NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
VÖRST EN VRIENDSCHAP
29e Jaargang. No. 3664
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
PER drie maanden: r-r^g ^an reg^'s 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor HaarlemHaarlem van 15 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der V3* Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 Aóvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 jT 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Gö'Husteerc? Zondagsblad, voor Haarlem* 037Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53.
i.de omstreken en franco per post 0 45 Intercommonaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. *^1^;Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TYV EEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1413
Zwltsersche Harinneringen.
vi.
De tocht over den Malojapas is een
liefelijke rit. met niets van het grim
mige, dat de Griniselpas oplevert.
Wel kwam op een oogenblik een man
naar ons toe snellen, die onzen koet
sier met heftig zwaaiende armen be
duidde om stil te staan, maar gevaar
was daar niet bij. Het was er integen-
tteel om te doen gevaar te voorkomen.
Honderd pas verder was in de rots een
mijn aangelegd, die ieder oogenblik
springen kon. Aan weerskanten werd
aan rijtuigen en voetgangers het
voortgaan daarom belet. En inder
daad, eenige seconden later hoorden
ve een doffen knal en zagen kleino
stukken steen rondvliegen, dat was
alles. Bij het gat in de rots rook het
leelijk naar kruit.
We keerden dus nu uit Italië naar
Zwitserland terug en moesten dus
weer tweemaal de douanen passeeren,
maar die uit Zwitserland waren weer
heel gemakkelijk. Ze namen met een
eenvoudige verzekering, dat er geen
contrabande in de koffers zat, genoe
gen, maar zochten des te scherper in
een wagen met groenten, die juist de
grens was overgekomen. Tot onderaan
toe werd het armelijke karretje door
gesnuffeld, want de smokkelhandel
over en weer bloeit welig in deze stre
ken. Dat vertelt de koetsier, die er
meteen bii zegt, dat er meer in Italië,
don in Zwitserland binnengesmokkeld
wordt en een eigenaardig gebaar met
de vingers maakt, om ons dit verschil
te verduidelijken.
Als een kolfbaan zoo mooi is de
bergweg, die aan het einde van den
rit naar het hoogtepunt van Maloja
voert. Geleidelijk stijgend slingert hij
zich om den berg heen en de paarden
trekken gestadig, den zwaren wagen
naar boven. Wij springen er uit en
gaan liever op den ljerg met zijn
prachtige vergezichten wandelen het
js hier geen kunst de paarden vóór
te blijven, vooral niet omdat haastige
voetgangers overal paadjes hebben ge
maakt. waarlangs we van den eenen
wegslinger naar den anderen kunnen
komen en zoo de tijdroovende hoeken
afsnijden. Lang voordat het rijtuig
op den pas is, staan we dus op het Bel
védère, een prachtig uitzichtpunt,
blijkbaar daar aangelegd door een
slimmen hötelier, want behoef ik
het nog te zeggen er staat natuur
lijk een flink hótel op den top. In
Zwitserland maakt menig logement
op 2000 meter hoogte beter zaken, dan
in Nederland op den beganen grond.
Dan begint de daling weer en het
duurt niet long, of wij komen op den
weg naar St. Moritz. Een prachtige
weg, die voortdurend langs het meer
gaat. Maar er is één bezwaar we
eten stof. Het is druk op den weg en
elk voertuig dat ons tegenkomt, werpt
een wolk van stof over ons heen, zoo-
FEUILLETON
Bewerkt naar het Eugelsch.
26*
Na mijn toilet voltooid te hebben,
ging ik naar mijn zitkamer, rnet het
doei, mijn sombere overpeinzingen
met behulp van heete koffie en brood
jes te verdrijven. In werkelijkheid
was er 'n nog wat meer verfijnd hulp
middel. dat mij zoover bracht.
Op mijn bord en met een licht
olauw lint saamgebonden lagen eeni
ge anjelieren. Een nauwkeuriger be
kijken van het lint deed mij eenige
rnet inkt geschreven hoofdletters ont
dekken, die zoo waren verborgen tus-
schen de "looien, dat ik ze haast niet
kon onderscheiden. Nu veel moeite
ontcijferde ik eindelijk het woord Sou
venir. Ik "lunlachte onwillekeurig
mijn tweede dag te Weissheim begon
goed. Onmiddellijk verlangde ik na
tuurlijk te weten te komen wie deze
aardige attentie hier had neergelegd,
en dat uit te vinden moest weinig
moeilijkheid opleveren, want mijn
kennissen te YVeissheinr waren niet
talrijk en van de mannelijke kon na
tuurlijk heelemaal geen sprake zijn.
als wij trouwens wederkeerig over
hem. Het is dan ook met dubbele ver
ontwaardiging, dat we zien, hoe een
victoria met een paard ons in dezelf
de richting passeert. Zal hij zich deze
minachting voor zijn vierspan laten
welgevallen Woedend roept hij zijn
collega iets toe, maar deze antwoordt
alleen met een vroolijken grijns. Toch
slikt hij voorloopig zijn woede in en
wij het rondvliegende zand. Het is
haast een onafgebroken reeks rijtui
gen, die naar St. Moritz draaft of
stapt, al naar de weg daalt of stijgt.
In een van de dalingen rijdt onze
koetsier den verwaten victoria-man
voorbij, die nu in onverstaanbaar
Zwitsersch zijn portie krijgt. Dan ko
men we met een kalm gangetje, ach
ter een volgeladen omnibus, St. Moritz
binnen.
Meer dan een dorp is het niet. Maar
welk een dorp. De weelde blijkt hier
uit alles, de groote hótels, de ruime
tennisbanen, de sierlijke scheepjes op
het blauwe meer. Het plaatsje is zo
mer- en winterverblijf. "Half November
begint do sneeuw te vallen, de witte
vlokken stallen zich op paden en
wegen en als het maar te rechter tijd
vriezen wil begint het wintervermaak,
schaatsenrijden en het sledevaren met
de bobsleigh op de cresta-run. Die
sledebaan is een smal. slingerend pad,
soms dwars door 't bosch, dan weer
over den straatweg, om aan den ande
ren kant in allerlei bochten te ver
dwijnen. Daarmee houden zich in den
winter de honderde gefortuneerden
uit alle oorden der wereld nezig, die
te rijk zijn om geregelde bezigheid te
willen doen en dus te arm, om iets
nuttigs totstand te brengen. De Neder
lander, dié hier zou willen schaatsen
rijden, staat vreemd te kijken hij
ziet er niet anders dan kunstrijden,
het maken van figuren, het walsen op
schaatsen en zoo meer. Zijn eenvou
dige rechtuit» streek wordt niet aan
gekeken.
Maar toen wij er kwamen, was het
natuurlijk zoover nog niet. Wel lagen
er velden van eeuwige sneeuw boven
op don top der bergen, maar beneden
ia 't dal lieerschte de zomer nog in al
zijn kracht.
De borstel deed opgeld, toen we in
het Grand Hótel aankwamen. Zóó
dik zaten de koffers onder het stof,
dat ze met een bezem moesten worden
bewerkt, vóórdat we ze op de kamers
kregen. Het huis was overigens een
type van het groote hótel in plaatsen
van vermaak. Het heeft een prachtig»
eetzaal, een oonversatiezaal daarnaast
in denzelfden stijl, leeskamer met bi
bliotheek, twee liften, die voortdu
rend, als gedresseerde honden, naast
elkaar op en neer dansen, vierhon
derd slaapkamers en een eigen post
kantoortje, waar elke gast een loket
je heeft met zijn kamernummer, dat
hij van buiten af zien kan. In de bree-
de corridors, waar zware loopers de
klank van den voetstap geheel wegne
men, ontmoet men sierlijk gekleed»
dames, maar ui£ de kamera zelf, van
achter de dubbele deuren, dringt geen
Nu ging ik al mijn vrouwelijke ken
nissen na eerst koos ik uit Fraulein
von Helder. Zij zou er nooit over den
ken mij bloemen te zenden. Als zij ver
liefd op mij was, dan zou zij mij veel
eerder met een lekkere taart gelukkig
hebben gemaakt Daarna kwam aan
de beurt maar een plotseling opge-
kcruen heldere gedachte brak de
loop mijner overpeinzineen af. Miss
Anchester had den vorigea avond
eenige anjelieren op haar boezem ge
dragen, en ofschoon ik op mannenma-
nier toen niet veel aandacht had ge
schonken aan die bekoorlijke versie
ring van haar eenvoudig, maar beval
lig toilet, kwam nu de herinnering
daaraan bii mij op, terwijl ik naar de
mooie bloemen keek, die mijn ontbijt
tafel versierden. Natuurlijk had de
gouvernante ze mij gezonden. Wie an
ders zou daar eenig doel mee gehad
hebben Miss Anchester en ik hadden
een klein misverstand uit den weg te
helpen en dit was de gracieuse ma
nier .waarop zij mij haar ongelijk
wilde bekennen. Souvenir, aan wat
Aan dat ongeval op de Kasteelbaan
natuurlijk waarop ik den vorigen
avond weinig tactvol gezinspeeld had,
en waaraan zij ongetwijfeld een aan
gename en romantische herinnering
had behouden. Souvenir aan de scher
pe opmerkingen, de verklaringen en
de verzoening van den vorigen dag.
Zij las mijn karakter als in een boek.
zou het waar zijn Zeker kon ik het
geluid naar buiten. Daar in die ver
trekken ligt, naar modernen geest,
geen gespijkerd kleed op den vloer,
maar hoogstens een bn karpet en voor
het bed een frisöh linnen kleedje, dat
gewasschen kan worden, maar waar
op dio er nonchalant overheen stapt,
duchtig kan heenglijden. Uit de
hoogte van de derde verdieping heb
ik een zoo prachtig kijkje op het blau
we meor en de daar om heen gebouw
de witte huizen, op de kleurigo scheep
jes die op 't water dobberen en de
bergen aan den overkant, dat ik al
soezende en turende, het etensuur
haast zou vergeten, waarvoor van
kleeren moet worden verwisseld. In
deze hótels is het reispakje aan tafel
niet meer toegelaten, de smoking
vi'ijwel algemeen, do zwarte jas in elk
geval noodig.
Veel moei- toilet maken de dames.
Vrouwen op leeftijd dragon lichtkleu
rige, laag uitgesneden japonnen, zoo
als een Nederlander dat in zijn eigen
land nooit ziet. Bij ons berusten de
vrouwen in den ouderdom, hier niet,
hier trachten ze met een tikje rouge
op de wangen en veel poeder op ge
zicht, hals en armen, met wat bella
donna om de pupillen en verf om de
wenkbrauwen grooter te doen schij
nen, de verloren jeugd te doen terug-
keeren, te vergeefs omdat immers de
jeugd natuur en dit gedoe kunst is.
Ze zijn dan ook nog wijs genoog om
wanneer de hóteldirectie een hal geeft,
het terrein aan de jongelui vrij te la
ten en zelf ergens in de zaal te pron
ken met een kostbaren diamant in
het haar of een zeldzamen parel in
een collier om den hals en zich er mee
te verheugen, wanneer de cavalier, die
straks haar dochter het hof gemaakt
heeft, bij het afscheid nemen haar, de
moeder, vluchtig maar hoffelijk de
hand kust, die zij hem toereikt.
We zijn in een tusschenperiode te
St. Moritz gekomen, de zomergasten
zijn naar 't schijnt meest vertrokken
en die voor den winter nog niet aan
gekomen. Wie er bleven, beoefenen
nog druk de zomerspelen tennis en
golf. Bij het veld voor het meer en
meer in zwang komende golfspel staat
een groot waarschuwingsborddo
kleine, harde ballen vliegen inderdaad
soms vei- weg en wie die tegen het
hoofd krijgt, kan leelijk te pas komen.
Even verderop waclit het voetbalveld
den wintertijd.
St. Moritz is een waar V erg n ü-
gung8ort, zooals de Duitschers
zoggen, oen protplaats voor lieden
met flinke beurzen. Geen wonder, het
is een ideaal plekje op dezen hoek van
den aardbodem, die toch al zoo buiten
gewoon met schoonheid bedeeld werd.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
De Marokko-moeliyktiedeQ.
't Loven*en bieden gaat nu gauw I
Gisteren heelt de Duitsche minister
onderhandelaar den Franschen gezant
ontvangen en hem al
hare als een boek lezen. Vrouwelijk
ia weerwil van haar groote lichaams
kracht, sentimenteel in weerwil van
haar kalm, bedaard, critisch uiter
lijk. Ik hield van dat type en besloot
dat wij. nu het misverstand veroor
zaakt door het vreemd verzoek van
mijn moeder, was opgehelderd, in 't
vervolg de beste vrienden zouden zijn.
Beneden ontmoette ik den Koning
en Herr Schneider, die samen rustig
een pijp zaten te rooken en te praten.
Ik stel je voor vanmorgen met mij
naar ons bekend worpspel op het ijs
te gaan. Saunders, zei do eerste, die
blijkbaar in het beste humeur was.
Een sterke kerel als jij met een zuiver
oog, moet zeker een moester in ons
spel kunnen zijn.
Is er krocht voor noodig vroog
ik. Ik had het wel eens zien spelen te
Wimbledon, een soort van verfijnd
kegelspel op liet ijs, waarbij „steenen"
van gepolijst graniet worden gewor
pen naar een houten pop, die in het
midden van een 6erie ringen met het
zelfde middelpunt staat.
Soms is er kracht voor noodig,
antwoordde de Koning. Als er een
beetje sneeuw valt of als het ijs week
is door de kracht van de zon. moet
men aardig wat kracht gebruiken om
den „steen" van een tegenstander uit
het „huls" te krijgen, ledereen begint
met minachting voor het spel te heb
ben en eindigt met onder de bekoring
er van te raken.
T DUITSCHE ANTWOORD OP DE
LAATSTE FRANSCHE
VOORSTELLEN
overhandigd. De heer en liadden een
langdurig onderhoud.
't Is jammer, dat we niet weten, wat
't Duitsche antwoord inhoudt. De on
derhandelaars hebben geheimhouding
toegezegd en vooral in Berlijn houdt
men zich daaraan.
Nu is 't antw oord weer aan Frank
rijk. 't Fransche blad de Matin
maakt eenige algemeene en officieuze
opmerkingen, 't Schrijft De Nord-
deutsche f't blad, dat als spreektrom
pet der Duitsche regeering gebruikt
wordt; constateert een cerbetering en
toenadering. Dit is te danken aan den
goeden wil en de verzoeningsgezind
heid van de Fransche regeering. De
Norddeutsche constateert tevens, dat
nog een geschil bestaat over vrij be
langrijke punten, die nog nauwgezette
onderhandeling eischen.
Bedoelt de Norddeutsche hiermee de
Congo-quaestio, dan kunnen wij direct
zeggen, dat het Frankrijk onmogelijk
is. haar aanbod te verhoogen bedoelt
de Norddeutsche Frankrijk's politieke
vrijheid in Marokko en de economi
sche eeli:kheid voor alle landen, dan
staat de Fransclie opvatting eveneens
vast.
Frankrijk wil alle mogelijke waar
borgen geven. Kiderlen-W achter zei
etnigen tiid geleden tot Carnbon La
ten wij eerst over de territoriale com
pensaties spreken, want wat Marokka
betreft, kunt gij zelf het accoord op
stellen. Wij zullen het zeker aanne
men. Welnu, wat, betreft de economi
sche gelijkheid voor alle landen zou
Frankrijk willen antwoorden
Laten Duitschlaud en andere landen
zelf de conditieB opstellen, die zij ver
langen tot waarborg van hun aller
HANDELSVRIJHEID IN
MAROKKO.
Frankrijk zal zo zeker aannemen,
maar geen epkel voorrecht voor do
Duitschers.
Dat iB onaannemelijk en onmogelijk.
Men zegt ons, dat de Duitsche regee
ring don roeden wil en verzoenings
geest van de Fransche gewaardeerd
heeft en van haar kant in denzelfden
geest wil toonen. Wij hopen, dat haar
antwoord blijk zal geven van een geest
voldoende ruim, om het aan beide re
geeringen mogelijk te maken zoo spoe
dig mogelijk aan te kondigen, dat wat
Marokko betreft liet accoord verzekerd
is. Doet Duitschland dit niet, dan zal
Frankrijk een derde voorstel naar
Berlijn moeten zenden, dat vrijwel
identiek aan het tweede zal zijn en
dit zou nieuwe onaangename vertra
ging brengen.
't Is dus de vraag wat stelt Duitsch
land nu voor De T e m p s heeft hoop,
dat 't antwoord uit Berlijn nog al be
vredigend ia. zoodat Frankrijk alleen
redactie-voorstellen in de ontwerp
overeenkomst zal behoeven aan te
brengen, die met de hoofdbeginselen
niet in strijd zijn.
Dat zou een belangrijke stap tot de
oplossing zijn.
T OPTIMISME EN 'T
PESSIMISME
duren nog voort. In merkwaardige te
genstelling omtrent den toestand m
Duitsche regeeringskringen, verzeke
ren telegrammen uit Londen, Parijs
en Madrid, dat men nog ver verwij
derd is van een definitief, beide partij
en bevredigend resultaat.
Opmerkelijk evenwel is, dat de aller
laatste berichten uit 't land onzer Oos
terburen ook weer wat zwaarmoediger
worden. Van den terugslag?
De afgevaardigde Bassermann. de
leider der Duitsche liberale partij heeft
Men komt dus om te spotten en
blijft om te speien. merkte ik op.
Komt u ook. Herr Schneider
Neen, dank u, antwoordde de de
tective. Ik heb dat spel vroeger al eens
zien spelen. Ik zou stellig beginnen
met te spotten, maar ik ben niet zoo
geestdriftig om het later te waardee-
ren. Miss Anchester heeft mij beloofd
mij een les te zullen geven op de to-
bogganbaan, en ik heb het vooruit
zicht van een heerlijken morgen.
Het veld, waarheen de Koning mij
bracht, was een tamelijk groot stuk
ondergeloopen land, dat in den zomer
dienst deed als lawn-tennisveld. Een
gezelschap bezoekers uit het Pariser
hof. Engelschen. Schotten en Ameri
kanen stonden in groepjes op het ijs
te wachten tot de kerkklok elf uur zóu
slaan, op welk uur er geloot zou wor
den bij welke groep de verschillende
spelers behooren zouden. Allen droe
gen sueeuwschoenen aan hun voeten,
e>i de meesten hadden bezems in de
hand. Toen de klok sloeg, was er een
algemeene beweging in de richting
van don secretaris. Kolonel Stuart, die
in zijn band een kleine lasch had,
waarin loten, waaruit de verschillen
de spelers er een konden kiezen.
De nummers gooien op den eer
sten kring, de blanco-briefjes op den
middelsten de roode op den derden,
riep de Kolonel op den toon van
iemand, die een bataljon comman
deert
te Osnabrück in een vergadering in
scherpe bewoordingen de houding van
het Duitsche ministerie van buiteu-
landsche 7aken veroordeeld hij ver
klaarde. dat "een vrede tot
eiken prijs onverdragelijk
is. wanneer de nationale
eer op het spel staat.
DE RECHTEN VAN SPANJE OP
MAROKKO
vragen ook weer de aandacht.
De Spaansche minister-president
heeft verklaard, dat er geen sprake
van is, om aan Frankrijk het protecto
raat over
GEHEEL MAROKKO
toe te staan, maar alleen over een
zóne, en daar zal aJleen Fraukrijks
invloed gelden.
De rechten van Spanje over de stre
ken, die onder zijn toezicht staan,
blijven gehandhaafd, zoo zei de Spaan
sche premier.
De Spaansche koning denkt er ook
zoo over.
De journalisten worden brutaal.
Interviews zijn aan de orde van den
dag Die lastige vraaggesprekken
Nu worden ook de keizers en konin
gen al lastig gevallen. Eerst Keizer
Wilhelm (maar die doet het niet
meer en nu ook is
DE KONING VAN SPANJE
GEÏNTERVIEWD
door een Russisch journalist
Ovei' de algemeene Europeesche
politiek sprekende, drukte de koning
zijn vreugde er over uit, dat vol
gens door hem ontvangen inlichtin
gen, de huidige moeilijkheden spoe
dig opgelost zuilen zijn.
Daarna kwamen
DE FRANSCH-SPAANSCHE BE
TREKKINGEN
ter sprake.
Het doet mij veel leed aldus
koning Alfons te zien, dat men ons
in Frankrijk niet schijnt te begrij
pen, dat onze bedoelingen er ver
keerd worden voorgesteld, en dat er
een wrevelige stemming tegen ons is
ontstaan, waarvoor geen grond is.
Toen hierop de journalist verzeker
de, dat de openbare meening in
Frankrijk zich overtuigd hield, dat
de Spaansche politiek toenadering
tot Duitschland zocht, viel de koning
hem met nadruk in de rede
„Dat is niet waar. Wij zijn met
Duitschland op goeden voet, maar
dit zijn we met alle mogendheden.
Duitschland heeft ons nimmer tot
agressieve handelingen aangezet. In
tegendeel, het spoorde ons steeds aan
tot het volgen van een kalme en vre
delievende politiek. One optreden in
Afrika is een gevolg van eigen initia
tief, hetwelk wij genomen hebben in
het bewustzijn van onze rechten en
plichten. Wij zijn, voor alle anderen,
niet alleen naai' Marokko, maar ook
naar andere streken van Afrika ge
togen. Wij hebben rechten veroverd,
welke door den loop der eeuwen zijn
bevestigd. Thans wil men ons beroo-
ven, ons uitdrijven. Zeker, dit is wel
eenigszins onze schuld. Gedurende al
te langen tijd iienben wij een onver
standige politiek gevolgd. Niettemin
zijn onze rechten onaantastbaar.
Geen Spanjaard, die zich hiervan
niet bewust is en wij eischen, dat
deze onze rechten erkend wonden.
Dat is de geheele quaestïe. De Fran
sche politiek ten deze heeft het Spaan
sche volk tegen Frankrijk in het. har
nas gejaagd. De Spaansche pers, die
aan deze stemming uiting geeft,
maakt daarvan gebruik, om aan te
dringen op samengaan met Duitsch-
land- De Fransclie pers handelt ver-
Ik trok een hlanco-criefje, waardoor
ik in dezelfde partij kwam als de Ko
ring, terwijl Kolonel Stuart ook be
hoorde tot het achttal, dat bestemd
was om op den middelsten kring te
gooien.
De Koning en de Kolonel werden tot
captains, ieder van vier spelers geko
zen, en ik werd door den eersten ais
eerste speler aangewezen. Dit nam ik
op als een groot compliment, tot ik
ontdekte, dat de slechtste speler altijd
uitgekozen werd. om het eerst te spe
len, terwijl de beste spelers zich reser
veerden voor de moeilijker situaties,
die zich later voordedon.
Welnu dan. Saunders, zei de Ko
ning, toen ik een tweetal groote grijze
steenen uit de bakken had genomen,
bind deze stukken rood band aan de
bandvatsels vast en maak je klaar, om
te beginnen.
Nummer één van het andere viertal
en ik namen onze plaats in aan één
kant van den kring, de twee „cap
tains" aan den anderen. De nummers
twee en drie van do verschillende
viertallen stelden zich aan den over
kant van de baan op. met bezems in
de hand, klaar om op een commando
het ijs voor den steen glad te vegen
als het scheen, dat de steen met niet
genoeg kracht was voortgeworpen.
Kom nu, nummer één. riep de Ko
ning. Begin nu alsjeblieft.
Ik knielde neer op de streep, greep
mijn steen stevig bij het handvat
keerd. dergelijke artikelen over te
nemen, en voorzien van heftige bij
schriften tegen ons. Wij zijn arm en
wij zijn zwak, dat is zoo. Maar wel
licht zouden wij Frankrijk toch nog
wel van eenig nut kunnen zijn.
Tot zoover de verklaring van Span-
je's konine. Er blijkt uit. dat er
NIEUWE MOEILIJKHEDEN IN
MAROKKO DREIGEN
en dat deze nu van den Spaanschen
kant komen. We zullen er ons nog
maar niet in gaan verdiepen, welken
omvang deze nieuwe quaesties gunnen
nemen. oorloopig hebben we aan de
oneenigheden tusschen Duitschland
en Frankrijk genoeg 1
Stolypin overleden.
Na een vleugje van kans op beter
schap is do Russische minister-presi
dent overleden. Gisteravond laat heeft
Stolypin den laatsten adem uitgebla
zen. De geneesheeren hadden do ge
vreesde operatie goed volbracht en de
kogels verwijderd, maar een ontste-
kingsproces van 't buikvlies en hart
zwakte werden den zieke noodlottig.
De dader van den moordaanslag
heeft zijn doel bereikt, de premier is
van t staatstooneel verdreven.
In Rusland is veel verbittering te
genover den moordenaar en zijn hel
pers.
Ook wordt er veroordeelend gespro
ken over de poliuotoestanden, want de
autoriteiten kunuen niet tegenspreken,
dat Bagrof een politiespion was. Weer
dus zou n dubbelhartig wezen. Nu eens
was do betrokkene meer revolution-
nair dan politiespion. Dat heeft hij al
thans getoond. Er gaan voor de
hoeveelste maai krachtige stem
men op, om de politiespionnen geheel
af te schaffen.
Het onderzoek naar de daad van
Bagrof neemt groote afmetingen aan.
Reeds zijn 150 .personen meest be
kenden van den moordenaar, ook zijn
broei- en zuster en verder verschillen
de advocaten gevangen genomen.
Zouden dit allemaal medeplichtigen
zijn
Eenige herinneringen uit 't leven
van Stolypin 21 Juli 1900 is hij aan
't hoofd der regeering gekomen. Te
voren zat hij in 't ministerie-Gurexny-
kin, belast met de portefeuille van
bimienlandsche zaken. Eenige maan
den na z'n premierschap etond Stoly
pin voor heete vuren. De Doeina werd
ontbonden en vele rumoerige volksver
tegenwoordigers moesten vervolgd
worden. Dat was een tijd van groote
spanning, waarin 't zich rustig wijden
aan stuatsmanszaken niet mogelijk
was.
't Laatste deed van 't jaar 1906 en
't begin van 1907 was voor Rusland
eer. donkere tijd. Volgens de criini-
neele statistieken werden in 't geheel
1782 terroristische misdaden uitge
voerd, waarbij 594 personen zijn ge
dood en 769 gewond.
Ook op 't leven van den premier
werd een aanslag gedaan. In zijn wo
ning had een verraderlijke ontploffing
plaats, waarbij eenige gasten van den
minister gedood en zijn dochter en
zijn zoon ernstig gewond werden.
5 Maart 1907 kwam de tweede Doe-
ma hijeen. die 't ook niet lang maakte.
Met de derde gaat 't nu wel beter.
't Bestuur van Stolypin is na
eenige maanden meerderen hervor
mingszin steeds in behoudende
richting. Hij bleek, deed althans, ais
een vereerder der bureaucratie. Ook
zijn politiek tegen de Finnen en Po
len was velen zeer onsympathiek In
de laatste maanden van z'n regeerder
schap toonde hij, door zijn houding in
't conflict tusschen Rijksraad en Doe-
vast, zwaaide hem niet kracht achter
over en wierp hem weg.
Do richting was uitstekend, hij ging
recht op het doel af, door het „huis",
zooals de serie concentrische cirkels
genoemd worden, en kwam eindelijk
tegen de sneeuw aan, die aan het eind
van de baan als een bank lag opge
hoopt.
Te veel ontbijt, was het korte,
maar schilderachtige antwoord van
den Koning.
Het was nu de beurt van mijn te
genstander de nummer één van het
andere viertal, om zijn steen te
gooien
Houd het oog op mijn bezem, riep
Kolonel Stuart hem toe. en houd er
den gang in.
Ik Keek niet aandacht. De mail ging
meer achteroverslaan, dan ik gedaan
had, maar hij wierp zijn steen veel
lichter, en terwijl hi) dat deed, boog
zijn elleboog binnenw aarts, waardoor
zijn projectiel van links naar rechts
draaide.
Veeg dan toch, schreeuw de de Ko
lonel. toen de steen ongeveer don hal
ven afstand had afgelegd. Veeg dun,
kerels. Toe dan toch. dan wordt tiet
een kranige worp.
(Wordt vervolgd).