fe m i 8 38 fe p zij weet moedig het hoofd omhoog te honden ook als de weg moeilijk en donker is. Gij zult zijn leven weder opbouwen, zijn karakter opnieuw or men en met Gods hulp zult gij slagen. De kinderen. Schets door E. Rita. Zo zaten tegenover elkaar bij de koffietafel, de beide oude mensclien, zooals ze dat reeds zes-en-veertig jaar eiken mor«en deden. en toch heden anders dan gewoonlijk. Hoe schoof 't morgenmutsje der vrouw heen en weer. En de bril werd elke paar minu ten van het stoiupneusje genomen om er onmiddellijk weer op te worden ge zet. En het ritselen van de courant, waarachter de man zijn goel perka menten gezicht met de vele rimpels en plooien trachtte te verbergen, was eveneens iets buitengewoons. üp de tafel naast de blanke koffie kan, lag een brief mei postzegels uit oen overzoesch gewest. We zullen dus kinderen krijgen, zei de grijze vrouw en er klonk ont roering in haar stem. Twee prachtige jongens. Hoe lang hebben we ons die roods zewenscht. Ik ben onze nicht zoo dankbaar, dat ze ons haar jongens toe vertrouwt- Dankbaar? Ze mag wel blij we zen, dat ze haar jongens zoo goed be schermd weet, bromde de oude man en hij kroop zoo mogelijk nog meer achter zijn blad weg. Het l"kt me nu haast een geluk, dat ons huwelijk kinderloos is geble ven. Nu kunnen we zoo recht voor de arme kleinen zorgen. Komaan... Duitsch zullen ze toch zeker uiet meer; vijftien en zestien jaar.... Juist de ouderdom, dat ze het meest bescherming uoodig hebben. Verraden en verkocht zouden ze wor den door louter vreemden, die hun taal niet verstaan. Kom aan... Duitsch zullen ze toch wel kennen. Maar het is hier toch alles zoo geheel anders dan in Zuid-Amerika. Zeker zullen ze heimwee kröcren, do arme kinderen. Maar wij zullen het aan liefde niet laten ontbreken., der en moeder zullen we voor hen zijn... en... en... Weer dreigde de stem der oude vrouw van ontroering over te slaan. F.n daarom zei de man op te nuchter der toon maar die was gemaakt. Waar moeten ze slanen F.n nu was de huisvrouw pas recht in baar element en verklaard, schier plechtigen toon, dat men de t' •««•/•he woonkamer, dio haar man eigenlijk het gezelligste vond, heel goed kon missen. Nieuw geverfd, weet je. en nieuw behangen witte deuren, een licht behangsel, bonte platen aan de wan den... en in 't rond planken voor het speelgoed.... Sneeliroed Daarvoor zijn ze toch zeker te groot. Jongens van vijftien en zestien jaar... Spelen ook nog graag, spelen zelfs bijzonder graag. Als is het dan ook niet niet bouwdoozen en tollen... de hemel beware me.... maar weet jo dan niet, dat er speelgoed voor groot© jongens bestaat? Stoommachines. lilec- tiiscertoestellen. Kinematografen. Mo dellen van luchtschepen en vliegtoe stellen. En stol je maar eens voor, hoe heer lijk het in den zomer zal worden, zoo schilderde ze dadelijk in de helderste kleuren, als we uitstapjes maken: de jongens met botaniseertrommel en vlindernet. Ze verzamelen planten en kevers... breken takken van de hoo rnen.... en wij wandelen met z'n vie ren door het groene, groene bosch. Eu gaan een goede herberg in. waar men echt bier verkoopt... Maar boterhammen nemen w? mee. Zulk© jongens hebben altijd ei" reuzeneotlnst. Daar kan men heel. maal niet tegen op. Je wilt zo toch misschien niet be knibbelen? Nu werd ze bijna boos. Beknibbelen? Wat denk je eigenlijk van mij? Verzorgen wil ik ze. dat ze volle ronde wangen kriigen en bun lieve moeder zich verheugt, als zij zo terugziet. En alle dagen zullen zo een zoet gerecht hebben... zoo heel veel vleesch is volstrekt niet gezond... maar volop groenten. Er kwam nu nieuw leven in de stil le huishouding. Handwerkslieden wa ren druk bezig en leveranciers liepen af en aan .zoodat het dienstmeisje, dat aan rust gewoon was, er bijna het hoofd hij verloor. De oude man werd erg bezorgd, dat al die opwinding en inspanning voor zijn wederhelft na delig zou kunnen worden, maar deze haalde de schouders op en zei op gewichtiaen toon: Dat is nu eenmaal niet anders., kinderen veroorzaken werk... en als ze eenmaal hier zijn. wordt het nog veel erger. Maar ook de man. al deed hij ook, alsof het met eonigen tegenzin ging, opdat men toch maar geen spoor van overgevoeligheid bij hein zou bemer ken. spande zich in. Hij haalde eerst een Engelsche en daarna een Spai sche spraakleer en trachtte zijn inge roeste talenkennis op te frisschen. Ja, hij nam zelfs een bt>ek over natuurlij ke historie ter hand en bestudeerde ten slotte een conversations-lexicon; jongens vragen zooveel en het is erg onaangenaam, als men hun niet ant woorden kan.... Het was werkelijk de moeite waard, te zien, hoe de beide oudjes thans rot laat in den avond bij de lamp tegen over elkaar zaten: zij met bevende vingers tullen gordijnen zoomend, hij met inspanning zijn oude boeken bestudeerend, terwijl anders om dezen tijd alle twee reeds lang in een hoekje van de sofa waren Ingedommeld. En wat interesseerden hun boven dien nog niet vele dingen: zelfs het repertoire van den schouwburg, dat voor hen toch reeds in Jaren geen be- teekenis had gehad Ze meende welis waar in 't eerst, dat voor kinderen op zijn hoogst in de Kerstweek gelegen heid bestond cm epn sprookje te zien opvoeren, maar toen had men hom moeten liooren: voor zulke groote jou- of men 'dit of dat stuk wel met de jon gens kon gaan zien. Maar op de bios coop-voorstellingen ging de oude man geweldig te keer en hij schreef zelfs een gloeiend artikel voor de courant- men moest toch bij het opmaken van de programma's wat meer rekening houden met het jeugdige publiek anders ging hij met zijn jongens er stellig nooit weer naar toe. Met een kloppend hart reden de bei- do oude luitjes naar het station, na dat thuis alles in de puntjes voor de ontvangst in gereedheid was gebracht en do huisvrouw de meid inzonderheid nog op het hart had gedrukt, dat ze het vleesch goed moest behandelen en toch vooral de taait niet laten ver branden. En ruim drie kwartier voor de aankomst van den trein trippelden ze reeds het perron op en neer. te op gewonden om stil te kunnen zitten. En ze spraken natuurlijk over niets an ders dan over de jongens. Of de reis hun goed bekomen zou zijn... of ze niet zeeziek zouden zijn geweest... of ze misschien erg moe zouden zijn en hongerig. Eindelijk rolde de trein het slation binnen. De oogen der oude lieden vlo gen van coupévenster tot coupéven ster, of niet hier of daar twee jongens hoofden naar buiten waren gestoken. En nu trippelden, de pleegouders* in spe ook niet meer. maar stonden stil, alsof vreugde en verwachting hen aan den grond hadden genageld. Maar hoeveel reizigers er ook uit de coupé's kwamen, de jongens waren niet te zien. Reeds werd het leeg op het per ron en slechts een luidruchtig o\ er- moedig gezelschap was nog overge bleven: verscheiden opvallend geklee ds jonge dames van een Spaansch ty pe. lachend en gesticuleerend, te mid den van een schaar vereerders, lou ter jonge, elegante fatten, die letter lijk schenen te vechten om de eer, de bagage van de dames te mogen dra gen, die od haar beurt weer niet karig waren met vurige blikken uit de aon kere oogen en nu dezen, dan dien ca alier dankbaar en veelbelovend aan keken.... Verontwaardigd wendden de oudi lieden hun blikken af van dit onge paste doen on staarden radeloos op het verlaten perron. Ze zijn met meegekomen. De arme kinderen! of ze hebben een ongeluk gehad. Daar maakte zich uit die „buiten- laudsche" groep, welke reeds den uit gang had bereikt, de gedaante van een iongen man los en kwam, juist alsof hij wat vergeten had, weer op het perron en recht op de oudelui af. Bent u misschien... vroeg de jon ge man, terwijl hij zijn hoed ofnum, met een Engelsch accent.... En plot seling overtuigd, dat hij het niet mis- had, stak hij hun de hand toe en riep: Halloh! Oom. Tante. Hoe vriende lijk dat u aan 't station bent geko men. En nu had zich nog een tweede Jon heer van het ..gezelschap" afge scheiden en kwam met een „How do you do"? (hoe maakt u het),nader. Wie zou hier in Duitsehland de twee hun vijftien en zestien jaar hebben aangezien? Misschien, dat men in Brazilië meer aan zulke vroegrijp heid gewoon is. En dan nog die uiter ste elegantie in de kleeding en in eik opzicht <le manieren van een man uit •oote wereld, vertelden dadelijk, dat ze een brillante reis en een bijzonder aardig gezelschap hadden gehad, waar mee ze volgons afspraak dezen mid dag in het „Hamburger Hof" zouden dineeren.... We dachten, dat jullie met ons ging eten waagde de oude man heel bedeesd te zeggen. 0. heel vriendelijk, maar van daag gaat dat helaas niet. We moeten eerst naar het hotel, waar we voorloo- pig ook wonen. Maar jullie moeder schreef, dat je bij ons.... Nu, wij kunnen immers wel eens zien. Als u plaats genoeg hebt. Wo hebben een woonkamer, een slaapka mer en een badkamer noodig. De oude schudde het hoofd, daar voor zou de ruimte niet voldoende zijn. Bij den uitgang van het station stond het geheele reisgezelschap. U zult ons niet kwalijk nemen, beste oom, tot een spoedig weer zien. lieve tante, we zullen heel spoedig onze opwachting bij u komen maken. Sprakeloos stonden de beide oudjes nog een poosjg op dezelfde plek. Ein delijk reikte de man zijn* vrouw den arm en bracht haar langzaam een rijtuig. Dat heerlijke maal! Dat de eerste woorden, die ze onder het rijden met trillende lippen sprak. En wat ik. ai niet voor iieu wiide doen. 't Zou een geheel nieuw leven wor den... Alles zou zich om de kinderen draaien. Nu zijn we weer alleen. En zo sloeg haar oude haiweu voor 't ge zicht en begon bitter te weenen. Toen nam de man haar zacht de handen voor de oogen weg, en zei: De kinderen?... De „kinderen" waren in dit geval wij... mijn lief... goed... oudje... Ja, dan zal het wel niet veel meer j weer beier worden weer haar oude, worden met het reizen bedoel ik opgewekte overmoedige Lena. Als natuurlijk, dan moeten we eens zien, de broche eens behield 1 De dokter had het recept klant ge maakt en stond op. Ja, zooals ik zei, vrouw Rungo in ongelukkige leeftijd. Als zij ten minste maar reeds boven de zeven tien was!.... Gaat het absoluut niet, dat u het meisje voor een paar maan den laat gaan? De Riviera wil ik vol strekt niet aanraden, maar Schwarz- wald-Freiersbach of Rippoldsau, dat is misschien nog wel mogelijk, niet? Vrouw* Runge zette groote oogen op. Ik verdien twee gulden daags met naaien en één met verstellen, zei ze langzaam en streek met de vereelte hand over een stuk zijde. En tegen woordig, sinds Lena het bed moet hou den, kan ik niet meer zoo goed weg en bij mij aan huis laat ik de klau- -ten niet graas komen, als iemand ziek gens was ook liet eene of andere klas-is. sieke stuk wel geschikt. Eu daarna De dokter maakte een ongeduldige brachten ze eendrachtig hun kennis! beweging en volgde zenuwachtig de van tooneelstpkken voor den dag en j hand, die nog altijd over het stuk zij- debatteerden niet vuur over do vraag de heen en weer streek. Vrouw Rnnge. Door HEDWIG STEPHAN. hoo wo het zonder dat stellen. Dus om do twee uren tien droppels en ingeval het erger wordt, laat u mij maar pen. Vrouw Runge sloot de deur van het portaaltje achter den arts dicht en bleef toen midden od de kleine, don kere gang staan, roerloos, met* siap- neerhangende Eerst toen van terzijde oen zwakke stem: Moeder riep, schrok zij op en ging de slaapkamer binnen. Wat is er, Leentje? Lena richtte zich met moeite op. De groote inspanning bracht groote roo- do plekken op haar bleek gelaat. Moeder, wat zegt hij? Ik moet toch niet naar het ziekonhuis? Dat doe ik niet, moeder, want daar daar is het verschrikkelijk. Dat heeft Greta Schumann mij verteld. Ik ben zoo bang voor sterven, moeder. De adem begaf haar schier omklemde bovend den arm van haar moeder. Vrouw Runge streek bevend over de vermagerde banden. Maar. l^eua. wat een dwaasheid! Wie deukt nu aan sterven! Eu van het ziekenhuis heeft de dokter ook ;een vvooid gezegd... alleen oen beetje frissche lucht moet je hebben... zoo eens een paar weken in een bosch, weel je In een bosch! Och. moeder... als dat kou! Ik geloof, dat ik dan zeker beter zou worden! In Lena's oogen kwam een koorts achtige gloed. Weet u nog, moeder, van vroeger, toen wij in Friedrirhs- hagen in pension waren.... toen u den uitzet voor mevrouw Amtmann Ried- ler genaaid hebt! Vrouw Runge knikte bedroefd. Ja. die uitzet voor mevrouw Amt- ann Riedler. dat was een glans punt in haar leven geweest! Toen had zij nog allerlei overmoedige, schoone verwachtingen gekoesterd... als Lena een jaar ouder was, wilde zij zich zelfstandig maken alleen betere klanten - zij zag reeds het boruje op de deur; „Atelier van Mathilde Bunge lt ubes, Confectie". Eu nu ach! liet kleine beetje geld, dat zij had overgespaard, was geheel opgegaan aan versterkende middelen Niet verpanden, dat was te gevaar lijk maar verkoopen, ergens in een streek, waar zij niet zoo gauw weer kwam in Charlottenburg of Schönebere en als zij dan de zvv te japon van mevrouw Schuiefend aantrok en het grijze kapothoedj© op zette, dan zag zij er minstens voornaam uit als mevrouw Fried létnder. Een woeste trots steeg haar naar het hoofd. Zij liep de slaapkamer bin nen en boog zich over het ziekbed. Le na had de oogleden half gesloten. Leem ie. ik moet even de deur uit 't duurt niet lang ik zal tegelijk nok de droppels voor het hoesten je meebrengen. Het meisje keek haar uit de koortsi ge oogen onrustig aan. Och. moeder, blijf toch hier. Ik ik voel me volstrekt niet goed. Zoo zwaar ik weet het niet zoo bang, moeder. Vrouw Runge drukte de magere ge stalte heftig in haar armen. Laaf ik maar even gaan. Leentje, lieveling, fluisterde zij half gesmoord in de blonde haren. Je zult weer be ter worden spoedig ik zal daar wel voor zorgen, Leentje. Het sloecr juist zeven uur, toen vrouw Runge uit den goudsmidswin- kel kwain. Het was allemaal vlot van stapel geloopen de juwelier had zonder be denken of vragen de broche van haar aangenomen en met vijfhonderd gul den betaald. Het geld rammelde in haar zak bij iederen voetstap. Voor den ingang van hel station stond een politie-agentzij week schuw ter zijde en ging door een an dere deur naar binnen. Had hij haar niet op een bijzonder.' wijze aangekeken Kwam bij haar niet achterop Sidderend haastte zij zich naar coupé en nas toen de trein >ich in weging zette, werd zij wal kalmer. Haar gewetensrust had zij verkocht met de glinsterende speld man: zij dan den prijs niet waa-'d Was er dan eigenlijk nog wel plaats voor een bewustzijn van schuld in h>or horst, als zij er aan dacht, hoe zij in aan het bed van haar kind zou komen met - en in spijt van dit alles kon Lena de wonderlijke boodschap och. 1 ena maar niet weer op kracht komen! Iin nu al weken lang dat hoesten en altijd die koorts, altijd koorts... Daar ging de bel, tweeinual, schel en lang. Vlug stond zij op. Dat is een klant zeker mevrouw het immers niet ééns kunnen be- grijnen, dat zii reizen mocht, weg uit liet enge, crehate kamertje naar de bergen, naar het bosch, de lucht den zonneschijn in Zij kneep de hand vast om het geld in haar toschjc en uil haar door op- Friedlandcr die vanmorgen-vroeg dat winding roodgekleurd gelaat was de pakje gezonden heeft misschien slaap je wel een beetje, Lena en -- niet waar het schaamrood steeg haar naar het verbitterde gelaat als hot. gaat. dan niet hoesten! Voor de deur stond een goedge vormde. eenigszins opzichtig elegant gekleede dame. die een groote broknar- tasch puffend als waaier gebruikte. Och, beste Runge, die trap! Ver schrikkelijk! En niet eens een stoel op elke verdieping. Dat heeft men tegen woordig toch overall Ja ,c&n beetje hoog is het wel, mevrouw, en ik zou ook heel graag bij u gekomen erstoorde uitdrukking geheel verdwe nen .toen zii uit de coupé steeg en met vlugge schreden zich naar haar ning repte. In de gang stonden ecu paar man nen. die elkaar aanstootten en opval lend vlug plaats maakten, toen zij voorbijging. Zij lette ©r niet verder op, maar toen zij boven den sleutel in het slot stak, week zij van schrik terug. Do deur toch was open wat betee- kende dat En binnen in dc kamer, wie sprak daar zoo hard op Bevreesd sloop zij den overloop op maar mijn dochter en luisterde. De mannenstem zweeg isI maar nu dit was toch juffrouw Koh- Mevrouw Friedlander gaf met een nert, de vrouw van don kapper op handbeweging te kennen, dat dat den hoek I onderwerp haar verder geen belang- Och neen. mijnheer de inspecteur, stelling inboezemde, en slak de hand het is al te verschrikkelijk Ik heli liet pukje op de tufoL Maak dal maar eens open, vrouw Runge. Daar zit namelijk mijn zwar te tulen japon in met de loovertjesvo- lants die moet ge voor me verma ken. Wat dunkt u. zou ik oen ronde of een vierkante uitsnijding nemen Vierkant is moderner, nu ja, maar het figuur komt toch niet zoo tot zijn recht. Of hoe zou u een gewonen pas vorm vinden Zij wachtte vergeefs op een ant woord. Vrouw Runge had blijkbaar in het geheel niet naar haar geluisterd. Zij zat daar voorovergebogen, terwijl angstige spanning op haar gelaat te lezen stond, naar de deur te luiste ren en nu - nu kwam het, het ge vreesde een hoesten, met moeite in gehouden en nu des te heftiger los brekend. Vrouw Runge sprong verschrikt op en vloog de zijkamer in. zonder zich te verontschuldigen. Toen zij terugkwam, stond me vrouw Friedlander al bij de deur en slingerde ongeduldig met haar tasch. Ja. vrouw Runge. uw dochter schijnt het leelijk te pakken te heb ben. Daar moet u toch wat voor doen. met die japon daar zult u nu ook wel niet van ganscher harte aan werken Zij zuchtte verdrietig. Neen, daar is wat ellende op die vereld En alsof het zoo wezen moet, alles komt warempel ook tegelijk denk eens aan, ik heb pas eergisteren mijn broche verloren, die nieuwe met die groote briljanten, welke mijn man mij met mijn verjaardag gegeven heeft Ik heb het lietn nog niet eens verteld, want bij gaat over iedere Weinigheid zóó vreeselijk tekeer... Nou. tot den volgenden keer dan... Vrouw Runge deed haar geen uit geleide. Zii wist immers, dat zij deze klant tóch verloren had. Die kwam niet weer terug. De japon liet zij mor gen halen, zoo vast als een huis, dat kon zij gerust nu weer allemaal in pakken. Zij vouwde het op en streek werk tuigelijk de verfrommelde volants glad. Maar wat voor iels glinsterends lusschen zwarte loovertjes? Met bevende vingers maakte zij het eruit los.... het was de diamanten broche, welke mevrouw Friedlander had verloren. In een eerste opwelling lic-p zij naar het raam en rukte liet open, maar van do reseda-groene japon was niets meer te zien. Ja, dan moest zij wel naar haar toe gaan, en de vondst terugbrengen, zoo als een eerlijk mensch uatuurlijk be taamde. Zij draaide de broche tusschen de ingers heen en weer. Een zeshon derd gulden had zij stellig gekost iets goedKOops kocht mijnheer Fried lander nooit. En dat noemde die me vrouw een „kleinigheid". Als zij die had ja. dan zou Lena kunnen reizen duur kon ze wei een hoel jaar voor wegblijven, zij zou haar nog hooren gillen het ging mij door merg en boen en vrouw Runge was niet thuis toen heb ik gauw ©en smid eehaald maar liet was al gebeurd ik ben er nog heelemaal over van streek. Zij hield op en begon luid te snik ken. Op den drempel stond vrouw Run ge haar kalkbleek. verwrongen ge- lant zag er uil als een masker. De inspecteur ging naar haar toe en plukte verleden aan de knoopen van zijn uniform. Best moedertje, het doet me op recht leed maar het meisje is zeker al lang ziek geweest zij is een half uur geleden gestorven -- sta mij toe, dat ik u mijn hartelijke deelneming betuig.... Hij stak de hond uit. maar vrouw Runge staarde in de verte voor zich uit, zonder zich to verroeren. En plotseling begon zij te lachen, verschrikkelijk, krijschend als een krankzinnige. Zij slak haar hand in haar taschje een pakje blauwe piertjes kwam te voorschijn smeet het op den grond en stampte er met den voet op. Verrast en verwonderd ging de in specteur naar hanr too en nam haar arm. Wat doet u daar Wat is dat voor geld vroeg hij op strengen dienst- toon. Vrouw Runge stond een oogenblik sprakeloos en richtte daarna langzaam het hoofd op. Geen spier vertrok zich nicer in haar gezicht. Ik heb het geld gestolen, mijn heer de inspecteur. Neem mij in hech tenis zeide zij en sliet de bankbil jetten verachtelijk met haar voet van zich af. {N. v. 't N.) CASAS DE SERVIA. Er is een diner bij den Engelschoh gezant te Belgrado. Daar zat graaf Johanovitch en mevrouw, prins Bo- blokowitch en mevrouw, baron Kolo- dat? Wat zat daar j witch, Juma Jomaninovitch en zijn ","1° «««rt»-»» -i» aanstaande en nog een stuk of twin tig andere, adellijke vitchen. Lady Pan burst droog een fraaie diamanten parure, waarover alle Serviërs, die veel van edelgesteenten houden, paf waren. Graaf Johano vitch vroeg, of hij de parure eens zou mogen zien. En lady Panhurst deed het ding af, legde liet op een zilve ren schaal en liet het rond gaan. Toen het bij prins Boblokowitch gekomen was, ging het electrise be licht uit. Er was eenige opschudding, doch ai spoedig was alles weer in orde en op zijn plaats terug, behalve de diamanten parure. Die was ver dwenen. Ontzetting stond te lozen op de gezichten van til deze edelen. Vu- rigo oogon sproeiden blikken van verontwaardiging in hot rond. Doch de parure was weg en bleef weg. Alleen lord Panhurst bleef kalm. Na een oogenblik begon hij zelfs te lachen, vroeg het woord en zeide Mijne hoeren, nooit zal ik dezen avond vergeten. De Servische heeren hebben mij een goede les gegeven. Wij hadden niet met die parure moe ten pronken, heeft zeker een uwer gedacht en haar in zijn zak gesto ken. Dc spotvogel heeft gelijk gehad. Ik zal het niet weer doen. Doch nu heeft de grap lang genoeg geduurd, lk zal het lioht laten uitdoen. En als het dan weer aangaat, zal na tuurlijk do parure weer in de zilve ren schaal liggen. Lord Panhurst gaf een bediende ■n wenk. Het licht ging uit, bleef eenige oogcnblikken uit. Er was alom doodsche stilte. Toen ging het licht weer aan, aller oogen richtten zich op den zilveren schotel, dcchook deze was niet meer te vinden. Hij was den weg van de parure gegaan en bleef weg, even als de parure. Vicomte de Lakennaye was militair attaché fe Belgrado. Öp een morgen had hij eerst een conferentie met den Servisehen premier en minister van financiën en onmiddellijk daarna met dien van oorios Toen hij bii oorlog in het kabinet kwam. riep Zijn Excellentie U bent vroeg meneer De Laken naye Toch niet. Excellentie. De vicomte wilde oo zira horloge. ;n kortharen gouden chronometer, zien, doch ontdekte tot zijn schrik, dat het weg was. Zeer ontsteld over het verlies van dit dure prachtstuk, stamelde hij Pardon, Excellentie, maar ik heb mijn horloge verloren De minister lachte. Neen. Excellentie, heusch, ik heb het vanmorgen verloren. Voor ik bij den minister van financiën in zijn kabinet kwam, heb ik er nog op ge- koken. En na dien tijd heb ik nie mand gezien of gesproken dan Ziju Excellentie. Wij hebben heel vertrou welijk gesproken. Herhaaldelijk sloeg Zijn Excellentie mij op den schouder. Maar ua dien tijdniemand, nie mand En de attaché zakte diep ontsteld in zijn stoel terug. Weet u zeker, dat, u niemand anders gesproken hebt Heel, heel zeker. Excellentie Maar dan is de zaak eenvoudig genoeg. Ik zal er zelf ©ven op uit gaan, zeide de minister geroerd. Maar. Excellentie, u wilt toch niet veronderstellenu kunt toch niet zeggen...., men mag toch niet verwachten.... dat.... Laat mij mijn gang maar eens gaan Zijn Excellentie verdween. Dc tijd duurde den attaché lang, vooral nu hij zijn üouwen chronometer niet bij zich had. Doch eindelijk, daar komt de mi nister weer binnen. Hij haalt iets uit zijn zak en houdt triomfantelijk liet kostbare horloge omhoog. De attaché is verbluft en dankbaar neemt hij het horloge weer in ont vangst- Maar ik begrijp niet... Excellen tie. U kondt toch niet vragen, of.... u kondt toch niet De minister, goedig Maak u niet ongerust, mijn waarde vicomte. Mijn collega heeft er niets van gemerkt, dat ik hot hem weer heb afgenomen. Tableau. Wat t Wil Je weer vrij hebben voor ©en begrafenis Ja, mijn grootmoeder is gestor ven. Sapperloot, dat is al de derde grootmoeder van dit jaar Ja, maar mijn grootvader is ook vijfmaal getrouwd geweest! VERBETERING. De heer Bruin verontschuldigt op een partij bij de vrouw des huizes de afwezigheid van zijn broeder. We hebben het zoo druk met «te zaken, mevrouw. Eén van ons tweeën moest beslist thuis blijven. En toen hebben we geloot. En u, geluksvogel, heeft gewon nen Pardon, mevrouw, integendeel, ik heb verloren. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek be-treffende, gelieve men te richten f den heer J. Meyer, Kruisstraat 34,Telephoon 1543. Probleem No. 309 van BOMBèKE. i ij m PI m •f B W: M m JÜ 8 gig M 8 fes; fe. s m m Zwart schijven op: 3, 6, 8, 9. 10, 12, 14. 17, 18 19, 20. 23 en 29. Wit schijven op: 16, 26. 27, 28, 32, 35, 37. 38. 40. 42. 45. 48 en 49. Probleem No. 310 van BOMBèKE. m u m. 5 \WÈ 9 9 m 16 9 9 25 m m A- 35 m m ÉA m 45 Zwart schijven op: 7. 9. 10. 12. 13, 14, 17, 20. 24 en 26. Wit schijven op: 21, 23. 27, 29. 33, 34, 36, 38, 44, 45 en 50. Oplossineen van beide problemen worden gaarne ingewacht aan boven genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 28 dezer. ERRATUM. In het diagram van den slagzot (zie vorige rubriek) is verzuimd een zwar te schijf op veld 11 ie plaatsen. Oplossing van probleem No. 305, van den auteur: Wil 36-31. 28-22, 40-35 32:23, 37-31, 38-32. 42:11, 26:19, 25:5! Oplossimr van probleem No. 306, van den auteur: Wit 32-27, 42-38, 41-37, 47:27. 29-23 (zw. 19:28 gedw.) 20-14, 30-24. 44:2. 2:8! Beide problemen zijn goed opgelost door de heeren R. Bouw. D. G. Koning, W. J. A. Matla, C. Serodini, J. Sio- gerist. Oplossine van het eindspel van G. G. Defoy (zie rubriek van 4 Novem ber 1.1.) Wit: 10-4 4-15, 14-10 28-22, 10-4 15-4 4:22! Zwart: 31-37 (de beste). 37-41. 41-47A, 47-41. 47-36. 36:18 Wit: 10-5 5:28! A Zwart: 41-46. 46:23 Haarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur in het gebouw „De Nijverheid", Jansstraat 85. al hier. Liefhebbers van hel damspel zijn daar steeds welkom. Zij die lid wenschen Ie worden van deze club kunnen zich daartoe bij hel bestuur aanmelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 16