HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. VORST EN VRIENDSCHAP WOENSDAG 25 OCTOBER 1611 voor hem ie bewaren en noodigde Moeke uit, Karei maar eens aan het bureau te sturen, als hij weerom kwam. Misschien wist de politie wei een goede werkplaats voor hem Moeke's hol was de verblijfplaats van jongens en meiden, die allerlei monschen eerst lokten en dan beroof den. Zij zagen tegen geen misdaad op, schrijft Batelt en „menigmaal, waren zij debet aan het verdwijnen van Zeedijkbezoekers en vreemdelin gen, dio na een avond van beschon ken gezwier verdwenen en weken la ter uit een der grachten om den Zee dijk werden opgehaald." Ja, de politieman ziet veel vreemd soortigs in zijn leven. Zoo liet geval met den doofstomme, die jaren lang met potlood en ventte en daarin een bestaan had gevonden, omdat ieder een met den man te doen liad. Maar doofstom was hij niet, zooals op een avond bleek, toen hij in een koffie huis ruzie kreeg. De juffrouw achter het buffet kreeg een llauwte, toen ze opeens een doofstomme hoorde praten en de politie, minder zwak van zenuwen, haalde Bertus op en wist hem tot bekentenis te brongen. Maar 't allermerkwaardigst was wel, dat de kerel getrouwd was en een kind had en dat die twee hem nog nooit hadden hooren spreken I In 't voorbijgaan vertelt do heer Bartelt ook nog van het konnis- oproer Ln 1875, waar infanterie en huzaren uit Haarlem aan te pas kwamen en die op den Dam charges met de blanke sabel noodig maakten, alles omdat de Raad de kermis ha/1 afgeschaft. Interessant is het hoofdstuk over de valsche munters. In dn kamer, waar een troepje van die lieden ge- workt hadden, vond do politie eer. ronde mahoniehouten tafel op een kolompoot, die zoo zwaar was, dat ze onmogelijk kon worden verplaatst. Die poot was namelijk hol en vormde do bewaarplaats van het valsche geld. Een anderen keer werd een heele tuin omgespit, om een voorraad valsch geld te vinden, die dan ook behoorlijk voor den dag kwam met de instrumenten er bij. Zelfs lu een zijknnaal van liet Noordzeekanaal bij de Hcmbrug is de schrijver eens met succes aan 't zoeken gegaan naar valsch geld, dat daar minstens al vijf maanden op den bodem moest hebben gelegen. En de „schat" kwam inderdaad onverlet/ naai' vo- ven, dank zij hot kranige werk van een baggerman, die op een plaats waar het water zoo diep was, dat de grooto zeeschepen er konden varen, zulk een kras staaltje van zijn be kwaamheid leverde. Niet heel opwekkend is het verhaal van een boef, die zich beteren wou, maar het zoover nooit bracht. Zelfs toen het scheen, of hij op den goeden weg was, raakte hij er weer van af, en het einde was een nieuw misdrijf en een nieuwe straf, waarop de troos- telooze slotsom volgt „Een nieuw bewijs, dat boeven nooit rusten vóór ze weder uit de maatschappij gebau- nen zijn. Eenmaal boef blijft boef." En in het Armenhuis beeft <1© man zijn dagen geëindigd. Aardige bijzonderheden komen in het boek voor over de bewaking van de Keizerin van Oostenrijk, toen deze in 1884 onder behandeling van Dr. Mezger was en ©enige maanden te Amsterdam en Zandvoort moest ver toeven. De Keizerin liep in den win ter met oen waaier over straat, waar het publick natuurlijk allerlei glos sen op maakte, overigens was zij een flinke vrouw, die eens een nachtelijk zeereisje maakte, waarbij zij den ganschen nacht rustig op het dek zat, terwijl het gevolg meerendeels zeeziek geworden en naar boneden gegaan was. Ook was zij een harts tochtelijk paardrijd ster. „Menig maal", schrijft de hèet Betelt, „heb ben de inwoners van Zandvoort ver baasd gestaan, als zij, vergezeld van haar piqueur, te paard over do dui nen rende. Nimmer bad men een da me zoo stoutmoedig en haar paard zoo volkomen meester, zien rijden." Leerzaam is het boekje van Batalt voor wie leeren wil. Als hij een oud mannetje ontmoet, bekenden zakken roller, en naar zijn welstand vraagt, begint het keroltje te lachen en ver telt, dat hij er niet meer aan doet. Een gokkie en diantage, die zijn voordeeliger. Aan die chantage is natuurlijk een groot hoofdstuk gewijd en wie weten wil wat er op dat gebied omgaat, zal verbaasd staan over de geslepen, in gewikkelde streken, die do schelmen. welke dat bedrijf uitoefenen, toepas sen om geld los te krijgen. Nuttig is de raad om nooit op brieven van zulk tuig te antwoorden. Een boek om aan kinderen in han den te geven is liet natuurlijk niet Maar Ik denk wel, "dat menige vader, die het leest, aanleiding vinden zal tot hot geven van menige waarschu wing en wenk aan zoons, die op het punt staan de wereld in te gaan. Het is zonder zucht naar sensatie, eenvoudig gescliroven. De uitgever zal er wel succes mee bohalen het ia niet enkel amusements-lecluur, maar bezit ook opvoedende kracht. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De oorlog tusschen Italië enTurki]e 't Gavecbt en bombardement bij Bengbasl Is moorddadig ge weest. 2000 Turkscbe soldaten zijn gesneveld. 4000 inwoners van Benghasl werden gedood or gewond. De Itallaansche verliezen zijn ook zeer groot, vermoedelijk 1000 doodsn. De Italianen tegen da Arabieren. Verrassingen In de Enropeeschs politiek. De kansen op bemiddeling worden steeds grooter. Van 't oorlogsveld op Tripolis. Particuliere brieven (die kunnen ge makkelijk aan de censuur ontkomenl) erzekeren, dat 'T BOMBARDEMENT VAN BENCH AS J, door de Italianen gehouden, gTOote schade heeft aangericht en oorzaak was van een ernstige paniek onder de bewoners. Een aantal huizen en go- bouwen zijn verwoest. Do Maltheser kerk is gedeeltelijk ingestort, waarbij acht Malthesers gedood, tien gewond werden. Het Britsche consulaat is ge ducht beschadigd, de Britsche consul gewond. Verschillende Engelsche on derdanen van den Joodschen gods dienst, dio een toevlucht zochten ln het Britsche consulaat, werden ge wond of gedood. Het aantal d o o d e n en ge wonden onder do Inwoners wordt op 4000 geschat. Van de Turksche soldaten werden cr 400 gedood en 1000 gewond. 't-Bombardement ia dus nog al raak geweest De „Giornalo d'ltalia" vorzokert, dat. volgens telegrammen van generaal Bricolla de strijd om Benghasi EEN MOORDDADIGE SI.AG is geweest van man tegen man. Vol gens dit blad werden vooral officie ren door do Turkscho schutters uitge zocht. Het blad vraagt angstvallig, wat wel het, juiste cijfer zal zijn der geleden verliezen, en spoort de regoc- ring dan aan, den vljend ook hutten Afrika aan te pakken. „Nu hot bloed van onze soldaten zoo rijkelijk gestort is, moet men die misplnutstc égards Ier zijde stellen en de actie naar de Aegoïsclio zee overbrengen. Turkije moet nu volledige voldoening aan Ita lië geven." In Italië is er veel onrust onder de bewoners, omdat men niet weet, wel ke regimenten bij Benghasi en Dcrna gevochten hebben en allen, die vrienden of bekenden, onder de strij dende soldaten hebben, dus ongerust zijn. De regeering weigort alsnog nadere mededoelingen te doen. Waarom? De Turken verzekeren, dat de Ita lianen bij Benghasi 2000 DOODEN VERLOREN, maar dit wordt door de regeering to Rome tegengesproken, zooveel krui nen 't er niet zijn. Geregeld hebben or AANVALLEN OP DE DOOR DE ITALIANEN BEZETTE VESTING TRIPOLIS plaats. Gisteren wa3 't weer zoo. Toen waren de Italianen zoo fortuinlijk 200 aanvallers gevangen te nemen. De ge vangenen werden in do citadel opge sloten en zullen voor den krijgsraad gebracht worden aldus heet 't in een telegram. Gevangen genomen vijanden worden evenwel niet voor een krijgsraad gebracht, tenzij ze verdacht worden van buitengewone feiten, b.v. spionnage. Blijkbaar zul len de Arabieren voor den krijgsraad gedaagd worden, omdat zo beschouwd kunnen worden als opstandige onderdanen, want officieel zijn de Arabieren iiu. JtaLiaanscho onderda nen. Wil Italië er den schrik onder de Arabieren brengen Enkele Arabieren zijn reeds door den kogel gevonnist. Behalve de 200 gevangenen wisten de Italianen nog honderden aanval lers te dooden. Uit Napels zii.n 10,000 kisten insec tenpoeder naar Tripolis gezonden. De Italiuansche soldaten hebben zeer te lijden van het ongedierte in de kazer nes, die door do Turken ontruimd werden. MOORDEN OP CHRISTENEN. 't Borioht over het vennoorden van zendelingen door Turken en Arabie ren, wordt tegengesproken. De tegen spraak is evenwel nog te vaag, om voor zeker aangenomen te worden. Toch bestaat or nu de hoop, dat dit gruwel niet heeft plaats gehad. Zou den de Italianen liet bericht verspreid hebben, om stemming tegen do Tur ken to maken VLIEGMACHINES Uit Tripolis wordt gemeld Twee Italiaanscho aviateurs doden per aero plane een verkenningstocht. Zij ont dekten binnen een kring van 12 kilo meter achter Doumellana vier Turk sche kampen, waarvan oen zeer groot was. De Turken zijn 12 k 14 kilometer van de Italiaansche' voorposten verwij derd. Het is de eerste maal, dat aeropla nes in den oorlog voor verkenningen gebruikt worden. De kans op is nu weer niet groot. In de Oosten rij kschc Kamer zei de minister-president, dat do regeering niet zou nalaten op 't geschikte oogen- blik krachtige pogingen te doen om con grondslag lo vinden voor bijleg ging van het geschil, maar op dit oogenblik is 't n o g niet moge lijk stappen tot bemidde ling te doon. Ook In 't Engelsche Lagerhuis kwam de zaak ter sprake. Do afgevaardigde David Mason vroeg den eersten minister Asquith, waarom de Britsche regeering liaar goede diensten ter beëindiging van den oorlog niet aan Italië en Turkije had aangeboden. Asquith antwoordde, dat de regce- ring van mooning is, dat een publieke mededcellng daaromtrent do zaak in qiiaestie niet zou bevorderen. (Alge meen© toeiuichingeu). Mason vroeg ook, of Asquith wel her dacht, dat volgens DE HAAGSCHE CONVENTIE, waaraan de regeering namens Groot- Brittannië had deelgenomen, zij zich collectief met andore mogendheden en voor zichzelf had verbonden haar goede diensten aan te bieden en of Italië op dio Conventie niet had ver klaard, dat zulk een aanbod niet als een onvriendelijk© daad zou werden beschouwd. Asquith antwoordde, dat deze feiten aan do rerreering bekend zijn. Voel wijzer is men door dit debat niet geworden I TURKSCllE PLANNEN. De correspondent van den Berliner Lokal Anzeiger to KoösUjjjtinopel ver neemt uit voed ingcliuito kringen, ufi» Turkije zal toej-reden tot do Balkan- federatie, waarop de entente-mogeiid- heden spoedig in Rome zullen ius- schenbeide komen en bovendien Tur kije een loening bezorgen van 50 mil- lioen, tot het doen aanleggen van openbare werken. Ds Internationals politiek. Mag men 't Russische biad N o w o- j e \V r e m j a gelooven, dan zou de Ti ipolis-quaestie ernstige verdeeld heid onder de mogendheden van het Drievoudig Verbond hebben ver-oor zaak t en zouden de dagen van het ver bond geteld zijn. Het blad acht daar om tlians het oogenblik gekomen voor ©en toenadering tusschen Rusland en Italië. Zoolang Italië nog deel uit maakte van het Drievoudig Verbond, had Rusland geen gelegenheid met dit land een overeenkomst te treffen er de aangelegenheden van het Oos ten. Nu echter is er kans een afzonder- liik verdrag met Italië te sluiten en de te Racccgni voorbereid© toenade ring tot Rusland te verwezenlijken. EEN AANSLAG OP KONING FERDI NAND VAN* BULGARIJE Uit Sofia wordt geseind De zoon van prins Alexander van Battcnlierg wordt beschuldigd van het smeden van een complot tegen den koning. Hij zou zich op in het oog loopemdo wijze in verbinding hebben gesteld met officieren en ambtenaren. Niet gemold wordt, of deze zaak in verband staat met ae crisis op den Balkan. DUll'SCHLAND EN FRANKRIJK. Do Wiener Allgemeine Zeitung ver zekert, dat aan de kabinetten der groo- te mogendheden reeds is medegedeeld, dat de quaostie der compensaties tus schen Duitscliland en Frankrijk tot beider tevredenheid is geregeld. 't Is haast te mooi om waar te zijn! SPANJE EN MAROKKO. Uit 'l'anger wordt aan een Duitsch blad geseind „De Marokkaansche Staatsbank, liet Tabaksmonopolie en de Openbare Schuld, waarvan de centraien tot nu toe in Tanger gevestigd waren, zijn van plan deze naar Casablanca ov te brengen. Dit schijnt een nieuw bewijs te zijn, dat Casablanca niet Fransen zal wor den. IJ© Marocaine publiceert een wan- hoopsartikel, waarin dit feit bevestigd e.i betreurd wordt. In niet-Franscbe kringen in Marok ko verheugt men zich evenwel over de verplaatsing. 't Gevolg zal wel zijn diplomatieke verwikkelingen (als 't daarbij blijft tusschen Frankrijk en Spanje. Ds opstand in Gbina. Ook de stad lvioekiang is in handen der rebellen gevallen dézen hebben de y.'mens verbrand. Overigens is daar de orde klaarblijkelijk niet gestoord. Do revolutionairen hebben ook Waitsjang- en Sinaugfo© vermees tert!. Deze laatste plaats was nog wel steeds een bolwerk der dynastie Do aanvoerder, der regeeringstroe- pen, dio steeds meer voor de revolu tionairen moeten wijken, heeft drin gend gevraagd om meer steun, kanon nen en geld. Maar... de regeering kan eigenlijk aan geen dezer cisehen voldoen. UIT DE ENGELSCHE POLITIEK, 't Parlement heeft zijn werkzaamhe den horvat. Er wacht het Lagerhuis een tijdvak van harden arbeid. De hoofdzaak van de werkzaamheden zal zijn de behandeling van de verzeke ringswetten van Lloyd George. D© re geering is voornemens voor do beli; deling van deze wetten een regeling voor l© stellen, opdat zij op 2 Decem ber in het Lagerhuis zullen zijn afge daan, zoodat op 4 December de behan deling in bet Hoogerhuis zal kunnen aanvangen. De regeering hoopt dan nog verder, dat ook de Mijnwet en de wet op den arbeidsduur in de winkels zullen wor den afgedaan. Stadsnieuws Neflerlandsche Protestantenbond. Eerste Dag. Dinsdagmiddag te kwart voor drie uur is de 41ste olgemeene vergade ring van den Nederlandschen Pro testantenbond aangevangen, in d© groot© zaal van het nieuwe gebouw der Haarlemeche afdeeling, aan de Jacobsst'raat. De VOORZITTER, de beer Ds. S. K Bakker uit Zwolle, opent de sitting nadat door de vergadering staan de vore 1 en 3 ~tTm rod Z4 uit den bundel von den Ned. Protestanten bond is gezongen met het groot aantal afgevaardigden en leden wel kom te heeten. Het is herti een vreug de het te doen op doze plaats, die spreekt van een krachtig .en opge wekt leven in de afd. Haarlem, waar mee spr. haar gelukwenscht. (Ap plaus). Vela verliezen hebben wij geleden in het afgeloopen jaar door liet heen gaan van mannen onzer beweging. Spr. noeint Slotemaker, dio bel voorrecht heeft gehad tot op hoogen leeftijd te werken met zijn diep in zicht. En dah Hugenhottz! Het ia ons wel vreemd, dezen beminnelij- ken man niet mee"r té zullen,hooren. Er waren welsprekender mannen maar niemand kon met zoo'n bijzon dere charme spreken. Er waren ge leerder mannen maa"r spr. roemt zijn bui tengewone belezenheid. Hi} leefde voor ons en onzen gemeen- schappelijken arbeid. Dit deed ook de heer J. A. Bö'nrin- ger, w ens heengaan ook door den voorzitter herdacht wordt. Als voor zitter van de commissie voor de lic- dcrënbundels heeft de heer BohringeK veel voor den bond gedaan. Zijn naam zal in ónze kringen in gezegend aandenken Mij ven 1 Langzamerhand zien wij onze oud© garde dunnen. Maar diegenen die er van resten maken dikwijls de jonge ren beschaamd door hun werkkracht Spr. wenscht prof. Oort geluk met de voltooiing van zijn moderne Bijbel- ve'rtak'ng, een werk volbracht ln zijn derde jeugd (Applaus). Wij hebben een strijd t© voeren to gen links en tegen rechts. Daar zijn er velen tegenover wie wij nog da waarachtigheid van onze levensbe schouwing hebben to verdedigen, daar zijn er nog velen die over hei geloof met een grijnslach slechts spreken. Ook tegen rechts hebben wij to strijden. Het is niet waar, dat onzo tegenwoardige periode zich van da vroegere onderscheidt door meerdere positiefhe.d zooals dóór sommigen wordt beweerd. Het spreekt vanzelf dat wij anders zijn, wat minder ikv'ef. Maar dat we positiever zijn is niet waar. Wij moeten niets minder negatief zijn dan het vorig© geslacht. Spr. be strijdt het denkbeeld van een Bond van Eenheid. Dat gaat 'niet zoolang do orthodoxie het kenmerk draagt van onverdraagzaamheid., ketter jacht, verdrukking van andersden kenden. (Applaus). EvenalB de vaderen zullen wij moe ten komen met onze negaties, wij zulten weer zijn geen ecclesia trium phant?, maar een ecclesia militans. Na gewezen te liebbe'n op het groo- te nut van dezo jaarlijksche samen komsten voor den Bond verklaart spr. de vorgadenmg voor geopend. Aan de órde komt de goedkeuring van de Handelingen der vorige alge- ine ene ve'rgaderlng, waartoe wordt besloten. Bij de behandelt:ng van het verslag van het. hoofdbestuur over 1910'11 worden slechts eenige opmerkingen van minder belang gemaakt. Een de'r afgevaardigden brengt onder ap plaus der vergadering dank aan den secretaris dr. I. M. J. Hoog, voor de keurige samenstelling van het ver slag. Dit wordt goedgekeurd, evenals do verslagen der commission, en dat van den correspondent der Ixblioth©. ken. In een aanvuLlingsverslag deelt dr. HOOG mede, dat het aantal loden van den Bond in het afgeloopen jaar is toegenomen met 264 en nu 20538 bedraagt. Het aantal afdeélingen is vergroot met één (Ede, met 124 leden) Spr. weoischt de afd. Haarlem ge luk niet hare nieuwe woning. Moge zij daarin geluk en voorspoed heb ben en vooral Vrede stichten in vele harten. (Applaus). Het aanvuiüngsverslag wordt goed gekeurd, evenals de aanvullingsver slagen der cooimissién. De heer dr. H. P. Schim van def Loeft verzoekt het hoofdbestuur «ui over te gaan tot de insteUing van ecu commissie voor de lichtbeelden. OM ONS HEEN No. 1428 Duister Amsterdam. Hoe jongelui envolwassen men- 8chen boekjes kunnen lezen over de Ijcldcndaden van Nick Carter, van de Wilsons of van lord Lister, is me altijd een raadsel gebleven. Daar z't nu zoo totaal niets in. Onmogelijke verhalen worden zoo opgezet, dat de deugd altijd overwint en de boosheid het loodje legt, dieven on moorde naars zooals er niet bestaan worden gevangen met ondenkbaren helden moed kortom, het is alles zoo be dacht, zoo ln elkaar gezet Nee i, dan is wat de oud-hoofd«n- spcclenr van de Amsterdamsche re cherche Batelt van zijn ervaringon vertelt, hcclwat interessanter. Dat is gebeurd, dat is geleefd. Hoe do lieer Batelt bij de politie kwam, vertelt hij uitvoerig in zijn pas verschenen boek „Duister Am sterdam". Hij voelde roeping voor tie politie, omdat zijn ouderlijk huis aan den Oudezijds-Voorburgwal bij den Niozel stond, dus grensde aan een buurt, waar voel kwaad volk woonde en heel wat omging. Als er in zijn vaders apotheek politiemannen kwa men, deden ze allerlei vreemde ver halen over het volkje in do buurt. Dat lokte hem aan, hij liet zijn sui- ikerkantoor voor ie politie in den steek en bogon er zijn loopbaan als volontair. En hij heeft hcolwat meegemaakt in de Amsterdamsche politie. Hoe hij met een inspecteur een Engelsch- man knipte, die van een postdiefstal afkomstige effecten wou verkoopen, waarbij do inspecteur nog een flinke hoofdwond opliep, hoe hij in den Duvelshoek dieven opspoorde. Daar kwamen kleino listen aan te pas. Om een verdachte uit het logement rustig mee naar bet bureau te krijgen, ver telt do inspecteur hem, dat er eon klacht tegen hem gedaan is voor het stelen van gewichten. De dief, over tuigd van zijn onschuld, gaat be daard mee en vindt op het bureau do dienstbode van een geestelijke, in wiens gang hij een barometer heeft gestolen. Do dienstbode herkent hem als de man, die ender een voor wendsel aan huis is geweest, de boef wordt geknipt. Eerst is hij beteuterd, dan kijkt bij den inspecteur aan en zegt„Dat 's valsch, ik zal weer met je meegaan dat beloof ik jo. Maar pas dan op, Vuor wat hoort wal" Maar bedreigde menschen leven lang en dc heer Batelt heeft zijn pen sioen geliaald. Maar buiten gevaar was hij niet altijd, eens viel een „chanteur", die teleurgesteld was tover den afloop van een zaak'© dat hij verteld had, op hem en een on deren ambtenaar aan, een mes uit don zak trekkende. Met stokslagen werd de kerel bedwongen, maar het was eeu gelukkig© ontsnapping ge weest. En dan vertelt de schrijver van dievenholen, het hoi van Moeke, die midden tusschen de dieven leefde, maar nooit klapte, altijd haar gas ten verdedigde. Daar werd op zeke ren dag in een verborgen kelder een heele verzameling inbreken /gereed schappen gevonden. „Die go^de Moo- ke begreep er niets van, ze had nooit van dien kelder geweten ja, hoeren, d'r schijjien lui in 't huis t& hebben gewoond, die niet heel zuiver wa ren En toen in een matras een ijzeren bankschroef met een groot aantal vijlen van allerlei afmeting voor den dag kwamen en ontkennen, dat ze daarvan toch wel wist, niet meer baatte, praatte zo kordaat over zeke ren „Karei, die smid worden wou. Aardige jongen, meneer. Jongen, die z'n best doet. Ijverig, ijverig, iruzijn (vrijen iijd artijd bezdg. nou is ie a!' lang weg." De politie beloofde de instrumenten FEUILLETON li- a.ir li Engelsch. 57) Voor u persoonlijk, zei ze, voel iii mets dun sympathie en res peet. Uw houduig van dezen nacht, waarvan Ilcrr Schneider mij op de hocgie liceft gebracht, was een prach tig voorbeeld van stoutmoedigheid en vindingrijkheid. Dc poets, die u mij bakte, wil ik gaarne vergeven, vvaut mijn eigen houding gaf daar alle aanleiding toe, maar 'k kan met vergeten, dat zonder u mijn vader cn broeder nu nog in leven zouden zijn. En zij, die nu nog leven, zouden dan dood zijn. Ik deed onkel mijn plicht, zooals u den uwen deed, maar het Noodlot plaatste ons tegen over elkaar. En toch kleeft er geen blood van uw faniilio aan mijn han den. Verscheidene malen vannacht is er op mij gevuurd, maar ik heb maar eonc mijn revolver afgeschoten, en toon. was hot op ©en lantaren, dat ;k piikte, ofschoon uw broeder aan mijn jjenade was overgeleverd. Is dut zoo vroeg zij, en haar oogen schenen om bevestiging vao mijn woorden te sineeken. Dat ver heugt mij, zei ze, en het deod mij goed te zien, dat er weer een tintje rood in haar wangen kwam. Nu, z-ci ik, wil u nrijn hulp aannemen Ik ben onder arrest, zei ze, maar dat kan mij niet schelen. Hecht u veel waarde aan het leven Als ecnig antwoord maakte zij een onuitsprekelijk moedeloos gebaar. Tijdens het leven van mijn va der, zei ze, is het mij nooit toegestaan, de Kasteelbaaa af te snellen. Vandaag ben ik tweemaal naar benedon gegaan. Bij beido ge legenheden trachtte ik over Cliaryb- dis heen to schieten, maar bij belde koeren bleek mijn instinct sterker te zijn dan miin besluit en ik kwam veilig en wel den hoek om. Hetgeen bewijst, dat het loven eon last is, waarvan wij ons maar niet zoo gemakkelijk kunnen ont doen. En toch, zei ze vermoeid, zou ik er heel graag een eindo aan maken. U kan geen eind aan uw leven maken zonder het hart van anderen hevig te treffen. Er leeft iemand voor wien uw overlijden een verschrikke lijke bijna noodlottig© slag zou zijn. Zij sloeg haar oogen neer. Wien bedoelt u vroeg zij bij na onhoorbaar. Ik bedoel den kleine nStephan. Kleine Stephan Zij streek met lui ar hand over de oogen, terwijl zij dat zei. Verdriet is zeker een heel zelf zuchtig iets, zai ze, want in de bitterheid van mijn verdriet had ik hem bijna vergeten. Daarom, ging ik zacht voort, is het uw plicht to leven en ik ben hier om u te helpen, dien plicht te volvoeren. U heeft gelijk, antwoordde zij, maar mijn leven is niet in ge vaar. Vergeef mij, zei ik, Herr Schneider is in huis. Dat weet ik, hij vertelde mij, dat ik ouder arrest was. Is dat alles, wat hij u vertelde Neen, zei zo verontwaardigd, dat is niet alles. Hij had de onbe schaamdheid, mijn hand te vragen. Ik behoef niet te vragen, wat uw antwoord zal zijn, maar onder steunde hij zijn aanzoek niet met zekere stoffelijk© belofte Hij beloofde mij mijn oogenblik- kelljke invrijheidstelling in geval ik hem aannam. En in geval u weigerde Dat weet Ik niet. Als ik weiger de, zei hij mijn „Neen" niet als ant woord te .kunnen aanmerken en dat hij over ©cn lw.ll uur weer bij mij terug zou komen, oiu zoo noodig an dere argumenten te berde te bron- gen. En lrecft u beelemaal geen ver moeden, welke die ai gumenten zijn Totaai liet. Zoo 1 Hij bewaart zijn brutali teit in do hoop, dat liet misschien niet noodig zal zijn baar aan het licht te brengen. liet argumon: waarover hij spreekt, liwo Hoogheid, is hetzelfde, dat uw broeder van nacht gebruikte toéa hij mij wilde bowegeu in uw boudoir een stoel te nemen. Zij staarde mij niet de grootste verbazing, maar zender vrees aan. Zou li ij mij willen dreigen Hij zou het niet bij bedreigingen laten. Wat meent u daarmee Ik bedoel, dat hij eon krankzin nige is, ©u wél een heel gevaarlijke. Hij zal er op blijven aandringen, dat u hem bolooft zijn vrouw te worden hij wil u door een eed aan die belofte binden, en als u hom zijn zin niet geeft, is bij tot alles in staat. En wat raadt u mij dus aan doen Er is maar één ding mogelijk en dat is te ontsnappon. Ik ben oen sterk man en hecht niet méér waar de aan mijn leven als u aan het uw© Maar ik bot» ongewapend, ik heb zelfs het mes niet bij mij, dot u mij op bet bal van Mrs. Van Troeber cadeau gaf._ Bovendien heeft Schnei der do wet" achter zich en een paar soldaten tot zijn dispositie. Als w ij ons ronduit tegen hem verzetten, heeft hij vrij spel om zich daarvan te bedienen. Wij doen verstandiger me; op onze eigen slimheid te vertrou- In dat geval, zei ze eenvou dig, ben ik zeer dankbaar, dat O u aan.mijn zijde heb. Uw daden va.-, hedennacht hebben de grootste be wondering bij mij opgewekt. Juist dezelfde tactiek van he dennacht woelen wij herhalen, zei ik. Voor een slim man heeft Herr Schneider twee heel groote fouten gemaakt In do eerste plaats deiiül hij, dut ik zijn leelijke streken goe-1- keur in de tweede plaats heeft hp voor u eeu gelegenheid opengelaten om te ontsnappen. F.en gelegenheid om le ontsnap pon Wat weerhoudt u om uit deze tuindeuren te slappen, uw toboggan te halen en ten derden male langs dc Kasteel baan naar boneden te gaan In Weissheim aangekomen, kan u zich óf onder bescherming van den Koning stellen, óf een slede huren om naar Oostenrijk weg l« komen. Ik zal mij niet aan de genade van don Koning overgeven. Zook dan bescherming in Oos tenrijk. De telegraafdraden waren vannacht doorgesneden en zijn naar alle waarschijnlijkheid nog niet her steld. En hoe moet het dan met Ste phan gaan Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Stephan v. Schattenberg is niet aan dezelfde gevaren blootgesteld als o. Mijn invloed bij den Konbig is heel aanzienlijk, en alles wat ik doen kan om uw broeder nu en in de toekomst to beschermen, zal gebeuren. Zij stak haar hand naar mij uit. en ik merkte op, dat haar oogen vochtig waren. Ik vreesde een uit barsting, want als zij haar zelfver trouwen verloor, dan beteekende dat een wanhopigen en hopeloos ongeltj- ken siriju met haar vervolger. Ik drukte haar de hand. Wees sterk, zei ik vriende lijk. De Schattcnbergs zijn altij l op hun best in het uur van govnar. Zij trachtte spreken woorden van dankbaarheid, daarvan bon ik overtuigd maar do woorden bleven haar in de keel steken zij keerde zich zwijgend om en maakte de tuin deur open. God zij met u. Hoogheid, fluis terde ik, maar zij keek niet meer om/ (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5