NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 29e Jaargang. No. 8738 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. donderdag 14 december ïsii e Mill ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N: per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1.20 Haarlem van 1—5 tegels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1.30 J?7 Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 (gyjT 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. GöUusfreert? Zondagsblad, 'voor Haarlem' M7K Redactie en Administratie: Grooie Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Telephoon interc. 6229. l v> caur. ;[,AD. Buitenlandsch Overzicht De ooHog tusschen Italië enTurkije Re moeilijkheden waarmes de Italianen te kampen hebben bj) den opmarsch naar bet binnenland van Tripolis. Een incident in de baven van Suez. Een Italiaanscbe kruiser dreigt met een bombardement, indien dn 5 Turksche oorlog schepen. die in tie haven liggen, dezs niet verlaten. Re terdoodbrenging van Arabieren. Vit Perzlë. liet internationals vredesbureau dringt op scheidsrechterlijks beslissing der Perzische guaestie aan. Van 't oorlogsveld. Do door do Italianen veroverde oase Aiu Zara 12 KM. Zuid-Ooste lijk van Tripolis wordt versterkt ea tot steunpunt gemaakt voor het verdere voortdringen in het binnen land. Do Ital.anen hebben er reeds een groote troepenmacht geconcen treerd, voor welks onderhoud dage lijks een karavaan van 295 kameelen, 150 muilezels en 100 karren noodig zijn. Deze karavaan 'wordt geëscor teerd door 2000 soldaten. Uit dit bericht blijkt, hoeveel moei te de Italianen, bij hun tocht naar 't b.nnenland, hebben, om hun leger macht te voeden. En nu zijn ze nog slechts 12 KM. van Tripolis. Hoe moet 't gaan, als ze verder het binnenland in dienen te trekkenf EEN INCIDENT IN DE IIAVEN VAN SUEZ. Uit Rome wordt geseind: ,,De Italiaanscliie kruiser „Pie- mont", van het Roode Z9e.eskader, constateerde in de haven van Suez de aanwezigheid van vijf Turksche oorlogsschepen en torpedobooten. De commandant eischte van do haven autoriteiten dat deze do schepen bin nen 24 uur uit de havën zou verwij zen of ontwapenen. Anders zou de „Piemont" met de beschieting begin nen. TURKSCHE VLIEGERS. Verschillende Turksche vliegers zijn in Tunis aangekomen en zullen naar Tripolis verder reizen. DE TURKEN HEBBEN GELD NOODIG. TuTksche bladen meldéu, dat de Turksche regeering met de Ottomaan- scho bank een gaiuntielooze 6 1/2% leening zal sluiten. 6 1/2 %1 Nog iets over de veroordeeling en terechtstelling van Arabieren. Zooais men weet, zijn deze'r dagen te Tripolis 14 Arabieren opgehangen. De inlanders, die orim ddcllijk na het eerste z.g. oproer, op 23 en 26 Oc tober, gegrepen werden met do wapens in de hand, zijn gefusilleerd en we! door schoten in den rug. Het Italiaan- sche militaire strafrechtboek toch kent twee wijzen van fusilleeren: een ko gel in de borst, de meest een olie, of een in den rug, een oneervolle wijze. Blijkbaar zijn do Italianen van oordeel, dat de massadusiiladeè nog geen voldoenden indruk hebben go- maakt op de Arabieren, zoodat beslo ten' werd di t 14-tal, dat tot nu toe niet wus terechtgesteld omdat do nienschen zi,ek of gewond waren, door den strop te doen sterven, een manier, iLe hij de Mohammedanen als vernederend geldt. Zij nieenei), dat do ziel ten ge volge van het dichtsnoeren der keel, het lichaam niet kan verlaten om op te stijgen naar het Paradijs. Van het proces en de voltrekking van het viunis geeft een Italiaansoh blad do volgende beschrijving: De 14 beklaagden waren tusschen de 20 en 65 jaar. Zij werden be schouwd als do belhamels, die den opstand voorbereid hadden. Do open-1 bare behandeling had plaats in de vroegere k.neniatograafzaal, in tegen woordigheid van eon groote menigte Italianen, Joden én Maltczers, terwijl slechts enkele Arabieren aanwezig waren. (Het is niet mogelijk over do waar- do van het bewijsmatér aal zich uit do Italiaanscho berichten een denk beeld te vormen. Dit is duidelijk, dat men voornamelijk afging op getuige nissen van sponnen, alsook, dat alle beklaagden hardnek kig hun onschuld vol hxe 1- d e n). Toeu enkele beschuldigden beefdéü en teekenen vun angst gaven, haalde een Italiaansch officier tweo Koran spreuken aan: „Wie de waaroo d zegt, beeft niet", en „De leugen is slechts geoorloofd als hij redding kan brengen." Do aanklager zei, dat de beklaag den hun toevlucht namen tot don leugen, om aan te gerechtigheid te ontkomen; maar het waren gemeene moordenaars, die de Italiaansclue sol daten van achteren hadden aangeval len. Do verded'ger evenwel hield vol, dat hij niet de overtuiging had ge kregen, dat do Arabieren schuldig waren aan het hun ten laste gelegde, zoodat hij meende, dat niet veroor deeld mocht worden. Maar 't hielp niet. De geheele zitting duurde drie kwartier. Na het uitspreken van het doodvonnis werden de veroordeelden opgesloten, om 's morgeus om drie uur door carabinieri gewekt te wor den, ten einde het doodvonnis te on dergaan. Enkelen prevelden gebedén, maar gieen hunner sprak oen woord met dc Turksche gendarmen, wien 't beulswerk was opgedragen. Op de markt was in den nacht een galg opgericht met 14 stvoppein en voorzien van een opschrift in de Ita- liuansche en Arab sche talen, luiden de: „Opgehangen omdat zij den 23 sten October oplta- liaansche soldaten ge schoten hebbe n." In den vroegen morgen werden de straten die leiden naar de executie- plaats afgezet; slechts journalisten en officiereu werden doorgelaten. In de kofC ehuizen en op de openba re plaatsen bevonden zich talrijke Italiaanscho spionnon, om te verne men, in welken geest onder de inland se lie bevolking over dio executie werd gesproken. Onrust In TurkUs Da. pporten van het mini sterie van oorlog in Konstantinopel worden be waakt. Dit is het gevolg van het ver spreiden van proclamaties, waarin de lieden, die verantwoordelijk zijn voor den Tri poli taanscheu oorlog, met den dood bedreigd worden. Bovendien zouden Bulgaren van plan zijn in verschillende ministeries hommen- aanslagen te plegen. Daarom worden zeer strenge maatregelen genomen. Op straat ziet men veel meer politie en geheime agenten dan tot nu toe. De ordebewakers achtervolgen ieder, de er ©enigszins verdacht uitziet. DE DARDANELLEN-KWESTIE. Men verneemt uit Konstantinopel, dat do Russische regeering verklaart, dat. de gezant Tjarkow geen op dracht ontving liet Dardanellcn- Vraagstük to behandelen en geheel op eigen hand te werk ging. Wie gelooft het? Men brengt deze houd'ing der Rus- sisclie regoering in verband met de nu «lukte zending van den Russischen minister Sasanoff naai- Parijs. Uit Weenen wordt gemeld, dat Duitschland en Oostenrijk-IIonga'rije in de Dardanellen-quaestie die nu of latei- toch aan de orde komt een lij® Bulten trokken. De Donau-monar- chie zal de leiding hebben. Bulgarije en Roemenië, als nieu we Balkanstaten, zullen ook nog eén woordje mee te praten Irebbeu on or wijziging in het verdrag van 1878. Uit eo over PerziS. Uit Konstantinopel wordt geseind, dat volgens officieele betichten Tur kije zijn troepen-concentratie aan de Turksch-Perzisch© grens bij Bajazid in het Turksche vilajet Erzeroem voortzet. Het Perzische parlement hield een gelieime zitting, waarin de samen stelling van HET NIEUWE KABINET werd goedgekeurd. Het kabinet staat onder voorzitterschap van Samsam- os-Saltaneh, en bevat vele vroegere ministers; slechts voor blnnenland- scho zaken en financiën zijn democra ten als min sters opgetreden, ter ver vanging der afgetreden conservatieve Excellenties. Het nieuwe kabinet zal POGEN MET RUSLAND TOT EiEN VERGELIJK TE KOMEN. De minister stelde voor, den ambte naar Shuster te ontslaan en de con trole van Rusland en Engeland op de benoeming van vreemde ambtenaren, onder beperkte voorwaarden, aan te nemen. Het parlement besloot evenwel, oeTst het adv.es van den regent daar over te vragen. De ontbinding van het Parlement wo'rdt nog steeds door het kabinet overwogen, daar de vertegenwoordi gers nog altoos niet de noodzakelijk heid inaen Ruslands e.'schén in te willigen. HET INTERNATIONALE VREDES BUREAU OVER IIET CONFLICT. Het Internationale Vredesbureau richt tot de mogendheden, die de Ilaagsclie Conventie ondërteekend hebben, het dringende verzoek, door een gezamenlijk optreden de Russi sche regeering vaii verdere militaire maatregelen tegen Perzie af te hou den. Het verklaart liet door Rusland opgeworpeu geschil als geen ander voor scheidsrechterlijks beslechting geëigend, herinnert de groote mo gendheden 'aan de door haai- met de onderteekening dei- Haag,sche Co'n- ventie aangegane verplichtingen en toenmalige levendig© medewerking, en herinnert do Russische diplomatie aan de organisatie der scheidsrechter lijke beslechting van internationale geschillen. Het wordt eindelijk tijd zoo schrijft het Vredesbureau dat de mogendheden het bewijs leve ren, dat het huar met «te onderteeke ning der Haagsche Conventie ernst was. Re opstand In China. De leiders van het revolutionaire be wind in Sjanghai hebben opnieuw aan Joeansjikai geseind, dat zij er op blijven staan, dat de Mantsjoedynas- tio verdreven wordt, en dat zij het Onze Lachhoek GALGENHUMOR. Gauwdief. Het wordt hoog tijd, dat Ik weer in de gevangenis kom. Sedert ik vrij ben heb ik al tien pond aan gewicht verloren. ENFANT TERRIBLE. Frits je heeft zijn soldatenpak aan en marcheert, met z'n geweer op schouder, reeds geruimen tijd heen en weer voor de vervelende tante, die bij de familie logeert. Maar, Fritsje, waarom blijf je hier toch aldoor op en neer loopen? Ik pas op u tante. Vader zei van morgen, dat u one gestoten kan wor den! VOORZICHTIG. Bij de vorige zitting erklaard, dat je volkomen aart, toen de vechtpartij in Os plaats vond. en heden óók dronken te zijn ge- Rechler. heb je v nuchter w de Roode erken je. weest. Getuige, lechtbank mi on wlef Joa-zie-de. mieneer de de vuurigo keer was in de zoal 111 presidentschap van de republiek Chi na aan Joeansjikai aanbieden. Zou Joeansjikai voor de verleiding bezwijken? UIT RUSLAND. De Doema bracht de behandeling van de interpellatie over den moord, op Stolypin ten einde en nam met 141 tegen 101 stemmen een bemidde lend© motie aan, waarin de overtui ging wordt uitgesproken, dat de re- geenng de schuldigen aan de justitie zal uitleveren, de politieke politie zal reorganiseer en en deze zal stellen ou der toezicht van de gouverneurs en do oflicioron van justitie. DE VERKLARING VAN LONDEN. De Times is van oordeel, dat de ver werping van de wet op het prijzen- hof door liet Hoogorhuis niet betoe- kent dat de Verklaring van Londen voorgoed van de baan is. Het vraag stuk zal nader overwogen «n de Ver klaring gewijzigd moeten worden. Een uitstel van een paar jaren hoeft geen afstel te wezen. Van de buurten dor armoede. Het Leger des Hals die groote stichting van generaal Booth, die zoo veel dat zegenrijk is hééft gedaan, dóet ©n nog zél doen - voert ook hier in Haarlem een jaarlijksch wede'rkee- rond n arbeid uit, die in zoo menig arn» gezin een zonnestraaltje heeft ge bracht. 'k Bedoel do zending der Kerslmanden. leder jaar weer wordt er geannonceerd dut zij, die 'L noodig hebben, zich tot liet Leger kunnen wenden met 't verzoek zoo'n Kerst- mand, die de levensmiddelen enz. waaraan zij dagelijks behoeft© heb ben in ruime mate inhoudt, te mo gen ontvangen. En dan stroomt het aan vragen I Aan 'L „kwartier" van het Leger, in de Schagciielstraat komen ze bij honderde^ in. Dit jaar is het aantal hoog, hooger dan in 1910. Er komen nóg aanvragen binnen uiaar nu zrjn or ai cngcvcer '50. iict het bin nenkomen dier aanvragen is ook het groote werk aangevangen dat voor de mannen en vrouwen van het Leger daaraan verbonden is. Op !i©u rust nu do taak al die honderden gezinnen te gaan bezoeken, om aan do weet te komen ol overal do behoefte zoo groot is, dat h?i Leger zijn steun tot leni ging van den nood werkelijk zal geven waar die noodig is. ant ook hier in komt wel eens inl» Lglicid voor, ook hierbij zijn er die een betrekkelij- ken welstand genieten, maar toch be proeven de Kerstm&nd te bemadili- gen. Daar zijn van die gevallen ge weest! o.a. met een gezin dat f18 per w eek verdiende, en met meer der gel ij' j menschen die 't natuurlijk n i et noodig hadden... Er komen nog meer omstandighe den bij te pas. En het Jager, dat zoo gaarne alle aanvragen voldoet van ge zinnen waar de nood hoog is gestegen, dat groot© moeite heeft om dit met de beschikbaio middelen te doen het Leger verdient daarvoor zeker steun, steun van velen... Ooi te trachten dat duidelijker te zeggen wil ik tets vertellen van den tocht, die ik dezer dagen heb ge maakt met den adjudant van het Haarlemsohe Leger des Ileils... een tocht door de buurten der armoe, op huisbezoek. Een tocht, dio telkens en telkens weer, op allerlei wijze en in allerlei vorm, liet zien hoe en waar de armoede is in Haarlem. Op huisbezoek. 's Morgens om half tien beu 'k op stap gegaan met adjudant J. F. Bruyns. Hij, de man van 't Leger, ge wapend met z'n lijst-van-bezooken, waarop straks de noodigo bijzondér- heden bij de namen zouden worden aangoteokend... ik gowapend met het notitieboekje dat des journalisten is. Laat 'k hier nog eens even in den tegenwoordigen tijd van onze wande ling door Haarlem's ai moede-buurten mogen overgaan. Een onzer eerste bezoeken geldt een nauw steegje. Zoo n krom, oud straat je met vlak bijeen da vuilig© ver weerde muren van do huisjes die er —hoe lang al? staan. Zoo n steegje dat den ganschen dag vervuld is van 'n we ei go geur van waschgoed, en waar kleino armoc&c-kindertjes met elkaar spelen en kruipen over d© vuile straat Daar klopt de adjudant aan een der vervelooz© deuren. En we gaan binnen, door "n nauw gangetje met geelhouten beschotten aan weerskan ten. 'n Benauwde, een niet-te-be- sihrljven geur komt ons al tegemoet, en even later staan we in de „huis kamer". 'n Klein kamertje, dat zoo goed en kwaad als 't gaat door moedér de vrouw „gezellig" is gemaakt met plaatjes en prentjes aan dén muur, en prullige snuisterijtjes op dien schoorsteenmantel. De vrouw doet juist do wasch bron van d© geur d.o de woning vervult. Maar op 't „Ben ik hier terecht, moedert" van mil geleider staakt ze dadelijk haar werk. En dan vertelt ze kalm, met iets be- rustends, van de ellende. Van haar man, die wel goed z'n werk had, maar wiens gezondheid niet bast was. 'n Paar maal had-ie al bloedspu- wings gehad, en nou is-'t-io in het ziekenhuis. „En hoeveel kin dors héb je, moeder?" „Vijf, dit's ui'n oudste." Op 'n stoel hangt lusteloos een magere, bleeke jongen van 'n jaar of twaalf, z n voeten schuifelend over 't gescheurde, aftandsche vloerzeil. „Io het ook overal pijn, ziet u," zegt de vrouw. „Overal, en in z'n ar men en z'n beenen voelt-ie zich inca." Het kind knikt even, als onver schillig". Dan schijnt ie-weer te soezen, suf ineen gezakt op den schoevon rie ten stoel, 'n Klein zusje, met vuil besmeerd gezichtje, ongekamd haar, zit op den vloer en kijkt met kinder lijke verrukking naar do roodblauw© uniformpet van den bezoeker. De ove- n go drie kinderen ztjn niet tliüts. We vertrekken spoedig, uitgeleide gedaan door de vrouw, die dankbaar gestemd is op d© bemoedigend© ver zekering „dat 't wol gaan zal met d© Korstmand" Do volgende! 't Wo'rdt een heel kort bezoek. Op 't geklop mi geroep hooren we oerst niets. Dan flauwtjes, "n onzeker klinkend: „ju-u". „Is hier iemand?" Weer 'n pauze. Dan gaat dc deur in 't nauwe gang-p rtiekje half open, en vvo komen in een kamertje waar dicht-opeen-gedrongen een tafel, een paar stoelen, "n ouderwetscho lag© kast en nog allerlei dingen staan. Al lerlei prutserijtjes hangen aan den muur en staan op 't kastje. Bedde- goed hangt uit d© bedstee... En te midden va naliles, in dat kleine be stek waar 't opeengedrongen staat, is 'n oud© vrouw. Beverig nvonschje, niet vreemd-starend do oogen in 't oude doorrimpeldo gezicht. Ze schijnt de bezoekers niet te b en, langs ons te blikken door dc'u groveu sta len bril. „Woont hief, X., vrouwtje?" vraagt adjudant Bruyns vriendelijk. „Ja-a, zegt ze weer met dien vreem den uithaal, en steeds voor zi.ah uit starend. „Heb jullie een aanvraag gedaan voor de Keistgave?" „Ik weet niet. Voor vva-at?" Nog ééns de waag vveér stame lend dat antwoord.... „Waar is je man?" „Ie is gaan loope. Net zoo". „Komt hij gauw terug? Waar is-i© heen?" ,,'k Wee niet vvan-noer... LJzer gaan hnle". Dan geeft de adjudant 't op. Zegt dat hij wel eens zal terugkomen als de man er is. De man d:e gebrek kig is, die armoe moet lijden samen met dio oude vrouw, die simpel is Ergens op 'n drukken verkeersweg gaat m*n gelelaèr plots den Smullen haast-onopgemerkten ingang van een siopjo in. Er hangt zoon oude petro leum laiilaarn in dat's h.er blijk baar de openbare verlichting en 't komt uit op een soort hofje, met vijf oudo huisjes eromheen en een vorm- en bloem-loos pérk met ijzer- draad ér om in 't midden. Onze man staat al in z'n huisdeur, vraag! ,,Of uvvs der maiïr in kwam". 'n Oude steenbikker is-;e. Over de zeventig jaar, en in 't bezit van een typische vrijmoedigheid, die in den loop van 't gesprek afneemt. Hij wuout ér met z'n vrouw, zegt-ie, maar tLe is nou naar z'n zuster gegaan. Wérk heeft hij niet meer, maar z© krijgen vvel'ee wat. Maar 't is arm. en zo zouen de gave van t Leger wel graag willen.... „Zoo", zegt de adjudant. „Maar wat is dat?" En hij wijst op een ver docht-uitziend donkér flescJije, mid den op tafel, met 'n vochtvlek er naast op 't zeiltje. „Das azijn". „Hoor"es, drink j'o wel eens? De oude graait onzeker aan z'n kiel. „Ja nee enkel keertje. Dat mot ik wel 'cs". „Ja maar, dat hoef jij hee'.emaal niet. 't Is voor joagff"m on aohe n al slecht om te drinken, maar als ouden 't hun voordoen Hij kijkt deemoedig. „Nou, dan zal ik met meer drinken", zegt-ie plots, resoluut. „Dat zeg je nou 'k hoop dat het zal gebeuren. Maar vanmorgen heb je nog gedronken? Wat zit er ooik in dat Ileschje?" „PetroLi© zat erin", beweert nu de oude. „01a?, om me haar to wassclie os-er stof iu zit van 't wérk. Kijk u maar zelf". En hij reikt al 't kleine zwarte flescbje. „Nee, ik geloof j© Wél als jo het zegt'. De oud© krijgt nog een vermaning over z'n drinken, r zal over hem gedacht worden maar 't is nou niet prettig, in deze omstandlghodcn, zegt do man van 't Leger. De oudo man praat nog voel, vol ijver, beweert nu weer dat z'n vrouw naar <1© stad is, om werk"... Dat verandert! 'k Moet bekennen dat de oude steenbikker met z'n vreemd© tegen strijdige ïucdodeoliugen geen bijzon dei- goedeu indruk maakt. Maar als we weer buiten staan zegt inn gelei der goedig: „Och. u moet denkon de menschen worden er soms door de armoede toe gedreven om zoo te gaan Legen, 't Is de honger cu die is een scherp zwaard!" Ergens aan den buitenkant van d© stad, een oud krotje. Eén raam aan de voorzijde, dat half bedekt is met gescheurd zakkengoed, half met 'n stuk vuil behangselpapier. 't Kloppen heeft langen tijd géén succes. Eindelijk komen ©r sloffende stappen naar voren. Stokoud vrouw tje, broodmager, heel armoedigjes gekleed, doet open. D'r oude gcz.cht klaart op als z© den bekenden uni form van t Leger ziet Dan brengt z© ons in haar achterkamertje, waar ze woont en alles doet: koken, eten eu slapen. t Is er arm, maar netjes. Teksten aan deu wand, en in 'n lijst een soort spreuken verzameling in 't Duitsch, dio zeker uit beter tijden "rest. Iu groote 1 etters-van-zilverdra ad staat er: „Des Hauses Zier ist Reinlichkedt, Des Hauses Glück Zufriedenheit". Zou ze wéten wat er eigenlijk staat? Oud mood art j© vertelt En och een ontevreden indruk maakt ze niet. Al woont ze dan ook alleen, al is zo zes-en-tachtig jaar oud en daarbij zonder ©enigen anderen onderstand danl„giften en gavén'... „Mooie wandsp'reuken hebt-u daar prijst adjudant Bruyns. „Ja", zegt 't oude inonschje opge wekt, haalt ea- een paar van den muur en laat die zien. 't Zijn mooie Ze krijgt het bemoedigend vooruit zicht op de Kerstmand, 't oudo op gewekte armoe-vrouwtjê. Bij 't weg gaan komen we langs de deur van t voorkamertje, die openstaat. Er is niets In totaal niets. Geen enkol meubelstuk -1- 'n kale houten vloer eu oen gescheurd behangsel. Er is geen gelegenheid om er een kachel te zetten, en de grootte is misschien twee hij tweeënhalven meter... „Wuarvoor is dat kamertje?" „Ja. dat verhuur ik, maar z© wil len er niet in omdat er niks in is, ziet u", zegt de oude gemoedelijk. En z© moet heusch lachen als de adjudant even-grappend zegt: „En er kan geen haardstee ook in. Nou moeder, das hi er alleen geschikt voor de honds dagen". Verder gaan we op onzen tocht door d© buurten van de armoede. (Slot volgt).. ROB. P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5