Kon ik hem nu bei-do boenen maar stevig vastbinden, zuchtte hij. Ik denk dat hij dan wel machteloos zou wezen, en hij zocht al rond in den wagen, of Cr niet iets bij wij zo van touw dienst kon doen. Neem andere maar een van de riemen van de por- t eren. Probeer nu maar, om hem de onkels te binden. Juist. Nog één keor flink aanhalen! Nog steviger. Nu is het good. Geef mij nu don anderen riem, om zijne armen vast te binden. Dank u. Thans lag de man. stevig gebonden, op den vloer uitgestrekt. Hij lag stil in zijn hoek eh alleen aan zijn flikke rende oegen was het te zien. dn! hij nog leefde. Deze stonden nog altijd woest en waanzinnig en zij volgden elke beweging, welke door ©en van zijn beide passagiers gemaakt wer den. I.e!y had erg medelijden met hem. Arme man, vreeselijk, klaagde zij. Wat riet hij er armzali'g uit. Zou den de riemen hem geen pijn doen? I.cg een kussen onder zijn hoofd. Moot ik geloof dat we stoppen. Ze- kor... de tro.n gaat véél minder snel. En werkelijk, eenige seconden later stond de trein stil aan een onmoge lijk klein station, waar misschien nooit te voren een expresstrein slopt had. Onmiddellijk kwamen een aantal beambten aansnellen en stelt een onderzoek in. Weldra waren or een tweetal verzameld voor den cou pé, waarin wij ons bevonden. Deze bood een waar schouwspel aan van groote verwoesting. Er werden vra gen gesteld en beantwoord: uitleggin gen gegeven, en de algemeene deelne- m ng was voor de jong® dame, dio zulke benauwde oogenbLikken had doorgemaakt. Maar de trein was aan 'n bepaalden tijd van aankomst gebonden. Langer oponthoud kon dus niet worden toege staan. Vandaar dat twee conducteurs plaats namen bij den krankzinnige om hem te bewaken. En alles, wat aan Lely toebehoorde, werd bereid willig door zorgzame handen bijeen gezocht en in een anderen coupé ge bracht. Alles was in minder dan vijf minuten afgeloopen. Lely en de jong® man Z3ten weer tegenover elkander en werden meegevoerd door don trein door de groene landouwen. Maar h i re gevoelens hadden een groote ver andering ondergaan. Zoo kalm, zoo gelukkig gevoelde zij zich, nu het ge vaar was geweken. Het moet wel een vreeselijk oo- genblik voor u geweest zijp, toen ge ontdektet, dat de man krankzinnig was? begon hij. 0, antwoordde zij, ik k'reeg een gevoel alsof in hetzelfde oogenbhk mijn haar grijs werd. Is 't misschien grijs geworden? vroeg ze angstig, want ik heb wel eens gehoord, dat zoo iets gebeuren kan. Neen, 't is blond.,. De kleur van koren in de zon, guf liij bewonderend ten antwoord. Daar ben ik vandaag erg blij om, riep ze, want ik" ga vanavond naar 'n bal eu hel zou toch werkelijk al le erg wezen, dat ik, in den spiegel ziende, .moest ontdekken, dat mijn haar van daag plotseling grijs geworden was. Dat is toevallig, antwoordde hij. Ik moet vanavond ook naar een bal^ en had een paar dames moeten bege leiden, d e van Londen zouden ko men. Maar aangezien ze niet aan het station waren, was ik besloten, een volgenden trein af te wachten; die gaat twintig minuten 1. ter, want ik veronderstelde, dat zij den trein zou den gemist hebben en dus nu later zouden gaan. Maar toen ik uw brief je op zoo zonderlinge wijze ontvf.ng, ben ik toch maar vertrokken. Maar hoe begreept ge zoo onmid dellijk dat het werkelijk ernst was? Ik was werkelijk bang, dat ge 't niet ernstig zoudt opnemen. O, ik had u al lang aan het sta tion opgemerkt, en al dadelijk gezien dat ge niet erg op uw gemak schoen, te zijn, gaf hij overtuigd ten ant woord, zoodat Lely bloosde bij het vernemen van dit vleiend antwoord. Wat zal die arme tante verschrikt zijn ais ze hoort van al mijn avontu ren. Ze zou met mij meegegaan zijn, Diaar ze had een kou gevat en daar om kon zij van morgen haar bed niet verlaten. Zij had niet gaarne, dat ik alleen reisde. Maar wie kon nu ver moeden, dat zoo iets zou gebeuren? Wordt ge afgehaald te Irswich? yroeg haar redder. O zeker, de familie Parker komt me afhalen. Maggie Parker is mijn boezemvriendin. Dat bal zou bij haar aan huis plaats Vinden. Dus ge kent de familie Parker? Maar dat is heerlijk. Het zijn kennis sen van mij ook! Ik was juist genoo- digd voor dat bal. Maar dat is nu toch verbazend gezellig, dat ik u van avond weer za] ontmoeten. Dat was een allerprettigste keer, dien de zaken aldus hadden genomen. Leiy's schoone blauwe oogen namen r hun ouden vroolijken glans Er volgde een hartelijke ontmoe ting, maar dat tante Marie niet was meegekomen, was wel een kleine te leurstelling voor het aardi ge groepje. Doch dat Frank er desniettemin ln geslaagd was Lely uit te -vinden, ver wekte de algemeen® verbazing. Men vond het org knap van hem, want hem was opgedragen uit te zien naar twee dames, van wie één wfitte krul len droeg. En nu wilden ze allen we ten, hoe Frank er i'n geslaagd was. Lely te herkennen zonder dCe grijze dame. Lely zelfs begreep echter van dat alles zelf niets en ze stond stom van verbazing te kijken, toen die heer het grijs heel joviaal de rondo ging kussen en al de dames Parker daar bij broederlijk een beurt gaf. Maar wéét ge dan net, dat het Frank is? Vroeg Maggie Parker ver baasd. Ge hebi toch wel eens gehoord van Frank, onzen broer, die op was? Hij is expres van Portsmouth gekomen voor het bal. Maar hebt ge dan van Londen af samen gereisd zonder u wederzijds voor te stellen? O, daar vertellen wij u straks wel van, antwoordde luitenant Par ker, dat gaat hier minder goed. Miss Freston is er bleek en moe van. La ten we nu eerst thuis een kop thee drinken, dan krijgt ge de geheele ge schiedenis te hooren. Voot die tusschenkomst was Lely hem zeer dankbaar, want nu alles af geloopen was, na de doorstane ver moeienis, gevoelde zij zicli zwak en uitgeput. En toch was het in heur hart één en al zo'nneschijn, want voelde dat een andere en heel prettige geschiedenis was begonnen. (Centr.) Een misverstand. Och wat had hij haar lief onuit sprekelijk lief Hoe geheel andere ge voelde hij zich dan vroeger ja, toen schaatste hij ook wel eens graag met eon meisje toen maakte hij ■If wel een groot onderscheid met ie, maar ov erigensliaha hij zou \eriiefd kunnen geraken? Hij, •rooi ij ke gast, zou zich 't hoofcl van streek laten brengen Onzin een hart lueid hij er immers niet op na en 's avonds denk ik nog min der aan die zaken, dan aan mijn fiets of schaatsen, mijn boterham of si gaar 1 En nu, ja, ja honderdmaal ja hij beminde innig I innig met zijn denken en voelen. Hoe kon 't anders ze was niet zot-als anderen, die met haar schoon heid pronkten met haai- bevallighe den woekerden, met haar oogen ma noeuvreerden, die.... die hem nalie pen. Neen, Anny was zoo niet! Haar lief, onschuldig, rein figuurtje maar neen, hij kon haar niet be schrijven.... Had hij ze wel ooit be keken Hij wist het niet, maar een nooit gevoelde, onweerstaanbare krocht had hem tot haar getrokken heerlijk was dat En als hij in de gezellige kamer bij haar zat, uls hij niet do viool haar pianospel bege leidde, dan was hij zaiig i dan voelde hij zijn ziel met de hare versmelten, dan ja, dan eerst begreep hij dat hij liefhad, eindeloos beminde 1 Wat wa di® dagen gelukkig geweest nooit had hij haar gesproken van zijn zoete gevoelens hij durfde hot niet muur ze had hein ook lief, hij wist het zeker anders.... ja, hij ge loofde liet stellig Ach, hij had geloofd Toen kwam dat heillooze gesprek over trouwen Mijn dochter, had papa ge zegd, mijn dochter zal zoo maar niet los te krijgen zijndie moet een kapitalen man krijgen Die woorden hadden hem droevig g-croffen. maar eerst 's avonds bij het naar huis gaan had hij er 't volle gewicht van gevoeld. Hij immers had geen vermogen hij had niets dan zijn hoofd en z.jn boexeu een goede betrekking. Ja, maar kapitaal Toen was de wanhoop in zijn üart gedaald, toen had hij zich ellendig gevoeld, tot stervensverlangen toe 1 O 1 Anny, Anny, mijn zielsdierbare engel I nooit, nooit zult ge de mijne kunnen zijn Hij was er plots weggebleven hij had haar niet rueer gesproken, ge zienja, gezien nog wel, maar in de verte dan ontweek zij hem Somber en droef als za er voortaan uitzag, nam zij een anderen weg, of veinsde hem niet te zien. Maar waarom zou ze zoo treurig zijn zij, steeds zoo vroolijk en opge ruimd zou ze... maar neen, hij mocht, hij w ilde niet meer hopenllaar te rughoudendheid kwelde hem, haar somberheid snee d hem door de ziel, maar hij wilde zich verzetten, haar trachten te vergeten 1 en als krank zinnig wierp hij zich op zijn studie, geen oogenblik van den dag wilde hij meer zonder zijn boeken zijn, tot laat in den nacht zat hij over zijn werk ge bogen slapen bon hij nietwan delen deed hij niet meer, zijn eten liet hij bijna onaangeroerd staan. Wer ken, blokken wilde hij zijn gedach ten dwingen, zijn geest vol cijfers en regels proppen, dan.... Maar, o wau- htop hoe dikwijls betrapte hij zich op verstrooidheid hoe menigmaal slopen zijn gedachten naar het groote koopmanshuis, naar haar, die zoo had men verteld met een jong dok- g wel een zijner vroegere vrien door aan en haar bleek gezichtje j don, verloofd was I sr„l,l, ra, van gnnoemen Tcrw.jl Wi «f, ka" nier op en neer, ging zijn hoofd was- ze daar neerzat m n ..eerlijken blijd-J st-hen, stak een sigaar op (om die schapsdroom en nu en dan opzag'v.eer dadelijk weg le leggen) en naar den forschen, gebruinden kopjplonste zich weer hartstochtelijk in van den jongeu man tegenover haar,! z'jn arbeid. Maar spoedig kon zijn vloog de tijd om zooilat de reit nval ongeloofelijk snel ten einde was Daar werd haar aandacht onmid dellijk getrokken door een troepje jongelieden, die op het perron de aankomst van den trein afwachtten. Dat zijn de Parkers, r.ep ze ver heugd uit. Dat is nu nog eens aardig van ze. Dat is Maggie, on Ethel en John. zwakt, uitgevast lichaam den over spannen aJgematten geest niet meer vei meesteren. Dan zat hij soms lang, lang niet het hoofd op de vuisten, de oogen strak op het beek gericht, maar de geest ach hij was w eer ginds bij den kaarten-album hij doorleefde weer één voor één die hemelsche oogenbltkkon. En als hij zich die droo- merijen, die ziekelijke phantasie be wust wverd, kwam over zijn koorts achtig gloeiend gelaat de sombere glimlach „dwaas, maar Ik kan er niets aandoen ik moet me overge ven I" Niets dan overspanning, juffrouw, to hard gewerkthij moet zijn boeken een tijdje aan kant leggen. Ik dacht 't wel, dokter, hij zat daar op zijn knieën voor dien stoel, met zijn nog in de hand. Zeker gek geworden. Moet ik naar zijn huis schrijven, of.... Neen. alleen die boeken opslui ten. Dit gedeelte van 't gesprek aan zijn bed ving hij nog flauw op. Flauw slaat hij de oogen op, en dan alrf plot seling beseffend, wat de dokter be val, richt hij zich wild overeind en roept ruw Waarom Kom. Karei, houd u bedaard, ge zoudt u dood werken, kerel Waar voor dat? toch geen «samen in zicht of.... Gij hier 1 Ja. ziet ge dat nu eerst Ge zult uw boeken opsluiten, hé Karei? Gij bier! En zich nctgmaals uit zijn hoofdkussen oprichtend, schreit hii 't bijna uit. O, Hein, ik had haar zoo lief Gij kunt haar niet zoo be minnen als ik O Anny en snikkend .voelt hij zijn hoofd in de kussens. De dokter ceeft de huisvrouw een wenk de kamer te verlaten, sluit de deur en plaatst zich op een stoel vóór 't bed, waar zijn arme patiënt nog steeds worstelt met zijn wanhopige smart. Karei, ben ik niet steeds riend geweest, zoolang we samen te t. woonachtig waren Waarom me dan nu on zulk een manier in uw vertrouwen genomen Toe, Karei, spreek nu eens openhartig met mij. Ja, snot nog met mij, tart me Uit. martel mij dood, dan... Niet driftig worden. Ka.... Huichelaar Neen, razend gék zal ik worden I Ga heen, naar Anny S. aanstaande, en zeg haareerst heb ik hem u ontnomen, hem het hart uit 't lijf ~erukt en toen heb ik met zijn leed gespot. En terwijl zijn gan- sche lichaam schokt en trilt, wentelt hij zich als onder wreede martelin gen door het bed. Hein staat plotseling op en verlaat de kamer, bleek maar vastberaden hij heeft begrepen. Een treurige ver gissing 1 Een half uur later treedt de heer S. binnen. Hoe nu. jonge vriend Hangt ge den zieke uit Was dat do reden van uw wegbleven We missen u en uwe viool, maar ik wist waarlijk niet. dat ge ziek waartAnders Maar ik ben niet ziek, mijnheer... Karei is onthutst. Neen, dat kan ik waarlijk, wel zien. Hebt 't al lang Neen... en plotseling van zijn ont steltenis over dat onverwachte be zoek herstellend. Laat ik u alles be kennen. mijnheer, en met de noodige zelfverwijtiugen eu verontschuldigin gen verhaalt hij in korte trekken zijn ongelukkige liefde. Als hij echter ge komen is aan de verloving van zijn riend Hein met Anny, kijkt de ande re verbaasd op. Hoe komt ge daaraan? De dok ter gaat onder de hand trouwen met mijn dochterMaar beste jongen, als ge van een meisje houdt, is dan treu ren en terugkruipen de weg om haar te krijgen -r- Maar, mijnheer I Ge schijnt in die zaken een raar inzicht te hebben U hadt gezegd, dat ze een kapi talen man moet hebben en vermogen heb ik nietNiets dan... O, ah I is 't 'm dat, een kapitale!... Ah en toen smakelijk lachen Zoo'n geschiedenis om een enkel woord Karei, kijk eens hier ik kende nrijn dochter er beoog alleen haar geluk ik wist. dat ze van u hield, dat ge alleen haar gelukkig kon maken daarom wilde ik u aanmoedigen. Wel aan. wat ik als een aanmoediging be doeld heb, hebt gij opgenomen als een afschrikking. Met een kapitalen man bodoel ik niet een man met kapitaal in geld, maar een die door zijn gedrag en ijver, door zijn positie en streven dcor zijn verleden, heden en toekomst een waarborg is voor 't geluk van mijn eeni? kir.d. En zoo. iemand zijt mijn beste vriend.... Neen, be dank mij nietik handel eigenlijk uit zelfzucht bedank alleen uw vriend den dokier, dio mij juist is komen waarschuwen en mij hierheen gezon den heeft 1 HONDENDRESSUUR. Hoe men een hond het beste leert achter de fiets mee be loopen, vertelt ils volgt het laatste nummer van ,,St. Huhertus". Voordat men met het trainen 'oegint, moet de hond eerst in goede conditiën worden gebracht. Dan begint men, vooral wanneer liet jonge honden geldt, met heel® kleine toertjes, die langzaam moeten gere den woeden. Van lieverlede neemt men de afstanden grooter en maakt men den gang sneller, maar gunne liet dier nu en dan eenige rust, om het niet al te .vefel te vermoeien. Voor jonge honden kan oververmoeid heid schadelijke gevolgen hebben, ter wijl, wanneer men ie veel van oudere honden vergt, dit steeds te laken is. Gedurende de training moet men de oefeningen zoo min mogelijk en in geen geval gedurende verscheidene achtereenvolgende dagen staken, om de reeds verkregen resultaten niet te verminderen. Jonge honden moot uien er aan gewennen om bezijden 't achterwiel te loopen, en kieze, om nea le oefenen, geen drukke straten, maar bij voorkeur stille, eenzame wegen uit. Dat vele fietsrijders van hunne hunden voel te veel vergen, is buiten kijf. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat bij den sneiien gang, waarmede enkele rijders zoo gaarne over den weg vliegen, de honden doodop ge raken, dat zij, hun ter wille, genood zaakt zijn soms een paar uur te rus ten Voor dergelijke vaarten deugt een houd niet en evenmin voor af standen van 30 en meer kilometer. Ook het weder moet niet uit het oog worden verloren. W anneer een hond bij een gewone wandeling in de brandende zon, reeds na enkele uren 3, hoeveel te gauwer zal hij dit zijn achter een fiets En wat is het geen ongelukkig gezicht een uitge- putten hond zwaar hijgend en niet dan met inspanning van _al ziin krachten een flets volgend. Als hij dan nog maar hier of daar wat drinken kreeg en zijn baas er aan dacht om, wanneer liet toertje al te groot ia, hem een stuk brood te geven. Wie een hond door een groe ten tocht achter do fiets meeneemt, zal good doen om een hoendanbroodje bij zich te steken en hem nu en dan een stukjo er van te laten opknab belen. Dij warm weder als dat waarmede wij eenige weken gezegend waren, late mon den hond liever thuis. En zelfs wanneer hot niet warm is, maar do tocht te lang zal duren, is het heter hem niet mee te nemen. Men verge van hen niet meer dan waar toe zij in staat zijn, want dan wondt het licht dierenmishandeling. JAPANSCHE GEWOONTEN. In de (groene) „Amsterdammer" chrijft Line B. uit Tokio do volgen de merkwaardigheden over Japan- sche gewoonten, welke in lijnrechte tegenstelling zijn met de onze „De Japanner schrijft zijn brieven op lange smalle reepen papier. Hij begint aan de rechterzijde, en schrijft «le regels van boven naar beneden wij van links naar rechts. Ook de boeken zijn op dezelfde wijze ge drukt het verhaal begint op de laat ste bladzijde, waar wij dus "het einde hebben, en eindigt op de eerste pagi na De mooiste kamers bevinden zich steeds in het achtergedeelte van het huis, terwijl keuken enz. in het frontgebied te zijn. Kunstvoorwerpen van waarde wor den niet op tafels of étagères tentoon gesteld. doch in kasten opgeborgen, koinen slechts bij hooge uitzonde ringen voor don dag. In don regel heeft men in welgestelde families slechts één kostbare vaas (steeds met bloemen gevuld) en één schilderstuk als éénigo kamerversiering. Bij het doen van boodschappen worden alle pakjes notjes in een gekleurden zij den of katoenen doek vastgeknoopt., terwijl men daarentegen alleen zak doeken kent van papier. Bij het sluiten van eon deur draait men niet den knop of sleutel van links naar rechts, doch van rechts aar links. De paaiden staan in den stal met den kop op de plaats waar de staart moest zijn, terwijl een ruiter zijn paaid bestijgt aan de rechterzijde. Een Japansche huismeid zal eerst het stof afnemen en daarna de ka mer aanvegen De Japanner lacht, als hij een on aangename tijding heeft te brongen, en zegt alleen (als hij iets van het Engelsch afweet) ,yes"' als het „no" moet zijn, eene gewoonte waar men moeilijk aan gewend kan raken en die u dikwijls tureluursch doet wor den. De Japanners zijn groote liefheb bers van baden oud en jong, arm of rijk, neemt dagelijks een bad. Er zijn pl.m. 800 publieke badhuizen in To kio, waar men voor ongeveer 2 1 f2 cent per persoon kan baden. Ze hou den van erg warm water, ongeveer 100 gr. Fahrenheit en meer dan één persoon gaan in hetzelfde water. Ook heeft men groote badkuipen, waar 5 of 6 meuschen of kinderen tegelijk zich afpoedelen. In een familie waar een badkamer ln huis is, wordt hetzelfde water voor al do huisgenooten gebruikt. Natuurlijk komt ook hier do „heer en meester" het eerst aan de beurt, claarna de zoons on vervolgens mama en de meisjes, terwijl de bedienden het laatst er van profiteeren. Kerseboomen worden niet ge kweekt om de vruchten, doch enkel om de bloesems, en het prachtige ge zicht, dat zij in het voorjaar opleve ren, treict ieder jaar duizenden be wonderaars, juist als in Holland de tulpen- en hyacinthenvelden. De kersen zijn zoo klein en zuur, dat ze io goed als oneetbaar zijn. Het fijnste borduurwerk wordt niet door vrouwen doch door mannen ge maakt de vingerhoed heeft geen top de schaar geen gaten voor duim en vinger. Het gebeurt slechts zelden, dat de keizer of de keizerin zich in het pu bliek vertoont, en men zou dus be grijpelijkerwijze aannemen, dat in dien zich een van deze zeldzame gele genheden voordeed, het volk zou uit- strcoinen om hunne Keizerlijke Ma jesteiten te zien. Echter niets van dat alles. Dezer dagen was ik toevallig getuige er van, daar de keizerin oen bezoek bracht aan een der zieken-1 huizen hier. Slechts een dun rijtje nieuwsgierigen stond aan lxude zij den der straat, waarin het hospitaal gelegen was, en toen de keizerin pas seerde, merkte men niets van eene geestdriftige begroeting, zooals onze Koningin bijna dagelijks bij het uit rijden wacht, doch standen allen doodstil in ©enigszins voorovergebo gen houding, tot de geheele stoet voorbij was. De keizerin nam zelve van haar volk niet de minste notitie en zat zonder rechts of links te groe ten in haar rijtuig. En toch is de Japanner met hart en ziel aan zijn vorst gehecht en be zit een groote vaderlandsliefde, llij beschouwt zijn keizer meer als een heibg jiersoon en liet is daarom dan ook, dat hij zijn oogen neerslaat, wanneer de keizerlijke familie zich in het publiek vertoont. Uit bovenstaande voorheelden blijkt hoe geheel verschillend Japansche gewoon (en en gebruiken zijn met de Een Engelsch schrijver zegt •ns in een zijner werken over Japan „de Japanners doen alles „topsy-turvv", in onze taal „onderst boven" beteekenende, en er is zeker geen woord, dat duidelijker de in i oogen omgekeerde gewoonten der Japanners weergeeft, dan liet Engelscbe „Topsy-tuivy"." ONGEWENSCHTE AANVULLING. Moeder, ik heb vader giister- avond hoo'ren zeggen, dat er geen tweede vrouw in de wereld is zooals Zoo heeft hij dat werkelijk ge zegd? En zei hij nog meer? Ja, hij zei er bij, dat hij dat heel gelukkig vond ook. DE GEHEIMEN VAN EEN GOED KOOP PARIJSCH RESTAURANT, Wij willen onderstaande schilde ring van eon Parijsch „eethuis", aan een Fransch blad ontleend, onzen le zers niet onthouden tor wille der cu riositeit; het spreekt van zelf dat waarheid en fantaisie in dit „fijne" menu natuurlijk dooreengestrorigeld zijn. (Het tooneel verbeeldt een goed koop Parijsch restaurant in een dei- kleine zijstraten der groote boule vards. Het is er stampvol. Een der gasten luistert het volgende gesprek af tusséhen den kastelein en zijn zoon, gehouden in een zijvertrek met zeer dunnen wand). Zoon (aankomende jongeling): -- Vader nu ik van school afga en fn uw zaak kom, moet u mij toch eens zeggen hoe u eon zoo prachtig diner voor twee francs kunt geven: soep, visch, vleesch, gevogelte, dessert, en 1/2 flesch wijn.... hoe kan dat be staan? Vader: Ja mijn jongen... da's mijn geheim natuurlijk, maar 't spreekt van zelf dat jij als mijn op volger, alles moet weten. Luister dan goed.... (De gast spitst zijn ooren). Beginnen wij met de soep: vleesch- extract van al de restantjes van de borden der gasten... maar vermengd met oen beetje saus, waarvan hot re cept sedert 100 jaar in onze familie is. Daarna de visch. De lui denken allen heilbot gegeten te hebben! Mis, ze hebben afgekeurde Amerikaansc-he kreeft gegeten, door opkoken met ©en weinig houtskool van alle „lucht" bevrijd en bereid met mijn saus, waar van tiet recept.... enfin, dat woet Je nu al (De gast is intusséhen eentgs zins bleek geworden). Zoon: Maar de ossenhaas dan? Vader: Geen sprake van osseu- vl©esch. Zie hier mijn zoon! (hij haalt een groote vette rat uit een achter zak...) dat is mijn materiaal voor de „filets de boeuf", en nergens eet je die zoo malsch. (De gast is hierbij lijkbleek geworden). Ja zie je, maar niemand kan ze ook zóó krijgen 't zijn geen gewone huisratteu ik heb mij verzekerd van de beste en vetste rioolratten die Parijs ople vert Zoon (verbaasd): Maar de truf fels! de truffels, die waren toch echt? Vader: Hoo kom je er bij! Ik heb beslag gelegd op het fijnste vilt dat van oude „chapeaux haute fonne" afkomstig is. Dit vertoont èn door kleur èn door zachtheid op de tong, precies dezelfde uiterlijke eigen schappen van truffels, en verder weet je jongen. vlo smaak... ja die doet 't 'cm voornamelijk, dio komt door de saus, waarvan het recept... enfin dal woet je nu voldoende. Zoon (in sprakelooze verbazing, vol bewondering stamelend): O, vader, wat i9 u toch geniaal!... Maar de kip pen die zijn dan toch echt niet waar? Vftdor: Geen sprake van!... Mijn kok woet van oude kraaien dank zij de saus heerlijke kipponboutjes le maken, evenals van katten, hozen- ragout dit laatste nu is, zooals je Iv-kend zal zijn. niets nieuws, daar dit op groote schaal bij mijn fijnste collega's wel gebeurt, als de hazen wat krap ziin. Zoon: En nu de wijn™? Vader: Ja, mijn jongen, dan zou ik nog wel oen paar uur kunnen pra ten als ik jo daaromtrent wilde in lichten. Maar.... dat leer je gauw ge noeg in de praktijk I" Zoon „Vader, u is een moester in het „vak", dat hoor ik wel, maar nu één vraag nogkomen hier nooit eens keurmeesters van voedingsmid delen Vader Hoe kom je er aan, jon gen die blijven natuurlijk weg uit overdreven vrees van vergiftigd te worden. Zoon (eenigszins ongerust) ,.Ea ons eten dan Vader Voor ons wordt natuur lijk apart gekookt Gast (ton prooi aan hevige buikpij nen, gooit don kellner een valschen louis toe, krijgt echte francs terug, en holt het „Restaurant" uit, mom pelend in zich zelf) „Dien knoeier moet men met gelijke munt betalen. Ik heb tot zijn straf nog 18 francs verdiend èn.... liet diner 1 Als ik nu morgen nog maar levend ben1" (M-bld. tegen de Vervals.). DUBBELZINNIG. Hij, O, heerlijk was het daarbo ven op dl'ens bergreus! Ik voelde me onuitsprekelijk gelukkigl Zij. Zonder mij? Hij. Ja, lieve, maar alleen maar, tot ik weer aan jou dacht. EEN GELUKSVOGEL. Jo bént ér fn geloot, hè? Ja, maar ik hoef toch niet te dienen, ik heb gelukkig platvoeten. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek be treffende, eeiieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 34, Telephoon 1543. Probleem No. 293 van J. W. BAUER. Wit 46 47 48 6U Zwart schijven op: 10, 12, 13, 14, 19, 20. 34, 40 en dam op 6. Wit schijven op: 21, 23, 27, 28, 36, 41, 42, 43, 48 en 50. Probleem No. 294 van EST1ENNE. Zwart Zwart schijven op: 3, 6, 7, 8, 9, 12,17, 19 en Wit schijven op: 21, 25, 27, 28, 29, 32, 33, 35, dammen 36, 38, 43 op 14 en 16. en 49. Oplossingen van beide problemen worden gaarne ingewacht aan bo vengenoemd adres uiterlijk Dinsdag 3 October a.s. Oplossing van probleem No. 289, van dan auteur: Wit 48-42, (zw. 38:47 gedwongen) 49-43, 35-30, 36-31, 27-22, 22:2. 2:17! en zeer mooi probleem met fijne inleddingszet Oplossing van probleem No. 290, m dan auteur: Wit 33-29, 44-40, 42-37 47:29, 34-30, 48-42, 43.51 Beide problemen werden goed op gelost door de hearen W. J. A. Matla P. Mollema, C. SerodinL JAARLIJKSCHE ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN NE- DERLANDSCHEN DAMBOND. Wij herinnaran de Bondsleden aan deze vergadering, welke Zondag 24 dezer, des voormiddags 11 ure, in café „De Kroon" (groote bovenzaal) Rembrandtsplein, te Amsterdam, zal plaats hebben. Eau opwekking lot bij wonen dezer vergadering zal wal on- noodig zijn. De Haarlemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten ieder en Maandag avond van 8 tot 12 uur in het Gebouw „De Nijverheid", Jansstraat 85, al- luer. Liefhebbers van het damspel rijk daar steeds welkom. Zij die lid wcnschen te wérden van de Haarlemsche Damclub, kunnén zich daartoe hij het bestoof saniast- dea,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 14