BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ADmAreTRATIB GROOTE HOUTSTRAAT 5a.
DRUKKERU ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
29« Jaargang*
ZATERDAG 1ST AÜGUBTUB IB 11
No. 8638
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 BAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
IN HAARLEM S DAGBLAD ZkM
ADVERTENT1ËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONOES
WORDEN OPGEMERKT.
Het Rijke Natuurleven
GALAPPELTJES.
Wat zullen de me'nschen vroeger
toch Vreemd hebben gekeken naar de
verschillende op-, uit- en aanwassen,
die we in het algemeen samenvatten
onder den naam gallen. Eeuwenlang
hebben ze deze dingen al opgemerkt
en zelfs Plinius heeft in zijn Natuur
lijke Historie reeds bij het begin on
zer jaartelling, hij kwam in 79 om, de
„galla" beschreven.
Aan ons wandelaars, die zich te
vreden stellen met een welnigjo ken
nis van wat er buiten voor ons Is te
zien, vallen lang niet alle vorme'n
van gallen op en door do moeite die
zij geven, als wij wat meer van hen
willen weten, zijn wij gauw geneigd
om er ons maar niet verder om te be
kommeren. Zoo worden er honderden
verwaarloosd en nogmaals honder
den in et eens gezien.
Enkele vormen zijn er, waaraan
we, figuurlijk gesproken, bijna den
neus stooten en daarvan weten we
dan wat meer.
Wie kent b.v. niet de knikkerachtl-
ge verdikkingen aan de bladstelen
der populieren? De eene vorm la ge
woon rond met een klein luchtpoor-
tje, de andere is schroefvormig ge
wonden en lijkt wel wat op een slak
kenhuis.
Zoo n bolvormig gezwel is een ver
zamelplaats van grijswolbg onge-
gedïerte. Kleine bladluizen van een
bijzonderen bouw vermenigvuldigen
zich daar en onttrekken de voedende
sappen aan hun eigen woning.
Dat ding, ontstaan door de prikkel
werking van het moederdi.er is opge
propt met haar kleine nazaten.
Dat krioelt en leeft daar maar
voort, veilig door do stevige omhul
ling ,die door hen zelf werd gevormd
en vol hoop op do toekomst, want al
sterven er vaak wat kolonisten, de
overigen zijn 'nog talrijk genoog.
Maakt ge do opening iets grooter,
dan, begint de groote uittocht.
Het is dan, alsof ©r een volksvoor
stelling is gegeven, zoo dringt en
krioelt alles naar bulten. In hot na
jaar komen dan ook gevleugelde ge
neraties voor den dag waarvan de
wijfjes overwinteren, om het volgend
Jaar nieuwe blaadjes aan te tasten.
Geheel anders van vorm, maa'r
met gelijksoortige bewoners, zijn de
tooeven genoemde slakkenhuisjes.
Een aangetaste bladsteel k'rijgt
aan twee kanten hooge uitwassen, de
ze groeien naar elkaar toe en begin
nen dan nog een weinig ineen te
draaien. De scheidingslijn blijft al
tijd geopend. Het is de bochtige toe
gang tot de sappige voorraadschuren
het .s de opening waardoor de kleine
wollige dieven hun roofhol van lucht
voorzien, het is de deur waardoor zij
in het najaar hun leeggezogen wo
ning zullen verlaten.
Behalve dzee bij duizenden voor
komende bladluïsgallen zijn er nog
een menigte die ieder kent.
Wilgen, die onafsche.delijke vrien
den van het lage waterland zijn In
de buurt van Haarlem genoeg te vin
den.
De Rampelaan en de Zandvoorte'r-
weg, de Van Merlelaan, kortom, bij
na iedere waterkant heeft zijn wil-
genschaa'r langs zijn boorden en wiilt
ge niet ver wandelen, dan kunt go
ze zelfs vinden in den tuin bij het
begin van de Brouwersvaart.
Op die wilgen nu komt een zeer be
kende galvorining voor.
Ik bedoel nu met Je reeds vroeger
besclu-evon wilgenroosjes, die merk
waardige blad'ruzetjes, lil.o bijna den
geheeien wouter met hun krakende
blaadjes de hoornen opsieren. Deze
zijn al eens door ons bekeken en na
gegaan, maar de harde knopjes, vaak
roodachtig gekleurd, die op bijna
de meeste bladeren voorkomen. Zij
zijn het bekijken wel waard.
Zoo pas bewonderden we bij de po
pulieren de nederzettingen der kolo
nisten, nu zijn we aangeland bij een
kluizenaar, doe in eenzaamheid zijn
dagen slijt.
Meen niet, dat het ding zit te knie
zen in zijn vrij benauwde woning. 11 ij
vindt het er comme il faut en doet
zijn best, om zijn genoegen in eetlust
om te zetten.
Onze eenzauie bewoner is een larve,
zacht van huid, maar sterk van ka
ken, die al maar rondwandelt in zijn
klein hokje evenals de ijsberen in nr-
tis. Het groene huisje is om hem heen
gegroeid en voor hij het gaat verla
ten, moet hij het heel wat keertjes
rondwandelen. Rustig begint hij
^teeds op een punt zijn vernielenden
arbeid. Van daaruit gaat hij, kauwen
de vorder en is hii eindelijk rond, dan
is het weefsel op het aanvangspunt
weer aangegroeid en kan ons diertje
opnieuw beginnen.
Mooier -i merkwaardiger zijn de
haarvormicre gallen op de rozenblade
ren. In 't voorjaar legt een klein wesp
je een eitje in een rozenknop.
Dat is een werk. waar heel wat over
leg en geduld voor noodlg is.
In de eerste plaats moet een gat
worden geboord. Met een zaag en
priemwerktuigjes naast do legboor
worden de spitse eitjes gelegd. Komen
de blaadjes tot ontwikkeling, dan be
ginnen ook de gallen te "roeien. Dit
lijken hier kleine haarbosjes, waarin
een groot aantal larven leeft.
Vroeger verzamelde men deze z. g.
n. rozensnonsen om ln slapeloos©
nachten een geneesmiddel voor de
kwaal te hebben. Zoo gauw men op
de rozenspons ging liggen, sliep men
ln en droomde van welriekende bloe
men en zacht getinte rozenknoppen.
Uit deze sponsen, die het luilekker
land zijn voor een menigte larven, ko
men ook weer kleine galwespen voor
den dag.
Met de meest bekende gallen wilde
ik opzettelijk niet beginnen. Zijn er
misschien onder u, die de voorgaande
soorten niet alle kenden, do gewone
galappeltjes of galnoten zijn voor
werpjes, waarmee ieder in zijn jeugd
al heeft gegooid en geknikkerd, waar
mee het jonge geslacht zelfs voetbalt.
Eeuwenlang werden ieder jaar op
nieuw de eiken getooid met die spons
achtige, later houtig wordende balle
tjes. men zag ze ontstaan, pinkte ze
en kweekte er zelfs een galnestje uit,
maar verder bracht men het niet.
Eenvoudig genoeg", zeiden de na
tuuronderzoekers. t:Die wespen leggen
in 't vooriaar eieren op de eiken en
er ontstaan bolletjes. Deze dienen tot
woning voor de larven, er komen weer
poppen en wespen en het beginpunt
van den cirkelgang is bereikt."
Nu was het wel een leelijk geval,
dat er nooit anders dan wijfjes wor
den geboren, maar daar men dit bij
de insecten meer opmerkte, Bte-lde
men zich met de verklaring tevreden.
Nu weet men beter. Ongeveer vijf
tig jaar geleden ontdekte men op do
stammen der eiken, aan kleine knop
jes, die nog zouden uitgroeien, kleine
galbolletjes, die door den ontdekker
Tasschenberg verder werden onder
zocht en gekweekt.
Het bleek nu, dat daaruit in April
en Mei kleine galwespjes kwamen,
mannetjes en wijfjes en de eitjes van
deze laatste diertjes werden nu gede
poneerd o- de jonge eikeblaadjes. Nu
was bet raadsel opgelost. Om do lar
ven, die uit die eitjes kropen, groei
den weer de bekende galappeltjes, die
dus telkens afwisselden met de kleine
stamformatie.
Er is in de gallenstudle nog dui
zendmaal meer op t© lossen, dan er
al is ontdekt. Ieder onzer kan daar
aan voor niets meewerken met alleen
een weinig geduld en een scherp oog.
Hoe we dan de diertjes zelf wel eens
bezig kunnen zien, vertel lk u later.
H. PELSENS.
Rubriek voor Vrouwen
VOORZICHTIGHEID IN HET AAN
SCHAFFEN VAN NIEUWE TOI
LETTEN. KINDERKLEEDING.
Alhoewel men er in den rogel niet
aan denkt in de maand Augustus
nog nieuwe toiletten of blouses aan
te srihaffen, brengt deze buitenge
woon mooie, warme zomer menigeen
ln de noodzakelijkheid nog het een
of ander bij te koopen, te vernieuwen
of te ve'rmaken. Vele practische, voor
zlchtJlge vrouwen hebben zich in het
begin van den zome'r een modernen
zwart satijnen mantel aangeschaft
met de gedachte hieronder haar min
der moderne japo'nnen of blouses te
kumne'n afdragen, doch de verzen
gende hitte maakt het dragen van
zwart bijna onmogelijk.
Daarom profitee'ren vele dames van
do seizoen-uitverkoopen, die nu reeds
ln vollen gang zijn, en schaffen zich
nog een of ander licht toiletje aan to
gen veel verminderde prijzen of een
tailleur van lustre, tussor, linnen of
dunne zijde.
De gekleurde linnen toiletten ziet
men veel minder dan verleden jaar,
doch het tussoï en shantung ln de
naturel-kleur, écru, is zeer en vogue.
Met het aanschaffen van n.euwe
toiletten moet men toch uiterst voor
zichtig te werk gaan en niet denken,
dat men nu voor een volgenden zo-
mor spoedig gereed is, want niette
genstaande de slanke lijnen burger
recht verkregen, staat het toch niet
onomstootelijk vast, dat zij zich ook
in 1912 zullen weten te handhaven.
Reeds mompelen onze berichtgevers
van „Crinoline-mouwen" cn wijdere
rokken terwijl anderen gewag maken
van ee"n geheel nieuwe mode, waarbij
men de modellen zoowel aan het eer-
<sté als aan 't tweede keizrrijk ont
leent. Wat hiervan waar is, kunnen
we nog niet met zekerheid mededee-
lCn, doch voorzichtigheid ln het aan
schaffen van nieuwe toiletten is ze
ker aan te bevelen.
Ten opzichte van de mantels, zijn
de berichten meer positief en we kun
hen reeds met zekerhe d mededeelen,
dat die in het najaar weer langer ge
dragen zullen worden.
Eern nouveauté in de garneeringen
is het zwarte bandfluweel. In den
aanstaanden herfst zal men zoowel
de gekleede toiletten als de tailleurs
met smal of breed bandfluweel gar-
neeren.
Ik zag deze'r dagen een allerliefst
model van een Parijsch huls. Het wa9
vervaardigd van slappe zwarte taf
fetas. De nauwe rok, waarover een
ronde tunique was aangebracht, die
men aan de linkerzijde had openge
knipt en weggeslagen, was rondom
met ee'n 5 cM. breed bandfluweel af
gewerkt. De vrij gekomen zij baan
was in V-vorm met bandfluweel ge
garneerd over" de geheole lengte en
wel zóó, dat de V's van onderen der
tig cM. breed waren en van boven
ln uiterst kleine V's eindigden en
daar met een platten fluweelen strik
werden afgesloten.
De groote reverskraag van het
manteltje, dat even over de heupen
re.kta, was eveneens met een band-
fluweel omboord en van voren met
een afhangenden etr.k afgewerkt.
D.e afhangende strikken worden
veelvuldig toegepast; men draagt ze
zoowel op de buste als om do taille.
De ceintures met afhangende einden
worden naar verkiezing in het ach
termidden of op zij gedragen.
De kindermode verschilt weliswaar
ln velerlei opziciht van de onze, doch
dat noemt niet weg, dat men voor de
kleine meisjes evengoed japonnetjes
met ove'rrokkem brengt als voor haar
oudere zusters. Er zit iets komieks in,
•als men zoota mi'ntatuur-dametlje
ontmoet, doch weinig kinderen be
wegen zich gemakkelijk en gracieus
in die moderne kleeding. Ik zou
daarom de moeders in overweging
wille'n geven, die aardige G'rioksche
kleedjes slechts voor bijzondere gele
genheden te houden, doch de nieuwe
mode niet voor alledaagsche pakjes
in toepassing te brengen.
Lichte plooirokjes met frisscho
waschblouses, het klassieke marine-
pakje, of katoenen jurken met een
voudige ceintdres van dezelfde stof
komen mij het meeat geschikt voor.
Deze katoenen piooijurken worden
veelal aan den rokzoom met een
breed© biais van afstekend katoen
afgewerkt, hetgeen ook uit een prac-
tisch oogpunt aanbeveling verdient,
daar men die biais later kan benut-
ten om de jurken te verlengen.
Veel moeilijker dan de kinderklee-
ding is die der bakvischjes. Men kan
voor deze meisjes met haar onvol
komen figuurtjes geen vaste model
len aangeven. De goede smaak moet
hier besL.ssen» wat voor elk individu
het meest geschikt is. De aardige em-
pire-japonnetjes van gestreepte stof,
waarvan de lijfjes in kiimono-vorm
gesneden en met een fichu Marie-An
toinette gegarneerd zijn, kleeden de
meeste meisjes allerliefst. De gladde
kiimono-lijfjes kunnen slechts zij dra
gen die een mooi figuurtje hebben.
MARIE VAN AMSTF.L,
Een Zomernachtsdroom
Aa'ngezien zij eerst met den laatsten
avondtrein aangekomen was en het
nog wel een uurtje rijden was met
den wagen naar slot Olbersdorp, ver
wonderde het Eva vau Hildijk niets
bij de aankomst in het slot alleen
maar door haar nicht Herta van
Gerdringen, bij wie Eva eenigen tijd
logeeren zou, ontvangen te worden.
Baron Gerdr.ingen had haar van 't
station afgehaald en er haar reeds
op voorbereid, dat het te laat zou
worden om nog kennis te mak<fei met
de andere logeergasten, die het slot
herbergde.
Ten eerste gaat men op Olbers
dorp om 10 uu'r naar bed had de ba
ron gezegd, en bovendien had zijfc
vrouw Herta gemeend, dat Eva wel
moe van de reis kon zijn en 't liefst
dadelijk ter ruste zou verkiezen te
gaan. Daarom hebben we do aan
komst geheim gehouden om don vol
genden morgen sommige logeergas
ten eens goed te kunnen verrassen.
Dat met die sommige gasten slechts
een enkele bedoeld werd, begreep Eva
heel wel. De familie deed 'reed© sinds
maa'nden al haar best om jonkheer
Van der Esch, die Eva openlijk het
hof maakte, zooveel mogelijk ter
wille te zijn. En zij was daar alles
behalve gebelgd over, hoewel zij op
't oogenblik geheel vrij verkoos te
zijn en zich dit inderdaad ook voelde.
Do flinke ridderlijke jonker bev el
haar wel en soms dacht zij wel een
beetje van hem te houden. Maar soms
waren er oogenblikken, dat zij er ge
heel anders over dacht en hij lang
niet haar ideaal voorstelde, 't Was
geen dweepzuchtige minnaar, pe nze-
rijen in hooger sferen waren lipm
Vreemd. Voo'r kunst noch literatuur
Interesseerde de jonker zich, doch
een voortreffelijk paardrijder, ten
nisspeler en bovenal danser was hij.
De ontmoeting op het slot nu zou
niet toevallig zijn, 't moest een laat
ste proef wezen om de"tvare natuu'r
van Egon van de'r Esch te ontdek
ken.
Herta, haar nog knappe flinke 32-
Jarlge nicht, bracht haar spoedig
naar een logeerkamer, waar de twee
vrouwen zich nog ge'ru men tijd met
gebabbel vermaakten. Eva zou en
moest de namen van het zestal gas
ten weten en trof er tut haar spijt
mets dan oude bekenden onder aan.
Maar je man heeft mij toch verteld
i uut Gerard van Bruggen h.er is om
je portret te schilderen. Hij blijft zo-
i ker nog een heel poosje. W ant juist
zijn aauweaighe.d verheugt mij meer
dan van al de anderen
De jonge vrouw lachte.
Dat moest Jontt Van der E9ch
niet hooren. En ik wil hopen dat het
met Egon ernst is, want 't zou wat
wezen als er zich hier op Olbersdorp
een kunstenaarsroman met jou en
Van Bruggen moest afspelen.
Nu ja het moet ook geen roman
worden. Maar het <is voor 't eerst,
dat ik in de gelegenheid kom om een
kunstenaar goed te loeren kennen en
'k wil 't met verhelen, dat lijkt mij
.heel wat toe. Daar komt nog bij, dat
't hior Gerard von Bruggen geldt.
Hoe zoo, ken je hem dan 'reeds.
Neon, allee'n uit zijn werken.
Maar dat is naar mijn meening het
mooiste, wat de moderne schilder
kunst voortgebracht heeft. En 't is
niet moeilijk uit zijn geschriften een
beeld van zijn persoonlijkheid te fan-
tazeeren.
Enfin, je kunt je morgen over
tuigen of je fantazie goed was. Muar
nog eens de raad: Pas op je hartjel
Kunstenaars blijven altijd gevaarlij
ke me'nschen en 'k zou niet graag
willen, dat 't slot van de roman een
duel werd. Deoe van Bruggen nl. is
een Vesuvius vol hartstocht, zooals je
zeker wei in den eersten oogopslag
zien zult.
Eindelijk gaven zij elkaar den af
scheidskus en Eva zou nu eigenlijk
naar bed moeten gaan, maar zij was
heelemaal niet vermoeid en zij zette
zich voor T geopend venster, waar
door de koele zomernachtw.md de ka
mer binnen stroomde. Aan een met
sterren bezaaiden hemel stond de
volle maan, die met zijn blauwachtig
licht de toppen der hoornen van 't
park eigenaardig uit deed komen.
Eva kende leder plekje in dit oude
park en plotseling kwam hij Tiaar
het verlangen op naa'r een romanti-
schen nachtelijken wandeltocht op de
overbekende, door de maan beluchte
wegen. Zij had niets te vreezen en al
te ver behoefde zij zich ook niet van
het slot te verwijderen.
Gewend om aan iederen grilligen
inval te voldoen, waerp zij een shawl
over haar reiscostuum en sloop li'oo'r
een va'n binnen gesloten zijpoortje in
den tooverachtig mooien avond naar
buiten.
Geen ander geluid deed zich hoo
ren, dan iielt fluisterende ru^schon
vun de toppen der boomen en zoo nu
en dan gepiep van een droomend of
uit den 6laap gewekt vogeltje. Het
onderwerp barer gedachten was Ge
rard van Bruggen, de beroemde kun
stenaar, die sedert twee jaar uitver
koren was door de mooiste en ele
gantste vrouwen der hoofdsteden
voor t sebdderen van hun portret
en die trots alle afbrekende kritiek,
die zij over hem gelezen had» haar
hoogste bewondering wegdroeg.
Zij liet in haar gedachten de be
kendste portretschilders de revue
passeeren en Vroeg zich af op wien
hij toch wel lijken zou. Van Dijk, Ru
bens, Dürer al dezen moesten
ideaal mooie mannen geweest zijn.
Hoe zou dan Gerard van Bruggen an
ders kunnen zijn, als een ideaal
knappe manl
Geheel door haar gedachten in be
slag genomen, was Eva op het kleine
rondeel aangekomen, dat sedert zij
het slot Olbersdorp kende, steeds
haar 1 evelingsplekje geweest was.
Juist wilde zij op een steenen bank
gaan uitrusten toen zij plotseling
merkte, dat zij niet alleen was. Een
mannengestalte stond toen zij nader
de op.
Een breedgerande lichte vilten
hoed werd door een opvallende fijne
blanke hand afgenomen en voor haar
verbaasden bt.k. bemerkte zij een met
lang donker haar bedekt mooi ge
vormd hoofd, een hoofd als een uit
de lijst gesneden Rafael's zelfportret.
Gerard' van Bruggen! dacht zij
plotseling.
Onder duizenden zou ze hem lior-
kend hehben. Dat hij echter nog zoo
jeugdig uitzag en zoo'n slanke ge
stalte had» was aets dat zij niet ver
wachtte. Nu eerst begreep zij de
vrees en de waarschuwingen van
haar nicht. Wat beteekende het glad
geschoren, zonverbrande gelaat van
Jonker Van der Esch naast dit kun-
stenaarsprofiel. Wat zou hij in zijn
ruiterpakje afsteken bij deze in een
sierlijk fluweelen jasje gehulde slan
ke gestalte.
Ik bid u duizendmaal om ver
schooning, mejuffrouw, zeide hij on
der herhaalde buigingen. Ik geloofde
niet, dat nog iemand behalve mij het
verlangen kon voelen van dezen too-
vornacht te genieten. Ik geef toe, dat
het stoutmoedigheid was, maar
Zijn bescheidenheid maakte indruk
op Eva Dapper haar e gen verlegen
heid verbergende, kwam zij hem op
voorkomenden toon te hulp.
Zoo niet mijnheer) Het park is
voor alle gasten van 't slot disponi
bel En dat juist een kunstenaar
zich tot het park .n dezen prachtigen
nacht aangetrokken gevoelt, begrijp
ik heel goed'.
Hij zag haar met schitterende
oogen aan, en zijn meisjesachtig
mooio hand, bracht hij naar een
plaats, waar hoewel niet geheel
zeker vermoedelijk z.ch zijn hart
bevond. Ik dank u, lieve Juffrouwl
Dat u mij een kunstenaar noemt,
maakt mij trotsch. Ja meer dan dit,
het maakt mij gelukkig.
Wanneer men zooveel verachting
en geringschatting moet verdragen".
Dat een man van zijn beteekenis
zich zulk een paar afbrekende kritie
ken kon aantrekken, was voor Evn
eeu nieuwe verrassing. En 't klonk
van harte gemeend toen zij antwoord
de: O, om die paar hatelijkheden
moet u niets geven. Mijn vrienden
e'n ik zelf wij zijn steeds verrukt over
uw werk geweest. Weer boog hij als
een page voor zijn koningin. Ach
Ja de dames, zeide hij dweependL Zij
alleen zijn het, die mijn kunst recht
laten wedervaren. Mijn geheele leven
wijd ik dan ook aan haar verheerlij
king. O. Leve juffrouw, wanneer ik
mocht hopen, dat u mij veroorloven
wilde, mijn kunst ook in dienst uwer
schoonheid te gebruiken.
Eva voelde zich gevleid, maar als
welopgevoed meisje, werd zij zich
tegelijk van de noodzakelijkheid be
wust een einde te maken aan een
nachtolijk alleenzijn met een man,
dien zij voor 't eerst van haar loven
zag en hoorde spreken. Met een dan
kende buiging neide aij: U bewijst
mij meer eer, don ik verdien. En bo
vendien, bent u voor, zoover ik goed
op do hoogte ben, voorloopig nog met
de verheerlijking der kunst bezig en
wel in den vo'rm mijner nicht, mevr.
Herta van Gerdringen.
Zeer zeker, maar dat doet er
niets toe. Er blijft nog genoeg tijd
over voor u. O, u vermoedt niet, wat
ik van u maken zou eon Venus,
een Juno, een Nu was het ten
hoogste tijd voor den terugtocht»
Wij zullen morgen of bij pas
sende gelegenheid daar wel eens ver
der over spreken, v el Eva hem in de
rede. Ik wil u heden niet langer
in uw natuurgenot storen. Goeden
nacht, mijnheer Van Bruggen!
Zonder antwoord af te wachten,
liep zij snel in de richting van het
slot en w:erp zich in haar kamer ge
komen met verhitte wangen en klop
pend hart te bed. Deze nachtelijke
ontmoeting met den groote'n kunste
naar, was de meest romantische ge
beurtenis uit haar gansche leven
met open oogen droomend fantazeer-
de zij al meer e'n mee"r, met vreugde
en tegelijkertijd met angstige voor
gevoelens den komenden dag tege
moet ziende, d.e voor Egon Van der
Esch waarschijnlijk een niet
vroolijk wordeh zou.
Zoo lahg had Eva geslapen en zoo
taat had zij zdch de chocolade op 't
bed laten brengen, dat zij eerst met
de lunch met haar sj>eciaal voor de
zen dag keurig toilet gereed' was.
In de ontbijtkamer waren de overi
ge slot bewoners reeds verzameld, al
len oude bekenden, op een na, d e
Eva nog nooit eerder gezien had, een
zeer kleine en zeer dikke oude heer
met sterk grijzenden baard en eeti
verdacht rooduitzienden neus.
Wat een monster, dacht zij. In
het volgende oogenblik echter kon zij
slechts met de grootste moe. te een
kreet van hoogsten schrik ternauwer
nood onderdrukken, want haar niclit
had schalks lachend haar den onbe
kende voorgesteld als „onze hoogver
eerde meester Gerard van Bruggen,
dlo mij op hoogst sympathieke wijze
het offer gebracht heeft, zich eenige
weken van gade en kinderen te schei
den, om mijn portret te kunnen schil
deren.
De kleine dikke man maakte een
lichte onbeholpen buiging. Eva's
oogen zochten echter vergeefs 't voor
werp van haren liefelijken zomer
nachtsdroom. Hij was er Diet en
werd klaarblijkelijk niet verwacht
ook, want er was niet voor hem ge
dekt en men ging zonder hem aan
tafel.- Jonkheer van der Esch had
dien middag in zijn aangebeden Eva
een zeer onopmerkzame en verstroo-
de tafelgenoote cn toen rnen daarn-i
ging tennis spelen, maakte zij ziel
van 't medespelen af, onder voor
wemlsel van hoofdpijn. Herta geleid
de haar naar haar kamer, maar plot
seling op den gang gekomen schrok
Eva hevig. Want aan het einde van
den gang had zij den jongen man met
het Rafaël-gez cht zien staan, die
daar in eerbiedige houding op iets
scheen te wachten.
- Om Godswil, Herta, wie s die
heer, fluisterde zij.
Die daar, vroeg haar nicht zacht
jes. Een zekere Mulder, dien ik vooi
een paar dagen heb laten komen
omdat hij mij voor gezichtsmassage
aanbevolen is. Een beetje vreemd
mensch, niet kwaad en heel geschikt
in zijn vak.
Ik wil, toch maar liever gaan
tennis spelen, zeide Eva met afge
wend gelaat om T brandend rood
harer wangen niet te laten zien. De
jonker scheen zich gekrenkt te voe
len, dat ik niet mee deed. En aan mij
heeft hij het niet verdiend, dat lk
hem pijn doe.
Nu, alles schijnt goed 1e gaan,
dacht de barones, toen zij Eva snel
naar het tennisveld zag loopen. En
zij had zich niet vergist, want den-
zelfden avond had de jonker Van der
Each Eva het jawoord ontfutseld.
(N. Br.)
De grootere dief.
(Uit het Engelsch van
EDWIN N. HICKMAN.
Op het geluld schr.kte de man, die
hu'rkte naast de open deur der safe op
alsof een koude luchtstroom hem
o\«rvicl. Het pakje banknoten dat hij
telde viel uiteen op den vloer. Een
oogenblik lag hij daar geknield, stijf,
dan, zijn adem langzaam uitlatend,
wendde hij z.ch om en verzamelde
de verspreide biljetten. En opnieuw
trof zijn oor het geluid van een stap
op den vloer in het naastgelegen
vertrek.
Hij wendde het hoofd en keek in
het donker achter den zwakken bun-
dol licht van de omschermde electro
sche lamp aan de zoldering. De stap
kwam meer naderbij. Het hek knar
ste, een donkere vorm trad in het
duister, in den lichtkring slapte een
man, d e terugdeinsde met een zach-
ten kreet:
U, meneer Cannon! Ik dacht dal
het een dief was!
De knielende kassier staarde in de
oogen van den ander.
Wat doe je hier, Frost?
De boekhouder lachte en schuifelde
met de voeten.
Ik ben aan het dansen geweest
bij Rayman. Joe Fischer zei, dat hij
een puur belangrijke brieven hier go-
laten had, die weg moeten, t Lag op
mijn weg. en daarom ben ik even
binnen gekiopen om ze naar hel post
kantoor te brengen.
De kassier nam den jongen man
op. Zijn lichtgrijze oogen waren half
dicht geknepen en er kwam een
vreemde uitdrukking in toen hij den
boekhouder zag schrikken en staren
op den hoop bankbiljetten op den
grond.
Hebt u geld nageteld? zei Frost.