HAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD., ZATERDAG 9 DECEMBtR 1911 Buiteniandsch Overzicht De oorlog tusschen Italië enTurkije Do Turken beweren, dat de Italianen in 't laatste gevecht bü Tripolis niet 100, maar wel 500 man verloren. De Turksche en Arabische vsrliezen bedragen volgens de Italianen meer dan 1000 man. Een gevecht by Homs; 40 dooden en 70 gewonden. De oorlog is nog lang niet geëindigd. Nieuwe gruwelen van Turken en Arabieren, zelfs vrouwen deden aan deze gruwelen mee. 't Gescharrel om de Dardanelles Rusland tracht de toestemming der mogendheden te krijgen, om daarna Turkije te dwingen de Russische eiscben in te willigen. Van 't oorlogsveld. EEN TURK'CHE LEZING, OVER T GROOTE GEVECHT VAN MAAN DAG BIT TRIPOLIS. De Turksche commandant Neschat Dry, seinde aan liet ministerie van oorlog te Konstantiuopel „Do Ita lianen overvielen ons niet een tienvoudige overmacht, 'waarvoor wij na oen strijd, die een geheelen dag duurde, moesten wijken. Wij moesten onze stellingen bij Ain Zara opgeven. De ltaliaansoho devi- sie verloor ongeveer 500 man. Onze verliezen zijn betrekkelijk gering." Dit telegram bewijst do Italiaansche overwinning, maar... 't brengt nieu we raadselen. De Italianen beweerden slechts 100 dooden te hebben, terwijl zo volhiel den, dat meer dan 1000 Turken en Arabieren gesneuveld zijn. En, au komt de Turksche commandant ver tellen, dat zijn verliezen „betrekke lijk gering" zijn en dat de Italianen 500 man verloren. Ra, ra, wat is dat? EEN GEVECHT BIJ IIOMS. Do Arabieren overvielen <Ie Italia nen in drie afdeelingeii. Do Italianen vorloren 23 dooden en 50 gewonden, tegen 1~ dooden en 20 gewonden aan ïurksche zijde. WAT DE TOEKOMST ZAL BRENGEN Een Duitsch oorlogscorrespondent geeft 't volgende antwoord op deze vraag Door de bezetting van Ain Zara hebben de Italianen zich voor de eer ste maal moester gemaakt van oen strategisch belangrijk punt Voor den a. s. opmarsch naar het binnenland. Voorioopig is het met <le belegering van Tripolis door de Turken en Ara bieren gedaan. En het is een quacstie van enkele dagen slechts, dat ook de gohoele oase van Arabieren gezuiverd zal zijn. Maar... de conclusie, die do Italianen trekken, dat hu de werkelijke oor log gedaan i s n de gueril la beginnen zal, is volko- m«n onjuist. De verovering van het Dsjebel-gebcrgl.o, dat steij zich uit do woestijn verheft en den, daarachter gelegen vruchtbaren grond begrenst zal nog heel wat moeito kost-en. De groote moeilijkheden bestaan voor namelijk in de transporten van am munitie, drinkwater en proviand. Hierdoor zullen ook de kosten van <1© expeditie verschrikkelijk toenemen. Volgens de laatste berichten zijn de vooruitzichten voor d,én veldtocht in Cyrenaika nog minder gunstig ('t ge vocht bij Honjs bewijst dit weer. red .11- D.). Hier worden de Italianen in hun stellingen aan de kust nog steeds in het nauw gedreven. Wel is het gunstig voor den a. s. opmarsch, dut Benghasi en Derna niet omgeven zijn door een uitgestrekte woestijn, maar voorioopig maliën de Turken van dezo omstandigheden gebruik, die huu in staat stellen veel moer Arabieren te vcreenigen en bijeen te houden dan voor Tripolis." Ds bewoners van Tripolis en de Italianen. Verzekerd wordt, dat de Italiaan sche overwinning een overweldigen den indruk heeft gen raakt op.de in- landscho bevolking van Tripolis. Men was zoo gewend geraakt aan de Turk sche zegepralen en zoo vast over tuigd, dat de Italianen volkomen wa- reu opgesloten, dat niemand dacht aan een Italiaansche overwinning. Daarom heeft do krachtige actio der laatste dagen des te meer indruk ge maakt en de eerbied voor de Italiaan sche wapenen zeer verhoogd. Thans verklaart een ieder de vriend te zijn van Italië, zelfs zij, die nog tot kort geleden het vijand.-lijkst gezind wa ren. (Verdachte vriendschap Ook heeft het bij de Arabieren sympathie gewekt, dat de Italianen officieel deel hebben genomen aan het drie- daagséhe Baïramfeest. De gouverneur heeft brood en schapen doen uitdee- lón aan do Muzelmannen ;do moskee- ou cai minaret© weiden geïllumineerd en arüllerie-salco's afgegeven ter eere van het Mohammedaansehc feest. Do krijgsraden gaan voort op strenge wijze de inlanders te straf fen, die gegrepen worden met de wa pens in de hand, of dio schuldig be vonden zouden worden aan den op stand. Zij worden ter dood veroordeeld opgehangen, een straf, welke bij de Arabieren veel meer gevreesd wordt dan de kogel. De Turksche en Arabiscbe gruwelen. Do oorlogscorrespondent van Vossische Zeitune die meermalen niet gunstig gestemd voor Italië is gebleken eikent nu ook de Turk sche en Arabische gruwelen. Hij schrijft o. a. „Dit alles is geschied onder de oogen van ten dooie in Europa gevormde Turksche officie ren, W'on van den kant van het Turksche ministerie van Oorlog liet bevel gegeven was de Italiaansche krijgsgevangenen good te behande len. Men moet aannemen, dat deze echt-Arabisi'lie wreedheden onder den Indiuk der omstandigheden door deze officieren toegelaten moesten worden, om het faiialisnie der Ara bieren Ie behouden, zonder hetwelk de voortzetting van den oorlog niet denkbaar ware." Het Italiaansche gezantschap te Berlijn publiceert een nieuw commu piqué, dat aan weerzinwekkende bij zonderheden niet minder rijk >s dan liet eerste. Van een aantal tluchtof- fers worden de namen genoemd en wordt de wijze beschreven, waarop zij om het leven gebracht werden. Een typeerend stuultjo zij hier weergege ven Do bvrsagiieri Pietro, die door luitenant Napulitapo van het slag veld gedragen werd, is de «enige overlevende van EEN SOLDATENTREIN, DIE GE HEEL UITGEMOORD WERD. De 17 lijken van den .trein weiden op liet veld gevonden. Pietro redde zich, doordat hij zich dood had gehouden. Hij ze-gt, dut Trouwen t e g e n de g c v.' o u d o ri en s t c r v e n- d e n gruwzaam optraden. Met groote steouon sloe gen zij op het hoofd der w e e r 1 o o z e n en vermink- ten hcu op een o nbe s c li r ij f e I ij k e w ij z e. Zoo kwam ook een luitonaut om het leven, dio geheel verminkt met afgesneden hoofd gevonden weid. 't Dardenellen vraagstuk. Do Turksche ministerraad hield zich bezig met de quaestie van do compensaties, van Rusland to ei scben, voor 'het geval Turkije ingaat op het voorstel van den Russischen gezant, de Dardanellen >n vredestijd let wel I invredestijd! open te stellen voor do Russische oor logsvloot. Men rekent te Konsfautinopel met de mogelijkheid, dat Turkije een be langrijke invloedssfeer in Perzië krijgt, wanneer aan Rusland de door vaart der Dardanellen wordt toege staan en aan Engeland concessies ge geven weiden aan de Perzische golf. Hiermede zou misschien ook een grondslag gevonden zijn voor een toenadering van Perzac tot do Triplo Entente (Engeland, Frankrijk en Rusland). Men weet-in diplomatieke kringen te Berlijn dat niettegenstaande de Russische démenti's, die blijkbaar iiergens geloof vinden de regce- ringeii vuu do groote mogendheden zich bezighouden met de Dardanel len-! ju aostie Officieel lieeft Rus land zich niet gewend tot welke re geering ook, maar in niet-offieieelen vorm hoeft Rusland in Iionstantino- pel, Landen en Parijs getrucht, de tegenspraak uit den weg to ruimen, Rusland ontdekt in de bepalingen liet Londensche verdrag van 1871 en liet sluiten van do Zwarte Zee. Do Russische regeering beweert er geen verklaring voor te kunnen vin den, hoe het mogelijk is, dat Turkije tijd van oorlog de Dardanellen sluiten kan en toch do vrije door- nart handhaven voor de handels schepen van neutrale mogendheden. Turkije liéeft op deze nïet-offtciee'e vraag geantwoord, dat het op het oogenblik 't tijdstip niet geschikt acht, om op deze quaestie in te gaan. Rusland laat evenwel niet los, en hot staat vast, dut tusschen Poters- burg, London en Berlijn, voortdurend levendig van gedacht en gewisseld Wordt over deze quaestie. Verzekerd wordt, dat Engeland, hoewel 't nog geen formeele goedkeu-, ring hecht aan dc Russische ëisbhön, inzake de openstelling der Dardanel len, toch een minder ufwijzend ant woord heeft gegeven, dan in 1908. 't Turksche antwoord aan Rusland luidt „In overeenstemming met het verdrag van 1871 is de regeering niet in staat de doorvaart van de Russi sche vloot door de Dardanellen toe te slaan. Zij verklaart, dat alle rechten op <lit vaarwater uitsluitend berusten bij liet Turksche volk en zijn Soeve rein." Een beslist weigerend antwoord. Maar... bezit Turkije ook de macht te weigeren, als Rusland de toestem' ining der mogendheden krijgt Onrust in Turkije Er hebben in Macedonië en ook zelfs in Salonika en Konstantinopel verschillende dynamietaanslagen plaats gehad. In Turksche kringen is 't denkbeeld geopperd, dat... Italië hierin wel licht (le hand heeft. Do officieuze Tribuna verklaart na mens de Italiaansche regeering „Italië is Ie ver verheven ligven zulk een verdachtmaking, dan dat het no titie ?ou nemen van deze perfide en absurde beschuldigingen. De Euro- pcesche diplomatic weet wat Italië ge daan hoeft .niet alleen om den vrede op dcu Balkan n»et te verstoren, maar ook om hem hechter te maken, daar dezo vrede evenzeer in ons be lang is, als in dat van geheel Euro pa. Met het oog op het succes, dat wij op het oorlogsterrein behalen .zijn wij het niet, de overwinnaars, die er belang bij kunnen hebben onrpst tc stoken, maar wel het onherroepelijk overwonnen Turkije." TURKIJE EN MONTENEGRO. Uit Belgrado wordt geseind, dat de conflicten tusschen de Turksche en Montencgrijnsche grensbevolking steeds toenemen. Bijna dagelijks komt bet tot een bloedig treffen. Niet ver van Plawo werd twee dagen lang GEVOCHTEN ;AAN BEIDE ZIJDEN VIELEN VEEL GEWONDEN. In verband met do militaire voorbe reidingen in Montenegro richten do Albaneezen het verzoek tot dc Turk sche regeering om geweren tot hun beschikking te stellen. Dan zonden zij bereid zijn met 60,000 krijgslieden tc helpen het Turksche vaderland to verdedigen. Do Turksche minister van oorlog gaf daarop dadelijk be vel, dat 2500 soldaten vertrekken moesten naar de Moirtenegrijnseh» grens. In Turkije vreest men voor EEN INVAL VAN MONTENE- GRIJNEN. Twee Turksche bataljons zijn op we; naar 't onrustige grensgebied, welks commandant had medegedeeld, dat de bewoging een ernstig karakter a;i neemt. Ook tegenover de Albaneesche benden betoont de Turksche regceiing grooter energie. DE KRETENSER QUAESTIE. Uit Athene wordt gemeld Het mi nisterie van Bultenlandsche Zaken heeft een quarantaine van 5 dagen vastgesteld, voor schepen, dio uit Kre tenser havens komen. Deze maatregel heeft blijkbaar ten doel de aankomst van de Kretenser afgevaardigden voor die Grieksche Kamer te verhinde ren on de Kamer gelegenheid te ge ven haai' zittingen voort te zetten. De bijeenkomst der Kretenser op standelingen is tot Zaterdagavond uitgesteld. D> opstand In China. Het aftreden van den bij do Cliince- z©a gehaten Muialsjoe-prins Tejeen, den regent, en de invoering van verantwoordelijk kabinet, wordt in China met vreugde begroet. Men ver wacht veel van dezen vei anderden toe stand. Men zal evenwel dienen af te wachten, hoe zich het sedert korten tijd geconstitueerde militaire bestuur der opstandelingen in Nanking en de bij llankau vereenigde opstandelin gen, zullen gedragen. Over de stemming in Peking geeft liet v olgende telegram een beeld. Het aftreden van den prins-regent heeft overal een goeden indruk gemaakt. Men hoopt thans op een spoedigen vrede op grond van de onderhande lingen in llunkau en het staken van den opmurech van de opstandelingen van Nanking. Een vredesconferentie tc Shanghai is waarschijnlijk. Van audorc zijde wordt evenwel ge meld, dat do rervoiutkmnftiren nog niet tevreden zijn met het afdanken van .den ynpopukuren regent en zijn vervanging door de keizerin-weduwe. De wapenstilstand is met 15 dagen verlengd, daar de leider der keizerlij ke troepen en de opstandelingen hel niet eens hebben kunnen worden. EEN GEVECHT. Sjang, de bevelhebber der keizer lijke troepen. >"s met. de troenen uil Nanking ontsnapt en heeft den revo- lutionnairen, die zijn aftocht tracht ten tc beletten, een zware nederlaag toegebracht. De revolutionnairen laten veie bruggen door dynamiet in de lucht vliegen, oin den tocht van Sjarig te bemoeilijken. Uit en over PerziS. Men verneemt uit Teheran, dat de Perzische regoering den wen soil koes tert, door bemiddeling vun Engeland te cu'-derhaudelen mei de Russische regoering, teneinde le Kernen tot een gemeenschappelijke regeling van de hangende quaesiies. De Perzische re- gceiiug Verklaart zich er van over tuigd, dat do ambtenaar Sinister (de zondebok van ganscher harte ltot het vinden van een oplossing zal mee werken. In diplomatieke kringen betwijfelt men evenwel do mogelijkheid, dat een modus vivendi zal kunen worden ge- •onden, zoolang Sinister aanblijft. Perzië beeft zich bereid verklaard tot vriendschappelijke en-icihandelin gen met Rusland over andere aange legenheden, maar kan den eisch. om vervolg bij benoeming van bui- teniand-sche adviseurs Engeland en Rusland te raadplegen, niet inwilli gen. Dc Perzische regeering spreekt ver der den wensch uit, dat aan den hui- digcn onbevredigenden staal van za ken een 'einde moge komen, doordat Rusland op dit punt niet verder aan dringt.. Allerlei. EEN RUSSISCPI DIPLOMAAT AAN 1" WOORD. De Russische minister van buiten landse he zaken, Sosouoff, vertoeft to Parijs, blijkbaar voor dc Durdanel- len-quaestie. Z. Excellentie lieeft zich laten inter viewen en verklaard, dat er in de T r i p Te' Entente volkomen overeenstemming heerscht. Ook zei hij „Het verdrag tusschen Engeland en Rusland heeft aan het succes van Rusland in Perzië alle bitterheid voor Engeland ontnomen. Rusland moet daar in allen gevalle voldoening erlangen." ,De algemeene toestand in Europa zoo verklaard© «le minister geenszins onrustbarend." 'T FRANSCHE MINISTERIE. In een vergadering van gedelegeer den van allo groepen van de Kamers, bijeengeroepen tot bespreking van hot voorstel-Hubert, word besloten, bij de behandeling vun liet Fransch- Duitschc verdrag, do interpellaties over do buitenlandse he polilick te la ten rusten, en met doze te beginnen onmiddellijk na de behandeling van het verding, waarmede op li Decern ber een aanvang zal worden ge maakt. Deze beslissing, die feitelijk neer komt op het denkbeeld vail Humbert, schijnt een slecht voorteeken te zijn voor liet kabinet, dat men nu kan doen vullen, zonder het verdrag gevaar te brengen. Volgons do l.ntransigoant loopt In do wandelgangen der Kamer een hardnekkig geril ht,' dat minister van buitcnlandsclio zaken de Selves, zal aftreden, daags na de stemming over het verdrag. UITBREIDING VAN VLOOT EN LEGER VAN SPANJE. De Spuanscho regeoriug schijnt j groote plannen te koesteren tot uit- j breiding van vloot en leger. De minister vun marine heeft een langdurig onderhoud gehad met ko ning Alfonso, waarbij besloten is, do afwerking van het vlootprogram in sneller tempo te doen plaats hebben en tevens grootoro pantserschepen dan thans op stapel staan, te bouwen. To gelijkertijd zullen belangrijke ijzigingen gebracht worden in de le- gerorganisatio. UIT DE BELGISCHE KAMER. De socialistisclie afgevaardigde Royer interpelleerde de regeering naar aanleiding van de beweringen der advocaten van den staat in het proces van prinses Louise, uit welke gebleken zou zijn, dat de waarden, waarover het geschil had geloopen, nooit waren uitgegeven, maar door deri schatmeester van den Congo- Staat eenvoudig ter haml waren gesteld aan den koning, die daar voor geen andere waarden had gege ven en over de dwaling, waarin de re goering do Kamer heeft gebracht, ton aanzien van het voorschot van 30 inil- lioen, door den staat aan de kroon- stichting verstrekt. Royer verklaarde, dat de minister van Justitie geholpen heeft 't volk om den tuin te leiden. De minister van koloniën antwoord de, dat na den dood des konings uit nieuwe feiten bleek, dat sommige za ken aan de aandacht der regeering en ontgaan en zij deed dus po gingen, om den staat weder in het be zit te stellen van hetgeen hem toe kwam. De minister eindigde zijn rede, met de mededceling, dat de rechtbank had verklaard, dal de Woelingen van de oprichters der stichting NLederfüll- bach «lel en vaderlandslievend wa ren geweest De minister van justitie zei, dat <le aandeelen der Congoleesche rente, die np de lijst der bezittingen der stichting stonden, twee millloen be droegen en dat hij eon afschrift had gevraagd van de uitspraak in het pro cos van prinses Louise, teneinde zon- uitstel of vertraging in hooger beroep të kunnen gaan. Niemand", zoo vervolgde de nu- nister, „kan de icgeoring wegens ha re houding >n deze zaak iets verwij ten." Royer stelde n inotie voor, waar in werd betreurd, dut de minister van koloniën de Kamer had misleid. Dezo motie weid verworpen met 76 tegen 66 stemmen. Van onzen Reizenden Redacteur. VRAAGGESPREK MET Dr. J. DYSER1NCK. Zoo maar, zonder te voren belet te vragen, schollen wij aan voor het bovenhuis 2o Sweelinckplein 25, den Haag. De heer dos huizes opent ons zelf, ontvangt ons heusch en vraagt wat wij van hem verlangen. „Ik zou u gaarne eens intervie wen." De oude lueor, van middelbare groot te, een zwart mutsje op 't hoofd, 't schrandere, open gelaat mot de fijne trekken nog fr.sch gezond, van een rustige blijmoediglield, kijkt ons eveai met zijn goedig© oogen onderzoekend ian. „Komt u binnen", zegt hij dan ricndeüjk. Wij komen in een deftig gemeubolde achterkamer niet serre. Aan do effen donkerrood© wanden ingelijste reproducties, meest naar Rembrandt. Een groote bruine boe kenkast. staat als eon fort van geleerd heid togen den lengtewand. „Dat zal maar n et zoo op eens gaan. Ziet eens hier in de kast er .s zooveel..." De reporter kijkt in de geopende boekenkast. Daar staan, niet uiterste ordelijkheid naast elkaar in 't geld, boekdeel na boekdeel en op de ruggen op witte etiquetien, leest de reporter do 'namen van Nederlandsclie schrij vdrs, geleerden, donkere, kunstenaars „Iloe komt u er eigenlijk toe mij te komen 'interviewen? „Ik heb zoo menige bladzijde van uw hand gelezen en heb uw speura n leeren bewondere'n. U weet zoo merk waardig veel van anderen. Kortelings weder heeft u ons liet leven van mevr. BosboomToussaint zooveel beter loeren kennen. Hoe is het toch moge lijk, dat u van al deze celebntoiton te weten komt'? Welk een reusachti- gen omvang moet uw correspondent! alleen niet nemen?" Lr glijdt een zachte glimlach va voldoening over het open gelaat en in de oogo'n blinkt een lichtje van on* deugd en groote goedigheid. Voor BosboomToussaint heb k óók veel werk gehad. Ik begin altoos irst met alles te verzamelen wat op het leven van dengeen, dien ik ga behandelen, betrekking heeft. Dat zi n mijn bouwsteene'n. Fdrst daarna ga ik aan het lezen Kijk «v s hier feen portefeuille wordt uit do kast ge haald, zorgvuldig op de t del gelegd, opengeslagen alsot een'schrijn met juweelen geopend werd; daar heb je nu al de handschriften van de werken en mevrouw Bosboom-Toussaint." Tn netto omslagen liggen daar wer kelijk de oorspronkelijke manuscrip- van do vermaarde schrijfster der historische romans. ,WiH u mij toestaan, dat ik edr«t eens u 't een en ander over u 'zelf raag?" „Maar dat is al eens opgetoekcinT en uitgegeven,"' antwoordde de be scheiden geleerde. ,Hot zijn maai' een paar vragen. Waar bent u geboren? Schrijf dan maar op. Ik ben in 1835 op den 12en Maart te Haarlem geboren, waar mijn vader architect was en zou aanvankelijk tot schilder opgeleid worden. Ik hel) de oprichters van het. genootschap „Kunst zij ons Doel dat nu jui"et Jubileert, goed ge kend. Ik toekende van mijn twaalfde tot mijn zestiende Jaar onder Savry naar het naakt model. De schilders Gabrië!, de Haas, C. Lieste, Slmon van*dien Berg waren mijn oudere ka meraden. Maar mijn vader vond toen, dat schilderen geen bestaan oplever de en wenschte, dat ik zou gaan stu- dee'ren. Ik leerde toen Latijn en Griekse!» bij den laleren prof. S. Na- be'r te Haarlem, die maar eonige Jaren mot mij in leeftijd verschilde en die levenslang mijn vriend is gebleven. La tor bij dr. P. Epfcema. In 1855 werd k student, studeerde te Leiden en le Amsterdam en werd .n 1861 Doopsge zind feeraar to den Helder. Dat ben k achttien Jaren, tot 1879 gebleven. In dat tijdperk begon ik al met ver zamelen en de studie van do levens- bijzonderheden van merkwaardige personen. Ik behoorde tot de eersten, de moderne lichting waren toe gedaan en schreef de „Godsdienstige Overdenkingem". Dit boek, opgedrngc-n aan den toen ma li gen minister van Marine L. G. Brocx werd in 1871 bij de Kon. Ned. Marine ngevoerd en is twintig jaren aan boord het gods dienstig ieeeboek van den zeeman ge bleven. Juist als doopsgezinde, bui- ton alle dogmatiek staande, meende k tan deze nuttig werkzaam te kun nen zijm en het heeft mij leed gedaan, dat een boek, hetwelk toch ruim twin tig jaren bleek to voldoen, door dr. A. Iluypcr door andere boeken werd vervangen Da 76-jarige is even stil. Zijn toon »s bedroefd, zelfs niet zonder bitter heid geweest. Dan gaat hij voort, maar nu in den derden persoon spre kend, met een haast volkomen objec tiviteit, alsof hij het ovör een ander persoon heeft dan over zichzelf: „Tn den Helder begon „hij" de eer ste vruchten van zijn onderzoek te publioceren. Het was een levensbericht over prof. mr. Hugo Bcije'rmau, hoog leeraar in de Nederlandsche lettoren en de geschiedenis te Amsterdam, dat bij de erven Loosjes te Haarlem verschoen. In den Helder ving „hij" tevens aan studie van *t Oude Tes tament te maken en vertaalde, hij den Jezus Sirach en do aprocrievo boeken uit het GrLeksch. Vervolgens wijdde hij zich aan de studie van 'i Hebreouwsch en vertaalde de psal men, 't boek ddr spreuken van Salo mon en do klaagliederen u t die taal in het Nederlandse!). Deze zijn uitge geven. Hij heeft ook zitting gehad fil de commisa e van de nieuwe bijbel vertaling, dooh hij heeft zich later daaruit teruggetrokken. Intussclien had de senaat van de Leidsclie universiteit hem tot eere doctor in de godgeleerdheid benoemd. In 1879 heb ik nnj te Vl.sangen ala Doopsgezind leeraa'r gevestigd. Daar heb ik de'u steen in 't huis, waar de FEUILLETON (Naar het Engelsch door Barones Orciy.) 2) Miiller trachtte. zoo vervolgde 'do man in den hoek over bet doel van ziju bezoek te beginnen, maar Kershaw weerde hein met wilde ge baren af. en volgens zijn eigen woorden bracht hem in verbazing door hein op deu man af nog vijJ-cn- twintïg gulden tor leea te vragen, welke som zooals hij beweerde, Ijet middel zijn zou cm voor zichzoTf en voor den vriend, die hem in dezen nood wilde bijstaan, fortuin te ma ken. Na een kwartier lang allerlei onduidelijke aanwijzingen gegeven te hebben, besloot Kershaw, die met den voorzichtigen Duitscher niet ver der kwam, hem in het geheime plan in te wijden, dat, naar hij beweerde, hun duizenden in handen zou spelen. Instinctmatig had John zijn cou lant neergelegd do vriendelijke [vroemdcling met zijn zenuwachtige plainer van doen eu verlegen, wate rige oogen, hud een eigenaardige pia- nicr oni zijn verhaal te doen, die Jii'ui ©enigszins mèesi^eofe-. Ik weet niet, ging hij voort, of u zich het verhaal herinnert., dat do Duitscher aan de politie ver telde, en dat in ieder onderdeel dooi de vrouw of weduwo onderschreven werd. In 't kort verteld luidde het als volgt: Dertig jaar geleden ongeveer had Kershaw, die toen twintig jaar oud was en als student in de medi cijnen aan een der Londensche zie kenhuizen verbonden was. een vriend. Barker genaamd, niet wien hij to zanten niet nog een ander de zelfde kamer had. De laatste bracht, naar het scheen, op zekeren a'vond een heel aanzienlijke som gelds mee naar huis. die hij bij do wedrennen gewonnen luid, en den volgenden morgen werd hij vermoord in zijn bed gevonden. Kershaw was gelukkig voor zichzelf in staat zijn alibi onom" stootelijk to bewijzen bij had dien nacht de wacht moeten houden in het ziekenhuiswat Barker betrof, hij was verdwenen, dat wil zeggen voor zoover het de politie betrof, niaar niet voor zoover do waakzame oogen van zijn vriend Kershaw in staat wuren te spionneeren, tenmin ste zoo heette het uil den mond van den laatste. Barker wist het heel handig klaar te spelen, om uit het land to komen, en vestigde zich, na allerlei wederwaardigheden, eindelijk te Vladi'wostok, in Siberië, waar hij onder den aangenomen naam vun SmeüiursL «?.tn vermogen wist to verwerven door den handel in pellerijen. Bedenk nu, dut ieder een tegenwoordig Smethurst, don Si- berischen millionair, kent. Het ver haal van Kershaw, dat hij eens Bar ker had gehceten, en dertig jaar ge leden een moord had bedreven, werd nooit bewezen, nietwaar? Ik vertol u alleen maar wat Kershaw zei tot zijn vriend den Duitscher en tot zijne vrouw op dien gedenkwaardigen middag van 10 December. Volgens het verhaal van Kershaw had Smethurst een reusachtige-fout in zijn schitte rende carrière gemaakt hij had bij vier gelegenheden aan zijn vroegeren vriend, William Kershaw, geschre ven. Twee vAn dezo brieven hadden geen betrekking op do zaak, omdat zij meer dali vijf-e-u-twintig jaar ge leden geschreven waren, en Kershaw ze bovendien naar hij vertelde lang geleden verloren had. Volgens hein echter was de eerste dier brie- \eu geschreven, toen Smethurst, alias Barker, al het geld, dat hij door de misdaad gekregen had, had verteerd, en geheel berooid alleen in New-York stond. Kershaw, dio toon in heel goe den doen was, zond hem ruim hon derd gulden ter wille van liün oude vriendschap. In den tweeden brief, toen do bordjes verhangen waren en Kershaw achteruit begon te gaan, zond SmetJïuret, zooals hij zichzelf toen al.noonide,, zijn vroeger en vriend zeshonderd guidon. Daarno, zooaia Müller booreep, had Kershaw her haaldelijk een aanslag gedaan op do steeds grootor wordende beurs van Smethurst, en had dezo verzoeken vergezeld <loen gaan van allerlei be dreigingen, die, zelfs het veraf gelegen land, waar de millionair woonde, in aanmerking genomen, niet licht opgevat konden worden. Maar nu was de climax gekomen en na een oogenblik van aarzeling over handigde Kershaw aan zijn Duit- schen vriend de twee laatste hrieven, dio door Smethurst geschreven moes ten zijn, en die, zooals u zich herin nert, zoo'n belangrijke rol speelden in liet geheimzinnige verhaal van de ze buitengewone misdaad. Ik heb een copie vun deze beide brieven hier. voegde de man in den hoek er bij, terwijl hij een stukjo papier uit een zeer versleten zakboekje nam. en na liet zeer bealist opengevouw en te heb ben, begon bij te lezen Mijnheer 1 Uw voortdurende verzoeken om geld beginnen mij onuitsprekelijk te vervelen. Ik heb u al veel meer geholpen, dan u verdient. Toch ben ik, ter wille van onze oude vriendschap, en omdat u mij ook eens lveeft geholpen, toen ik in groote moeilijkheid verkeerde, be reid u nog eenmaal van dienst te z1]n. 'Eén vriend van mij, van hier. een Russisch koopman, aan wien ik mijn zaak verkocht heb,' vertrekt over ©enige dagen, om in zijn jacht een uitgebreid reis te maken naar vele Lur«peescha en Aziatische havens, en heeft mij uitgenoodigd hem tot Engeland to vergezellen. Omdat dc vreem de landen mij beginnen le ver velen, en ik erlangend ben om liet oude land na dertig jaren uf- wezigheid weer terug te zien, heb ik besloten zijn uitnoodiging aan to nemen. Ik weet niet, wan neer wij precies in Europa zullen zijn, maar ik beloof u dadelijk weer to zullen schrijven, zoodra wij een geschikte haven aandoen, over ujd en plaats, waarop wij elkaar in Londen kunnen ontmoe ten. Maar bedenk, dat ik geen oogenblik naar uw verzoeken wü luisteren, als zij al te veel- eischeud zijn. en dat ik de laatste man in de wereld ben, die mij aan voortdurende en onverant woordelijke afdreigingen zou oi derwerpen. Ik toeken, mij, mijnheer, FRANCIS SMETHURST. De tweede was gedateerd u Southampton, vervolgde de oude man in den hoek bedaard, en merkwaardig genoeg was do eenige brief, waarvun Kershaw bekende, dat hij hem van Smethurst ontvangen Ivad, die wharvun hij de enveloppe had bewaard en gedateerd was. Hij was heel kort, voegde hij er bij, nog eens zijn stukjo papier raadple gend Waarde Heer Met verwijzing naar mijn brief van enkele weken geleden, wensch ik u te berichten, dat <le „Tsai-sko© Selo' den volgenden Dinsdag, den tienden, te Tilbury zal komen. Ik zal daar aan land gaan. en onmiddellijk met den eersten «ton besten trein naar Londen gaan. Als u wenscht, kan u mij aan bet station Fenchurchslreet in do eerste klasse wachtkamer laat i p den middag ontmoeten. Omdat ik vermoed, dat na dertig jaar af wezigheid mijn gelaat u mei zco heel bekend moer zal zijn. mug ik u wel vertellen, dat u mij zal kunnen herkennen aan een zwa re Astrakhan pelsjas, die ikdriu gen zal. met een muts van do- zelfde stof op het hoofd. U kan zich dan aan mij voor stellen en dan zal ik persoonlijk kunnen luisteren naar hetgeen u mij te zeggen hebt. Uw vriend FRANCIS SMETHURST. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9