VORST £N VRIENDSCHAP
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
29e Jaargang. No. 3652
Verschijnt dagelijks, behahre op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN:
per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem f '-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1— elke regel meer f020. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd vs (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 J'I ri'Advert entfën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederlandl.ra (gy .--im 50 ^ts- v00r 3 Plaatsingen 4 contant.
OrïAustleerd Zondagsblad,'voor Haarlem" ri i aüpl Redactie en Administratie: Groote Bontstraat 53.
w de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
Europa on Marokko.
IN HET LAND DEIt BELGEN
HEERSCHT ZENUWACH
TIGE SPANNING,
veroorzaakt door de vrees voor een
Europeeschea oorlog.
Of de quaes ties werkelijk zoo pes
simistisch moeten worden ingezien,
valt gelukkig nog een beetje to betwij
felen
Toch kan het niet ontkend worden,
dat de toestand tueschen Duitschland
en Frankrijk naar liet critieke gaat
overhellen, zoodat er werkelijk
«enige kans op krijgsverwikkelin-
gen is.
Bij zoo'n oorlog moet België en
ook Nederland zich onzijdig hou
den. Dit onzijdig houden is gemakke
lijker gezegd dan gedaan, want deze
neutraliteit verplicht o. a. om te be
letten, dat een der oorlogvoerende
legers op het gebied van het onzijdige
land komt. Alle grenzen moeten
duo in zoo'n geval bewaakt worden.
Maar is dit wel goed mogelijk Men
kan de soldaten langs de grenslijn
zetten, hand aan hand en misschien
wordt dan precies de geheele grens
lijn bezet, maar.... of daarmede een
Duitech of Fransch leger van 100.000
man kan worden tegengehouden
Dat te denken is heel belachelijk.
Nu de Belgen in spanning zitten en
reeds enkele militaire voorzorgen ge
troffen zijn, blijkt hot aan de leger-
autoriteiten, dat de toestand der ver
dedigingsmiddel en de levende en
de dood© niet voldoende zijn.
Het gevolg is, dat de groote heeren
In veel angst en zorgenzitten en dat
de politieke bladen wat onderling
ruzie gaan maken, wie voor de te
kortkomingen aansprakelijk gesteld
kan worden.
En nu vragen we
HOE STAAT HET MET DE VERDE
DIGING DER NEDERLAND-
SCHE GRENZEN
We hebben in de laatste jaren van
vele kanten zeer ernstige dingen over
eten toestand onzer verweermiddelen,
ihet leger en de vloot hooren vertel
len. Ook is er nog niets van het
kustverdedigingsfonds terecht geko
men, dat volgens een deel der autori
teiten zoo beslist noodig was.
Eenige weken geleden waren onze
leger-autoriteiten ook al in zenuw
achtige spanning getuige de cou-
rantenberichtjes over de geweigerde
verloven van officieren, enz. Nu is
alles weer schijnbaar kalm.
Hebben onze overheden meer reden
om een vriendschappelijke regeling
der internationale geschillen te ver
wachten, dan de Belgische
Dit zou ons reden tot verheuging
■zijn, maar we betwijfelen wel. of de
ze veronderstelling juist is.
lu elk geval,
DE TOESTAND IN EUROPA BLIJFT
CRITIEK.
Gisteren zijn na 14 dagen onder
breking de onderhandelingen tus-
pcheu Duitschland en Frankrijk her
vat. De Duïtsche minister van Kolo
niën hield weer een samenspreking
'met den Fransclien gezant.
OI de heeren het nu spoedig eens
zuilen worden?
De Fransche .Matin" schrijft in
een beschouwing omtrent de hervat
ting van de onderhandelingen, dat
niemand, noch in Duitschland, noch
in Frankrijk, oorlog zou dulden, ook
in geval er geen overeenstemming tot
stand kwam.
De vrede is dus niet bedreigd,
maar indien er geen overeenstem
ming bereikt werd, zou de groote on
behaaglijkheid voortduren. Daarom
is een spoedige overeenstemming
zeer wenschelijk, zoo concludeert
bet blad.
Hoe komt het, dat de „Matin" nu
ineens zoo optimistisch gestemd is
Frankrijk, Duitschland, Engeland
en andere groote Europeesche mo
gendheden Rusland misschien ge
deeltelijk uitgezonderd zijn wel ge
reed tot den oorlog.
De Fransche vloot heeft dezer da
gen bij Toulon manoeuvres gehou
den.
namen aan deze oefeningen deel. Een
dor kijklustigen was President Fal-
lières. Na de vlootrevue nam de Pre
sident met de ministers deel aan een
feestmaaltijd. (Men zal zeggen zoo
lang de heeren nog fees t-maaltij-
den houden, is de oorlogskans nog
niet buitengewoon groot
President Fallières gaf in een toast
zijn ingenomenheid te kennen mot
het prachtige schouwspel, dat hij
had bijgewoond en voegde daaraan
toe, dat de Fransche marine steeds
getoond heeft op de hoogte van haar
taak te zijn.
De President dronk daarna op de
vloot en het leger, „die hun schitte
rende hoedanigheden stellen in
dienst van de natie, die wij sterk en
geëerbiedigd wenscheh te zien, op
dat zij haar rang in de wereld kan
blijven handhaven en haar rol kan
blijven vervullen."
Ook de ministers Delcassé en Du-
bost hielden vaderlandslievende rede
voeringen.
Ook Duitschland houdt nu juist
manoeuvres. Och, ,het is ea- de ge
wone tijd voor, zoodat we daarin nog
niets verdachts behoeven te zien.
Toch neemt Duitschland bovendoen
andere maatregelen. In den laatsten
tijd zijn geweldige hoeveelheden hooi
enz. in Zuid-Frankrijk opgekocht
Thans moet gebleken zijn, dat dit ge
schied is door.... Duitsche fourage-
handelaren. Waggonladingen zijn
naar Duitschland gegaan. De boeren
weigeren nu zaken te doen, vóór dat
zij weten, wie de lastgevers zijn der
opkoopers.
Ook de beursmannen zijn door de
Morokko-koorts beïnvloed, vooral die
te Parijs, waar in de laatste dagen
een zenuwachtige stemming heersch-
te.
Intussehen klinken er ook weer
stemmen, die op
'T BEHOUD VAN DEN VREDE
aandringen.
Zondag hielden o. a. de sociaal
democraten in Berlijn een betoogiug,
die door zeer velen werd bijgewoond.
Het juiste getal der bezoekers is heel
moeilijk te zeggen een blad schat
liet aantal oj> 20:000 en een ander op
250.000, maar de meeste zeggen een
getal ver over de 100.000.
Van 16 tribunes wérden de hoor
ders toegesproken.
De redenaars protesteerden tegen
de schandelijke ophitsing tot oorlog
door het „pantserplaten- en kanon
nen kapitaal" en zijn betaalde agen
ten, en verlangd werd, dat in zulke
ernstige quaesties, als thans aan de
orde zijn, ook de volksvertegenwoor-
ing worde gehoord,
erder bevatte de motie, die aan
genomen is, de bedreiging, dat de
vergaderden bij de eerstvolgende ver
kiezing voor den Rijksdag zullen af
rekenen met (1« thans heerschende
partijen on de achter deze staande
regeeringen, door met alle kracht de
verkiezing van de sociaal-democrati
sche candid aten te bevorderen.
De betooging is zonder eenige ver
storing dei- oixie afgeloopen. Alleen
vielen vele menschen men zegt van
niet minder dan 460 in het ge
drang door de warmte flauw.
IN DE PORTUGEESCHE KAMER
las de minister-president de ministe-
rieele verklaring voor. Daarin zei de
premier
„De regeering, aan welker hoofd ik
sta, zal, daar zij een regeering is van
ropublikeinsche aaneensluiting, nooit
een partij-fractie worden en anti-kle
rikaal blijven, zonder zich evenwel
vijandig te betoonen jegens eenige
opvatting.
noodzakelijkheid uit het
oog te verliezen van het evenwicht
der begrooting, zal zij de arbeidende
klassen niet teleurstellen, die nog al
tijd, en met grond, hopen, dat de re
volutie verbetering in hun toestand
zal brengen.
De regeering zal de nationale ver
dediging verzekeren, en geen wijzi
ging brengen in de buitenlandsche
politiek, die gebleken Is, in overeen
stemming te zijn met de opvatting
van Portugal's bondgenoot Engeland,
maar daarbij gehoor blijven geven
aan de aanwijzingen van het parle
ment en de openbare meening, en
zonder te kort te doen aan de grond
slagen van het program der repuhli-
keinsche partij."
Na deze verklaring klonken leven
dige toejuichingen.
schijnt cte ex-Sjah weer een goede
kans te hebben.
Hét Turksche ministerie van Bui-
tenlandsclie Zaken heeft een telegram
ontvangen van zijn gezant te Tehe
ran, waarin deze mededeelt, dat do
gewezen Sjah zegevierend op de
hoofdstad aanrukt.
Ongeveer het géheele noorden van
het land moet reeds in zijn macht
zijn.
De bladen te Teheran beweren, dat
te Odessa een overeenkomst is geslo
ten tussohen Rusland en den ex-Sjah,
waarin Rusland aan den ex-Sjah ze
delijken steun belooft, maar ver
klaart, met den materieeion steun te
zullen wachten, totdat de nationalis
tische regeering gecapituleerd heeft.
De oud-Sjah zal straf-expedities naar
verschillende deelen van het land
zenden, om de orde te herstellen, en
hij heeft zijn goedkeuring gehecht
aan het voornemen van Rusland om,
zoo noodig, Aserbeidjau te bezetten,
tot tijd en wijlo, dat de orde ln liet
land hersteld zal zijn.
De ex-Sjah schijnt dus weer te gaan
regeeren bij.... de gratie van Z. M.
den Tsaar aller Russen 1
Van onzen Reizenden
Redacteur.
BIJ KAARTLEGSTERS EN
PLANEETLEZERESSEN.
III.
Ons-laatste bezoek gold een beken
den helderziende, die te Schevenin-
gen woont. In het nette wachtkamer
tje van het deftige huisje treffen wij
reeds, hoewel het nog vroeg is, een
Indische dame met haar kinderjuf
frouw. En nauwelijks zijn wij geze
ten, of twee dames melden zich aan.,
het bezoek is hier druk. Als wij in de
voorkamer-toegelaten worden, smaak
vol gemeubeld met schilderijen van
meesters aan de wanden, bevinden
wij ons tegenover een ietwat boer-
schen heer, met bijzonder schrandere
oogen.
„Neemt u daar tegenover mij plaats.
Ik zal u maar dadelijk zeggen", al
dus de waarzegger, „dat het mij niet.
altoos gelukt helder te zien. Het gaat
er mee als met droomeh. Men kan
ook niet met zijn wil zijn droomen
beheerschen en zeggen: heden droomj
ik van dit en morgen van dat. Zoo- i
dra ik nu voel, dat het bij u niet
gaat, zeg ik het eerlijk. Legt u nu
uw rechterhand hier op tafel neer".
De helderziende legt mijn linker
hand' op mijn rechterhand en kijkt
strak. Zijn hoofd beeft op zijn hals
en daarna vraagt hij:
„Bent u niet uit een groote fami
lie!"
„Jat mijnheer".
„Juist... en u hebt al vroeg een
anderen weg ingeslagen dan uw
broers en zusters en werd niet altoos
begrepen... U had een religieus ge
moed en hield veel van denken... U
denkt ook nu nog veel... bent ir niet
een schrijver? Werkt u niet aan een
groot werk, waarin elf personen
voorkomen? (Deze veronderstelling is
juist en ook 't aantal personen komt
precies uit) Ik zie ook een lange zee-
'reis".
„Ik heb meermalen een zeereis ge
maakt"-.
„Ik voel een grooto, lange reis op
zee.,, Heeft u die niet in 't verleden
gemaaktl"
„Dat is zoo. Ik ben eenmaal zes we
ken op een Vlaardingschen logger
mee geweest en heb van ervaringen
tijdens die reis een boek geschreven,
getiteld: „Ee'n droomer ter Haring
vaart".
Niet alles wat deze helde'rziende mij
vertelde kwam uit. Niet alles wensch
ik ook hier weer te geven. Doch mijn
indruk was over 't algemeen, dat
deze man beslist over psychische
krachten beschikt, die op zijn minst
ernstig de aandacht verdienen van
deskundigen op medisoh-psychisch
gebied.
•Toen de helderziende na eenigen
tijd mij zei, dat hij mij op dit oogen-
blik niets meer zeggen kon, antwoord
de ik:
„Mijnhee'r, ik ben een journalist,
die sedert eenige dagen verscheiden
kaartlegsters bezocht heb, teneinde
het publiek op de hoogte te brengen
van de waarde, die aan de voorspel
lingen dezer lieden te hechten is.
Tot-nu-toe vond ik slechts bewust of
onbewust bedrog. Bij u vind ik voor
"t eerst eenige meedeelihgen, die niet
zonder schijn van waarachtigheid
zijn".
„Mijnheer, u zult mij een grooten
dienst bewijzen, wanneer u 'niets in
de couranten wilt zetten omtrent mijn
persoon. Men heeft voor geïllustreer
de bladen al herhaaldelijk mijn por
tret gevraagd, doch ik heb gewei
gerd. Ik ben afkeerig van reclame
ik verlang die niet, heb die niet noo
dig. Ik oefen mijn bekwaamheden
ook niet uit om er geld mede te ver
dienen. Ik behoef er niet van te leven.
■Doet u mij dus een genoegen en
schrijf niets over mij in uw courant.
„Mijnheer, ik zal wèl over u in de
courant schrijven. Ik acht dat in 't
belang van de studie der psychische
wetenschappen. Want nu ik heb
moeten constateeren, dat zoovel en
voorgeven occulte krachten te bezit
ten, maar inderdaad pp 's menschen
goedgeloovigheid speculeeren om op
gemakkelijke wijze geld te verdienen,
zou het onrechtvaardig zijn, niet mel
ding te maken van een ontmoeting
met iemand, die werkelijk eenigs-
zins helde'rziende schijnt te zijn. Van
welken aard uw kracht is, zou eerst
een langdurig onderzoek van deskun
digen kunnen verklaren of tenminste
nader bepalen. Heeft u nog een
oogenblik tijd voor mij?"
„Mijnheer, ik heb nooit haast"
„Ut vroeg u dat, met het oog op de
velen, die in de wachtkamer op u
wachten". (De bel was tijdens mijn
bezoek eenige malen gegaa'n en tel
kens waren nieuwe belangstellenden
gekomen).
„Houdt mij een vraag ten goede. Ik
lees wel eens als gezelschapsspelle
tjes uit de hand. Dan echter zie ik
scherp naar 't gelaat van dengeen uit
wiens hand ik lees en dan is 't voor
ons sch'rij'vers, die van nature en
door oefe'ning en veel ervaring in
menschenomgang psychologen zijn,
niet zoo heel moeilijk, bijzonderhe
den te zeggen, die doorgaans uitko
men. Deze „waarzeggerij" is echter
volgens 'natuurlijken weg te verkla
ren, en ik zeg dan ook uitdrukkelijk,
dat het maar een grapje is, waaraan
niemand werkelijk waarde moet
hechten. Heeft u nu ook niet, toen u
uw hand op de mijne legde, mijn ge
laat bestudeerd?"
„Neen, mijnheer, ik kijk niet naar
het gelaat. Men kan bij nlij gerust
gemaskerd komen. Maar Ik kijk naai
de borst. En dan zie ik daar allerlei
kleuren. Wat mijn gave eige'nlijk is,
weet ik zelf niet
„Ik dank u. Hoeveel ben ik u
schuldig?"
,,U kunt dat juist doen zooals u
wilt. Ik oefen mijn kunst niet uit om
geld".
,,'k Legde een gulden op het eiken
houten buffet in de kamer.
„Dank u, mijnheer. En wanneer u
tijd heeft, komt u gerust terug".
Het speet mij, dat de gulden niet
geweigerd' werd. Het zou mij méér
dan' de waarachtigheid van de betui
gingen der ideale gevoelens van den
heer hebben doen gelooven.
Wij meenen. dat de opzettelijke be
driegsters en bedriegers aan de kaak
behooren te worden gesteld' en dat
het zaak van de politie is, om deze
lieden, die indirect zooveel onheil
stichten, scherp Te bewaken. Waar
echter wij voor werkelijke raadseien
■gesteld worden, zouden deskundigen
op psychisch gebied door ondervra
ging. onderzoek en eohtröle zeker
nuttig opheldering kunnen brengen.
Stadsnieuws
Kunst Adelt.
Voor den kunstavond aan het con
cours van Geb. Onth. Gem. Zangko
ren voorafgaand, op Zaterdag 9 Sept.
in Den Haag, is uitgenoodigd het
dubbel-gemengd kwartet „Kunst
Adelt", onder leiding van den heer
P. de Nobel, en een Tableaux-club,
onder leiding van mej. A. v. d. Have,
van hier.
Voor het concours van Geheel-ont
houders Gemengde Zangkoren, waar
aan wordt deelgenomen door het
zangkoor „Kunst Adelt', in Den Haag
treden als juryleden op de heeren:
Hugo Nolthcnius van Utrecht, Geor
ge Beijerle en Otto W. de Nobel van
Amsterdam. Plaatsvervangend jury
lid de beer Johan Soutendijk.
Gev. Voorwerpen:
Terug te bekomen bij:
A. Rekman, Fr. Halsstraat 47 rd.,
een dames handschoen.
P. Marseille, Garenkokerskade 1 c
zwart, een zweep.
J. Boesmans, Ged. Oude Gracht 44,
een bril in étui.
H. v. d. Veldt, Oranjeboomstraat 72
een klnderportemonnaie.
Fr. Lazones, Leidsche Plein 28, een
belletje.
S. v. Baaien, Leidschestraat 96.
een strooien hoed.
G. Moser, KI. Houtstraat 91, een
zilveren manchetknoop.
E. v. WicILnk, Harmenjansweg 10,
een armband.
J. Peters, Ursulastraat 20, een regu.
A. Lucas, Roosyeldstr. 50, een ro
zenkrans.
J. Zoet, Korte Zijlstraat 9 rood, een
pakje met inhoud.
M. F. de Larie, Korte Dijk 3, een
kinderschoentje.
H. Sepp, Lange Molenstraat 40, eeD
stuk gummi
K. Bruin, Gon. Cronjéstra&t 121, eeo
armbandje met slot.
C. de Regt, Korte Heerenstr. 17, eeu
geit.
W. Waning, Lange Lakenstr. 7 rd
een wapenstok.
J. Rietman, Brouwersvaart 102, een
rijwielsleuteL
M. de Lange, Zuid-Polderstraat 67,
een rozenkrans.
A. Vendt, Droste straat 29 rood, een
muilkorf.
L. Kuijken, Gr. Houtstraat 152, een
portemonnaie.
A. de Vries, Tulponstraat 22, een
zilveren medaillon.
J. J. Fransen, Adrianh Loosjesstr.
9, een dameetaschje.
F. Kortelijk, de Clercqstraat 155,
een zilveren broche.
NEDERLANDSCIIE WINKEL
WEEK.
Uit .Dordrecht vernemen wij, dat
daar nu ook den SOsten Augustus een
Nederlandsche winkelweek begonnen
is, die tot 6 Sept. duurt.
Aanvankelijk hadden zich op de
circulaire nog geen 50 deelnemers
aangemeld, maar na persoonlijk be
zoek is dat cijfer tot 177 gestegen,
ircÜiLLh i ON
14j
Ik verweet haar, - - vervolgde Z.
M. ontrouw tegenover mijzelf, en
dat zij samenspande met Groothertog
Frits, om mij van den troon te stoo-
ten, en dan nog in 't bijzonder van
geprobeerd te hebben, onze geheime
plannen af te luisteren iu den cylin
der van de Toovertafel. Als zij nu zoo
schuldig geweest was, als ik voorgaf
te denken, dun zou ik mij van deze
beschuldigingen onthouden hebben.
Dan zou de tijd voor woorden voorbij
en die voor daden begonnen zijn. Tot
nu toe is mijn vrouw zeer verrader
lijk geweest, maar dat spel heeft iets
gevaarlijk betooverends voor haar.
Zij hoeft aanleg voor het tooneel, is
rusteloos en ongewoon ijdel, en onge
lukkig is zij opgescheept met een
echtgenoot, die van nature bijzonder
ongeschikt is, om met een vrouw
6-ftH haar eigenaardig karakter tc
oen te hebben. Bij onze woorden
wisselingen ben ik onveranderlijk
Jtalm, in plaats van heftig, hetgeen
haar verbittert, Inplaats dat het in
druk op haar maakt. Zij respecteert,
vreest noch bemint mij, en de eenige
reden, die haar weerhoudt, om open
lijk tot den vijand over te loopen, is,
dat zij op den bodem van haar ellen
dig klein hart lafhartig is.
De Koning zweeg.
Druk ik mij goed uit voeg
de hij er bij.
U is de openhartigheid zelf, sire,
natwoordde ik naar waarheid, en
mij verbalende over deze buitenge
wone openhartigheid.
Ik weet, ging hij voort, dat het
iiF Engeland als onbehoorlijk wordt
beschouwd voor een man om zijn
vrouw openlijk te veroordeelen. hoe
schuldig zij ook mag zijn maar dit
Grimland van ons is een ruw half-
barbaarsch land en de kunst van te
rughoudendheid heb ik tot nu toe
niet aaugekweeki. Maar om op ons on
derwerp terug te komen, ik beschul
digde de Koningin van verraad, om
dat ik tegenspraak noodig hadik
wensclite, dai zij eenige verklaring
van haar wonderlijk gedrag zou ge
ven. Het resultaat was niet, wat ik
verlangde. Zij geraakte alleen maar
in een hevige driftbui en vloog de
kanier uit. en de laatste berichten zijn,
dat zij gevlucht is met Frdulein v. Hel
der naar het tehuis van de laatste te
Heldersburg. Nu is de vraag of ik
deze vlucht zal aangrijpen als de ge-
lege nheid tot een volkomen breuk of
mijn best doen om alles stil te houden.
en Hare Majesteit te bewegen terug te
koeren. Mijn instinct helt over tot het
laatste, want een volslagen breuk met
de Koningin zou een groote vermeer
dering van de pari" der ontrouwen
bet eekenen. De publieke opinie zou
vóór haar zijn, niet voor mij en het
waarschijnlijk resultaat zou het ver
haasten van een algomeenen opstand
van de ontevredenen wezen ten gun
ste van den populairen en bemirmelij-
ken Frits. Volgens mijn inzichten is
voorkomen beter dan genezen. Wij
zouden, geloof ik, bij een opstand wel
succes hebben, en een onweer zou on-
gotwijfeld de lucht zuiveren. Maar
hoe dit zij. als een man van veertig
jaar met een begin van zwaarlijvig
heid, heb ik een hekel, aan stormen.
Ik heb liever, dat de lucht langzamer
hand afkoelt, zonder heftige atmos
ferische stoornissen Dat is de reden,
waarom ik je vraag de Koningin uit
Heldersburo- terug te halen. Op het
oogenblik is nog geen onherroepelijke
stap gedaan. De von Helders zijn neu
traal, zij maken zich warm noch koud.
Het bijzonder lid van die edele familie,
die de eer heeft de gezelschapsdame
van mijn vrouw te zijn. heeft het ge
laat en de ziel van eoli varken. Zij
vereert do Koningin, die haar het
leven zuur maakt, maar behalve van
deze misplaatste genegenheid, zijn
haar gedachten, stel ik niU voor. zel
den ver van het bekoorlijke onderwerp
van haar lichamelijk onderhoud. Van
de von Helders zal je daarom weinig
oppositie ondervinden. Van belang is,
dat mijn onstandvastige echtgenoot
liot niet heelemaal eens is rnet de
Schattcnbergs en ik moet u verzoeken
alle middelen, die tot uw dispositie
zijn aan te wenden om Hare Majes
teit te bewegen dadelijk naar Weiss-
heim terug te keeren.
Alle middelen, die tot mijn dis
positie zijn kon ik niet nalaten te her
halen, weike zijn dat. sire
Ik koos u voor deze delicate zen
ding. ging de Koning voort, mijn
vraag volkomen negeerende, omdat ik
niemand anders weet. die zoo geschikt
is haar tot een goed einde te brengen.
Als ik Mever met een bataljon van dc
lijfwacht er heen stuurde, zou zij
weerstaan, omdat het idee van onder
militair geleide teruggebracht te moe
ten worden, voldoening zou geven aan
haar hang voor tooneeleffecten. Dan
zou zij een martelares worden het
Brun varad zou omringd worden
door een joelende menigte, en het Ma-
rienkasteel door een juichende. Als ik
heenging om haar zelf te halen, dan
zou het resultaat nihil zijn, want ik
heb denzelfden invloed op Mare Ma
jesteit als een roode lap op een stier.
Jij laat haar onverschillig, misschien
luistert zil naar jou wel. Hoe dit zij
lk ben overtuigd, dat Jij van alle men
schen in Welssheim den meesten kans
hebt de Koningin weer terug te bren
gen.
Maar waarom dan toch...
De kwestie is, kwam nu Gene
raal Meyer tusschenbeiden. dat Zijne
Majesteit vindt, dat u een gelaat hebt,
dat geluk moet aanbrengen. Mannen
met vierkant gevormde kinnen zijn
bijzonder eeschikt om in het leven te
slagen, en zooals wij weten is succes
altijd hei gevolg van geluk. U heeft
een gelukkig gelaat.
Wanneer zal ik vertrokken
vroeg ik aan Zijne Majesteit.
Over een half uur als je zoo goed
wilt zijn. Aan de Siegerstbar zal er
een koninklijke slede on je wachten.
Ik ben je wel veel verschuldigd. En
dan nog iets. Ik denk niet, dat er
eenig gevaar bij het volbrengen van
deze zending zal zijn. maar mocht dat
wel het geval wezen, keer dan terug.
De terugkeer van de Koningin hier
heen is zeer wenschelijk, maar het is
niet waard, dat een eerlijk man er
zijn leven voor waagt
HOOFDSTUK VIL
Om drie uur stapte ik in de konink
lijke slede, die op mjj stond te wach
ten bij den ingang van den imposan-
ten Victorspoort, den grooten boog-
vormigen doorgang onder in den Wa
pentoren.
Het was een prachtige namiddag.
De zon scheen met nog grooter
kracht dan 's morgens, de hemel was,
zoo mogelijk, nog helderder Mauw ge
kleurd.
In den winter zijn er in Grimland
niet veel wegen begaanbaar, rnaar dc
lieldersburksche weg is dc hoofdweg
naar Oostenrijk, en als er weer
sneeuw gevallen is, laten zij een span
paarden grooto blokken hout achter
zich voorttrokken, waardoor de pas
gevallen kristallen in een stevig com
pacte massa veranderen.
Het was een bekoorlijke weg, den
heuvel af langs Riefinsdorf en dan
linksom langs villas en kleine hotels,
alle bedekt met sneeuw en niet een
franje van glinsterende ijskegelscn
dan lusschen dennenbosschen en half
verborgen rotsen door met hier en
daar glimpjes van bevroren waterval
len, en on den achtergrond duizeling
wekkende bergtoppen en de verblin
dend blauwe lucht.
De vogeltjes kwinkeleerden vroolijk
boven mijn hoofd en mijn hart was
minstens even vroolijk. Ongetwijfeld
was het doel van mijn tocht groolen-
deels oorzaak van mijn ongewone op
gewektheid van geest. Hot feit, dat de
Koning mij voor deze delicate zen
ding had uitgekozen, was in zekere
mate vleiend. Het romantische van
het geval en het niet onmogelijke van
gevaar maakte mij minstens even
geestdriftig als dc fijne atmospheer
of het onvergetelijk schoone na-
tuurtoöheeL
(Wordt vervolgd).