HAARLEM'S DAGBLAD. ™S£S^
tlaarlemsche
ilamdeSsvereenigiog
(Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12
Nov. 1899.)
De Haarleinsche Handelsvereeni-
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgeLreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen n'.et meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
stelt, dat de Haarleinsche Handels-
verecniging steeds opneemt, als doen
de, wat bare hand vindt om te doen.
Do voordeelen, die de Vereent ging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contr.butie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemscbe Handelsvereni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor ben in te
winnen. Bovendien hebben de leden
bet recht bet hun gratis te verstrek
ken advies der Vereeuiging te vragen
de ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de balve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
een.ging zijn de hoeren Mrs. Th. de
Haan Hugenboltz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, ulh.er, die voor de lejlen
eiken werkdag van 24 uur des no-
middas zijn te spreken.
Het bureau der Vereeuiging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereenig.ng wordt een vast
recht van 5 pCt. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
stcods worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemddo-
ling der advocaten to innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bodragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cente porto-vergueding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
•ergoed.ng Ls toegevoegd.
Ruim 1743 informatiën en rechts
geleerde adviezeu weiden in het af-
geloopen jaar gegeven.
Aan het kantoor Jansweg 11, zijn
thans coupons a 10 cent verkrijgbaar
waarop men bij het Bureau van den
Burgerlijken Stand op het Stadhuis
inlichtingen kan bekomen over het
adres vau hi er op het bevolkingsregis
ter ingeschreven personen.
In de maanden Juli en Augustus
1911 zijn 59 vorderingen tot een be
drag vau f 1978.11 a, betaald; 13 vorde
ringen worden afbetaald, 12 vorderin
gen zijn uitgesteld.
Oaarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Het onderwerp van de week is de
exploitatie van het Br w bouw door
d: Sociëteit Vereeniging en het ande
re de duurte van de levensmiddelen.
Deze twee zaken zijn min of meer met
elkaar in strijd. Voor de exploitatie
van de Bron is vermeerdering van het
ledental noodig en de duurte der lO;
vensmiddelén zou inkrimping van
niet bepaald onmisbare uitgaven ten
gevolge moeten hebben. Ik stel voor,
dat wij ons met dio tegenstrijdigheid
het hoofd maar niet breken, omdat het
heel moet blijven tot kalme beschou
wing van zooveel andere tegenstrijdig
heden, die wij in de wereld aantref
fen. Daar is bijvoorbeeld de tranicon-i
cessie. We hebben een electrisclie
tram gewenscht, omdat die beter en
sneller zou loopen, dan de paarde-
tram. En zie nu eens aan. hoe lang
zaam het eaat met de voorbereiding
van die plannen ze loopt niet snel,
zo lóópt niet eens, ze sukkel! en kruip*,
ja schijnt nu cn dan stil te staan. Als
ik Mie of Matador, met al de opge
wektheid die we van een trampaard
kunnen verwachten, voor deu wagen
door Haarlems straten zie draven,
dan vraag ik mij af, of het heelc tram-
plan eigenlijk geen droom is geweest
en of we niet op een oogenblik uit dien
soes zullen ontwaken, bemerkende,
dat de werkelijkheid uit een paarden-
tiom bestaat. In ieder geval zal Haar
lem een dubbele glorie bezitten die
van de Eerste Ncderlandsche
Elcctrische Tram Maatschappij en die
van de Laatste Nederlandsche
Paardentram. Op dergelijken twee-
voudïgen roem kan niet iedereen zich
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
In verband met de wijziging van
art,kei 11 van het huishoudelijk regle
ment van den Nederlandsclien Bond
van Onderlinge Informatie- en
Schuldinvorder.ng bureaux en Han-
delsvereenig ngen, gevestigd te Haar
lem, moet In het vervolg voor elke
informatie die op vertoon van leg ti-
matiekaarten wordt gegeven, 25 cent
worden betaald.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 our en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toen van haar Infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter bennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
De stormramp te Brainlssa.
Onze stadgenoot, de heer M. Ok-
ke'rse, die uit het dorp Bruinisse af
komstig ls, heeft ons de volgende be
schrijving gezonden van de ramp,
die Bruiriisse heeft getroffen. Dit
verhaal ifc samengesteld, deelde do
heer O. ons mee, ut de beschrijvin
gen, die zijn te Bruiriisse wonende
familie bem daarover heeft gegeven.
Wij geven gaarne een plaats aan
dit artikel, om daardoo'r misschien
mede te werken, dat wanneer straks
ook te Haarlem een comité voor hulp
verleening wordt gesticht, de giften
talrijk zullen zijn. - Red.
Bru/nisse ligt in den Zuid-Oost
hoek van het eiland Duivclond, aan
de rivieren Grcvelineen en Zijpe.
Het dorp is behoudens enkele hui
zen, die op den dijk staan, gebouwd
achter den dijk, zeedijk genoemd;
deze loopt Noordwest en Zuid-Oost.
De zeedijk is een reus met breedon
voet, waarschijnlijk wel zestig me
ter, de buitenzijde :s tot over de helft
van de helling beglooid met zand of
mergelsteen, daartusschen staan
rijen palen (palisaden) om de golven
te breken.
Vlak voor het dorp is evenwijdig
aa ml en dijk een dam gelegd, onge
veer 300 Meter lang. deze heeft in 't
Noordwesten den vorm van een stom
pen hoek en is vereend gd met den
zeedijk, dijk en dam vormen do ha
ven die in 't Zuid-Oosten door een
kleinen dam is i'gesloten, welko
laatste zoo kort is gemaakt, dat een
havenmond wordt gevormd.
De dam is aan de buiten (de rivier
zijde) tot aan de kruin beglooid.
Aan de binnenzijde van den groo-
ten dam en eigenlijk rondom de ha
ven staan meerpalen, voorts zijn in
't midden van de 1-aven en over de
geheele lengte twee rijen zware meer
palen aangebracht.
't Is Zaterdag 30 September 1911,
de vloot is thu s, op enkelen na, diio
in Holland of België zijn. 't ?ijn c'r
ongeveer 120. Ze liggen rondom do
haven gemeerd en omdat.de ruimte
voor de geheele vloot te klein is, lig
gen ze ook achter elkander aan de
middelste meerpalen vast.
Het waait hard van 't westen, do
wind komt dus uit den wal, namid
dag half drie is 't laag water, maar
in plaats dat de haven en do slikken
daarbuiten d'roog komen, ebt het wa
ter niet; er bl ft 'n klein getij water
aan den wal, dat voorspelt niet veel
goeds. Do wind komt breeder en
wordt een storm, do meertouwen
worden verdubbeld, men vertrouwt
do lucht niet, het stórmt nu van het
Noordwesten en waait nu nret meer
uit, maar langs den wal. Er worden
ankers over den grooten dam ge
bracht, want het water vloeit wel tot
halfr.egen, 't is geen springtij, maar
cr kan toch een hooge vloed komen,
dan kan men de schepen niet meer
bereiken, de dam ls hoog ea sterk,
hij zal 't wel houden. Om vijf uur is
het donker, het kookt daar buiten,
het water stormt uR het water, '1
lijkt wel slagregen, maar van zout
water, dat uit de rivier midden In 't
drfi-p vliegt. De vleugels krassen en
kreunen in de toppen van de m-~'»n
en de storm fluit door het want. De
groote dam wordt aanhoudend ge
beukt door de golven, 't zijn geen
golven meer, maar brokken water die
tot over de kruin slaan en terugloo-
pen tot aan den voet. tegen zulk 'n
geweld is niets bestand.
De dorpsstraat die tot de haven
toegang geeft wordt met vloeiplan
ken dicht gemaakt en met zakken
zand versterkt, 't lijkt maar steeds
harder te stormen en donker te wor
den, zulk weer herinnert zich de oud
ste inwoner niet, allee bruist en
gi ert en buldert, de vloot rukt on'rus-
tig aan de reepen, ook' het onbewuste
wantrouwt elkaar.
Tegen halfzeven bespeurt men de
eerste gaten in den grooten dam, ze
wo'rden snel grooter, de grond wórdt
onder de steenen weggezogen, de op-
loopende zeeën nemen de steen en en
palen van den onderkant, de afloo-
pende van den bovenkant der bres
mede. Soortelijk gewicht bestaat niet
meer. palen drijven, maai- ook stee-
nen schijnen te drijven, langzamer
hand slaat de geheele kruin weg en
spoelt in de haven, de meerpalen
aan den binnenkant van den grooten
darn 'raken los, de ankers gaan door
of buieen recht. Enkelen schuiten
geraken op drift en schuiven en
knotsen legen of tnsschen anderen,
die in *t midden van de haven en
den vasten walkant liggen gemeerd,
in, ze worden op den walkant (de los-
kade) gedrongen, alles kraakt cn
slingert, verschillende booten stor
men los, 't wordt cim kluwen van
schepen, de zeil- en fokke-vallen
slaan los en slingeren om de masten
van anderen, dat kluwen dringt op
tegen de andere booten, de groote
meerpalen breken, of worden een
voudig weggedrongen. Wat stand
houdt, breekt- en sj^intert vaneen.
Het is nu in de haven, bij weggesla
gen dam, vol zee. De angst bekruipt
de vi.sschers, zij zijn niet zoo gauw-
van streek, het water de onbewuste
kracht, is hun makker, maar hun
vriend niet. Zij weten het, ze staren
met daaraan gewende oogen in die
duistere woede en krimpen ineen.
Dat gaat zoo woest! Men hoort mas
ten kraken en vallen, de vleugels
stormen over den dijk, dat aaneen-
gesMngerd kluwen van schepen, mas
ten en touwen dringt als e-en storm
ram op en versplintert alles wat in
zijn richting ligt. -
Men houdt elkaar vast om niet weg
te slaan. Men kan niet heen- en weer
loopeu, maar staat, doornat tot op 't
hemd, die verwoesting aan te zien en
zwijgt.
De geheele dijk is 'n hatgeslagen
meriflchonmuur, een levende dijk,
men is gewoon gevaar te trotseeren,
aan te pakken, de zee te bekampen;
hier helpt geen moed, de moed ver
smoort in onmacht. Wat nooit is ge
beurd, maar nu wordt govrceed,
neemt een aanvang.
Ongeveer zeven uur slaat de edrste
boot over den kleinen (Zufd-Oostelij-
ken) dam en vlucht voor den wind.
De Bchepenwarreling dringt op, alles
kraakt en breekt, en op een oogen
blik zien de menschen in dc duister
nis met ontzetting, dat verscliedden
scheepjes het eerste volgen. Hun
vaartuigen, htm kostwinners stor
men weg, en velen zonder zwaarden,
zonder roer, met gebroken, verspk.li
ter do masten, waarheen? Do wind
komt meer Noordelijk, de wegge
drongen schuiten stranden, gedeelte
lijk op den onde'rherm van don dijk,
even buiten de haven en slaan door
dubbclsteens-muren, van daar ge
bouwde oester loodsen hoen. Wat er
weer voor drijft is wrak en blijft vol
wuter togen den dijk, zitten. Men
ziet een rij gehavende vluchtelingen,
beukende den zeedijk tot zij hoog in
't gras geworpen wo'rden. Ze ver
splinteren op elkaar. De haven is
leeggostormd op 'n enkele na, die in
den nonrdwesthoek ligt. of tegen
den vasten wal gedrongen, onbeweeg
lijk vast Tit. De wanhoop maakt zich
meester van die stoere mannen Het
klemt huu in de keel, ze trachten 't
weg te slikken en, herhalen vele kee
t-en binnensmonds: ..De vaartuigen
weg!"
Enkelen gaan de weggejaagde
schepen na, langs den zeedijk en pro-
beeren met lantaarns iets te onder
scheid on van al dat breken en bon
zen. Vreeeeliik is het te zien, hoe de
bij eon gedreven schepen aa- splin
ters worden gebeukt; de stukken hout
6iaah hoog tegen de kruin van den
dijk en storten neer aan deu voet.
Men staut machteloos daartegen.
De eerste acte van het drama is
afgespeeld, de groote dam »s wegge
slagen en do vloot op den wal ge
drongen of gevlucht naar 't lager.
Storm en zoo bleken de sterkste. Zij
hebben 't gewonnen. Bij bewuste da
ding zouden zij een vlag hebben ge
plant op de plaats der verwoesting.
Dat is zoo de manier! Maar hier ge
beurde dit niet, want zij deden niet,
maar werden gedaan.
Men wenscht, dat het dog wordt,
en 't is nog nauwelijks negen uur in
den avond, 't Is riet mogelijk te be
grijpen, dat in eenigo uren zooveel
onheil is gebracht en beleefd. Een
groot deel der mannen gaat naar
huis, naar de beangrte gezinnen; ook
om voor de zooveelste maal droge
kleeiren aan te trekken en wat kal-
meërenWant 't woelt daar van bin
nen, 't is angst en koude; 't lijkt ook
daar te orkanen. De storm giert door
't dorp heen eai de branding op de
rest van den grooten dam wordt over
al gehoord, er komt maar geen door
zicht, de lichtzijde is, dat tot heden
dfc haven geen menschen zijn
omgekomen.
Er wordt nu wat gedwongen rust
genomen, de Gemeenteraad verga
dert; er wordt gedelibereerd, wat
gedaan moet wo'rden. Zoo kan 't niet
lang duren; aan de aven is veel ver
loren, maar als de dijk 't niet houdt,
wat dan? Men schrikt terug voor de
gedachte aan de gevolgen; er' is nog
moer te verliezen.
Om den bitteren nasmaak van de-
zeu ietwat zwartgalligen volzin te ver
drijven wil ik u gevraagd hebben, of
gij aansprakelijk zijt voor het betalen
van de doktersrekening, wanneer uw
kat bij de beklimming van een dak,
een pan heeft losgewerkt» die daarop
naar beneden gevallen is en een voor
bijganger een bloedneus bezorgd
hoeft. Ik vraag dat maar niet zoo in
het wilde weg, want er ls iets derge
lijks gebeurd. Onlangs stak op een
Zaterdagavond een storm op, die
stonn ontwortelde een boom. die
boom viel op een werkdraad van de
E. N. E. T. en die werkdraad kwam
op een paard terecht, dat daardoor
bezweek. Nu vraagt de eigenaar van
liet dier om een tegemoetkoming- in
de schado aan het gemeentebestuur.
Gaan we nu deze reeks van oorzaken
na. dan komen we in de eerste plaats
aan den storm, waarvoor het gemeen
tebestuur toch zeker door den ergsten
kritikastcr niet aansprakelijk kan
worden gesteld. Volgt de boom. Inder
daad was het een gemeentelijke boom,
die viel. Maar hij zou het paard niet
of niet zóo zwaar getroffen hebben,
wanneer hij niet gevallen was op den
diaad van de tram, welke draad in
laatste instantie het onheil veroor
zaakt heeft Zou dus niet ten slotte
de tram maar ik mank den zin
niet af, want de B. N. E. T. zou geen
kwaad gesticht hebben, indien niet de
boom daar gestaan had en de storm
hem niet geveld had ko*tom, de
zaak is zoo ingewikkeld, dai ik hier
een anders veel misbruikte uitdruk
king op haar plaats achtforce
majeure, in 't Noderlandsch ver
taald d e storm, is oorzaak van het
onheil. En de natuurkrachten vergoe-
'hiQ niets
De Raad laat door boden en een
omroeper in 't dorp bekend maken,
dat alle zeilen, zakken, palen, plan
ken enz. moeten worden buiiten ge
bracht voor versterking van den dijk.
Daaraan moet onmiddellijk worden
begonnen. Er zijn al vele en groote
gaten in den dijk waargenomen, op
sominigo plaatsen is reeds de kruin
tot over de helft der breedte weggas
slagen. Men moet daarbij gereed blij
ven staen, om zoodra storm en ze*
een oogenbl k verflauwen, te kunnen
aanpakken Men brengt zeilen en
zakken bij de bedroede punten.
Tusschen twee en drie uur va- der.
lste-i October, vermindert de sionn
en het water begint te zakken. De
noodklok wordt geluid en alle man
nen boven 16 jaar naar den dijk op
geroepen. Met de kracht dor wan
hoop wordt gewerkt. Men dekt de
gaten met zeilen en legt de-v> vast
met zakken znnd. Weer is het treu
rig om aan te zion, wat dr gebeurd
is, maar voor beschouwingen os
thans geen tijd, het gaat nu om hel
leven van zoovelen en de mannen,
die can paar uren geleden, ineen
krompen bij het zien wegst or men en
versplinteren hunner schui ~-n. Zij
dragen ook hier zar.d aan, of staan
ais levende golfbrekers in de bres
sen, om die zakken doelmatig te
rangschikken. Her staat men op 't
oogenblik, naar T schijnt althans,
niet machteloos, niet werkeloos. Men
worstelt met een tegenstander en
de ontwikkelde kracht van die een
drachtige menechenmassa is verba
zond: in een paar uren tijds heeft
men honderdon zakken gevuld en de
zwakste punten in den dijk versterkt.
Door 't verminderen van den wind
en het zakken van hot water verle
vendigt de hoop, dat de dijk het, al
thans in dezen nacht, zal kunnen
houden en dat is veel gewonnen!
Met de schemering van den dag,
gaan velen, die bij de vaartuigen
betrokken zijn, naar de ruïne van de
haven en volgen als 't ware het spoor
vnn de vluchtelineen, vort- zoo ver
d o aan eigen eiland zijn gestrand
In de haven aan den vaster, walkant
begint het reeds. De schepen zitten
op en naast elkaar, met verbrijzelde
stevens en boegen. Ieder zoekt eigen
schuit verder langs den dijk. Elk
vaartuig heeft een nummer, maar
dat hebben de visschers niet noodig
zij kennen ieder onderdeel van bun
schuitje afzonderlijk.
Zij struikelen over WTangen en
kromhouten en zoeken met huive
ring in het hurt voort, zij vwat
do vaartuigen hebben geleden. Iloe
meer bet dag wordt, hoe duidelijker
blijkt, dat zij zich op 't ergste moe
ten voorbereiden. V. at tot nu toe is
gezien, zijn genummerde wrakken,
die aan den dijk hangen. Zwijgend
strompelen en glibberen de mannefn
elkaar voorbij, door een chaos van
i lemen, boomen, manden en alle
mogelijke gereedschap, dat u;t de
vastzittende schepen tegen den dijk
werd geslagen. Een deel beeft de
vaartuigen gevonden. Zwijgend blij
ven zij eï voor staan: het vaaituig
spreekt hen aan. Zij begrijpen el
kaar en een traan wordt door den
schipper weggeveegd. Dat is het
d epgevoeld antwoord De anderen
gaan verder. Er ontbreekt nog een
groot aantal schepen, maar het dag
licht zal helpen. Ginds aan den over
kant van 't Zijp© zit één derde van
de vloot, hoog tegen den dijk.
De wind vermindert merkbaar. De
lieden kun'nen niet teruggaan, maar
Of ik hiermee den stalhouder over
tuigd heb. betwijfel ik bijzonder. Hem
zou een flinke bijdrage in de geleden
schade zeker aangenamer zijn ge
weest.
Die beweerden ook de koristen van
'le Nederlniulsche Opera te lijden,
toen zij een loonactie begonnen aan
de deur van den schouwburg, waar
gespeeld zou worden. Wij voor het
voetlicht denken niet graag en nief
vaak aan de bezwaren, die daar ach
ter worden gevoeld we zien liever de
graven en gravinnen, helden en
heldinnen, don de menschen. die wel
mooie pakjes dragen, maar tobben
moeten om het dagelijksch brood.
En vooral wanneer ze zingen kom je
niet zoo dadelijk op de gedachte van
zorg en levensstrijd. Het is een soort
van ideaal, eiken avond te zingen en
dat nog wel in vereeniging met even
opgewekt c-stemde lieden.
Dit is evenwel maar van den buiten
kant. De vraag is. of ƒ2,50 per avond
voldoende is. om voor burgers, solda
ten, voorbijgangers, buurvrouwen,
hefdamee. hovelingen, edeUieden (Ik
n- em ze maar door elkander op) te
spelen. Toen admiraal Tromp aan 't
Fransehe hof was. balde hij van onge
woonte en wrevel over do spottende
lachjes van de mooie jonkers om hem
heen, de vuisten in zijn kostbare hand
schoenen en had wel tienmaal 2,50
willen geven, wanneer hij met goed
fatsoen ergens anders had kunnen
wezen. En nog lieden ten dage zijn er
duizenden, dip heclwat rijksdaalders
zouden willen besteden, wanneer ze
maar één avond apn 't hof mochten
verkeeren. Maar 'a avonds edelman en
edel vrouw vau boroen te wee en voor
ƒ2,50, schijnt belanghebbenden te wei
nig.
moeten probeeren, hoe dan ook, bi)
huu schuiten te komen. Kon stoom
boot brengt hen over de rivier. In
spanning vervolgen zij langs den
lager wal (de A una JJ aooba p older)
hun weg naar de schepen. Overal
liggen stukken en onderdooien van
de tuigage tegen den dijk geworpen.
De ontmoet.ng, mag ik we! zeggen,
daar, tusschen de schipper en zijn
vaartuig is weer aangrijpend. De
verwachting was niet groot, zij had
den al zooveel wrakken gezien, maar
de werkelijkheid is hun toch te mach
tig. Meer dan 50 bco:cn liggen en
bange» afgetakeld, enkele met den
gebreken mast in den grond ge., ocld
en het vlak naar boven gekehd.
Ook hier spreekt weer de ruïne.
Men overziet den toestand en begint
de aangespoelde stukken over den
dijk te dragen, om .e voorkomen, dat
zij met deai Volgenden vloed wegdrij
ven. Den geheel en Zondag is men
aan 't work on verzamelt eigen goe
deren.
Tegen den avond gaat men naa'r t
dorp terug. Ook daar heoft men zoo
veel mogelijk geborgen, terwijl ver
der, alles wat werken kon, onder lei
ding van den Burgeer.coster is tjoz.g
geweest, om den dijk te versterken,
en teneinde eenigszins bevesiigd te
zijn tegen hernieuwd opkomen van
dén storm.
Zondagavond wordt eindelijk rust
genomen, maar in veie gezinnen de
verzuchting geslaakt:
„Wat zal de toekomst zijn?''
M. OKKERSE
Haarlem.
Parijsche Brieven
CC.XCVIII.
Sedert ongeveer twee maanden kan
men bijkans geen onkel Parijsch dag
blad inkijken, of men vindt ergens in
een hoekje een verzuchting over „la
vie chère".
Het dure levenInderdaad zijn
dan ook in den laatster, tijd de prij
zen van sommige levensmiddelen
graadsgewijze verhoogd.
Vóórdien kon ik, wanneer ik zuini
ge Hollandsche huisvrouwen stoc-n en
been boorde klagen over de duurte der
levensmiddelen te Parijs, met voorge
wend oathes uitroeper.
Maar. nujn schoone vrouwelijke
loudgenooien. woest asjeblieft niet
onbillijk, want dat is een ondeugd. Be
denkt onder meer. dat de suiker, in
het Latijn saccharum. in het Ara
bisch: soekar, dat univcrseole voedza
me, versterkende, aangename, stiniu-
lcerende eu aphrodisiiurue levensmid
del welk woord Vun Dale slechts in
liet meervoud toelaat. te Parijs
lieol veel goedkooper is dun in Hol
land. Te Parijs 70 centimes, in Hol
land 52 cent per kilo dat maakt een
verschil uit van ongeveer 35 pCt., een
woekerwinst-percentage I
Daarop zwegen dan. onthutst, de
Hollandsche vrouwtjes en dachten bij
zichzelf „Wal een J.-n Hen iu de
verste verie niet vermoedend, dat ik
op huishoudelijk gebied al bitter wei
nig bijzonders meer vermocht te ver
teilen.
Titans lachen zij mij uit Want de
suiker is. helaas, a li engs opgeslagen
tot 1.10 franc uer kilo. Eu ook de prijs
vnn de melk is verhoogd. En nog en
kele andere levensmiddelen zijn duur
der geworden.
W aaraan is die stijging der prijzen
toe te schrijven
Vraagt het den oecouomisten en den
sociologen.
Natuurlijk zijn de liecren het onder
ling niet eens.
Aan, beweren sommigen, de waarde
vermindering van het goud. en dit
tengevolge van de ontdekking van
nieuwe goudmijnen.
Aan de euidemiecn. die het Fra.n-
Ik wil dat niet heoordeelen, ik heb
er geen verstand van. De duurte zal
ook hier wel niet vreemd zijn geweest
aan de loonactie Langzamerhand
kom ik we! tot de slotsom, dat de
eenigen in ons vadetland. die daar
onder niet lijden, de dieren zijn. Al
thans paard en koe. schaap en varken,
zullen er wel geen stukje minder om
eten, of de baas het wat benauwd
heeft. Misschien beleeft de trouwe
makker van den mensch. dc hond. hier
en daar ook wel booze dagen hij is
het, wiens levens-diapason hoogei of
lager daalt met die van zijn meester.
En ik kan niet aan benauwde tijden
denken, zonder daarbij even de siga
renwinkeliers te noemen. Zij worden
wel van alle kanten bestookt, voor
eerst door de tegenstanders van de ta
bak, die het rooken willen verminde
ren, ja afschaffen nis het kan. dan
door een Minister, die hen plagen wil
met een debietreoht op tabak en siga
ren en ten slotte door een strooming
in de maatschappij voor verplichte
winkelsluiting. Niemand zou zoo'n
verordening zwaarder treffen, wani
r.iemand was zoo ten allen tijde be
schikbaar voor het Dubüok. In den
vroegen morgen, in den laten avond,
op den Zondag, altijd slaat de winke
lier in sicaren achter zijn toonbank
beperking zou dus voor hem de
grootste moeilijkheid brengen cn ik
kan mij daarom begrijpen, dat een
aantal hunner, op dc vraag hoe zij
over vervroegde winkelsluiting den
ken, ten antwoord gaven „daar doen
wij niet aan 1"
Dat is een noodkreet van een veel
geplaagd mensch. iets als „laat mij
nu eindelijk eens met rust" Ik kan er
voor voelen.
FIDELIO.
vc-rh oo vaardigen.
Maar daarmee alléén behoeft Haar
lem het zelfs niet te doen. Wij bezit
ten binnen onze grenzen mannen met
de eeuwige jeugd. Terwijl gemeente
ambtenaren, die hun leven lang in de
administratie zijn gewec-st, op hun
65ste jaar voor die administratie on
geschikt worden geacht en hoogstens,
druppelsgewijs, nog een of twee of
drie jaar daarboven toegediend krij
gen, heeft een kiesverecniging In
Haarlem het voorrecht gehad, een in
gezetene te vinden» die bereid was,
de voor lieni fonkelnieuwe functie van
Raadslid te aanvaarden, EoeweJ hij
in zijn zeventigste levensjaar is. Ik
noem dat levenslust. Waar blijven nu
al die jonge kereltjes, die een betrek
king aanvaarden omdater pensioen
aan verbonden is, zoodat zij een rus-
tigen ouden dag kunnen beleven? De
ze medeburger wil geen rust, hij ver
langt aan den arbeid to blijven eu de
gelegenheid zou hem gegeven zijn, om
tot de moeste Raadsleden te zeggen
„mijnheer, let wel op mijn ervaring,
ik ben tweemaal zoo oud als u". of
„veertig procent ouder dan u". of wat
cok. En wanneer één van do Raadsle
den wat al te modern mocht willen
optreden, had hij kunnen antwoorden:
„dertig jaar vóórdat iemand aan u
dacht, heb ik den toestand al meege
maakt en die was zóó uw voor
stel snijdt dus gc-en hout."
Vreemd is het evenwel, dat terwijl
deze ingezetene de rust van zijn ouden
dag aan fijn medeburgers wilde opof
feren, dezen van dat offer niet ge
diend bleken le wezen. Heeft niet een
van do kiosvoreenigingen het denk
beeld om zijn candidatuur te steunen,
met algomeene stemmen verworpen
Hoewel ik niet in de vergaderiinr te
genwoordig ben geweest, heb ik uit
gcede bron vernomen wat van het be
sluit de oorzaak was. Men vond de
opoffering te groot en meende die niet
te mogen aanvaarden. Hier is dus een
ware combat de générosité,
een strijd van edelmoedigheid ge
voerd. waarin ten slotte overwinnaar
bleef de gemeente Haarlem.
„Het is één m ij n e r zonen", kan de
gemeente met trots verklaren, „die
dat offer voor het algemeen belang
heeft veil gehad."
Want het lidmaatschap van den
Rand is een offer. Ik spreek nog niet
eens van een raadsvergadering met ge
sloten deuren, dio twee uur duurt en
waarbij je komt te beven, omdat do
verjaagde bode de kachel niet kan on
derhouden. Het ergste is de criliek
waaraan je blootstaat. Of werd er niet
hartelijk gelachen, toen de voorzitter
veronderstelde, dat de wethouder van
openbare werken de ambtenaren van
de lichtfabrieken, die bem hunne be
zwaren kwamen overbrengen, van de
onjuistheid daarvan zou kunnen beb-
l>en overtuigd. OvertuigdWordt er
inderdaad in dezen tijd nog iemand
door een ander overtuigd Iedereen
beeft geliik of wil het hebben. Wie
neemt nog aan, dat een ander scher
per verstand of grooter ontwikkeling
of beter inzicht hebben zou S e 1 b s t
i s t der Man», wat tegenwoor
dig vertaald wordt met„ik weet het
't bestGezag heet maar dwaasheid,
behalve iemands eigen gezag nie
mand is overtuigd, dan wanneer hij
alle mogelijke middelen om zijn zin
te krijgen, gebruikt lioeft, zonder suc
ces. Dan is hij er numelijk van over
tuigd, dat hij toch gelijk had en dat
de onderen het alleen maar niet heb
ben willen erkennen.