HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. VRIJDAG 17 MEI 1912 OM ONS HEEN Na.1541 Nabetrachting Tan den Gemeenteraad. Twco en ceu half nor lang is er Woensdag in den Raad gediscus sieerd over schoolartsen. Niet over het voorstel van B. en W. aangaande schoolartsen. Een gedeel te van den tijd toch is besteed aan d> batteoron over het debat, zooals de Raad gewoon ia te doen en waarbij, om een staaltje te noemen, een Raadslid ronduit verklaart, dat hij probeeren wil een mot name genoem den collega tot andere gedachten te brengen. Alsof déarvoor de discussie bestemd is en niet om licht over de eaak te ontsteken, ten bate van al- kn 1 Zóóveel licht heeft het debat niet gebracht, dat wij kunnen nagaan of zelfs maar vermoeden, hoe het nieuwe instituut zal worden gere- gold. B. en W. wilden alleen eon principicele uitspraak van den Raad en ook de leden gingen niet verder. In dal opzicht bleef de wisse ling van gedachten wonder vaag. Geen van do drie doctoren kwam met een plan van uitvoering, zelfs Dr. Timmer niet, die zichzelf tot geeste lijken vader van het voorstel benoem de, omdat hij er indertijd wel eens naar heeft gevraagd. Dc heer Klcij- nenherg, die tegen-voorstander was, 'of wil men liever voor-tegenstander, wenschte het instituut van breede lijn, wat ook ?1 niet heel duidelijk was en Mr. Thiol schrikte er blijkbaar een beetje van, toen hem ten laste werd gelegd, dat hij een nieuw plan geop perd had. Neen, maar, dat had hij Volstrekt niet gedaan. Tegenover die weinig omschreven, vage vriendschap voor bet. instituut stond verzet van de hoeren Rinkema, Modoo, Weyland (zeer principieel) en slotte werd het voorstel met 20 legen 7 stemmen, dus met zeer groote meer derheid aangenomen. Aan iemand in mijn buurt, die den Ro.ad toch goed kent, had ik voor speld, d-at er hoogstens 10 leden le gen het voorstel zouden stemmen. Na al dien tegenstand wou hij het niet golooven en zie, Ik had het aantal nog overschat 1 De oplossing van deze «temming is eenvoudig. Wat van den Raad gevraagd werd is een beginsel- Verklaring, meor niet. Do wethouder van onderwijs, de heer Doosjes, ver klaarde uitdrukkelijk dat ieder vrij- bleef in zijn stem over het uitgewerk te voorstel, dat komen zal. Met ande re woorden do eigenlijke discussie moet nog ko men en het schijnt mij nog lang niet zeker toe, dat er een meerderheid zal worden gevonden voor het uitgewerk te plan van B. on \V., in welke rich ting dat ook zal opgemaakt zijn. Met beginselverklaringen is de Raad altijd mild geweestwij hebben daarvan nog niet lang geleden een staaltje ondervonden, toen met nage noeg algemeene stemxnen een ©enigs zins vage asphalLeerin gs-motie aan genomen werd en wo. weten allen nog goed, hoeveel moeite het gekost heeft, die door eon bègiii van uitvoering te doen volgen. De f e i t e 1 ij k e beslissing over het instituut schoolartsen is dus nog niet genomen, die krijgen we later. Over de zaak zelf een enkel woord, liet denkbeeld „schoolartsen" is een van die onderwerpen van dezen tijd, waarover een aantal menschen ver rukt zijn omdat bot nieuw is, dat door andoren om die zelfde reden verworpen wordt en waarvan cod der de categorie studie maken wil, omdat zi5 gevoelt, dat loior het hart licht wegloopt met het verstand. De lieer Weyland bijvoorbeeld gevoelde iets van dat bezwaar, toen hij de vrees opperde, dat men lieoi van harteloos- heïd verdenken zou, omdat hij het nut van schoolartsen niet kon inzien. Nu is de litteratuur over het onder werp wel uitgebreid, maar naar het mij voorkomt niet zeer verscheiden zij vertoont, zooals dat wel meer gaat, dezelfde spijs, telkens, naai' gelang van der koks bekwaamheid, opge diend met een andere saus. Met de argumenten van do tegenstanders is het uit den aard van de zaak niet an ders gesteld. En nu hebben we in on ze eigen taal (met buitenlaiidsche lit teratuur moet men voorzichtig wezen, omdat die vaak op andere toestanden betrekking hoeft) twee boekjes, éen pro van den Bond van Nederlandsclie onderwijzers en éen contra van den heer E. van Dieren, arts te Amster dam. Ze hebben in den laatsten tijd blijkbaar op de tafel van menig Raadslid gelegen en ik doe, meen ik, aan geen van beiden tekort, wanneer ik er deze grond-waarheden aan ont leen I. De schoolarts behandelt niet zelf, maar kan door zijn onder zoek aanleiding geven tot behan deling. II. De schoolarts neemt gedeel telijk over de taak, die de onder wijzer tot dusver vervulde: het conslateeren van onreinheid, doofheid, bijziendheid, beginnen de TUggc-graatsverkromming, ade noïde vegetaties enz. III. De schoolarts zal iederen leerling maar enkele malen in het jaar kunnen onderzoeken. IV. De schoolarts zal moeten dienen van advies over quaesties van schoolhygiène, die vroeger door de hoofden der afdeeling pu blieke werken, in overleg met de onderwijzers, werden geregeld. Naar ik meen is de zaak waarom het in hoofdzaak gaat, in deze vier punten onpartijdig gesteld. Uit punt I blijkt dan, dat de schoolarts geen dwingende macht bezit, dus bij de ouders geen grootcr invloed kan uit oefenen, dan de behandelende genees heer nu kan doen. Omtrent II mag gevraagd worden heeft dat toezicht van de onderwij zers, die de kinderen iederen dag, dus veed beter dan de school arts, kunnen waarnemen, dan niet voldaan Ik meende en Lk meen nog, dat telkens en telkens weer ouders door de klasse-onderwijzers en het hoofd op allerlei afwijkingen van hun kind opmerkzaam gemaakt zijn. Uit III volgt, dat de schoolarts, waar het geldt een diagnose, die d,e onderwijzer niet'stellen kan, bijvoor beeld van tuberculose, eveneens te kort aal schieter, en bij IV doe ik een soortgelijke vraag als bij II is inder daad gebleken, dat quaesties van tem poratuur, ventilatie, ligging der loka len inderdaad niet door het bouwkun dig toezicht, in overleg met do onder wijzers, kunnen worden beheerscht en opgelost Vóórdat d© noodzakelijkheid van schoolartsen gebleken is, mogen toch deze algemeens opmerkingen wel wor den overwogen. Dokter Van. Dieren maakt in zijn boek nog tal van ande re, waarvan enkele mij toch wel ge troffen hebben de kinderen zuil on door het voortdurend zien van de schoolartsen hypochondrisch (zwaar tillend, zwaarmoedig) worden, het verantwoordelijkheidsgevoel van de ouders zal verminderen, zij zullen ten opzichte- van de gezondheid hunner kinderen, alles van de school ver wachten, die dat natuurlijk niet zal kunnen geven. Dc heer Van Dieren haalt ook o. a uit het rapport omtrent de werkzaam heid der schoolartsen to Wiesbaden over 19031904 aan, dat de opgedane ervaringen „geen bewijs er voor leve ren, dat door de school het ontstaan van ziekten inderdaad bevorderd wordt." Dr. Merens meende, scheen het mij toe, het tegendeel en Mr. Thiel gaf ilfs als rechtsgrond van het insti tuut der schoolartsen aan, dat men jarenlang de kinderen bijeenbrengt ln do sohoo), hetgeen een reden is voor hygiënische bezwaren. Tal van vol wassenen evenwel doen allerlei infec ties op in de straten, waar het ge meentebestuur hen eveneens gedwon gen dag aan dag samenbrengt, zon der dat daarin een rechtsgrond ge vonden wordt, om hen aan een koste loos onderzoek van gemeentewege le onderwerpen 1 Vele ouders zullen, zonder zoover to gaan als de lieer Weijlond, die vreesde voor de hoogheid van het ge zin, toch wel van meening wezen, dat zij mans genoeg zijn om ongewone verschijnselen bij hunne kinderen zelf op te merken. Daartoe, zeggen do voorstanders der schoolartsen, zijn andere ouders niet in staat De heer Van Dieren heeft daarom het denk beeld geopperd, hun eenvoudig ge stelde geschriftjes met algemeono ge zondheids-regelen uit te reiken, waar van niet alleen het schoolgaand kind, maar het geheel e gezin zal profitee- ren. Voor de gemeente Haarlem zou dat geen nieuwigheid zijn, maar een uitbreiding van een reeds aangovan- gen bemoeiing, daar aan jonggehuw den reeds een boekje wordt moegege ven over kinderverzorging eoi wat daarbij te pas komt. Verder dan deze algemeeno opmer kingen behoeven we op dit oogembliik niet te gaan. Is eenmaal het voorstel van B. on W. verschenen, dan is de .tijd daar om er op terug te komen. Van de bevordering der openbare ge zondheid is iedereen voorstander, maar er lean •verschil zijn van mea ning over de beste middelen, om daartoe te geraken. Ik heb dan ook de financieele quaestie geheel laten rus ten, omdat die voor goede maatrege len een bijkomstige zaak is. Besluit dc Raad straks inderdaad tot de aanstelling van schoolartsen in den ©enen of anderen vorm, dan kan hij dat in elk geval voor een proeftijd doen. Een tegenstander van het insti tuut schrijft mij „In Amsterdam hebben we schoolartsen en we h o u d e n ze. Na tuurlijk i Overtollige, ambtenaren zijn er niet, ze kunnen niet bestaan Telkens weer verneem ik van klasse- onderwijaere, dat ze geëindigd zijn, met het „instituut" belachelijk te vin den, „Wat de schoolarts doet, dat kunnen we zelf ook en vroeger d c- d o n we het, nu moet er op de komst van den schoolarts giewaöM worden." Deze opinie kan te Amsterdam ge makkelijk gecontroleerd worden." J. C. P. binnenland TWEEDE KAMER. Nadat de Ministère van financiën en Waterstaat eergisteren de dooi den heer Treub gestelde vragen om trent onze spoorweg-exploitatie had den beantwoord breedvoerig, docli in hoofdzaak werd ons de inhoud reeds in een uitgebreid telegram mee gedeeld, besprak de heer Van Doorn de quaestie en ontkende het erbaud, dat de heer Treuh tusschen de spoorweg-overeenkomsten van 1890 en de intering van 45 millioen kapitaal door de spoorweg-exploita tie had gelegd. Nadat hij de samenstelling en don arbeid der Staatscommissie van 1908 had verdedigd, wat haar onpartij digheid en haar conclusies nopens dc goede resultaten van de spoorweg overeenkomsten hetreft, betoogde de afgevaardigde van Gouda dat, al moge er een verlies te boeken zijn an 45 millioen in 19 jaren, dut niel het gevolg was van de contracten, maar van het feit, dat in ons land het spoorwegbedrijf, ten algemeenen nutte ingericht en gevoerd, niet loo- nend kan zijn, ook niet bij Staats exploitatie. Overigens, de Staat had in 19 jaren 104 1?2 millioen uit de spoorwegen ontvangen; in stede van die ten deele als afschrijving to be leggen of te reserveeren, hadden wij ze opgegeten. Dat was de fout. En bovendien becijferde hij dat er niet S5 maar slechts 6 millioen te kort was. Daarna kwam de heer Treub op nieuw en langdurg aan 't woord. Hij verweerde zich eerst tegen t persoon lijk verwijt hem door don Minister Itegout gemaakt over zijn grief tegen de partijdigheid der Staatscommissie en hield die vol, vooral opkomende togen 's Ministers beweren, dat hij alleen tevreden zou zijn geweest met eon commissie waarvan hij zelf, Mr. Treub, president zou zijn geweest; een uitlating, die de Minister dan ook, zijn kritiek handhavende tegenover den spreker, onder aanbieding vain verontschuldigingen, introk. Omtrent do zaak zelf hield spr. staande wat hij in zake de onvoldoen de of geheel verzuimde afschrijvingen en liet daardoor ontstane straks tol misschien 150 millioen stijgend te kort had gezegd. Hij deed vervolgens uitkomen, dat door de concurrentie do spoorweg-exploitatie in ons land noodeloos duurder werd gemaakt en al gaf hij too dat dit bedrijf nooit loonend kon zijn in commercieelen zin, men behoefde de kosten niet zon der noodzaak op te voeren. De uit komsten bewezen dat naarmate de concurrentie minder wordt, do kos ten ook dalen en de uitkomsten gun stiger zijn. Do spreker had geen interpellatie gehouden over de financiën in 't al gemeen. Da verwachting van Min. Kolkman dat hij, om de spoorweg-te korten dus voor de voorgedragen nieuwe belastingen en de tariefsver- hoogiug stemmen zou, moest hij te leurstellen. Do vraag was eenvoudig of do spoorwegconlractcn van 1850 het Staatskapitaal en de exploitatie dor spoorwegen behoorlijk waarbor gen en regelen. En dit ontkende hij. Ook al reserveerde men heel de huur opbrengst van de spoorwegen en gaf men nog 2 millioen van Staats wege per jaar er bij voor afschrijvin gen, dan nog betoogde de heer heer Treub zou men de schadelijke financieele resultaten van de tegen woordige expl»,itatiewijze niet ont gaan. En daarom stelde hij de vol gende motie van orde voor: Do Kamer, Overwegende dat de beëindiging van de spoorweg-overeenkomsten van 1890 in het belang van 's Rijks finan ciën noodig is, gaat over tot de orde van den dag. Het verder debat, ook over deze motie zal Dinsdagavond te 8 uur wor den voortgezet. Dinsdag to 11 uur vangen de dis cussies over de Ziekte-verzekering aan, PROF. Dr. v. d. BROEK. Prof. dr. A. J. P. van den Broek, hooglooraar bij de medische faculteit teUtrecht, die in de Rijksklinieken on langs een operatie onderging en in verband met zijn ernstige ziekte on geveer drie maanden aan zijn weten schappelijk werk en de academie was onttrokken, is thans weder geheel hersteld in zijn woning teruggekeerd. Hij hoopt binnenkort zijn colleges te hervatten.: Dr. P. J. 11. CUYPERS. Ter gelegenheid van den 85sten verjaardag van onzen grooten archi tect dr. P. J. H. Cuypers gister ge vierd wijdt het orgaan der Ned. Baksteenfabrikanten „Klei" aan hem een geheel nummer. INBRAKEN IN GODSHUIZEN. Men schrijft uit Eindhoven aan 't Ilbkl.: Groote onrust heerscht in de Meie rij naar aanleiding van verschillende inbraken en diefstallen, die achter eenvolgens in den laatsten tijd plaats grepen. De ernstigste is wel, de inbraak in hel nonnenklooster te Oerle, waar de zusters in hot holle van den nacht doos- igedruisch werden opgeschrikt en een paar personeel in een der gan gen ontdekten, die, zich verrast zien de. revolverschoten losten, welke ge lukkig misten. De bewoonsters hiu.1- don de tegenwoordigheid van geest om de klok te luiden, waarop de in dringers ijlings de vlucht namen. De spoedig ter hulp gesnelde dorpers, o.w. een aantal ge wapenden, kon den slechts do richting vaststellen, langs welke de brutale gasten de vlucht hadden genomen; men consta teerde hunne voetsporen in het dras se land. Hun ©enige buit bestond in een paar flesschen wijn, terwijl zij zicli in den provisiekelder aan ver schillende eetwaren te goed hadden gedaan, verschillende kasten en Ja den waren overhoop gehaald. Een af-, geschoten kogel werd in den muur teruggevonden. De Rijkspolitie te Eindhoven onder zoekt thans deze zaak. Vermoedelijk heeft men liier niet vreemdelingen te doen, doch absolute zekerheid bestaat daaromtrent niet. Ook onder Westelbeers werd in een kapel ingebroken en het zich daarin bevindende Mariabeeld van de gou den en zilveren versierselen beroofd. De offerbus is tevens opengebroken en de inhoud medegenomen. Hiernaast zijn nog tal van kleinere inbraken en vernielingen te boeken, die in de Meierij en de N.-Brabant- sclie kempen in de laatste weken plaats hadden. Een der oorzaken van dezen onaan- genamen toestand is wel het onvol doende politietoezicht in deze streken; menig uitgesLrekt dorp heeft slechts één veldwachter, die moeilijk dag- en nachtdienst achtereenvolgens kan doen. WeT zijn op sommige punten brigades marechaussee gestation- ncerd, doch dit stelsel van centrali satie is niet bevorderlijk voor een goede bewaking van een uitgestrekt rayon. HET BEURSPOORTJE TE AMSTER DAM. Do Damsïoopcrs zijn thans tot het Bcurspoorlje op den Vijgendam ge naderd- De stokken zandsteen van liet poortje zullen voorloopig in den tuin van het Stedelijk Museum wor den opgeborgen om eventueel weder dienst te doen in de nieuwe bebou wing, Met dit doel zijn de stukken zandsteen alle genummerd en is eon teckening van het poortje vervaar digd, RECHTER, De arrondissements rechtbank te Dordrecht heeft, ter vervulling eener vacature van rechter in haar college, opgemaakt de navolgende alphabeti- sche lijst van aanbeveling mr. J. J. Bergsma Thz., substituut griffier bij de arrondissements-recht- bank te Dordrecht mr. H. Kingma Bolt jes, griffier van bet ontbonden kantongerecht te Ber- likum jhr. mr. dr. G. W. van Viersen Trip, ibstituut-griffier bij de arrondïsse- ments-rechtbank te Rotterdam. TITAANIJZERZAND. Men meldt uit Rotterdam aan het „I-lbld.": De lieer John Loke is dezer dagen tiaar Rotterdam gekomen om te lracht.cn geestdrift te wekken voor zijn ideaal, Nederland te begiftigen mei een belangrijke ijzer- en staalin dustrie met behulp van liet Javaan- schö titaar.ijzerzand. Veel belangstel ling was er niet, want de groote Doe- lezaal, voor deze gelegenheid afge huurd, was voor drie kwart leeg ge bleven. Ook de aanwezigen gaven niet van buitengewone warmte blijk, niet tegenstaande met grooten nadruk werd voorgespiegeld, dat;de nieuwe staalfabriek te Rotterdam zou ko oien. Enkele personen, die zich de moeite gaven van het stellen van vra gen, bleken althans meer sceptisch dan optimistisch gestemd, waarbij nog kwam, dat de antwoorden evenmin als die van den aanwezigen techni- schcn adviseur er op waren aange legd om 'het auditorium van den ernst der zaak te doordringen. Men kon zich echter aan den indruk niet onttrekken, dat de methode van aanbeveling meer op kwakzalverij ge leek dan dc bedenkingen die tegn 't gehoorde werden ingebracht. 't Voorstel van B. en W. om gron den, gelegen in het uitbreidingsplan- Zuid, aansluitende aan de zuidelijk© bebouwing der gemeente over een© oppervlakte van ongeveer 45 H.A. te doen ophoogen enz. werd door den raad goedgekeurd. Do kosten der ophooging zijn ge raamd op ongeveer f 1.01)0,000, ter wijl tevens de Amsteldijk van de Wie gel straat af tot aan een punt onge veer 40 M. ten zuiden van de Tromp straat op ©an bi-eedte van 25 M. ge bracht zal worden. De kosten van dit werk worden geraamd op f 215.000. Onze Lachhoek Zij (tot haar echtgenoot). Ik be grijp piet waarom gij over het nieu we kindermeisje niet tevreden zijt. Zij kan toch goed zingen en het kind zoo rustig houden. Hij. Ja, dat is het juist, ik hoor dan nog liever het kind maar kraaien. DOUCHE. Jongmensch (dat afschuwelijk waM). Ach, juffrouw, mocht ik zoo met u tot '1 einde der wereld dansen! Jonge dame. Nu, dan zoudl u 't zeker loeren I VERKLARING. Toc-rist. Je hebt twee flessclion wijn op de nota gezet, en we hebben er maar éen gehad. Oberkellner. Dat is zeker weer de schuld van die echo. Zij. Waarom denk je dat de baby ?n groot politicus zal worden? Hij. Wel, hjj zegt meer dingen die aardig klinken cn niets beteeke- ncn, dan ccnig kind dat ik ooit gezien heb. IIET TELEFOONGEHEIM TIJDENS DE STAKING TE AMSTERDAM. In de raadszitting van Amsterdam was ingekomen een missive van B cn W. houdende den uitslag van het on derzoek naar de juistheid der door het raadslid Vliegen geuite beschul digingen omtrent belemmering in het gebruik der gemeentetelephoon tijdens de stoking in Juli j.l.; met de nota van den heer Vliegen, ter be antwoording dezer missive. Besloten wordt de beid© stukken voor kennisgeving aan te nemén. ONTEIGENING -ÏJ1LEN BURG TE AMSTERDAM. De gemeenteraad van Amsterdam keurde een voorstel van B. en W. om 46 perceelen in het ontoigeningsplan- Uilenburg ondershands aan te koo- pen voor 'n totaal bedrag van f 175.100 goed. ONDERWIJZERS TF. AMSTERDAM. De volgende week komt de Ainstcr- damschc gemeenteraad bijeen om d« voorstellen over de jaarwedden van het onderwijzend personeel t© behan delen. Enkele zittingen zullen daarvoor wel noodig zijn. DE SCHEF.PVA A H TTENTOONSTFL'- LTNG TE AMSTERDAM IN 1913. Nader wordt gemeld, dat 't de be doeling is op 't tentoonstellingster rein over 't IJ drie hoofdgebouwen te plaatsen met 8000 vierk. Meter opper vlakte. Br komt ook can tuin met typen van visscbersivoningen ©n een paviljoen voor verschillende verma ken. Het waarborgfonds, dat bijeen gezameld wordt, is gesteld op f 100.000 Een gedeelte is reeds bijeen. Do voornaamste stoomvaartmaat schappijen verleen en hun medewer king. OPZICHTERS EN TEEKENAARS. De Algemeenc Nederlandsclie op* zichters en teckcnaarsbond hield zijn 19e algemecne vergadering Don derdag te Utrecht. Aan het jaarverslag ontleenen wij, dat 1911 een beeld vertoont van opge wekt leven. De gevoerde vak-acties zijn ie ver deelt» in: vacantie-actie, actie ge meenteambtenaren, duiuTe-actie en diverse acties. Het ledental dat op 1 Januari 1911 305 bedroeg was op 31 December 1911 gestegen tot 409. Het financieel verslag wijst een voordeelig saldo aan van 18.83. EEN STAKING VAN VERSLAG GEVERS Men meldt uit Alkmaar aan de Tel.: In de Raadsvergadering werd door het raadslid A. Fortuin medegedeeld, dat hij in verband met de critiek dooi de hoofdredactie der „Alkmaarsche Courant" op raadsleden uitgeoefend hij beweerde onder meer, dat ge noemde hoofdredacteur oneerlijk was in de wijze van beoordeelen, dat hij niet met gelijke maat mat en op on aardige wijze critiek voerde niet meer aan de openbare debatten kali deelnemen, of zijn ontslag zal moeten nemen. In verband hiermede verzocht de heer Fortuin den Raad een zitting met gesloten deuren te houden. Daar dit voorstel van verschillende zijden werd bestreden, trok hij het weer in. Bij het volgende punt der agenda Feuilleton Haidé@. Naar het Engelsch door A. W. MARCHMONT. 471 Zij stond naast mijn stoel en legde haar hand op mijn schouder, terwijl zij sprak. Ik greep haar hand on kus te die. Heb je met haar gesproken, sinds je teruggekomen bent Maar één keer om haar te vertellen, dat het mij spoot en haar te vragen om tegenover Cyrus Vriendinnen te zijn. En wat was haar antwoord Dat zij het mij nooit zou verge- Ten. Zij is een hartstochtelijk wezen even sterk in haar haat als »n haar liefde. Zij is een Griekin. 't Was te wenschen, dat zij nooit het pad van Cyrus gekruist had, riep Enid op heftigen toon uit. Iu dat geval zou Maraboukh wel een ander middel gevonden hebben; miischien nog wreeder dan dit Aan den Pasha moeten wij alle ellende toe schrijven. Arme Cyrus. Er is zeker geen hoop meer 7 Ik wou dat ik zeggen kon van wel. Ik begon nu met het testament te schrijven en was er bijna me© klaar, toen ik gestoord werd door ©en rau we kreet, die door het geheel© huis klonk, en ons beiden deed opschrik ken. Het is de stem der Griekin. zei ik en het bleef maar doorklinken, ter wijl wij de breede trap naar de ka mer van Grant opsnelden. HOOFDSTUK XXX. De dood van een groot man. Toen wij op de gang bij de zieken kamerdeur aankwamen, zag ik de Griekin bewusteloos neervallen en langs haar heensnelleoid traden wij binnen om Grant in het bed te zien, zich aan den rand vasthoudend en kermend van onuitstaanbare pijnon. Dr. Arbuthnot, Mrs. Wellings en de verpleegster waren juist ter hulpe ge sneld. Snel, de morpliine, zei de dokter dringend en zoo gauw hem die was toegediend, haalde Grant een paar maal diep adem en bleef stil liggen. Wat beteekent dat, dokter fluisterde ik. Het is het eiude, Mr. Ormesby. Hoe lang heeft hij nog te leven? Op zijn uieest twee of drie uur. Ik ging toen de kamer uit en zond Stuart in grooten haast naar Pera om ©on geestelijke. In tusschen had Haidée zich weer hersteld. Zij was overspannen geweest en bewusteloos geworden en vertelde ons nu. wat er gebeurd was. Zij was alleen bij Grant go woest en hij scheen even kalm als altijd, toen hij plotseling oen hevigen kreet slaakte van pijn, half krankzin nig van angst, en zij was weggesneld om iemand ter hulpo te roepen. Wij keerden met elkaar naar de kamer terug en vonden hem nog meer dan half bewusteloos, in welken toe stand hij ongeveer twee uur lang bleef. Toen met terugkeerend bewust zijn kwam ook de pijn weer. en Dr Arbuthnot stond op het punt, om hem weer eon inspuiting met morphino te geven, toen Grant hem tegenhield. Ik kan het nu wel verdragen, fluisterde hij kalm. ofschoon liet zweet hem uitbrak en zijn trekken zoo nu en dan geheel verwrongen waren van de pijn. Beter die pijn dan bewus teloosheid. dokter. Hij fluisterde den naam van Haidée en stak zijn hand uit, om de have te drukken. Wij zul len niet scheiden vóórdat wij moeten, zei hij dapper glimlachend. Zij bukte zich ener hem heen en kuste hom en toen bij het bed neer knielend. legde zij haar gelaat vlak naast het zijne. Moed, Haidée, uioed, lieveling, fluisterde hij. Ik zal dicht bij blijven, ik kan toch niets doen, fluisterde de dokter do verpleegster eon teeken gevend het bed ook te verlaten. Grant zag dat en zijn hand uit die der Griekin terugtrekkend, stak hij haar dc verpleegster toe. U is zoo goed voor mij geweest cn zoo geduldig, zei hij. En u, dok ter, hoe kan ik u genoeg danken Ik zag hoe Enid moeite deed haar tranen bij «lie woorden te onderdruk ken, terwijl zij op liaar knieën bij het bed viel cn ik ging vlak bij liaar staan. Grant stak zijn hand weer in «lie van Haidée, fluisterde nieuwe woor den van bemoediging tot haar. strek- Ui zijn andere hand uit en legde «ilc op liet hoofd van Enid, voortdurend met oen glimlach op zijn gelaat, al leen afgebroken door vlagen pijn, die zelfs zijn machtige wil niet geheel kon belicorschen. lu drukkend zwijgen verliep de tijd totdat men mij kwam vertellen, «lat Stuart uit Pora teruggekeerd was. Toon ik de kamer weer binnentrad, zog Grant mij en glimlachte. Het einde is nu nabij. Morvyn, zei li ij op zwakken toon, toen ik naast hot bod kwam staan. Ja. dat is waar, Cyrus. Ja, dat is waar, antwoordde hij kalm. De geestelijke van het Gezant schap is hier. Zal ik hem laten bin nenkomen Jij bent altijd even attent, oude jongen. Laat hem binnenkomen. Toen de pkichtigheid was afgeloo- pen, fluisterde Grant mijn naam. Goeden dog, oude vriend. Je zuil er wel aan denken, wai ik wenschte Het is alles opgeschreven. Wil je het teekenen lk heb geen kracht. Evenals zoo veel anders, is het onafgemaakt. Maar jij en Enid zullen het samen af maken. Ik hield zijn hand een oogenbllk vast, voelde «ten druk van zijn vingers en ving zijn laatsten blik, glimla chend, dapper en vol vertrouwen als altijd op. Het is nu volkomen vrede in mij, oude vriend. Do tranen stonden mij in de oogen en ik keerde mij om, om ze te verber gen. Daarop sprak hij tot Mrs. Wel lings en toen tot Enid, die hij kuste, tot Invar zeggend^ dat hij blij was, dat wij hei samen eens waren geworden, en hij bad God om zijn zegen voor hoar en zij was nu te diep ontroerd om meer te doen dan op haar knieën neer te zinken en haar hoofd in baar handen te verbergen, terwijl zij voor hem bad. Toen wendde hij zich weer tot nai- dée, trok haar gelaat naar 2ich toa en kuste haar voor het laatst, nog al tijd glimlachend en zijn best doende haar op te wekken toen viel hij ach terover met een diepen, diepen zucht, alsof de laatste inspanning het laat ste overblijfsel van zijn kracht ver bruikt ha«L En zoo ging hij heen zijn laatste blik voorde Griekin, zijn laatste glim lach voor haar, zijn laatste zwakke beweging om haar de hand te druk ken. Ik zag «ie verandering en wenkte zwijgend den dokter. Hij kwam dade lijk en na een kort onderzoek trok hij den doode het laken over hei aan gezicht. Ik hielp Enid overeind en braciil liaar de kamer uit, Dr. Arbuthnot «>on teeken gevend om op de Griekin ta letten. Zij was half bewusteloosen toen «le dokter haar aanstiet, keek zij wild om zich heen, rekte zich in haar volle lengte uit en wierp zich hartstochtelijk schreiend op den doode. Zij wilde niot golooven, «Lat hij dood was en raasde met de woede van een krankzinnige, dat wij trachtten hom van haar weg te nemen. (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5