NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
2?e J&aryang. Nc. S772
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 26 JANUARI 1912 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per drie maanden: ^/rg* ^an rege's 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
C&S S^bM. voor 'Hirtan I I I I a37)l Redac,ie en Administratie: Groote Houfsiraat 53.
n de omstreken en franco per post Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PF.EREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warrnoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1482
Psrsoaalps jerantwoorie-
lijkheld.
Het Grafisch Weekblad, orgaan
■van den Algemeenen Nederlandschen
Typografenbond, bevat in zijn num
mer van 25 Januari een artikeltje,
geteekend M. en blijkbaar van een der
mede-redacteuren afkomstig, onder
den naam Slachtoffers van
do Linotype.
Voor diegenen onder onze lezers,
die dat niet mochten welen, dient dat
de Linotype een zetmachine is, die
gedeeltelijk den zetter vervangt en
waarop 1 egels voor de courant wor
den gezet en meteen gegoten. De gc-
heelo redactioneele inhoud van dit
blad wordt er op vervaardigd. Voori
dat gieten nu is lood noodig, zijn er
eenmaal regels van gegoten, dan
worden die weer omgesmolten en zoo
ontstaan er blokjes lood, waarop geen
enkel merk, geen enkel toeken van
herkomst staat. En daar de prijs van
dit metaal nogal hoog is, gewoonlijk
van dertig tot vijf en dertig cents per
kilo, is het gemakkelijk te verduiste
ren en komt het dan ook voor, dat er
op drukkerijen lood gestolen eh ver
kocht wordt aan een van de ellendige
schurken, die we opkoopeis noemen,
maar die liever-zielverkoopers moes
ten heeten.
M...beweert nu in zijn artikeltje, dat
het geval van looddiefstal zich reeds
op verschillende, zoo niet alle
d r u k k e r ij e n hier te laaide,
waar zetmachines zijn geplaatst, heeft
afgespeeld. Ik meen, dat hij het wat al
te zwartgallig inziet, maar in elk ge
val is te prijzen, dat hij er in energio-
ke taal tegen opkomt en iedereen,
die er wat aan doen kan, waarschuwt
om het toch te helpen tegengaan.
Hij richt zich daarbij ook tot de
Jongelui, vooral tot de adspirant-lo-
den van den A. N. T. B. „Mocht gij
onder uwe kameraden er weten, die
zich aan bovenstaand vergrijp schul
dig maken, houd het dan uit een ver
keerd kameraadschappelijk gevoel
niet voor u, docli kon in deze uw
plicht. Stel er een vertrouwd en een,
naar uw weten, humaan man mede
in kennis, breng het desnoods ter ken
nis van uw bestuur, 't welk dan wel
middelen zul weten f« heramen om
het gevaar te keeren vóór liet te laat
is
Dit alles laat zich heel goed lezen,
maar het heeft mij toch getroffen, dat
er in deze volzinnen volstrekt geen
sprake is van den patroon, die dan
toch de bestolene is, wiens onderne
ming dan toch benadeeld is. Zou het
niet op den weg van de udspiranten
kunnen liggen, om bij voortzetting
van den diefstal, na waarschu
wing van den dader, die niet helpt,
den patroon te waarschuwen
De lieer M. zal misschien antwoor
den, dat iemand zijn kameraden niet
verraadt, maar iemand, die in weer
wil van een waarschuwing toch met
het misdrijf voortgaat, kan den eere
naam van kameraad niet meer dra
gen. En bovendien de schrijvor zegt
zelf, dat „behalve misschien een en
kel, ons niet bekend.geval", van een
vervolging der ongelukkige kleine
looddiefjes werd afgezien. De patroon
stuurde hen enkel maar weg.
Uit vrees, dat de dader in do ge
vangenis zal raken, behoeft dus nie
mand na te laten den patroon te
waarschuwen. Waarom spreekt de
heer M. van hem dan niet Hij doet
dat wel in een ander verband. De pa
troon moet namelijk hooren, dat het
van de invoering der zetmachines af
een verkeerde gewoonte is geweest,
om het te verwerken metaal, zonder
contrólc en zorgeloos bij de machines
to laten rondzwerven. Zeker, alles
kan niet achter slot en grendel, maar
als iedere machinezetter de opdracht
krijgt, een oogje op het lood te hou
den, bij het eindigen der dagtaak het
controleert en wegsluit, het des mor
gens bij aanvang weer natelt, dan
kan het onmogelijk gebeuren, dat er
honderden kilo's lood zijn verdwenen
vóór en aker men achterdocht krijgt."
Het klinkt weer heel fraai, maar in
do practijk zou er niets van terecht
komen. Lang niet alle lood keert
's avonds tot den zetter terug, dik
wijls blijven honderden kilo's voor
allerlei doeleinden elders bewaard,
zoodat contróle onmogelijk is. En ik
zie in gedachten al, hoe het personeel
zou kijken, wanneer eiken avond pre
cies de kilo's werden nagewogen en
nagecijferd, met ai den aankleve van
kleine quaesties en twisten. Do pa
troon zou al heel gauw een deputatie
op zijn kantoor hebben, met de vraag,
of hij reden had tot zulk ecu hinder
lijk wantrouwen I
Bovendien is het in eon drukkerij
en in menige andere werkplaats, niet
mogelijk, alles wat waarde hoeft weg
te sluiten in een drukkerij alvast
niet, waar kasten vol kostbare letter
altijd open staan en moeten staan.
En ronduit gezegd, als het wel kon,
zou ik het niet willen doen. Daarmee
schept men onmogelijke verhoudin
gen en vormt zeer zeker geen karak
ters.
De lezer zal vragen wat hebben
wij met die vak-bijzonderheden te
maken
Ik diepte uit de beschouwing des
heeren Ai. een paar punten van alge-
meene bcteekenis op.
Eerst dat volstrekte uitschakelen
van den patroon, bij de opsomming
van de menschen, die gewaarschuwd
moeten worden, daarna de tot hen ge
richte vermaning om toch hun lood
te controleeren en eindelijk dat is
liet merkwaardigste het nagenoeg
geheel ontbreken van een harti.,
woord tot de diefjes zelf. Slechts
één volzin is daaraan gewijd „plicht
was het geweest, al eerder, veel eer
der een waarschuwend woord te rich
ten lot lien, die het plan hebben of
hebben gehad, om blokjes lood mede
te nomen, in de eerste plaats om aan
snoep- of genotzucht te voldoen."
Meer niet. Het is weinig.
Is onzo maatschappij niet wat wei
nig bedacht op het aonkweeken juist
van do persoonlijke verantwoordelijk
heid Wc kunnen nu wel spreken
van „slachtoffers van de linotype", ik
zou liever van „slachtoffers van
snoep- of genotzucht'' spreken, twee
kwalen, waaraan toch ook M. deze
diefstalletjes toeschrijft. „Velen toch
(hoewel niet allen) van die jeugdige
dieven beseffen niet het gevaar, wat
er aan bun daad vastzit en overzien
dus do gevolgen daarvan niet of niet
geheel."
Ik zou dat een Aanklacht tegen de
ouders willen noemen.
Is het werkelijk waar, dat vader en
moeder, wanneer hun kind voor 't
eerst in betrekking gaat, verzuimen
tot hem te zoggen „denk om twee
dingen doe je best en neem vooral
niet, wat je niet toebehoort 1" Ik kan
dat niet golooven. Maai- is het per
soonlijk gevoel van verantwoordelijk-:
held altijd wel groot genoeg Nu
en dan komt bij wie «n de maat
schappij rondziet, de gewaarwording
op, dat dit besef bij zeer, zeer velen,
waarlijk niet enkel bij jongens op
drukkerijen, veel te weinig ontwik
keld is. Kan dat ook eon schaduwzij
de wezan van het in vele opzichten zoo
nuttige vcreenigings- en gemeen
schapsleven
Er is nog een ander zonderling ver
schijnsel, waarop de heer M. niet ge
wezen heeft, maar dat toch dikwijls
valt op te merken. Er wordt ouder
scheid gemaakt tusschen diefstal van
geld en het wegnemen van andere
dingen. Ik heb wel met verontwaardi
ging hooren zeggen „ik heb dit of
dat wel weggenomen, maar gestolen
heb ik nog nooit". Dat beduidde dan,
dat do dader nog nooit andermans
geld weggenomen had. Dat beschouw
de hij als een groot kwaad. Maar eet
waren, sieraden, kleedingstukken
wegnemen, dèt mocht toch geen dief
stal heeten
Hoofdzaak is en blijft, dat wij er
op uit zijn, het gevoel der persoonlij
ke verantwoordelijkheid te versterken
bij ons zelf. onze kinderen en onze
omgeving. Hoe zich ook mettertijd
onzo samenleving wijzigo en vervor-
me, hoe ook in velerlei opzicht het
individu opga in do groep of in de
vereeniging, het zal altijd noodig blij
ven, dat elkeen overtuigd zij van zijn
verantwoordelijkheid. Die kan niet
bestaan, wanneer zij niet in de jeugd
wordt aangekweekt en daarom beeft
het mij gespeten, dat do heer AL in
zijn zoo goed bedoelde waarschuwing
niet op dit punt heeft gewezen. Het
I zou mij niet verwonderen en natuur
lijk ook genoegen doen, wanneer hij
J dat achteraf met mij bleek eens te
zijn,
j. G. P.
tl' jitenlaiidsch Overzicht
De
RUksdagverkiezinsen I
Duitscbiand.
Gisteren was het de laatste dag der
herstemmingen.
Voor de regeeringspartij zijn deze
slecht afgeloopen, slechts 8 zotels wist
"ze in beslag te nemen.
Weer weiden 10 sociaal-democraten
gekozen, waarvan 5 zetels gewonnen
werden.
De partiigroepeering in den nieu
wen Rijksdag is thans
I
-I?
q
c-2
tri
1
IS
c
e
5
Conservatieven
43
"59
w
0
Vrij-Conservatieven
13
25
12
0
Antisemieten
3
3
0
0
Econ. Ver.
10
18
8
0
Beiersche Boerenbond
2
0
0
2
Centrum
93 103
10
0
Polen
19
20
1
0
Nationaal-liberalen
44
51
7
0
Duitsche Boerenbond
2
0
2
0
Vrijzinnigen
43
49
6
0
Sociaal-democraten
110
53
0
57
Elzassers
5
5
0
0
Lotharingers
2
3
1
0
W elfen
5
I
0
4
Denen
1
1
0
0
Wilden
2
0
4
Dit lijstje spreekt voor zich zelf.
't Best zijn. de sociaal-democraten er
af gekomen, die 57 zetels gewonnen
hebben en thans de sterkste partij in
den Rijksdag vormen. Meer dan 1/1
van alle stemmen. Zelfs in Potsdam
is een sociaal-democraat, gekozen.
Het Centrum, vroeger de machtigste
partij, heeft 10 zetels verspeeld.
De Conservatieve groepen hebben
ook zeer belangrijke verliezen gele
den.
De Rijksdag is dus om.
Nat ion aal-liberalen, vrijzinnigen en
sociaal-democraten hebben te zomen
1.97 zetels. Telt men hierbij de 2 van
den Beiersclien Boerenbond en de 2
van den Duitseheo Boerenbond (die
als oppositie-candidaten gesteld zijn
tegen Centrum en conservatie\en),
den Deen en do 2 Lotliaringers, dio
liberaal «iin, dan telt do linkergvoep
204 zetels.
Do rechtsch© groepen kunnen het
bij do gunstigste telling niet verder
dan 193 stemmen brengen.
De linksche groepen zijn dus min
stens 11 stemmen sterker.
In den vorigen Rijksdag had rechts
een meerderheid van meer dan 80
stemmen.
Ds oorlog tusiohoD Itallg en Tnrkye
liet oorlogsnieuws wordt steeds
schraler." Het is, of al het krijgsgeweld
al heeft opgehouden.
Lit latere berichten blijkt, dat het
Oostennjksche stoomschip „Brcgouz"
wel werd aangehouden. dóch niet
werd opgebraent. Nadat het sclup
doorzoent weid om na te gaar, of er
contrabande aan boord wus, uit wcllt
onderzee* bleek, dut onder Ue lading
geen goederen voor een strijd voer ou
de mogendiieid waren, koh Hel schip
zijn reis vervolgen.
't Conflict tusschen Italië en
Frankrijk.
Er is te vroeg gejuicht.
Heelcmaal in 't reine is de zaak
nog niet.
Blijkbaar wil do Italiaansche re
geering, de dwaling voor zichzelf er
kennende, een middel zoeken om
Frankrijk voldoening te geven, zon
der dot het herstel van liet gepleegde
onrecht te duidelijk worde.
Daarom zou de Italiaansche regee
ring voornemens zijn, de 29 gevangen
Turken eenvoudig in vrijheid te stel
ten maar Frankrijk wil, dat zij zul
len worden teruggegeven aan Frank
rijk, dat hen beschermde.
Ook wordt nog gemeld, dat Italië
alleen do -evangenen wil ontslaan,
wier positie als geneeskundige of zie
kenverpleger gebleken is bij het exa
men, waaraan zij te Cagliari werden
onderworpen.
Frankrijk wil zich met zulk een
halven maatregel niet tevreden stel
len het beschouwt het bedeelde on
derzoek, dat alleen aan Frankrijk toe
komt, als van geenerlei waarde.
Het examen moet evenwel schitte
rend zijn geweest. Een van de dokters
vfm do Turken, te Cagliari gevangen
gehouden, heeft voor de examen-com
missie een moeilijke operatie ver
richt, waarvoor hij grooten lof in-
oogsite. Hij zei toen, dat hij inder
tijd den oud-sultan had geopereerd.
Uit en over Perzië.
De toestand in het land der Perzen
schijnt nog niet hoopvol te zijn, al is
het conflict met Rusland formeel bij
gelegd.
Uit Teheran wordt geseind: De post
verbinding van Teheran mot Europa
is gestoord door sneeuwstormen.
Dinsdag vertrokken naar Tebriz 400
Perzische kozakken naar Resjt zijn
150 man gezonden.
Naar verluidt zullen do Amerika
nen, dio dienst doen bij de afdeel in g
financiën, in dienst blijven. De gewe
zen Nederlandsche gezant Oudendijk
zou, in plaats van den Belg Mornard,
minister van financiën worden. (Dit
bericht wordt in Nederland evenwel
sterk betwijfeld, want de heer O. is
geen financieels specialiteit).
lil Centraal-Perzië heerscht
EEN VREESEL1JKE HONGERS
NOOD.
die aanleiding heeft gegeven tot on
beschrijflijk© toonOelen. Er is onder
voorzitterschap van den betrokken
minister ©en bijzonder© commissie
samengesteld, om den nood in Ccn-
traal-Perziè te lenigen.
üe opsiano lo Cblna.
Uit Peking wordt geseind, dat de
f©wezen regent en enkele prinsen de
eizerin-weduw© hebben gesmeekt,
DE HULP DER JAPANNERS
in t© roepen ter bestrijding van de
revolutie. D© keizerin bleek niet onge
negen op dit denkbeeld in te gaan en
droeg den prinsen op onderhandelin
gen daarover aan te knoopen.
Toen de leden van het minsterie
vernamen wat er gebeurd was, be
toonden zij zich uiterst verontwaar
digd en dreigden omslag to zullen
nemen. Bii nader inzien schijnen zij
evenwol op dit voornemen teruggeko
men to zijn.
Dat de Japanners bereid bovenden
zullen worden thans voor de prinsen
de kastanjes urt het vuur te halen,
wordt ernstig betwijfeld.
110E DE REPUBLIKEINEN AAN
GELD WILLEN KOMEN.
Daar de republikeinen geen geld-
Onze Lachhock
EIGENDOMSRECHT.
Kruier. Juffrouw, uw frein is...
Juffrouw Precies. M'n beste man,
waarom zeg jo „uw troin", terwijl ja
toch weet dat de trein aan de spoor
wegmaatschappij behoort.
Kruier. Maar waarom zegt u dan
„ru'n besta man a?s u weet, dat
ik aan m'n oudje hoor.
STRAFBAAR FEIT.
Jn een gezelschap werd muziek ge
maakt, toon ©en politie-agent binnen
trad. Do lieer des huizes snelde hem
verbaasd tegemoet on vroeg hein, w at
hij kwam doen.
Ja, antwoordde de agent, zoo
even ging hier een heer weg, die
zeide, dat hierbinnen een zekere
Wagner mishandeld werd.
middelen meer bezitten, om de soldij
der troepen, die einde Februari vol
daan moeten worden, te betalen,
heeft de republikeinsche minister van
Oorlog aan de Cbineesche stoom
vaartmaatschappij den eisch gesteld,
tien millioen taels te storten. Doet do
maatschappij dit niet, dan zullen do
scliepen in beslag genomen en ver
kocht worden. De directie heeft om
uitstel gevraagd om overleg te kunnen
plegen met de aandeelhouders.
Allerlei.
'T FRANSCH-DUITSCHE MAROKKO-
VERDRAG.
Do commissie uit den Franschen
Senaat voor het Fransch-Duitscho
verdrag heeft dit goedgekeurd met 15
legen 2 stemmen, benevens 4 onthou
dingen.
DE MAROKKO-ONDKRHANDELIN-
GEN TUSSCHEN FRANK
RIJK EN SPANJE.
Do nieuwe Fransche minister-presi
dent heeft den gezant te Madrid na
dere instructies gezonden, die zeer
verzoenend zijn. Men meent in Parijs,
dat de Spnnnache regeering deze nieu
we voorstellen goed onty^nge i en het
gebied van Ifni aan Frankrijk zal
afstaan.
MINISTER-CRISIS IN PORTUGAL.
Tengevolge van een verschil van
meening in den ministerraad heeft do
minister van koloniën ontslag geno
men. Hij zal worden vervangen door
den minister van justitie.
MINISTER VON AEHRENTHAL.
De gezondheidstoestand van graaf
Von AehreuthaJ, den bekenden minis
ter van buitenlandse he zaken van
Oostennjk-ilongnrije, schijnt werke
lijk zoo jo zijn, dat met zijn aan
slaand aftreden rekening moet wor
den gehouden.
EEN LUCHTVLOOT VOOR OOSTEN
RIJK HONGARIJE.
Volgens de bladen gaal het Oosten-
rijkscho legerbestuur 11 millioen kro
nen aanvragen ten behoeve der mili
taire luchtvaart.
ARUENTLNlc EN' PARAGUAY.
De regeering van Argentinië be
sloot twee gepantserde kruisers eu
twee torpedojagers naar Puruguay te
zenden, "wegens do voortdurende on
lusten en hot incorrecte antwoord,
dat do regeering van Paraguay gaf
TfcUlLLblOiN
Het Nest van den
sperwer.
Een loiuuii uil de lïdo eeuw.
Naar het Eugelscb duo
deschrijfster van
Roode Pimpernel
15)
,d e
Ecu smal pad leidde tusschen de
hoornen door van don vijver naar bot
bek, en Richard Lambert wandelde
hier schijnbaar doelloos langs in cle
richting van liet paviljoen.
Ik kwam hierheen in do hoop u
te ontmoeten en naar huis te kunnen
breng::). Het ia heel donker van
avond, zei hij eenvoudig, in .uil,woord
oo eer. plotseling, hooghartig ver
stijven van haar jonge gestalte, wel
ke beweging hij onwillekeurig op
merkt o
Ik deed een wandelingetje ja het
park, antwoordde zij óp-koelen toon,
de avond is zoo zool en geurig, muur
ik heb geen behoefte aan geleide,
Master Lambert... Ik dank u... Het is
laat en ik zou liever alleen naar huis
gaan.
Het is juist laat, mylady, zei hij
vriendelijk, en h©t park is 's r(v ids'
zoo verlaten... wil u mij geen Be
stemming geven u tot net huis te be
geleiden
Maar om een of andere reden, waar
van zij zich geen rekenschap zou
hebben kunnen geven, was juist zijn
aandringen, zijn vriendelijkheid baar
op dit oogenblik onaangenaam. Was
het t contrast tusschen beide man
nen, dat onwillekeurig een aandoe
ning van teleurstelling bijna van
vrees teweegbracht.
Zij was boos op Lambert, heel boos
omdat hij vriendelijk, zacht en ge
duldig was, terwijl de ander heftig,
zoo nu en dan zelfs brutaal was.
Ik moet nog eens herhalen, Mas
ter, dat-lk geen behoefte aan uw ge
leide heb, zei ze hooghartig. Ik ben
niet bang voor inbrekers evenmin uls
voor op de loer liggende dieren.
En ik zou u dankbaar zijn, voegde zij
er bij, zich haar eigen wreedheid be
wust, besloten echter om onmeedoo-
gend wreed te zijn, als u voortaan af
zag van dat systeem om mijn doen ©n
laten te bespionneeren.
Bespionneeren
Het woord had hem als een slag In
het gelaat getroffen. En als een echte
vrouw met dat vreemde, impulsieve
temperament speet het haar heele-
maal niet, dat zij hem had beleedigd.
Toch was hij haar nooit onaange
naam geweest, behalve dat hij zoo
zeer verschilde van den anderen man,
en hem tegen haar wil en den zijnen
in, ui haar oogen scheen te willen
verkleinen.
Het doet mij leed, geloof mij, zei
ze koud als ik onvriendelijk schijn....
maar u moet toch zelf wei inzien,
waarde master, dal wij zoo niet voort
kunnen gaan.... Telkens ais ik uitga,
volgt u mij... ais ik terugkeer, vind
ik u op ui ij wachten.... ik heb ge
tracht dit vriendelijk op te nomen,
maar als niijn vriendschap u wat
waard is, zooals u altijd zegt, dan zal
u mij iu vrede mijn "gong laten gaan.
Neen ik verzoek u nederig om
vergeving, mylady, zei hij. Als ik te
ver ben gegaan, dan is het omdat ik
blind ben voor alles behalve voor het
toekomstig geluk van mylady, on
soms is do gedachte aan dien avontu
rier meer dan ik kon dragen.
U doet uzelf geen goed. Master
Lambert, door zoo lo smeken over
den man, dien ik liefheb en eer boven
alles tor wereld. U is blind en ziet
do dingen niet zooals zij zijn blind
voor do verdiensten van iemand, die
zoo ver als do sterren boven u staat...
Maar waarvoor zal ik langer tegen
'doove ooren praten ik heb geen
macht om u te overtuigen van de dwa
lingen uws weegs. Maar als u werke
lijk zooals u zegt, liefde voor mij ge
voelt...
Of ik u bemin 1 fluisterde hij met
grooten nadruk op dat klein© woord
je „of".
Als vriend, bedoel ik, hernam zij,
nog altijd in een koude, wreed© stem
ming, echt vrouwelijk in dat vreemd.-,
ütnvciüiuarbure verlangen om den
man te kwetsen, die naar beminde.
Ais u mij liefheeft als een vriend, dan
zal u ui 't vervolg geen moeite meer
doen mijn geluk iu den weg te staan.
Nu mag u mij naar huls brengen, ais
u dat wehsclit. Dit is voor'het laatst,
dat ik als vriendin tot u gesproken
heb, in antwoord op uw kinderachti
ge aanvallen van don man, dien ik
bemio.' Li 't vervolg moet u kiezen tus
schen zijn vriendschap en mijn vij
andschap
Zonder hem verder een woord of
blik te gunnen, trok zij haai- mantel
wat vaster om zich heen en wandelde
snel het smalle pad langs.
Hij volgde haar met gebogen hoofd,
peinzend en zich ver wonderend
Vooral zich verwonderend 1
HOOFDSTUK XII.
Een I d e.
De triomf was volkomen Maar het
spel werd werkelijk steods gevaar
lijker. Lady Sue Aldmarshe bad bo-
l'oofd met haar Prins te zullen trou
wen. Zij zou haar woord houden,
daarvan was Sir Marxnaduko vast
overtuigd. Maar er moest noodzake
lijk twee of drie weken uitstel aan
voorafgaau, en ieder uur werd de ze
kerheid van ontdekking grooter.
Sue had Di haar omgeving een
wachthond, die trouw en scherpzin
nig was en zien niet gauw zou Jateu
afschepen. Richard i«xmbert zocht
naar liet geheim van den geheimzin
nig en Prins niet het nooit ialendooog
van den teleur'gestelden minnaar.
De ontmoeting van dten avond was
buitengewoon gevaarlijk geweest, Sir
Marmaduke wist, dut Lambert ergens
in liet park rondsloop.
Op t oogenblik had hij zelfs in de
verst© verte nog geen idèe van de
waarheid.' Het geheele plan was zoo
vroenid, zoo brutaal, zoo volkomen in
tegenspraak met de eenvoudig©'denk
beelden van den ais Kwaker opgevoc-
den jongen man, dat juist de brutali
teit ©r van alle wantrouwen deed op
houden. Maar do geringste misreke
ning, ©en ojitrnoetmg bij de deur van
het paviljoen, ©en twistgesprek van
aangezicht tot aangezicht zou Ri
chard Lambert op een vermoeden
brengen. Zijn haat zou niet zoo
lomp zijn als die van zijn broeder,
hoefsmid, maar er is geen spion ln
de geheele wereld zoo scherpzinnig
als ©en jaloersc'h minnaar.
Dit was de eerste ontmoeting van
den Prins met Sue geweest sinds dien
gedonkwaaixligen dag, waarop Lam
bert met bet geheim van baar liefde
bekend werd. Sir Marmaduke wist
wel, dat er groot gevaar aan "verbon
den was geweest dat iedere volgende
ontmoeting nog gevaarlijker zou wor
den, en dal het geheime huwelijk zelf,
hoe zorgvuldig .en geheimzinnig ook
voorbereid, niet gemakkelijk aan de
spiedondo oogen van den jongen man
zou ontsnappen.
Do ontmaskering van Prins Amédó
d Orleans, vóórdat Sue wettelijk zijn
vrouw was geworden, was eea mo
gelijkheid, waaraan Sir Marmaduke
zelfs met durfde denken, uit vrees,
dat dat denkbeeld hem krankzinnig
zou maken. Als zij maar eenmaal zijn
vrouw was Do huwelijksband zou
bindend zijn, daar zou bij voor zor
gen en haar vermogen zou van hein
zijn, ook al had liij het door een leu
gen gekregen.
Hij had zijn geheele leven op het
succes van dit plan gezet. Het vermo
gen van Lady Sue was zijn èenig le
vensdoel. daarvoor had hij gewerkt,
gestreden ©n gelogen een toekomst
zonder dat vermogen vvenschte hij
niet onder de oogen to zien. nu zijn
plannen hem zoo dicht bij het vervul
len van zijn wonsch hadden gebracht.
Hij had ©en getrouwe, ofschoon
niet machtige bondgenoot© in Editba,
die, bekoord door ©enige vag© belof
ten van zijn kant, wanhopig met be
trekking tot haar eigen toekomst, ver
kozen had baar lot golieel met het
zijne te verbinden.
(Wordt vervolgd).