VORST £N VRIENDSCHAP NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 29e Jaargang. No. 3652 Verschijnt dagelijks, behahre op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 5 SEPTEMBER 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN: per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem f '-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1— elke regel meer f020. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd vs (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 J'I ri'Advert entfën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederlandl.ra (gy .--im 50 ^ts- v00r 3 Plaatsingen 4 contant. OrïAustleerd Zondagsblad,'voor Haarlem" ri i aüpl Redactie en Administratie: Groote Bontstraat 53. w de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht Europa on Marokko. IN HET LAND DEIt BELGEN HEERSCHT ZENUWACH TIGE SPANNING, veroorzaakt door de vrees voor een Europeeschea oorlog. Of de quaes ties werkelijk zoo pes simistisch moeten worden ingezien, valt gelukkig nog een beetje to betwij felen Toch kan het niet ontkend worden, dat de toestand tueschen Duitschland en Frankrijk naar liet critieke gaat overhellen, zoodat er werkelijk «enige kans op krijgsverwikkelin- gen is. Bij zoo'n oorlog moet België en ook Nederland zich onzijdig hou den. Dit onzijdig houden is gemakke lijker gezegd dan gedaan, want deze neutraliteit verplicht o. a. om te be letten, dat een der oorlogvoerende legers op het gebied van het onzijdige land komt. Alle grenzen moeten duo in zoo'n geval bewaakt worden. Maar is dit wel goed mogelijk Men kan de soldaten langs de grenslijn zetten, hand aan hand en misschien wordt dan precies de geheele grens lijn bezet, maar.... of daarmede een Duitech of Fransch leger van 100.000 man kan worden tegengehouden Dat te denken is heel belachelijk. Nu de Belgen in spanning zitten en reeds enkele militaire voorzorgen ge troffen zijn, blijkt hot aan de leger- autoriteiten, dat de toestand der ver dedigingsmiddel en de levende en de dood© niet voldoende zijn. Het gevolg is, dat de groote heeren In veel angst en zorgenzitten en dat de politieke bladen wat onderling ruzie gaan maken, wie voor de te kortkomingen aansprakelijk gesteld kan worden. En nu vragen we HOE STAAT HET MET DE VERDE DIGING DER NEDERLAND- SCHE GRENZEN We hebben in de laatste jaren van vele kanten zeer ernstige dingen over eten toestand onzer verweermiddelen, ihet leger en de vloot hooren vertel len. Ook is er nog niets van het kustverdedigingsfonds terecht geko men, dat volgens een deel der autori teiten zoo beslist noodig was. Eenige weken geleden waren onze leger-autoriteiten ook al in zenuw achtige spanning getuige de cou- rantenberichtjes over de geweigerde verloven van officieren, enz. Nu is alles weer schijnbaar kalm. Hebben onze overheden meer reden om een vriendschappelijke regeling der internationale geschillen te ver wachten, dan de Belgische Dit zou ons reden tot verheuging ■zijn, maar we betwijfelen wel. of de ze veronderstelling juist is. lu elk geval, DE TOESTAND IN EUROPA BLIJFT CRITIEK. Gisteren zijn na 14 dagen onder breking de onderhandelingen tus- pcheu Duitschland en Frankrijk her vat. De Duïtsche minister van Kolo niën hield weer een samenspreking 'met den Fransclien gezant. OI de heeren het nu spoedig eens zuilen worden? De Fransche .Matin" schrijft in een beschouwing omtrent de hervat ting van de onderhandelingen, dat niemand, noch in Duitschland, noch in Frankrijk, oorlog zou dulden, ook in geval er geen overeenstemming tot stand kwam. De vrede is dus niet bedreigd, maar indien er geen overeenstem ming bereikt werd, zou de groote on behaaglijkheid voortduren. Daarom is een spoedige overeenstemming zeer wenschelijk, zoo concludeert bet blad. Hoe komt het, dat de „Matin" nu ineens zoo optimistisch gestemd is Frankrijk, Duitschland, Engeland en andere groote Europeesche mo gendheden Rusland misschien ge deeltelijk uitgezonderd zijn wel ge reed tot den oorlog. De Fransche vloot heeft dezer da gen bij Toulon manoeuvres gehou den. namen aan deze oefeningen deel. Een dor kijklustigen was President Fal- lières. Na de vlootrevue nam de Pre sident met de ministers deel aan een feestmaaltijd. (Men zal zeggen zoo lang de heeren nog fees t-maaltij- den houden, is de oorlogskans nog niet buitengewoon groot President Fallières gaf in een toast zijn ingenomenheid te kennen mot het prachtige schouwspel, dat hij had bijgewoond en voegde daaraan toe, dat de Fransche marine steeds getoond heeft op de hoogte van haar taak te zijn. De President dronk daarna op de vloot en het leger, „die hun schitte rende hoedanigheden stellen in dienst van de natie, die wij sterk en geëerbiedigd wenscheh te zien, op dat zij haar rang in de wereld kan blijven handhaven en haar rol kan blijven vervullen." Ook de ministers Delcassé en Du- bost hielden vaderlandslievende rede voeringen. Ook Duitschland houdt nu juist manoeuvres. Och, ,het is ea- de ge wone tijd voor, zoodat we daarin nog niets verdachts behoeven te zien. Toch neemt Duitschland bovendoen andere maatregelen. In den laatsten tijd zijn geweldige hoeveelheden hooi enz. in Zuid-Frankrijk opgekocht Thans moet gebleken zijn, dat dit ge schied is door.... Duitsche fourage- handelaren. Waggonladingen zijn naar Duitschland gegaan. De boeren weigeren nu zaken te doen, vóór dat zij weten, wie de lastgevers zijn der opkoopers. Ook de beursmannen zijn door de Morokko-koorts beïnvloed, vooral die te Parijs, waar in de laatste dagen een zenuwachtige stemming heersch- te. Intussehen klinken er ook weer stemmen, die op 'T BEHOUD VAN DEN VREDE aandringen. Zondag hielden o. a. de sociaal democraten in Berlijn een betoogiug, die door zeer velen werd bijgewoond. Het juiste getal der bezoekers is heel moeilijk te zeggen een blad schat liet aantal oj> 20:000 en een ander op 250.000, maar de meeste zeggen een getal ver over de 100.000. Van 16 tribunes wérden de hoor ders toegesproken. De redenaars protesteerden tegen de schandelijke ophitsing tot oorlog door het „pantserplaten- en kanon nen kapitaal" en zijn betaalde agen ten, en verlangd werd, dat in zulke ernstige quaesties, als thans aan de orde zijn, ook de volksvertegenwoor- ing worde gehoord, erder bevatte de motie, die aan genomen is, de bedreiging, dat de vergaderden bij de eerstvolgende ver kiezing voor den Rijksdag zullen af rekenen met (1« thans heerschende partijen on de achter deze staande regeeringen, door met alle kracht de verkiezing van de sociaal-democrati sche candid aten te bevorderen. De betooging is zonder eenige ver storing dei- oixie afgeloopen. Alleen vielen vele menschen men zegt van niet minder dan 460 in het ge drang door de warmte flauw. IN DE PORTUGEESCHE KAMER las de minister-president de ministe- rieele verklaring voor. Daarin zei de premier „De regeering, aan welker hoofd ik sta, zal, daar zij een regeering is van ropublikeinsche aaneensluiting, nooit een partij-fractie worden en anti-kle rikaal blijven, zonder zich evenwel vijandig te betoonen jegens eenige opvatting. noodzakelijkheid uit het oog te verliezen van het evenwicht der begrooting, zal zij de arbeidende klassen niet teleurstellen, die nog al tijd, en met grond, hopen, dat de re volutie verbetering in hun toestand zal brengen. De regeering zal de nationale ver dediging verzekeren, en geen wijzi ging brengen in de buitenlandsche politiek, die gebleken Is, in overeen stemming te zijn met de opvatting van Portugal's bondgenoot Engeland, maar daarbij gehoor blijven geven aan de aanwijzingen van het parle ment en de openbare meening, en zonder te kort te doen aan de grond slagen van het program der repuhli- keinsche partij." Na deze verklaring klonken leven dige toejuichingen. schijnt cte ex-Sjah weer een goede kans te hebben. Hét Turksche ministerie van Bui- tenlandsclie Zaken heeft een telegram ontvangen van zijn gezant te Tehe ran, waarin deze mededeelt, dat do gewezen Sjah zegevierend op de hoofdstad aanrukt. Ongeveer het géheele noorden van het land moet reeds in zijn macht zijn. De bladen te Teheran beweren, dat te Odessa een overeenkomst is geslo ten tussohen Rusland en den ex-Sjah, waarin Rusland aan den ex-Sjah ze delijken steun belooft, maar ver klaart, met den materieeion steun te zullen wachten, totdat de nationalis tische regeering gecapituleerd heeft. De oud-Sjah zal straf-expedities naar verschillende deelen van het land zenden, om de orde te herstellen, en hij heeft zijn goedkeuring gehecht aan het voornemen van Rusland om, zoo noodig, Aserbeidjau te bezetten, tot tijd en wijlo, dat de orde ln liet land hersteld zal zijn. De ex-Sjah schijnt dus weer te gaan regeeren bij.... de gratie van Z. M. den Tsaar aller Russen 1 Van onzen Reizenden Redacteur. BIJ KAARTLEGSTERS EN PLANEETLEZERESSEN. III. Ons-laatste bezoek gold een beken den helderziende, die te Schevenin- gen woont. In het nette wachtkamer tje van het deftige huisje treffen wij reeds, hoewel het nog vroeg is, een Indische dame met haar kinderjuf frouw. En nauwelijks zijn wij geze ten, of twee dames melden zich aan., het bezoek is hier druk. Als wij in de voorkamer-toegelaten worden, smaak vol gemeubeld met schilderijen van meesters aan de wanden, bevinden wij ons tegenover een ietwat boer- schen heer, met bijzonder schrandere oogen. „Neemt u daar tegenover mij plaats. Ik zal u maar dadelijk zeggen", al dus de waarzegger, „dat het mij niet. altoos gelukt helder te zien. Het gaat er mee als met droomeh. Men kan ook niet met zijn wil zijn droomen beheerschen en zeggen: heden droomj ik van dit en morgen van dat. Zoo- i dra ik nu voel, dat het bij u niet gaat, zeg ik het eerlijk. Legt u nu uw rechterhand hier op tafel neer". De helderziende legt mijn linker hand' op mijn rechterhand en kijkt strak. Zijn hoofd beeft op zijn hals en daarna vraagt hij: „Bent u niet uit een groote fami lie!" „Jat mijnheer". „Juist... en u hebt al vroeg een anderen weg ingeslagen dan uw broers en zusters en werd niet altoos begrepen... U had een religieus ge moed en hield veel van denken... U denkt ook nu nog veel... bent ir niet een schrijver? Werkt u niet aan een groot werk, waarin elf personen voorkomen? (Deze veronderstelling is juist en ook 't aantal personen komt precies uit) Ik zie ook een lange zee- 'reis". „Ik heb meermalen een zeereis ge maakt"-. „Ik voel een grooto, lange reis op zee.,, Heeft u die niet in 't verleden gemaaktl" „Dat is zoo. Ik ben eenmaal zes we ken op een Vlaardingschen logger mee geweest en heb van ervaringen tijdens die reis een boek geschreven, getiteld: „Ee'n droomer ter Haring vaart". Niet alles wat deze helde'rziende mij vertelde kwam uit. Niet alles wensch ik ook hier weer te geven. Doch mijn indruk was over 't algemeen, dat deze man beslist over psychische krachten beschikt, die op zijn minst ernstig de aandacht verdienen van deskundigen op medisoh-psychisch gebied. •Toen de helderziende na eenigen tijd mij zei, dat hij mij op dit oogen- blik niets meer zeggen kon, antwoord de ik: „Mijnhee'r, ik ben een journalist, die sedert eenige dagen verscheiden kaartlegsters bezocht heb, teneinde het publiek op de hoogte te brengen van de waarde, die aan de voorspel lingen dezer lieden te hechten is. Tot-nu-toe vond ik slechts bewust of onbewust bedrog. Bij u vind ik voor "t eerst eenige meedeelihgen, die niet zonder schijn van waarachtigheid zijn". „Mijnheer, u zult mij een grooten dienst bewijzen, wanneer u 'niets in de couranten wilt zetten omtrent mijn persoon. Men heeft voor geïllustreer de bladen al herhaaldelijk mijn por tret gevraagd, doch ik heb gewei gerd. Ik ben afkeerig van reclame ik verlang die niet, heb die niet noo dig. Ik oefen mijn bekwaamheden ook niet uit om er geld mede te ver dienen. Ik behoef er niet van te leven. ■Doet u mij dus een genoegen en schrijf niets over mij in uw courant. „Mijnheer, ik zal wèl over u in de courant schrijven. Ik acht dat in 't belang van de studie der psychische wetenschappen. Want nu ik heb moeten constateeren, dat zoovel en voorgeven occulte krachten te bezit ten, maar inderdaad pp 's menschen goedgeloovigheid speculeeren om op gemakkelijke wijze geld te verdienen, zou het onrechtvaardig zijn, niet mel ding te maken van een ontmoeting met iemand, die werkelijk eenigs- zins helde'rziende schijnt te zijn. Van welken aard uw kracht is, zou eerst een langdurig onderzoek van deskun digen kunnen verklaren of tenminste nader bepalen. Heeft u nog een oogenblik tijd voor mij?" „Mijnheer, ik heb nooit haast" „Ut vroeg u dat, met het oog op de velen, die in de wachtkamer op u wachten". (De bel was tijdens mijn bezoek eenige malen gegaa'n en tel kens waren nieuwe belangstellenden gekomen). „Houdt mij een vraag ten goede. Ik lees wel eens als gezelschapsspelle tjes uit de hand. Dan echter zie ik scherp naar 't gelaat van dengeen uit wiens hand ik lees en dan is 't voor ons sch'rij'vers, die van nature en door oefe'ning en veel ervaring in menschenomgang psychologen zijn, niet zoo heel moeilijk, bijzonderhe den te zeggen, die doorgaans uitko men. Deze „waarzeggerij" is echter volgens 'natuurlijken weg te verkla ren, en ik zeg dan ook uitdrukkelijk, dat het maar een grapje is, waaraan niemand werkelijk waarde moet hechten. Heeft u nu ook niet, toen u uw hand op de mijne legde, mijn ge laat bestudeerd?" „Neen, mijnheer, ik kijk niet naar het gelaat. Men kan bij nlij gerust gemaskerd komen. Maar Ik kijk naai de borst. En dan zie ik daar allerlei kleuren. Wat mijn gave eige'nlijk is, weet ik zelf niet „Ik dank u. Hoeveel ben ik u schuldig?" ,,U kunt dat juist doen zooals u wilt. Ik oefen mijn kunst niet uit om geld". ,,'k Legde een gulden op het eiken houten buffet in de kamer. „Dank u, mijnheer. En wanneer u tijd heeft, komt u gerust terug". Het speet mij, dat de gulden niet geweigerd' werd. Het zou mij méér dan' de waarachtigheid van de betui gingen der ideale gevoelens van den heer hebben doen gelooven. Wij meenen. dat de opzettelijke be driegsters en bedriegers aan de kaak behooren te worden gesteld' en dat het zaak van de politie is, om deze lieden, die indirect zooveel onheil stichten, scherp Te bewaken. Waar echter wij voor werkelijke raadseien ■gesteld worden, zouden deskundigen op psychisch gebied door ondervra ging. onderzoek en eohtröle zeker nuttig opheldering kunnen brengen. Stadsnieuws Kunst Adelt. Voor den kunstavond aan het con cours van Geb. Onth. Gem. Zangko ren voorafgaand, op Zaterdag 9 Sept. in Den Haag, is uitgenoodigd het dubbel-gemengd kwartet „Kunst Adelt", onder leiding van den heer P. de Nobel, en een Tableaux-club, onder leiding van mej. A. v. d. Have, van hier. Voor het concours van Geheel-ont houders Gemengde Zangkoren, waar aan wordt deelgenomen door het zangkoor „Kunst Adelt', in Den Haag treden als juryleden op de heeren: Hugo Nolthcnius van Utrecht, Geor ge Beijerle en Otto W. de Nobel van Amsterdam. Plaatsvervangend jury lid de beer Johan Soutendijk. Gev. Voorwerpen: Terug te bekomen bij: A. Rekman, Fr. Halsstraat 47 rd., een dames handschoen. P. Marseille, Garenkokerskade 1 c zwart, een zweep. J. Boesmans, Ged. Oude Gracht 44, een bril in étui. H. v. d. Veldt, Oranjeboomstraat 72 een klnderportemonnaie. Fr. Lazones, Leidsche Plein 28, een belletje. S. v. Baaien, Leidschestraat 96. een strooien hoed. G. Moser, KI. Houtstraat 91, een zilveren manchetknoop. E. v. WicILnk, Harmenjansweg 10, een armband. J. Peters, Ursulastraat 20, een regu. A. Lucas, Roosyeldstr. 50, een ro zenkrans. J. Zoet, Korte Zijlstraat 9 rood, een pakje met inhoud. M. F. de Larie, Korte Dijk 3, een kinderschoentje. H. Sepp, Lange Molenstraat 40, eeD stuk gummi K. Bruin, Gon. Cronjéstra&t 121, eeo armbandje met slot. C. de Regt, Korte Heerenstr. 17, eeu geit. W. Waning, Lange Lakenstr. 7 rd een wapenstok. J. Rietman, Brouwersvaart 102, een rijwielsleuteL M. de Lange, Zuid-Polderstraat 67, een rozenkrans. A. Vendt, Droste straat 29 rood, een muilkorf. L. Kuijken, Gr. Houtstraat 152, een portemonnaie. A. de Vries, Tulponstraat 22, een zilveren medaillon. J. J. Fransen, Adrianh Loosjesstr. 9, een dameetaschje. F. Kortelijk, de Clercqstraat 155, een zilveren broche. NEDERLANDSCIIE WINKEL WEEK. Uit .Dordrecht vernemen wij, dat daar nu ook den SOsten Augustus een Nederlandsche winkelweek begonnen is, die tot 6 Sept. duurt. Aanvankelijk hadden zich op de circulaire nog geen 50 deelnemers aangemeld, maar na persoonlijk be zoek is dat cijfer tot 177 gestegen, ircÜiLLh i ON 14j Ik verweet haar, - - vervolgde Z. M. ontrouw tegenover mijzelf, en dat zij samenspande met Groothertog Frits, om mij van den troon te stoo- ten, en dan nog in 't bijzonder van geprobeerd te hebben, onze geheime plannen af te luisteren iu den cylin der van de Toovertafel. Als zij nu zoo schuldig geweest was, als ik voorgaf te denken, dun zou ik mij van deze beschuldigingen onthouden hebben. Dan zou de tijd voor woorden voorbij en die voor daden begonnen zijn. Tot nu toe is mijn vrouw zeer verrader lijk geweest, maar dat spel heeft iets gevaarlijk betooverends voor haar. Zij hoeft aanleg voor het tooneel, is rusteloos en ongewoon ijdel, en onge lukkig is zij opgescheept met een echtgenoot, die van nature bijzonder ongeschikt is, om met een vrouw 6-ftH haar eigenaardig karakter tc oen te hebben. Bij onze woorden wisselingen ben ik onveranderlijk Jtalm, in plaats van heftig, hetgeen haar verbittert, Inplaats dat het in druk op haar maakt. Zij respecteert, vreest noch bemint mij, en de eenige reden, die haar weerhoudt, om open lijk tot den vijand over te loopen, is, dat zij op den bodem van haar ellen dig klein hart lafhartig is. De Koning zweeg. Druk ik mij goed uit voeg de hij er bij. U is de openhartigheid zelf, sire, natwoordde ik naar waarheid, en mij verbalende over deze buitenge wone openhartigheid. Ik weet, ging hij voort, dat het iiF Engeland als onbehoorlijk wordt beschouwd voor een man om zijn vrouw openlijk te veroordeelen. hoe schuldig zij ook mag zijn maar dit Grimland van ons is een ruw half- barbaarsch land en de kunst van te rughoudendheid heb ik tot nu toe niet aaugekweeki. Maar om op ons on derwerp terug te komen, ik beschul digde de Koningin van verraad, om dat ik tegenspraak noodig hadik wensclite, dai zij eenige verklaring van haar wonderlijk gedrag zou ge ven. Het resultaat was niet, wat ik verlangde. Zij geraakte alleen maar in een hevige driftbui en vloog de kanier uit. en de laatste berichten zijn, dat zij gevlucht is met Frdulein v. Hel der naar het tehuis van de laatste te Heldersburg. Nu is de vraag of ik deze vlucht zal aangrijpen als de ge- lege nheid tot een volkomen breuk of mijn best doen om alles stil te houden. en Hare Majesteit te bewegen terug te koeren. Mijn instinct helt over tot het laatste, want een volslagen breuk met de Koningin zou een groote vermeer dering van de pari" der ontrouwen bet eekenen. De publieke opinie zou vóór haar zijn, niet voor mij en het waarschijnlijk resultaat zou het ver haasten van een algomeenen opstand van de ontevredenen wezen ten gun ste van den populairen en bemirmelij- ken Frits. Volgens mijn inzichten is voorkomen beter dan genezen. Wij zouden, geloof ik, bij een opstand wel succes hebben, en een onweer zou on- gotwijfeld de lucht zuiveren. Maar hoe dit zij. als een man van veertig jaar met een begin van zwaarlijvig heid, heb ik een hekel, aan stormen. Ik heb liever, dat de lucht langzamer hand afkoelt, zonder heftige atmos ferische stoornissen Dat is de reden, waarom ik je vraag de Koningin uit Heldersburo- terug te halen. Op het oogenblik is nog geen onherroepelijke stap gedaan. De von Helders zijn neu traal, zij maken zich warm noch koud. Het bijzonder lid van die edele familie, die de eer heeft de gezelschapsdame van mijn vrouw te zijn. heeft het ge laat en de ziel van eoli varken. Zij vereert do Koningin, die haar het leven zuur maakt, maar behalve van deze misplaatste genegenheid, zijn haar gedachten, stel ik niU voor. zel den ver van het bekoorlijke onderwerp van haar lichamelijk onderhoud. Van de von Helders zal je daarom weinig oppositie ondervinden. Van belang is, dat mijn onstandvastige echtgenoot liot niet heelemaal eens is rnet de Schattcnbergs en ik moet u verzoeken alle middelen, die tot uw dispositie zijn aan te wenden om Hare Majes teit te bewegen dadelijk naar Weiss- heim terug te keeren. Alle middelen, die tot mijn dis positie zijn kon ik niet nalaten te her halen, weike zijn dat. sire Ik koos u voor deze delicate zen ding. ging de Koning voort, mijn vraag volkomen negeerende, omdat ik niemand anders weet. die zoo geschikt is haar tot een goed einde te brengen. Als ik Mever met een bataljon van dc lijfwacht er heen stuurde, zou zij weerstaan, omdat het idee van onder militair geleide teruggebracht te moe ten worden, voldoening zou geven aan haar hang voor tooneeleffecten. Dan zou zij een martelares worden het Brun varad zou omringd worden door een joelende menigte, en het Ma- rienkasteel door een juichende. Als ik heenging om haar zelf te halen, dan zou het resultaat nihil zijn, want ik heb denzelfden invloed op Mare Ma jesteit als een roode lap op een stier. Jij laat haar onverschillig, misschien luistert zil naar jou wel. Hoe dit zij lk ben overtuigd, dat Jij van alle men schen in Welssheim den meesten kans hebt de Koningin weer terug te bren gen. Maar waarom dan toch... De kwestie is, kwam nu Gene raal Meyer tusschenbeiden. dat Zijne Majesteit vindt, dat u een gelaat hebt, dat geluk moet aanbrengen. Mannen met vierkant gevormde kinnen zijn bijzonder eeschikt om in het leven te slagen, en zooals wij weten is succes altijd hei gevolg van geluk. U heeft een gelukkig gelaat. Wanneer zal ik vertrokken vroeg ik aan Zijne Majesteit. Over een half uur als je zoo goed wilt zijn. Aan de Siegerstbar zal er een koninklijke slede on je wachten. Ik ben je wel veel verschuldigd. En dan nog iets. Ik denk niet, dat er eenig gevaar bij het volbrengen van deze zending zal zijn. maar mocht dat wel het geval wezen, keer dan terug. De terugkeer van de Koningin hier heen is zeer wenschelijk, maar het is niet waard, dat een eerlijk man er zijn leven voor waagt HOOFDSTUK VIL Om drie uur stapte ik in de konink lijke slede, die op mjj stond te wach ten bij den ingang van den imposan- ten Victorspoort, den grooten boog- vormigen doorgang onder in den Wa pentoren. Het was een prachtige namiddag. De zon scheen met nog grooter kracht dan 's morgens, de hemel was, zoo mogelijk, nog helderder Mauw ge kleurd. In den winter zijn er in Grimland niet veel wegen begaanbaar, rnaar dc lieldersburksche weg is dc hoofdweg naar Oostenrijk, en als er weer sneeuw gevallen is, laten zij een span paarden grooto blokken hout achter zich voorttrokken, waardoor de pas gevallen kristallen in een stevig com pacte massa veranderen. Het was een bekoorlijke weg, den heuvel af langs Riefinsdorf en dan linksom langs villas en kleine hotels, alle bedekt met sneeuw en niet een franje van glinsterende ijskegelscn dan lusschen dennenbosschen en half verborgen rotsen door met hier en daar glimpjes van bevroren waterval len, en on den achtergrond duizeling wekkende bergtoppen en de verblin dend blauwe lucht. De vogeltjes kwinkeleerden vroolijk boven mijn hoofd en mijn hart was minstens even vroolijk. Ongetwijfeld was het doel van mijn tocht groolen- deels oorzaak van mijn ongewone op gewektheid van geest. Hot feit, dat de Koning mij voor deze delicate zen ding had uitgekozen, was in zekere mate vleiend. Het romantische van het geval en het niet onmogelijke van gevaar maakte mij minstens even geestdriftig als dc fijne atmospheer of het onvergetelijk schoone na- tuurtoöheeL (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5