RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
gcede oplossingen zenden, worden in
het volgend nummer bekend go-
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op don leeftijd
in vei band met een aantal oplossingen
en op de netheid van het werk.
1 (Ingezonden door Jan Hendrik
Bruijn).
Ik Ik-n een wondervlugge vent.
Bij oud en jong in 't land bekend.
Ik woon het liefst verbazend hoog;
Beu nu eens nat cn dan weer droog.
De menschen kijken veel naar mij,
En was 'k een mcnsch, dan zeiden
zij
„Men kan volstrekt niet op hem
aan I"
Nu moet gij mijnen naam wel ra&n.
2. (Ingezonden door Jan Westera).
Met K hen ik een grondsoort.
Onthoofdt men mij, dan ben ik op
het dak van den toren.
Onthoofdt men mij weer, dan ben
ik voedzaam.
3. (Ingezonden door Jentien en Jo
Been).
Ik ben scherp. Verwissel mijn eerste
en laatste letter en ge krijgt een wind
streek.
4. (Ingezonden door Piet v. Donse
laar).
Welk bekend spreekwoord leest ge
hieruit, wanneer ge de puntjes ver
vangt door medeklinkers
i e a
a i^i
6. (Ingezonden door A. J. cn W. Fa-
ber.)
Mijn geheel bestaat uit 36 letters
en is een zeer bekende vereeniging in
ons land.
23 24 7 2 13 23 16 1 15 is een zang
vogel.
21 34 16 8 3 21 34 is een groote ri
vier in Azië.
3 30 5 32 is een vlug viervoetig dier.
33 11 7 5 18 25 35 strekkeu zich bui
ten de stad uit.
20 21 24 10 6 22 19 is een bewoner
van een land in Azië.
14 28 29 24 4 27 kan ons makkelijk
vervoeren.
31 9 17 36 24 22 14 kan ons ook mak
ke Jij k vervoeren.
21 6 26 12 is iemand, die bewonde
ring afdwingt.
6. (Ingezonden door Hendrik Blaauw)
Neem wit uit een zak.
En wit uit een kan.
Met zoet uit een zak.
Wie raadt, hoe dit heet.
Die is een profeet I
7. (Ingezonden door Eliz. Verbeek.)
Zet onder elkaar
Een stad in Zuid-Holland
Een stad in Utrecht
Een meisjesnaam
Nog een meisjesnaam
Nog een meisjesnaam
Een stad in Italië
Een stad in Zuid-Holland
Een stad in- Groningen
Eeu vrucht
Een jongensnaam
Een lichaamsdeel.
Een plaats in Gelderland
Een jongensnaam
Een meisjesnaam
Een eiland in de Zuiderzee
Een meisjesnaam
Nog een meisjesnaam
Een uitstekend voedsel
Een gebouw in Haarlem
Een jongensnaam
De beginletters vormen den naam
van een bekende spreuk.
8. (Ingezonden door Annie Rozenhart)
Het geheel bestaat uit 13 letters en
js een plaats in Friesland.
9 10 11 13 2 8 is een familielid.
9 10 11 12 8 is niet licht.
4 12 11 8 6 is een lekkernij.
4 7 2 8 is een kleverige vloeistof.
1 11 12 8 5 is een visch.
8 7 3 6 is een smalle opening.
p. (Ingezonden door Jan Westera).
Mijn 1ste vindt men bij het water,
Mijn 2de vindt men in het water.
Mijn geheel vindt men ook in het
water.
10. (Ingezonden door Jentien en Jo
Been).
Mijn eerste is iets. wat ieder op een
angstig oogenblik wel eens gevoeld
heeft.
Mijn 2de is oen stadsdeel.
Mijn geheel is een plaats in Utrecht.
11. (Ingezonden door Willem Perk).
Ik ben een hoog gebouw. Verander
mijn 1ste letter en ik ben in den tuin.
Verander weer mijn 1ste letter en ik
ben op het kerkhof.
12. (Ingezonden door Henri Willem
Fridericks).
Mijn geheel bestaat uit 21 letters en
is bij allo kruideniers te verkrijgen.
2 4 21 13 is oen metaal
17 3 4 5 is een bekend ontdekkings
reiziger
1 10 20 15 wordt gebruikt om iemand
te dragen
5 11 IS 8 is voedzaam en smakelijk
19 21 7 is een verkorte meisjesnaam
9 20 18 12 13 14 7 is een geldstuk
1 6 16 is een vrucht.
Raadseloplossingen
Do oplossingen der raadsels van do
vorige week zijn
1. De ijsbaan.
2. Wie het laatst lacht, lacht het
host.
Wiel thee bes last acht
laat echt.
3. Mozes zes.
4. Zuilen.
5. Leeuwarden.
Dal eeuw leed nar.
6. De morgenstond heeft goud in den
Dnond.
7 Ar ons kolk Aronskelk.
8. Jans Ana.
9. De beste bode is do man zelf.
Bot elft been mot zes
das bed Dien tien.
10. Ede.
11. Sint-Nleolaos.
12. Spreken is zilver, zwijgen is
goud.
Goede oplossingen ontvangen van
Geertruido. Boks 8.
Sophia Ilinrichs 8.
Bart Listenbei-g 12.
Zus Duursma 12.
Piet de Voer 12.
Jontien Been 9.
Cornells v. Gelder 10.
Johan v. Donselaar 12.
Iris 10.
Jaeoba v d Schaar 11.
Cornelis en Nanne Nnuta 12.
Corry van Dalen 10.
Marie Landmeier 10.
Lena Koeleveld 11.
Trinette en Sophio Dusscholen 8.
Jan Huiier 8.
Cor Huijer 8.
Willem van Wilsum 8.
Johanna Kerkman 5.
Frits Seuter 12.
Dina en N'elly Mooren 5.
Arie Dunnebier 5.
Betje Verbeek 8.
Zonder naam 6.
Alida A. C. Möhring 5.
Bop en Marie Ruyzonaars 10. en 9
van de vorige week.
Jon Hendrik Bruijn 12.
Henri Fridericks 5
Betsie en Annie Stavenulter 8.
Nelly Aarse 9.
Willy Germeraad 9.
Jan Westera 8.
Johanna Francken 9.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door Marietje Cramer).
1. Doezel balkte den gchoelen nacht.
2. Doe het luik dicht. Piet 1
3. Ik vind liet Sint-Nicolaasfeest al
tijd zeer prettig.
4. Zeg. Em men zegt. dat er brand
is
5. Men delft daar een kuil, die wel
vier meter diep is.
6. De venter met aardewerk kwam
om vier uur voorbij.
7. Een regen van rozen daalde op
ons neder.
8. Wat ziet dat arme kind er helder
en netjes uit I
(Ingezonden door Doornroosje).
9. Hij wil naar zijn Grootmoeder,
maar niet naar zijn tante.
10. Jan, «aat Aal tennissen, of weet
je het niét
(Ingezonden door Marijtje Draijer).
Rika, laat die tijl staan en ga wat
anders doen
Doe de deur op slot cn geef mij den
sleuteL
BEGRAVEN VERKORTE MEISJES
NAMEN.
(Ingezonden door Betsie en Annie
Stavenuiter.)
13. Veel Europeanen gaan naar
Amerika.
14. In het "Gooi is het prachtig.
15. Coblenz is een mooie stad.
16. In onze kamers staan meubels.
BEGRAVEN PLAATSEN.
Do oplossingen der raadsels van de
vorige woek zijn
1. Norg.
2. Balk.
3. Opende.
4. Sleen.
5. Meppel.
6. Bergen,
7. Raai te.
8. Hellondoorn.
9. Hengelo.
10. Enschedé.
11. Urk.
12. Marken.
Goede antwoorden ontvangen van
Geertruida Boks 11.
Sophia Ilinrichs 11.
J. N. Ran 2.
Zus Duursma 12.
Jentien Been 11.
Iris 12.
Jaeoba v. d. Schaar 12.
Cornelis en Nanne Nauta 12.
Betje Verbeek 8.
Corry van Dalen 12.
Marie Landmeier 12.
Lena Koeleveld 12.
Jan Huijer 12.
Cor Huijer 12.
Willem van Wilsum 10.
Frits Seuter 12.
Dina en Nelly Mooren 12.
Arie Dunnebier 12.
Zonder naam 6.
Bep en Marie Ruyzenaars 12 en 20
van de vorige week.
Henri Fridericks 9.
Betsie en Annie Stavenuiter 7.
Nelly Aarse 11.
Willy Genneraad 12.
Jan Westera 11.
Johanna Francken 12.
BAAS GOEDBLOED.
EEN OUDE GESClilF.DENIS VAN
TWEE BOEREN.
Er was eens een eenvoudige, oude
man, die Gocdblocd heette. Hij woon
de in eon klein boerenhuis op een
heuvel ver van het dorp.
ILij had oon goede v'rouw, van
hij heel veel hield; zij leefden samen
gelukkig en tevreden, deden ied<*pen
dug, wat er op hun kleine boerderij
te doen viel, en zaten 's avonds rus
tig samen bij het vuur zonder ooit te
twisten, of elkander ook maar één
onvriendelijk woord te zeggen.
Dit kwam voor een deel, omdat zij
hooi weinig zorgen hadden. De boor-
dcrij was hun eigendom; zij hadden
twee mooie koeien, kinderen luidden
/.ij niet, dus daar behoefden zij niet
voor te sparen, en wat het aardigst
was: het geldkistje in het hoekje van
de kast was zóó zwaar, dat zij geen
honger zouden lijden, als zij te oud
werden om te werken.
Toch was dit eigenlijk niet do re
den, waarom zij zoo gelukkig samen
waren. De voornaamste reden daar
voor was, dat Goodbloed's vrouw al
tijd alles goed vond, wat Goodbloed
deed. Wanneer hij de een of andere
sïandering in hun huis of boerderij
aanbracht, dan zei ze: „dat is heel
verstandig!" inplaats van tegen hem
te kijven en te zoggen, dat het toch
veel beter gegaun zou zijn, als hij
haar eerst om raad had gevraagd,
zooals sommige andere vrouwen, bij
voorbeeld, die van boer Grijsbaard,
die wat ve'rderop woonde, altijd doen.
In werkelijkheid was Goodbloed's
verstand niet zoo bijzonder groot; ja.
hij kon soms wel eens heel domme
dingen doen, zooals ge zult hooren.
Eens op een avond, zei Goodbloed's
vrouw tegen haar man: „Hoor eens,
we moesten een van onze ko.-.on ver
koopen. Wij houden er dan één over
en d(io geeft melk en boter genoeg
voo'r ons beiden. Wij worden lang
zamerhand een dagje oudeir, ieder
beest brengt zijn werk moe, laten we
er daarom één wegdoen."
„Dat is best", antwoordde Goed
bloed. „Dan breng ik morgen de rood
bonte naar de markt".
Den volgenden morgen haalde
Goedblood een der kooien uit de wei
en braoht haar naar do stad, maar
daar er dien dag geen markt was,
vond hij er natuurlijk geen koope'r
„Dat is niels", dacht Goedbloed,
„dan neem ik haar maar weer mee
naar huis; de weg naar huis is toch
ook niet longer dan de weg naar
hfier'L
En dat was waar; maar wat ook
waar was: de boer en de koe waren
allebei 's morgens frisch, en nu ver
moeid. Toen zij een paar uur geloo-
pen hadden, kwain er een man aan
met een mooi jong paard, gezadeld
en wel, en Goedbloed kreeg een p'rach
tig idee.
„Op deze manier kom ik nooit
thuis", daoht hij, ,,als ik dien man
nu eens vroeg om zijn paard tegen
mijn koe te ruilen. De koe hebben
we toch riet nood tg en op het paard
kon ik nu rijden; en wat zal mijn
vrouw trotsch zijn, als zij mij daar te
paard aan ziet komen".
Zoo gedacht, zoo gedaan. Hij 'ruil
de de koe.
Maat, was de koe te langzaam ge
weest, bet paard was te vlug. Het
was zoo jong en vurig en dartel, dat
de arme Goedbloed al zijn krachten
moest inspannen, om op zijn ru,
blijven zitten. Na eer, half uurtje gaf
hij het op en leidde het bij den toom
verder, maar dat was ook niet heel
gemakkelijk, want het dier deed
niets don springen en capriolen
ken.
„O, hemel", dacht Goedbloodj „dit
iis nog veel ergor." Ik wou, dat ik
dat paard maar kon ruilen voor iets,
dat wat langza.meT ging.
Juist toen hij dit dacht, kwam er
een boer den l>ocht van den weg om,
die oen vet varken voortleidde. Het
was zoo vet, dat het zijn pooten haast
niet verzetten kon.
„Ha! Dat is juist iets voor mijl"
riep Goedbloed. „Wat zal het heerlijk
zijn, om alle dagen een lekker stukje
spek te krijgen".
Hij hield den boer staande en
de het paard tegen het varkon. Maar
nu werd het nog erger, want het
varkeu wilde lieelemaal niet vooruit.
Goedbloed duwde, Goedbloed trok,
hij sloeg, ja, hij schopte het varken,
maar hot kwam niet in beweging.
Het bleef bedaard in de modder lig
gen. Wat moest Goedbloed nu begin
nen'? Hij kon zoo'n zwaar dier natuur
lijk niet dragen, en het varken schoen
geen plan te hebben, om te loopen.
Terwijl Goedbloed stond te over
wegen, wat hem te doen stond, kwam
er een man voorbij, die een ga.t
een touw leidde. De geit was jong en
levendig en sprong en huppelde over
don weg.
„Dat is juist wal voor mijl" riep
Goedbloed. „Varkens zijn suffe die
ren! Zoo'n vroolijk geitje lijkt mij
beter I"
En hij ruilde zijn v .rken tegen de
geit.
Een half uurtje ging alles goed.
liet geitje sprong vroolijk voorui t en
Goedbloed liep "er achter en lachte
om de zotte sprongen.
Maar Goedbloed was zoo jong niet
meer coi plotseling werd hij moe
dat nu links en dan rechts over den
weg loopen en toon hij een herder
met oon kudde schapen tegen kwam,
ruilde hij zijn geit tegen eeu mooi
dik schaap.
„Goddank", zuchtte hij, toen de
geit uit hot gezicht was, dat wilde
d er zou mijn vro w et. mij maar
vermoeid hebben!"
Maar hij was nu van liet eene uiter
ste in het andere vervallen.
Het schaap was gesche»den van
zijn soortgenootcn en voelde zich he>el
ongelukkig. Het trok nnn het touw
en trachtte voortdurend Goedbloed te
dwingen terug te keereii en zich bij
de overigen te voegen; en aldoor
blaatte liet, om ei- modelijdon mee te
krijgen Eindelijk verloor Goedbloed
zijn geduld
„Dat ellendige dier!" riep hij op
't laatst „Het is net zoo koppig en
lastig als do vrouw van boer Grijs
baard. Ik wou, dat ik maar iemand
zag, om liet te verkoopen; togen iede
re n prijs wil ik het weer kwijt zijn!"
„Wie het koopon wil'? Ik wel!" riep
eeu man, die juist voorbij kwam.
„Neem mijn vette gar- er voor in de
plaats. Het is een mooi dier en zal
ook eigenlijk, dat een heel varken
veel te veel was voor ons beiden. En
van geitenmelk houden we allebei
evenveel. Waar is de geit?"
,Wal", antwoordde Goedbloed. „Ik
heb de geit ook niet gehouden, maar
geruild voor een schaap".
„Dat is net wat voor jou", hernam
de vrouw, „Je wilde mij de moeite
het melken besparen, en daar
bein ik bij om".
„Maar ik heb het schaap ook niet
meer. Dat heb ik geruild voor een
i, oindat ik die makkelijker naar
huis kon krijgen".
„Dat is best", zei de vrouw. „Ge
braden gans is heel lekker en ik kan
juist wat veeren gebruiken om mijn
kussen bij te vullen".
,Ja, maar de gans werd mij to las
tig en die heb ik ge'ruild voor een
haan".
lu, een gebraden haan smaakt
ook goed en daar hebben wij samen
ook ruimschoots genoeg aan", was
het antwoord. „Heb je hem op het
erf laten loopen?"
„Neen, ik kreeg zoo'n honger en ik
was z-ó vermoeid dat ik in een her
berg den haan hebt verkocht., oin ee'n
maal eten. En nu ben rik blij, dat ik
eindelijk weer rustig thuis ben".
„Geen wonder! Je hebt ook een v«
moetenden dag gehad. Ik was al
bang, toen het zoo laat werd, dat er
een ongeluk gebeurd zou zijn, en ik
ben blij, dat je gezond en wel weer
thuis bent. Hier is oen kop koffie, en
dan zullen, we maar vroeg slapeui
gaan!"
k geloof toch, dat de dag ons
nog voordeel aanbrengt", zei Goed
bloed on ging naar de deur.
Peter Grijsbaard .rad binnen.
Verbaasd kec> ^erst Goedbloed
en toon de vrouw aan.
„Dag, buurman! Ook een kop kof
fie?" vroeg de vrouw.
,lk heb de tw.ntig goud stukken
vendoren", zei boer Grijsbaard.
„Maar nu weet ik, waarom hier
zooveel geluk heorschL"
boter bovallen, dan dat blatende
schaap".
Dut leek Goedbloed ook. En hij
gmg verder met de gans onder den
arm. Maar heel vér kwam hij niet
met baar, want de guns sdrvm Wat
op hem tegen te hebben. Zij vocht
met snavel, pooten en vleugels om
vrij te komein. Goedbloed had moeite
haar vast te houden, laat staan haar
naar huis te dragen.
„Och, hemel!" riep hij uit, „mijn
rouw zal het vreeselijk vinden, orr.
zoo'n vogel op onze nette 'rustig*:
boerderij te krijgen! Ik wist niet dat
ganzen zoo kwaad waren!"
nu liep hij de eerste de beste
boerderij, waar hij aankwam op en
uilde de gans tegen een moaen
haan, met prachtige, witte veeren en
sn groote, roode kam.
Een healen tijd lang ging alles nu
goed. Wel maakte de haan Goedbloed
1 dan hevig aan 't schrikken
plotseling luidkeels te kraaien,
maar daar zijn pooten bij elkaar ge
bonden waren en zijn kop naar bene
den hing, was hij voel gemakkelijker
te dragen, dan de ga'ns.
Intusschen was het laat gewórden
an het gewone uurtje voor zijn avond
eten was reeds lang en breed voorbij.
Hij voelde, dat hij zonder eten
haast niet meer verder kon komen,
naar geld had hij niet bij zich, en
toen de honger hem ten laatste den
baas we'rd, gng hij eon herbóro- bin-
Hij verkooht zijn haan voor oon
daalder en gebruikte dat geld voor
a Bink avondmaal.
.Komaan", troostte hij zichzelf,
terwijl hij Ln donker naar huis wan
delde, „ik zou van dien haan toch
niet voel pleizier gehad hebben, als
onderweg van honger gestorven
was!"
hij zijn woning naderde, be
gon Goedblood er over te denken, hoe
wonderlijk het dien dag geloopon
i hij liep even bui,non bij zijn
buurman, Peter Grijsbaard.
„Wel, buurman", begon boer Grijs
baard, „hoe is het je in de stad
gaan?"
„Niet goed en niet slecht", ant-
oordde Goedbloed. „Ik kan niet
iggen, dat het mij fortuinlijk
gaan is, maar alles in aanmerking
genomen, heb ik toch niet te klagen,
en hij vertelde, hoe het dien dag ge-
loopen was.
Peter Grijsbaard was één en al
schrik en vorbaang. „Dat is me wat
moois! En het órgste moet n
men! Wat zal je vrouw zeggen over
zoo'n manier van zaken doen? Ik zou
voor-geen gekt van de werekl in jou
schoenen willen staan, dat beloof ik
je!"
„Goedbloed lachte." „Wees daar
maar 'niet ongerust over", zei hij.
„Mijn vrouw is er niet een van de
soort, die "ruzie maakt, als iemand
doodvermoeid jê. Zij zal lieei blij zijn,
dat ik veilig en gezond weer thuis
ben".
Dit was de waarheid1, maar Grijs
baard daoht aan zijn eigen vrouw en
wilde hem niet gelooven.
„Dat zeg jo nu, buurman", hernam
Grijsbaard, „dat zeg je nu en het is
braaf, dat je zoo praat, want een
moet buiten de deur geen kwaad
van zijn vrouw vertellen; maar ik
ben ook getrouwd, en je begrijpt dus
wel, dat ik het niet geloof".
Goedbloed was zoo verstandig hier
niet verder over te redenee'rcn; hij
zei alleen: „Ga mee en hóór zelf. Ik
heb thuis nog wat geld en dat heb jij
ook. Ais je gelijk hebt en mijn vrouw
begint te mopperen, of te razen, dan
betaal ik jou twintig goudstukken;
maar als Ik de waarheid gesproken
heb, moet je ze mij geven".
„Afgesproken!" zei Petór
men gingen zij don heuvel op naar
Goedblood's huis. Toen zij daar kwa
men, stapto Goedbloed de keuken in,
waar zijn vrouw zat te verstellen,
maar hij Het de deur op een kier
staan, zoodat Peter, die buiten bleef,
kon hooreu en zien, wat er voorviel.
„Ziezoo, daar ben ik weer", b<^;on
Goedbloed.
„Ben jij het, man?" klonk hel ant
woord, „Goddank, dat je wéér terug
bent. Ik werd al ongerust, waar je
zoo lang bleef. Heb je een goeden dag
gehad?"
„Matigjes, matigjes!" antwoordde
Goedbloed. „Ik kon ihemand vinden,
d.e mijn koe wou koopen, en daarom
heb ik haa'r geruild voor een paard".
„Een paard? Wel, dat is aardig! Ik
heb mijn heóle leven ve'rlangd
een paard; en wij kunnen er nu best
een op na houden. Waar heb jo hom
gezet? In den stal?"
„Neen", zei Goedbloed, ik heb
het niet inoegebrac Ik veranderde
van gedachte en ruilde het paard
voov een vet varkan".
„Wel, dat is verstandig!"
vrouw; „een paard zou óns misschien
ook heel wat last bezorgd hebben. En
oen varken kunnen we slachten en
dan hebben we een prachtigen voor
raad spek in huis. En waar is het
nu? Heb je het m de schuur ge
bracht?"
„Neen," zei Goedbloed, „zie je, dat
varken was mij veel te zwa'r oen voort-
te trekken en het wou niet loopen,
daarom heb ik het geruild voor een
geit".
„Uitstekend", zei de vrouw. „Dat
was heel verstandig! Ik zie tegen die
slacht ook wel wat op en ik geloof söhon 1 ën 2 uur.
Brievenbus
ARIE D. Het. nieuwo raadsel is
best. Ja, ze waren wel wat moeilijk,
en ik geloof, dat er deze week ook
een paar moeilijke bij zijn. maar an
ders ben je ook zoo gauw klaar! Hoe
lang heb je zoowat werk met het zoe
ken van de oplossingen
CORRY VAN D. Je nieuwe raad
sels zijn praohlig, heb je die z-Jf oe-
dacht Houd je veel van handwerk
jas maken, on wat heb je nu onder
handen
MARIE L. De twee eerste raid-
seis zijn goed, maar bij liet derdo
heb je vergeten, liet antwoord ie
schrijven. Geef mij dat dus nog maar
op.
extra
(Brieven aan de Redactie van
de Kindor-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venamav. Doom,
Wagenweg 88. Haarlem).
In de bus gooieai, zonder
aanschellen 1
TRINETTE en SOPHIE D. Ja,
zeker, heb ik wel eens van Jan van
S. gehoord. Ik ben de Vaderlandsciie
Geschiedenis nog niet vergeten, hour!
Vond jullie het niet verbazend aar
dig, om die plek nu eens van dichtbij
te zien en is de toren nu nog pet zoo
als in dien tijd Ik zal eens oplet
ten, als ik weer bij W. kom. of ik
Sophie ook zie. Blijf ju nu voorloopig
thuis, of zoek je ook nog iets
dars
JAN H. Wat scheelt er aan jou
been Moet je er mee in huis zitten
Wat heb je dezen keer keurt?
schreven Het is een heel verschil
met verleden jaar. hoor Is Moed ei-
al weg, en is Coba weer lieelemaaJ
beter
WILLEM VAN W. Ja, jo mag
ook raadsels inzenden. Heb Je mooie
bedacht
JOHANNA F. Jij zal liet wel erg
druk gehad hebben Hoe heet het
kleine zusje, en groeit het al goed
Mag jij er wel eens mee rijden, of
blijft het meestal in liuis
BETJE V. Het eerste raadsel is
goed. maar liet tweede spreekwoord
is niet bekend genoeg om op to geven.
Bedenk daar nog maar eens wat an
ders voor Kan het zijn. dut je ver
leden week vergeten hobt, je naam er
onder te zetten ik denk het haast
wei, ouders heb ik ze niet gekregen.
ZONDER NAAM. Ik weet niet
zeker, of je Annie B. bent, maar ik
hoop. dat „iets warms" goed uitvalt":
Schiijf me maar eens. of jij het
heuscli bent en vergeet je naam nu
maar niet weer.
ALIDA A. C. M. Ben je lang
uit de stad geweest, on waarheeu
Ga je uu weer geregeld meedoen
Hoo is het met Elsje H. Spreek je
haar nog wel eens, en los Je nu altijd
alleen op
MARIE en BEP R. Dat is goed
een volgenden koer eens een langereu
brief. Schrijft tegenwoordig Mario
altijd
HF.NRI F. Gelukkig, dat je
hand gauw weer beter was. Vond je
den zeedijk in Den H. niet mooi, en
liepen jullie dikwijls naar Huisdui
nen
HERMAN B. Jammer, dat Je
briefje de vorige week net te lou'.
kwam. Viel het je org tegen Zater
dagavond En jo had nogal zoo'n
langen brief geschreven Wat een
aaritige reis was dat van den zomer
Gaan jullie het volgend jaar weel
een uitstapje maken, of weet je dat
nog niet? Ecu klein eindje van de
reis had jij al eens gezien, is 't mot?
Vond je de raadsels moeilijk deze
week
JOHANNA K. Het »s best, als je
ook meedoet. Vind je raden prettig
FRITS S. De nieuwe raadsels
zijn goed, behalve het deixle, want
dat plaatsje is te moeilijk.
DINA en NELLY M. Komt maar
eens op een Woensdagmidda;
LENA K. Ja. jij hebt een
voorraad geduld noodig, hoor
het is toch lie ter je knie, dan <*m
hand of een oog, want dan kon jo
hoolemaal niets meer uitvoeren
troost dat je niet Misschien kan je
nu wel eens wat nieuwe raadsels f
begraven namen bedenken 1
JACOBA VAN DER S. Nu. je
zult de overige nog wel krijgen, cn
als ik er nog krijg zal ik ook aan je
denken, want het zou jammer zijn,
als het niet vol kwam. Heb je liet
getuigschrift goed opgeborgen
CORNELIS en NANNE N. Ja, als
hij samenleest met ien.-;id anders,
inog hij ook meedoen. Een naamge
noot van hem hebben we al onder
onze vriendjes. Zit hij bij jou in de
klas
JENTIF.N n. Ilc kan me best in
grijpen, dat je nu niet veeltijd hebt
voor de raadsels. Maar dat is niets
erg, hoor Zooilra Jo of jij lust «mi
tijd hebben, doen jullie maar weel
moe Is dit boek ook mooi
CORNELIS VAN G. I
raadsels zijn prachtig. Is de kaart
goed thuisgekomen en waar heb je
tiaar geborgen
JOHAN VAN O- De nieuwe raad
sels zijn goed. Ja, 't is jammer, dat
zoo'n b.il zoo gauw stuk is; gelukkig,
dat jullie ook nog heel wat andere
spelletjes bedenken kunnen l
IRIS. Dat was een -ezellige dag,
hoor, en een heele variatie op de g*>-
wone schooldagen. Wat een keurigon
brief heb je ditmaal geschreven. Ik
kon hem wel twee maal zoo gauw
lezen als anders. Ga je B. achterna t
Hoo maakt hij het
GEERTRUIDA B. Kor.i dan
maar op een Woensdagmiddag tus-
sclieu 1 en 2 uur. Ja. je mag ook
raadsels inzonden. Hob jo al mooie
bedacht
SOPHIA II. Als je een nieuw
raadsel inzendt, moet je het ant
woord er altijd metoen bijzetten.
Schrijf dit dus nog maar eers op
voor me met het antwoord achter.
Wordt jou voornaam met een f, of
met ph geschreven Eu kom je uit
Duitschland
MARTIN US B. Wat is het lang
geleden, dat ik het laatste briefje
aan je schreef 1 Ik bon nieuwsgierig,
of je er nu weer eens moer toe komen
zal Hebben jullie Donderdag eeu
prettigen dag gehad Ja, gelukkig
dut Haarlem weer wat opgehaald
heeft, die nederlaag was ook al bij
zonder treurig, maar ze hebben nu
weer een beter plaatsje op het rang
lijstje. Zouden ze het houden, denk
je Ja, het ziet nog wel nacv een
strenge winter ik hoop vóór jou en
nog heel wat anderen, dat jullie eens
flink rijden kunnen. Kan >'j 't goed
Bevalt het S. nog goed, waar is hij
nu? De nieuwe raadsels zijn goed.
BART L. Vind je de raadsels
lastig tegenwoordig, of heb je voel
huiswerk Wacht er dan maar een
poosje mee, t ot je weer eens erg veel
lust krijgt. Was Tè-tè niet moe van
do wandeling?
ZUS D. Gelukkig, dat de ver
koudheid gauw weer gezakt is. Het :s
ook nog zulk prachtig wandelweer,
dat je zeker nog alle dagen 't bosch
inloopt. Wat zijn de kleuren buiten
nu prachtig, lië Heb Je het boek nu
al uit
PIET DE V. Je raadsel is goed.
Ja, die boeken zijn meestal mooi en
boeiend. Houd jo ook veel van ge
schiedenisboeken „Tij<l" is een las
tig ding. Piet Hoe ouder je wordt,
hoo meer jeer van te kort konu, hè?
BETSIE en ANNIE S. Waar
liebben jullie het zoo druk moe ge
had Was or ecu jarige thuis, of
hebbon julli© veel gewandeld met
het mooie najaarsweer Zou je zo
deze week gauwer vinden
NELLY A. Ja. dat is heerlijk,
dut jo nu niet meer den heelen dag
thuis bent 1 En kan je nu g««d voor
uit komen Zijn er meer meisjes vaa
jou leeftijd, of zijn de moesten ouder,
en ben jo 's avonds niet moe.' Schnjl
er mij nog maar eens wat van Ja,
dat reizen is heerlijk l Gaan jullie
ieder jaar een keer
WILLY G. lk geloof, dal jij
prachtige plannen gemaakt hebt! Ik
ben nieuwsgierig, of dat allemaal
wel af zal komen Ja, heerlijk, dat
het gas nu maar vroeg aangestoken
wordt, want anders kwam j« zeker
niet klaar. Zitten jullie 's avonds alle
maal met wat werk bij elkaar-
JAN W. Neen, dat boek heb ik
niet, maar kom maar eens op een
Woensdagmiddag tusschen 1 en 2
uur. De nieuwe raadsels zijn goed.
MARIETJE C. Neen. hel eene
was niet voor jou, maar liet was wel
om in de war te raken voor jo. Ik
hoop, dat er nu geen foutjes meer
komen. Ik denk, dat jij wat ouder ge
worden bent en dat de raadsels daar
door nu gemakkelijker lijken. De
nieuwe raadsels zijn goed.
Mevr. VENEMA
21 October 1911.
-v. DOORN.