijn land had gezet. Vrouw MARKUS erkent, dat er kwestie is geweest Dat kan wel mee de oorzaak van de verhuizing zijn geweest, alles kwam bij eikaar. De getuige EILANDER heeft ook gehoord van de verhouding tusschen Van Exter en vrouw Hogenhout. IDA HOGENHOUT verklaart, dat haar schoonzuster twee of drie weken voor het sterven van haar man oen zwarte blouse had gekocht. Zij droeg altijd gekleurde blouses. Zij had toen gezegd: ,,Uet is wel mak kelijk ©en zwarte blouse te hebben, als jo in de rouw moet." Dat had zij zich dadelijk herinnerd na den dood van haar broer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 1