NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. VÖRST EN VRIENDSCHAP 29e Jaargang. No. 3664 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 19 SEPTEMBER 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: PER drie maanden: r-r^g ^an reg^'s 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor HaarlemHaarlem van 15 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der V3* Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 Aóvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 jT 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Gö'Husteerc? Zondagsblad, voor Haarlem* 037Redactie eo Administratie: Groote Houtstraat 53. i.de omstreken en franco per post 0 45 Intercommonaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. *^1^;Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TYV EEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1413 Zwltsersche Harinneringen. vi. De tocht over den Malojapas is een liefelijke rit. met niets van het grim mige, dat de Griniselpas oplevert. Wel kwam op een oogenblik een man naar ons toe snellen, die onzen koet sier met heftig zwaaiende armen be duidde om stil te staan, maar gevaar was daar niet bij. Het was er integen- tteel om te doen gevaar te voorkomen. Honderd pas verder was in de rots een mijn aangelegd, die ieder oogenblik springen kon. Aan weerskanten werd aan rijtuigen en voetgangers het voortgaan daarom belet. En inder daad, eenige seconden later hoorden ve een doffen knal en zagen kleino stukken steen rondvliegen, dat was alles. Bij het gat in de rots rook het leelijk naar kruit. We keerden dus nu uit Italië naar Zwitserland terug en moesten dus weer tweemaal de douanen passeeren, maar die uit Zwitserland waren weer heel gemakkelijk. Ze namen met een eenvoudige verzekering, dat er geen contrabande in de koffers zat, genoe gen, maar zochten des te scherper in een wagen met groenten, die juist de grens was overgekomen. Tot onderaan toe werd het armelijke karretje door gesnuffeld, want de smokkelhandel over en weer bloeit welig in deze stre ken. Dat vertelt de koetsier, die er meteen bii zegt, dat er meer in Italië, don in Zwitserland binnengesmokkeld wordt en een eigenaardig gebaar met de vingers maakt, om ons dit verschil te verduidelijken. Als een kolfbaan zoo mooi is de bergweg, die aan het einde van den rit naar het hoogtepunt van Maloja voert. Geleidelijk stijgend slingert hij zich om den berg heen en de paarden trekken gestadig, den zwaren wagen naar boven. Wij springen er uit en gaan liever op den ljerg met zijn prachtige vergezichten wandelen het js hier geen kunst de paarden vóór te blijven, vooral niet omdat haastige voetgangers overal paadjes hebben ge maakt. waarlangs we van den eenen wegslinger naar den anderen kunnen komen en zoo de tijdroovende hoeken afsnijden. Lang voordat het rijtuig op den pas is, staan we dus op het Bel védère, een prachtig uitzichtpunt, blijkbaar daar aangelegd door een slimmen hötelier, want behoef ik het nog te zeggen er staat natuur lijk een flink hótel op den top. In Zwitserland maakt menig logement op 2000 meter hoogte beter zaken, dan in Nederland op den beganen grond. Dan begint de daling weer en het duurt niet long, of wij komen op den weg naar St. Moritz. Een prachtige weg, die voortdurend langs het meer gaat. Maar er is één bezwaar we eten stof. Het is druk op den weg en elk voertuig dat ons tegenkomt, werpt een wolk van stof over ons heen, zoo- FEUILLETON Bewerkt naar het Eugelsch. 26* Na mijn toilet voltooid te hebben, ging ik naar mijn zitkamer, rnet het doei, mijn sombere overpeinzingen met behulp van heete koffie en brood jes te verdrijven. In werkelijkheid was er 'n nog wat meer verfijnd hulp middel. dat mij zoover bracht. Op mijn bord en met een licht olauw lint saamgebonden lagen eeni ge anjelieren. Een nauwkeuriger be kijken van het lint deed mij eenige rnet inkt geschreven hoofdletters ont dekken, die zoo waren verborgen tus- schen de "looien, dat ik ze haast niet kon onderscheiden. Nu veel moeite ontcijferde ik eindelijk het woord Sou venir. Ik "lunlachte onwillekeurig mijn tweede dag te Weissheim begon goed. Onmiddellijk verlangde ik na tuurlijk te weten te komen wie deze aardige attentie hier had neergelegd, en dat uit te vinden moest weinig moeilijkheid opleveren, want mijn kennissen te YVeissheinr waren niet talrijk en van de mannelijke kon na tuurlijk heelemaal geen sprake zijn. als wij trouwens wederkeerig over hem. Het is dan ook met dubbele ver ontwaardiging, dat we zien, hoe een victoria met een paard ons in dezelf de richting passeert. Zal hij zich deze minachting voor zijn vierspan laten welgevallen Woedend roept hij zijn collega iets toe, maar deze antwoordt alleen met een vroolijken grijns. Toch slikt hij voorloopig zijn woede in en wij het rondvliegende zand. Het is haast een onafgebroken reeks rijtui gen, die naar St. Moritz draaft of stapt, al naar de weg daalt of stijgt. In een van de dalingen rijdt onze koetsier den verwaten victoria-man voorbij, die nu in onverstaanbaar Zwitsersch zijn portie krijgt. Dan ko men we met een kalm gangetje, ach ter een volgeladen omnibus, St. Moritz binnen. Meer dan een dorp is het niet. Maar welk een dorp. De weelde blijkt hier uit alles, de groote hótels, de ruime tennisbanen, de sierlijke scheepjes op het blauwe meer. Het plaatsje is zo mer- en winterverblijf. "Half November begint do sneeuw te vallen, de witte vlokken stallen zich op paden en wegen en als het maar te rechter tijd vriezen wil begint het wintervermaak, schaatsenrijden en het sledevaren met de bobsleigh op de cresta-run. Die sledebaan is een smal. slingerend pad, soms dwars door 't bosch, dan weer over den straatweg, om aan den ande ren kant in allerlei bochten te ver dwijnen. Daarmee houden zich in den winter de honderde gefortuneerden uit alle oorden der wereld nezig, die te rijk zijn om geregelde bezigheid te willen doen en dus te arm, om iets nuttigs totstand te brengen. De Neder lander, dié hier zou willen schaatsen rijden, staat vreemd te kijken hij ziet er niet anders dan kunstrijden, het maken van figuren, het walsen op schaatsen en zoo meer. Zijn eenvou dige rechtuit» streek wordt niet aan gekeken. Maar toen wij er kwamen, was het natuurlijk zoover nog niet. Wel lagen er velden van eeuwige sneeuw boven op don top der bergen, maar beneden ia 't dal lieerschte de zomer nog in al zijn kracht. De borstel deed opgeld, toen we in het Grand Hótel aankwamen. Zóó dik zaten de koffers onder het stof, dat ze met een bezem moesten worden bewerkt, vóórdat we ze op de kamers kregen. Het huis was overigens een type van het groote hótel in plaatsen van vermaak. Het heeft een prachtig» eetzaal, een oonversatiezaal daarnaast in denzelfden stijl, leeskamer met bi bliotheek, twee liften, die voortdu rend, als gedresseerde honden, naast elkaar op en neer dansen, vierhon derd slaapkamers en een eigen post kantoortje, waar elke gast een loket je heeft met zijn kamernummer, dat hij van buiten af zien kan. In de bree- de corridors, waar zware loopers de klank van den voetstap geheel wegne men, ontmoet men sierlijk gekleed» dames, maar ui£ de kamera zelf, van achter de dubbele deuren, dringt geen Nu ging ik al mijn vrouwelijke ken nissen na eerst koos ik uit Fraulein von Helder. Zij zou er nooit over den ken mij bloemen te zenden. Als zij ver liefd op mij was, dan zou zij mij veel eerder met een lekkere taart gelukkig hebben gemaakt Daarna kwam aan de beurt maar een plotseling opge- kcruen heldere gedachte brak de loop mijner overpeinzineen af. Miss Anchester had den vorigea avond eenige anjelieren op haar boezem ge dragen, en ofschoon ik op mannenma- nier toen niet veel aandacht had ge schonken aan die bekoorlijke versie ring van haar eenvoudig, maar beval lig toilet, kwam nu de herinnering daaraan bii mij op, terwijl ik naar de mooie bloemen keek, die mijn ontbijt tafel versierden. Natuurlijk had de gouvernante ze mij gezonden. Wie an ders zou daar eenig doel mee gehad hebben Miss Anchester en ik hadden een klein misverstand uit den weg te helpen en dit was de gracieuse ma nier .waarop zij mij haar ongelijk wilde bekennen. Souvenir, aan wat Aan dat ongeval op de Kasteelbaan natuurlijk waarop ik den vorigen avond weinig tactvol gezinspeeld had, en waaraan zij ongetwijfeld een aan gename en romantische herinnering had behouden. Souvenir aan de scher pe opmerkingen, de verklaringen en de verzoening van den vorigen dag. Zij las mijn karakter als in een boek. zou het waar zijn Zeker kon ik het geluid naar buiten. Daar in die ver trekken ligt, naar modernen geest, geen gespijkerd kleed op den vloer, maar hoogstens een bn karpet en voor het bed een frisöh linnen kleedje, dat gewasschen kan worden, maar waar op dio er nonchalant overheen stapt, duchtig kan heenglijden. Uit de hoogte van de derde verdieping heb ik een zoo prachtig kijkje op het blau we meor en de daar om heen gebouw de witte huizen, op de kleurigo scheep jes die op 't water dobberen en de bergen aan den overkant, dat ik al soezende en turende, het etensuur haast zou vergeten, waarvoor van kleeren moet worden verwisseld. In deze hótels is het reispakje aan tafel niet meer toegelaten, de smoking vi'ijwel algemeen, do zwarte jas in elk geval noodig. Veel moei- toilet maken de dames. Vrouwen op leeftijd dragon lichtkleu rige, laag uitgesneden japonnen, zoo als een Nederlander dat in zijn eigen land nooit ziet. Bij ons berusten de vrouwen in den ouderdom, hier niet, hier trachten ze met een tikje rouge op de wangen en veel poeder op ge zicht, hals en armen, met wat bella donna om de pupillen en verf om de wenkbrauwen grooter te doen schij nen, de verloren jeugd te doen terug- keeren, te vergeefs omdat immers de jeugd natuur en dit gedoe kunst is. Ze zijn dan ook nog wijs genoog om wanneer de hóteldirectie een hal geeft, het terrein aan de jongelui vrij te la ten en zelf ergens in de zaal te pron ken met een kostbaren diamant in het haar of een zeldzamen parel in een collier om den hals en zich er mee te verheugen, wanneer de cavalier, die straks haar dochter het hof gemaakt heeft, bij het afscheid nemen haar, de moeder, vluchtig maar hoffelijk de hand kust, die zij hem toereikt. We zijn in een tusschenperiode te St. Moritz gekomen, de zomergasten zijn naar 't schijnt meest vertrokken en die voor den winter nog niet aan gekomen. Wie er bleven, beoefenen nog druk de zomerspelen tennis en golf. Bij het veld voor het meer en meer in zwang komende golfspel staat een groot waarschuwingsborddo kleine, harde ballen vliegen inderdaad soms vei- weg en wie die tegen het hoofd krijgt, kan leelijk te pas komen. Even verderop waclit het voetbalveld den wintertijd. St. Moritz is een waar V erg n ü- gung8ort, zooals de Duitschers zoggen, oen protplaats voor lieden met flinke beurzen. Geen wonder, het is een ideaal plekje op dezen hoek van den aardbodem, die toch al zoo buiten gewoon met schoonheid bedeeld werd. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De Marokko-moeliyktiedeQ. 't Loven*en bieden gaat nu gauw I Gisteren heelt de Duitsche minister onderhandelaar den Franschen gezant ontvangen en hem al hare als een boek lezen. Vrouwelijk ia weerwil van haar groote lichaams kracht, sentimenteel in weerwil van haar kalm, bedaard, critisch uiter lijk. Ik hield van dat type en besloot dat wij. nu het misverstand veroor zaakt door het vreemd verzoek van mijn moeder, was opgehelderd, in 't vervolg de beste vrienden zouden zijn. Beneden ontmoette ik den Koning en Herr Schneider, die samen rustig een pijp zaten te rooken en te praten. Ik stel je voor vanmorgen met mij naar ons bekend worpspel op het ijs te gaan. Saunders, zei do eerste, die blijkbaar in het beste humeur was. Een sterke kerel als jij met een zuiver oog, moet zeker een moester in ons spel kunnen zijn. Is er krocht voor noodig vroog ik. Ik had het wel eens zien spelen te Wimbledon, een soort van verfijnd kegelspel op liet ijs, waarbij „steenen" van gepolijst graniet worden gewor pen naar een houten pop, die in het midden van een 6erie ringen met het zelfde middelpunt staat. Soms is er kracht voor noodig, antwoordde de Koning. Als er een beetje sneeuw valt of als het ijs week is door de kracht van de zon. moet men aardig wat kracht gebruiken om den „steen" van een tegenstander uit het „huls" te krijgen, ledereen begint met minachting voor het spel te heb ben en eindigt met onder de bekoring er van te raken. T DUITSCHE ANTWOORD OP DE LAATSTE FRANSCHE VOORSTELLEN overhandigd. De heer en liadden een langdurig onderhoud. 't Is jammer, dat we niet weten, wat 't Duitsche antwoord inhoudt. De on derhandelaars hebben geheimhouding toegezegd en vooral in Berlijn houdt men zich daaraan. Nu is 't antw oord weer aan Frank rijk. 't Fransche blad de Matin maakt eenige algemeene en officieuze opmerkingen, 't Schrijft De Nord- deutsche f't blad, dat als spreektrom pet der Duitsche regeering gebruikt wordt; constateert een cerbetering en toenadering. Dit is te danken aan den goeden wil en de verzoeningsgezind heid van de Fransche regeering. De Norddeutsche constateert tevens, dat nog een geschil bestaat over vrij be langrijke punten, die nog nauwgezette onderhandeling eischen. Bedoelt de Norddeutsche hiermee de Congo-quaestio, dan kunnen wij direct zeggen, dat het Frankrijk onmogelijk is. haar aanbod te verhoogen bedoelt de Norddeutsche Frankrijk's politieke vrijheid in Marokko en de economi sche eeli:kheid voor alle landen, dan staat de Fransclie opvatting eveneens vast. Frankrijk wil alle mogelijke waar borgen geven. Kiderlen-W achter zei etnigen tiid geleden tot Carnbon La ten wij eerst over de territoriale com pensaties spreken, want wat Marokka betreft, kunt gij zelf het accoord op stellen. Wij zullen het zeker aanne men. Welnu, wat, betreft de economi sche gelijkheid voor alle landen zou Frankrijk willen antwoorden Laten Duitschlaud en andere landen zelf de conditieB opstellen, die zij ver langen tot waarborg van hun aller HANDELSVRIJHEID IN MAROKKO. Frankrijk zal zo zeker aannemen, maar geen epkel voorrecht voor do Duitschers. Dat iB onaannemelijk en onmogelijk. Men zegt ons, dat de Duitsche regee ring don roeden wil en verzoenings geest van de Fransche gewaardeerd heeft en van haar kant in denzelfden geest wil toonen. Wij hopen, dat haar antwoord blijk zal geven van een geest voldoende ruim, om het aan beide re geeringen mogelijk te maken zoo spoe dig mogelijk aan te kondigen, dat wat Marokko betreft liet accoord verzekerd is. Doet Duitschland dit niet, dan zal Frankrijk een derde voorstel naar Berlijn moeten zenden, dat vrijwel identiek aan het tweede zal zijn en dit zou nieuwe onaangename vertra ging brengen. 't Is dus de vraag wat stelt Duitsch land nu voor De T e m p s heeft hoop, dat 't antwoord uit Berlijn nog al be vredigend ia. zoodat Frankrijk alleen redactie-voorstellen in de ontwerp overeenkomst zal behoeven aan te brengen, die met de hoofdbeginselen niet in strijd zijn. Dat zou een belangrijke stap tot de oplossing zijn. T OPTIMISME EN 'T PESSIMISME duren nog voort. In merkwaardige te genstelling omtrent den toestand m Duitsche regeeringskringen, verzeke ren telegrammen uit Londen, Parijs en Madrid, dat men nog ver verwij derd is van een definitief, beide partij en bevredigend resultaat. Opmerkelijk evenwel is, dat de aller laatste berichten uit 't land onzer Oos terburen ook weer wat zwaarmoediger worden. Van den terugslag? De afgevaardigde Bassermann. de leider der Duitsche liberale partij heeft Men komt dus om te spotten en blijft om te speien. merkte ik op. Komt u ook. Herr Schneider Neen, dank u, antwoordde de de tective. Ik heb dat spel vroeger al eens zien spelen. Ik zou stellig beginnen met te spotten, maar ik ben niet zoo geestdriftig om het later te waardee- ren. Miss Anchester heeft mij beloofd mij een les te zullen geven op de to- bogganbaan, en ik heb het vooruit zicht van een heerlijken morgen. Het veld, waarheen de Koning mij bracht, was een tamelijk groot stuk ondergeloopen land, dat in den zomer dienst deed als lawn-tennisveld. Een gezelschap bezoekers uit het Pariser hof. Engelschen. Schotten en Ameri kanen stonden in groepjes op het ijs te wachten tot de kerkklok elf uur zóu slaan, op welk uur er geloot zou wor den bij welke groep de verschillende spelers behooren zouden. Allen droe gen sueeuwschoenen aan hun voeten, e>i de meesten hadden bezems in de hand. Toen de klok sloeg, was er een algemeene beweging in de richting van don secretaris. Kolonel Stuart, die in zijn band een kleine lasch had, waarin loten, waaruit de verschillen de spelers er een konden kiezen. De nummers gooien op den eer sten kring, de blanco-briefjes op den middelsten de roode op den derden, riep de Kolonel op den toon van iemand, die een bataljon comman deert te Osnabrück in een vergadering in scherpe bewoordingen de houding van het Duitsche ministerie van buiteu- landsche 7aken veroordeeld hij ver klaarde. dat "een vrede tot eiken prijs onverdragelijk is. wanneer de nationale eer op het spel staat. DE RECHTEN VAN SPANJE OP MAROKKO vragen ook weer de aandacht. De Spaansche minister-president heeft verklaard, dat er geen sprake van is, om aan Frankrijk het protecto raat over GEHEEL MAROKKO toe te staan, maar alleen over een zóne, en daar zal aJleen Fraukrijks invloed gelden. De rechten van Spanje over de stre ken, die onder zijn toezicht staan, blijven gehandhaafd, zoo zei de Spaan sche premier. De Spaansche koning denkt er ook zoo over. De journalisten worden brutaal. Interviews zijn aan de orde van den dag Die lastige vraaggesprekken Nu worden ook de keizers en konin gen al lastig gevallen. Eerst Keizer Wilhelm (maar die doet het niet meer en nu ook is DE KONING VAN SPANJE GEÏNTERVIEWD door een Russisch journalist Ovei' de algemeene Europeesche politiek sprekende, drukte de koning zijn vreugde er over uit, dat vol gens door hem ontvangen inlichtin gen, de huidige moeilijkheden spoe dig opgelost zuilen zijn. Daarna kwamen DE FRANSCH-SPAANSCHE BE TREKKINGEN ter sprake. Het doet mij veel leed aldus koning Alfons te zien, dat men ons in Frankrijk niet schijnt te begrij pen, dat onze bedoelingen er ver keerd worden voorgesteld, en dat er een wrevelige stemming tegen ons is ontstaan, waarvoor geen grond is. Toen hierop de journalist verzeker de, dat de openbare meening in Frankrijk zich overtuigd hield, dat de Spaansche politiek toenadering tot Duitschland zocht, viel de koning hem met nadruk in de rede „Dat is niet waar. Wij zijn met Duitschland op goeden voet, maar dit zijn we met alle mogendheden. Duitschland heeft ons nimmer tot agressieve handelingen aangezet. In tegendeel, het spoorde ons steeds aan tot het volgen van een kalme en vre delievende politiek. One optreden in Afrika is een gevolg van eigen initia tief, hetwelk wij genomen hebben in het bewustzijn van onze rechten en plichten. Wij zijn, voor alle anderen, niet alleen naai' Marokko, maar ook naar andere streken van Afrika ge togen. Wij hebben rechten veroverd, welke door den loop der eeuwen zijn bevestigd. Thans wil men ons beroo- ven, ons uitdrijven. Zeker, dit is wel eenigszins onze schuld. Gedurende al te langen tijd iienben wij een onver standige politiek gevolgd. Niettemin zijn onze rechten onaantastbaar. Geen Spanjaard, die zich hiervan niet bewust is en wij eischen, dat deze onze rechten erkend wonden. Dat is de geheele quaestïe. De Fran sche politiek ten deze heeft het Spaan sche volk tegen Frankrijk in het. har nas gejaagd. De Spaansche pers, die aan deze stemming uiting geeft, maakt daarvan gebruik, om aan te dringen op samengaan met Duitsch- land- De Fransclie pers handelt ver- Ik trok een hlanco-criefje, waardoor ik in dezelfde partij kwam als de Ko ring, terwijl Kolonel Stuart ook be hoorde tot het achttal, dat bestemd was om op den middelsten kring te gooien. De Koning en de Kolonel werden tot captains, ieder van vier spelers geko zen, en ik werd door den eersten ais eerste speler aangewezen. Dit nam ik op als een groot compliment, tot ik ontdekte, dat de slechtste speler altijd uitgekozen werd. om het eerst te spe len, terwijl de beste spelers zich reser veerden voor de moeilijker situaties, die zich later voordedon. Welnu dan. Saunders, zei de Ko ning, toen ik een tweetal groote grijze steenen uit de bakken had genomen, bind deze stukken rood band aan de bandvatsels vast en maak je klaar, om te beginnen. Nummer één van het andere viertal en ik namen onze plaats in aan één kant van den kring, de twee „cap tains" aan den anderen. De nummers twee en drie van do verschillende viertallen stelden zich aan den over kant van de baan op. met bezems in de hand, klaar om op een commando het ijs voor den steen glad te vegen als het scheen, dat de steen met niet genoeg kracht was voortgeworpen. Kom nu, nummer één. riep de Ko ning. Begin nu alsjeblieft. Ik knielde neer op de streep, greep mijn steen stevig bij het handvat keerd. dergelijke artikelen over te nemen, en voorzien van heftige bij schriften tegen ons. Wij zijn arm en wij zijn zwak, dat is zoo. Maar wel licht zouden wij Frankrijk toch nog wel van eenig nut kunnen zijn. Tot zoover de verklaring van Span- je's konine. Er blijkt uit. dat er NIEUWE MOEILIJKHEDEN IN MAROKKO DREIGEN en dat deze nu van den Spaanschen kant komen. We zullen er ons nog maar niet in gaan verdiepen, welken omvang deze nieuwe quaesties gunnen nemen. oorloopig hebben we aan de oneenigheden tusschen Duitschland en Frankrijk genoeg 1 Stolypin overleden. Na een vleugje van kans op beter schap is do Russische minister-presi dent overleden. Gisteravond laat heeft Stolypin den laatsten adem uitgebla zen. De geneesheeren hadden do ge vreesde operatie goed volbracht en de kogels verwijderd, maar een ontste- kingsproces van 't buikvlies en hart zwakte werden den zieke noodlottig. De dader van den moordaanslag heeft zijn doel bereikt, de premier is van t staatstooneel verdreven. In Rusland is veel verbittering te genover den moordenaar en zijn hel pers. Ook wordt er veroordeelend gespro ken over de poliuotoestanden, want de autoriteiten kunuen niet tegenspreken, dat Bagrof een politiespion was. Weer dus zou n dubbelhartig wezen. Nu eens was do betrokkene meer revolution- nair dan politiespion. Dat heeft hij al thans getoond. Er gaan voor de hoeveelste maai krachtige stem men op, om de politiespionnen geheel af te schaffen. Het onderzoek naar de daad van Bagrof neemt groote afmetingen aan. Reeds zijn 150 .personen meest be kenden van den moordenaar, ook zijn broei- en zuster en verder verschillen de advocaten gevangen genomen. Zouden dit allemaal medeplichtigen zijn Eenige herinneringen uit 't leven van Stolypin 21 Juli 1900 is hij aan 't hoofd der regeering gekomen. Te voren zat hij in 't ministerie-Gurexny- kin, belast met de portefeuille van bimienlandsche zaken. Eenige maan den na z'n premierschap etond Stoly pin voor heete vuren. De Doeina werd ontbonden en vele rumoerige volksver tegenwoordigers moesten vervolgd worden. Dat was een tijd van groote spanning, waarin 't zich rustig wijden aan stuatsmanszaken niet mogelijk was. 't Laatste deed van 't jaar 1906 en 't begin van 1907 was voor Rusland eer. donkere tijd. Volgens de criini- neele statistieken werden in 't geheel 1782 terroristische misdaden uitge voerd, waarbij 594 personen zijn ge dood en 769 gewond. Ook op 't leven van den premier werd een aanslag gedaan. In zijn wo ning had een verraderlijke ontploffing plaats, waarbij eenige gasten van den minister gedood en zijn dochter en zijn zoon ernstig gewond werden. 5 Maart 1907 kwam de tweede Doe- ma hijeen. die 't ook niet lang maakte. Met de derde gaat 't nu wel beter. 't Bestuur van Stolypin is na eenige maanden meerderen hervor mingszin steeds in behoudende richting. Hij bleek, deed althans, ais een vereerder der bureaucratie. Ook zijn politiek tegen de Finnen en Po len was velen zeer onsympathiek In de laatste maanden van z'n regeerder schap toonde hij, door zijn houding in 't conflict tusschen Rijksraad en Doe- vast, zwaaide hem niet kracht achter over en wierp hem weg. Do richting was uitstekend, hij ging recht op het doel af, door het „huis", zooals de serie concentrische cirkels genoemd worden, en kwam eindelijk tegen de sneeuw aan, die aan het eind van de baan als een bank lag opge hoopt. Te veel ontbijt, was het korte, maar schilderachtige antwoord van den Koning. Het was nu de beurt van mijn te genstander de nummer één van het andere viertal, om zijn steen te gooien Houd het oog op mijn bezem, riep Kolonel Stuart hem toe. en houd er den gang in. Ik Keek niet aandacht. De mail ging meer achteroverslaan, dan ik gedaan had, maar hij wierp zijn steen veel lichter, en terwijl hi) dat deed, boog zijn elleboog binnenw aarts, waardoor zijn projectiel van links naar rechts draaide. Veeg dan toch, schreeuw de de Ko lonel. toen de steen ongeveer don hal ven afstand had afgelegd. Veeg dun, kerels. Toe dan toch. dan wordt tiet een kranige worp. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5