NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 2?e J&aryang. Nc. S772 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 26 JANUARI 1912 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per drie maanden: ^/rg* ^an rege's 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. C&S S^bM. voor 'Hirtan I I I I a37)l Redac,ie en Administratie: Groote Houfsiraat 53. n de omstreken en franco per post Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PF.EREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warrnoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1482 Psrsoaalps jerantwoorie- lijkheld. Het Grafisch Weekblad, orgaan ■van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond, bevat in zijn num mer van 25 Januari een artikeltje, geteekend M. en blijkbaar van een der mede-redacteuren afkomstig, onder den naam Slachtoffers van do Linotype. Voor diegenen onder onze lezers, die dat niet mochten welen, dient dat de Linotype een zetmachine is, die gedeeltelijk den zetter vervangt en waarop 1 egels voor de courant wor den gezet en meteen gegoten. De gc- heelo redactioneele inhoud van dit blad wordt er op vervaardigd. Voori dat gieten nu is lood noodig, zijn er eenmaal regels van gegoten, dan worden die weer omgesmolten en zoo ontstaan er blokjes lood, waarop geen enkel merk, geen enkel toeken van herkomst staat. En daar de prijs van dit metaal nogal hoog is, gewoonlijk van dertig tot vijf en dertig cents per kilo, is het gemakkelijk te verduiste ren en komt het dan ook voor, dat er op drukkerijen lood gestolen eh ver kocht wordt aan een van de ellendige schurken, die we opkoopeis noemen, maar die liever-zielverkoopers moes ten heeten. M...beweert nu in zijn artikeltje, dat het geval van looddiefstal zich reeds op verschillende, zoo niet alle d r u k k e r ij e n hier te laaide, waar zetmachines zijn geplaatst, heeft afgespeeld. Ik meen, dat hij het wat al te zwartgallig inziet, maar in elk ge val is te prijzen, dat hij er in energio- ke taal tegen opkomt en iedereen, die er wat aan doen kan, waarschuwt om het toch te helpen tegengaan. Hij richt zich daarbij ook tot de Jongelui, vooral tot de adspirant-lo- den van den A. N. T. B. „Mocht gij onder uwe kameraden er weten, die zich aan bovenstaand vergrijp schul dig maken, houd het dan uit een ver keerd kameraadschappelijk gevoel niet voor u, docli kon in deze uw plicht. Stel er een vertrouwd en een, naar uw weten, humaan man mede in kennis, breng het desnoods ter ken nis van uw bestuur, 't welk dan wel middelen zul weten f« heramen om het gevaar te keeren vóór liet te laat is Dit alles laat zich heel goed lezen, maar het heeft mij toch getroffen, dat er in deze volzinnen volstrekt geen sprake is van den patroon, die dan toch de bestolene is, wiens onderne ming dan toch benadeeld is. Zou het niet op den weg van de udspiranten kunnen liggen, om bij voortzetting van den diefstal, na waarschu wing van den dader, die niet helpt, den patroon te waarschuwen De lieer M. zal misschien antwoor den, dat iemand zijn kameraden niet verraadt, maar iemand, die in weer wil van een waarschuwing toch met het misdrijf voortgaat, kan den eere naam van kameraad niet meer dra gen. En bovendien de schrijvor zegt zelf, dat „behalve misschien een en kel, ons niet bekend.geval", van een vervolging der ongelukkige kleine looddiefjes werd afgezien. De patroon stuurde hen enkel maar weg. Uit vrees, dat de dader in do ge vangenis zal raken, behoeft dus nie mand na te laten den patroon te waarschuwen. Waarom spreekt de heer M. van hem dan niet Hij doet dat wel in een ander verband. De pa troon moet namelijk hooren, dat het van de invoering der zetmachines af een verkeerde gewoonte is geweest, om het te verwerken metaal, zonder contrólc en zorgeloos bij de machines to laten rondzwerven. Zeker, alles kan niet achter slot en grendel, maar als iedere machinezetter de opdracht krijgt, een oogje op het lood te hou den, bij het eindigen der dagtaak het controleert en wegsluit, het des mor gens bij aanvang weer natelt, dan kan het onmogelijk gebeuren, dat er honderden kilo's lood zijn verdwenen vóór en aker men achterdocht krijgt." Het klinkt weer heel fraai, maar in do practijk zou er niets van terecht komen. Lang niet alle lood keert 's avonds tot den zetter terug, dik wijls blijven honderden kilo's voor allerlei doeleinden elders bewaard, zoodat contróle onmogelijk is. En ik zie in gedachten al, hoe het personeel zou kijken, wanneer eiken avond pre cies de kilo's werden nagewogen en nagecijferd, met ai den aankleve van kleine quaesties en twisten. Do pa troon zou al heel gauw een deputatie op zijn kantoor hebben, met de vraag, of hij reden had tot zulk ecu hinder lijk wantrouwen I Bovendien is het in eon drukkerij en in menige andere werkplaats, niet mogelijk, alles wat waarde hoeft weg te sluiten in een drukkerij alvast niet, waar kasten vol kostbare letter altijd open staan en moeten staan. En ronduit gezegd, als het wel kon, zou ik het niet willen doen. Daarmee schept men onmogelijke verhoudin gen en vormt zeer zeker geen karak ters. De lezer zal vragen wat hebben wij met die vak-bijzonderheden te maken Ik diepte uit de beschouwing des heeren Ai. een paar punten van alge- meene bcteekenis op. Eerst dat volstrekte uitschakelen van den patroon, bij de opsomming van de menschen, die gewaarschuwd moeten worden, daarna de tot hen ge richte vermaning om toch hun lood te controleeren en eindelijk dat is liet merkwaardigste het nagenoeg geheel ontbreken van een harti., woord tot de diefjes zelf. Slechts één volzin is daaraan gewijd „plicht was het geweest, al eerder, veel eer der een waarschuwend woord te rich ten lot lien, die het plan hebben of hebben gehad, om blokjes lood mede te nomen, in de eerste plaats om aan snoep- of genotzucht te voldoen." Meer niet. Het is weinig. Is onzo maatschappij niet wat wei nig bedacht op het aonkweeken juist van do persoonlijke verantwoordelijk heid Wc kunnen nu wel spreken van „slachtoffers van de linotype", ik zou liever van „slachtoffers van snoep- of genotzucht'' spreken, twee kwalen, waaraan toch ook M. deze diefstalletjes toeschrijft. „Velen toch (hoewel niet allen) van die jeugdige dieven beseffen niet het gevaar, wat er aan bun daad vastzit en overzien dus do gevolgen daarvan niet of niet geheel." Ik zou dat een Aanklacht tegen de ouders willen noemen. Is het werkelijk waar, dat vader en moeder, wanneer hun kind voor 't eerst in betrekking gaat, verzuimen tot hem te zoggen „denk om twee dingen doe je best en neem vooral niet, wat je niet toebehoort 1" Ik kan dat niet golooven. Maai- is het per soonlijk gevoel van verantwoordelijk-: held altijd wel groot genoeg Nu en dan komt bij wie «n de maat schappij rondziet, de gewaarwording op, dat dit besef bij zeer, zeer velen, waarlijk niet enkel bij jongens op drukkerijen, veel te weinig ontwik keld is. Kan dat ook eon schaduwzij de wezan van het in vele opzichten zoo nuttige vcreenigings- en gemeen schapsleven Er is nog een ander zonderling ver schijnsel, waarop de heer M. niet ge wezen heeft, maar dat toch dikwijls valt op te merken. Er wordt ouder scheid gemaakt tusschen diefstal van geld en het wegnemen van andere dingen. Ik heb wel met verontwaardi ging hooren zeggen „ik heb dit of dat wel weggenomen, maar gestolen heb ik nog nooit". Dat beduidde dan, dat do dader nog nooit andermans geld weggenomen had. Dat beschouw de hij als een groot kwaad. Maar eet waren, sieraden, kleedingstukken wegnemen, dèt mocht toch geen dief stal heeten Hoofdzaak is en blijft, dat wij er op uit zijn, het gevoel der persoonlij ke verantwoordelijkheid te versterken bij ons zelf. onze kinderen en onze omgeving. Hoe zich ook mettertijd onzo samenleving wijzigo en vervor- me, hoe ook in velerlei opzicht het individu opga in do groep of in de vereeniging, het zal altijd noodig blij ven, dat elkeen overtuigd zij van zijn verantwoordelijkheid. Die kan niet bestaan, wanneer zij niet in de jeugd wordt aangekweekt en daarom beeft het mij gespeten, dat do heer AL in zijn zoo goed bedoelde waarschuwing niet op dit punt heeft gewezen. Het I zou mij niet verwonderen en natuur lijk ook genoegen doen, wanneer hij J dat achteraf met mij bleek eens te zijn, j. G. P. tl' jitenlaiidsch Overzicht De RUksdagverkiezinsen I Duitscbiand. Gisteren was het de laatste dag der herstemmingen. Voor de regeeringspartij zijn deze slecht afgeloopen, slechts 8 zotels wist "ze in beslag te nemen. Weer weiden 10 sociaal-democraten gekozen, waarvan 5 zetels gewonnen werden. De partiigroepeering in den nieu wen Rijksdag is thans I -I? q c-2 tri 1 IS c e 5 Conservatieven 43 "59 w 0 Vrij-Conservatieven 13 25 12 0 Antisemieten 3 3 0 0 Econ. Ver. 10 18 8 0 Beiersche Boerenbond 2 0 0 2 Centrum 93 103 10 0 Polen 19 20 1 0 Nationaal-liberalen 44 51 7 0 Duitsche Boerenbond 2 0 2 0 Vrijzinnigen 43 49 6 0 Sociaal-democraten 110 53 0 57 Elzassers 5 5 0 0 Lotharingers 2 3 1 0 W elfen 5 I 0 4 Denen 1 1 0 0 Wilden 2 0 4 Dit lijstje spreekt voor zich zelf. 't Best zijn. de sociaal-democraten er af gekomen, die 57 zetels gewonnen hebben en thans de sterkste partij in den Rijksdag vormen. Meer dan 1/1 van alle stemmen. Zelfs in Potsdam is een sociaal-democraat, gekozen. Het Centrum, vroeger de machtigste partij, heeft 10 zetels verspeeld. De Conservatieve groepen hebben ook zeer belangrijke verliezen gele den. De Rijksdag is dus om. Nat ion aal-liberalen, vrijzinnigen en sociaal-democraten hebben te zomen 1.97 zetels. Telt men hierbij de 2 van den Beiersclien Boerenbond en de 2 van den Duitseheo Boerenbond (die als oppositie-candidaten gesteld zijn tegen Centrum en conservatie\en), den Deen en do 2 Lotliaringers, dio liberaal «iin, dan telt do linkergvoep 204 zetels. Do rechtsch© groepen kunnen het bij do gunstigste telling niet verder dan 193 stemmen brengen. De linksche groepen zijn dus min stens 11 stemmen sterker. In den vorigen Rijksdag had rechts een meerderheid van meer dan 80 stemmen. Ds oorlog tusiohoD Itallg en Tnrkye liet oorlogsnieuws wordt steeds schraler." Het is, of al het krijgsgeweld al heeft opgehouden. Lit latere berichten blijkt, dat het Oostennjksche stoomschip „Brcgouz" wel werd aangehouden. dóch niet werd opgebraent. Nadat het sclup doorzoent weid om na te gaar, of er contrabande aan boord wus, uit wcllt onderzee* bleek, dut onder Ue lading geen goederen voor een strijd voer ou de mogendiieid waren, koh Hel schip zijn reis vervolgen. 't Conflict tusschen Italië en Frankrijk. Er is te vroeg gejuicht. Heelcmaal in 't reine is de zaak nog niet. Blijkbaar wil do Italiaansche re geering, de dwaling voor zichzelf er kennende, een middel zoeken om Frankrijk voldoening te geven, zon der dot het herstel van liet gepleegde onrecht te duidelijk worde. Daarom zou de Italiaansche regee ring voornemens zijn, de 29 gevangen Turken eenvoudig in vrijheid te stel ten maar Frankrijk wil, dat zij zul len worden teruggegeven aan Frank rijk, dat hen beschermde. Ook wordt nog gemeld, dat Italië alleen do -evangenen wil ontslaan, wier positie als geneeskundige of zie kenverpleger gebleken is bij het exa men, waaraan zij te Cagliari werden onderworpen. Frankrijk wil zich met zulk een halven maatregel niet tevreden stel len het beschouwt het bedeelde on derzoek, dat alleen aan Frankrijk toe komt, als van geenerlei waarde. Het examen moet evenwel schitte rend zijn geweest. Een van de dokters vfm do Turken, te Cagliari gevangen gehouden, heeft voor de examen-com missie een moeilijke operatie ver richt, waarvoor hij grooten lof in- oogsite. Hij zei toen, dat hij inder tijd den oud-sultan had geopereerd. Uit en over Perzië. De toestand in het land der Perzen schijnt nog niet hoopvol te zijn, al is het conflict met Rusland formeel bij gelegd. Uit Teheran wordt geseind: De post verbinding van Teheran mot Europa is gestoord door sneeuwstormen. Dinsdag vertrokken naar Tebriz 400 Perzische kozakken naar Resjt zijn 150 man gezonden. Naar verluidt zullen do Amerika nen, dio dienst doen bij de afdeel in g financiën, in dienst blijven. De gewe zen Nederlandsche gezant Oudendijk zou, in plaats van den Belg Mornard, minister van financiën worden. (Dit bericht wordt in Nederland evenwel sterk betwijfeld, want de heer O. is geen financieels specialiteit). lil Centraal-Perzië heerscht EEN VREESEL1JKE HONGERS NOOD. die aanleiding heeft gegeven tot on beschrijflijk© toonOelen. Er is onder voorzitterschap van den betrokken minister ©en bijzonder© commissie samengesteld, om den nood in Ccn- traal-Perziè te lenigen. üe opsiano lo Cblna. Uit Peking wordt geseind, dat de f©wezen regent en enkele prinsen de eizerin-weduw© hebben gesmeekt, DE HULP DER JAPANNERS in t© roepen ter bestrijding van de revolutie. D© keizerin bleek niet onge negen op dit denkbeeld in te gaan en droeg den prinsen op onderhandelin gen daarover aan te knoopen. Toen de leden van het minsterie vernamen wat er gebeurd was, be toonden zij zich uiterst verontwaar digd en dreigden omslag to zullen nemen. Bii nader inzien schijnen zij evenwol op dit voornemen teruggeko men to zijn. Dat de Japanners bereid bovenden zullen worden thans voor de prinsen de kastanjes urt het vuur te halen, wordt ernstig betwijfeld. 110E DE REPUBLIKEINEN AAN GELD WILLEN KOMEN. Daar de republikeinen geen geld- Onze Lachhock EIGENDOMSRECHT. Kruier. Juffrouw, uw frein is... Juffrouw Precies. M'n beste man, waarom zeg jo „uw troin", terwijl ja toch weet dat de trein aan de spoor wegmaatschappij behoort. Kruier. Maar waarom zegt u dan „ru'n besta man a?s u weet, dat ik aan m'n oudje hoor. STRAFBAAR FEIT. Jn een gezelschap werd muziek ge maakt, toon ©en politie-agent binnen trad. Do lieer des huizes snelde hem verbaasd tegemoet on vroeg hein, w at hij kwam doen. Ja, antwoordde de agent, zoo even ging hier een heer weg, die zeide, dat hierbinnen een zekere Wagner mishandeld werd. middelen meer bezitten, om de soldij der troepen, die einde Februari vol daan moeten worden, te betalen, heeft de republikeinsche minister van Oorlog aan de Cbineesche stoom vaartmaatschappij den eisch gesteld, tien millioen taels te storten. Doet do maatschappij dit niet, dan zullen do scliepen in beslag genomen en ver kocht worden. De directie heeft om uitstel gevraagd om overleg te kunnen plegen met de aandeelhouders. Allerlei. 'T FRANSCH-DUITSCHE MAROKKO- VERDRAG. Do commissie uit den Franschen Senaat voor het Fransch-Duitscho verdrag heeft dit goedgekeurd met 15 legen 2 stemmen, benevens 4 onthou dingen. DE MAROKKO-ONDKRHANDELIN- GEN TUSSCHEN FRANK RIJK EN SPANJE. Do nieuwe Fransche minister-presi dent heeft den gezant te Madrid na dere instructies gezonden, die zeer verzoenend zijn. Men meent in Parijs, dat de Spnnnache regeering deze nieu we voorstellen goed onty^nge i en het gebied van Ifni aan Frankrijk zal afstaan. MINISTER-CRISIS IN PORTUGAL. Tengevolge van een verschil van meening in den ministerraad heeft do minister van koloniën ontslag geno men. Hij zal worden vervangen door den minister van justitie. MINISTER VON AEHRENTHAL. De gezondheidstoestand van graaf Von AehreuthaJ, den bekenden minis ter van buitenlandse he zaken van Oostennjk-ilongnrije, schijnt werke lijk zoo jo zijn, dat met zijn aan slaand aftreden rekening moet wor den gehouden. EEN LUCHTVLOOT VOOR OOSTEN RIJK HONGARIJE. Volgens de bladen gaal het Oosten- rijkscho legerbestuur 11 millioen kro nen aanvragen ten behoeve der mili taire luchtvaart. ARUENTLNlc EN' PARAGUAY. De regeering van Argentinië be sloot twee gepantserde kruisers eu twee torpedojagers naar Puruguay te zenden, "wegens do voortdurende on lusten en hot incorrecte antwoord, dat do regeering van Paraguay gaf TfcUlLLblOiN Het Nest van den sperwer. Een loiuuii uil de lïdo eeuw. Naar het Eugelscb duo deschrijfster van Roode Pimpernel 15) ,d e Ecu smal pad leidde tusschen de hoornen door van don vijver naar bot bek, en Richard Lambert wandelde hier schijnbaar doelloos langs in cle richting van liet paviljoen. Ik kwam hierheen in do hoop u te ontmoeten en naar huis te kunnen breng::). Het ia heel donker van avond, zei hij eenvoudig, in .uil,woord oo eer. plotseling, hooghartig ver stijven van haar jonge gestalte, wel ke beweging hij onwillekeurig op merkt o Ik deed een wandelingetje ja het park, antwoordde zij óp-koelen toon, de avond is zoo zool en geurig, muur ik heb geen behoefte aan geleide, Master Lambert... Ik dank u... Het is laat en ik zou liever alleen naar huis gaan. Het is juist laat, mylady, zei hij vriendelijk, en h©t park is 's r(v ids' zoo verlaten... wil u mij geen Be stemming geven u tot net huis te be geleiden Maar om een of andere reden, waar van zij zich geen rekenschap zou hebben kunnen geven, was juist zijn aandringen, zijn vriendelijkheid baar op dit oogenblik onaangenaam. Was het t contrast tusschen beide man nen, dat onwillekeurig een aandoe ning van teleurstelling bijna van vrees teweegbracht. Zij was boos op Lambert, heel boos omdat hij vriendelijk, zacht en ge duldig was, terwijl de ander heftig, zoo nu en dan zelfs brutaal was. Ik moet nog eens herhalen, Mas ter, dat-lk geen behoefte aan uw ge leide heb, zei ze hooghartig. Ik ben niet bang voor inbrekers evenmin uls voor op de loer liggende dieren. En ik zou u dankbaar zijn, voegde zij er bij, zich haar eigen wreedheid be wust, besloten echter om onmeedoo- gend wreed te zijn, als u voortaan af zag van dat systeem om mijn doen ©n laten te bespionneeren. Bespionneeren Het woord had hem als een slag In het gelaat getroffen. En als een echte vrouw met dat vreemde, impulsieve temperament speet het haar heele- maal niet, dat zij hem had beleedigd. Toch was hij haar nooit onaange naam geweest, behalve dat hij zoo zeer verschilde van den anderen man, en hem tegen haar wil en den zijnen in, ui haar oogen scheen te willen verkleinen. Het doet mij leed, geloof mij, zei ze koud als ik onvriendelijk schijn.... maar u moet toch zelf wei inzien, waarde master, dal wij zoo niet voort kunnen gaan.... Telkens ais ik uitga, volgt u mij... ais ik terugkeer, vind ik u op ui ij wachten.... ik heb ge tracht dit vriendelijk op te nomen, maar als niijn vriendschap u wat waard is, zooals u altijd zegt, dan zal u mij iu vrede mijn "gong laten gaan. Neen ik verzoek u nederig om vergeving, mylady, zei hij. Als ik te ver ben gegaan, dan is het omdat ik blind ben voor alles behalve voor het toekomstig geluk van mylady, on soms is do gedachte aan dien avontu rier meer dan ik kon dragen. U doet uzelf geen goed. Master Lambert, door zoo lo smeken over den man, dien ik liefheb en eer boven alles tor wereld. U is blind en ziet do dingen niet zooals zij zijn blind voor do verdiensten van iemand, die zoo ver als do sterren boven u staat... Maar waarvoor zal ik langer tegen 'doove ooren praten ik heb geen macht om u te overtuigen van de dwa lingen uws weegs. Maar als u werke lijk zooals u zegt, liefde voor mij ge voelt... Of ik u bemin 1 fluisterde hij met grooten nadruk op dat klein© woord je „of". Als vriend, bedoel ik, hernam zij, nog altijd in een koude, wreed© stem ming, echt vrouwelijk in dat vreemd.-, ütnvciüiuarbure verlangen om den man te kwetsen, die naar beminde. Ais u mij liefheeft als een vriend, dan zal u ui 't vervolg geen moeite meer doen mijn geluk iu den weg te staan. Nu mag u mij naar huls brengen, ais u dat wehsclit. Dit is voor'het laatst, dat ik als vriendin tot u gesproken heb, in antwoord op uw kinderachti ge aanvallen van don man, dien ik bemio.' Li 't vervolg moet u kiezen tus schen zijn vriendschap en mijn vij andschap Zonder hem verder een woord of blik te gunnen, trok zij haai- mantel wat vaster om zich heen en wandelde snel het smalle pad langs. Hij volgde haar met gebogen hoofd, peinzend en zich ver wonderend Vooral zich verwonderend 1 HOOFDSTUK XII. Een I d e. De triomf was volkomen Maar het spel werd werkelijk steods gevaar lijker. Lady Sue Aldmarshe bad bo- l'oofd met haar Prins te zullen trou wen. Zij zou haar woord houden, daarvan was Sir Marxnaduko vast overtuigd. Maar er moest noodzake lijk twee of drie weken uitstel aan voorafgaau, en ieder uur werd de ze kerheid van ontdekking grooter. Sue had Di haar omgeving een wachthond, die trouw en scherpzin nig was en zien niet gauw zou Jateu afschepen. Richard i«xmbert zocht naar liet geheim van den geheimzin nig en Prins niet het nooit ialendooog van den teleur'gestelden minnaar. De ontmoeting van dten avond was buitengewoon gevaarlijk geweest, Sir Marmaduke wist, dut Lambert ergens in liet park rondsloop. Op t oogenblik had hij zelfs in de verst© verte nog geen idèe van de waarheid.' Het geheele plan was zoo vroenid, zoo brutaal, zoo volkomen in tegenspraak met de eenvoudig©'denk beelden van den ais Kwaker opgevoc- den jongen man, dat juist de brutali teit ©r van alle wantrouwen deed op houden. Maar do geringste misreke ning, ©en ojitrnoetmg bij de deur van het paviljoen, ©en twistgesprek van aangezicht tot aangezicht zou Ri chard Lambert op een vermoeden brengen. Zijn haat zou niet zoo lomp zijn als die van zijn broeder, hoefsmid, maar er is geen spion ln de geheele wereld zoo scherpzinnig als ©en jaloersc'h minnaar. Dit was de eerste ontmoeting van den Prins met Sue geweest sinds dien gedonkwaaixligen dag, waarop Lam bert met bet geheim van baar liefde bekend werd. Sir Marmaduke wist wel, dat er groot gevaar aan "verbon den was geweest dat iedere volgende ontmoeting nog gevaarlijker zou wor den, en dal het geheime huwelijk zelf, hoe zorgvuldig .en geheimzinnig ook voorbereid, niet gemakkelijk aan de spiedondo oogen van den jongen man zou ontsnappen. Do ontmaskering van Prins Amédó d Orleans, vóórdat Sue wettelijk zijn vrouw was geworden, was eea mo gelijkheid, waaraan Sir Marmaduke zelfs met durfde denken, uit vrees, dat dat denkbeeld hem krankzinnig zou maken. Als zij maar eenmaal zijn vrouw was Do huwelijksband zou bindend zijn, daar zou bij voor zor gen en haar vermogen zou van hein zijn, ook al had liij het door een leu gen gekregen. Hij had zijn geheele leven op het succes van dit plan gezet. Het vermo gen van Lady Sue was zijn èenig le vensdoel. daarvoor had hij gewerkt, gestreden ©n gelogen een toekomst zonder dat vermogen vvenschte hij niet onder de oogen to zien. nu zijn plannen hem zoo dicht bij het vervul len van zijn wonsch hadden gebracht. Hij had ©en getrouwe, ofschoon niet machtige bondgenoot© in Editba, die, bekoord door ©enige vag© belof ten van zijn kant, wanhopig met be trekking tot haar eigen toekomst, ver kozen had baar lot golieel met het zijne te verbinden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5