lag gieen oopi&erraam meer tusschen
de bloomen liggen en vot haar plan
ten had zo nog aleobts een vluchtigen,
verstrooiden blik. Slechts eenmaal
gleed haar hand als liefkoozend oviftr
de mirte en toon bemerkte ik
gladden ring aan de blanke moli
hand...
Een verloofde was ze thans, een
gelukkige poëtusch gestemde verloof
do. 25e kefde in een andere werekl,
<le kleine Dora, en zag mij nooit, be
merkte nooit mijn geheim gadeslaan,
tilijn steeds grootor wordende belang,
stolling. In weerwil van de onvol
doende verpleging ontwikkelden de
bloomen op haar vensterbard; zich
toch goed. Het was immers zomer en
een medelijdende regen zorgde voor
de nood i ge verfrissching. Zonder de
zen regen zouden de arme planten
stellig verdord zijn.
Ja, de Uefde...
En toen kwam die herfst; hij bracht
een paa'r ruwe, koude dagen en mij
een teleurstelling. Dora liet zich se
dert eenigo dagen niet mee'r voor het
venster zien. Ik miste haar. Ik was
er zoo aan gewoon geraakt can naar
do Overzijde te kijiken en het iilevo ge
zichtje in de bloeiende omlijsting van
het venster te zien, dat haar wegblij
ven me pijn deed. Het gordijn bleef
zelfs een paar dagen nee'r gelaten en
hot venster word maar even op een
kiertje geopend. Dora scheen ziek te
zijn. En de planten lieten de kopjes
hangen en de bloemen melancholiek
naar beneden vallen.
Een week later zag ik haar weer
voor het venster staan. Doch zij, die
daar ginds voor zich uitstaarde, was
geen zorgeloos, wool ijk kind meer.
Het was een vrouw, die door leed en
bitter verdriet in eenige dagen de er
varingen ran jaren had opgedaan.
De dikke vlechten hingen bij den rug
neer en het haar lag losjes om het
bleeke, smalle gezichtje. Met ean
trage beweging streek ze het haar
van liet voorhoofd en ik zag, dat de
blanke hand doorschijnend was ge
worden en de ring verdwenen.
Arm, arm kind! Alles was dus voor
hij. Do wind streek huilend om den
hoek, zoodat de bloemtakken voor
Dora's venster zich bogen. Blad na
blad viel naar beneden en traan na
traan rolde het meisje over de wan
gen; rillend ging ze achteruit
Bleek en bleeker werden de wan
gen; de eens zoo schilferende oogen
blikken zoo droevig, zoo onbeschrijf
lijk droevig. Bruiloft zou ze houden,
maar met een ander machtiger, die
haar met zachte hand weg zou voe
ren uit deze wereld, welke haar zoo
bittor verdriet had berokkend. En ze
zou gaarne met hem gaan daarheen,
waar geen smarten meer gevoeld
wordian, waar alles Vriendelijk is en
licht...
Woest en kaal was de vensterbank
geworden. De planten strekten lraar
verdorden, later bevroren arm met
stomme 9meeking naar het venster
uit. Maar het werd niet meer ge
opend. Geen bruin meisjeshoofd ver
toonde zich meer in het geopende
raam; éénmaal slechts zag ik de moe
der er wanhopig door naar buiten
staren en bitter weeuen. En toen het
voorjaar kwam, bescheen de bleeke
zon een verlaten venster...
(N. v. t N.)
Nichtje.
Op zekeren avond deden barones
De Marey en haar eenige zoon Max
een wandeling door het park.
June Lussac, een achternichtje, die
op liet kasteel als juffrouw van gezel
schap dienst deed, liep, treurig door
hetgeen zij hoorde, achter hen.
Wees toch verstandig, kind, ik
ben wel geen milliardair, maar heb
toch geld genoeg om je een onafhan
kelijk bestaan te verzekeren. Niets
verplicht je tot dat huwelijk.
Miss Bella Burkson is een lieve
blondine met zwarte oogen, moeder
ik heb haar nog niet lief, maar zij be
valt mij. En ze is zoo rijk.
Die Amerikaansche is de vrouw
niet, dio ik je toewensch. Waarom
zoek je het geluk zoo ver 2
lloo onderworpen het nichtje ook
was, over dit plan voelde zij toch
groot verdriet. Want zij hield vau
haar achterneef, en dachtAls ik
geld had, zou hij dan bemerken, dat
ik ook een blondine ben met zwarte
oogen 1
Deze overdenking werd onderbro
ken door den uitroep van Max
Daar hebben ze alweer het hek
uitgetrokken. Zeker heeft Roustand
het weer gedaan. Ik heb dan ook be
vel gegeven hem vannacht te laten ar
restee! en.
Terwijl de barones en haar zoon de
schade auu het hok toegebracht on
derzochten, richtte de strooper, die,
in het kreupelhout verborgen, alles
gehoord had, zich op en legde zijn ge
weer op Max aan. Jane, die het zag,
wierp zich, meegesleept doer haar ge
voel, vooruit om Max te beschermen.
Meteen gaf zij, om te waarschuwen,
een gil, die zich verloor in het ge
weerschot.
liet nichtje voelde dadelijk een ste
kende pijn in haar voorarm, maar
reeds verschool Roustand zich in het
struikgewas, en de baron, geheel on
gedeerd, riep
Hij loerde op mij. de schavuit
Illj heeft op mij geschoten I Als ik
hem te pakken krijg
Vervolg hem niet. Hij is gewa
pend en jij bent het niet.
Het nichtje had zich intusschen
weer hersteld. Haar arm deed haar
pijn Zij voelde zelfs haar mouw nat
worden, maar zij hield zich goed, om
hot geheim van haar hart niet te ver
raden.
De kogel van dien onhandigen
snuiter is zeker verloren gegaan,
sprak Maxmaar nichtje, wat zie
Je bleek.
Ik ben erg geschrikt, antwoordde
het meisje, haar best doende om haar
verwarring te verbergen.
Laat ons dan spoedig in huis
gaan, raadde de barones aan.
Kort daarna, na zich tijd te hebben
gegeven do wonde op haar kamer te
verbinden, moest Jane in den salon
verschijnen.
Nichtje, sprak de barones, ik
ben moe en Max zal je in mijn plaafs
een brief dicteeren.
De jonge man. na even nagedacht
te 1 icbben, begon
„Lieve mevrouw Burkson
Ik wil u ceu geheim toevertrouwen,
dat u zeker al geraden beeft Mijn
zoon. Max, beeft een vurigen wensch.
Hier hield nichtje op, haar vingers
werden stijf, de drukking en de wrij
ving van hoi vloeiboek op den mouw,
had t heele verband losgemaakt.
De woud deed pijn, maar het voor
gevoel vau den volzin, die volgen
moest, deed nog meer pijn.
Wat is er, liefste vroeg de ba
rones.
Och, niemendal, mevrouw, ik ben
wat nerveus, mijn vingers beven.
Uw zoon zou mij een plezier doen,
zelf dien brief af te maken.
Mevrouw Burkson zou zijn schrift
herkennen, sprak de barones, en
dat zou incorrect zijn.
Kan liet dan niet uitgesteld wor
den tot morgen
- O, neen, riep Max uit. 't Moet
muur ineens uit zijn. Kom, nicht
je, je bent wat al te angstig. Je zult
je nooit betonen, als je er je niet te
gen inzet.
En do tafel naderend, met beide
handen in de zakken, begon hij op
nieuw te dicteeren.
Zou u naet denken, dat de ban
den, die onze beide families verbin
den, inniger konden worden 7 Mijn
zoon 1 iceft een vurige liefde opgevat
voor uw dochter Bella...
De arme Jane, onder het felle bran
den der ontstoken wond, schreef
slechts koortsachtig bij sprongen.
Toen zij het woord „liefde" en den
nuam der Amerikaansche schrijven
moest kostte bet haar ontzettend veel
moeite.
Zij voelde nog dieper in haar hart
dan aan baar urm de pijn, zoodat zij
niet een snelle beweging de pen los
liet. En daar begon uit haar mouw-
van do heropende wond het bloed te
stroomen en bedekte op bet papier het
woord „liefde" en den naam Bella
Toen Max die roode plek zag, maak
te bij een beweging van verbazing.
Maar je bont gewond, riep bij
Roustand heeft je gewond. Hij beeft
toch op mij gemikt Toen je hem zag,
waarom ben je niet achteruit gegaan.'
Waarom 7 lk begrijp je niet.
Nichtje, nu doodsbleek geworden,
ontzet de waarheid niet meer kunnen
de verbergen, gevoelde zich verloren.
't Scheen haar toe, dat het blood
stroomde niet uit haar arm, maar
uit haar hart, van waaruit het lieve
geheim was gerukt. En groote tranen
van schaamte, van verwarring spron
gen uit haar bedroefde oogen.
Dezen keer raadde, begreep Max
alles, getroffen als hij zich voelde In
liet diepst van zijn wezen. De tranen
bekenden hem, wat hert- nichtje altijd
had verzwegen.
N u openbaarde zij zich aan ham in
haar volle heldhaftige teederheid, hij
bezag haar voor den eersten koer en
voor don eersten keer bemerkte hij,
dat Jane met mooie zwarte oogen ei-
liever uitzag en blonder was dan Miss
Bella.
Terwijl de barones ongerust kwam
aangeloopen naar het nichtje, de
wond onderzocht en verbond en haar
moederlijke dankbaarheid in gevoeli
ge woorden uitte, staarde Max, in
diepe gedachten verzonken, naar de
plek zoo rood gloeiend op het witte
blad, als ware zij werkelijk iets zinne
beeldigs, alsof het nichtje daardoor
met haar hartebloed den naam van
miss Bella had willen uitwisschen,
het hart van haar neef willen
schoonwasschen van elke hebzuchti
ge leugen en met den prijs van haar
leven zelf deze heldenfoltering wilde
vrijkoopen.
Wil je dezen brief nu afmaken.
Ja of neen 7 vroeg de barones.
De baron schrikte op uit zijn
droom, zijn moeder was weer in haar
fauteuil gezeten met zorg verbon
den, nam Jane haastig de pen op.
Toen zei Max, Jane omvattend, in
een toeder lrefkoozing, met een stem
door nieuwe teederheid verzacht
Neen, ik ben van plan veranderd.
De brief heeft geen haast en bij na
der nadenken geloof ik, evenals u,
moedor waarom do liefde en het ge
luk zoo ver te zoeken 7
Oud nieuws.
(Schets door Ger.)
Oud nieuws, hoor, daar is er al
weer een over den kop... Dat springt
tegenwoordig of het niets is. Een
bankroet je is geen schande meer in
onzen tijd.
Dan vroeger, hè. Staakte er toen
een zijn betalingen bij ons, dan wees
iedereen hem na. Zoo iemand die
meer uitgegeven had dan zijn geld
zak lijden kon, en daarom niet meer
bij machte was zijn verplichtingen als
eerlijk koopman na te komen, dorst
niet meer op straat te verschijnen,
muur nou, in onze dagen, nou overal
hot uithangbord zoo groot en dikwijls
de nering zoo klein is, tegenwoordig
behoort hot zou je zoo haast zoggen
tot „don bon ton" merkte een burger
man van don ouden tempel sarcas
tisch op.
En do persoon tegenover wien bij
zijn vorachting en afkeuring uitsprak
over dien niet goed te praten toestand
kook voor zich uit, zei geen woord
en dacht na.
Jo begrijpt, zoo'n geval van fail
lissement bij die op het oog zoo bloei
ende zaak van Jacobs en Co. geeft
geen recommandatie voor zoo'n soort
zaken. Het blijkt zoo druk, dat die af
faires niet op goeden hechten grond
slag staan... ik zal or mijn lieve geld
niet insteken... ging de ouwerwetsche
burgerman steeds voort. En onwille
keurig dacht ie aau zijn kapitaaltje
dat-ie gestoken had in 'n handelson
derneming.
Zijn tafelgenoot koek nu eens flink
op, zag zijn buur recht ra de oogen en
hernam langzaam met klemtoon op
zijn woorden.
Zoo'n zaak niet vertrouwen?
Waarom niet? Zaken als Jochs er een
had, marcheeren altijd goed, als de
baas dc chef maar oppast, en niet...
De ouwe burgerman zette oogen op,
staarde verwonderd zijn mede-bit
teraar aan on verwachtte een heele
uiteenzetting van de oorzaak van
Jochs financieolen vaL Hij nam een
slokjo bitter, smakte het volop genie
tend naar binnen en baalde zijn Ken
nis do woorden ais uit den mond
door te vragen:
Jo bent zoo zwaar op de hand,
dat als... asse Jochs... wou ie daar
niet iets zeggen, wat je moeilijk zou
kunnen verantwoorden?
Nou. niet zoo diep vragen, zeg.
Ik beweer maar dit? Als Jochs niet
zoo hoog gevlogen was. Nou, hoog-vlie
gen bedoel ik eigenlijk niet. Maar
Jochs zie je, had liet een beetje hoog
in zijn kop, voerde zijn zaak wal wat
ai te veel op, sprak de een.
Zoo. zoo, zijn zaak had ie dus die
uitbreiding gegeven, welke zijn finan
cien te boven ging? vroeg de ouder
wetsere.
Ja, dat niet alleen al moest
hij het ook doen om te kunnen con-
currooren maar begrijp-ie, om
nieuwe klanten te lokken stelde hij
de prijzen nog al laag en gaf-crediet
zoo lang...,
Oh sa, is het 'm aan dien kant
gelegen, is 't 'ra dat.... Ja, dat ellen
dige crediet, je moet het soms al eens
doen, maar o wee, as je daar te ver
ingaat. Daar zijn altijd vandie geluk
zoekers vergeef mij het woord,
oude Frits, die er op loeren eeuwig
crediet te hebben... en te houden.
Ze betalen liever niet dan wel. En
dan Ls niet enkel de winkelier daar
mede gedupeerd maar ook de groot
handelaar. diie weer zijn centen van
den winkelhouder moot hebben. Snap
ie dat? Ik weet er van mede te pra
ten, daar ik het zelf bij ondervinding
heb. Ja, zoo is het... redeneerde de
ouwerwetsche.
U hebt gelijk, mijnheer. Maar
toch zou Jochs het nog hebben kun
nen kroppen wanneer ie nog weer
meer gepast had op de lèf van zijn
vrouw en dochter.
Dat wijfie van *m kon wat aan.
Schei uit... Mijn vrouw het me er wat
druk op gewezen. Je vat wel, dat mijn
eega at je jaloersch was op dat van
Jochs.
■Ta wel mogelijk. Maar had dat
bankroetje van Jochs niet gestopt kun
nen worden? Zoo'n flinke kerel er bo
ven op te helpen, niets zou mij liever
geweest zijn. Wij hebben we! eens
met 'm zaken gedaan contant. Het
klopte hoor. Den laatsten tijd is het
minder geweest. Er kraait nog iets
van ons bij hem... Wij hebben er ons
niet druk over gemaakt Wij zouden
de laatsten zijn, die 'm den strop om
gehangen zouden hebben.... Liever
hadden wij 'm vooruitgeholpen.
Laatst is onze reiziger nog bij 'xn ge
weest
Och ja, ik was ook vaste klant.
Hij bediende mij goed, ik betaalde
hom geregeld. Alleen van de laatste
maanden staat er nog een rekeninge
tje van mij bij" hem, vergoelijkte de
moderne hoer tegenover den antieken
voorzichtigon, oogenschiinlijk gullen
handelsman, die erg op den "duit was.
En beiden bleven nu stilzwijgend
tegenover elkaar zitten, ieder mot
zijn gedachte over het faillissement
Jooh on Co. Do schuldeischer bezorgd
over zijn paar duizendjes, de debiteur
onverschillig over zijn minne schuld
zoo dacht hij althans.
Zij dronken hun bittertje en bleven
onverschillig voor Joch's zorgen.
ien der groote winkelstraten,
met weelderig ingerichte magazijnen,
lag het moderne, aan de laatste
eischen des iijds voldoende gebouw
van Joch en Co. Het was een groote,
rijk gesorteerde schoenenzaak, waar
do nieuwste snufjes in „Womans
Shoes" en „Boots" en de eenvoudig
ste werkmanakistjes voorradig wa
ren, bottines van twaalf gulden en
nog moer. schoenen als klompen voor
vior of vijf gulden het paar. Het was
"n met den tijd meegaande, ruim in
gerichte schoenenbazaar.
Het had er vroeger druk geloopen,
het was een goed beklante zaak ge
weest, bekend voor solied, matig ge
prijsd schoenwerk.
Toen kwam de concurrentie, schoen
winkels verrezen als paddestoelen op
uit den grond en wedijverden met el
kaar in lage prijzèn, chique model
len... en door de goedkoopte vaak
minderwaardig, gauw versleten
schoenwerk.
Joch moest meedoen deed ook
rneo, maar liep niet in die vaart het
hellend vlak af van de onderling©
ijverzucht als de concurrenten.
Sommige klanten verloor ie... ande
reu bleven en verkozen degelijke waar
voor matigen prijs. Toch werd de om
zet geringer, onvoldoende om de kost
bare win kol uitgaven te dekken. De
zaak ging achteruit in ieder geval,
zienderoogen voor den leider der af
faire, ongemerkt voor de buitenstaan
ders, die deze grootsche zaak als een
financieel-krachtige, solfde inrich
ting aanzagen.
Maar Joch wist boter. Menige reke
ning bleef hem onbeta'ald en de groot
handelaars nepen hem af en toe.
Rekening na rekening werd bij hem
ingediend, de lederhandelaars en
schoenfabrikanten zonden hem hun
reizigers op het dak die kwamen ma
nen, dwingen, schooien om voldoe
ning. Menig© zelf half berooide, in
zak en asch zittende commissionair
klopte bij hem aan op afdoening van
schulden soms nietige bedragen...
maar vele kleintjes maken ©en groote
vormden een heele som, thans on
mogelijk te betalen. En toch het kon!
Joch zou den hardsten, ongeduldig-
sten eischers voldoening kunnen ge
ven. De mogelijkheid om zijn zaak te
redden was er!
Zijn eerlijke goed befaamde reputa
tie als solied koopman, die ,,er goed
voor was" kon hij handhaven, uit den
zwadder der kwaadsprekerij, ver
dachtmaking, houden,als alle reken in
getjes van klantjes, die gaarne veel
chics, moderns, iets uit de high life
smaak gehad haddon, geen schulden
bij hem hadden laten aanschrijven en
als zij nu tenminste maar voldeden op
het oogonblik, nu hij, de eerlijke zorg
vuldige middenstander in groote ver
legenheid zat.
Hij sloeg zijn boeken nog eens open
ging de verschillende posten nog
eens na. Hier nog een schuld van tien
pop, daar een, twee drie van vijf en
twintig gulden, ja vond er zelfs van
honderd gulden. Ook een schuld van
vijf en zeventig pop van een mijnheer
die straks nog zoo afgegeven had op
zijn zaak, die zijn winkel beklad had,
zijn verstand van zaken had bekriti
seerd, en afgekeurd. Hij had immers
te voel ophef gemaakt, te veel praats
geschopt, was te hoog gevlogen en nu
««kortwiekt neerget uimeld, hij had
immers zijn klanten maar gelokt,
door crediot te geven, was onverant
woordelijk geweest in ontactische uit
breiding van zaken. Zoo bad die de
biteur geredeneerd
En nu stond die eigenste grootspre
ker in zijn kladboek voor bijna een
bankje van honderd.... De winkelier
zuchtte, stampte ni)dig op den vloer
en heeschte opgewonden met schraap-
stem:
Ja, die opscheppers, zij pronken
met andermans vee ren, zij koopen
maar betalen niét. Ze laten je schreeu
wen om je centen, zij laten je kraaien
tot je zelf op bent, heelemaal op, je
zaak den kelder ingaat.
Het was oenige weken voordat het
bankroet openbaar werd. De midden
stander. die daar in zijn werkplaats
zijn opgekropte woede bij zichzelf tot
uiting bracht, werd eensklaps uit zijn
..redenatie" gestoord door het aandie
nen van den reiziger der groote leder-
firma, vertegenwoordigd in binnen-
en buitenland, handelende onder den
naam Singhor.
Laat hem binnenkomen, beval
de patroon aan zijn knechtje.
Daar trippelde ie-aan. De gewone,
stereotype verschijning van den han
delsreiziger. Beleefd buigend als een
slappe staak in stormwind, gezocht in
'tdrufckingen, gekleed in mooie demi,
o een kaal, ietwat grof gekleed© jas
en grijs gekreukeld broekje dekte,
lleoskoffertjes in den hand, lorgnetje
op, hood af.
Mijnheer, mag ik u voorstellen,
Klaus, vertegenwoordiger der firma
Singher.
Aangenaam.
Mijnheer ik heb gehoord dat uw
zaak op het punt staat geliquideerd te
worden. Is dat zoo? vroeg de reiziger
met uitgestreken gezicht.
Zooals u zegt. Liquideeren zaï
echter wel overbodig zijn, maar we
gens gebrek aan actief, zal ik mijn
betalingen moeten opschorten tot gun
stiger tijd, beantwoordde de winkelier
schuchter de vraag.
Dus onze firma was wel goed in
gelicht?
Het blijkt.. Kan er niet een
tijdje gewacht worden met betaling
waagde do zakenman met beleefd
verzoek.
De reiziger, overtuigd tegenover
een debiteur te staan, nam onvrien
delijker houding aan, werd zijn gun
stiger positie tegenover den schulde
naar bewust en gaf het lakonieke ant-
oord
Voor onze firma onmogelijk.
Hoe niet mogelijk Zenuwachtig
klonk die vraag.
Wij zitten zoo dik in de schul
den, dat wij er hard naar verlangen
er een beetje uit te komen. Wij zul
len uw zaak in handen stellen van do
rechtbank. Er zijn immers meer
schuldeJsdbera. En onze eischen zijn
preferent hier.
De zakenman schudde zijn hoofd,
zag hier geen uitweg op bemidde
ling.
Eenige dogen later volgde het fail
lissement. Weer een neringdoende
naar de maan door schuld van pof
fers, ongeduld van groot-kapitaal.
Men zit weer aan de bittertafel.
Toch een beetje bar, dat faillis
sement-Joch, hé. Oud nieuws.
Actief was maar vijftien mille,
tegen een passief van in de veertig
duizend. Ik heb het maar van hooren
zeggen... merkte een mijnheer op, die
bij Joch ook nog voor vijf en zeventig
gulden in het krijt stond.
Och zoo 1 Ja, wij zitten er ook
onder, merkte een ouwerwetsche heer
op. Wij hadden hem graag geholpen,
maar wij zitten er zoo dik onder. We
helpen ze niet graag naar den ked-
der, doch geld er bij leggen, doen we
niet. Wel goed, niet gek, merkte een
lid der firma Singher op.
(Geld.)
Een keur van schoenen
De Tel. correspondent te Londen
schrijft:
De Nederlandsche Kamer van Koop
handel h'er tor stede stond voor eene
taak, moeilijker dan zij ooit op hare
schouders had genomen. In den loop
der twee-en-twintig jaren van haar
nuttig bestaan heeft zij op de Engel-
sche markt schoono zaken voor ons
land weten te bevorderen, maar nu
"moest zij hier Engelsche schoonen
zoeken, voor de Hollandsche wihkel-
markt op de door haar georganiseer
de tentoon stel ling in Olympia. En
dat was, in its way, a job.
Do dames toch zullen die tentoon
stelling opluisteren, in de varieeren-
de kloederdrachten onzer boerinnen.
Zij moesten dus goed op haar kunnen
gelijken, een kleur als melk en bloed
hebben, een ferme figuur, gevulde ar
son aardig gezicht, een mooie
«omplexie en verstand van zaken er
bij. Eigenlijk moesten zij in zich ver
eenigen, de lieftalligheid van Romeo's
Julia, de zachtheid van Desdemona,
de bespraaktheid van Portia, de stout
heid van Kenau Hasselaar, nochtans
zonder hare krijgslust en de zaken
kennis eener winkeljuffrouw van Li
berty.
Zijn er nu zulke dames in Enge
land? O ja. zeer vele. Ge weet mis
schien. wat Max O'Rell in zijn boek
„Lee filles de John Bull" van
haar vertelde. Het is tegelijk juist en
aardig, namelijk dit:
.,Zoo gij uwe oogen weiden wilt aan
aardige, bevallige tronietjes, frisch
als vorens en netjes opgedirkt, zoo gij
ze bij hondorden langs u heen wilt
zien defileereu, ga dan op een mor
gen van de week tusschen negenen en
lienen wandelen door Oxfordstreet,
Regentstreet, New Bondstreet en Pic
cadilly. Daar zult ge zien, alles wat
John Bull u van bet schoonste kan
aanbieden.
De mooiste^aoorten van Engelsche
dames (natuurlijk, voor zoover zij er
niet ruim bij zitten, maar toch vaak
niet onbemiddeld) zijn de juffrouwen
der groote Londensohe magazijnen
van modezaken, confectie en nou-
veauté'e. De Engelsche eigenaars dier
zaken zijn zoo verstandig in hun
dienst slechts dames te nemen, die
jong zijn, aardig en comme il faut
En het kijken naar die groote schare
onafhankelijke jonge dames, achtens
waardig en gedistingeerd, als zij zich
des morgens naar hare betrekkingen
begeven, is een dor aangenaamste en
vorlieffendste aanblikken van deze
onmetelijke stad".
Ik ben liet er mee eens. En nu weel
de lezer moteeu, waar nier op bezoek
de oogen ie kunnen verlustigen.
VVein u, van die aames was er t
derUg tal nuodig voor de mooie w
kals der llotlandsclio tento ons telling
in Olympia, gedurende ue laatste
helft van April. Zij moeten daar zor
gen, dat er geen bezoeker of bezoek
ster met ledige minden en al het geld
in zijn of haar beurs henen gaat. lsr
bleek veel ambitie voor te zijn. Up ue
advertenties ui enkele LonaeiiöCiie
dagbladen geplaatst, kwam een zoo
groote scha ie schoonen getogen naai
de Coanaugritzaal in Great (Jueen-
street, dut er twee dagen mee heen
gingen, om de geschikten van de on-
gesemkten te sclieiden, de schoonen
in de... wel, minder sclioonen.
Mr. Roosegaarde Bisschop, de se
cretaris der Nederl. K. v. K. was zoo
vriendelijk mij. te vragen of ik er bij
tegenwoordig wilde zijn. En ik vond,
dat wel een kolfje naar mijn hand.
Zoo vormden wij dan gedurende die
beide dagen de jury. Mr. Bisschop, j
qua rechtsgeleerde en ziel der komen
de tentoonstelling, zat voor en had
naast zich zitten: aan de eene zijde
mevr. Van dor Steen, die iederen dag
d e E ngelse he dames netjes met hare
liollaudsche costumes opdirken gaat,
en een Engelsche dame, die het toe
zicht over deze winkeljuffrouwen
krijgt: aan do andere zijde onzen
kunstschilder W. L. Brüokman, die
al de inrichtingen der tentoonstelling
ontwierp, en uw nederigen dienaar,
llij en ik gingen letten op het uiter
lijk on de passonde figuur der dames,
de beide daiues hoofdzakelijk op haar
businosscapaciteit, en mr. Bisschop
hield het oog op al die eigenschappen
met beslechting van het pleit.
Wij hadden, ofschoon een jury vor
mende natuurlijk geen eed behoeven
af te leggen, maar besloten, naar eer
en geweten ons oordeel te zullen vel
len. En dat was soms nogal moeilijk.
Men kan gemakkelijker kaf van ko
ren scheiden, of moeskruiden lezen,
dan uit een groote eaal vol schoonen
de schoonsten pikken. Bovendien deed
zich af en toe deze penibele kwestie
voor, dat een heele mooie, jonge dame
een heel onervaren saleswoman was,
terwijl een patente verkoopster som
wijlen onzen schoonheidszin heele
maal niet bevredigen kon.
Mevr. Van der Steen, die gedurig
op internationale tentoonstellingen
exposeert, deed ons verbaasd opkij
ken, door mededeeling te liebben on
dervonden, dat minder mooie dames
vaak de handigste verkoopsters zijn.
Toch verstaat zij zelf Bet zaken-doen
uitnemend.
Als een jonge dame er zoo mooi uit
zag, dat een romantische dichter als
Heine of Byron, haar bepaald zou
hebben bezongen, maar aan hare
schoonheid geen ervaring van verkoo-
pen paarde, of als een zeer ervaren
saleswoman, er om van te schrikken
uitzag, dan velde onze jury een een
parig oordeel: 11 n'y a pas ft dire.
Doch dat kwam hoogst zelden voor,
meestal hadden de daan es iets van
beide deugden.
Zij waren haast allemaal schoon,
zij liet ook mot graden, en zij waren
er in soorten: Blondines en brunetten
bleeke en met koontjes als een kriek,
slanke en lilputters, tengere en flink
gebouwde. Er waren zelfs enkele
charmante actrices onder. Eene kwam
zich aanbevelen op grond van haar
muzikaal talent. En een heel donker
meisje met gitzwarte haren en zacht-
bruine gelaatskleur, een echt Ooa-
tersch type, beweerde van Holland
sche afkomst te zijn en derhalve the
rignt one voor onze tentoonstelling.
Maar helaas, haar moest worden go-
zegd, dat zij do wrong one was. Wanl
stel u voor van zulk een donkere da
me een frissciie Zeeuwsche, Noord-
Hol landsche of Friosche boerin te ma
ken. Dat kon niet.
Verbaasd hooft mij de talrijkheid
der opgekomen dames. Wat moeten
er hier veel van haar rondloopen,
zonder betrekking en zonder lust of
kans om te huw on. Het meerendeel
der aanwezigen bleek hier 's zomers
op tentoonstellingen dienst te doem,
en dat was"He rechte soort
Velen zeiden in drukke tijden dienst
te doen in zaken als van Harrods,
VVhitoley, Peter Robinson of Zelfrid-
ge. Zij verdienen daar heel aardigt
loonen, van twaalf tot achttien ol
moer guldons per week, plus commis
sieloon van hetgeen zij verkoopen.
Eén zeer schrandere jongedame zeide
haar loon van dertig shillings verdub
heid te hebben gekregen in een zaak,
•aar zij periodiek hulp gaat vcrlee-
Aiuar zij waren allemaal even be-
geerig op onze tentoonstelling in
Olympia dienst te komen doen. ilet
was een sportful corneal, om maar
het eerst uit hare wacnizaal bij ons
binnen te worden gelaten. Zij ver
drongen zich achter de deuren als ik
die open deed, om ze op haar beurt
binnen te laten, dan kenen ettelijke
blauwe of bruine fonkelende oogen
mij zoo aan, dat ik wel IS weet
niet waar had willen kruipen. Ten
slotte moesten wij ze allemaal maar
in onze zaal toelaten. En daar zaten
zij in 't rond angstvallig te staren
naar hare ondervraagde zusteren.
Sommigen bleken zoo hard up te
zijn, dat het ons gemoed aangleep,
liaar wegens ongeschiktneid af te moe
ten wijzen. Ach, wat eon armoede be
dekt vaak ecu fatsoenlijk costuum!
Enkele schenen uit onze gezonde dor
pen te zijn gekomen, zoo frisch en
blozend zagen ze er uit. „One touch
of nature makes the whole world kin"
zeide Shakespeare. Als bijvoorbeeld
blozende wangen van dames.
Zoodra de dames de afbeeldingen
zagen der costuums. die zij zullen
dragen, werden zij nog begeeriger in
dienst te worden genomen. Sommigen
riepen: „How pretty!" anderen zeiden
evenwel met 'n koel gezicht: „Rather
nice". In vervoering raken zulke En
gelsche dames niet licht, en daarom
zijn ze zoo geschikt voor business.
Uit den gunsclien drom werd eet
vijftigtal zeer geschikt gevonden en
daaruit moeten nu de dertig geschik-
sten worden gekozen. Dat is een kar
wei, waar men niet Hebt over donken
moet, doch liet zal wel lukken. En
dan krijgt de Hollandsche tentoon
stelling oen stuf van Engeische da
mes, die in speciaal voor haar ge
maakte kleederdrachten onzer boerin
nen aldaar oen zoo goede sier zullen
maken, dat er alle winkels in twee
weken uitverkocht moeten raken.
Dit kan ook ©en les voor vele land-
genooten zijn, want zoo menigmaal
heb ik van hen moeten hooren, dat de
dochteron van John Buil niet schoon
zijn. Men zal daar nu op de Holland
sche tentoonstelling in Olympia eeni
ge vrouwelijke typen zien, die zicli
gerust met de schoonsten van andere
landen kunnen meten. En als die aan
vallige figuren, met de keurige kleed ij
van een Zeeuwsche, Hollandsche of
Friesche boerin zijn uitgedost, als er
op die blonde of bruine liaren een
sierlijk kapsel zal rusten, waartus-
schen een snoeperig, mooi gezicht la
chend uit kijkt, dan blijft er geen
Londenaar uit Olympia weg en gaat
er geen zonder iets te koopen heen.
Kom er u slechts van overtuigen,
waarde lezer.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat34. Telephoou 1313.
Probleem No. 335 van I. WEISS.
M »ji
47
4ö
Wit
Zwart schijven op 1, 3, 5, 6, 9, 13, 14. 15. 36, 40 en 45.
Wit schijven op: 16,17, 20, 24, 26, 27 28, 30, 31, 33, 38, 4
Probleem No. 336 van I. WEISS.
Zwart
1 2 3 4 5
t«
Zwart schijven op 2, 3, 4, 5, 7, 9, 11, 12, 16, 17, 18, 22, 25, 26.
Wit schijven op 13, 14, 23, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 36, 87, 46 en 47.
Oplossingen van deze problemen worden gaarne ingewacht aah bov«
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 27 deziér.