BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD f 1.20 PER S IAANDEW 0F 10 GENT PER WEEK. Be Motor. ZATERDAG 2 DECEKBER 1911 No 8728 HAARLEMS DAGBLAD KOST AOm^lSTWATIR GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BÜITENSPAARNE 6. IN HAARLEM S DAGBLAD ZiJM ADVER7ENT1EN DOELTREFFEND. ONZE ANNONOES WORDEN OPGEMERKT Het Kijke Natuurleven WINTERHARDE RUPSEN'. Nu de meeste boomen en .©ster: hun rusttijd zijn ingegaan en onze boschzangers zijn verhuisd, is ook de vlinder wereld het spelen in lichte booglampschijnsels en het dartelen in de zonnestralen moede geworden. De laatste rozenknoppen sterven af, voor nog liuu welriekende hartjes door de schaarse stralen van het na- jaarszonnetjo zijn beschenen, de mus- echen wagen zich in de voederhui'sjos, de daken en trapgeveltjes zijn een zaam geworden nu de daklijster- grocp, de kleurspr.inkelende spreeu- wenfuinilie, niet meer twettert en fluit met klappende vlerkjes en bo- geleidende schommelingen van het kle:ne lichaam. We hebben al go.uw den koristen dag. Na dien tijd, zoo in Januari, kuirvt er a-1 weer leven in de planten wore! d en vrooüjkheid onder de dieren. Tot zoo lang moeten we ons intusschen vermaken met hel weinigje, dat ons van de zomer- en najaarsschattco is overgebleven. Kijken we builen goed rond, dan is dat weingje toch nog genoeg, om den gelieelen winter op te teren. Zelfs de insectenwereld, hoo uitgestorven ze ook lijkt, heeft enkele vertegen woordigers achtergelaten Ik lied oei nu niet de enkele Vlieg, die onze kachel warm te benut om het voorjaar nog te beleven en evenmin do duizenden bijen, die in de korven overw.ntenen. oii? in het voorjaar nieuwe kolonies te vormen. Die trouwe wintervrienden zijn als ach terblijvers overbekend. Maar weet ge ook, dat in uw tuin nu nog groot© rupsen hun wïnterslaapje hou den? De hoofdaanvoerder dezeT dap peren :s de lange klimoprups. Dit zonderlinge d:er hu:st graag in uw klinioptakken, vooral doordat zij in den winter zöo'n veilige schuil plaats bieden. "Het, pakje van dézen winterharden blndvijand is niet heel kleurig. Grijs groen met wat matte strepen is do hoofdfint, maar deze is voor hem wat de groen© kleur is voor de bosch wachters- en jagerspakken. Do die ren valled zoo niet op aan hun ver volgers. Als de boomen hun bladeren hebben verloren en de laatste nummervlin- der van koude en honger ineenkrimpt is de kl'unoprups een paar maanden oud n hoewel hij z©ven'-niijIslaarzen draagt, on dus genoeg voedsel kan bemachtigen, is hij dan nog maar half volwassen, wat in de rupsenwereld b©toekent, dat hij In do volle levens kracht is. Zijn zij geheel ontwikkeld, dan is het einde nabij. In zoo'n kwajongens toestand nu wordt hij door do sner pende oostenwinden overvallen en daar do koude hem allen eetlust ont neemt, buigt hij in elkaar en acht 't geraden, om stil en in ach zei ven gekeerd den winter om te peinzen. Nauwelijks heeft echter do lente- klok geluid, of onze vriend verliest al zijn ernst en zonder eenige gewetens wroeging verlaat hij het terrein der philosophie om in het land der Lu- cullussen hoogtij te vieren en als eer ste eetspeclaliteït de jongeren te verdringen. Met zijn honger is ook zijn gesle penheid weergekeerd. Wanneer on- verwachts de struiken, waar hij re sideert, in beroering wo'rde'n ge bracht- door den inval van een of meo'r vogels, dan krijgt hij door zijn ge-hoe!e rupsenwezen een angstschok en al gebeurt dit dan misschien on bewust, al is het wellicht slechts een reflexbeweging, toch tracht hij even als een denkend wezen het gevaar te keeren en op hetzelfde oogenblik dat de inval in zijn gebed plaats heeft, laat hij zijn kaken rusten en houdt zich dood. Soms ziet hij nog kaus om even van houding to veranderen. De vier zuigers aan het achterlijf worden in werking gesteld, het vier vijf c.M. lange lichaam wordt kaarsrecht uit gestoken en onbeweeglijk wacht hij nu verdere aanvallen af. Op dat oo- gonbk.k lijkt hij niet meer op een dier. Hij imiteert een plantendeel ©u zoo goed slaagt hij daarin^ dat hij maar zelden wordt opgemerkt. Dezen veüigen stand neemt hij ook aan als voorzorgsmaatregel. Als d© honger ls gestild of een ver velling aanstaande is, vereenzelv'.gl hij zich ook met d© takken, waarop hij leeft en gelijkt, naar het uiterlijk, in niets meer op een dier. Eigenaar dig ls zijn voortbeweging, zooals al les aan dit dier merkwaardig ia. Het gebeurt in den zomer vaak, dat er op uw jas of hoed eeu heel klein rupsje rondkruipt, een diertje rtet dikker dan een speld. Zoo klein als die verdwaalde sinjeur is zoo gro tesk zijn zij"n bewegingen. Hij zet do zes pootjes schTap en trekt de naschuivers er aar toe, zoo dat zijn lichaam een klein cirkeltje vormt. Zoo schijnt hij te onderzoe ken, hoe vaak zijn eigen lengt© on die van uw mouw is begrepen. Het is do typisch© voortixweging der span- rupsen. Zoo ook cirkelt nu de klimoprups langs zijn voed'ingsterre/n, -zoo onder zoekt ook hij d© afmetingen van onze heesters. Ms hij volwassen is, zoo ongeveer Ln d© tweede helft van do lente, dan lierhaalt zich de oude gescliledeniis van stil worden en verpoppen, maar toch is de manier, waarop hij dit doet, niet zoo alledaags. Hij maakt van spinsel en stukjes blad een fijn, doo'rzichtig weefsel en zorgt, er voor, dat dit in loodrechten stand aan stam of tak komt te hangen. Daarbirme'n verandert hij dan in een pop, dfe mooier is geteekend, dan wij van zoo'n weinig opvallende rups zouden verwachten. Gedurende geheel zijn leven had hij neigingen om een stokje tc imi- loc-ren en ook nu is hij nog veranderd ii een smalle pop. Dat girnuwo zakje besche'rmt hem, nu zijn lichaam geen buitensporige vormverandering moer toestaat. Daar binnen ontstaat uit verander de bladcellen een sp-ookjesrwezentje, dat na enkele weken zijn enge kluis verbreekt, om voorgoed bladeren en takken vaarwel t© zeggen. Het is JuLi. Hier en daar komen u.t hun donkere huikjes gelijk gevorm de iami'ieleden voor den dag en als levende blaadjes strijken zij neer in onzen tuin. Vooral, als do zon daalt en de vogels hun rusthoekjes opzoe- kou zien wij dez© vlinders rond dar telen. De vleugelpunten zijn spitser dan dl.o van het koolw tje en ook de kleur is mouiier. Prachtige zwavelgele schubjes L.ggen bij duizendtallen ov er j de vier vleugels uitgespre.d en het eerste paar heeft oranjebruine franje De bruine banden op voor- en ach tervleugels breken den gelen tnt ©n maken van ons vlindertje een der mooiste avondvliegers. D.t tccre d'er- je legt na eenige du-gm moo e geribde eitjes, waaruit weldra dd jon™p tak jes spruiten d:e weer hun best moeten doen, om wat rese'rvestof voor don wi.nter te verzamelen. II. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Hoe moet het kind voorbereid worden voor de school? Voordat we di© vraag nog recht streeks. zullen beantwoorden, willen we eerst wijzen op de fouten, die dik wijls begaan worden, als er sprake is van deze wijze van voorbereiding. Twee tegenstellingen doon zich hier bij voor: Er zijn ouders, dio het, vóór het schoolgaan, met de opvoeding der kr.nderen nog niet zoo nauw nemen. Dan eerst stellen ze zich voor, een methodisch en, pedagogischen gang met hun lieveling te volgen. Toch is dit verkeerd geredeneerd: ï-eeds met den ee'rsteoi ademtocht van den klei ne moet zijn opvoeding ter hand ge nomen worden. De gewoonte, stand vastigheid en het good© voorbeeld zijn van nu af de machtigste midde len ter vorming van het karakter. Reeds in deze eerste jaren treden duidelijk de karaktertrekken aan den dag en kunnen dus ook de maatrege len getroffen worden, die dienen zul len om hot goede aan to kweekon en het kwade te verstikken in het jonge hartje. En niet alleen do karakter vorming, ook de ontwikkeling van het intellect kan al ©en goede beurt krijgen, gedurende deze zes jaren, al is het ook meer dan waar, dat een normaal kind, zich van zelve toch wel ontwikkelt. Maar het is ook wel de moeite waard voor do ouders can dit belangwekkend proces gade te slaan! Tegenover deze al to lakonieke op vattingen zijn er ook ouders, die in hun Ij vei' weer tè ver gaan: zo wil len., dat het land vast wat „beslagen" ter school komt eu proppen het dus van te voren vol met allerlei geleerd heid, op het gebied van rekenen vooral, waar ze heusch liever mee' moeten wachten, want di© het kind: onnoodig kwellen, onmethodisch als ze gekozen zijn, door leeken op het onderwijs-gebied, nietwaar? en die omgekeerd den ouders soms een schrik op den hals haalt, als ze mer ken, hoo deze geleerdheden er nu al lesbehalve gr'.f ingaan bij hun leer lingen! Het kind hoeft heusch niet te kunnen lezen, schrijven en reke nen tot twintig, eer het op school komt De onderwijzeressen der uan- vangsklassen hebben het zelfs liever niet, want het nieuwe, het aantrekke lijk© van de eerste schoolmaanden gaat op dio manier verloren, waar door soms voor goed d© ware animo ontbreekt voor het kind. Al d e voor bereiding op genoemde wijze be werkt, geeft heel d-kwijls droeve te leurstelling van de zijde der ouders althans: thuis was het kind immers zoo vlug in het loeren tellen, in een wip telde het tot vijftig, ja tot hon derd; in een wip kende het ook het gelegenheidsversje voor Vader'a ver jaardag, zoodat niet alle reden ver wacht werd, dat het kind zeker tot de eersten zou behooreu m de klasse en nu blijkt al heel gauw, dat dit heeleiuaai het geval niet is; dat riet kind missch.en nog moe.te heeft, ge woon mee te komen! Thuis nl. gaf hij slechts blijk van een goed geheugen, het was zuiver mechanisch hetgeen hem daar aangeleerd werd, terwijl nu een beroep wordt gedaan op zijn verstandige ontwikkeling. D© begin selen van lezen en schrijven moeten liever maar heelemaal achterwege ge laten worden; terwijl dan liever van hel rekenen al een heel klein beetje geleerd kan worden, tot het getal 5 bijvoorbeeld. D.t is nu wel niet veel, zal er opgemerkt worden, maar bet komt er nu ook op aan, niet het en- kelo getal, zóó maar op te zeggen, zonder een g begrip, maar dat hij wer kei-ijk de hoeveelheid kun overz-.on. Met appelen, kaakjes, lucifers, blok jes, soldaatjes, Ja wat niet al,.wat hel kindergemoed belang inboezemt, kan de hoevee!he d den kleinen leer ling onder de oogen gebracht wor den. Heel eenvoud go vragen kan men stellen ter ontwikkeling van het hoerveelho dsbe-grip; b.v wat is er grooter, twee of drie? Hoeveel is drie kleiner dan vijf? wat vo'.gt op drie; wat gaat er aan vooruf? Als je met z'n beidjes v.er kaakjes hebt hoeveel krijgt dan elk? Ook wat do taal betreft, kan men den kleinen vast een duchtige voor bereiding geven in dezen zin, dat men maakt, dat het kmd de letters goed articuleert eu met zoo „slordig" of „kroin" blijven spreken, als som mig© ouders mot opzet blijven aan- kweeken. Evenals tot het bouwen van een huis verscheidene materialen gebruikt di enen te worden, is ©r ook heel wat rijkdom aan voorstellingen voor noo- dig om den geest langzamerhand te stoffeere'nl Daarom neemt men het kind maar véél mee naar buiten in do vrije natuur en maakt het daar op merkzaam op al wat daar to z^en valt! Dit verruimt immers den blik en geeft een vasten ondergrond voor de verder aan te breng©n bennis. Laat de kinderen altijd maar yoei in de gelegenheid om te teekenen; daardoor treedt dan meteen aan het licht wat er alzoo omgaat in het kin dergemoed; over welke stoffen het alzoo beschikt. Als liet mogelijk was zou ik allen ouders wel willen aan raden een eenvoudig zwart school bordje in de kinderkamer aan den wand te hangen. Het ki nd zal daarop het doot hein waargenomen willen weergeven; en, behalve dat het de vaardigheid der hand h:er dus vast voor oefent, wordt het daardoor ge dwongen de dingen goed aan tc kij ken, van alle kanten; zoowel wat vorm, kleur, als verhoudingen aan gaat Ten slotte bestaat er een duchtige voorbereiding tot het schoolgaan, in het lichamelijk kracht g maken van het kind. Menige klein© toch begint t© sukkelen, als het geregeld de school bezoekt.'Daarom: zorg eerst het li chaam zooveel mogelijk weerstands vermogen te geven, laat het kind vóór de schooljaren zooveel mogelijk buiten in do fiissclxe lucht zijn ge weest, daar naar hartelust hebben gedarteld en rondgesprongen en bo vendien laat de voed) ng toch eenvou dig en doeilmatig zijn: geen overvoe ren met melk wein g vleesch, maar ruim vruchton, en groenten en meel spijzen; alsook botor! Al is d.t ook wat duur© de maagbedervende lek kernijen mogen daarentegen gerust achterwege blijven: een goed gezond kind zal met het grui 1st© genoegen in een flink gesmeerde boterham hap pen, ook al s dio niet aangekleed! MARIE VAN A.MSTEL. Is bet je gelukt 7 vroeg ze, ter wijl ze Mar zoontje op den arm zacht heen en weer wiegelde om het venijo tot bedaren t© brongen. Haar man had zich blijkbaar over werkt. Doodsbleek was luj binnenge komen, zijn vingers beefden nog van te groote inspanning. Zes uren ach tereen had htj gewerkt zonder er ook maar een oogenblik voor rust af te nemen. Alles is getakt, zei hij, met een langen, diepen zucht, welke evenwel niet veel bad van een zucht van ver lichting na een behaalde overwin ning. Zo trok haar handschoen uit en streelde bef en toer het voorhoofd van den man. Toen diwong z© hem met zacht geweld op te zien en haar in de oogen te kijken. Steven, zet ze, zoo toont men geen blijdschap over een behaald suc ces. En toea z© merkte, dat haar man steeds uioji' misnoegd eü zwaarmoe dig werd, hield ze hem het kind to©. Daar, kus je zoon Hij nam het hummeltje voorzichtig op den arm, en terwiil zijn hand liei- koozend over tiet zachte tiaar van liet knaapje gleed, staarde zijn blik naar buiten. De jonge vrouw draafde naar de keuken, inaur volgde door de open slaande deur den blik van haar man. Zij was een schoone vrouw met don ker haar, ernstige oogen en fijne, kleine handjes. Uuar man was verzot op die mooie handjes, vond het kijken naar die slanke, welverzorgde vingers een ge not en.daarom droeg ze bij het werk Steeds 'handschoenen, om de huid zacht en. glanzend te houden. Ook nu kookte zo met geganteerde' handen De vuurgloed brandde in haar gelaat, maar hour gedachten waren niet bii haar werk, gingen naar hot wijde veld rondom de kleine woning. Af en toe schrok ze hevig, wanneer namelijk het water uit den ketel kookt© en op de gloeiende ka chelplaat spatte of wanneer het vet te knetteren begon. Ze dwong zich echter weldra al haar aandacht te bepalen bij het middag maal. Toen ze gereed was, vviesch ze snel baar gezicht, koelde de branden de wangen af. streek het haar glad en deed een schoonen boezel voor. Een vriendelijk lachje speelde bij het binnentreden in do woonkamer om haar gelaat, vroolijk sprak zij op kinderlijken toon het knaapje toe, maar bestudeerde tegelijkertijd het gelaat van don man. Steven, zei ze einde!iik, ik hen een smakelijk soepje gemaakt en ons ventje krugt griesmeel Wie heeft honger Een-twee-drie 1 Aan tafel marsch Met alle geweld trachtte Steven te glimlachen. F.oii smnkebik soonje. Tlona, dat is heerlijk. En het kereltje krijgt griesmeel, met veel suiker erop. zei h*' het kind optillend en in de lucht wiegend. De kleine vent kraaide en lachte van prei. Toon wend het weer een poosje stil in het vertrek, naargees tig stil. llona schepte de soep op en legde een sneedje brood naast het bord. Steven bekeek onafgebroken haar hand, de fijne spitse vingers, welke zijn vrouw uit liefde voor hem zoo welverzorgd hield. Het kindje lepelde in de griesmeel - pap en at weldra, keurig, netjes, zon der iets te morsen. Je verstaat de kunst. Ilona, je bent een baas in je vak. zei Steven eindelijk, de soep is kostelijk, in één woord. Met een dankbaren blik keek zo hem aan. Plotseling liet ze den lepel uit de hand vallen en schoof het boni met een veelzeggend gebaar terzij. Wat is er vroeg Steven. Och niets. Ik kan niet meereien, ik heb maagpijn. Zij stond on, ruimde de borden op en bracht het vleesch binnen. Het was een klein gebakken lapje. Zij zette het voor haar man neer en wilde weer weggaan. Hij hield haar echter bij den arm. Ilpna is er niet meer O jawel. Maar ik bon niet erg wel. Ik zei. dat immers zooeven al... Eet nu. Steven, ik zal straks nog wel wat nemen. Nu kan ik heusch niet, met den besten wil niet... Hij schoof het bord van zich af en stond op. Ilona. zei hij opgewonden, heb ben we al niets meer te eten Zeg de waarheid. Ik smeek het je. Om 's hemels wil, wees eerlijk Als wij een beetje goed overleg gen, dan kunnen w© het nog best twe© dagen uithouden. Een beetje goed overleggen Als jij honger lijdt 1 Niemand lijdt honger. En twe© dagen, dat is acht en veertig uur, eeu liceio lijd. Intusschen kan er liocl wat gebeuren. Steven liep met groote passen de kamer op en neer. Woest iiumeixleu zijii slapen, ©eu ongekende opwin ding doortrilde zijn lichaam, bemoei lijkt© de ademhaling, deed hem koortsachtig huiveren. Ik ben een schurk, barstte hij eindelijk los. Zij staarde zwijgend naar de weide, zich in gedachte afvragend, wat er vanochtend wel zou zijn gebeurd. Ook zij was doodsbleek. Waarom zeg je dat, Steven vroeg ze zacht. Omdat Lk jou hier gebracht hei), omdat ik je weggerukt heb van al len. d o je lief luidden en di© je ver troetelden, ben ik een schurk, cu een gemoene schurk. Als door een tooverslag verdwenen dó wolken op het gelaat der jonge vrouw. Zij drukte haar slanke vin gei s op de steeds nog hevig kloppende sla pen van haar man en keek hem la chend in de oogen. Ik zal het je lederen dag herha len, eiken morgen en avond opnieuw zeggenhoo blij ik hier bon... J© bent oen goed kind Ilona, al les, alles heli je voor ine opgeofferd en nu... nu is alles uit... Als verpletterd zakte de man op ziïn stool ineen, hharend naar adem. snikkend van woede en smart. H i loerdp zijn hoofd op den arm dor vrouw, beet zich nerveus oo <1© lip- ivn. traebtto tevergeefs zijn zwak heid te bestrijden. Zoo verliepen er eenige minuten. d;" "Wioloos schenen. I.iefllóozcnd streek hour hand over zijn haar en geduldig wachtte zij het oogenblik af, waarop Steven weer tot kalmte zou zijn gekomen. En terwijl zij hem mot zacht fluisterende, innige woordjes te troosten zocht, zag zij de voornaam ste gebeurtenissen uit haar leven dui- doliik aan haar geestesoog voorbij glijden. ....Toen men haar man aan haar voorstelde, was zo in het lichtblauw. AR© anderen dansten, zij alleen ver veelde zich. Eens was Steven bij haar gekomen eu had gezegd „U is een dapper meisje." ...Eens hadden zo elkaar op straat ontmoet en toen hud hij haar uitge legd, van hoeveel beteekenis zijn uit vinding zou zijn. Nog duidelijk klon ken haar zijn woorden van toen In de ooren De wind is de ergste vijand van de viiegmensche". ©n ik heb een ap paraat uitgevonden, waardoor het onmogelijk wordt, dat het toestel >n de lucht kantelt Dit apparaat maakt, «lat liet toestel door den wind snijdt, zooals een schip door de golven... Ecu maand later had Steven om haar hand gevraagd, maar was door haar vader afgewezen. Hij is een jongeman, die t© hong vliegen wil. Zoo iemand moet niet trouwen, voordat hii goed en wel bi noen is, had haar vader gezegd. Zes weken rlanrna vluchtte ze, een jaar later was liet kindje gekomen. 1-loog boven de wolken had ze met haar man gezweefd, hij zelf had haar opgeleid en met succes had ze proef vluchten gedaan. Toen was hij naar beneden gestort, maar ei gelukkig heelhuids afgekomen. Het toestel was echter bijna geheel vernield. Het nieuwe toestel kostte handen vol gold. Zij moesten, de huur uitzuini gen, want naarmate het nieuwe toe stel, dat van het nieuwe apparaat zou worden voorzien, zün voltooiing na- derdo, kostte het weer geld. Het dienstmeisje was ontslagen en met zijn drieën waren ze in don hangar op do weide buiten de stad getrok ken. thans met liet toestel, waarop aller hoop gevestigd was, onder één «lak. Het was wel heel primitief wo nen. zoo buiten in een houten ge bouw. maar zij ontwierpen steeds i'iuewe plannen, deden tallooze pogin- I i. En schenen de zonnestralen niet vroolijk in den hangar Was het niet geriefelijk, dat kamer en keuken slechts door een plankenschot van elkaar waren gescheiden... Eindelijk was het toestel klaar gekomen... Steven, fluisterde ze. vertel me alles. Is er wat gelieurd Iets vrêese- lijks, iets onoverkomelijks Heb je je vergist Dat zou niet zoo erg zijn. Je zoudt immers opnieuw kunnen be ginnen. Er valt ook te lemen uit een mislukte proef. Ieder mensch onder vindt in zijn loven teleurstellingen. Zeg mij nu. wat is er. ik kan alles gemakkelijker verdragen, dan dit... Ilona, alles heh je voor mii op geofferd, maar nu zul je me veraf schuwen. Ik ben eon lafaard. Ik heb jo lief, Ilona, en ik ben dol op onzen jongen... Maar dat is het h'm juist. Als ik jullie niet had, als ik alleen was... Maar ik wil en moet leven en daarom durf ik niet... 'te vliegen Juist... dat is het... ik durf niet t© vliegen. ls het toestel onbetrouwbaar De motor is te zwak. Hoe heb ik gebedeld om het geld voor ©en motor te krijgen. Een "-'ike. krachtige, goed loopend© motor.. Die ik nu heb is een prul. Een an der heeft hem van de hand gedaan, vertrouwd© hem niet.. Ik kreeg hem voor een prijsje Nergens heb ik geld kunnen krij gen... Jullie zijn bedelaars, durfde men me toev oegen. Daar kon ik mee naar huls gaan. in het ministerie ontving ik de vertrouwelijke nicdoic-L-ling, «ial men geen vertrouwen ln mij en mijn uitvinding stelde, dat ik eerst maar eens resultaten moest laten zien dan zou men mij de waardeering niet onthouden. Woorden genoeg, maar geld Ilona zuchtte. Ik moet vliegen, want ze willen het apparaat in de lucht in werking zien. En ik durf niet, ik durf met. Ilona, eens had het niets gescheeld of ik had het leven er bij ingescho ten .later heb ik e©n man te pletter zien vallen. Sinds ik die bloedige massa heb gezien, ben ik hang ge worden. Ilona. Ais ik het nie' zeker wist... Maar het vooruit te weten, en met volle bewustheid toch to gaan... Afscheid tc nemen, alle© achter te la ten. ook «len roem... Misschien zou het rnet gebroken ar men en boenen afloopen, maar ik bon bang voor de pijnen. Veracht me daarom niet, Ilona. Dwaasheid, dwaasheid, marmie- man, zei zij. Je mag er niet aan den ken. Ze zoende hem op de oogen. Kom laat ons naar buiten gaan, het heerlijke zonnetje zal die dwaze gedachten wel uit je hoofd bannen. Met kinderlijke vrees keek hij haar aan. Zul je me niet verachten. Ilona, nu ik jullie in don steek laat Omdat ik slechts in staat ben te werken, niet om offers te brengen Zij troonde hem rnee naar builen, waar do weide in de zon te roosteren lag. Zwijgend liepen zo geruimen tijd naast elkaar, totdat zij eindelijk de stilt© verbrak. Ik begrijp het. J© hebt gewerkt, je arbeid is je gelukt, Nü vil je ook het genot van bet 3ucces smaken, wil je zien. Wat je bereikt hebt. Dat s niets meer dan je goed recht, dat komt je toe.... Je liebt gedaan wat je kon doen. je hebt het leven gegeven wat je verplicht was, je hebt je ar beid er aan gewijd. Waarom zoudt ge nu eraan ten offer vallen Zoover gaat je plicht met, dat kan niemand van je vergen... Onder het loopen cn praten werden ze allebei kalmer. Geruimen tijd lie pen ze zwijgend verder, elk bezig met zijn eigen gedachten. Eindelijk trachtte ze hem op een ander onderwerp te brengen, ging over hun jongetje spreken. 's Avonds, toen het kindje reeds sliep, begon ze echter nog eens weer over zijn teleurstelling. Wanneer je toestel nu niet de lucht ingaat, wanneer er niemand wordt gevonden, die het durft'te wa gen, dan zal liet altijd hiernaast blij ven staan En zoo lang het hier is, zal niemand je willen gelooven Neen als er met rniju toestel niet gevlogen wordt, is mijn uitvin ding verloren. En de motor zou het wel een eindje unihoog kunnen brengen Als-ie eerst goed aanslaat vyek maar niet ver en dan ls het afgeloo- pen. Roven zal hij heel gauw weige ren. Waarom heb je na© dat niet eer der gezegd, Steven Omdat ik altijd nog gehoopt heb geld of een nieuwen motor te zullen krijgen. Donk daaraan nu maar niet lan ger. Ik donk aan jullie, Ilona. Ik weet nu niet meer wat er gebeuren moet. Kom, er zal wel wat gebeuren. Geen zorgen voor den tijd. Beiden brachten den nacht wakend door Bij het krieken van den morgen ging zo opstaan en bleef langen tij«l kijken naar het slapende kindje. Eén moet het doen, dacht ze, an ders gaal zijn grouteu roem, zijn werk verloren. Maar het zal ook een leven moeten kosten... De dag was somber, d© lucht be wolkt. Om een uur of tien kwam er een brief uil de stad. Ze schrijven, dat ze vanmiddag hier zullen komen... Ik moest 't nu maai- eens probeeren, vinden ze, zei Steven, bleek. Zo hebben goed schrijven over proefvluchten.. maar misschien doe ik het toch. Ilona zweeg. Later vroeg ze Wat zou er gebeuren, wanneet ze zien, dat het toestel goed is Dat zou voor ons alles zijn, too- komst, geld. roem, alles... Tegen drieën kwamen er twee auto's. Ga ze tegemoet, zei zij snel eu eenigszins hard tegen haar man. Hij ging. onderweg peinzend over een aannemelijke uitvlucht. Hij vond ten slotte maar het beste te zeggen, dat de motor niet deugde. - De he© ren drukten hom warm de hand, toen ze uitstapten. Een van hen zei reeds spoedig en met nadruk Als u vandaag een goedgelukte proefvlucht maakt, sta ik voor een schitterende toekomst in. Zij wandelden naar «!©n hangar. Plotseling bleven ze ais vastgenageld staan. Voor den hangar steeg een fijn, slank, gracieus toestel op, ging zeld zaam regelmatig het luchtruim in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 21