NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 23e Jaargang. No. S659 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feestdagen. WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1911 B HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N: per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 t£r};~Trwat;Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland 1-65 50 ^ts' voor plaatsingen a contant Afzonderlijke nummers 0.02^ VC, Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Geïllustreerd Zondagsblad, voor HaarlemU.J/J4 feVr tvV de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave de7vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 2. Telefoonnummer 122. i i i m i i -i. ilie i 11 i 1 re? J - - - - - -J - - Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit biad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TW L.L.UIL BLAD. OM ONS HEEN No. 1409 Zwltsarschs Herinneringen. iv. Vroeger heb ik al eens verteld van den Wenjrneralp, den gemoedelijken berg. waarop weliswaar niet al te ver van den beganen grond een soort van dorpje, het Kurort W e n- g e n gebouwd is, waar een van dae krachtige berglocomotiefjes een hee- len trein naar boven duwt en de con ducteur op het vóórbalcon maar te zorgen heeft, dat de baan niet ver sperd wordt door een van de Alpen koeien, die daar met bellen om den hals, zoo groot als een flinke hótel- klok, op de hellingen loopen te gra zen en waar de bruine geiten zwer- vea, die door een nieuweling zoo graag voor gemzen worden aange zien. De gewone toerist krijgt geen gems onder de oogen die schuilt in liet hooggebergte ver van de bewoon de wereld. We hebben dezen tocht op den Wengneralp opnieuw gemaakt, maar dezen koer wat verder. De treinen waren vol, als altijd, wat evenwel geen bezwaar oplevert, omdat ieder een meekomt.Is te Interlaken of te Lauterbrunnen een trein vol, dan wordt eenvoudig een nieuwe in el kaar gezet, een eenvoudige maatre gel, maar die alleen mogelijk is op een klein lijntje, zonder internatio naal verkeer. Natuurlijk bedoel ik daarmee zonder verkeer met het buitenland, want in ander opzicht was er internationaal verkeer te over. Daar zit in de open wagens, die den berg opgaan, de Italiaan met zijn donkere tint en zwarte haren, wiens taal lang niet zoo mooi klinkt, als wij dat uit de enkele woorden Italiaansch, die wij kennen, wel zou den afleiden de evenals wij wat plompe Duitscher, de norsche En- gelschinan met zijn stijve gezicht we hebben er ook twee dames aange troffen, die het Slavische type hadden en wier taal denke-n deed aan Roe menie of Rulgarije. In onze afdeeling zat een Amerikaan, denkelijk een zestiger, hulpvaardig man en gretig naar een praatje. Na zijn zaken aan kant te hebben gedaan, was hij op reis gegaan voor drie jaar al was er in zijn vaderland ook veel moois te zien, de Adirondacks, de Canyons, hij had er niet willen blijven, maar iets van de wereld wil len zien. En zoo was hij nu hier met ©eu Franschen Baedeker op zijn knieen, want hij had een jaar gele den nog wat Fransch geleerd. Hij ging nu naar China en Japan, en dacht in elk van die landen drie maanden te blijven. Wij vroegen hem natuurlijk, of hij in Nederland geweest was. Oh yes! En het had den indruk op hem ge maakt, dat iedereen daar gelukkig was Hij zei het zonder lachen, in grooten ernst. Er zijn meer vreemde lingen; die in ons vlakke land met zijn kleine afmetingen, de rustigheid van zijn dorpen en steden, het type zien van kalme levensvreugde. Blijk baar had hij geen tijd gehad om te ontdekken, dat innerlijke rust geen uitwendige zaak kan zijn, maar zelfs het uiterlijke had hij niet volledig waargenomen. De Haarlem pic tures had hij niet gezien en van Frans Hais had hij blijkbaar nooit gehoord. Maar den tocht op den Wengneralp zou hij tot het einde toe meemaken. Want zóoals ik reeds gezegd heb, men kan dien half of heel doen. Som mige reizigers blijven bij de ijsgrot, en gaan dan lunchen in het restau- mant, dat altijd maar weer in staat is, hoe druk het ook wezen mag, een maal van soep, twee of drie gangen en dessert op te dissclien. De anderen gaan door naar Eismeer. Dat is een van de merkwaardigste uitstapjes, die Zwitserland oplevert. Een in genieur, wiens verdienste door zijn borstbeeld is vereeuwigd, heeft het grootsche plan opgezet en uitgevoerd, om door den rotswand van den Eiger een tunnel-te boren tot aan de ijs velden toe. En nog is de altijd vervier strevende mensch niet tevreden. Nu worden plannen gemaakt voor den aanleg van een lijn, die het werk van dezen ingenieur beëindigende de nieuwsgierigen brengen zal naar den top van de Jungfrau. Wel worden langzamerhand deze reuzen van ijs en sneeuw geklonken in de boeien van ifuchtere spoorrails 1 Bij de ijsgrot staat de electrische tram klaar, om ons voor vrij wat geld, want deze borgspoortjes zijn duur, naar Eismeer te brengen. De conducteurs, met hun in ons oog kinderlijke baretten op bet hoofd, hebben weinig moeite om de passa giers in de wagens te bergen, want er is maai- één klasse. Hier in het hooggebergte schift men de 6tanden niet meer uit. Wat zij wel met groote nauwkeu righeid doen, is alle raampjes aan den rechterkant van buiten te sluiten en vast te zetten. De electrische ge leiding loopt langs den rechter rots wand één aanraking zou den reizi ger het leven kosten. Een poos gaat de tram langs hoog en laag over den bergrug in het opene don rolt ze een tunnel bin nen, om dien niet meer te verlaten. De tocht zal ruim een half uur duren, maar niemand heeft er hinder van de atmosfeer in dezen berggang wordt niet. zooals bij stoomlocomotieven, bedorven door vettigen rook en stin kenden zwaveldamp. Wel is voor berglanden de electrische trekkracht het ideaal. Bij een opening in den rotswand houden we een oogenblik stil. Niets te zien. Het geheele land schap is gehuld in een wolk van dik ken nevel. Toch gaan we hoopvol verdei-. Misschien komen we, hooger op, boven don nevel uit. En weer sleept ons het dappere treintje door den half duisteren tunnel verder om hoog. Spookachtig schuift, op een wisselplaats, een terugkeerende trein langs ons heen. Dan zijn we aan de plaats van' bestemming. Groote ope ningen in de rots bieden gelegenheid, om liet Alpenlandschap te zien in al zijn majestueus© rust. Het gerammel van messen en varken uit het restau rant. dat zelfs hier, in de duisternis van den berg gemaakt is, doet wat hinderlijk aan. Dan haasten we ons naar den anderen kant, de trappen af, naar het punt waar onder geleide vaD gidsen tochten over het sneeuw veld kunnen beginnen. Hoe zal ik daarvan een denkbeeld geven Steil u een toren voor, waar uit go naar beneden ziet in een groo te diepte. Langs dien toren is een trap gemaakt, een ware kippentrap, van twee planken naast elkaar, met houten dwarslatjes er op gespijkerd en zóó slordig onderhouden, dat door een gat do diepte zichtbaar wordt. Welnu, langs dezen zwakken houten weg moeten wie durven afda len naar het ijsveld. En dat is niet de eenige durf, die gevorderd wordt. In het ijsveld zelf zijn twee scheuren, één smalle on één broodo spleet, beide overbrugd, als ik dat weidache woord gebruiken mag, door een plank, er neergelegd als bij toeval, voor een aardigheid. Géén leuning. Toch zijn die ijsspleten diep, onmetelijk diep wie van de plank af moclit vallen komt, zelfs dood, niet meer aan het daglicht. Toch heeft menigeen den tocht ge waagd met een of twee van de gidsen, die zich aanbieden. In de verte zien we hen als poppefiguren met zonder linge hooge stappen, aan den gids met een touw verbonden, over het ijsveld gaan. Twee onzer besluiten het te wagen: voorafgegaan door den gids, die een bos touw over deu schouder draagt, dalen ze voorzichtig ihet kippentrapje af. Een poos later zien we hen over het ijsveld gaan, ook a n g e s e i 11, dat is onderling door touwen verbonden, ze gaan de planken over, ook al zoo vreemd hoog stappen ze over den ijsvloer, soms glijdend, terwijl de gids met de on verschilligheid van de gewoonte voor op gaat. Het is ons een verlichting, wanneer ze zijn teruggekeerd en hun zelf ook, want wat wij niet konden zien. heb ben zij ondervonden de metalen draad, die langs de zwakke trap nog tot houvast diende, eindigde op eens, ver van den grond, de kloven in het ijsveld waren zóó diep, dat er geen bodem te zien was, niets dan een ge heimzinnig blauwe, gapende afgrond en nu en dan was het pad zoo smal, dat zij in de voetstappen van den gids moesten gaan. Een uur later zijn we weer tot het volle daglicht teruggekeerd en doen ons te goed in het restaurant bij de ijsgrot, waar nu don toch inderdaad één gerecht is uitverkocht, of zooals dat op zijn Duitsch heet. Alle ge worden i s t_ Van wat er over is smullen we nog genoeglijk, daar de maag in deze ijle lucht vooral niet miinder luid roept, dan beneden Daarna zakken we weer, nu tegen gehouden dooi- het kranige locomo tiefje, den berg af, naar Lauterbrun nen en stappen, een paar uur later, te Interlaken weer uit aan het hou ten loodsje, waarmee deze drukke plaats zich nu al jaren voor station moet behelpen. Tout comme chez nousl J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Europa en Marokko, De Frausche ministerraad heeft gis- terpiiildag van 4 tot 7 uur vergaderd, om T ANTWOORD VAN FRANKRIJK AAN DUITSCHLAND op te stellen. Hoewel de ministers formeel geweigerd hebben inlichtin gen te geven, wordt toch door ver schillende bladen, ook zelfs door 't nieuwsbureau Reuter, een en ander over de samenkomst der Excellenties openbaar ^emaakt. Het door, Frank rijk te "even antwoord zal zoo beslis; mogelijk zijn, ten aanzien van alle principieel© quaesties, die door d jongste voorstellen van Duitschland op het tapijt zijn gebracht, speciaal wat betreft de noodzakelijkheid, om in Marokko economische gelijkheid voor de verschillende mogendheden te handhaven en aan Frankrijk dan po litieke vrijheid te verzekeren. Nader meldt men ons hedenmorgen, dat de Fransche minister raad besloot aan Duitsch land een overwegendepo sitie in Marokko te wei geren, maar datFrunkrijk bereid is, de grootst m o- g e 1 ij k e economische waar borgen te verzekeren. 't Gedeeltelijk afwijzende antwoord zal evenwel met DE GROOTST MOGELIJKE TEGEMOETKOMING geformuleerd worden. De minister van buitenland9che za ken De Selves zal zich heden naar Kambouiilet begeven, teneinde presi dent F'alliéres in kennis te stellen met de besluiten van den ministerraad en daarna zal hij den definitieven tekst vaststellen van het antwoord, dat voor het einde dezer week naar Berlijn zal worden gezonden. Dan is weer 't woord aan de Duit- schers Indertijd is er veel geschreven en gesproken OVER EEN INTERVIEW met een ongenoemd diplomaat te W oe nen, die bliikbaar heel Engelsch dacht en nog al eenige hatelijkheden aan 't adres der Duitschers ten beste gaf. Algemeen werd beweerd, dat dit in terview afkomstig was van den Engel- schen gezant te Weenen. De Duitsche pers gaf hem daarvoor zelfs een ge duchte afstraffing. Teen werd openbaar gemaakt, dat de Engelsche eezant onschuldig was aan 't interview. Toch hielden de Duit sche bladen bun beweringen vol. En eindelijk komt nu do aap uit de mouw er. komt de gezant niet een veront schuldiging .Een journalist had heir om een onderhoud gevraagd, maar toen hij -'•en tijd had, liet hij dooi een lid van zijn gezantschap eenige \erklaringen afleggen. Zoo kwam t interview in de wereld. De lasthebber van den gezant be weert evenwel, dat de journalist zijn verklaringen onjuist heeft overge bracht- Dat is moeilijk te controlee ren. In Duitschland maakt 't evenwel geen goeden Indruk, dat of it interview van 't Encelsche gezantschap te Wee nen afkomstig is, want dit feit kan toch niet langer tegengesproken wor den. De Kölnische Zeitung bevat een artikel, waarin DE SCHULD VOOR DEN GEHEELEN TOESTAND AAN ENGELAND WORDT GEWETEN. Het is klaarblijkelijk zoo schrijft dit blad Engeland's streven de bei de groote vastelandsmogendheden te gen elkander op te hitsen, onder het motto „REVANCHE VOOR BOSNIë", het leidmotief, dat sedert eenige jaren de Europeesche politiek beheerscht. Reeds in de darren van de annexatie crisis had Engeland zijn best gedaan een Europeeschen brand te doen ont staan. Onvermoeid waren zijn agen ten bezigaan den Bosporus, in Bel grado, in Sofia, Boecharest, Peters- burg en Parijs en in de eerzuchtige ziel van Sir Edward Grey heeft het een wonde plek achtergelaten, dat Frankrijk weigerde ALS STORMRAM TEGEN HET DRIEVOUDIG VERBOND te dienen, en dat Rusland in het laat ste oogenblik, door de vredelievend heid van den Tsaar, zijn hulp wei gerde. Voor Engeland moet het bijleggen van de Marokkaansche quaestie bij zonder smartelijk zijn, omdat daar door een der gevaarlijkste oorzaken van wrijving tusschen Frankrijk en Duitschland uit den weg zal worden geruimd. Het blad wijst op deze omstandig heid, om het Duitsche volk te doen zien, van hoe groot belang het is. kalm en rustig het einde der besprekingen af te wachten. Een finale rege ling van de Marokkaan- Onze Lachhoek ER IN GELOOPEN. Hij kwam diep m den nacht thuie uit de soos, trok beneden aan de trap zijn laarzen uit en sloop op zijn to nen de slaapkamer binnen. Toen hij merkte, dat zijn Vrouw wakker werd, zat hij in een oogwenk naast de wieg en begon verwoed te schommelen. Wat doe je toch? informeerde mevrouw. Wel, ik zit hier al 'n paar uui- en ik kan baby maar niet in slaap krijgen. En hij ligt hier bij mij in bed. DE IJSBEER. Zeg, Pimpel, heb je al gehoord, dat Van der Klem een ijsbeer gek're gen heeft? Nee, een ijsbeer, hoe komt-ie daaraan? Wel, heel eenvoudig, zijn vrouw heeft veertien dagen lang 's middags in de luncliroom ijs gesnoept en toen heeft dr' man de beer thuis gestuurd gekregen. DOORZIEN. Hij. 0, Emma, zonder Jou zou mijn leven heelemaal zonder inhoud zijnl Zij. Je portemonnaie bedoel je zeker. sc he quaestie met Frank rijk beteekent voorafzien- baren tijd de verzekering van don vrede; en hoe beter de regeling is, des te gemakkelijker zullen in de toekomst aanleidingen tot misverstand worden uit den weg geruimd. Als de nolitieke factoren uit de on derhandelingen zijn weggenomen zoo besluit het blad zullen de BESPREKINGEN ZONDER BITTERHEID worden gevoerd, en leiden tot een goe de regelinc En als dan Frankrijk in zijn Marokkaansche ondernemingen de noodige bevrediging vindt, dan zullen wij eindelijk alleen tegenover onze Engelsqbe vrienden staan. Dat zal een begeerenswaardig doel zijn, want alleen is Engeland, zooals de er varing leert» veel vredelievender ge zind en gemakkelijker te behandelen, zoodat dan de waarschijnlijkheid groot is, dat in de volgende jaren het Duitsche volk in een langen vrede, welvaart en rust vinden zal, waar door de harde beproevingen zullen worden beloond, die Üians aan zijn geduld en zijn vaderlandsliefde wor den gesteld. De Duitsche pers hecht veel waar de aan de volgende uitlating van een groot Duitsch koopman en onderne mer te Tandzjer. die al 20 Jaar lang in Maj-okko gevestigd is. Hij heeft legen een journalist gezegd ,,ln het belang van den Duitschen handel acht ik een snelle en grondige overeenstemming met Frankrijk over de hangende gescliilpunten van oeco Van Kunst sn Kunstenaars. xxiv. Voortzetting eener vroegere be schouwing de beeldende kunstenaar tegenover zijn afnemers. Nemen wij aan het kunstwerk ia er. Niet dadelijk vragen wij, of het kunnen voortbestaan van den ma ker er van afhangt van het kunnen te gelde maken van zijn kunst. De begeerte om het product in andere materie om te zetten IS er echter, en wel bij den behoeftige in even groote mate als bij den met aardsche goede ren ruim gezegende. Tot wien zal de kunstenaar zich thans wenden Ver mogende vrienden en verwanten vor men een spoedig afgegraasd weitje. Daarna begint de moeilijkheid pas. De menschen, die, buiten dezen, kunst koopen, zijn in twee rubrieken onder te brengen kun3tkoopers en kunstliefhebbers. De andere schepse len onzer samenleving mogen zich een enkel maal in hun leven, bij fees telijke gelegenheden, als jubilea of iels van dien aard, laten verleiden tot het besteden van eenige munt specie, tot den aankoop van een kunstwerk, tot hen. die zelfs in zoo'n uiterst geval zich van de tus- echenkomst van den handelaar ver zekeren, behoeft de artist met zijn eerste werk zich niet te wenden. Blij ven derhalve de kunstkooper en de kunstverzamelaar. Deze beide typen willen we thans nader beschouwen. De kunstkooper. Zuiver etymolo gisch zoudt ge kunnen définieeren, dat een kunstkooper iemand ls, die kunst koopt, terwijl toch s mans moeilijkste bezigheid in het v e rkoo- pen er van bestaat. Beschouwen wij dezen werkkring en de sociale be- teekenis er van nader, dan vinden wij tevens gelegenheid na te gaan, in hoeverre de artist X. (de onbekende met zijn eerste werk) bij hem aan liet goede kantoor komt. Het vak van den kunstkooper is een der moeilijkste, doch bij slagen een der van alle zijden meest loonen- de levensbezigbeden, die men zich kiezen kan. Laten wij ons een ideaal type van deze nuttige menschensoort voorstellen, dan vinden wij e§n com binatie van drie levens-inrichtingen die van den kunstenaar, die van den geleerde en last not least die van den koopman. Ge glimlacht om de overdrij ving Maar laat mij u inogen in her innering brengen, dat wij een ideaal type der soort zouden trachten op to bouwen. Ge behoeft niet bevreesd te zijn, ze in werkelijkheid te ontmoe ten. Van dezen ideaal-type nu is in de eerste plaats hot arbeidsveld onbe grensd. Al wat mooi is behoort tut zijn terrein. Niet slechts wal toeval lig als waarde-artikel in zwang is, waaraan de wisselende smaak pro portioneel onmogelijke waar den toekent, behoort zijn belangstel ling, al mag hij zeker allerminst daaraan zijn aandacht onttrek ken, doch het eenvoudigste juist vaak door zijn eenvoud schoone product van Japansche pottebakkers- kunst, moet van hem eenzelfde appre ciatie kunnen verwachten als een ets van Whistiereen Delflsche aarde werk-schotel he artistiek mooi 1 der ij van Eduard Kar sen. Hij moet man van smaak zijn In de eerste plaats, die ziet met de oogen van den kunstenaar; die de dingen aanvat met eenzelfde respect als waarmee ze doof dezeh geliantoerd wortien. Docli méér: hij moet ook weten: kunstgeschiedenis, hoe uit gebreid veld ook, dient hem althans geen onbekend terrein te wezen, de eenvoudige pannetjes en kommetjes van Japansch fabrikaat moeten hem méér nog zijn dan ding van schoon heid alleen, hij moet er de genesüs van kennen en de bestaansreden van kunnen verklaren; ethnographic cul tuurgeschiedenis, in alles moet hij zich weten in te werken, waar zijn voorraad of zijn ondernemingsgeest heenwijst. Niet alleen zijn Delftsche schotel bewonderen, als de schilder, om de prachtige diep blauwe kleur en het lekker-dikke van de glazuur, neen, ook de fabrieksmerken aan de achterzijde mogon hem geen abacada- bra wezen, noch de geheimen van verborgen gerestaureendheden hem verheeld. Weten alweer, steeds meer weten. Niet de ets van WhistleT be zien als wonder van ragfijne lijhtecli- niek alweer, tnaar ook weten in wel ke verschillende staten die ets ver scheen, welke beter en welke zwakker tis, en zoo steeds voort. En dan ten slotte het voornaamste. Van al deze zoo ulteenloopende din gen kenne hij de waarde, voor al de ze kostbare zaken vinde hij koopers evenzeer als de bron, waaruit hij ze, zoo noodig, kaii te voorschijn toove- ren. Nietwaar, van alle zijden dit ge stelde beeld te benaderen is een on mogelijkheid. Het normale menschenleven zou voor den kunsthandelaar minstens verdrievoudigd moeten worden. Doch is in die ruime opvatting van liet werk zelf, niet tevens het aantrekke lijke van de bezigheid geschetst? Ech ter, wanneer wij den onbekenden X. met zijn werk naar een kunstkooper zien stappen, dan weten wij dat hij zonder uitzondering het ideaal-type. waarmee ik u zooeven liet kennisma ken, niet thuis vindt; hem ontvangt of misschien zelfs ontvangt ïriet de handelaar in moderne schilderijen zooals wij dien uit alle groote steden of van dichtbij, of van zekeren af stand hebben leer en kennen. Daar zijn er bij, zeker, die ons ideaal-type althans wel eens getracht hebben te benaderen, bestudeerde menschen, die aan een fijnen smaak groot koop manstalent paren, de meesten echter zijn specialisten, die de flair hebben met d 1 e artikelen voordeelig te ma noeuvreeren, waaraan, zooals ik dat zooeven uitdrukte, de wisselende smaak proportioneel ik druk bij zondei- op dit woord proportioneel onmogelijke waarden toekent. Dit nu kan hem allerminst ten kwade geduid worden, waar de toestanden zooals die langzamerhand gegroefd zijn de noodzakelijkheid ook van dien toe stand meebrachten. Voor het bewijs hiervoor moeten wij echter bij de afnemers, ook van den kunsthandelaar, wezen, het pu bliek, afnemer ook van onzen vr.end X. Publiek geeft soms schatten voor een bepaald kunstwerk. Waarom? In do eerste plaats omdat bij hem ver warring bestaat aangaande de begrip pen kunstwaarde en markt waarde (is te betalen prijs.an- neer iets'duur betaald wordt, moet het wel mooi zijn. Dat is ééne redenee ring. In de tweede, omdat de erva ring geleerd heeft, dat het duur be taalde kunstwerk aan de schommelin gen eener koers onderhevig is, dat men tegelijk iets moois koopen en de kans hebben kun geld te verdienen of te verliezen. Of zooals men zegt men koopt kunst als speculatie-artikel. Nu spreekt hot vauzclf. dal èn de han delaar eu de kooper wel zorg dragen, dat het kunstwerk, door hen tot zoo kostbaar handelsartikel verheven (of zcoais anderen zullen beweren ver laagd, tot -het beste behoort, op dat c ogenblik te verkrijgen. Dat het in derdaad wel eens gelukt minderwaar dig (artistiek minderwaardig dan) werk op eenzelfde wijze naar voren te brengen is echter niet tegen te 6preken en de voorbeelden daarv zouden voor de hand liggen. Doch dit punt kunnen wij voor het oogenblik buiten beschduwing laten, waar toch ook als niet te miskennen gevolg te boeken staat een algemeen gunstiger betaling van werken van beeldende kunst. Hoe moet nu onze vriend X. daarvan zijn deel krijgen Is Inj iemand met mercantielen aanleg, dan kan hij zijn eigen afzetgebied vormen, zijn atelier >t werkplaats en winkel tevens be unen. Is hij in die richting erg ont- ikkeld, dan brengt liij het zelf zoo ver, dat zijn prijzen tot die van de hoogst oü-evoerde gaan behooren doch zulk een geval is zeldzaam. Publiek toch koopt ongaarne onbe kende namen, wacht tot een cachetje er op gedrukt staat, en alweer... hier valt niets te toornen Publiek heeft niet de noodige studie en voorberei ding achter den rug. om het kaf van het koren, de zemelen van het meel te scheiden en gaat op tints en wenken van wie h': competent en betrouwbaar acht, af. Wel is waar wordt Publiek steeds moeilijker te bevredigen, steeds wantrouweuder gestemd en ook wel dat is ten minste iets bevredigends steeds meer op de hoogte der za ken. die het te beoordeclen krijgt. Is onze X. nu niet zulk een mercan tiel geiue, dat hij zich zelf een export zaak schopt noch heeft hij succes bij de privé-menschen die kunst koopen of er den naam van hebben dan w endt Inj zich tot den handel En hier zuilen wij hem nu voor lie den lateu, tot wij zoo actunliteiteu die in onze kroniekjes behandeld moe ten worden, niet om den voorrang ko men vragen. in een volgend stukje zijn relaties met de:i handelaar in di verse mogelijkheden, nader bezien kunnen. j H. DE BOIS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5