RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
De Bloodaard.
Ik moet hem een hoelje tege
moet komen, dacht Lotte Winter.
Het is een innemend mensch, maar
zijn verlegenheid grenst aan het on-
mogolijlce. Als hij niet zoo ongeloof
lijk verlegen was, had hij in dit nest
al lang gelegenheid goh ad kennis
met mij to maken.
Zoo denkend sloeg ze één van de
breed e boschlanen in. die om dezen
tijd doorgaans bijzonder stil waren.
En zie. op eenigen afstand kwam
haar verlegen held haar tegemoet
Het was een groote, blonde man,
gooi gekleed, in wien men dadelijk
den man van goeden huize herkende.
Hij werd op den voet gevolgd door
een buldog, een zeer modern en zeer
leeliik dier, wiens kop tweemaal te
groot was voor een fatsoenlijken
hond. Hij keek Lotte nauwelijks aan.
toen hij haar voorbijging maar bij
had zijn schuchterheid zoover ovcr-
wonen, dat zijn oogen duidelijk zijn
bewondering te kennen gaven. Lotte
zuchtte. Hij had toch wel kunnen
groeten, daar zij elkaar reeds veer
tien dagen lang telkens ontmoetten!
Toen zo een eindje verder was,
koek zo om, voor zo den hoek van het
pad omging.
Zo zag, dat do blonde heer zich
hukte en iets opraapte, dat m met
haar scherpen blik dadelijk als een
langen, grijzen damesbandschoen
herkende.
Een overmoedige gedachte vloog
pijlsnel door haar hoofd. Het was een
wönsch van het noodlot Nu kon ze
haar geluk beproeven.
Vlug trok ze haar eigen handschoe
nen uit, stak ze in den zak en liep
terug.
De heer stond nog op dezelfde
plaats en trok het leer glad. alsof hij
zich verheugde over zijn vondst.
Lotte speelde uitstekond komedie.
Ze bukte zeer natuurlijk, mi eens hier
dan daar en zag er zoo radeloos uit,
dat men reeds van verre kon zien,
dat ze iets zocht. Toen ze vlalc bij dan
blonden reus was, slaakte ia een
kreet van verwondering.
Ze keek daarbij naar den grijzen
handschoen en stak haar handje er
een weinig naar uit, zoodat hij ein
delijk begreep, waarom het te doen
was. Maar het was bijna niet te
gelooven hij gaf haar den hand
schoen toch niet. Eindelijk zei ze
Als 't u blieft.
Verder niets, maar ze glimlachte
daarbij zoo lief als ze kon en keek
den man. dien ze zoo gaarne verove
ren wilde, vriendelijk aan. Het is
niet met zekerheid te zeggen of ze
wist, dat er in beide wangen door
dien glimlach een aardig kuiltje was
getooverd maar Lotte was een doch
ter van Eva en het is wel aa nte ne
men, dat deze Eva wel eens in den
spiegel de kuiltjes gezien had.
Nu kon de heer den aldus opge-
eischten handschoen niet langer hou
den en gaf hem over met de woor
den
Vergeef me... deze handschoen....
ik wist niet... ik had niet bemerkt.
Hemel, dacht Lotte, hij zal toch
niet stotteren. Hij praat zoo vreemd.
Hardop zei ze
Dank" u zeer, dat u mijn hand
schoen hebt opgeraapt. Ik moet hem
zoo juist verloren hobben.
Uw handschoen vroeg hij een
beetje spottend. Hoe zoo en waar is
dan de tweede
Lotte kleurde maar wie één keer
gelogen heeft, wordt steeds verder
den slechten weg opgetrokken. Daar
om jokte ze er dapper op los
De tweede moet ook hier of daar
liggen, maar eigenlijk is het zoo erg
niet.... ik moet nu naar den boscb
wachter 1
Een bijna onzichtbaar lachje speelde
om de lippen van den blonden reus
en met onverwachte vlugheid boog
ihij en zei
Juffrouw, veroorloof me, mijn
naam is Karbisius ik moet den
zelfden kant uit.
Mijnheer Karbisius was wel zoo
even van dien kant gekomen, maar
dat kwam Lotte onder de gegeven
omstandigheden niet in de gedachte.
Het was opvallend, dat deze heer
onder 't gesprok in 't geheel niet
schuchter was. Hij woonde evenals
Lotte in de groote stad, de eenige
plaats, volgens haar, waar men le
ven kon. Hij was er niet zoo mee in
genomen, integendeel, hij had er
nogal wat op af te dingen.
Ik zou veel liever op het land dan
in de stad leven, vertelde hij, ik ben
op 't land geboren en opgegroeid en
kan de onware en leugenachtige ma
nieren der stedelingen niet goed ver
dragen. Maar... u zoekt in 't geheel
niet meer, zou de tweede handschoen
niet meer te vinden zijn
Bij deze woorden keek hij onderzoe
kend rond, niet naar den weg, maar
naar zijn hond, die voortdurend rond
om Lotte Iveensnuffelde.
Foei Box. riep hij. Je hindert de
dame.
0 neen, lachte Lotte, hij ruikt
misschien mijn ontbijt, dat ik in mijn
zak heb. Mag ik er hem wat van ge
ven
Ze had evenwel haar eigen gele
handschoenen ook uit haar zak ge
trokken en mijnheer Karbisius raap
te ze op.
Juffrouw, draagt u altijd meer
dan één paar handschoenen bij u
vroeg hij lachend. Dat is zeker een
voorzorgsmaatregel
Lotte ergerde zich reeds voor de
tweede maal. Ten eerste had ze geen
woorden kunnen vinden, die haar be
wondering voor de stad volkomen
juist uitdrukten en nu liet ze weer die
ongelukkige handschoenen vallen,
llaar zekerheid begaf haar een beet
je en ze werd vuurrood.
Mijnheer Karbisius bekeek aandach
tig de hondschoenen. Ja, hij ging
zelfs zoo ver, dat hij er een omkeer
de en nu stond juist aan den binnen
kant Lülte's naam voluit:
„Lotte Winter", las de „bloo-
aard" hardop. Een aardige naam'
ging hij verder. Hoe goed komen deze
klei no onbescheidenheden van het toe
val te pas! Zonder dit inschrift had
ik nog niet geweten, wie de bekoor-
lijko jonge dame is, die ik het geluk
heb, bijna dagelijks te ontmoeten.
Terwijl hij sprak, had de hond zijn
onderzoekingen voortgezet; hij sprong
half op Lotte's schoot en pakte den
grijzen handschoen er af.
Mijn handschoen! Hij verscheurt
hem.
- Dat hindert toch niet, zei hij,
haar van ter zijde glimlachend aan
ziende. Het is er toch maar een!
Lotte vond plotseling, dat hij een
onaangename manier van lachen
had: waar lag het eigenlijk aan?
Was het niet eenvoudig spottend?
Ondertussclien had de hond zijn
buit bij zijn meester gebracht en stond
nu kwispelstaartend voor hem.
Als hij nu dien handschoen ook
eens omkeerde en er stond een an
dere naam in! dacht Lotte.
Haar hang voorgevoel werd be
waarheid. Zorgvuldig begon Karbi
sius den handschoen om te keeren;
toen sprong Lotte op en greep er
naar:
Ik moet nu heusch verder gaan
en u moet niet alle handschoenen
van binnen willen bezien. U twijfelt
er toch niet aan, of hij mij toekomt?
Ik zal mijn eigendom toch wel her
kennen?
Het is niet altijd even makkelijk
mijn en dijn te onderscheiden, lachte
de „bloodaard". En omdat zijn blik
op den handschoen gevestigd bleef,
begreep Lotte, dat het onheil reeds
geschied was; hij was ver genoeg om
gekeerd, om duidelijk den naam te
kunnen lezen, die er in stond.
Die naam was niet de hare; maar
luidde „Karbisius". Nu nam de bloo
daard den hoed af en zei met zijn on-
aangenamen lach:
Dezen handschoen heb ik name
lijk zelf laten vallen en behoort aan
mijn vrouw... wat ik u verzoek te
willen verontschuldigen. En toen we
daareven elkaar voorbijgingen, had
u de gele handschoenen aan. Ik moet
u inderdaad om verechooning vra
gen, maar het is geheel buiten mijn
schuld.
Neen. hot was ook buiten zijn
schuld. Maar het was ook buiten Lot
te's schuld, dat ze zoo spoedig moge
lijk vluchtte; zonder lang te dralen.
Een uur later was ze uit de plaats
vertrokken. Na dien tijd beeft ze
nooit meer getracht een schuchtercn
heer tegemoet te komen. F.n merk
waardig: niettegenstaande dit, is ze
toch allang gehuwd.
.Pr. Gr. Ct.).
SLIM.
Bij den heer Slimmerik kwam een
prachtige, groene papegaai binnen
vliegen, due eenige woorden kon spre
ken. Toen zette hij de volgende ad
vertentie in bet plaatselijk blad.
„Binnen komen vliegen een groene
papegaai. Hij heeft verraden, dat zijn
eigenaar een domkop, een drinker en
een pahtoffeJheld is, en dat diens
echtgenoote valsch haar en een valsch
gebit heeft. Terug te bekomen" enz.
Niemand heeft zich bij hem aan-
gemeld.
"WELWILLEND.
De waschvrouw heeft, dorfr on
doelmatige behandeling, twee nieuwe
blouses van mevrouw bedo'rven en
wordt aangezocht om schadevergoe
ding,
Ja, kijk es, mevrouw, ik beh
maar een arme woduw, geld kan ik
uwes d'r niet voor geven. Maar weet
u wat, ik wou uwes net vragen of u
niet 'n oud pak van me heer had voor
me zoon maa'r dat zal Ik dan niet
doen.
I—O—1—O—
GERRIT A. Je mag het net ma
ken, zooals je het zelf het liefste doen
wilt en 't beste kunt. Zorg maar, dat
bet op tijd af is!
MOZES J. Of het nieuwe raadsel
goed is, weet ik nog niet. Schrijf de
oplossing maar oens volledig voor me
op. Ja, voor de raadsels mag het pa
pier aan twee zijden beschreven zijn.
MARTINUS B. Wel, is je oorpijn
weer beter? Ik denk, dat je Zondag
middag kou hebt gevat, of zou dal
niet kunnen? Ja, 't was aardig om
„Haarlem" weer eens zoo te zien
werken, en 't was een verrassing voor
do toeschouwers, dat 't zoo afliep,
't Zal dezen Zondag aan de Span
jaardslaan ook spannen. Ga je daar
ook heen?
JOHAN S. Het nieuwe raadsel is
goed. Wat was je brief keurig ge
frankeerd en afgestempeld. Waar is
dat postkantoor?
DINA en NELLY M. Ja, dat mag
later ook nog wel eens. Die boeken
ken ik alle tweo en ik kan me best
begrijpen, dat jullie er blij mee zijn.
ALIDA A. C. M. Ik vind je postpa
pier prachtig, hoor en je opstel heb
ik ontvangen.
TEUN1S K. Het ingezonden raadsel
is best.
JOHANNA FR. De nieuwe raadsels
zijn goed. Ja, „de kleine Lord" heb
ik ook wel eens gelezen het is erg
aardig 1 Heb je het andere ook al uit
En vond je het niet heerlijk om boe
ken te krijgen Ja, door den Sint
vergaten een lieeleboel kinderen de
raadsels, maar dat is niets erg, hoor!
WILLEM v. W. Ja. strikvragen zijn
goed, al zijn sommige wel een beetje
bekend. Vind je opstellen-maken pret
tig en doen jullie 't op school ook
dikwijls Heb je een goeden Sint ge
had in A.
C. DE L. Hel is best. al3 je mee
doet Héb je den voiigen wimcr ook
niet een poosje meegedaan 2
aaadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezon
den door jongens en meisjes, die
„Voor Onze Jeugd" lezen. De namen
der kinderen, die mij vóór Donder
dagmorgen goede oplossingen zen
den, worden in het volgend nummer
bekond gemaakt.)
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met hot aantal oplossin
gen en op de netheid van liet werk.
Do prijs voor de raadsels in- de
maand November is bij loting ten
dooie gevallen aan
WILLEM v. WILSUM,
die zijn prijs Woensdagmiddag tus-
schen 1 en 2 uur mag komen halen.
1 (Ingezonden door Teunis Kok.)
lie hen een groote stad. Verander
mijn lste letter en ik hen pijnlijk en
«evaarlijk. Verander nog eons mijn
lste letter en ik ben viervoetige die-
rent
2, (Ingezonden door Cornelis Heems
kerk. i
Ik ben een plaats in 't Zuiden van
Frankrijk. Doe er een letler bij en
ik ben een dier.
S. (Ingezonden door Jan Westera.)
Waaneer ge een kip.
Bindt aan een vrouw
En achteraan een wintorslee,
Zet men een d,
Dan krijgt ge een plaats in Fries-
lands streek,
Twee uur van Sneek.
4. (Ingezonden door David Smink.)
Het woord bestaat uit 11 letters en
is do naam van iets, waar bijna ie
dereen van houdt.
7 4 9 is een leelijk dier.
I 8 10 II vermaakt de meeste kin
deren.
II 2 3 5 ia een meisjesnaam.
8 7 4 11 dient tot steun.
6 5 8 bevatten de meeste vruchten.
5. (Ingezonden door Willem v. Wil-
£um.)
Zet onder elkaar
Een meisjesnaam.
Ken n'-aats in Friesland.
Een graansoort.
Een rivier in Frankrijk.
Een maand van 't jaar.
Een dorp in Gelderland.
Een bewaarder.
Een dorp in Drente.
Kon tijdsdeel.
Tien drank.
Do beginletters vormen den naam
van een groot, bekend gebouw in
Amsterdam.
6 (Ingezonden door Piet de Veer.)
Mijn lste is een lidwoord
Mijn 2de is een verkorte meisjes
naam
Mijn 3de »s een verkorte jongens
naam.
Mijn geheel is een winkel in Haar
lem, maar tevens de benaming voor
een winkel in Indië.
7. (Ingezonden door Corry van Da
len.)
Zet achter elkaar
iets, dat ieder graag wordt, een
klinker, en een plaats in Noord-Hul-
land en ge krijgt een plaats in üel-
gié.
8. (Ingezonden door Marie Lami-
meijer.)
Welk natuurverschijnsel is tevens
een rivier in Beieren.
9. (Ingezonden door Cornehs Heems
kerk).
Mijn lste en 2de is nooit buuien.
Mijn 3de brengt ons dikwijls iets.
Mi in geli tol is eon plaats in Fries
land
10. (Ingezonden door B. en A. Stave-
nuiter.)
Ik besta uit 29 letters on ben een
maatschappij in Haarlem.
19 29 4 1 3 13 20 is een jongensnaam
2 9 10 25 23 is een vrucht
10 22 29 gebruikt men in de keuken
23 25 10 25 23 gebruikt men aan
tafel.
21 8 20 12 27 is oen familielid
13 13 1 is ook eon familielid
14 16 23 9 is een bloem
11 5 vindt men 's winters
5 6 7 28 23 9 vindt mon aan het
strand
24 16 23 9 28 15 is oen plaats in
Limburg.
26 3 17 boort in de gang
11. (Ingezonden door Jo Verton.)
Ik ben een plaats in Limburg. Zet
daarachter een voegwoord en ik ben
oen plaats in Drente,
12. (Ingezonden door Marie en Bep
Ruij zenaars.)
Vervang de puntjes door medeklin
kers, zoodat ge een bekend spreek
woord krijgt.
,oo .e aa s
ou.. .ij .ij, ,a..e.
Raadseloplossingen
1. Gevangenis.
Van gang neven nis.
2. Heilo Heino.
3. Wie het onderste uit de kan wil
hebben, valt het lid op don neus.
4. Koloniaal.
5. Assen Essen.
6. Slag bij Duins. Laus bu!s
bas dal Gijs.
7. Ladder adder.
8. hond
oder
Nero
drop
9. Do letter u.
10. Delft helft.
11. Werkdoosje.
12. Dambord.
Goede antwoorden ontvangen van:
Annie Termes 8.
A. en J. H. Hoogerduijn 10.
Coba en Pietje v. tl. Veld 12.
Cor Huijer 12 en 11 van de vorige
week.
Jan Huijer 12 an 11 van de vorige
week.
Lucie en Agatha Spaan 12.
Lucas Luikel 11.
Autoon van Zijp 12.
Piet de Veer 12.
Martin us Bouko 10.
Sientje Benin# 6.
Jacobus Misset 10.
Johan Schweitzer 10.
Dina en Nelly Mooren 7.
Jo en Jan Verton 12.
Jan Westera 12.
Willem van Hengel 12.
Alida A. C. Mölirlng 1.
Teunis Ivok 12.
Johanna Francken II.
Cato Smink 11.
David Smink 11.
Willem van Wilsum 12.
C. de Laat 12.
Jan H. Bruijn 12.
Jan de Bru'jn 8.
Cor en Nanne Nauta 12.
Gerrit Alphenaur 10.
Mozes Jacobson 12.
Johan v. Donselaar 10_
Gonda Drent 12.
Nico Drent 12.
Anton Janse 9.
Netje eu Fietje Dusschoten 8.
Doornroosje 12.
Nico Twisterling 12.
llep en Marie Uuyzenaars 9.
Corry van Dalen 11.
Mario Landmeijer 11.
Annie Boersma 12.
Lena KocleveJd 12.
Willy Germeraad 12.
Annie en Belsie Stn%enuiier 11.
Gerritjo Rouwenhorst 12.
Iris 12.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door IJcrmien Donck.)
1. Wij waren met ons zessen.
2. Zal 'k maar uitgaan
3. Ik zal naar den tuin gaan.
4. „Sint-Nicolaas, bonne, bonne,
bonne", riep de jongen.
(Ingezonden door
5. Beladen met planten en bloemen
daalden wij don berg af.
6. Zog 1 mond- en klauwzeer is een
vreeselijke ziekte.
7. Hij keek naar boven, den helde
ren hemel zug hij nu bewolkt.
(Ingezonden door Anton Janse.)
8. „Stil, Nol 1 St 1... ik hoor wat 1"
9. „Kom, menschen, loop door er
is niets gebeurd 1"
10. „Pas op, jou rekel, als ik je te
pakken krijg I"
11. „Wat beeft u een langen hen
gel. oom I"
12. Wij rolden van den berg en
sprongen over greppels.
STRIKVRAGEN.
Be antwoorden op de strikvragen
dov vorige wfcek zijn
1. Een ei.
2. Omdat de toren niet op den haan
kan staan.
3. Een rustbank.
4. Ruimte.
5. 3 Maal.
6. Honger.
Goede antwoorden ontvangen van
Annio Tonnes 6.
A. en J. II. lloogerduiju 4.
Coba en Pietje v. d. Veld 5.
Cor Huijer 1 en 8 van do vorige
week.
Jan Huijer 1 en 8 van de vorige
week.
Sientje Benink 5,
Jacobus Misset 5.
Dina en Nelly Mooren 3.
Jo en Jan Verton 5.
Jan Westera 5.
Teunis Kok 6.
Johanna Francken 6.
Willem v. Wilsum 6.
Cor en Nanne Nauta 5.
Mozes Jacobson 6.
Anton Janse 6.
Doornroosje 6.
Bep en Marie Ruijzenaars 5.
Marie Landmeijer 6.
Annie Boersma 6.
Lena Koeleveld 5.
Willy Germeraad 6.
Annie en Belsie Stayenuïter 5.
Gerritje Rouwenhorst 5.
Ins 6.
Exira Wedstrijd.
Deze wedstrijd is
EEN VERHAALTJE, VERSJE OF
OPSTEL MAKEN.
De onderwerpen hiervoor zijn
EEN BIJZONDERE S1NT-N1CO-
LA AS-AVOND,
of:
WAT PIETERMAN, DE KNECHT,
DOOR DEN SCHOORSTEEN ZAG,
of
KERSTMIS.
Zoek dus maar uit, welk van de
drie onderwerpen je het aardigst
vindt, en maak daarover dan ecu
verhaaltje ol versje.
Als prijzen stel ik dezen keer be
schikbaar
DRIE BOEEEN IN PRACHTBAND,
voor de beste of grappigste inzen
dingen.
Er is maar één afdeeling, maar
ieder kan gerust meedoen, want hij
het beoordeelen der inzendingen en
toekennen der prijzen wordt met den
leeftijd rekening gehouden, en na
tuurlijk ook met de netheid van het
werk.
Denk er verder goed aan, dat het
papier maar aan één zijde beschre
ven mag zijn, en zorg dan. dat jo
werk in mijn bezit is yópr of op
WOENSDAG 20 DECEMBER 1911,
voorzien van naam, leeftijd, adres en
een verklaring, of het met of zonder
hulp gemaakt is.
Inzending ontvangen van
Willem van Wilsum.
Annie Termes.
Sophia Anna v. Deursen,
A. en J. H. Hoogerduijn.
Antoon van Zijp.
Jan tin a Benink.
Sientje Benink.
Alida A. C. Möhring.
Teunis Kok.
A. Bergman.
Lena Koeleveld.
Betsie en Annie Stavenuiter,
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venemav. Doorn,
Wagenweg 88, Haarlem).
In de bus gooien, zonder
aanschellen I
ANNIE T. Je inzending heb ik
bij de overige gelegd. Ja, jo hebt heel
veel gekregen en het boek reken je
er nu ook nog bij, is 't niet Als het
nu nog niet gehaald is, zal ik het je
even zenden
A. en J. II. H. De nieuwe raad
sels zijn goed en wachten, tot ze aan
de beurt zijn.
COBA en PIETJE v. d. V. Dat is
best, stuur het maar, als het klaar is.
ja, Kerstmis is weer een heerlijk
vooruitzicht 1
COR en JAN H. Jij had, terwijl
je zoo'n beetje ziek was. zeker eens
extra den tijd, om wat raadsels te
bedenken. Nu, ze zijn allemaal goed,
hoor, en worden geplaatst als ze aan
de beurt zijn. Gelukkig waren jullie
deze week prachtig op tijd met de
raadsels 1
PIET DE V. Je moet maar niet
ongeduldig worden, als je wat lang
op de raadsels wachten moetmaar
zo komen stellig.
SIENTJE B. Jammer, dat het
poesje opeens dood ging. Krijgen jul
lie nu ook weer een ander En heb
ben jullie veel muizen Do opstellen
heb ik gekregen. Is Jantine 11 jaar
GERRITJE R. Als je goed je best
doet, zal je wel niet dikwijls iets uit
hoeven te halen Ja, 't zal heerlijk
zijn, om het er ver in te brengen 1 nu,
je hebt ook nog heel wat jaartjes den
tijd. Weet je al, waar je later heen
gaat
IRIS. Dat ziek zijn is lastig Ge
lukkig, dat jullie nu weer beter zijn!
Wat zul hot met Kerstmis stil zijn,
als Vader uit is. Mogen jullie niet
éen van beiden mee
JAN W. Ik ben erg nieuwsgierig,
hoe het met de locomotief i3 afgeloo-
$>an Schrijf of vertel je het mij de-
zo week eens
RICHARD V. v. H. Beu je ziek,
Richard, omdat je niet gekomen bent?
Stuur maar even iemand anders, om
hem voor je te halen, hoor 1
HERMAN B. Je hebt heel wat fees
ten achter elkaar gehad, lierman
Welk w as nu hei prettigst Ik denk
liaastWim's verjaardag 1 Heb je
VVim's boek ook al uitgelezen Ja, die
teekening lijkt me heel moeilijk 't
Kleuren ervan yind je zeker het pret
tigst 1 Wordt hij dan ook gefixeeixl
en mogen do jongens liem dan alle
maal nree naar huis nemen Heb je
dat geweertje nog in orde kunnen
krijgen
WIM B. Wat een lange brief, Wïw!
Gelukkig, dat je wat hulp kreeg met
schrijven, anders was hij 's avonds
niet afgekomen, geloof ik 1 Een heer
lijken verjaardag heb je gehad, hoor!
Is er nog niets van al het nieuwe
speelgoed stuk en is al 't lekkers
al opgegeten Gaan de tollen van
Jan en jou nu allebei goed en is 't
aardig, om ze alle drie tegelijk aari
den gang tQ maken Welke staat dan
't langste? Wat jammer, dat Amia's
pop gebroken is, nu ze juist een wa
gentje gekregen heeft
JOHAN L. Heerlijk, dat je het mooi
vindt I Ja, de volgende wedstrijd zal
wol weer naar jou zin zijn, denk ik,
maar je moot nog een weekje geduld
hebben I
ANNIE B. Ja, ik wil het heel graag
eens zien je hebt groot gelijk, dat je
er erg voorzichtig mee bent, want bij
na ieder kind heeft met zijn eerste
horloge al gauw een ongeluk I
LENA K. Je opstel heb ik ontvan
gen. Waarom heb je er toch zooveel
onbeschreven papier bij gedaan
Wil je dat niet even terughalen?
Mug je nu al eens een eindje wande
len en kom je me dan zelf even op
zoeken op een Woensdagmiddag tus-
schen 1 en 2 uur
BEP en MARIE R. Een spel, waar
wat bij te denken valt, is prettiger,
dan zoo'n kinderachtig Nu hebben
jullie er ook veel langer plezier van
Gaat het al beter, nu je het een keer
tje meer gedaan hebt, en wil je me
eens beschrijven, hoe het eigenlijk
CORRY v. D. Ik heb misschien
nog wel een paar stukjes liggen, die
je gebruiken kunt. Kom zo maar eens
halen op een Woensdagmiddag ius-
schan 1 en 2 uur 1
MARIE E Je mag voor liet opstel
zooveel blaadjes gebruiken als 'e
wilt. als het papier maar aan één zij
de beschreven wordt. Vo dat kleed
je gebruik je dan toch zeker heel fijn
band, is 't niet
JOHANNA K. Ik héb con brief ge
kregen met 2 goede raadseloplossin
gen. 2 antwoorden op de strikvragen
en 1nieuw Taadsel. maar de onder-
toekenirvg ontbrak. Kan die van jou
geweest zijn
NETJE en FIETJE D. Tk hoorde
al van verschillende kanten, dat het
feest «00 aardig geweest is 1 Kan zij
het hoek al zelf lezen En hebben
jullie ook boeken gekregen
DOORNROOSJE. Het zal wel mee
vallen, denk ik 1 Komt liet rapport
met Kerstmis
NIC.0 T. Noen, dan gaat Annie ze
ker 't volgend jaar pas naar school.
Is zij de jongste En komt er van jou
ook nog een opstel van de week of
houd je daar niet veel van
JOHAN v. D. De nieuwe raadsels
zijn goed.
NICO D. Ja, 't is prettig, om al
les fi.in netjes bij elkaar te houden
en er steeds wat bij te krijgen.
Kan je je naam er niet insnijden?
dan i-aakt bet niet zoo hclit weg.
ANTON J. Deze raadsels zijn ook
goed en wachten op hun beurt; en
wordt maar niet ongeduldig, als "t
een paar weken duurt, want ze komen
houscb wel!
JAN DE B. Ja. er waren een
paar lastige hij. Heb je vroeger al
oens een spoor gekregen en heb je
ook veel rails?
COR en NANNE N. Dat zijn voor
jou weer heel wat pretjes in 't voor
uitzicht, Cor! Vind je zingen prettig?
ALEXANDER B. Misschien begrijp
je dat raadsel wel, nu je deze week
liet antwoord ziet staan. De 3de, 4de
en 5de letter vonnen het voorzetsel
„van", enz. Probeer ze deze week nu
maar weer eens en schrijf het mij
auaar, als het nog niet gaat.
WILLY G. AJs je het net tusschen
de stokjes gespannen hebt en dan
midden over de tafel zet, moet je
probeeren den bal er telkens over
Leen te slaan, terwijl de twee spelers
ieder aan éen kant van de tafel
staan. Het gaat precies als het ten
nisspelen buiten op een grasveld het
heet dan ook „tafeltennis", of „ping
pong", omdat rio ballon zoo'n aardig
geluid tegen de racket maken. De
iial mag ééns op de tafel springen, ea
dan moet hij terug geslagen wor
den- Als je het nog met goed weet,
kom dan maar eens hier met je ver
klaring. dan zal ik voor je vertalon,
wat lastig is.
BETSIE en ANNIE S. Jullie hebt
erg veel gekregen, hoor 1 Op één
kantje hoefde hel versje ook met. Het
doet er niets toe, hoe lang je het
maakt, maar liet papier mag maar
aan één zij<ie beschreven zijn.
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
16 December 1911.