Hei Spoorwegongeluk.
NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
Een goederentrein op een
locomotief geloopen.
29e Jaargang. No. 3761 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. zaterdag 13 januari 1912 a
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
,,„p PER DR1E MAANDEN: Van 1—5 rcSe,s 50 Cls-; 5ede''e regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
SS Wg-VAiAi waar 'een Agent geveigd is (kon, der" n*"1*"
if u HlB) c*,.»,
Af*Oita->?,jke nummers0.024 V
Osi'.uötreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37,4 JJ<f Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Pftgavc der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEF.RFB00M.Drukkerij: Zaider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau DrYT^ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER I "STAA T UIT a
Be ontspoorde goederentrein.
Gsen persoonlijks ougelukkca
BeïsEgrijke materieels schade.
Een warrelende telefonade spoor
wegongeluktrein ontspoord
geen ernstige ongelukken...., spoor
verkeer vertraagd, gestopt, ge
staakt
Onderweg hoor je al van een run,
die de «iet-uit-Haarlem-wegkunnen-
dc passagiers gedaan hebben op de
ceintuurwagens aan 't station, om
met de E. S. M. naar Amsterdam to
komen. De kleine tram wagon ij es za
ten ineens tjok-volgestont, de men-
schen hingen zelfs op de tredplan
ken, om toch maai' mee te kunnen
nog.
Op 't S t ati
Bin
on minuUai op 't perron,
'n biation op zn staüeuscii: spoonig-
leog hel lange slationseiland. Up de
lijnen staan verlaten treinen met don-
k.ie co upé kumertj.eS" hut-en-her tioor
elkaar. Wat na 't ongeluk is binnen-
gukomen is maar blijven slaan bier,
kon ook met verder. Aan 't eind van
een perron zwerft een gejaagde sta-
tionsopzichter met een schaar van
conducteurs en controleurs achter
hein aan. „Nou maar zuo gauw mo
gelijk met je trein naar den Haag',
zegt hij tot een machinist, die niet-
wolend-wat-bij-doen-moet naast z'n
locomotief staat, k Zie weinig passa
giers voor den trein.
Aan 't- eind van de helling, die
over het Jansweg-viaduct naar 'l. goe
deren-emplacement aan de Baljuws
laan afloopt, 'n groepje mensclien,
tegengehouden door een politie-agent.
Van hier-uit kijk je in 't avonddon
ker, waar fladderende vlammen van
de al-bezige arbeidsploegen de plaats
van den verongelukten trein belich
ten. Strompel-vallend in 't donker
over relicf-liggende sporen en sein-
drnden kom je er.
't Spoortreinwrak ligt vlak bij 't
seinhuis, aan den kanf van 't Phoe-
nivjerrcin en Ripperdapark.
Een baaierd van vijf, zes fragmen
ten van Koe»1erenw-nggons ligt op, in
en over elkaar in 't duister. Vormen
berken jo alleen maar in «len uiter
sten contour, <fie wei een omlijning
van een rotspartij lijkt, een houten
berg gebiuken, versplinterde platgc-
kraakte hout rommel. Skeletten van
goederenwagens steken uitpuilende
pl.nikenprcppen in de hoogte. Dat is
't pièce de müieu van 't ongeluk. Aan
den kant van 't Prinsenbolwerk
staande kijk je in den houten grot,
wanr 't nog zwarter is dan in de om
geving.
Als 'k bij 't licht van de flakkeren
de flambouwen, die nu en dan hun
licht laten wemelen over den ontred
derden boel. de situatie wel ineen te
zien, liggen hier op de ergste vcr-
woestin&splaats vier goederenwa
gons in elkaar, 't Meest naar het
Haarlemsclie station ligt een waggon
half op zij dwars over twee sporen.
Do zijwanden zijn in elkaar gebeukt.
Uit de ingedrukte buik vau dezen wa
gon pecht een erbarmelijk tot brand
hout verplankte wagen de donkerte
in. Daaronder hangt een warreling
van ijzerwerk en kettingen en ligt
een ruïne van houtvezels en brokken
Weer over twee sporen gedwarst ligt
een derde waggon met ingebeukte
zijflanken. Het achterstuk van den
wagen is geheol omgewrongen. Daar
achter hangt een andere wagen, die
op 't oogeiiblik van 't ongeluk met
een woeste salio-inortale omgesmakt
moet zijn en nu holde; de bolder huif
op zn kop staat. Hulpeloos daarach
ter ingedrongen staat een vijfde wa
gen.
De rest van de 26 wagens, waaruit
de trein bestond is afgehaakt al en
woggereden. Voor du treuiliagnient
liggen nog de locomotief met den
tender half-overzij. De „Oorlog"
die naam toont deze locomotief op de
in de lichtscheuten blikkerende kope
ren plaat heeft hier een berg zand
en aarde uitgewoeld en is daar
amechtig in neergeploft. Een hoop vu
rige sintels langs de lijn, zijn uit 't
haardvuur afkomstig. De tonder, met
kolen beladen, hangt mal-schuin tus-
schen de ontspoorde locomotief en de
wagen-chaos op 'n paar wielen te
hinken. Om een overzicht té krijgen
van de vernieling loop 'k achter <le
opeengehoopte waggons om. Over het
gewirwar van twee, drie sporen
verbindingslijnen, blijken
hier do kelt, of i
ovor den weg gedwarste waggons uit
te steken. Hoog in de lucht is nog
een opening van een goederenwagen
te zien. Daar is een stroom van lee-
ge vaatjes uit komen vloeien. Die
liggen nu op een hoop door elkaar
heen.
Een twintig, dertig meter verder
naar Amsterdam toe staat locomotief
533, de veroorzaker van 't ongeluk,
llier in de buurt is 't gebeurd, dat
kan je zien aan de verbogen en ver-
uoo ju nu treujuBM 'siitu uakuoiM
ploeg arbeiders bezig is, om zoo gauw
mogelijk de baan weer in orde te ma
ken. Rondom loopen en staan zeer
gemengde groepen, de spoorautoritei-
ten zijn al aangekomen. Zij onder
vragen treinpersoneel, wisselwachter
en ïai.geeiders. De politie, vet Legen-
woorui„d door deu adjunct hooluin-
specteui Dokiór en oen inspecteur
van de rocnercue Van Heek, zijn ook
reeds niet 't ouderzoek begonnen.
Daar tusschen door ioopen spouraiau-
jien, «iie uil deu ontspoorden goede
ren trein redden wat nog le mldcn
valt.
Up 't Bolwerk en bij 't Phoonixter-
rem staat een dichte menigte men-
schen te kijken naar 't geen er op deu
spoordijk gebeurt.
Uit de ri-diting Amsterdam komt
een iicelc stroom mensohen. De trei
nen uit de hoofdstad houden even
verder halt eil de reizigers moeten
maar zoo goed als 't gaat naar het
station ioopen, wat vooral voor de
kinderen niet zoo prettig
is, omdat je elk oogenblik in de don
kerte met je voet tegen een dwarslig
ger schopt, over een railsstuk strui-
lage seindraden 1
ward raakt. De merischen zijn ont
steld, als zij langs de hoop vvaggon-
hout komen. Er is maar één gedach
te „Gelukkig, dat 't zoo afgeloopen
is, en dat er geen rnenschen bij omge
komen zijn
Want, als 't eeoi personentrein was
Hoe 't ongeluk gebeurd
moet z ij n.
Op de teekening hen 'k een schets
gemaakt van de ligging der hoofdspo
ren. Met behulp daarvan kan men t
zich voorspellen, hoe liet ongeluk moet
geschied zijn. Men ziet op den weg
Haarlem—Amsterdam twee spoorba
nen, «Be door tam ^rbt»igs-
baan vei bonden zijn. Locomouei o3o
nu, kwam bij t rangeeien uil de
richting station-Haarlem op de rails
bij den grasrand. De locomotief hau
op <he lijn moeten blijven. Evenwel,
de wissel stond zoq, dat de locomo
tief er niet op bleet, maar op het ver
bindingsstuk reed. Terwijl dit gebeur
de, moet de wissel omgetrokken zijn,
doch te laat.
De locomotief reed nu op de verbin-
dingsbaan in de lichting van de lij u,
waarop de goederentrein uit Am
sterdam aan kwam rijden. Op dut
moment zijn toen de trein eii de lo
comotief op elkander ingereden, een
vreeseüjke slag, die tot ver in den
omtrek ontsteltenis verwekte, weixl
gehoord en 't ongeluk was geschied,
liet voorstuk van den goederentrein
was nog een eind doorgeschoten,
waardoor natuurlijk de verongelukte
wagens nog erger gehavend werdeai.
Is er schuld?
Of het ongeluk door schu'd veroor
zaakt is, valt nog niet uit te maken.
Volgens don een heeft de wisselwach
ter den wisselstand niet juist gezet,
volgens den ander is de machinist
van locomotief 533 te ver-vooruit-
gcroden, volgens derden eindelijk
had de rangeerder moeten merken,
dat de locomotief te ver of verkeerd
g.ng. Een onderzoek zal hier licht
moeten verschaffen.
Interview met den t re in
geleid e r.
Op «ie ongeluksplek liep ook nog de
hoofdconducteur Van Spankeren, uit
Amsterdam, rond. Hij heeft den goe
derentrein begeleid en was dus een
van de peisouen, «Be t ongeiuk mee
maakten.
De hoofdcouducteu'r was wel wat
beverig, maar toch opgewekt; een
blijde stemming, die wel over je moet
komen, ais je er bij zoo'n gebeurte
nis heelhu.ds afgekomen bent
Vertelt u me uw ervaringen nu
eens?
De heer Van Spankeren vertelde:
We kwamen dan met den goe
derentrein uil Amsterdam.
Uit hoeveel wagens bestond de
trein?
Uit 26!
Ik zat met twee remmers, Pyl-
man en Van den Berg, in den bagage
wagen, achter de locomotief.
Sohets v>?n da plaats, waar 'i ongeluk gebeurde.
(Hot kruisje wijst de plaats aan. waar de botsing plaats greep.)
Wie wa'ren er op de locomotief!
-- De machinist Molmeyer uit Am
sterdam en een stoker, wiens naam
'k n:et weet.
Waren er nog meer rnenschen
in den trein?
Ja, nog een paar 'remmers.
Waar waren die?
Die waren in den zevenden ol
achtsten wagen.
En wat merkte u nu van hel
ongeluk.
Wel, we reden met een flink
vaartje, want we zouden hier in 't
Persononslation niet stoppen, en
moesten over vijf minuten aan 't goe
de r?nstation aan de Le.decbevaar'
zijn.
En toon?
Ja. toen lagen we ineens on«ier-
ste boven, terwijl hoorden We een
verschnkkehjken slag. De twee 'rem
mers begonnen orbarmelijk te schreeu
wan, maar 'k zei, hou jullie je mond
nou maar, we zullen zien, dat we er
u t komen. Maar dat ging met zoc
makkelijk. Al heel gauw kwamen er
mensehen te hulp, die braken liet
"raampje stuk en wilden ons daar
door Italen, maar dat ging niet.
Toen wilden ze ons er uitzagen,
maar dat hoefde niet. Zij hebben toen
een paar stukken plaat weggebroken
en toen konden we naar bu.ten k'rul
pen.
Niet bezeerd?
Nou, 'n beetje aan m'n beenen.
Wc hebben allemaal wat schram
men, maar het is gelukkig goed af-
geloopen. Alleen, k ben m'n pannetje
met eten kwijt! De aardappels en de
saus vlogen door den bagagewagen
en m'n papieren werden heelemaal
bevuild, enfin, die heb 'k maar weer
wat schoongemaakt.
De officieels lezing.
In het station der H. IJ. S. M. sL-.md
een personentrein gereed, die om 6.16
van mor naar Amsterdam moest ver
trekken. Voor dezen trein stond nog
gveii locomotief. Een losse locomotief,
staande op ©en ander spoor en be
stuurd door tien machinist W. Her-
mus, terwijl ook de rangeerder W.
Sarlet (wonende Weverstraat alhier;
er zich op bevond, moest rangeerep
om voor de» trein te koenen. Hermus
revd met de locomotief door een wis
sel en, inplaots dat hij toen op het
spoor van vertrek bleef, kwam hij op
ipoor, waarop een trein moest
binnenkomen. Volgens zijn verkla
ring was dit niet gebeurd, als de wis-
1 te vroren door den wisselw achter
was verzet. Nadat de machinist over
ssel was gereden, hoorde hij
een harden slag, waarna hem bleek,
dat nu dc wissel overgehaald was.
Deze lezing wordt door den stoker
B. en door den rangeerder bevestigd.
De seinhuiswachter Fibbe on t kt vit