BIJBLAD VAN HAARLEMS DAGBLAD
29» Jaargang.
ZATERDAG 17 FEBRUARI 19IÏ
No 8791
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
fl.ZO PER 8 BAANDEN
i!F 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
Het Rijke Natuurleven
ONTLUIKEND LEVEN.
De vorst, die allo voorjaarsgodach-
ben verbande, heeft het moeten afleg
gen tegen den Zuidenwind. De aardo
ontdooit weer. nu de nulde voorjaars-
regena warmte in den grond bren
gen, de knoppen beginnen te zwel
len. Vooral bij de iepen is dit reeds
duidelijk merkbaar. Do kleine bloem -
pakjes doen moeite om de bruino
schubben weg te duwen, do meeldra
den, die over enkele weken uit het
hulsel gaan breken, zijn al bijna
klaar en staan gereed, om een paar-
sen sluier door de takken te weven.
Verder zijn reeds <le hooge populie
ren aan de Raam vest.
Ver boven de huizen uut zien we
daar een leger van grijswoiiige kat
jes. Ze zijn daar zoo hoog vdrheven
boven liet gewone aardschc leven, dat
ze wel wat eerder door do lente mo
gen gewekt worden.
Het eerste zoele windje, dat na Ja
nuari door de takken strijkt, beroert
ook de glimmend bruine knoppen, en
al wat er venier volgt koude noch
snerpende w'nden kunnen de ontwik
keling nu meer tegenhouden.
Het donzen puntje drukt de schub
ben ver uit elkaar; gerimpeld en ge
scheurd wijken ze uiteen en steeds
verder komt het zachte bloem pakje
te vuurschijn.
Maar u - uergang mag niet te groot
zijn. Dat de koude zoo weinig vat op
dat jolige goed hoeft, is geen geheim -
ziun.ge bevoorrechting.
De knopschubben beschermden de
katjes gedurende den winter, maar
nu zo zich hebben vrij gemaakt en
alleen alles willen trotseeren, moeien
zo zich ook zelf tegen do aanvallen
van den verdwijnenden wintervorst
verdedigen, en daarom zijn ze de eer
ste dagen nog omgeven door de zijde
achtige grijze haartjes, die do meel
draden nog geheel verborgen houden.
Als d'ie op hun beurt meester wor
den van het terrein en liet bescher
mende kleedje verdrongen is, zooals
eerst do harde schubben, dan worden
do katjes eerst echte juweeltjes.
Over de gehcele lengte komen dan
do warm gekleurde gezwollen helm-
knoppen voor den dag.
Dan is de weeldetijd aangebroken.
Langs de spil zijn tientallen kleine
bekertjes geplant, die leder een hoe
veelheid meeldraden bevatten. Ieder
kelkje lijkt dan op een hoorn van
overvloed en weldra zijn ze niet meer
bij machte den geheelen inhoud te
dragen. Ver steken dan do roode
knopjes ever den rand van het beker
tje heen, de helmhokjcs barsten open
en bij het minste windje waaien klei
ne stuifmeel wolkjes door de nog bla-
derlooze takken. Waar zo aanlanden?
Och, bijua alles gaat verloren.
Zoolang er geen boom in do buurt
staat, die de lange, groene stamper-
katjes tusschen zijn twijgen wiegelt,
wordt al dat stuifmeel nutteloos ver
spreid en als dan na oenigen tijd de
lange, uitgebloo.de karmijnroode
meeldraadkatjes omlaag komen en
een zacht tapijt spreiden om deu
z ivergrijzen stam, is de eenige dienst
dien zij hebben verricht, het aankon
digen der lente geweest. Geen aardi
ger gezicht dan een wilg, waarvan
de katjes nog in hel beginstadium
iijn.
Iedere knop is slechts door één
schub bedekt. Als do inhoud zich be
gint uit te zetten, weet do dekschub
nog van geen wijken. Hij zwelt zoo
veel mogelijk op, om ruimte temaken,
maar het aanhoudend groeien van
het katje wordt hem te machtig en
eindelijk buigt hij zich aan den top
wat van den tuk af. Direct komt het
zilveren puntje te voorschijn.
De katjes van den popel waren zij-
deaohtig en deden meer denken aan
wol. Do wilgénbloemen zijn in hun
eerste jeugd omgeven door een man
teltje, zachter en gluhaende'r dan de
fijnste zijde.
Een takje, geheel mot do ervan uit
geweken knoppen bezet, met overal
het zilve'rzachto bloempuntje, is het
mooiste, dat deze eerste voorjaarsda
gen ons geven. Als glanzende, bruine
kevertjes zitten daar de voel beloven
de knoppen langs de twijgen. De wil
gen zijn daar op hun mooist. Straks,
als de zwavelgele bloemen geheel zijn
ontwikkeld, is ieder katje nog een
tentejuweel, maar deze knoppen hou
den een belofte Ir, ze doe i de fanta
sie werken en houden de hoop op t
zonnige lentetij levendig.
Maar het zijn niet alleen de katjes-
dragende boomen, die op het nade
rend voorjaar wijzen.
Op luwe plekjes in den tuin bloei
en al enkele primula's.
Nu zijn die eerste sleutelbloemen
niet altijd even mooi. Ze wekken eer-
der het medelijden op, dan de lente
vreugde.
„Wat doen dde dingen zoo vroeg in
do kou" denken we onwillekeurig en
alles werkt daartoe mee.
I>e groene rimpelblaadjes zijn
vochtig en half ontwikkeld, het gras
er om heen is nog bedekt mét "rot
tende blndresien, do grond is nog
koud.
Te midden van al die somberheid
zien we dan plotseling zoo'n teer
doorschijnend bloempje; dat) hog
niets heeft van de warme gele kleur
der volgende geslachten. Dat is de
lenteprimula, maar de reinwitte
kerstrozen en de d.epgele winteraco-
nieten winnen het ver in kracht en
kleur, ook al doen hun namen aan
December denken.
Toch is het merkwaardig, dat deze
teerp planten zoo goed bestand zijn
tegen de felle koude. De dikbladlg©
clivia's, oogenschijnlijk zoo sterk,
zijn zelfs binnenshuis bevroren, hya
cinten en tulpen hebben een rieten
dek over gehad, maar de primula,
onbeschut en overgegeven aan den
scherpéh Noord-Ooster. heeft zich
staande gehouden en waagt het zelfs
zijn honingkelkjes te openen. De eer
ste gele sterretjes mogen dan n et
spreken van kracht, ze getuige'n toch
van een doelmatigen bouw en van do
veelzijdige wonderworking der na
tuur, die de machtigen vernietigt en
do kleinen beschermt.
Overal wordt haar kracht nu ge
voeld. De ribes heeft reeds ver uit
gegroeide knoppen, de v"ruchtboomen
weven do witte bloesempracht, d.e
over een paar maanden het zonnige
landschap nog zal opvroolijken, de
muggen dansen weer in de laatste
stralen der ondergaande zon en de
vogels jubelen hun eerste lenteliedjes.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Peignoirs. Gekleed© huis
japonnen. Voor jaarstoilet
ten.Lange mantels.
Ee'n voornaam onderdeel in de gar
de-robe der vrouw zijn voorzeker de
huisjaponnen; die men onderscheidt
in peignoirs en gekleede huisjapon
nen, ter-wijl de dame uit de groote
wereld e'r bovendien hare zg. tea-
gowbs op nahoudt. De laatste zijn een
egenaardig soort van gekleed© toi
letten, waarin de luxe-vrouw zich
kleodt om als bet haar „jour" is, haar
dames-kennissen op de „five o'clock
tea" te ontvangen of haar vriendin
nen op haar respectieve jours per
rijtuig te gaan bezoeken. l>e élégan
te tea-gown is in den regel gedécolle
teerd en met sleep ingericht en wordt
uit kostbaar materiaal vervaardigd.
Het ligt echtst niet in mijne bedoe
ling h erover in verdere détails te
treden, want de groote ruodisten en
modo-ateliers zijn daar om hun rijke
clientèle voor te lichten. Wij willen
ons meer bepalen tot liet toilet dei-
dames, die over een bescheiden kleed
geld beschikken. De peignoirs, die
voor de morgenuren bestemd zijn,
worden zoo eenvoudig mogelijk inge
richt en vervaardigd van dun flanel,
nubiehne, to.Ie de laino of mousse
line. Vooral de huismoeders, die een
talrijk gezin hebben en gewoon zijn
zelf behulpzaam t« zijn, zullen aan
het mousseline of_ vyela de voorkeur
geven, omdat deze weefsels goed ge-
was8chen kunnen worden.
Na do koffietafel, moet een orde
lijk© huisvrouw haar peignoir tegen
een meer gekleed© huisjapon verwis-
se ldn; als zij ten minste een Vrouw
van goeden smaak wil beeten. Niets
toch maakt meer den indruk van
slotdag, dan een vrouw die deu gon-
öchen dag in haa'r ochtendjapon blijft
rondloop©n, onder voorwendsel, van
drukke huiselijk© bezigheden enz. Zo
is bovenden zelf niet op haa'r gemak,
want doordrongen als zo is, dut een
peignoir op zeker uu'r van den dag
niet meer geoorloofd is, ziekte uit
gesloten neemt zo angstig de vlucht
als er aan d© voordeur gescheld
wordt en een of ander bezoek wo'rdt
aangekondigd.
Een gekleed© huisjapon is derhalve
iets onmisbaars.
De empire-modellen zijn hiervoor
dö aangewezen vorm. Ze worden ver
vaardigd van fijn laken, aonge, du'nne
cheviot, of cacbemii© en met een wei
nig kant of mooie galons versierd.
Ook stoffen met aan geweven ran
den zijn hiervoor zeer geschikt.
Ook eenvoudige rokken met dito
blouses kunnen als huistoiletten ge
dragen worden; doch we bedoelen
hiermede niet het afdragen van ge
kleed© japonnen, die hun frischheid
verloren hebben en dus niet mooi ge
noeg moer zijn voor de straat. Het af
dragen in huis van zoo'n gekleed toi
let geeft de vrouw zoo licht een slot-
dig aanzien. De hu:svrouw, die het
middenpunt is van het gezellige hui
selijk© leven, moet er eenvoudig,
maar vooral smaakvol uitzien.
Reeds nu ontving ik eenige berich
ten omtrent de nieuwe voorjaarstoi
letten; want het is eigenaardig om
op te merken hoe do nouveauté's jaar
voor jaar vroeger uitkomen.
Waarschijnlijk zullen onze geachte
lezeressen met belangstelling kennis
nemen van liet feit, dat de nauwe ja-
ponrok zich ook in den a.s. zomer zal
weten to handhaven. Wel heeft de
grillige mode-koningin getracht hem
to verbannen, doch nu het oog een
maal aan de slanke vormen gewoon
is geraakt en de vrouwen geleerd
hebben zich in de nauwe modellen
graceus te bewegen, heeft dit haar
.niet mogen gelukken.
De rokken blijven dus nauw en
voetvrij, doch iet of wat langer dan
tot nu toe het geval was.
Voor tailleur costuums zijn de kor
te jaquetten aan de o-rde, doch nog
met broeden overslag ingericht, van
voren recht en in den rug een wei
nig aangesloten.
liet marine-blauw is voor liet voor
jaar d© mode-kleur! Hetzij effen of
mot gekleurde kce'reijde. Zoo brengt
men fijne blauwe serge, d e aan de
keerzijde blauw© en groene streepjes
vei'toont. Die keerzijde wordt weder
om als garnituur voo'r kiraag, revers
en mouwopslagen benut, of wèl, men
maakt den rok van de keerzijde, dus
gestreept, en het manteltje van effen.
Voor kragen, revers en mouwop
slagen gebruikt men ook taffetas en
satijn. Dames, die zich verleden jaa'r
zomer een langen satijnenmantel
aanschaften, kunnen dien in liet a.s.
seizoen zonder eenige verandering
afdragen, want wederom brengt men
lange muntels in wollen en zijden
stoffen, die weinig of niets verschil
len van die, welke we het vorige sei
zoen zagen dragen. Zooals men uit
het hierboven medegedeeld© ziet,
zijn er dus geen ingrijpende veran
deringen voor de mode 1912, wat ech
ter in den loop der maanden, die
aan het eigenlijke zomerseizoen voor
afgaan nog komen kan, daarvoor
kan geen mode verslaggeefster in
staan.
MARIE VAN AMSTEL.
De Erfenis.
Mijnheer en mevrouw De Perles
keken elkaar aan met groot© oogen,
tweemaal zoo groot als gewoonlijk.
Voor do tiende maal minstens herlas
mevrouw liet volgende telegram, dien
middag ontvangen uit La Rochelle
en onderteek end „Notaris Meu-
rice".
„Hedennacht overleed mejuffrouw
Rosulic ile Perles, zonder testament
na te laten. Kapitein De Perles, als
dichtst nabestaande der overledene,
wordt uitgenoodigd onverwijld over
te komen om <!e zaken te regelen.
Donderdag 27 Februari zal de begra
fenis plaats hebben".
Zij konden 't zich nog maar niet
begrijpen Kapitein De Perles stomd
peinzend voor den broeden, ouderwet-
sciien schoorsteen, nu den ©enen,
dan den anderen voet wannend aan
hot vroolijk brandende vuur. Het was
al zoo lang geleden, dat hij zijn nicht
voor het laatst gezien had, hij was
toen nog op do militaire academie.
Hij kon zich haar nauwelijks meer
voorstellen.
Vuai schrijven hield zij niet, dus
hadden z© elkaar langzamerhand ge
heel uit het oog verloren.
Dio goed© Rosalie, zeide de kapi
tein in gedachten, als ik 't wel heb
zal ze een aardig fortuintje hebben
nagelaten. Voor zich zelf was ze zui
nig, behoeften had ze nietalles,,
wat z© besteedde, was ten bate van
armen en ongelukkige», haar ©enige
genoegen was weldaden t© bewijzen.
Ik had nooit gedacht iets van haar te
zullen erven.
Maai- Andil je bent toch de ee
nige erfgenaam me dunkt ze was
toch veel te grootmoedig, naar alles
to oordeelon wat ge van haar vertelt,
om een familielid zoo teleur te stel
len. En wil ik je eens wat zeggen
't is heel slecht, maar ik ben erg
blij. dat ze dood is, ik zou niet be
droefd kunnen zijn, met den besten
wil ter wereld niet. \Yo zijn nu in
eens rijk, wij. die nooit een cent be
zeten hebben.
Haar echtgenoot kon niet nalaten
even te glimlachen.
Nu geen hinderlijke armoede meer
voortaan, waar zij hun loven lang
mede te kampen hadden gehad, geen
zorg meer voor extra-uitgaven, geen
angst meer voor rekeningen, die zou
den kunnen komen. Pa ui et to behoef
te nu zelf geen hoedjes meer op te
maken, heel vernuftig in elkaar ge
flanst met wat oud fluweel en uitge
streken lint, zij zouden nu een com
fortabele woning kunnen huren ver
van dat akelige Passy, waar zij se
dert hun huwelijk gewoond hadden.
André keek vol liefde naar zijn
vrouwtje; zij was in haar hart altijd
een kind van weelde geweest, hoe
wel zij altijd moedig het juk van hun
armoede getorst had er zou nu een
heel ander leventje voor haar aan
breken.
Dienzelfden avond nog namen zij
den sneltrein naar La Rochelle en
's morgens vroeg arriveerden zij aan
het kleine huisje in do Rue St. Jean.
Men liet hen in den kouden, donkcr-
gemaakten salon, waar op twee stoe
len de kist stond, omringd door was
kaarsen en bedekt met bloemen. Het
vertrek was in strengen stijl gemeu
bileerd. het donkergroene rips dei-
gordijnen en overtrekken verhoogde
den somberen indruk.
Zij trachtten te denken aan de
overledene en hun eigen belang ge
heel weg te cijferen, doch het mocht
hun niet gelukken. Steeds stelden zu
zich weer voor, wat zij niet haar geld
zouden doen en hoe zij nu hun ver
der leven zouden inrichten.
De oude meid, die gedurende de
ziekte niet van het bed harer mees
teres was geweken, had zich terugge
trokken bij de komst der vreemden
met wantrouwende blikken bad zij
hen aangestaard, als beschouwde zij
hen als vijandelijke indringers.
Later op den dag kwamen de vrien
den der afgestorvene, om nog een
laatstcn blik tc werpen op haar stoffe
lijk overschot en daarna de armen,
die zij had welgedaan, een gansche
Stoet van lijdenden en ongelukkig©».
Alten betreurden 1-aa'r met oprechte
tranen en de echtgenoot en gevoelden,
dat zij hier geheel buiten sttfnden,
dat ieder ben beschouwde als vreem
den, onverschillig naar al den rouw
om zich heen ziende.
Kapitein D© Perles ging vlak ach
ter de lijkbaar, de kepi in d© ha'nd,
achter hem volgde een boel© schare
rouwdragenden.
Paulett© zat in hetzelfde rijtuig
met drie Vriendinnen van de over
ledene, va'n wie de een al harder
snikt© dan de andere, nu en dan even
ophoudend om hemelhoog op te ha
len de deugden van haar onbekende
nicht. Zij zag heel goed dat zij haar
van ter zijde aanstaarden; wat zou
den zij dien avond samen afdoen
ever haa'r onverschilligheid. Zij
stortte immers geen enkelen traan!
Dat zij het familielid dien dag voor
het eerst gezien had kwam natuur
lijk niet in aanmerking.
De hee'e cerembne scheen haar
eindeloos toe; al dio vreemden, d o
haar beleefd, doch opvallend koel
groetten.
Hoe blij waren zij beiden, toen zij
eindelijk weer in het sterfhuis alleen
waren, waar overal nog de benauw
de reuk van nieuw hout en verdorde
bloemen hing. Zij durfden zich bijna
niet bewegen in deze drukkende at
mosfeer, waar de oude Martha, hen
met spiedend© bl.kken wantrouwend
aanstaarde.
En wat kon men lvun dan eigenlijk
verwijten? Dat zij een erfenis in bezit
namen, die hun rechtirint'g toekwam?
Zij verheugden er zich op. weer .n
hu neigen gezellig huisje terug te
zijn, ver van al die koude, doorbo
rende blikken, die hun gelieimst© ge
dachten schenen te raden.
Den volgeladen avond ging André
naa'r den notaris; do geheel© erfenis
bedroeg 700.000 franken; zij konden
hun oo'ren nauwelijks gelooveml
Paulette werd bestormd door aller
lei ongelukkige», die haar kwamen
snveeken toch de jaa'rlijksche bijdra
ge, di© zij ontvingen niet in t© trek
ken. De jonge vrouw was tot tranen
te© bewogen over al di© ellende en
gaf langzamerhand al het geld weg,
dat zij van Parijs had meegebracht.
Op een morgen iets méér willende
weten van 't bestaan dér on do j onge
juffrouw, snuffelde zij in een lade
met oud© papieren: geel geworden
blieven, bijna alle gevuld met danik-
betuigiinge'n voor bewezen diensten.
Zij vond ook eon book in wit ma
rokijn gebonden; in goudlen lettors
stond op deu band gedrukt: „Van
dag tot dag", ongetwijfeld was dit
het dagboek der overledene, waarin
zij haai* intiemste gedachten en er
varingen had opgetcckcnd. Met het
omslaan eefnier bladzijde vond zij 'n
papiertje, dat zij, na 't even ingezien
te hebben, van schrik op den grond
liet vallen. Het was een testament!
Een testament geschreven door me
juffrouw Do Perles. Paulette las met
zenuwachtige haast; hun naam werd
nergens genoemd, maar alles ver
maakt aan liefdadige instellingen, en
aan de armen, liet hart zonk haar
in de schoenen, zij bleven dus arm,
hun Vreugde was wèl van korten dnur
geweest?
Welk een ontdekking! Zou zij het
noodlottige papier verbranden? Dan
zou André bezit kunner nemen vaïi
de erfenis en hun kind dan ten min
ste weten, wat het zeggen wil, zich
ruim te kunnen bewegen.
Zij verborg haar gezicht La de
handen, het bloed steeg haar naar
het hoofd Hoe kon zij zoo slecht zijn
zoo oneerlijk, zich te willen verrijken
met wat haar niet toekwam! Armen
en o'ngelukkigen bestelen! Hoe kwam
zij er toe!
De strijd moest geschieden, dan
nu maar dodelijk, zij moe6t de wér-
kelijkibeid onder de oogen durven
zien. Wat zouden zij gelukkig zijn
geweest met hun rijkdom hoe goed
zouden zij dien besteed hebben.
Zij kon geen besluit nemen, zij zou
een laatste poging wagen en André
laten handelen. Dan had zij ten min
ste nog eenig uitstel, ai was 't maar
enke'e uren.
Zij nam het papier en legde het
weder in het witte boek, dat zij op
een tafeltje plaatste, zóó, dat het
André dadielijk moest opvallen.
Bleek, met ontdaan gezicht, zat Pau
lett© bij d© tafel toen De Perles bin
nenkwam. Hij maakte e»r zich een vér-
wijt van, haar te lang in deze som
ber© omgeving te hebben gehouden;
gelukkig waren er nog mnur enkele
formaliteiten bij den notaris te ver
vullen, dan konden zij weer naar
"naar hun geliefd Parijs terug.
Paulette wendde hoofdpijn voor en
ging in oen langen stoel liggen, deed
alsof ze de oogen sloot uit vermoeid
heid. doch lette scherp op ieder© be
weging vah André. Hij liep zacht
door het vertrek, om haar niet te sto
ren, en keek verstrooid naar de ou-
derwetsche gravures aan den wand.
Nu nam hij het boek op, glim
lachend om den witten band, lang
zaam begon hij er in ie bladéren, het
noodlottige papier viel op den grond
en hij bukte zich, om het op te rapen.
Paulette voelde haar hart bon zén.
Het zweet stond André in groote
druppels op het voorhoofd, hij ver
bleekte en keek steelsgewijze naar
zijn vrouw, Paulette begreep, dat
ook in hem dezelfde gedachte op
kwam, die zij zich niet schaamte hud
bekend.
Lafaard, die ik ben!
In eéa oogen blik stond zij naast
hem.
André!
Hij toondé haar het pap;er.
Ik weet alles, André, en ik ben
blij, dat we geen von be den zoo af
schuwelijk slecht zijn.
Den voigehden dag reisde het echt
paar naar Parijs terug na eerst het
testament bij den notar.s t© hebben
gedeponeerd.
(Delftsche CrL)
Haar Venster.
door BERTHA VON NAUENDORF.
Tegenover mij woonden ze, een
huis vol vroolijke, gezonde menschen.
De oudste dochter, een slanke, bru
nette, interesseerde mij bijzonder. Ik
kon haar venstér van u t mijn kamer
zien. Bij dat venster speelde zicli ge
durende deu zomertijd een deel vau
haar jongemeisjesleven af. Op do
vensterbank stonden een paar potten
met bloemen, welk© door de eigena
res met teedere belangstelling wer
den verzorgd. Heel d'.ep boog ze liet
bruin© hoofd met de zware vlechten
over haar lievelingen en verheugde
zich over eJk knopje, elke nieuw©
loot. Veel keur had ze niet m
voor Dora waren deze weinige bloem
potten voldoend© om een deel van
haai- denken te vullen Behalve een
mirtenboompje had z© nog een rozen
struik en eenige geraniums en fuch
sia's. Nauwelijks was zij opgestaan,
of zij snelde naai' het venster en
koek de pianten. En nog een andere
liefhebberij had het jonge meisje: het
phiotografeeren, en met groot vér-
maak keek ik dikwijls naar baar,
wanneer ze de platen tegen het liclit
hield en opmerkzaam bekeek. En dan
lagen de copiéerramen tusschen de
bloempotten en do copieèn werden la
ter even nauwkeurig bekeken als do
platen. Dora was trotsch op haar pho-
togTafieen, zoo trotsch, als de ama-
teurphotografen nu eenmaal zijn, die
nooit de schuld hebben van een mis
lukte opneming, maar met een vei
bazende handigheid altijd l.cht, toe
stel of anders een ongunstige» sa
menloop van omstandigheden de
schuld weten te geven. Eu al plaagde
men haar ook mei de opneming van
de groep, waarop allen precies Kame
roennegers gelekeu, heimelijk scheen
ze haar werk toch heel aardig te vin
den; want ze had een verontschuldi
ging voor elk verwijt van haar fami
lieleden.
Zie je, zoo gaf ze haar broer
uitleg van oen plaat, waarop niet te
zien was, wat het moe6t voorstellen,
deze opneming zou voortreffelijk ge
lukt zijn, als »k maar niet had verge
ten de plaat te verwisselen. Nu zijn
er twee opnemingen op een plaat ge
komen. 't Is wat mooist En deze pho-
tografie ze hield een andere plaat
tegen het licht, waarop slechts eeui
go grijze vlekjes zichtbaar waren,
e\eneens goed geworden zijn, a'.s
ik maar lang genoeg beKcht had.
Maai- ik heb bet teestel zoo scherp
mogelijk gezet.
a zoo ging het vérder. Alle opne
mingen waren „eigenlijk fameus ge
lukt a's ze maar niet juist de eeuo
of andere fout had gemaakt.
Haar broei' echter, die eenige jaren
jonger was, vond In plaats van elk
antwoord, van elk bewijs van waar
deer in g, slechts een oneer b.edi gen
grijnslach, welke Dora buitengewoon
driftig scheen te maken.
Jij domme jongen zult me toch
niet boos maken, zei ze met ee>n rood
hoofd en schoof lui as tig een copieër-
raam tusschen de bloempotten. Daar
bij stiet ze togen haar mii'teuhoom-
pje, dat naa'r beuedon en in den turn
viel.
- Sliep ultl brulde haa'r broer, die
geen medelijden kende, je mirt is ka
pot, jo blijft een oud© vrijster!
Zonder oen woord te zeggen was
Dora den tuin ingeloopen en hield nu
hot struikje in haa'r hand. Het zach
te gras luid het gored, slechts hiér
en haar was een takje geknikt.
Domino Ixiiigei! riep ze nog eens,
en schudde de vuisty want boven voor
't venster werd de brutale stompneus
van haar broer zichtbaar en zijn x'u-
we, overslaande stem deed zich on
ophoudelijk hoeren:
Oude vrijster! oude vrijster]
En ik word er toch geen! riep
ze en lacht© al weer.
En op zekeren dag stond zo weer
voor het venster en las met aandacht
een gedrukte kaart. Ik was uu reeds
zoo n.cuwsgier.g g worden, dat ik
menigmaal in het geheim door mijn
tooueelkijker naar haar keek. Hét
meisje was ook zoo aardig.
Dade'ijk begon ik te combineeren
Het was misschien een uitodödig.ng
voor het rozenfeest, want we waren
juist in de rozenmaand. Ik bad mij
niet bedrogen.
Nog oplettender dan ander bekeek.
Dora haar planten, vooral het rozen
struikje waaraan twee donk er roede
knopjes tusschen het grien zaten. En
op den dag van het feest sneed z© na
een ko'rle aarzeling do beidv halfge-
ojiendc knoppen af. Ze droeg niet de
gewone kinderlijk© besluit als een
kroon lag het d. elite haar op het sier
lijk© kopj© en met handige vingers
stak ze de bonte knoppen in de vlech
ten. Daarna reed z© weg, vroolijk en
gelukkig, het vermaak tegemoet.
Den volgenden morgen stond zo
later op dan gewoonlijk, maar do
mot dansen doorgebrachte nacht
scheen otui liaar zonnige frischheid
geen afbreuk te kunnen doen. Alleen
lag er een donkéi© schaduw onder
haai- blauwe oogen. Glimlachend
keek zo in haar liand en hief een
klein rood iets behoodzaum in de
hoogte. Het geleek op een hart. O,
neen, het was de ©one rozenknop,
al'echts een©...? W aar was d© andere
gebleven? Dora boog hot hoofd en
baar trisscho lippen drukten een
langen kus op do verwelkt© bloeeem...
Dus het woelig, kloppend liarlje
had ze verloren? Ik zou spoed g ge
noeg mijn vérnueden bevestigd vin
don want zo vergat dien dag voor
't eerst haar bloemen water t© geven!
Dora stond thans vaak aan 't venster
zonder tets te doei», niet een zaligen,
druomerigen glans in d© oogen, een
teedJetren glimlach om den mond.
Thans was er iets gTOotors in haar le
ven gekomen, iets, dat haar geheel©
zijn en denken vulde: de liefde. Ik