NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
23e Jaargang. No. 863'
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1911 A
HAARLEM'S DAC
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
PER DRIE MAANDEN: Ir-A* ^an re?e's 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1-20 -AHaarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der BÜ Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1.30 AdvertentiCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1.65 «T L^-.. i 50 Cts- v00r 3 P^^ingen a contant
oè°lust%erdeZcX^blad, voor Haarlem OM* Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne i z. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitslaitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DU N LMAli.il UÜSÏAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
ZATERDAG 19 AUGUSTUS-
Hotel Duin en Daal, Bloemend'aal:
Conoe'rten.
Stadsnieuws
Vorst en Vriendschap.
Aldus ie de titel van een naar liet
Engelsch bewerkteai roman.
Maandag a.s. in dit blad als feuille
ton zal worden geplaatst.
TILLY KOENEN.
Het kerkconcert, Donderdagavond
gegeven door T.lly Koenen, alt-zange
res, met medewerking van den beer
Louis Robert organist, mocht zich in
een groote belangstelling verbeugen.
Geen wonder, want Tilly Koenen
Is een zeer begaafde zangeres die h.er
maar zeldzaam optreedt
De beer Robert opende het pro
gramma met Preludium en Fuga G.
gr. terts van J. S. Bach.
De Fuga's vooral zijn ondankbare
toonwerken voor het gehoor, doch 't
moet ben die maar iets can rau
doen, zijn opgevallen dat de uitvoe
ring van een Fuga nog heel veel ver
schilt. Men boort voortdurehd het
zelfde thema, doch de heer Robert
weet de melodische lijn daarvan
goed naar voren te brengen, dat men
zonder veel inspanning de Fuga goed
kan volgen. Doch Ln de eerste plaats
wordt men met eerbied vervuld
de tot heden eigenlijk nog moderne
composities van den nooit volprezen
Bach.
Mej. Koenen zong „Der Herr ist
mein Hirt" eveneens van Bach, ge
heel in overeenstemming met de om
geving, zoo echt devoot.
In dit Dumme rgaf zij dadelijk een
denkbeeld van haar kunnen als zoh-
geres. Bier bleek reeds liaar volko
men beheersching van adem en zang-
te chmei.
In het Gebet van Hugo Wolf, een
prachtig stukje muziek, vooral door
de buitengewoon mooie begela.d.ug
met haar zelfstandige inelodieen, wist
zij een bezlelung te leggen, die daepcn
indruk maakte.
Hel laflamuialus et accensus van
A. Dvorak werd zeer mooi genuan
ceerd gezongen en heel fraai klonken
de met mezza voce gezongen passa
ges.
De heer Robert wist met de weekste
Registers van het orgel aan de begclo.-
ding, zonder te douiineeren, een bij
zondere kleur te geven.
In het concert F. gr. terts van G. F.
Handel, dat met dien machtigen in
druk maakte als Bach's Fuga, gaf de
heer Robert wederom bewijzen van
zijn virtioslte-t.
Mej. Koenen zong nog liederen van
Catbarina van Rennes, Bernard
Zwears, Augusts Overboek en C.
Krebs en naarmate .zij in haar pro
gramma voortgi.ng steeg de bewonde-
r.ng voor deze zoo bevoorrechte zan
geres.
De heer Robert handhaafde zijn
reputatie als organist nog in Prélude
Fuga et Variations van Cesar Franck
en Grand Cboeur van Th. Salomé.
Aan wie dut concert bezochten zul
len deze uren van liooge en schoone
kunst lang in herinnering blijven.
Na 32 dienstjaren heeft de
Leer F. J. Blausert, ploegbaas in de
afdeelmg wielendraaicrij aan de
Centrale Werkplaats der H. IJ. S.
M., eervol ontslag uit den dienst uan-
gevraagd.
D e n 17en September a.s.
hoopt de heer C. de Graaf, werkzaam
in de afd. bankwerkerij van de Cen
trale Werkplaats der H. IJ S. M., den
dag te herdenken waarop bij voor 25
jaar bij de maatschappij in dienst
trad.
Een manifest, waarin de
gevolgen van den drank worden ge
schetst, zal door de afd. Haarlem
van de Ned. Vereen, tot afschaffing
van alcoholhoudende dranken aan
de lotelingen voor de Nat. Militie
worden toegezonden-
DrinknaL
De Drinkhal van de Ilaarlemsche
Staaiwaterbronnen is gisteren dooi
52 personen bezocht.
Onderscheidingen.
Aan de heeren E. H. Krelage, voor
zatter der Algemeens Vereenigiug
voor Bloembollencultuur, G. S. de
Clercij, algemeen secretaris der
Maatschappij van Nijverheid, eu P.
Goedkoop Dzn., directeur der N. V.
„Werf Conrad", allen te liaurlem, is
verlof verleeud tot het aannemen van
het officierskruis der Orde vau de
Kroon, hun door Z. M. den Koning
der Belgen geschonken.
Mr. Ch. Enschedé alhier is verlof
gegeven tot hei aannemen van liet
ridderkruis der Orde van de Kroon,
en mej E. M. Rogge tot het aanne
men van bet ridderkruis der Orde
van Leopold II.
LEANDER SCHLEGEL.
De nieuwe Symphouie van Leander
Scldegel zal 22 September voor liet
eerst gespeeld worden te Dortmund
onder leiding van Kapelmeester ililtt-
Examens.
Voor Fransch L o. slaagde te 'a-Gra-
venhage de heer S. R. \V. ten Cate,
te Haarlem; voor de hoofdakte slaag
den te Amsterdam de heeren J.
Strubbe, te Schoten, en J. J. Prins, te
Haarlem.
Voor het toelatingsexamen der
Technisclie Hoogeschool te Delft is
geslaagd de heer J. van den Broek,
te Haarlem.
Excelsior.
Het Soc. Geheelonthouders-Zang
koor „Excelsior", directeu. de hoer
Jan O verhuis, zal aan bet concours
van geheelonthouders-zangkoren to
's-Gravenhage, op 10 September a.s.,
deelnemen in de 2de afdeeliog, met
do vrije nummers ,,'t Schippertje",
van O. W.' de Nobel, en „Voorjaar",
Beide zijn nieuwe nummers voor de
vereeniging.
R. K. MILITAIR TEHUIS.
Denigen tijd geleden maakten we
melding van de eerste-steen-legging
voor het R. K. Tehuis voor militairen,
dat thans in de Zoetestraat verrezen
is. Het gebouwtje ziet er solied uit, en
treft door oorspronkelijkheid. Het valt
daar op in de Zoetestraat de gele
steen, waarboven liet blauwe dak,
en het aardige torentje, doen onge
woon levendig aan. Het ziet er uit
de opmerking is meer gemaakt on heel
juist als een vestinkje, een fort.
En treedt men binnen dan wordt
de gunstige indruk, dien men onlvuu-
gon heeft aanmerkelijk versterkt.
Door n ruime, in harmonische tinten
gehouden vestibule, betreedt mcu de
groote zaal, die in waarheid voor den
militair een tehuis kan genoemd wor
den. Want gezelligheid is er overal.
Een ruim tooneel waarborgt gezellige
avonden twee biljarts en vele ande
re spelen zullen mede hun aandeel
hebben in het Luiteusluiten der verve
ling. 'n Overvloedige electrische ver
lichting is aangebrachtzij-armen
aan «len muur, waaronder taleitjes cn
stoelen, scheppen mtiome hoekjes. De
ze zaai is de leeszaal ook en bij
uitnemendheid is zij daarvoor ge
schikt, want nergens worden de ge
dachten afgeleid, door eeuig onharmo
nisch effect. Zachte, heldere tinten
eralhet daglicht wordt den toe
gang allerminst ontzegdin de zolde
ring zijn glas-in-lood ramen aange
bracht, waardoor het vrijen toegang
heeft.
Grenzend aan do leeszaal, maar uf-
gesloten door twee lioogo schuifdeu-
ien, volgt de studiezaal. Daar kun
nen jongelui, die zich voor het korpo
raals- of sergeants-examen bekwamen
willen, zien alzondereu en zich on
gestoord de militaire wetenschappen
eigen maken.
Een direcieurskamertje ontbreekt
niet, en achter het gebouwtje strekt
zich een flinke lap grond uit, wuur-
op gymnastiek-toestelien enz. ge
plaatst zullen worden. Aan lichame
lijke geoefendheid behoelt het deu
jougelui dus evenmin te ontbreken.
De muren rond die open ruixnte wor
den met klimop beplant, waardoor de
speelplaats als wij die zoo eens noe
men mogen aan gezelligheid win
nen zal. Electrische booglampen ver
lichten het terrein des avonds.
Boven is een ruime zoluei naast
het Tehuis staat de concierge - w omng,
bij welke een aardig tuunje behooii,
onder het tuoneel is een fietseubeig-
plaajs. Het gebouwtje dut blijkt nu
wei is zeer piactisch. en het
ontwerp doet den architect, den heer
Robbers, alle eer aan.
Zondag 20 Augustus, 's avonds
kwart voor zeven zul Z. D. 11. Mon
seigneur A. J. Callior. Bisschop van
Haarlem, het Tehuis inwijdou. Daar
na zal de Bisschop te 7 1/2 uur in de
St Josephkerk in de Jansstraat een
plechtig Lof pontificeeren.
KERMIS.
Het aantal en de soort vermakelijk
heden, kramen enz., die gedurende de
kernu.s alhier aanwezig is geweest, is
vrijwel hetzelfde als de twee vorige
Jaren. 3 poffertjeskramen en 1 ga-
lante'riekraam stonden minder op de
Ged. Oude Gracht, tusschen Verwulft
en Raaks, omdat zij niet op tijd het
staangeld hadden betaald. Ook waren
de twee Russische schommels niet
aanwezig, die met het oog op gevaar
niet waren toegelaten.
De ontvangsten hadden beter kun
nen zijn.
Door de warmte is het bezoek in de
middaguren minder geweest dan an
ders. In die uren gaan m den regel
velen uit, die zich thans niet hebben
laten zien.
Tentzending.
Hedenmorgen is men begonnen met
het opslaan van de tent voor de teut-
zending, op het terrein aan de Zijl
vest, over de Hoogere Burgerschool.
Athletiek.
In aansluiting aan de eerste, op Za
terdag 5 Augustus j.L, zal op Zaterdag
19 Aug. te 8 uur. een tweede bijeen
komst gehouden worden in Café „De
Korenbeursten emde over te gaan
tot definitieve oprichting van een
Athictiekvereeiiiging.
Reeds 3u personen hebben thans in
principe hun medewerking toegezegd,
zcodat succes reeds verzekerd is.
De vergiftigingszaak te
Nieuwe Meer voor ile Rechtbank
(Tweetje (lag).
Hedenmorgen ving do tweede zit
ting aan.
Thans stond vrouw Hogenhout—
De Haan terecht.
De tenlastelegging tegen Martha,
Elisabeth, genaamd Martha Elisa de
Haan, 31 jaren, weduwe van Jan
Hogenhout, houdt in, dat zij in of
omstreeks Februari 1911, in ieder go-
val in 1911, vóór 8 Maart te Haar
lemmermeer, opzettelijk en met voor
bedachten raad haar echtgenoot Joji
Hogenhout van het leven heeft be
roofd door na het voornemen opge
vat, het plan beraamd en het besluit
genomen te hebban, om opzettelijk
haar voornoemden echtgenoot Jan
Hogenhout van het leven te beroo-
veu, hem daartoe een dusdanige hoe
veelheid ar&en.cum toe te dienen, of
te laten toedienen, dat ten gevolge
van die gifttocdienmgen althans g It-
toediening en daarop gevolgde g ft-
werking m het lichaam van Jan Ho
genhout, deze op 8 Maart 1911 is over
leden.
Er is vandaag wederom voel be
langstelling. De zaal biedt dan ook
hetzelfde aspect als gisteren. Blijk
baar heeft een zeer groot getal lieden
uit de llaarleminermoer een tochtje
naai- Haarlem er voor over gehnil,
want op do publieke tribune ilraagt
liet mtejeuUeOl vau üe gcziculoii ucu
typisch poiUernoeracnen uek. Uuk
veie couieijes zijn er op de tribune.
Uren-lang staat men er, op do af
scheiding leunend, te luisteren naar
netgeen beklaagde en getuigen be
weren, naar de vragen van nou pre-
siuont, rechters en uen ambtenaar
ook naar het vragen vau oe Verdedi
ging, die nu-en-cLau meerdere zeker
heid verlangt en juistere omschrij
ving vau de feiten, dae straks in liet
pleidooi naar voren gebracht zijn.
Do toeleg van den verdediger van
gisteren, Mr. Dr. Vis, was duidelijk
en begrijpelijk. In het rechtbank-ver-
slag over de ziitang van den eersten
dag hebben we uilvoering 't systeem
van den pleiter uiteengezet.
Had de ambtenaar uit den aard der
zaak zijn aanwijzingen (de recht
streeksche bewijzen ontbreken geiteed
eu al ui deze zaak) op te blokken tol
een onomwerpbaar gebouw vuu be
schuldiging, Mr. Vis heeft daartegen
over een ander samenstel van aan
wijzingen geconstrueerd, waardoor
het minstens even aannemelijk zou
zijn, dat vrouw Hogenhout de vrouw
in Van Exter heeft vergiftigd.
Bewezen is, dal vrouw Hogenhout
arsenicum in huis heelt gehuil in
December 1909, dus 13 maanden voor
het overlijden van vrouw Van Exter;
bewezen is ook, dat vrouw Hogen
hout pup heeft gebracht aan de bak
kersvrouw, cn, wat nog belangrijker
is die pap werd later toegediend
dan hot glas melk, dat Van Exter
hoeft ingeschonken. Pleiter achtte hot
dus voor de haiid liggend, dat de pup
van vrouw Hogenhout eerder de oor
zaak is geweest van de arsenicum-
brakingon, dan de melk van Van
Exter.
Het is goed, om deze aanwijzingen
constructie nog eens zoo te geven,
daar de verdediger van gisteren op
het terrein-van-heden kwam. Wel-is-
waar staat vrouw Hogenhout heden
niet terecht wegens het vergiftigen
van vrouw Van Exter, maar deze
zaak en die van de vergiftiging van
Jan Hogenhout zijn zoó nauw aan
elkaar verbonden, dat net van belang
is, deze aanwij-zingeii-in-dc-andjere-
zaak te herhalen.
Nadat de zaai zich gevuld had,
werd beklaagde, vrouw Hogenhout—
De Haan, langs het celtrapje, in het
midden der zaai, naar haai' plaats in
de bank der beschuldigden geleid.
De vrouw, om wie dit heele drama
draait, toont niet het boerentype,
maar dat van een gewone burger
vrouw. Een met-onvriendelijke Uek
ligt er op haar scherp, mager en
bloedloos gezicht. Het is aan dit wei
nig-opvallend persoontje niet aan te
zeggen, dat zij een „passie" bij een
man kan opwekken. Zij is gekleed
in een zwart costuum en zwarten,
ronden, kleinen hoed.
Z- is liet middenpunt van de be
langstelling van getuigen en publiek.
Het is vandaag bijzonder vol. De ge
tuigen, 27 in getal, vullen zelfs de
gangpaden.
Om even over tienen komt de
re cut bank binnen uit de Raadkamer,
achter ue zaaL Zij is samengesteld
als gisteren.
Nadat de PRESIDENT de zitting
heeft geopend, vraagt Mr. BUYER
de voorlezing der rapporten.
Mr. MECKMAN leest de uitvoerige
stukken voor. De griffier leest o. a.
het rapport der deskundigen voor.
De vrouw luistert zeer aandachtig
toe, ook naar de uiterst nauwkeuri
ge beschrijving van den toestand van
do ingewanden van haar man, luis
tert zij uiteriijk-onbewogen toe.
Met de handen in de zij en den
mc.-.d half open zit zij te luisteren.
Hot rapport komt tot de conclusie,
dat Jan Hogenhout op 8 Maart is
overleden aan acute arsenicum-ver-
giftiging. In de lever is 23 1/2 milli
gram arsenicum gevonden. Ook in
twee hoeveelheden urine, in de ont
lasting en in braaksel.
Verder is er een weinig arsenicum
gevonden in een flesch bessensap.
De beklaagde luistert zeer scherp
toe, met vooruitgebogen hoofd, wan
neer over dit bessensap wordt ge-
spraken.
VERHOOR VAN DE BEKLAAGDE.
Zij vertelt, naar aanleiding van de
vragen van den President, dut haai'
man op Zondagmiddag 26 Februari
zieit is gewoixien, nauai zij gegeten
iiadden. Zij hadden s^ep gebruikt.
Jan Hogeiuiout nod toen overgege
ven, maar alleen een waterachtig
vocliL Hij had toen nog geen
diarriiee bamen waren zij wat gaan
rusten, heigeen zij altijd des Zon
dagsmiddags deden. Zij gingen niet
liggen, omdat haar fnan ziek was.
lies Maandags is de man nu eens
te bed geweest en dan weer opge
staan. Op 7 Maart is de man op ad
vies van Dr. Foirner naar het Wil
helm ina-gasthuis te Amsterdam ge
bracht, waar hij op 8 Maart over
leed.
De PRESIDENT Heeft u uit de
voorgelezen rapporten begrepen, dal
uw man vergiftigd is?
VROUW HOGENHOUT Ja
De PRESIDENTHeeft u uw man
arsenicum gegeven
VROUW HOGENHOUTBij mijn
weten niet.
De PRESIDENT Wat bedoelt u
daarmee
VROUW HOGENHOUTDat, als
ik het gedaan heb, ik het niet gewe
ten lieb.
De PRESIDENT lloe was u met
uw man, is er wel eens ruzie ge
weest
VROUW H.: Neen, ruzie is er nooit
geweest.
PRESIDENT Was uw gedrag met
Van Exier in den laalsten lijd met
ongepast
VROUW H. Ongepast? Neen 1
PRES1DEN1' U vindt dat dus
niet ongepast Ilecft u wel eens ge
zegd, dat u Martinus van Exter nog
wel wilde hebben, al was hij nog
zoo slecht
VROUW H. Neen I
PRESIDENT Hebt u niet wei eens
gezegd, dat u genoeg van uw man
had
VROUW H. Neen
PRESIDENT De getuigen zullen
straks wel anders verklaren. Ik-
vraag u nu nog eens voor het laatst:
Hebt u uw man arsenicum ingege
ven
VllOUW H. Niet dat ik weet
GETUIGENVERHOOR.
Als getuige treedt op Dr. FOLMER.
Deze vertelt het verloop der ziekte.
Op 26 Februari is hij gehaald (door
Óen zoon van do schoonzuster van
beklaagde, zei vrouw H) Op 6 Maart
is hij tot de conclusie gekomen, dat
de man vergiftigd was niet arseni
cum. Hij heeft toen den Burgemees
ter kennis gegeven van het voorge
vallene.
Tusschen den verdediger en dezen
getuige ontstaat er een dispuut over
het feit, of liet mogelijk is, dut een
cilwiuiuin-njoaj-ctiing op ZO ivmuuli
op o Muon, ueu nood kon verourzo-
nr. FOLMER meent, dat dit kan.
Wel is net een uiLzuiiUerihgsgevai,
ma ar Jan Hogenhout nad een sterk
gestel.
ivir. VAN GlGH meent, dat dit in
strijd is mei üe leer dei' autoriteiten
in deze. Dezen nemen aan, dat de
dood na 5 tot 20 uren volgt.
Dr. FOLMER meent, dat er wel
twee muien vergil is toegediend,
eerst een Kleinere dosis op 2b Fe
bruari en later op 6 Maart een groei
tere, die doodeiijk was.
Mr. VAN GlGH is het duarmee
eens, dat dit het geval kan zijn. liij
is van oordeel, dot de doodelijke
dosis op 6 Maart is toegediend.
De veldwachters SLOOTW EG en
VAN BOVEN leggen verklaringen af
over het in beslag nemen en over
brengen van de flesch met bessensap,
den chocoladeketel, de urine, enz.
BURGEMEESTER SLOB vult die
verklaringen aan.
Op een vraag van den Officier van
Justitie zegt hij. dat Dr. Foirner des
avonds voor de overbrenging naar
Amsterdam met hem naar de wo
ning van Jan Hogenhout is gegaan.
Dr. Folmer had tegen Jan Hogenhout
gezegd „Man, ik geloof dat je ver
giftigd bent." „Hoe kan dat dan
toch had de zieke gevraagd. De
Burgomeesler bad toen tegen de
vrouw gezegd „Dr. Folmer meent,
dat u uw man heelt vergiftigd."
„Och, God, meneer, hoe kan dat
Toen was zij naar het bed geloopen
en gezegd „Jan, nu zeiggeu ze, dat
ik je vergeven heb."
Mr. VAN GlGH Heeft de uuiu
niet geragd „Ik geloof niet, dat mijn
vrouw het gedaan heeft"
De BURGEMEESTER heeft dit niet
kunnen hoore>n, omdat de man toen
weer ging overgeven.
VROUW HOGENHOUT houdt vól,
dat haar man dit gezegd heeft.
Mr. VAN GlGH vraagt, of dezen
getuige er iets van bekend is, dat
Jan Hogenhout een flesch je met
druppeltjes had.
BURGEMEESTER SLOB zegt, dat
hem daarover iets verteld is door de
vrouw.
VROUW HOGENHOUT deelt mede,
dat zij in den zak van den man een
glaasje met een wit vocht vond. Haar
man vertelde toen, niet lekker ge
worden te zijn op het werk. Hij had
toen, op aanraden van een kame
raad, druppeltjes gekocht Het flesch-
jo had hij in de privaat weggewor
pen.
BURGEMEESTER SLOB heeft den
indruk gekregen, dat de verhouding
tusschen de beklaagde eu haar man
niet liartelijk was. /.ij het hem maar
alleen liggen En toen deze getuige
lui ar zeiüe, dat zij Kaar man, die tel
kens overgaf, moest helpen, zeidezij:
„Dat kan hij zelf wel 1"
Dr. FOLMER heeft gehoord, dut
de verhouding tusschen man en
vrouw met good was. Hij had echter
zulk een gunstigen indruk van de
vrouw gokregein, dat hij niet kon ge-
kan en, dat zij haar inuu vergiftigd
had. Zij was altijd netjes en beleefd.
Zij was moer voorkomend, dan an
dere vrouwen uit dien stand.
Do zusters BUITENWEG en
MOERBEEK, van het Wilhelmina-
gusthuis, geven inlichtingen over het
ziekteverloop in het gasthuis. Zij
hebben niet gehoord, dat vrouw Ho
genhout gevraagd had aan Jan H.
„Zou Van Exter dat misschien ge
daan 1 tobben
Dr. FABER legt eveneens verkla
ringen af omtrent den toestand eu
het verloop van de ziekte.
Mr. VAN GlGH stelt hem daarover
ook eenige vragen.
Do Amsterdamsche politie-inspec-
teur GLASIUS deelt mede, dat hij
aan Hogenhout in het Gasthuis een
verhoor heeft afgenomen. Hogenhout
heeft niet gezegd, wie hij verdacht.
Do man had verteld, dat hij op Zon
dag 26 Februari was thuisgekomen.
Toen stond alleen zijn bord soep op
geschept Hij had eenige lepels soep
gegeten en was toen onwel gewor
den.
Op een vraag van Mr. VAN GlGH
vertelt VROUW HOGENHOUT, dat
haar man onwel was geworden, toen
zij de tafel afnam.
Inspecteur GLASIUS vertelt, daar
toe gebracht door den verdediger,
dat Jan Hogenhout hem heeft ver
klaard, dat hij negen jaar getrouwd
was geweest. De eerste drie jaren
hadden zij wel ruzie niet elkaar ge
had maar gedurende de laatste zee
jaren hadden zij nimmer eeuig onge
noegen gehad.
Dr. SuilOO legt nadere verklarin
gen af omtrent het lijkonderzoek Hij
is van oordeel, dat bij een dei gelijke
vergiftiging de dood meestal na twee
tot vier dagen uitreedt.
De heer VAN LEDDEN HULSE-
BOSCH zegt, dat de arsenicum in
de bessensap daarin in zulk een klei
ne hoeveelheid voorkwam, dat het
mogelijk is, dat de arsenicum er niet
opzettelijk in gedaan is, maar door
infectie van de kurk of door zwavel
er in is gekomen.
Dr. VAN ITALLIE weet niet, of d«
arsenicum ai dan niet door infectie
in de flesch met bessensap gekomen
kan zijn.
De getuige OPWEERT heeft een
gesprek gehad met vrouw Hogenhout
over de ziekte van haar man. Vrouw
H. had toen gezegd ,,Als-ie dood
gaat, kan ik er ook niks an doen."
Getuige vond dat leelïjk gezegd.
VROUW HOGENHOUT zegt, dit
misschien wel gezegd te hebban,
maar met op dien toon. Zij had mis
schien bedoeld, dat zij tegen den
dood niets doen kon.
SC11ARRJGHUIZEN herhaalt zijn
verklaring omtrent het zoenen op
den Kanaaldijk, op i Maart, eenige
dageu voor den dood van Hogenhout.
Mr. VAN GlGH De getuige zegt,
dat Van Exter d'r gezoend heeft.
Waar heeft hij haar gezoend?
SCHARRIGHLTZEN Dat kon ik
niet goed zien.
Mr. VAN GlGH Dat is vreemd I
Als u kan zien, dat zij elkaar zoenen,
dan kunt u toch ook weten, waar zij
elkaar gezoend hebben
SC1IARR1G HUIZEN (.tot den verdedi
ger, Ja, ais L zoent, dan kan ik
niet precies zien, waar dit gebeurt.
Er wordt nu telkens op de tribune
gelachen, ouk vrouw Hogenhout
lacht. Als het publiek nog eens lacht,
zegt de pres-dent, dat hij de tribune
zal laten ontruimen, wanneer dit
nog eens voorkomt.
Vrouw HOGENHOUT ontkent, dat
Van Exter en zij elkaar gezoend heb
ben.
SCHARRIGIIUIZEN vertelt, dat
Van Exter wel twee of drie keer bij
vrouw II. kwam. Hij bleef er wel twee
uur.
Mr. VAN GlGH: Hoe kan u dat
zien, als u op uw land ligt te wieden,
kan u toch geen twee uur 'naar hei
huiis blijven kijken.
SCHARRIGHUIZEN: Hij kon er
niet uitkomen, zonder dat ik het zag.
Juffrouw MARKUS, die in hetzelf
de buis als Hogenhout heeft ge
woond, was d.kwijls getuige van ru
zie. Zij vertelt het een en ander, dat
zij reeds gister heeft meegedeeld ZIJ
heeft ook in December 1909 het
fieschje vergif uit den boedel van Au
gustijn laten zien en gezegd, dat er
vergif in was.
Vrouw HOGENHOUT ontkent diL
Zij heeft gezegd: Misschien is dit wel
vergif. De fleschjes van den vee-
kwakzalver zijn Ln de schuur, niet ln
huis geweest,
PRESIDENT: Dat verschilt niet
veel.
Vrouw MARKUS herinnert zich,
dat de beklaagde tegen haar heeft ge
zegd: „Van Exteï wordt nog wel eens
m'n man."
Vrouw HOGENHOUT ontkent diL
Vrouw MARKUS is in April 1910
guan verhuizen. Vrouw II. was vol
judasserij en trachtte haar steeds te
plagen. Toen was ze bang, dat ze van
dat vergif van Augustijn in haar wa
ter zou doen.
Mr. VAN GlGH vraagt waarom de
ze vrouw in April 1910 pas ging ver
huizen, terwijl zij al in December 1909
bang voor het vergif was.
Vrouw MARKUS: Er waren geen
huizen leeg. Zij verklaart, dat de aan
leiding tot de plagerijen deze was,
dat zij tegen Vrouw li. na do ge
boorte van het jongste kind vuu
vrouw Hogenhout, gezegd had, dat
iLt leek op de kinderen van Van Ex
ter.
Daarna had zij haar steeds gezocht.
Mr. VAN GlGH vraagt, of het niet
waar is, dat er ruzie is gekomen tus
schen deze getuige en de Hogeuhouts,
omdat do schoonvader van H. ziju
schoonzoon Hogenhout en niet Mar
kus op zijn land had gezet.
Vrouw MARKUS erkent, dat er
kwestie is geweest Dat kan wel mee
de oorzaak van de verhuizing zijn
geweest, alles kwam bij eikaar.
De getuige EILANDER heeft ook
gehoord van de verhouding tusschen
Van Exter en vrouw Hogenhout.
IDA HOGENHOUT verklaart, dat
haar schoonzuster twee of drie weken
voor het sterven van haar man
oen zwarte blouse had gekocht.
Zij droeg altijd gekleurde blouses.
Zij had toen gezegd: ,,Uet is wel mak
kelijk ©en zwarte blouse te hebben,
als jo in de rouw moet."
Dat had zij zich dadelijk herinnerd
na den dood van haar broer.