HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
VORST EN VRIENDSCHAP
WOENSDAG 25 OCTOBER 1611
voor hem ie bewaren en noodigde
Moeke uit, Karei maar eens aan het
bureau te sturen, als hij weerom
kwam. Misschien wist de politie wei
een goede werkplaats voor hem
Moeke's hol was de verblijfplaats
van jongens en meiden, die allerlei
monschen eerst lokten en dan beroof
den. Zij zagen tegen geen misdaad
op, schrijft Batelt en „menigmaal,
waren zij debet aan het verdwijnen
van Zeedijkbezoekers en vreemdelin
gen, dio na een avond van beschon
ken gezwier verdwenen en weken la
ter uit een der grachten om den Zee
dijk werden opgehaald."
Ja, de politieman ziet veel vreemd
soortigs in zijn leven. Zoo liet geval
met den doofstomme, die jaren lang
met potlood en ventte en daarin een
bestaan had gevonden, omdat ieder
een met den man te doen liad. Maar
doofstom was hij niet, zooals op een
avond bleek, toen hij in een koffie
huis ruzie kreeg. De juffrouw achter
het buffet kreeg een llauwte, toen
ze opeens een doofstomme hoorde
praten en de politie, minder zwak
van zenuwen, haalde Bertus op en
wist hem tot bekentenis te brongen.
Maar 't allermerkwaardigst was wel,
dat de kerel getrouwd was en een
kind had en dat die twee hem nog
nooit hadden hooren spreken I
In 't voorbijgaan vertelt do heer
Bartelt ook nog van het konnis-
oproer Ln 1875, waar infanterie en
huzaren uit Haarlem aan te pas
kwamen en die op den Dam charges
met de blanke sabel noodig maakten,
alles omdat de Raad de kermis ha/1
afgeschaft.
Interessant is het hoofdstuk over
de valsche munters. In dn kamer,
waar een troepje van die lieden ge-
workt hadden, vond do politie eer.
ronde mahoniehouten tafel op een
kolompoot, die zoo zwaar was, dat ze
onmogelijk kon worden verplaatst.
Die poot was namelijk hol en vormde
do bewaarplaats van het valsche
geld.
Een anderen keer werd een heele
tuin omgespit, om een voorraad
valsch geld te vinden, die dan ook
behoorlijk voor den dag kwam met
de instrumenten er bij. Zelfs lu een
zijknnaal van liet Noordzeekanaal bij
de Hcmbrug is de schrijver eens met
succes aan 't zoeken gegaan naar
valsch geld, dat daar minstens al
vijf maanden op den bodem moest
hebben gelegen. En de „schat"
kwam inderdaad onverlet/ naai' vo-
ven, dank zij hot kranige werk van
een baggerman, die op een plaats
waar het water zoo diep was, dat de
grooto zeeschepen er konden varen,
zulk een kras staaltje van zijn be
kwaamheid leverde.
Niet heel opwekkend is het verhaal
van een boef, die zich beteren wou,
maar het zoover nooit bracht. Zelfs
toen het scheen, of hij op den goeden
weg was, raakte hij er weer van af,
en het einde was een nieuw misdrijf
en een nieuwe straf, waarop de troos-
telooze slotsom volgt „Een nieuw
bewijs, dat boeven nooit rusten vóór
ze weder uit de maatschappij gebau-
nen zijn. Eenmaal boef blijft boef."
En in het Armenhuis beeft <1© man
zijn dagen geëindigd.
Aardige bijzonderheden komen in
het boek voor over de bewaking van
de Keizerin van Oostenrijk, toen deze
in 1884 onder behandeling van Dr.
Mezger was en ©enige maanden te
Amsterdam en Zandvoort moest ver
toeven. De Keizerin liep in den win
ter met oen waaier over straat, waar
het publick natuurlijk allerlei glos
sen op maakte, overigens was zij een
flinke vrouw, die eens een nachtelijk
zeereisje maakte, waarbij zij den
ganschen nacht rustig op het dek
zat, terwijl het gevolg meerendeels
zeeziek geworden en naar boneden
gegaan was. Ook was zij een harts
tochtelijk paardrijd ster. „Menig
maal", schrijft de hèet Betelt, „heb
ben de inwoners van Zandvoort ver
baasd gestaan, als zij, vergezeld van
haar piqueur, te paard over do dui
nen rende. Nimmer bad men een da
me zoo stoutmoedig en haar paard
zoo volkomen meester, zien rijden."
Leerzaam is het boekje van Batalt
voor wie leeren wil. Als hij een oud
mannetje ontmoet, bekenden zakken
roller, en naar zijn welstand vraagt,
begint het keroltje te lachen en ver
telt, dat hij er niet meer aan doet.
Een gokkie en diantage, die zijn
voordeeliger.
Aan die chantage is natuurlijk een
groot hoofdstuk gewijd en wie weten
wil wat er op dat gebied omgaat, zal
verbaasd staan over de geslepen, in
gewikkelde streken, die do schelmen.
welke dat bedrijf uitoefenen, toepas
sen om geld los te krijgen. Nuttig is
de raad om nooit op brieven van
zulk tuig te antwoorden.
Een boek om aan kinderen in han
den te geven is liet natuurlijk niet
Maar Ik denk wel, "dat menige vader,
die het leest, aanleiding vinden zal
tot hot geven van menige waarschu
wing en wenk aan zoons, die op het
punt staan de wereld in te gaan.
Het is zonder zucht naar sensatie,
eenvoudig gescliroven. De uitgever
zal er wel succes mee bohalen het
ia niet enkel amusements-lecluur,
maar bezit ook opvoedende kracht.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
De oorlog tusschen Italië enTurki]e
't Gavecbt en bombardement bij Bengbasl Is moorddadig ge
weest. 2000 Turkscbe soldaten zijn gesneveld. 4000 inwoners
van Benghasl werden gedood or gewond. De Itallaansche
verliezen zijn ook zeer groot, vermoedelijk 1000 doodsn.
De Italianen tegen da Arabieren.
Verrassingen In de Enropeeschs politiek.
De kansen op bemiddeling worden steeds grooter.
Van 't oorlogsveld op Tripolis.
Particuliere brieven (die kunnen ge
makkelijk aan de censuur ontkomenl)
erzekeren, dat
'T BOMBARDEMENT VAN
BENCH AS J,
door de Italianen gehouden, gTOote
schade heeft aangericht en oorzaak
was van een ernstige paniek onder de
bewoners. Een aantal huizen en go-
bouwen zijn verwoest. Do Maltheser
kerk is gedeeltelijk ingestort, waarbij
acht Malthesers gedood, tien gewond
werden. Het Britsche consulaat is ge
ducht beschadigd, de Britsche consul
gewond. Verschillende Engelsche on
derdanen van den Joodschen gods
dienst, dio een toevlucht zochten ln
het Britsche consulaat, werden ge
wond of gedood.
Het aantal d o o d e n en ge
wonden onder do Inwoners
wordt op 4000 geschat.
Van de Turksche soldaten werden
cr 400 gedood en 1000 gewond.
't-Bombardement ia dus nog al
raak geweest
De „Giornalo d'ltalia" vorzokert, dat.
volgens telegrammen van generaal
Bricolla de strijd om Benghasi
EEN MOORDDADIGE SI.AG
is geweest van man tegen man. Vol
gens dit blad werden vooral officie
ren door do Turkscho schutters uitge
zocht. Het blad vraagt angstvallig,
wat wel het, juiste cijfer zal zijn der
geleden verliezen, en spoort de regoc-
ring dan aan, den vljend ook hutten
Afrika aan te pakken. „Nu hot bloed
van onze soldaten zoo rijkelijk gestort
is, moet men die misplnutstc égards
Ier zijde stellen en de actie naar de
Aegoïsclio zee overbrengen. Turkije
moet nu volledige voldoening aan Ita
lië geven."
In Italië is er veel onrust onder de
bewoners, omdat men niet weet, wel
ke regimenten bij Benghasi en Dcrna
gevochten hebben en allen, die
vrienden of bekenden, onder de strij
dende soldaten hebben, dus ongerust
zijn.
De regeering weigort alsnog nadere
mededoelingen te doen. Waarom?
De Turken verzekeren, dat de Ita
lianen bij Benghasi
2000 DOODEN VERLOREN,
maar dit wordt door de regeering to
Rome tegengesproken, zooveel krui
nen 't er niet zijn.
Geregeld hebben or
AANVALLEN OP DE DOOR DE
ITALIANEN BEZETTE VESTING
TRIPOLIS
plaats. Gisteren wa3 't weer zoo. Toen
waren de Italianen zoo fortuinlijk 200
aanvallers gevangen te nemen. De ge
vangenen werden in do citadel opge
sloten en zullen voor den krijgsraad
gebracht worden aldus heet 't in
een telegram. Gevangen genomen
vijanden worden evenwel niet
voor een krijgsraad gebracht, tenzij
ze verdacht worden van buitengewone
feiten, b.v. spionnage. Blijkbaar zul
len de Arabieren voor den krijgsraad
gedaagd worden, omdat zo beschouwd
kunnen worden als opstandige
onderdanen, want officieel zijn de
Arabieren iiu. JtaLiaanscho onderda
nen.
Wil Italië er den schrik onder de
Arabieren brengen
Enkele Arabieren zijn reeds door
den kogel gevonnist.
Behalve de 200 gevangenen wisten
de Italianen nog honderden aanval
lers te dooden.
Uit Napels zii.n 10,000 kisten insec
tenpoeder naar Tripolis gezonden. De
Italiuansche soldaten hebben zeer te
lijden van het ongedierte in de kazer
nes, die door do Turken ontruimd
werden.
MOORDEN OP CHRISTENEN.
't Borioht over het vennoorden van
zendelingen door Turken en Arabie
ren, wordt tegengesproken. De tegen
spraak is evenwel nog te vaag, om
voor zeker aangenomen te worden.
Toch bestaat or nu de hoop, dat dit
gruwel niet heeft plaats gehad. Zou
den de Italianen liet bericht verspreid
hebben, om stemming tegen do Tur
ken to maken
VLIEGMACHINES
Uit Tripolis wordt gemeld Twee
Italiaanscho aviateurs doden per aero
plane een verkenningstocht. Zij ont
dekten binnen een kring van 12 kilo
meter achter Doumellana vier Turk
sche kampen, waarvan oen zeer groot
was.
De Turken zijn 12 k 14 kilometer van
de Italiaansche' voorposten verwij
derd.
Het is de eerste maal, dat aeropla
nes in den oorlog voor verkenningen
gebruikt worden.
De kans op
is nu weer niet groot.
In de Oosten rij kschc Kamer zei de
minister-president, dat do regeering
niet zou nalaten op 't geschikte oogen-
blik krachtige pogingen te doen om
con grondslag lo vinden voor bijleg
ging van het geschil, maar op dit
oogenblik is 't n o g niet moge
lijk stappen tot bemidde
ling te doon.
Ook In 't Engelsche Lagerhuis kwam
de zaak ter sprake.
Do afgevaardigde David Mason
vroeg den eersten minister Asquith,
waarom de Britsche regeering liaar
goede diensten ter beëindiging van
den oorlog niet aan Italië en Turkije
had aangeboden.
Asquith antwoordde, dat de regce-
ring van mooning is, dat een publieke
mededcellng daaromtrent do zaak in
qiiaestie niet zou bevorderen. (Alge
meen© toeiuichingeu).
Mason vroeg ook, of Asquith wel her
dacht, dat volgens
DE HAAGSCHE CONVENTIE,
waaraan de regeering namens Groot-
Brittannië had deelgenomen, zij zich
collectief met andore mogendheden en
voor zichzelf had verbonden haar
goede diensten aan te bieden en of
Italië op dio Conventie niet had ver
klaard, dat zulk een aanbod niet als
een onvriendelijk© daad zou werden
beschouwd.
Asquith antwoordde, dat deze feiten
aan do rerreering bekend zijn.
Voel wijzer is men door dit debat
niet geworden I
TURKSCllE PLANNEN.
De correspondent van den Berliner
Lokal Anzeiger to KoösUjjjtinopel ver
neemt uit voed ingcliuito kringen, ufi»
Turkije zal toej-reden tot do Balkan-
federatie, waarop de entente-mogeiid-
heden spoedig in Rome zullen ius-
schenbeide komen en bovendien Tur
kije een loening bezorgen van 50 mil-
lioen, tot het doen aanleggen van
openbare werken.
Ds Internationals politiek.
Mag men 't Russische biad N o w o-
j e \V r e m j a gelooven, dan zou de
Ti ipolis-quaestie ernstige verdeeld
heid onder de mogendheden van het
Drievoudig Verbond hebben ver-oor
zaak t en zouden de dagen van het ver
bond geteld zijn. Het blad acht daar
om tlians het oogenblik gekomen voor
©en toenadering tusschen Rusland en
Italië. Zoolang Italië nog deel uit
maakte van het Drievoudig Verbond,
had Rusland geen gelegenheid met
dit land een overeenkomst te treffen
er de aangelegenheden van het Oos
ten. Nu echter is er kans een afzonder-
liik verdrag met Italië te sluiten en
de te Racccgni voorbereid© toenade
ring tot Rusland te verwezenlijken.
EEN AANSLAG OP KONING FERDI
NAND VAN* BULGARIJE
Uit Sofia wordt geseind
De zoon van prins Alexander van
Battcnlierg wordt beschuldigd van het
smeden van een complot tegen den
koning. Hij zou zich op in het oog
loopemdo wijze in verbinding hebben
gesteld met officieren en ambtenaren.
Niet gemold wordt, of deze zaak in
verband staat met ae crisis op den
Balkan.
DUll'SCHLAND EN FRANKRIJK.
Do Wiener Allgemeine Zeitung ver
zekert, dat aan de kabinetten der groo-
te mogendheden reeds is medegedeeld,
dat de quaostie der compensaties tus
schen Duitscliland en Frankrijk tot
beider tevredenheid is geregeld.
't Is haast te mooi om waar te zijn!
SPANJE EN MAROKKO.
Uit 'l'anger wordt aan een Duitsch
blad geseind
„De Marokkaansche Staatsbank, liet
Tabaksmonopolie en de Openbare
Schuld, waarvan de centraien tot nu
toe in Tanger gevestigd waren, zijn
van plan deze naar Casablanca ov
te brengen.
Dit schijnt een nieuw bewijs te zijn,
dat Casablanca niet Fransen zal wor
den.
IJ© Marocaine publiceert een wan-
hoopsartikel, waarin dit feit bevestigd
e.i betreurd wordt.
In niet-Franscbe kringen in Marok
ko verheugt men zich evenwel over
de verplaatsing.
't Gevolg zal wel zijn diplomatieke
verwikkelingen (als 't daarbij blijft
tusschen Frankrijk en Spanje.
Ds opstand in Gbina.
Ook de stad lvioekiang is in handen
der rebellen gevallen dézen hebben de
y.'mens verbrand. Overigens is daar
de orde klaarblijkelijk niet gestoord.
Do revolutionairen hebben ook
Waitsjang- en Sinaugfo© vermees
tert!. Deze laatste plaats was nog wel
steeds een bolwerk der dynastie
Do aanvoerder, der regeeringstroe-
pen, dio steeds meer voor de revolu
tionairen moeten wijken, heeft drin
gend gevraagd om meer steun, kanon
nen en geld.
Maar... de regeering kan eigenlijk
aan geen dezer cisehen voldoen.
UIT DE ENGELSCHE POLITIEK,
't Parlement heeft zijn werkzaamhe
den horvat. Er wacht het Lagerhuis
een tijdvak van harden arbeid. De
hoofdzaak van de werkzaamheden zal
zijn de behandeling van de verzeke
ringswetten van Lloyd George. D© re
geering is voornemens voor do beli;
deling van deze wetten een regeling
voor l© stellen, opdat zij op 2 Decem
ber in het Lagerhuis zullen zijn afge
daan, zoodat op 4 December de behan
deling in bet Hoogerhuis zal kunnen
aanvangen.
De regeering hoopt dan nog verder,
dat ook de Mijnwet en de wet op den
arbeidsduur in de winkels zullen wor
den afgedaan.
Stadsnieuws
Neflerlandsche Protestantenbond.
Eerste Dag.
Dinsdagmiddag te kwart voor drie
uur is de 41ste olgemeene vergade
ring van den Nederlandschen Pro
testantenbond aangevangen, in d©
groot© zaal van het nieuwe gebouw
der Haarlemeche afdeeling, aan de
Jacobsst'raat.
De VOORZITTER, de beer Ds. S. K
Bakker uit Zwolle, opent de sitting
nadat door de vergadering staan
de vore 1 en 3 ~tTm rod Z4 uit den
bundel von den Ned. Protestanten
bond is gezongen met het groot
aantal afgevaardigden en leden wel
kom te heeten. Het is herti een vreug
de het te doen op doze plaats, die
spreekt van een krachtig .en opge
wekt leven in de afd. Haarlem, waar
mee spr. haar gelukwenscht. (Ap
plaus).
Vela verliezen hebben wij geleden
in het afgeloopen jaar door liet heen
gaan van mannen onzer beweging.
Spr. noeint Slotemaker, dio bel
voorrecht heeft gehad tot op hoogen
leeftijd te werken met zijn diep in
zicht. En dah Hugenhottz! Het ia
ons wel vreemd, dezen beminnelij-
ken man niet mee"r té zullen,hooren.
Er waren welsprekender mannen
maar niemand kon met zoo'n bijzon
dere charme spreken. Er waren ge
leerder mannen maa"r spr. roemt
zijn bui tengewone belezenheid. Hi}
leefde voor ons en onzen gemeen-
schappelijken arbeid.
Dit deed ook de heer J. A. Bö'nrin-
ger, w ens heengaan ook door den
voorzitter herdacht wordt. Als voor
zitter van de commissie voor de lic-
dcrënbundels heeft de heer BohringeK
veel voor den bond gedaan.
Zijn naam zal in ónze kringen in
gezegend aandenken Mij ven 1
Langzamerhand zien wij onze oud©
garde dunnen. Maar diegenen die er
van resten maken dikwijls de jonge
ren beschaamd door hun werkkracht
Spr. wenscht prof. Oort geluk met de
voltooiing van zijn moderne Bijbel-
ve'rtak'ng, een werk volbracht ln
zijn derde jeugd (Applaus).
Wij hebben een strijd t© voeren to
gen links en tegen rechts. Daar zijn
er velen tegenover wie wij nog da
waarachtigheid van onze levensbe
schouwing hebben to verdedigen,
daar zijn er nog velen die over hei
geloof met een grijnslach slechts
spreken.
Ook tegen rechts hebben wij to
strijden. Het is niet waar, dat onzo
tegenwoardige periode zich van da
vroegere onderscheidt door meerdere
positiefhe.d zooals dóór sommigen
wordt beweerd. Het spreekt vanzelf
dat wij anders zijn, wat minder
ikv'ef. Maar dat we positiever zijn is
niet waar.
Wij moeten niets minder negatief
zijn dan het vorig© geslacht. Spr. be
strijdt het denkbeeld van een Bond
van Eenheid. Dat gaat 'niet zoolang
do orthodoxie het kenmerk draagt
van onverdraagzaamheid., ketter
jacht, verdrukking van andersden
kenden. (Applaus).
EvenalB de vaderen zullen wij moe
ten komen met onze negaties, wij
zulten weer zijn geen ecclesia trium
phant?, maar een ecclesia militans.
Na gewezen te liebbe'n op het groo-
te nut van dezo jaarlijksche samen
komsten voor den Bond verklaart
spr. de vorgadenmg voor geopend.
Aan de órde komt de goedkeuring
van de Handelingen der vorige alge-
ine ene ve'rgaderlng, waartoe wordt
besloten.
Bij de behandelt:ng van het verslag
van het. hoofdbestuur over 1910'11
worden slechts eenige opmerkingen
van minder belang gemaakt. Een de'r
afgevaardigden brengt onder ap
plaus der vergadering dank aan den
secretaris dr. I. M. J. Hoog, voor
de keurige samenstelling van het ver
slag.
Dit wordt goedgekeurd, evenals do
verslagen der commission, en dat
van den correspondent der Ixblioth©.
ken.
In een aanvuLlingsverslag deelt
dr. HOOG mede, dat het aantal loden
van den Bond in het afgeloopen jaar
is toegenomen met 264 en nu 20538
bedraagt. Het aantal afdeélingen is
vergroot met één (Ede, met 124 leden)
Spr. weoischt de afd. Haarlem ge
luk niet hare nieuwe woning. Moge
zij daarin geluk en voorspoed heb
ben en vooral Vrede stichten in vele
harten. (Applaus).
Het aanvuiüngsverslag wordt goed
gekeurd, evenals de aanvullingsver
slagen der cooimissién.
De heer dr. H. P. Schim van def
Loeft verzoekt het hoofdbestuur «ui
over te gaan tot de insteUing van ecu
commissie voor de lichtbeelden.
OM ONS HEEN
No. 1428
Duister Amsterdam.
Hoe jongelui envolwassen men-
8chen boekjes kunnen lezen over de
Ijcldcndaden van Nick Carter, van
de Wilsons of van lord Lister, is me
altijd een raadsel gebleven. Daar z't
nu zoo totaal niets in. Onmogelijke
verhalen worden zoo opgezet, dat de
deugd altijd overwint en de boosheid
het loodje legt, dieven on moorde
naars zooals er niet bestaan worden
gevangen met ondenkbaren helden
moed kortom, het is alles zoo be
dacht, zoo ln elkaar gezet
Nee i, dan is wat de oud-hoofd«n-
spcclenr van de Amsterdamsche re
cherche Batelt van zijn ervaringon
vertelt, hcclwat interessanter. Dat is
gebeurd, dat is geleefd.
Hoe do lieer Batelt bij de politie
kwam, vertelt hij uitvoerig in zijn
pas verschenen boek „Duister Am
sterdam". Hij voelde roeping voor tie
politie, omdat zijn ouderlijk huis aan
den Oudezijds-Voorburgwal bij den
Niozel stond, dus grensde aan een
buurt, waar voel kwaad volk woonde
en heel wat omging. Als er in zijn
vaders apotheek politiemannen kwa
men, deden ze allerlei vreemde ver
halen over het volkje in do buurt.
Dat lokte hem aan, hij liet zijn sui-
ikerkantoor voor ie politie in den
steek en bogon er zijn loopbaan als
volontair.
En hij heeft hcolwat meegemaakt
in de Amsterdamsche politie. Hoe
hij met een inspecteur een Engelsch-
man knipte, die van een postdiefstal
afkomstige effecten wou verkoopen,
waarbij do inspecteur nog een flinke
hoofdwond opliep, hoe hij in den
Duvelshoek dieven opspoorde. Daar
kwamen kleino listen aan te pas. Om
een verdachte uit het logement rustig
mee naar bet bureau te krijgen, ver
telt do inspecteur hem, dat er eon
klacht tegen hem gedaan is voor het
stelen van gewichten. De dief, over
tuigd van zijn onschuld, gaat be
daard mee en vindt op het bureau do
dienstbode van een geestelijke, in
wiens gang hij een barometer heeft
gestolen. Do dienstbode herkent hem
als de man, die ender een voor
wendsel aan huis is geweest, de boef
wordt geknipt.
Eerst is hij beteuterd, dan kijkt bij
den inspecteur aan en zegt„Dat 's
valsch, ik zal weer met je meegaan
dat beloof ik jo. Maar pas dan op,
Vuor wat hoort wal"
Maar bedreigde menschen leven
lang en dc heer Batelt heeft zijn pen
sioen geliaald. Maar buiten gevaar
was hij niet altijd, eens viel een
„chanteur", die teleurgesteld was
tover den afloop van een zaak'© dat
hij verteld had, op hem en een on
deren ambtenaar aan, een mes uit
don zak trekkende. Met stokslagen
werd de kerel bedwongen, maar het
was eeu gelukkig© ontsnapping ge
weest.
En dan vertelt de schrijver van
dievenholen, het hoi van Moeke, die
midden tusschen de dieven leefde,
maar nooit klapte, altijd haar gas
ten verdedigde. Daar werd op zeke
ren dag in een verborgen kelder een
heele verzameling inbreken /gereed
schappen gevonden. „Die go^de Moo-
ke begreep er niets van, ze had nooit
van dien kelder geweten ja, hoeren,
d'r schijjien lui in 't huis t& hebben
gewoond, die niet heel zuiver wa
ren
En toen in een matras een ijzeren
bankschroef met een groot aantal
vijlen van allerlei afmeting voor den
dag kwamen en ontkennen, dat ze
daarvan toch wel wist, niet meer
baatte, praatte zo kordaat over zeke
ren „Karei, die smid worden wou.
Aardige jongen, meneer. Jongen, die
z'n best doet. Ijverig, ijverig, iruzijn
(vrijen iijd artijd bezdg. nou is ie a!'
lang weg."
De politie beloofde de instrumenten
FEUILLETON
li- a.ir li Engelsch.
57)
Voor u persoonlijk, zei ze,
voel iii mets dun sympathie en res
peet. Uw houduig van dezen nacht,
waarvan Ilcrr Schneider mij op de
hocgie liceft gebracht, was een prach
tig voorbeeld van stoutmoedigheid en
vindingrijkheid. Dc poets, die u mij
bakte, wil ik gaarne vergeven, vvaut
mijn eigen houding gaf daar alle
aanleiding toe, maar 'k kan met
vergeten, dat zonder u mijn vader cn
broeder nu nog in leven zouden
zijn.
En zij, die nu nog leven, zouden
dan dood zijn. Ik deed onkel mijn
plicht, zooals u den uwen deed,
maar het Noodlot plaatste ons tegen
over elkaar. En toch kleeft er geen
blood van uw faniilio aan mijn han
den. Verscheidene malen vannacht is
er op mij gevuurd, maar ik heb maar
eonc mijn revolver afgeschoten, en
toon. was hot op ©en lantaren, dat ;k
piikte, ofschoon uw broeder aan mijn
jjenade was overgeleverd.
Is dut zoo vroeg zij, en haar
oogen schenen om bevestiging vao
mijn woorden te sineeken. Dat ver
heugt mij, zei ze, en het deod mij
goed te zien, dat er weer een tintje
rood in haar wangen kwam.
Nu, z-ci ik, wil u nrijn hulp
aannemen
Ik ben onder arrest, zei ze,
maar dat kan mij niet schelen.
Hecht u veel waarde aan het
leven
Als ecnig antwoord maakte zij een
onuitsprekelijk moedeloos gebaar.
Tijdens het leven van mijn va
der, zei ze, is het mij nooit
toegestaan, de Kasteelbaaa af te
snellen. Vandaag ben ik tweemaal
naar benedon gegaan. Bij beido ge
legenheden trachtte ik over Cliaryb-
dis heen to schieten, maar bij belde
koeren bleek mijn instinct sterker te
zijn dan miin besluit en ik kwam
veilig en wel den hoek om.
Hetgeen bewijst, dat het loven
eon last is, waarvan wij ons maar
niet zoo gemakkelijk kunnen ont
doen.
En toch, zei ze vermoeid,
zou ik er heel graag een eindo aan
maken.
U kan geen eind aan uw leven
maken zonder het hart van anderen
hevig te treffen. Er leeft iemand voor
wien uw overlijden een verschrikke
lijke bijna noodlottig© slag zou
zijn.
Zij sloeg haar oogen neer.
Wien bedoelt u vroeg zij bij
na onhoorbaar.
Ik bedoel den kleine nStephan.
Kleine Stephan
Zij streek met lui ar hand over de
oogen, terwijl zij dat zei.
Verdriet is zeker een heel zelf
zuchtig iets, zai ze, want in de
bitterheid van mijn verdriet had ik
hem bijna vergeten.
Daarom, ging ik zacht voort,
is het uw plicht to leven en ik ben
hier om u te helpen, dien plicht te
volvoeren.
U heeft gelijk, antwoordde zij,
maar mijn leven is niet in ge
vaar.
Vergeef mij, zei ik, Herr
Schneider is in huis.
Dat weet ik, hij vertelde mij,
dat ik ouder arrest was.
Is dat alles, wat hij u vertelde
Neen, zei zo verontwaardigd,
dat is niet alles. Hij had de onbe
schaamdheid, mijn hand te vragen.
Ik behoef niet te vragen, wat
uw antwoord zal zijn, maar onder
steunde hij zijn aanzoek niet met
zekere stoffelijk© belofte
Hij beloofde mij mijn oogenblik-
kelljke invrijheidstelling in geval ik
hem aannam.
En in geval u weigerde
Dat weet Ik niet. Als ik weiger
de, zei hij mijn „Neen" niet als ant
woord te .kunnen aanmerken en dat
hij over ©cn lw.ll uur weer bij mij
terug zou komen, oiu zoo noodig an
dere argumenten te berde te bron-
gen.
En lrecft u beelemaal geen ver
moeden, welke die ai gumenten zijn
Totaai liet.
Zoo 1 Hij bewaart zijn brutali
teit in do hoop, dat liet misschien
niet noodig zal zijn baar aan het
licht te brengen. liet argumon:
waarover hij spreekt, liwo Hoogheid,
is hetzelfde, dat uw broeder van
nacht gebruikte toéa hij mij wilde
bowegeu in uw boudoir een stoel te
nemen.
Zij staarde mij niet de grootste
verbazing, maar zender vrees aan.
Zou li ij mij willen dreigen
Hij zou het niet bij bedreigingen
laten.
Wat meent u daarmee
Ik bedoel, dat hij eon krankzin
nige is, ©u wél een heel gevaarlijke.
Hij zal er op blijven aandringen, dat
u hem bolooft zijn vrouw te worden
hij wil u door een eed aan die belofte
binden, en als u hom zijn zin niet
geeft, is bij tot alles in staat.
En wat raadt u mij dus aan
doen
Er is maar één ding mogelijk en
dat is te ontsnappon. Ik ben oen
sterk man en hecht niet méér waar
de aan mijn leven als u aan het
uw© Maar ik bot» ongewapend, ik
heb zelfs het mes niet bij mij, dot u
mij op bet bal van Mrs. Van Troeber
cadeau gaf._ Bovendien heeft Schnei
der do wet" achter zich en een paar
soldaten tot zijn dispositie. Als w ij
ons ronduit tegen hem verzetten,
heeft hij vrij spel om zich daarvan te
bedienen. Wij doen verstandiger me;
op onze eigen slimheid te vertrou-
In dat geval, zei ze eenvou
dig, ben ik zeer dankbaar, dat O
u aan.mijn zijde heb. Uw daden va.-,
hedennacht hebben de grootste be
wondering bij mij opgewekt.
Juist dezelfde tactiek van he
dennacht woelen wij herhalen, zei
ik. Voor een slim man heeft Herr
Schneider twee heel groote fouten
gemaakt In do eerste plaats deiiül
hij, dut ik zijn leelijke streken goe-1-
keur in de tweede plaats heeft hp
voor u eeu gelegenheid opengelaten
om te ontsnappen.
F.en gelegenheid om le ontsnap
pon
Wat weerhoudt u om uit deze
tuindeuren te slappen, uw toboggan
te halen en ten derden male langs dc
Kasteel baan naar boneden te gaan
In Weissheim aangekomen, kan u
zich óf onder bescherming van den
Koning stellen, óf een slede huren om
naar Oostenrijk weg l« komen.
Ik zal mij niet aan de genade
van don Koning overgeven.
Zook dan bescherming in Oos
tenrijk. De telegraafdraden waren
vannacht doorgesneden en zijn naar
alle waarschijnlijkheid nog niet her
steld.
En hoe moet het dan met Ste
phan gaan
Zijn Koninklijke Hoogheid Prins
Stephan v. Schattenberg is niet aan
dezelfde gevaren blootgesteld als o.
Mijn invloed bij den Konbig is heel
aanzienlijk, en alles wat ik doen kan
om uw broeder nu en in de toekomst
to beschermen, zal gebeuren.
Zij stak haar hand naar mij uit.
en ik merkte op, dat haar oogen
vochtig waren. Ik vreesde een uit
barsting, want als zij haar zelfver
trouwen verloor, dan beteekende dat
een wanhopigen en hopeloos ongeltj-
ken siriju met haar vervolger.
Ik drukte haar de hand.
Wees sterk, zei ik vriende
lijk. De Schattcnbergs zijn altij l
op hun best in het uur van govnar.
Zij trachtte spreken woorden
van dankbaarheid, daarvan bon ik
overtuigd maar do woorden bleven
haar in de keel steken zij keerde
zich zwijgend om en maakte de tuin
deur open.
God zij met u. Hoogheid, fluis
terde ik, maar zij keek niet meer om/
(Wordt vervolgd).