BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER S IAANDEW
0F 10 GENT PER WEEK.
Be Motor.
ZATERDAG 2 DECEKBER 1911
No 8728
HAARLEMS DAGBLAD KOST
AOm^lSTWATIR GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BÜITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM S DAGBLAD ZiJM
ADVER7ENT1EN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONOES
WORDEN OPGEMERKT
Het Kijke Natuurleven
WINTERHARDE RUPSEN'.
Nu de meeste boomen en .©ster:
hun rusttijd zijn ingegaan en onze
boschzangers zijn verhuisd, is ook de
vlinder wereld het spelen in lichte
booglampschijnsels en het dartelen
in de zonnestralen moede geworden.
De laatste rozenknoppen sterven
af, voor nog liuu welriekende hartjes
door de schaarse stralen van het na-
jaarszonnetjo zijn beschenen, de mus-
echen wagen zich in de voederhui'sjos,
de daken en trapgeveltjes zijn een
zaam geworden nu de daklijster-
grocp, de kleurspr.inkelende spreeu-
wenfuinilie, niet meer twettert en
fluit met klappende vlerkjes en bo-
geleidende schommelingen van het
kle:ne lichaam.
We hebben al go.uw den koristen
dag.
Na dien tijd, zoo in Januari, kuirvt
er a-1 weer leven in de planten wore! d
en vrooüjkheid onder de dieren. Tot
zoo lang moeten we ons intusschen
vermaken met hel weinigje, dat ons
van de zomer- en najaarsschattco is
overgebleven. Kijken we builen goed
rond, dan is dat weingje toch nog
genoeg, om den gelieelen winter op te
teren. Zelfs de insectenwereld, hoo
uitgestorven ze ook lijkt, heeft enkele
vertegen woordigers achtergelaten
Ik lied oei nu niet de enkele Vlieg,
die onze kachel warm te benut om het
voorjaar nog te beleven en evenmin
do duizenden bijen, die in de korven
overw.ntenen. oii? in het voorjaar
nieuwe kolonies te vormen. Die
trouwe wintervrienden zijn als ach
terblijvers overbekend. Maar weet ge
ook, dat in uw tuin nu nog groot©
rupsen hun wïnterslaapje hou
den? De hoofdaanvoerder dezeT dap
peren :s de lange klimoprups.
Dit zonderlinge d:er hu:st graag in
uw klinioptakken, vooral doordat zij
in den winter zöo'n veilige schuil
plaats bieden.
"Het, pakje van dézen winterharden
blndvijand is niet heel kleurig. Grijs
groen met wat matte strepen is do
hoofdfint, maar deze is voor hem wat
de groen© kleur is voor de bosch
wachters- en jagerspakken. Do die
ren valled zoo niet op aan hun ver
volgers.
Als de boomen hun bladeren hebben
verloren en de laatste nummervlin-
der van koude en honger ineenkrimpt
is de kl'unoprups een paar maanden
oud n hoewel hij z©ven'-niijIslaarzen
draagt, on dus genoeg voedsel kan
bemachtigen, is hij dan nog maar half
volwassen, wat in de rupsenwereld
b©toekent, dat hij In do volle levens
kracht is.
Zijn zij geheel ontwikkeld, dan is
het einde nabij. In zoo'n kwajongens
toestand nu wordt hij door do sner
pende oostenwinden overvallen en
daar do koude hem allen eetlust ont
neemt, buigt hij in elkaar en acht 't
geraden, om stil en in ach zei ven
gekeerd den winter om te peinzen.
Nauwelijks heeft echter do lente-
klok geluid, of onze vriend verliest al
zijn ernst en zonder eenige gewetens
wroeging verlaat hij het terrein der
philosophie om in het land der Lu-
cullussen hoogtij te vieren en als eer
ste eetspeclaliteït de jongeren te
verdringen.
Met zijn honger is ook zijn gesle
penheid weergekeerd. Wanneer on-
verwachts de struiken, waar hij re
sideert, in beroering wo'rde'n ge
bracht- door den inval van een of
meo'r vogels, dan krijgt hij door zijn
ge-hoe!e rupsenwezen een angstschok
en al gebeurt dit dan misschien on
bewust, al is het wellicht slechts een
reflexbeweging, toch tracht hij even
als een denkend wezen het gevaar te
keeren en op hetzelfde oogenblik dat
de inval in zijn gebed plaats heeft,
laat hij zijn kaken rusten en houdt
zich dood.
Soms ziet hij nog kaus om even
van houding to veranderen. De vier
zuigers aan het achterlijf worden in
werking gesteld, het vier vijf c.M.
lange lichaam wordt kaarsrecht uit
gestoken en onbeweeglijk wacht hij
nu verdere aanvallen af. Op dat oo-
gonbk.k lijkt hij niet meer op een
dier. Hij imiteert een plantendeel ©u
zoo goed slaagt hij daarin^ dat hij
maar zelden wordt opgemerkt.
Dezen veüigen stand neemt hij
ook aan als voorzorgsmaatregel.
Als d© honger ls gestild of een ver
velling aanstaande is, vereenzelv'.gl
hij zich ook met d© takken, waarop
hij leeft en gelijkt, naar het uiterlijk,
in niets meer op een dier. Eigenaar
dig ls zijn voortbeweging, zooals al
les aan dit dier merkwaardig ia.
Het gebeurt in den zomer vaak, dat
er op uw jas of hoed eeu heel klein
rupsje rondkruipt, een diertje rtet
dikker dan een speld. Zoo klein als
die verdwaalde sinjeur is zoo gro
tesk zijn zij"n bewegingen.
Hij zet do zes pootjes schTap en
trekt de naschuivers er aar toe, zoo
dat zijn lichaam een klein cirkeltje
vormt. Zoo schijnt hij te onderzoe
ken, hoe vaak zijn eigen lengt© on
die van uw mouw is begrepen. Het is
do typisch© voortixweging der span-
rupsen.
Zoo ook cirkelt nu de klimoprups
langs zijn voed'ingsterre/n, -zoo onder
zoekt ook hij d© afmetingen van onze
heesters.
Ms hij volwassen is, zoo ongeveer
Ln d© tweede helft van do lente, dan
lierhaalt zich de oude gescliledeniis
van stil worden en verpoppen, maar
toch is de manier, waarop hij dit
doet, niet zoo alledaags. Hij maakt
van spinsel en stukjes blad een fijn,
doo'rzichtig weefsel en zorgt, er voor,
dat dit in loodrechten stand aan stam
of tak komt te hangen. Daarbirme'n
verandert hij dan in een pop, dfe
mooier is geteekend, dan wij van
zoo'n weinig opvallende rups zouden
verwachten.
Gedurende geheel zijn leven had
hij neigingen om een stokje tc imi-
loc-ren en ook nu is hij nog veranderd
ii een smalle pop.
Dat girnuwo zakje besche'rmt hem,
nu zijn lichaam geen buitensporige
vormverandering moer toestaat.
Daar binnen ontstaat uit verander
de bladcellen een sp-ookjesrwezentje,
dat na enkele weken zijn enge kluis
verbreekt, om voorgoed bladeren en
takken vaarwel t© zeggen.
Het is JuLi. Hier en daar komen u.t
hun donkere huikjes gelijk gevorm
de iami'ieleden voor den dag en als
levende blaadjes strijken zij neer in
onzen tuin. Vooral, als do zon daalt
en de vogels hun rusthoekjes opzoe-
kou zien wij dez© vlinders rond dar
telen.
De vleugelpunten zijn spitser dan
dl.o van het koolw tje en ook de kleur
is mouiier. Prachtige zwavelgele
schubjes L.ggen bij duizendtallen ov er j
de vier vleugels uitgespre.d en het
eerste paar heeft oranjebruine franje
De bruine banden op voor- en ach
tervleugels breken den gelen tnt ©n
maken van ons vlindertje een der
mooiste avondvliegers. D.t tccre d'er-
je legt na eenige du-gm moo e geribde
eitjes, waaruit weldra dd jon™p tak
jes spruiten d:e weer hun best moeten
doen, om wat rese'rvestof voor don
wi.nter te verzamelen.
II. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Hoe moet het kind voorbereid
worden voor de school?
Voordat we di© vraag nog recht
streeks. zullen beantwoorden, willen
we eerst wijzen op de fouten, die dik
wijls begaan worden, als er sprake is
van deze wijze van voorbereiding.
Twee tegenstellingen doon zich hier
bij voor:
Er zijn ouders, dio het, vóór het
schoolgaan, met de opvoeding der
kr.nderen nog niet zoo nauw nemen.
Dan eerst stellen ze zich voor, een
methodisch en, pedagogischen gang
met hun lieveling te volgen. Toch is
dit verkeerd geredeneerd: ï-eeds met
den ee'rsteoi ademtocht van den klei
ne moet zijn opvoeding ter hand ge
nomen worden. De gewoonte, stand
vastigheid en het good© voorbeeld
zijn van nu af de machtigste midde
len ter vorming van het karakter.
Reeds in deze eerste jaren treden
duidelijk de karaktertrekken aan den
dag en kunnen dus ook de maatrege
len getroffen worden, die dienen zul
len om hot goede aan to kweekon en
het kwade te verstikken in het jonge
hartje. En niet alleen do karakter
vorming, ook de ontwikkeling van
het intellect kan al ©en goede beurt
krijgen, gedurende deze zes jaren, al
is het ook meer dan waar, dat een
normaal kind, zich van zelve toch
wel ontwikkelt. Maar het is ook wel
de moeite waard voor do ouders can
dit belangwekkend proces gade te
slaan!
Tegenover deze al to lakonieke op
vattingen zijn er ook ouders, die in
hun Ij vei' weer tè ver gaan: zo wil
len., dat het land vast wat „beslagen"
ter school komt eu proppen het dus
van te voren vol met allerlei geleerd
heid, op het gebied van rekenen
vooral, waar ze heusch liever mee'
moeten wachten, want di© het kind:
onnoodig kwellen, onmethodisch als
ze gekozen zijn, door leeken op het
onderwijs-gebied, nietwaar? en die
omgekeerd den ouders soms een
schrik op den hals haalt, als ze mer
ken, hoo deze geleerdheden er nu al
lesbehalve gr'.f ingaan bij hun leer
lingen! Het kind hoeft heusch niet
te kunnen lezen, schrijven en reke
nen tot twintig, eer het op school
komt De onderwijzeressen der uan-
vangsklassen hebben het zelfs liever
niet, want het nieuwe, het aantrekke
lijk© van de eerste schoolmaanden
gaat op dio manier verloren, waar
door soms voor goed d© ware animo
ontbreekt voor het kind. Al d e voor
bereiding op genoemde wijze be
werkt, geeft heel d-kwijls droeve te
leurstelling van de zijde der ouders
althans: thuis was het kind immers
zoo vlug in het loeren tellen, in een
wip telde het tot vijftig, ja tot hon
derd; in een wip kende het ook het
gelegenheidsversje voor Vader'a ver
jaardag, zoodat niet alle reden ver
wacht werd, dat het kind zeker tot
de eersten zou behooreu m de klasse
en nu blijkt al heel gauw, dat dit
heeleiuaai het geval niet is; dat riet
kind missch.en nog moe.te heeft, ge
woon mee te komen! Thuis nl. gaf hij
slechts blijk van een goed geheugen,
het was zuiver mechanisch hetgeen
hem daar aangeleerd werd, terwijl
nu een beroep wordt gedaan op zijn
verstandige ontwikkeling. D© begin
selen van lezen en schrijven moeten
liever maar heelemaal achterwege ge
laten worden; terwijl dan liever van
hel rekenen al een heel klein beetje
geleerd kan worden, tot het getal 5
bijvoorbeeld. D.t is nu wel niet veel,
zal er opgemerkt worden, maar bet
komt er nu ook op aan, niet het en-
kelo getal, zóó maar op te zeggen,
zonder een g begrip, maar dat hij wer
kei-ijk de hoeveelheid kun overz-.on.
Met appelen, kaakjes, lucifers, blok
jes, soldaatjes, Ja wat niet al,.wat
hel kindergemoed belang inboezemt,
kan de hoevee!he d den kleinen leer
ling onder de oogen gebracht wor
den. Heel eenvoud go vragen kan
men stellen ter ontwikkeling van het
hoerveelho dsbe-grip; b.v wat is er
grooter, twee of drie? Hoeveel is drie
kleiner dan vijf? wat vo'.gt op drie;
wat gaat er aan vooruf? Als je met
z'n beidjes v.er kaakjes hebt hoeveel
krijgt dan elk?
Ook wat do taal betreft, kan men
den kleinen vast een duchtige voor
bereiding geven in dezen zin, dat
men maakt, dat het kmd de letters
goed articuleert eu met zoo „slordig"
of „kroin" blijven spreken, als som
mig© ouders mot opzet blijven aan-
kweeken.
Evenals tot het bouwen van een
huis verscheidene materialen gebruikt
di enen te worden, is ©r ook heel wat
rijkdom aan voorstellingen voor noo-
dig om den geest langzamerhand te
stoffeere'nl Daarom neemt men het
kind maar véél mee naar buiten in do
vrije natuur en maakt het daar op
merkzaam op al wat daar to z^en
valt! Dit verruimt immers den blik en
geeft een vasten ondergrond voor de
verder aan te breng©n bennis.
Laat de kinderen altijd maar yoei
in de gelegenheid om te teekenen;
daardoor treedt dan meteen aan het
licht wat er alzoo omgaat in het kin
dergemoed; over welke stoffen het
alzoo beschikt. Als liet mogelijk was
zou ik allen ouders wel willen aan
raden een eenvoudig zwart school
bordje in de kinderkamer aan den
wand te hangen. Het ki nd zal daarop
het doot hein waargenomen willen
weergeven; en, behalve dat het de
vaardigheid der hand h:er dus vast
voor oefent, wordt het daardoor ge
dwongen de dingen goed aan tc kij
ken, van alle kanten; zoowel wat
vorm, kleur, als verhoudingen aan
gaat
Ten slotte bestaat er een duchtige
voorbereiding tot het schoolgaan, in
het lichamelijk kracht g maken van
het kind. Menige klein© toch begint
t© sukkelen, als het geregeld de school
bezoekt.'Daarom: zorg eerst het li
chaam zooveel mogelijk weerstands
vermogen te geven, laat het kind
vóór de schooljaren zooveel mogelijk
buiten in do fiissclxe lucht zijn ge
weest, daar naar hartelust hebben
gedarteld en rondgesprongen en bo
vendien laat de voed) ng toch eenvou
dig en doeilmatig zijn: geen overvoe
ren met melk wein g vleesch, maar
ruim vruchton, en groenten en meel
spijzen; alsook botor! Al is d.t ook
wat duur© de maagbedervende lek
kernijen mogen daarentegen gerust
achterwege blijven: een goed gezond
kind zal met het grui 1st© genoegen in
een flink gesmeerde boterham hap
pen, ook al s dio niet aangekleed!
MARIE VAN A.MSTEL.
Is bet je gelukt 7 vroeg ze, ter
wijl ze Mar zoontje op den arm zacht
heen en weer wiegelde om het venijo
tot bedaren t© brongen.
Haar man had zich blijkbaar over
werkt. Doodsbleek was luj binnenge
komen, zijn vingers beefden nog van
te groote inspanning. Zes uren ach
tereen had htj gewerkt zonder er ook
maar een oogenblik voor rust af te
nemen.
Alles is getakt, zei hij, met een
langen, diepen zucht, welke evenwel
niet veel bad van een zucht van ver
lichting na een behaalde overwin
ning.
Zo trok haar handschoen uit en
streelde bef en toer het voorhoofd
van den man. Toen diwong z© hem
met zacht geweld op te zien en haar
in de oogen te kijken.
Steven, zet ze, zoo toont men
geen blijdschap over een behaald suc
ces.
En toea z© merkte, dat haar man
steeds uioji' misnoegd eü zwaarmoe
dig werd, hield ze hem het kind to©.
Daar, kus je zoon
Hij nam het hummeltje voorzichtig
op den arm, en terwiil zijn hand liei-
koozend over tiet zachte tiaar van liet
knaapje gleed, staarde zijn blik naar
buiten.
De jonge vrouw draafde naar de
keuken, inaur volgde door de open
slaande deur den blik van haar man.
Zij was een schoone vrouw met don
ker haar, ernstige oogen en fijne,
kleine handjes.
Uuar man was verzot op die mooie
handjes, vond het kijken naar die
slanke, welverzorgde vingers een ge
not en.daarom droeg ze bij het werk
Steeds 'handschoenen, om de huid
zacht en. glanzend te houden.
Ook nu kookte zo met geganteerde'
handen De vuurgloed brandde in
haar gelaat, maar hour gedachten
waren niet bii haar werk, gingen
naar hot wijde veld rondom de kleine
woning. Af en toe schrok ze hevig,
wanneer namelijk het water uit den
ketel kookt© en op de gloeiende ka
chelplaat spatte of wanneer het vet
te knetteren begon.
Ze dwong zich echter weldra al haar
aandacht te bepalen bij het middag
maal. Toen ze gereed was, vviesch ze
snel baar gezicht, koelde de branden
de wangen af. streek het haar glad
en deed een schoonen boezel voor.
Een vriendelijk lachje speelde bij
het binnentreden in do woonkamer
om haar gelaat, vroolijk sprak zij op
kinderlijken toon het knaapje toe,
maar bestudeerde tegelijkertijd het
gelaat van don man.
Steven, zei ze einde!iik, ik hen
een smakelijk soepje gemaakt en ons
ventje krugt griesmeel Wie heeft
honger Een-twee-drie 1 Aan tafel
marsch
Met alle geweld trachtte Steven te
glimlachen.
F.oii smnkebik soonje. Tlona, dat
is heerlijk. En het kereltje krijgt
griesmeel, met veel suiker erop. zei
h*' het kind optillend en in de lucht
wiegend.
De kleine vent kraaide en lachte
van prei. Toon wend het weer een
poosje stil in het vertrek, naargees
tig stil. llona schepte de soep op en
legde een sneedje brood naast het
bord. Steven bekeek onafgebroken
haar hand, de fijne spitse vingers,
welke zijn vrouw uit liefde voor hem
zoo welverzorgd hield.
Het kindje lepelde in de griesmeel -
pap en at weldra, keurig, netjes, zon
der iets te morsen.
Je verstaat de kunst. Ilona, je
bent een baas in je vak. zei Steven
eindelijk, de soep is kostelijk, in één
woord.
Met een dankbaren blik keek zo
hem aan. Plotseling liet ze den lepel
uit de hand vallen en schoof het
boni met een veelzeggend gebaar
terzij.
Wat is er vroeg Steven.
Och niets. Ik kan niet meereien,
ik heb maagpijn.
Zij stond on, ruimde de borden op
en bracht het vleesch binnen. Het
was een klein gebakken lapje. Zij
zette het voor haar man neer en
wilde weer weggaan.
Hij hield haar echter bij den arm.
Ilpna is er niet meer
O jawel. Maar ik bon niet erg
wel. Ik zei. dat immers zooeven al...
Eet nu. Steven, ik zal straks nog wel
wat nemen. Nu kan ik heusch niet,
met den besten wil niet...
Hij schoof het bord van zich af en
stond op.
Ilona. zei hij opgewonden, heb
ben we al niets meer te eten Zeg
de waarheid. Ik smeek het je. Om
's hemels wil, wees eerlijk
Als wij een beetje goed overleg
gen, dan kunnen w© het nog best
twe© dagen uithouden.
Een beetje goed overleggen Als
jij honger lijdt 1
Niemand lijdt honger. En twe©
dagen, dat is acht en veertig uur, eeu
liceio lijd. Intusschen kan er liocl
wat gebeuren.
Steven liep met groote passen de
kamer op en neer. Woest iiumeixleu
zijii slapen, ©eu ongekende opwin
ding doortrilde zijn lichaam, bemoei
lijkt© de ademhaling, deed hem
koortsachtig huiveren.
Ik ben een schurk, barstte hij
eindelijk los.
Zij staarde zwijgend naar de weide,
zich in gedachte afvragend, wat er
vanochtend wel zou zijn gebeurd.
Ook zij was doodsbleek.
Waarom zeg je dat, Steven
vroeg ze zacht.
Omdat Lk jou hier gebracht hei),
omdat ik je weggerukt heb van al
len. d o je lief luidden en di© je ver
troetelden, ben ik een schurk, cu een
gemoene schurk.
Als door een tooverslag verdwenen
dó wolken op het gelaat der jonge
vrouw. Zij drukte haar slanke vin gei s
op de steeds nog hevig kloppende sla
pen van haar man en keek hem la
chend in de oogen.
Ik zal het je lederen dag herha
len, eiken morgen en avond opnieuw
zeggenhoo blij ik hier bon...
J© bent oen goed kind Ilona, al
les, alles heli je voor ine opgeofferd
en nu... nu is alles uit...
Als verpletterd zakte de man op
ziïn stool ineen, hharend naar adem.
snikkend van woede en smart. H i
loerdp zijn hoofd op den arm dor
vrouw, beet zich nerveus oo <1© lip-
ivn. traebtto tevergeefs zijn zwak
heid te bestrijden.
Zoo verliepen er eenige minuten.
d;" "Wioloos schenen. I.iefllóozcnd
streek hour hand over zijn haar en
geduldig wachtte zij het oogenblik af,
waarop Steven weer tot kalmte zou
zijn gekomen. En terwijl zij hem mot
zacht fluisterende, innige woordjes te
troosten zocht, zag zij de voornaam
ste gebeurtenissen uit haar leven dui-
doliik aan haar geestesoog voorbij
glijden.
....Toen men haar man aan haar
voorstelde, was zo in het lichtblauw.
AR© anderen dansten, zij alleen ver
veelde zich. Eens was Steven bij
haar gekomen eu had gezegd „U is
een dapper meisje."
...Eens hadden zo elkaar op straat
ontmoet en toen hud hij haar uitge
legd, van hoeveel beteekenis zijn uit
vinding zou zijn. Nog duidelijk klon
ken haar zijn woorden van toen In
de ooren
De wind is de ergste vijand van
de viiegmensche". ©n ik heb een ap
paraat uitgevonden, waardoor het
onmogelijk wordt, dat het toestel >n
de lucht kantelt Dit apparaat maakt,
«lat liet toestel door den wind snijdt,
zooals een schip door de golven...
Ecu maand later had Steven om
haar hand gevraagd, maar was door
haar vader afgewezen.
Hij is een jongeman, die t© hong
vliegen wil. Zoo iemand moet niet
trouwen, voordat hii goed en wel
bi noen is, had haar vader gezegd.
Zes weken rlanrna vluchtte ze, een
jaar later was liet kindje gekomen.
1-loog boven de wolken had ze met
haar man gezweefd, hij zelf had haar
opgeleid en met succes had ze proef
vluchten gedaan. Toen was hij naar
beneden gestort, maar ei gelukkig
heelhuids afgekomen. Het toestel was
echter bijna geheel vernield. Het
nieuwe toestel kostte handen vol
gold. Zij moesten, de huur uitzuini
gen, want naarmate het nieuwe toe
stel, dat van het nieuwe apparaat zou
worden voorzien, zün voltooiing na-
derdo, kostte het weer geld. Het
dienstmeisje was ontslagen en met
zijn drieën waren ze in don hangar
op do weide buiten de stad getrok
ken. thans met liet toestel, waarop
aller hoop gevestigd was, onder één
«lak. Het was wel heel primitief wo
nen. zoo buiten in een houten ge
bouw. maar zij ontwierpen steeds
i'iuewe plannen, deden tallooze pogin-
I i. En schenen de zonnestralen niet
vroolijk in den hangar Was het niet
geriefelijk, dat kamer en keuken
slechts door een plankenschot van
elkaar waren gescheiden... Eindelijk
was het toestel klaar gekomen...
Steven, fluisterde ze. vertel me
alles. Is er wat gelieurd Iets vrêese-
lijks, iets onoverkomelijks Heb je je
vergist Dat zou niet zoo erg zijn.
Je zoudt immers opnieuw kunnen be
ginnen. Er valt ook te lemen uit een
mislukte proef. Ieder mensch onder
vindt in zijn loven teleurstellingen.
Zeg mij nu. wat is er. ik kan alles
gemakkelijker verdragen, dan dit...
Ilona, alles heh je voor mii op
geofferd, maar nu zul je me veraf
schuwen. Ik ben eon lafaard. Ik heb
jo lief, Ilona, en ik ben dol op onzen
jongen... Maar dat is het h'm juist.
Als ik jullie niet had, als ik alleen
was... Maar ik wil en moet leven en
daarom durf ik niet...
'te vliegen
Juist... dat is het... ik durf niet
t© vliegen.
ls het toestel onbetrouwbaar
De motor is te zwak. Hoe heb ik
gebedeld om het geld voor ©en motor
te krijgen. Een "-'ike. krachtige,
goed loopend© motor..
Die ik nu heb is een prul. Een an
der heeft hem van de hand gedaan,
vertrouwd© hem niet.. Ik kreeg hem
voor een prijsje
Nergens heb ik geld kunnen krij
gen...
Jullie zijn bedelaars, durfde men
me toev oegen. Daar kon ik mee naar
huls gaan. in het ministerie ontving
ik de vertrouwelijke nicdoic-L-ling, «ial
men geen vertrouwen ln mij en mijn
uitvinding stelde, dat ik eerst maar
eens resultaten moest laten zien
dan zou men mij de waardeering niet
onthouden. Woorden genoeg, maar
geld
Ilona zuchtte.
Ik moet vliegen, want ze willen
het apparaat in de lucht in werking
zien. En ik durf niet, ik durf met.
Ilona, eens had het niets gescheeld
of ik had het leven er bij ingescho
ten .later heb ik e©n man te pletter
zien vallen. Sinds ik die bloedige
massa heb gezien, ben ik hang ge
worden. Ilona. Ais ik het nie' zeker
wist... Maar het vooruit te weten, en
met volle bewustheid toch to gaan...
Afscheid tc nemen, alle© achter te la
ten. ook «len roem...
Misschien zou het rnet gebroken ar
men en boenen afloopen, maar ik
bon bang voor de pijnen. Veracht me
daarom niet, Ilona.
Dwaasheid, dwaasheid, marmie-
man, zei zij. Je mag er niet aan den
ken.
Ze zoende hem op de oogen.
Kom laat ons naar buiten gaan,
het heerlijke zonnetje zal die dwaze
gedachten wel uit je hoofd bannen.
Met kinderlijke vrees keek hij haar
aan.
Zul je me niet verachten. Ilona,
nu ik jullie in don steek laat Omdat
ik slechts in staat ben te werken, niet
om offers te brengen
Zij troonde hem rnee naar builen,
waar do weide in de zon te roosteren
lag. Zwijgend liepen zo geruimen tijd
naast elkaar, totdat zij eindelijk de
stilt© verbrak.
Ik begrijp het. J© hebt gewerkt,
je arbeid is je gelukt, Nü vil je ook
het genot van bet 3ucces smaken, wil
je zien. Wat je bereikt hebt. Dat s
niets meer dan je goed recht, dat
komt je toe.... Je liebt gedaan wat je
kon doen. je hebt het leven gegeven
wat je verplicht was, je hebt je ar
beid er aan gewijd. Waarom zoudt ge
nu eraan ten offer vallen Zoover
gaat je plicht met, dat kan niemand
van je vergen...
Onder het loopen cn praten werden
ze allebei kalmer. Geruimen tijd lie
pen ze zwijgend verder, elk bezig met
zijn eigen gedachten.
Eindelijk trachtte ze hem op een
ander onderwerp te brengen, ging
over hun jongetje spreken.
's Avonds, toen het kindje reeds
sliep, begon ze echter nog eens weer
over zijn teleurstelling.
Wanneer je toestel nu niet de
lucht ingaat, wanneer er niemand
wordt gevonden, die het durft'te wa
gen, dan zal liet altijd hiernaast blij
ven staan En zoo lang het hier is,
zal niemand je willen gelooven
Neen als er met rniju toestel
niet gevlogen wordt, is mijn uitvin
ding verloren.
En de motor zou het wel een
eindje unihoog kunnen brengen
Als-ie eerst goed aanslaat vyek
maar niet ver en dan ls het afgeloo-
pen. Roven zal hij heel gauw weige
ren.
Waarom heb je na© dat niet eer
der gezegd, Steven
Omdat ik altijd nog gehoopt heb
geld of een nieuwen motor te zullen
krijgen.
Donk daaraan nu maar niet lan
ger.
Ik donk aan jullie, Ilona. Ik
weet nu niet meer wat er gebeuren
moet.
Kom, er zal wel wat gebeuren.
Geen zorgen voor den tijd.
Beiden brachten den nacht wakend
door
Bij het krieken van den morgen
ging zo opstaan en bleef langen tij«l
kijken naar het slapende kindje.
Eén moet het doen, dacht ze, an
ders gaal zijn grouteu roem, zijn
werk verloren. Maar het zal ook
een leven moeten kosten...
De dag was somber, d© lucht be
wolkt. Om een uur of tien kwam er
een brief uil de stad.
Ze schrijven, dat ze vanmiddag
hier zullen komen... Ik moest 't nu
maai- eens probeeren, vinden ze, zei
Steven, bleek.
Zo hebben goed schrijven over
proefvluchten.. maar misschien doe
ik het toch.
Ilona zweeg. Later vroeg ze
Wat zou er gebeuren, wanneet
ze zien, dat het toestel goed is
Dat zou voor ons alles zijn, too-
komst, geld. roem, alles...
Tegen drieën kwamen er twee
auto's.
Ga ze tegemoet, zei zij snel eu
eenigszins hard tegen haar man.
Hij ging. onderweg peinzend over
een aannemelijke uitvlucht. Hij vond
ten slotte maar het beste te zeggen,
dat de motor niet deugde. -
De he© ren drukten hom warm de
hand, toen ze uitstapten.
Een van hen zei reeds spoedig en
met nadruk
Als u vandaag een goedgelukte
proefvlucht maakt, sta ik voor een
schitterende toekomst in.
Zij wandelden naar «!©n hangar.
Plotseling bleven ze ais vastgenageld
staan. Voor den hangar steeg een fijn,
slank, gracieus toestel op, ging zeld
zaam regelmatig het luchtruim in.