NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
29e Jaargang, No. 8860
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 9 MEI 1912 A
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN:
per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cis. Builen liet Arrondissement
voor Haarlem J iaj Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer f020. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) j-^9 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
Afzonderlijke nummers0.02Mi VIjZ 4 n - n
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37M Redactie en Administratie: Groots Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post ,0.45 IntercomnmaaalTelefcGOiminnier der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lonreiis Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drnfekerij: Zffider Bnitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsbiUend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandse!; Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACIIT BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1537
Brandverzekering.
Twee mededeelingen in de laatste
nummers van onze courant werpen
een eigenaardig licht op de verzeke
ring tegen brandschade, zooals die
onzen tijd bestaat en werkt. Zoo merk
waardig is de tegenstelling, dio daar
uit spreekt, dat de vraag wel moet op
komen, of het niet tijd wordt de ge-
hcelc verzekering tegen brandschade
Jn andere banen te leiden.
Ifct cene bericht dan ging over een
brand in Beverwijk, waarbij assura
deuren geweigerd hebben, het verze
kerde bedrag uit te betalen cn ei
In 1912, na een proces dat negen jaar
fcceft geduurd, daartoe door de recht
bank zijn veroordeeld.
liet tweede was een noodkreet van
assuradeuren, ontleend aan een hun-
nor vakbladen, dat de premicn door
de concurrentie te laag zijn gedaald.
Hieruit volgt van zelf, dat indien
werkelijk do premiën beneden het mo
gelijke gedaald zijn, de soliditeit van
do maatschappijen op den duur niet on
aangetast blijven kan. Daarvan moet
het logisch gevolg wezen, dat maat
schappijen laat ik zeggen minder ge
neigd zullen worden tot eeno milde
schaderegeling. Wat dit beduidt is
licht te begrijpen. Zoodra een brand
heeft plaats gehad is de positie van
den verzekeraar tegenover den verze
kerde totaal veranderd. Was tot dus
ver de laatste klant, na een brand is
hij de afwachtende, de zwakkere ge
worden. Van de honderd verzekerden
zijn cr geen vijf, die wanneer zij mee-
nen dat hun tekort gedaan wordt lust
hebben cn financieel krachtig genoeg
zijn, om langs justitiëelen weg him
recht te doen bepleiten, met de kans
(wij zagen bet hierboven) dat de be
slissing negen jaar op zich kan laten
wachten. Verreweg de meeaten zijn
dus in de behoefte van geld, die zich
altijd dadelijk na brand doet gevoe
len, geneigd om elk eenigszins bijko
mend voorstel, maar te aanvaarden,
ook al zouden zij meer hebben ge-
wenscht en blijft het uitbetaalde be
drag ver beneden de erzekerde som.
Elke verzekering, ook die tegen
brandschade, is onderling. Neemt zij
den zuiver onderlingen naam en vorm
aan, dan zullen de deelnemers er niet
aan denken zich er tegen te verzet-
ten, wanneer de directie een hoogere
premie noodzakelijk acht. Als dat zoo
is, mag het onverklaarbaar heeten,
dat verzekerden van een particuliere
maati=chappij (die toch ten slotte ook
onderlinge belangen waarborgt),
steeds vermindering van de premie
verlangen. Het gaat hier waarlijk om
cene centenrekening. Een premiever-
schil van tien, twintig of dertig cen
ten per mille is voor een maatschap
pij van de grootste beteekenis, ze
maakt voor den verzekerde noch in
de hoogte, noch in de laagte, iets uit.
Of zal de man, die zijn bezit voor dui
zend gulden assureerde, niet dertig
cents meer willen betalen, wanneer
bij weet, dat die drie dubbeltjes zijn
maatschappij over de massa gerekend
financieel krachtig maken en geneigd
tot royale regeling van schade? Dat
zelfde is op grooter bedragen nog
meer van toepassing. Menschen die be
langen hebben te verzekeren van dui
zenden merken het ternauwernood op,
of hun brandpremie ean paar gulden
hooger of lager is.
Waarom, zoo vragen wij ons dan
ook af, jaagt het publiek naar lage
premies, is het daarvan dikwijls zóó
.vervuld, dat het alleen daarop let en
liiet op do soliditeit van de maat
schappijen, die deze aanbieden? Het
antwoord is eenvoudig dit; omdat het
overstroomd wordt met lage offer
ten van agenten. Uit zichzelf zijn wij
particulieren zoo listig niet,we worden
zoo gemaakt door de agenten, die
vragen; „Hoeveel betaalt u?" en bij
het hooren van de premie een gat
de lucht slaan: „neen maar, dan heeft
u tot nu toe altijd veel te veel be
taald." Dat is prikkelend, het spoort
aan tot verzet, de goedkoope man
krijgt goede kans om af te sluiten en
zoo wordt menige post gegund, zonder
eenige informatie naar de crediet-
waardigheid van den verzekeraar. In
het binnenste van zijn gemoed denkt
namelijk de verzekerde: „Ik moet mij
verzekeren, je kunt nooit weten, maar
bij mij komt toch nooit brandl" Zie
daar de verklaring van de luchthar
tigheid, waarmee de brandassurantie
behandeld wordt. En toch is dit zeker,
dat eerst wanneer er werkelijk brand
ontstaan is en schade betaald moet
worden, daadwerkelijk blijken zai of
de premie voldoende was of niet. Zoo
ja, dan zal, ik herhaal het, de afwik
keling milder kunnen zijn, zoo neen,
dan zal op den duur de verzekerde
toch weer zelf de schade er van on
dervinden dat hij te weinig bijdroeg
i dat wel honderd- en duizendvoud.
De moeilijkheid in deze aangele
genheid schuilt in het antwoord op
do vraag, wanneer een premie te
laag is. De levensverzekering heeft
hare sterftetafels, waarop de tarieven
gebaseerd zijn: zij wijken bij de ver
schillende maatschappijen dan ook
weinig van elkander af, de brandver
zekering staat op minder vasten
grondslag en moet het met ervaring
doen. Toch zou ook deze voldoende
houvast opleveren, indien er maar
grooter eenstemmigheid onder de as
suradeurs ontstond, om te komen tot
een norm, die de maatschappijen
krachtig maakte en dus ook ten goe
de kwam aan de verzekerden.
Dan zou er eenheid van belangen
zijn, thans is er een strijd. Terwijl de
•zekerde de premie tracht te druk
ken, doet menige maatschappij het
zelfde met de uitkeering. Het schijnt
wel of zij zoodra er brand is geweest,
het verzekerde bedrag totaal heeft
vergeten. Hoogstens kan het beteeke
nis hebben als een maximum dat
't voorbijgaan gezegd, zelden of nooit
bereikt wordt. Minutieuze staten en
opgaven worden van den geassureer
de verlangd van wat hij in huis bad
het is vaak komisch op te merken,
hoe weinig waarde het verbrande be
zat en boe kostbaar datgene is wat
overbleef 1 Er zou een storm van ver
ontwaardiging opgaan, wanneer een
levensverzekering op den vervaltijd
niet tot den laatsten cent toe werd uit
betaald, maar dat bij brand de schade
met groote moeite en zorg wordt na
gecijferd, ook wanneer alles verbrand
is, schijnt niemand zonderling te vin
den.
Het publiek is er dan ook van door
drongen, dat een brand een „strop"
is. Waarschijnlijk houdt deze overtui
ging wel eens verregaande achteloos
heid of erger tegen, maar het moest
toch niet voorkomen, dat een eerlijke
verzekerde groote schade leed door
een brand. Ilij weet dan immers, om
op de premie terug te komen, wel to
becijferen, dat wanneer h» voor ƒ6000
verzekerd was en ƒ3000 ontvangen
heeft, de premie klaarblijkelijk twee
maal zoo boog is geweest als de po
lis aangaf.
Misstand dus aan beide kanten.
Hoe daarin verbetering te brengen
is? Niet alléén en niet voornamelijk
door een beroep op bet gezond ver
stand van het publiek, maar aller
eerst door samenwerking en overeen
stemming tusschen do assuradeurs.
Hoe moeilijk die ook wezen mag, het
zal er van moeten komen, wanneer
niet de brandverzekering op den duur
zal worden een avontuurlijk bedrijf,
dat den beoefenaar niet meer voedt
en, wat erger is, den verzekerde geen
waarborgt meer geeft.
Indien er zijn, die zich aan een goe
de combinatie onttrekken, zal het ver
standige deel van 't publiek, zullen
de groote posten vooral, weten wat zij
daarvan te denken hebben.
J. C. P.
Stadsnieuws
DE BURGEMEESTER IN HET
BUITENLAND.
Naar wij vernemen is de Burge
meester voor korten tijd naar Wils-
bad (Duitschland) vertrokken.
ASSOCIATION FRANgAISE.
Woensdagavond trad do heer j. H.
Sauveur, president van de A. F. al
hier, voor de leden als spreker op,
zooals hij zelf bescheidenlijk zoide als
een hors d'o e u v r e na den maal
tijd. Geen conférence zou hij geven,
maar eenvoudig een causerie, over
dan dichter Alphonse de Lamartine.
Maar vooraf wenschte spreker een en
ander te zeggen over do belangen der
Association frangaise to Haarlem.
Prof. Salverda de Grave Jieeft hem
beloofd, dut in liet najaar hel studen-
tongeeelschap uit Groningen hier
les femmes savantes van
Molière zal komen geven en er is in
Frankrijk een amateurs-gezelschap
geslicht, dat in Duitschland en Ne
derland Maeterlinck zal kamen geven.
Ook dat zal dus in Haarlem kunnen
warden genoten, maar daarvoor
geld noodig. Dut dus ieder zijn en
haar best doe, nieuwe leden van de
A. F. aan te brengen, tegen het vol
gende seizoen 1
Komende tot zijn onderwerp zeide
de lieer Sauveur, hoe Eiwle Faguct,
toen hij vernam dat spreker Lamarti
ne behandelen zou, hem daarin aan
moedigde, zeggende, dat de moderne
dichters Lamartine miskennen, om
dat zij hem niet bestudeerd hebben.
Eu toch, welk een meesterwerk is niet
zijn Joeelyn Maar de moderne dich
ters, betoogde de heer Sauveur ondeu
gend, verdeelen alien maar hun pa
pier in tweeën, drieön of vieren en
als het vol is, koeren zij het, om en
bekommeren zich am den in,houd niet.
Jour dam uit den „Acare" zou wel ver
baasd wezen, als hij hoorde, dat men
tegenwoordig verzon maakt, die geen
poëzie zijn en ook geen proza mogen
boeten.
Lamartine, die in 1780 geboren is,
was. als 't ware een belichaming van
het lyrisme. Nooit heeft hij tot de ro
mantiek willen behooren, maar toch
was .hij ,,rorn anti que" meer dan an
deren. De guillotine, diie aan zoovele
menschen het leven kostte, onthoofd-
do ook de klassieke litteratuur en La
martine ontkwam evenmin als zoove
le andoren aan den invloed dei- revo
lutie. Eerst door de liefde keerde hij
tot den godsdienst terug.
Uitvoerig stond spreker stil bij La-
martine's verhouding tot madame
Charles, die hij te Aix les Bains ont
moette en waaraan do prachtige ver
zen leLac en le Crucifix her
inneren. Aan ©enige dichterlijke over
drijving zijn ze overigens niet vreemd.
Spreker heeft pas het prachtige
plaatsje Aix les Bains in Savoye be
zocht en daar nog het huis gevonden,
waarin de Lamartine werkte, maar
noch de grotten, noch het bosch,
waarvan in le Lac sprake is, trof hij
daar aan en hoewel de dichter zegt,
dat hij madame Charles zeven jaar
beweend heeft, was hij twee jaar na
haar overlijden getrouwd. Maar toch,
wat een braaf man, wat ©en groot ka
rakter was Lamartine. Toen Saint©
B©uve eens een zeer onwelwillende
critiek over zijn verzen geschreven
had en men tegen Lamartino zich
daarover verontwaardigd uitliet, gaf
hij ten antwoord „que voulez vous,
je l'aime encore
Schatten had hij verdiend met zijn
gedichten, maar even spoedig was hot
geld weer uitgegeven en toen zijn
vrouw dood was, wierp hij zich tot
zijn ongeluk. „11 élail dans la pu-
zooals de Parijaenaars fami
liaar zeggen, hij was zoo arm, dat hij
voor hebzuchtige uitgevers moest
schrijven par el, om maar aan geld
te komen voor zijn onderhoud. Men
heeft er hem een verwijt van ge
maakt ,,il vendait sa lyre pour sa
tirelire", hij verkocht zijn lier voor
zijn portemonnaie.
liet tweede gedeelte van zijn cause
rie wijdde de hoer Sauveur aan La-
martine's voornaamste werk Joeelyn.
In korte trekken beschreef hij de ge-
sdhiedenis, die de dichter daarin ver
haalt, om te eindigen met de biecht
van Lamartine, die hij op treffende
ijze voorlas.
De geestige voordracht van den
spreker vond levendagen bijval. Men
was hcjt er over eens .dat deze avond
een waardig slot was geweest wan het
winterwerk der Association franqaise
te Haarlem baar president bezit een
merkwaardig improvisatie-vermogen,
weet in den juistèn toon ©n niet het
goede gebaar verzen te zeggen en had,
indien ©en causerie lager staat dan
conférence, zeer stellig ongelijk
met zijn voordracht ©en causerie te
noemen dan is ze zeker een conféren
ce geweest.
BLOEMISTARBEIDERS.
Door de Bloemist-werkliedenvcree-
p.igingcn, onderafd. van den Ned. R.K.
Volksbond te Haarlem, Heemstede,
Bennebrock, Overveen en Schoten is
loonsverhooging gevraagd, doch hier
op is van de Vereeniging van Werk
gevers een afwijzend antwoord ont
vangen
Daar de arbeiders daarmee geen ge
noegen nemen, is e n
gadering belegd, op Vrijdag 10 Mei in
het gebouw „St. Bavo", waar de heer
J. A. de Lobel de noodzakelijkheid van
loonsverhooging zal bespreken.
Het gecombineerd bestuur bestaat
uit de heercu C. Schipper, voorzitter
en F. IL van Galen, secretaris.
LIEFDEBEURS.
Op de algemeene vergadering van
bovengenoemde onderafdeeling van
de afd. Haarlem van den Ned. R.-K.
Volksbond, welke gisterenavond in
liet gebouw St. Bavo werd gehouden,
werd het voorstel van het bestuur om
ook bij hel overlijden van een vrouw
'van een lid dezer onderafdeeling een
uitkeering te geven ten bedrage van
de helft van het aan een weduwe uit
te keeren bedrag, waarvoor dan vijf
[centen per lid zou worden geheven,
I aangehouden.
Up deze vergadering werd door den
j heer Spook Sr. een voorstel gedaan
om voor de vrouwen een aparte afdee-
I ling te stichten, om bij het overlijden
.een uitkeering aan haar echtgenoot te
verzekeren.
Op voorstel van den heer Broekhuij-
zen werd met algemeene stemmen
aangenomen om deze beide voorstel
len eerst aan het Hoofdbestuur voor
te leggen en dan op een volgende ver
gadering deze ter sprake tc brengen,
waarna de vergadering werd gesloten.
VERDUISTERING.
II. C-, winkelier in heercuklecding,
woonachtig Anegang, vermiste 3 col-
bert-costumes en 3 iieerenbroeken. Hij
deed aangifte bij de politie en nu
bleek weldra dat P. W., zijn bediende,
I te Hillcgom woonachtig, aan deze ver-
duistcring schuld had niet alleen,
maar dat hij bovendien nog 3 colbert-
j pakken cn 4 heerenpautalóns had
weggenomen. Hij had ze resp. beleend
en verkocht, te zamen voor ƒ25. Mei
een loopjongen had hij dit bedrag ge
deeld.
Ontslag en proces-verbaal tegen den
oneerlijken bediende, volgden.
AANRIJDINGEN.
- Woensdagmiddag te 1 uur had in de
j Croote Houtstraat eene aanrijding
plaats tusschen een fietsrijder en een
rijtuig van den Kennemerstal. Het
ongeval liep goed af. Minder goed
liep het af met een aanrijding tus
schen den fietsrijder S en een 4-wle-
ligen wagen in de Jansstraat. Doordat
j do wielrijder over de rails slipte, had
do botsing plaats. Het rijwiel werd ge
heel beschadigd.
INBRAAKJE.
In een kantoortje aan de Reguliers
straat., toebehoorende aan de firma
Schoorl, is hedennacht ingebroken en
uit een ongesloten kastje ƒ2 35 ont
vreemd.
Men heeft zich door een ongesloten
zolderraam toegang verschaft.
De recherche doet onderzoek.
MISHANDELING VAN HAAR STIEF
KIND.
Een Instructie is gehouden tegen
vrouw A. S. alhier, verdacht van ern
stig© mishandeling van haar 13-jari-
ge stiefdochter C. v. S. Zij moet dit
kind meermalen met een gestrengeld
louw hebben mishandeld, zoodat een
maal de neus van dit kind opgezwol
len was en de striemen op haar ge
laat zichtbaar waren.
DE TIEN.
In de Woensdagavond gehouden
jaarvergadering van de vrijwillige
Haarlemsche brandweervereenigiug
„De Tien" werd de vice-voorzitter, de
heer H. J. Cramer Jr., herkozen, in
plaats van den voorzitter en 2en se
cretaris, die zich niet meer herkies
baar stelden, werden gekozen de hee-
reu D. Francken als voorzitter eu J.
W. van Santé Jr. als 2e secretaris.
Gevonden voorwerp en.
Terug te bekomen bij:
W. Schoo, L. Wijngaardstraat 27rd,
een zakmesje.
J. Lodder, Voorzorgstraat 5, een grif-
fclkoker met griffels.
B. Visser, Tulpenstraat 17F, een
hondenketling.
Mevr. Van Vliet, Schotersïngel 61,
?n armband.
V. Maasdam, v. Marumstraat 25, een
blauwkrakn halsketting.
Woensdagmorgen ongeveer
elf uur geraakte de 10-jairige P. v. d.
V. al spelende in deu Kinderhuissin
gel. Op liet geroep van zijn kameraad
jes kwamen spoedig eenige voorbij
gangers toeschieten, die het genoegen
smaakten het knaapje weder op het
droge te brengen.
Uit de Rechtszaal
Ds zaak der Zandvoortschs
Beneesbearen voor da Eachtbaok
ii.
Hedenmorgen om half elf nam de
gerechtszitting een aanvang met de
behandeling van de zaak tegen den
arts Pieter Varekamp,
oud 39 jaar.
Hem wordt ten laste gelegd, dat hij:
lo. niet binnen 3 dagen aangifte van
dn ziektegeval had gedaan aan den
Hoofdinspecteur der Volksgezondheid
in de prov. Noord-Holland en Utrecht;
2o. den heer Druijff „onvoorzichtig en
achteloos"* had aangeraden, om het
meisje per trein naar haar ouders te
Amsterdam te brengen, hetgeen voor
medereizigers gevaar opleverde en 3o.
dat hij eveneens „achteloos en on
voorzichtig" had geadviseerd, om de
kleederen van Eva, niet-ontsmet in
linnen zakken naar Amsterdam te la
ten brengen, waardoor mede gevaar
voor besmetting is ontstaan.
Als getuigen worden in de zaak van
den heer Varekamp opnieuw gehoord
Dr. G. Oosterbaan, Inspecteur der
Volksgezondheid te Zwolle, Jhr. dr. E.
J. de Ranitz, Directeur van het Kin
derziekenhuis te Am stead am, J. Aa
rons, arts te Amsterdam, Polak, va
der van de patiënte. Verder zijn als
nieuwe deskundigen gedagvaard de
Professoren Pel en Saltet, Dr. Ham
burger, Inspecteur der Volksgezond-!
heid, en de heer Duker.
Als getuigen a décharge zijn gedag
vaard behalve Dr, Goedkoop, Kers
bergen, en Waller Zeper, Prof. Van
Calcar.
In de zaak van Dr. Gerke zijn op
nieuw gedagvaard: Dr. Stéphan, di
recteur van het Burger Ziekenhuis,
Dr. Oosterbaan, Dr. Esser, Dr. Bron-
gersma, de heer Ilavelaar, en Jhr. dr.
De Ranitz. Als nieuwe deskundigen
zijn gedagvaard: Dr. Hamburger,
Prof. Pel, Prof. Saltet en de heer Van
de Bilt de Reus.
Ais getuigen a déchage zijn gedag
vaard, behalve Dr. Waller Zeper, als
nieuwe getuigen Dr. Vorstman en
Wolterson.
De zitting wordt bijgewoond door
den ambtenaar' van het O. M., Mr.
Van Lier.
Na voorlezing van het rapport door
den Rechter-rapporteuv Mr. De Jos-
selin de Jong, deelt de Ambte
naar van het O. M., Mr. Hoyer, mee,
dat hij verzoekt Pref. Pel eerst te
hooren als getuige. Als geneeskundige
van grooten naam, heeft Mr. H. hem
gedagvaard, om aan het slot der ver-
lioorcn een resumé te geven, wat zijn
oordeel is over deze getuigenverkla
ringen.
Verhoor vaudenbeklaag de
De heer Varekamp herhaalt 't
meegedeelde ter kantongerechtszitting
omtrent het bezoek van Eva Polak op
zijn spreekuur, op 13 Aug.
Bekl. heeft pertinent gedacht aan
Vincentsche angina. Hierna worden
eenige vragen gesteld.
Rechte r-rapporteur, Mr.
De Joss. de Jong: Kan zulk een Vin
centsche angina In één dag overgaan
tot diphtheritis.
Beklaagde: Dat kan zeker, ook
door secundaire oorzaken.
Mr. Hoyer: Kunt u een klinisch
beeld van het geval van Eva P. ge
ven. De deskundigen kunnen dit ziek
tebeeld door culiscering.
Beklaagde somt de verschijn
selen op. Er was maar éen vlek, die
vlek was niet grijs-wit, doch
porselein-wit, er was geen tem-
peratuursverhooging, geen alge
meen onwelzijn, geen lymphklier-
zwelling, geen neiging van de witte
vlekken, om zich uit te breiden. Daar
om dacht bekl. niet aan diphth., doch
aan een lichte keelaandoening. De
witte vlek komt bij een groot aantal
aandoeningen voor.
Getuigenverhoor.
Mr. Hoyer stelt aan Dr. Hambur
ger, Inspecteur der Volksgezondheid te
Utrecht, de volgende vragen, omtrent
den toestand te Zandvoort.
Mr. H.: Heeft de diphth. reeds in
1909 te Zandvoort gcheerscht?
Dr. H.: Ja.
Mr. H.: Heeft u reeds in het begin
van 1909 de mededeeling ontvangen,
dat de diphth. te Z. frequent was?
Dr. H.: Ja.
Mr. H.: Is het u hekend, dal inen
alleen de zwaardere gevallen opgec-.'l
en de lichtere niet?
Dr. H.: Ja.
Mr. II.: Is 't u bekend, dat er reeds
een klacht tegen Dr. Gerke was inge
komen?
Dr. II.: Ja, dat was het geval. Er is
een klacht ingekomen hij de» Hoofd
inspecteur. Dat geval heb ik toen on
derzocht
Mr. H.: Hoe was de verhouding tus
schen het gemeentebestuur, den heer
Ilavelaar en de Zandvoortsche genees»
heeren. Was het niet uw indruk, dat
de bevolking en het Gemeentebestuur
zich zoo sterk mogelijk kantten tegen
maatregelen tegen de zic-ktc en alles
maar overlieten aan de doctoren, die
zeer laks optraden?
Dr. H.Dien indruk kreeg ik. r atef
in den laatsten zomer, is Prof. Van
Calcar er aan te pas gekomen.
Mr. H.: Klaagde de Arnsterdanisohe
geneesheeren er niet over, dat men
maar alle diphth. patiënten uit Zand
voort naar Amsterdam stuurde? Heeft
Dr. Aarons niet gezegd: „Zoo wil ik
wel gelooven, dat er geen diphth.
meer te Zandvoort voorkomt"?
Dr. H.Bevestigt dit. Er is een
klacht hij het Staatstoezicht gekomen.
Mr. H.Ik heb het geval doen on
derzoeken van de onderwijzeres, die
weggezonden is, en dadelijk hoog©
koortsen lxad. Dat onderzoek heeftiuit-
gebracht, dat Dr. Varekamp hoogst
waarschijnlijk wel diphth. heeft ge
constateerd. Was de patient© een dag
langer tc Z. gebleven, dan zou de heer
Varokamp tot inspuiting zijn over
gegaan.
Mr. H.: Heeft u de patiënte zelve
gezien?
Dr. H.Neen, ik heb bij Dr. Vore-
kamp inlichtingen ingewonnen.
Mr. II.: Dan kwam u hij den duivel
te biecht.
Dr. Hamburger deelt als zijn
rneening mee, dat de heer Varekamp
in elk geval den burgemeester had
moeten waarschuwen, want. le Zand
voort was elke keelaandoening ver
dacht.
Jhr. Mr. Van S t y r u m est ie t
dr aandacht hierop, dat de aangifte
binnen drie dagen moet geschieden.
Daar 19va P. dadelijk wegging, had do
heer Varekamp dan de aangifte niet
kunnen overlaten aan den geneesheer
te Amsterdam
D r. Hamburger meent van
niet.
De heer G. O o s t e r b a a n, die als
aam. Inspecteur der Volksgezond
heid de aanklacht tegen de genees
heeren heeft ingediend, zegt, dat be
klaagde hem toegegeven heeft, dat er
bij Eva een geringe mogelijkheid ver
ondersteld was, dat zij diphtheritis
had. Dit is in tegenspraak met de ver
klaring van den heer Varekamp hier
ter terechtzitting, waar de lieer Vare
kamp pertinent verklaarde Vincent
sche angina en geen diphtheritis te
hebben geconstateerd.
Beklaagde zegt, dat hij door
hetgeen hii nu gelezen heeft over
Vine, angina pertinent meent, dat het
kind aan deze angina leed.
Dr. Oosterbaan verklaart ver
der, dat de Vine, angina niet is Ie on
derscheiden, klinisch, van diphtheri
tis. Dat kan alleen door bacteriolo
gisch onderzoek uitgemaakt worden.
Daar het verloop der ziekte te Am
sterdam niet snel heeft plaats gehad,
gelooft getuige ook niet. dat in het
tijdsverloop van anderhalf uur na het
verlaten van Zandvoort. de Vine. ong.
diphtheritis is geworden.
Dr. A ar ons heeft het meisje in
het Kinderziekenhuis te Amsterdam
behandeld. Hij gelooft, dat hij niet
zoo gehandeld zou hebben als de heer
Varekamp.
De heer Polak herhaalt rijn me
dedeelingen over hetgeen met zijn
dochtertje te Amsterdam is gebeurd,
en hoe het niet-ontsmette goed is ver
zonden.
Beklaagde heeft het goed doen
verzenden, omdat hij van het Kinder
ziekenhuis geen mededeeling van
diphtheritis had ontvangen.
D r. Duker, bacterioloog aan het
Arnsterdamsche Kinderziekenhuis,
heeft het bacteriologisch onderzoek
verricht. Hij meent, dat bij Eva P.
dipli.-bacillen aanwezig waren.
M r. Hover merkt op, dat het bac
teriologisch onderzoek, dat veel t..id
vordert, eigenlijk onmogelijk maakt,
om de aangifte, na bacteriologisch on
derzoek, te doen geschieden.
Dr. Duker zegt. dat bij klinisch'
onderzoek geen onderscheid te maken
is tusschen Vine, angina en diphthe
ritis. Doet men dit, dan kan men
groote vergissingen begaan.
Jhr. Mr. Van Sty rum: Juist,
ik ben tevreden.
De heer L. W. Ha velaar her
haalt zijn mededeelingen, voor het