fl
w--'
Neeto, sch'reouwen zul Je niot,
daar zal ik voor zorgen, daarop slak
de boschwachter liet eind van de lont
aan en verwijderde zich liaastig zon
der naaT den delinquent om te zien.
Met van angst verglaasde oogen
keek de zwarte Franz naar de steeds
voortach'njdeiKlo vonk in de lont;
met strakke blikken nam hij waar,
hoe het vuur langzaam langs het
touw liep. Nu was het al een heele
bocht rond en er waren er slechts
vijf. Van angst cn ontzetting ging er
©en rili ng over hel vastgebonden li
chaam; alle spieren zetten zich uit,
maar tevergeefs, het touw gaf niet
mee. l)e oogen puilden hem uit liet
hoofd; 't was of een onzichtbare hand
hem de koel dichtkneep, het angst
zweet liep liem van 't getzicht, maar
onmeodoogend ging de vonk verder;
hij zag, dat ze nog slechts twee wd'n-
d.ngon behoefde te doorloopen. dan
kwam zo op zijn rug bij de patroon
en dan Weer trok en trok de on
gelukkige met de kracht der waw-
hoop; hij stiet horhaaldelijk met zijn
hoofd op den grond, de oogen altijd
gericht op de glimmende lont, en
eindelijk zat de zakdoek wat losse'r
In den mond; hij werkte krachtig met
de tong en. eindelijk was de doek er
uit. Daar zag hij de vonk bij zijn mg
oploopen; hij gilde luide e'n akelig,
steunde nog eenmaal, en toen ver
loor hij hot bewustzijn. Toen hij
weer bij kennis was gekomen, hoor
de hij stemmen. Twee boeren, d»e
stroo haaldch en zijn gillen hadden
gehoord, stonden voor hem.
Losmaken, lont, dynamiet, sta
melde de gebondene met onrustig
flikkerende oogen. De boeren maak
ten hem los en goten hem wit hun
flesch brandewijn in de keel, maar
zwarte Franz sprak wartaal en was
niet in staat zich te bewegen. Ze droe
gen hem daarom naar hun wagen
brachten hem naar zijn woning; hier
lag de strooper drie weken in een
soort zenuw koorts.
Toen hij weer begon beteren en
zijn bede redders hem op zekeren
dag bezochten, vroeg hij heel be
deesd. waar toch de dynamietpa
troon gebleven was.
Welke dynonveinatoon? vroegen
beiden verwonde'rd.
Die op mijn rug lag toen jullie
me vondt.
Mensch, je hebt nog niiet alle
maal bij elkaar, riepen de hoeren la
chend; op je mg lag geen dynamiet-
pat'roon, daar lag niets anders da'n
een stuk hout, een tak,
Een tak? mompelde de strooper,
e'n toen verzonk hij in een diep ge
peins.
Toen hij ee'oiff© darren later volko
men hersteld was, begaf hij zrch naar
den bosclwachtar. Ilij smeekte hem,
de zaak niet dan to coven en beloof
de b'j alles, wat hem heilig was. dat
hij nooit mem- zou stronpen. F.n deze
belofte heeft hij trouw trehouden. Hij
was door de houten dynamietpatroon
voor goed genezen.
(N. v. 't N.)
Da knappe Masseur.
Op do tentoonstelling van automo
bielen maakte »k toevalligerwijze
keunis met een welgesteld heer, die
in eeu wogeutjo-voor-gebrekkigen
werd rondgereden.
Al die machines verwensch ik,
zeide hij na onze eeisie ontmoeting,
met onverholen bitterheid. Ér
moest maar één middel, osn zich te
verplaatsen, mogen bestaan het loo-
pen Eu toch, ik kan niet meer loo-
pen.
Ik meende dat hij mijn medelijden
ten vuile verdiende.
Ge hebt zeker een ongeluk go-
Oiad
Juist, maar dat is genezen. On
gelukken zijn de moeit©*» iet waard.
Hebt gij er verlamming in de
beenen door gekregen, zwakte
Wat I riep hij uit, zwakte!
Kijk maar eens I
Ilij nam de deken weg, die zijn
beenun bedekte en toonde mij twee
indrukwekkend dikke dijen en kui
ten, monsterachtig vau omvang. Zoo
iets als de pilaren van een viaduct
het waren monumentale, bovenmen-
scheiijke becnen.
Die Iveb ik ook niet van den
wind, weet u Ge kunt or met gemak
boven op gaan staan 't is alles hard,
solide, eeu eu ai spier. Geen worste
laar ter wereld, die zulke beenen
heeft. Wat zijn de negers Johnson >f
Sam Mac Vea voor kereltjes, bij mij'
vergeleken
Maar, uitte ik mijn verbazing,
en waarom rijdt u dan in een wa
gentje
Dat zal ik u vertellen.
Ik ben een groot liefhebber van
sport, doch bad bij eeu wedstrijd het
ongeluk te vallen en mijn rechterknie
te ontwrichten, zoodat ik veertien Ja
gen met een gipsverband om mijn
been, moest rusthouden.
't 13 weer in orde. hoor, sprak
de dokteralléén....
Alléén....?
Is uw rechterbeen thans zes cen
timeter minder in omvang dan het
linker. Dat is veroorzaakt door ie
rustkuur, want nu zijn de spieren ge
krompen.
Verduiveld, wat. moet ik daar
aan doen
O. dat is heel eenvoudig u moet
zich lalen masseeren Van Drachten
is de beste masseur, dien ik ken.
Zoodoende stelde ik mij onder be
handeling van Van Drachten, die na
drie weken wrijveus zeide
Ik geloof, dat ik mijn doel De-
reikt heb laten we maar eens me
len.
Hij nam de maat, doch een zekere
verbazing toekende zich op zijn ge
laat af.
Nu Is bet rechterbeen weer zes
centimeter dikker dan het andere
Is dat van veel belang
Dat verschil wordt steeds groo-
ter, want onwillekeurig zult ge het
dikste Iioen het meeste gebruiken. 1
Wat moet ik nu beginnen t
'vroeg ik, ongerust goworden.
Nogal eenvoudig; dan beginnen
we nu aan het linkerbeen.
Zoo geschiedde, doch om de kuur
te verhaasten, raadde do masseur mij
aan, een stuk lood van eon half kilo
gram aan mijn linkerbeen te bevesti
gen. en er hefi>ewegingen mede te
maken, honderdvijftig maal por dag.
tot op vijf-en-twintig centimeter van
den vloer. Sportsman als ik w
lachte deze maatregel mij wel toe,
dagenlang beoefende ik de voorge
schreven Uwesuigen.
Eindelijk achtic Van Drachten het
oogenblik gekomen orn de maat van
nnjn onderdanen ie nemen. Het ie
sultaat was om razend te worden
mijn linkerbeen was nu weer zes een
timeier dikker dan mijn rechter
Van Drachten stond als geslagen
maar hij wilde de worsteling niet op
geven.
Mijn reputatie, mijn eer, zij
eischen, dat gij zult beschikken over
twee volkomen gelijke beenen. Wij
zullen tol puurdemiddelen overgaan
Ik word ijverig beoefonaar van do
„geneeskundige gymnastiek" en met
hart en ziel gaf ik mij er aan over.
Hangende aan een soort rekstok
liet ik een blok lood van één kilo
gram aan itet rechter- eu één van
eeu half kilogram aan liet linkerbeen
bevestigen en zeshonderd maal per
dag haalde ik mijn bezwaarde voeten
omhoog.
Nu geloof ik, dat we bet ver
langde verkregen hebben, const
teeide Van Drachten na drie weken
en ik geloof zelfs dat een wonder
werk van harmonie tot stand is ge
komen. Het gewichtige moment vau
meten werd doorleefd, en de masseur
kon niet nalaten, met een triomfan
telijke» biik zijn oogen hemelwaarts
te slaan.
Geen milimetertje verschil,
zei hij. Uw beide dijbeenen hebben
thans vlak boven do knie een omtrek
van zeventig centimeter. Mijn taak
is thans afgoloopen. Ik behoef u vol
strekt niet meer te komen opzoeken
ge zijt mijn allerbeste patient I
Ik stapelde goudstukken voor hem
op, en hij verwaardigde zich wel, ze
aan te nemen.
Intusschen, ik gevoelde in mijn le
dematen tenminste de onderste
een buitengewone kracht en ik was
daar dan ook meer dan buitengewoon
yeiheugd over zoo gauw mogelijk
gmg ik mijn onderbroken voetbal-
oefeningen hervatton. Bij den eersten
trap, dien ik tegen deu bal gaf,
scheurden leder en blaas. Ik schreef
dit toe aan de slechte kwaliteit van
de vacht en ik herhaalde de proef
met een splinternieuwen, die oogou-
blikkclijk hetzelfde lot onderging.
Je trapt voel te hard verweet
een dor medespelers mil;
Nadat weer een nieuwe bal was
aangerukt, gaf ik met voel overleg
het zachtste schopje, dat ik mij kon
indenken de blaas barstte niet,
maar bot was of er een ballon op
ging. De bal vertrok van het Heuvel-
veld, zeilde dwars de Maas over, en
orgens in Katend recht neer.
Ik werd genoodzaakt mijn lidmaat
schap op te zeggen, want ik deugde
als voetballer tot n:els.
En van dat oogenblik af zijn mijn
tegenspoeden steeds grooter gewor
den, ze groeiden oen, zooals mijn
lieenen hot eenmaal deden. Verstoo-
ten van het voetbalveld, begon ik mij
toe te leggen op hardloopen: ik werd
in heel korten tijd wereldkampioen,
maar we>rd ©ven snel godisqualifi-
ceerd, omdat het behalen der over
winningen mij absoluut geen inspan
ning kostte. Een jury zelfs verklaar
de, dat men monschen en paarden
niet om liet hardst moest laten loo-
pen En die noodlottige kampioens-
gavcn had ik te danken aan den
masseur Van Drachten, die van mijn
boenen had gemaakt, wat gij er thans
ziet. Ik was schuw geworden,
durfde mij nergens vertoonen, uit
vrees, dat men mij als abnormaliteit
met den vinger zou nawijzen.
Ik ging een dokter raadplegen,
aar een die niet Van Drachlen
beetle, want het denken aan dien
naam bracht mij reeds tot razernij.
Er is voor u maar één middel,
zeide hij, en dat is rust, volmaak
te rust. Wanneer gij het stoute stuk
durft bestaan, om in vijf of zes jaar
uw boonèn niet te bewegen, is de
mogelijkheid niet uitgesloten, dat uw
beenen hun overvloed van spier
kracht zullen verliezen
Met verbazing had ik naar het
rel ons geluisterd,
En is dat de oorzaak er van, dat
u in een wagentje laat rondrij
den
Ja, mijnheer, zoo is het. Ik ben
een volslagen invalide, vanwege mijn
voorwereldlijke lichaamskracht. Kunt
ge u mijn droefheid voorstellen
Ik verzekerde hem van mijn mede
lijden en stelde mij in mijn eerste op
welling beschikbaar, om die Van
Drachten bet slaohtoffer t-e laten
orden van oen vrceselijke wraak
oefening ik ben echter zoo verstan
dig geweest, om mijn moordplannen
den hals om te draaien.
Uit het leven van een
groot man.
Er was bezoek bij Lord Underwood
te Baih. Shaker de schoenmakers
jongen die bij den Majoor de jacht
laarzen moest bezorgen, stond al
veertig minuten lang als aan den
grond vastgenageld tegenover de
koetspoort en telde met ongeduldige
belangstelling de rijtuigen, die met
groot geraas kwamen aanrijden.
Het diner was bijna afgeluopen.
Hier en daar boorde men ai over
ernstiger zaken spreken, dan de ge
wone onbeduidende tafelgesprekken,
waarbij men moestal, zoowel wanneer
goede als wanneer minder prijzens
waardige dingen worden behandeld,
zijn gedachten onder hetzelfde be
minnelijk glimlachje pleegt te ver
bergen.
Toen eindelijk bet uur sloeg, waar
op allen vaii tafel opstonden, geleid
de Sir William Napior lady Plucker,
dio naast hem aan tafel had gezeten,
naar haar rijtuig.
U denkt dus om onze afspraak,
Sir Napior, zei lady Plucker vrien
delijk bij het afscheid. Zoodra u een
boodschap vau mij ontvangt, komt u
bij ons. Sir Wellesby hoeft ons be
loofd, dat hij ons binnen een paar
weken zal komen hozoekon, en ik
mocn mij bijzonder verdienstelijk bij
hem te anaken, door hem dan te
kunnen voorstellen aan een beroemd
man als u, die onze huisvriend zijt.
Niets zal mij aangenamer z»n.
Mylady, antwoordde de Luitenant-
Generaal met een diepe buiging.
Al sedert den tijd van den Fransch-
SpaaiLSchen veldtocht heb ik groote
achting voor den voortreffehjken Sir
Wellesby. Wie' hem daar in zijn
werkzaamheden kon cadeslaan,
moest hem wel bewonderen, of hij
wilde of niet. Toou luid ik geen ge
legenheid, met hem m meer vertrou
welijke kennismaking te komen. Des
te meer verrassing is hot nu voor mij
nem persoonlijk i© kunnen ontmoe
ten.
ILenige dagon later, op een prach-
ligen nu jaarsdag, deed Sir William
Napier een giuote wandeling over
do velden, vau zijn buitenplaats naar
Frcshford.
l>e hemel was helder en onbewolkt
hier en daar steeg een dunne rookko
lom uit een der kleine, overal ver
spreide boerderijen omhoog, uit de
verte hoorde men verschillende ge
luiden, toen opoens een kroest, als
onderdrukt gesnik, de rust ver
stoorde.
Hot geluid scheen van achter strui
ken te komen, ou blcok de stem te
zijn van een kind.
Evenals alle heldhaftige personen,
welke dien naam verdienen, had ook
lord Napier oen goed, medelijdend
hart, cn evenals do moeste krijgslie
den hield hij veel van kinderen.
Hij naderde de plaats, vanwaar het
geluid kwain, en vond een klein
meisje, dat het gelaat met haar bedde
handen bedekte, en zóó weende, dat
hij er medelijdon mede had. Ook
deze eigenschap had Sir Napier met
veel dappere mannen gemeen, dat hij
geen vrouw kon zien weenen, al was
het dan ook oen smerig en onge-
wasschen meisje als hier het geval
Hij bleef voor het ontroostbaar
kind staan, boog zich omlaag, nam
de door do zon gebruinde handjes in
de zijne 011 vroeg op vriendelijken
toon:
Waarom huilt ge, kindlief?
De kleine hield een oogenblik op
te w?enen, zag met onrustige oogen
den vroomden man aan, die voor
baar stond, en ging toen weer dade
lijk opnieuw weeuen, nog luider en
hariverschcurender dan te wren, als
of het onmogelijk was, haar leed in
woorden uit te drukken.
Toen ging de Luitenant-Generaal
tegenover haar zitten op een gevel
den boomstam,die in de wanne herfst
zon daar lag te drogen, trok voor de
tweede maal do smerige vingertjes
van het kleine meisje van baar be
weende oogjes af, narn de kleine
bruine handjes nogmaals in zijn eer
lijke suldatenhanden, en vroeg:
Zog eens, Kitty, waarom huil
je? Je licet immers Kitty?
Neen, ik heet geen Kitty.
Zo vertelde dat haar naam was:
Dorthy Candle, en keek Sir Napier
daarbij doordringend aan, alsof ze
bang was, dat hij hot niet goed had
verstaan. Haar tranen hielden nu
oem oogenblik op, maar om haar fier
mondje was nog een pijnlijk© trek.
alsof de stroom weer dadelijk zou
beginnen te vloeien.
Sir Napior liet het echter zon ver
niet komen. Hij haalde zijn zakdoek
te voorschijn, droogde de oogjes van
het kind af en zei:
Komaan, Dorthy, vertel me nu
eens, waarom je geweend hebt. Heb
je ergens verdriet over
Het kleine meisje dat met haar
blauwe oogen en vlasblonde lokken
©r gezond uitzag, als een echt boe
renkind, schudde liet hoofd.
Heeft iemand je kwaad gedaan?
vroeg Sir Napier weder.
Dorthy schudde weer ontkennend
met het hoofd.
Sir Napier dacht na over alle mo
gelijke oorzaken, die het kind zulk
een groot leed konden veroorzaakt
hebben, en vroeg belangstellend:
Is je pop soms gebroken?
Weer begon een tranenstroom te
vloeien ,toeu zo antwoordde:
Neen, mijnheer, niet mijn pop,
maar de nieuwe pan van vader, een
pan met rooden rand. dio moeder
laatst od do markt gekocht heeft,
waarin ik het middageten voor va
der naar het land moet brengen.
Het was een hopeloos geval, maar
de luitenant-generaal liet zich niet
van zijn stuk brongen. Hij liet niets
merken van zijn zorg. en tooude liet
klei no meisje zulk een goedhartige
en troostende gelaatsuitdrukking
dat het opoens vroolijk begon te la
chen, en vol blijde verwachting uit-
riep:
U zult de pan weer aan elkaar
lijmen niet waar, mijnheer?
De groote man was zoozeer getrof
fen door dit vertrouwen op zijne kun
digheid, dat hij in een hartelijk la
chen uitbarstte.
- Neen, Dorthy, antwoordde hij,
dat kau ik niet, maar ik zal het geld
geven, waarvoor je moeder een an
dere pan kun kuopen, die even mooi
is als de gebroken©, en dan is alles
weer in orde.
Hij zocht naar zijn beurs, maar
had die vergeten mee te nemen, en
was nu werkelijk >n verlegenheid,
hoe hij zijn kleine vriendin uit den
nood zou redden.
Heb je de pan nog vandaag
noodig. Dorthy'? vroeg hij.
Neen, mijnheer, vandaag heeft
vader zijn eteu al gehad. Ik was op
den terugweg, toen ik de pan liet
vallen.
Dan behoef je niet meer onge
rust te zijn, Dorthy. Kom morgen op
hetzelfde uur liier, dan zult ge mij
vinden. Ge krijgt dan het geld, gn
gaat met moeder eon nieuwe pan
koopen, is dat goed?
Het kind stemde toe, droogde haar
tranen af, en Sir Napier zette zijne
wandeling voort.
Den volgenden dag, op hetzelfde
uur, nam hij zijn bours, na zich eerst
wertuigd te hebben of er klein geld
in was, en maakte zich gereed, Dor
thy te gaan opzoeken, toen een bode
hem een brief bracht van Lady Plu
cker die hem uiededeeldo, dat Sir
Wellesly nog denzeifden avond te
Bath bij haar zou zijn, en hem met
vriendelijken drang aan zijn belofte
herinnerde, daarbij tegenwoordig te
zijn.
Sir Napier dacht na, berekende den
afstand, en overwoog, of hij nog op
den bepaalden tijd te Balh zou kun
nen zijn, als hij eerst de belofte ver-
ulde, dio hij hot kleine meisje had
Het was onmogelijk. Hij moest kie
zen tusschen beide
Hij verzocht den bode even op ant
woord te wachten, zette zich voor
zijn schrijftafel, en schreef aan La
dy Plucker in beleefde termen, dat
hij hot zeer betreurde, tengevolge
van een reeds vroeger gedane belofte
aan haar uitnoodiging geen gevolg
ie kunnen geven.
(Centr.)
üe Juweeleodiefstal.
Met deze kamer neem ik geeri
genoegen, sprak barou Toleron tot
den hotelhouder.
t Spijt me. baron, maar ik heb
niets anders, de enkele kamers, die
nog open zijn, zijn besteld door de be
roemde tooneelspeelsler Bolle Bariet.
O, dio ken ik wel. zei de baron.
Weet u wat, geef, mij die kamers
maar lot zij komt; zij zal het zeker
goed vinden. En baron Toleron, die
een slochten naam had. maar veel
von lux© liield, genoot van de prach
tige, bad- zit- en slaapkamer.
Toen mademoiselle Belle Bariet
kwam, moest de barou verhuizen;
maar hij vond liet aangenaam de ken-
nismakivi" met de gevierde actrice te
vernieuwen.
Haar komst in 't hotel was een ware
gebeurtenis, niet alleen om haar be
roemdheid. maar ook omdat men wist,
dat zij prachtige juweelen had, mooier
dan de voornaamste dames. Toen Bel
le Bariet aan het diner verscheen, fon
kelde op huar borst een robijn, met
rosigen, schitterenden glans.
Baron Toleron zat naast haar en
maakte haar een compliment over
haar juweelenschat.
Als ze u maar niet ontstolen wor
den, sprak hij.
Dal bleek een profetie, want den vol
genden dag waren de juweelen ver
dwenen. en baron Toleron werd op
minder aangenaino wijze in de zaak
betrokken, omdat Barbara Aballan,
Belle's kamenier, hem uit de kamer
der actrice had zien komen.
De hotelhouder haalde cr onmiddel
lijk een detective hij. den heer Nichols
die bij baron Toleron aan het tafeltje
ging zitten.
Ik ben detecthe, sprak hij zacht.
Ik wensch een onderhoud onder vier
;,geii; wilt u mij volgen?
Verbaasd keok baron Toleron naar
het schrandere gezicht tegenover hem.
't Is een grap, hè?
Volstrekt niet, antwoordde Ni
chols, en deed Toleron in de kamer
van den hotelhouder een verhoor on
dergaan. Toleron verklaarde de deur
to hebben open gevonden en zich te
hebben vergist.
Maar u zei toch. de deur gesloten
te hebben.' vroeg Nichols ontstemd aan
Barbara, die snikte.
J...Ja, dat dacht ik ook, stamelde
zij.
Hoor eens. mijnheer Nichols,
sprak Toleron. d>: liftjongen en do
kellners kunnen getuigen, dat ik regel
recht van de kamer van mademoiselle
Bariet naar hetj.ifeltje ben gegaan,
waar u me gevonden hebt. Om alle
achterdocht te voorkomen, wil ik nu
dadelijk gevisiteerd worden.
Dit geschiedde, maar er werd niets
verdachts crevonden, zoodat Barbara
a voor de schuldige werd gehouden.
Alleen de actrice zelve geloofde niet
_an de schuld van liet meisje, en ze
sprak: Huil niet, Barbara, ik weet,
dat jij het niet gedaan hebt, en alles
zal wél uitkomen.
U deed beter eerst eens naar de
feiten te luisteren, zei Nichols. Maar
zij was niet te overtuigen, en toen hij
heen gegaan was, wendde zij zich tot
baron Toleron. Ik heb geen vertrou-
w en in dien man. sprak zo. Ik wil
de een ander raadplegen.
Juffrouw Bariet, ik hoop maar,
dat u nui niet verdenkt, hoewel de
schijn te«en mij is, sprak Toleron
ernstig.
De schijn is volstrekt niet tegen
antwoordde Belle vriendelijk.
Integendeel, eu oin u te bewijzen, hoe
ik u vertrouw, wilde lk u verzoeken
den heer Paul Bek voor me te gaan
halen.
Twintig minuten later stapte een
stevige, opgeruimde man de kamer
binnen.
U bent zeker mijnheer Bek? Ik
wilde graag, dat u de zaak voor mij
tot klaarheid bracht.
Ilij bekeek nu alles, ondervroeg nog
eens 't kamermeisje, en praatte vrien
delijk met Toleron.
Goeden uvond. juffrouw Bariet,
zei hij eindelijk, zoodra ik iets weet.
hoort u wel van me.
Dat is me de detective wel. brom
de Nichols, toen zijn collega vertrok
ken was.
Dus u weet 't, zei Bok bij zijn
vertrek aan den titelhouder, één
woordje, als iemand na juffrouw Bar
iet de kamers betrekt en verder
mondje dicht.
Tien dagen later was hij terug.
Wie is uw gast?
Mijnheer Gorcoran. een Amerl-
kaausch miliionair.
Kunt u mij een poosje als kellner
gebruiken?
Zeker. U wilt dus...
Ik ben over een half uur terug.
Toen Bek na verloop van dien tijd
terug kwam. zou r iemand hem her
kend hebben.
Hij moest den nieuwen gast bedie
nen. Deze was zeer tevreden over zijn
scuper, alleen was er een vreemde
smaak aan de chartreuse.
Ik moet morgen om zes uur op,
kellner, sprak hij. maar hard klop
pen, want lk slaap vast.
Wat zult u nu verder doen? infor
meerde de hotelhouder aan Bek.
Inbreken, antwoordde Bek kalm,
en in gezelschap van Nichols slopen de
beide amateur-inbrekers in de zitka
mer van den hoer Gorcoran; een stoel,
waarop een lampetkan was neergezet,
werd behoedzaam verwijderd, en ter
wijl een ceruststellend gesnork uit het
bed klonk, werden de kleercn van den
verdachte doorzocht.
Nu? vroeg Nichols hatelijk.
De inhoud van de zakken was niets
bijzonders. Horloge, portefeuille, zak-
schqar en een zakdoek, en één vreemd
ding, een centimeter.
Dien zocht ik, zei Bek, en geef me
nu nog eens de portefeuille. Alle pa
pieren borg hij weer op. totdat hij een
stukje papier vond, waarop onregel
matig een kruis getrokken was.
Vlug meet 't karpet eens op, zei
Bek plotseling; en de detective gehoor
zaamde.
Juist, 't klopt, klonk het toen
kort.
Nichols begreep er niets van. want
Bek lag op zijn knieën te nieten.
Hier, zei hij toen. IIij ontdekte
t-en snedo in het dikke tapijt, en zag
ook ©en kleinen sniiker, die 't uitge
sneden la-;e op zijn plaats hield. Hij
lichtte het er uit Tn den gopolijsten
vloer liep een cirkelvormig© snede.
Met zijn mes wipte Bok 't hout op.
Netjes gedaan, mompelde hij in
zichzolf. trok toen aan oen zwart paar
denhaar, die uit bet kleine gat om
hoog stak. en haalde er de juweelen
uit.
Nu was Nichols geheel bekeerd. Hij
wilde onmiddellijk Gorcoran arrestee
ren, inaar Bek zei, dat cr nog geen
bewijs was. Hij legde de juwee-len
weer in hun schuilplaats en verstopte
zich achter de gordijnen. En jawel,
toen Gorcoran mol moeite om zes uur
was wakker gebonsd, begon hij pre
cies hetzelfde spelletje uls Bek. Hij
mat, maar vóór hij dat deed, liep hij
naar 't open raam en kuchte. Van de
straat werd zijn kuch beantwoord.
Doch op hot oocrenblik, dat hij zijn
buit uit den vloer te voorschijn
baalde, werd bij van achteren aan
gegrepen en op den grond geworpen.
Een sponsje met chloroform deed hein
van allen weerstand afzien. Bek liep
naar 't raam. waaronder een opval
lend lang© vrouwenfiguur wachtte.
En nu deed Bek iets heel vreemds. Hij
wierp het toschje - den kostbaren
inhoud naar beneden, waar 't door die
figuur werd - men. Vervolgens
verdween de dam© snel om den hoek
van de straal om in de armen te loo-
pen van een kranigon politieagent.
Laat maar, mijnheer, grinnikte die,
terwijl hij handig de boeien tocklap-
te. t Spijt me, dat ik con dame moet
lastig vallen, mijnheer Toleron. maar
ik arresteer u, omdat u de juweelen.
die thans in uw liez.il zijn, gestolen
hebt.
DAMRÜBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek be-treffende, gelieve men te richten aan
den heer J. Meyer, Kruisstraat 34, Telephoon 1543.
Probleem No. 301
von YVES LE GOFF.
JS|
!M
11
1:
H
1
m
1 p
m
si
w'
iSÜ
fes
,.w
1
Sf
-
H
Zwart schijven op: 7, 8, 9, 13, 15. 17, 18, 19. 20, 22, 25 o'n 30.
Wit schijven op: 28, 31, 32, 33, 34,37, 38 en 47.
Probleem No. 302
van J. PUTHOD.
Zwart schijven op: 3, 9. 13, 16, 18,19, 21, 23, 25 en 26.
Wit schijven op: 27, 28, 30, 32, 34,36, 38, 48, 49 en 50.
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 31
October 1911.-
Oplossing van probleem No. 297
van don auteur: Wit 16-11, (zw. 7:16)
gedw., w. 30-25, 40-35, 39-34, 37—32,
35:2, 26:10, 25:31
Oplossing van probleem No. 298,
van den auteur: Wit 38—33, 3228,
9—27, 27—49! on zwarthoudt 3 schijven
Zwart 28:50, 35: 44
en een dam over waarmede hij niets meetr kan beginnen,
STAND UIT DE PARTIJ.
Zwart
1 2 8 4 5
35—30, ai—30, 43—38, 37—32, 23-18,
28:39, 33:4!
Beide problemen zijn goed opgelost
door de hoeren W. J. A. Matla, J.
Siegerist
OPLOSSING EINDSTAND.
Zie vorige i ibriek.
Nadat zwart 5 28 had gespeeld,
plaatst© wit zijn dam op 9 waarna
-
ML
M
n>
m
a
§n
4
cJ
1
Éi
%a
vè
m
m.
a
Si
s
m
46 47 48 49 60
Wit
Zwart schijven op: 3, 6. 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 23, 24 en 26.
Wit schijven op: 25, 27, 28, 31, 32,33, 35, 36, 37. 38, 39. 40, 43, 45, 47
en 48.
zocht bord cn schijven mede te bron»
gen.
In dezen stand speelde zwn'rt 12—17
een slechte zot, waardoor wit de
winst als 't ware in handen werd ge
geven. Gelukkig voc/r zwart, zag wit
zulks niet e(n speelde 4742.
Wie kan zeggen hoe wit had moeten
spelen?
Siraitliaan-Séanc© op a.s. Maandag
avond t© 8 uur in het clubgebouw
van de Haarlemscho Damclub, t© ge
ven door den meoster-dammer Ilerm.
Hoogland Jr. van Utrecht.
Niet leden, die aan deze Séance
wenschen deel te nemen, worden ver-
De Haarlemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in het ge
bouw ,,De Nijverheid", Jansstraal 85,
alhier.
Liefhebbers van hel damspel zijn
daa'r steeds welkom.
Zij die lid wenschen te worden van
de Haarlemsche Damclub, kunnen
zich daartoe bij het bestuur aanmel-