HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, DONDERDAG 11 JULI 1912 V Instltut Francais poar Etrangars Na gedurende een 21/2-maandsch verblijf in de Fransche hoofdstad tien Jbrieven aan de krant" geschreven te hebben, resten me, dat kan ik verze keren, nóg wel eenige herinneringen uit do Ville Lumière, die waard zijn er over te schrijven. En van m'n on derwerpen, die 'k nog niet besprak in do „Brieven uit een Wereldstad is wel een der eerste: een beschrijving van het instituut, welks naam dit artikeltje voert. Immers, het instituut is een instel ling, die in de allerccrsto plaats voor vreomdelingcn-in-Parijs interessant is. En onder deze vreemdelingen zijn vele Hollanders! Dat kan ieder, die een poosje in de Stad dos Lichts ver toeft, constatceren. Vele jonge vreemdelingen komen er met hetzelfde doel: zich practisch met do taal vertrouwd te maken, het we reldstad-leven tc leeren kennen en, In 't algemeen den blik wat te ver ruimen en wat wereldwijsheid op te doen. Nu is dit ongetwijfeld een schoon programma, en het omvat geen klei nigheid. Maar in de practijk is het moeilijk, al z'n tijd te passceren met de min-of-meer abstracte bezigheid van „wereldwijsheid-opdoen". En zoo geloof ik dan ook wel dat ieder die I eer. dergelijke excursie naar het bui tenland gaat ondernemen, beginnen zal in. t zich de vraag te stellen: wat moei ik er omhanden hebben? Want bet „volmaakt rentenieren" is zelfs in een stad als Parijs, op den duur vervelend, behalve dat het begrijpelij kerwijze buitengemeen kostbaar is. Menschen, die in den handel zijn (of bezig daarin te komen) zullen allicht een voiontairs-baautje op een kantoor gaan zoeken. Nadoelen daar van zijn, dat men er gewoonlijk geen bijster belangrijk werk te doen krijgt, dat er uiteraard weinig gelegenheid voor convcrsalie-in-'t-Fransch bestaat eri dat de gansche dag ongeveer op geofferd moet worden. Wie die nadeelen niet wil oudervin den, laat het na om naar een tijde lijk haantje in den handel te sollici- tccren. Hij wandelt na z'ri aankomst te Parijs even naar de rue de la Sor- bonnc 16, in 't hartje van het Quar- tier Latin (de studentenwijk) en zal daar, in 't gebouw der Ecole des Hau- tes Etudes Sociales, den leider van het Institut Francais pour Etrangers, prof. dr. Charles Schweitzer, bereid vinden om hem alle mogelijke bij zonderheden te verstrekken. De zomercursus, die van April tot October duurt, wordt steeds bezocht door een gezelschap studiosi van de meest internationale samenstelling. Engelsche, Duitsche, Fransche, Roc- niecnscne, Hollandsehe, Russische, Zweedsche, Spaansche (enz), heeren en dames, ontmoeten er elkaar, en er heersent een opgewekte toon van wat je zou kunnen noemen „vriend- schnppelijke internationale betrek kingen Voor een zijn-vak-minnend Fransch philoloog zou het, dunKt niij, een ge not zijn als hij eens een weekje lang lederen morgen den cursus kwam bij wonen om een studie te maken van do rijko collectie van vreemdsoortige ac centen, waarmee daar z'n moedertaal wordt begiltigd. De Engelschen sjian- r.en in due opzicht nutuurlijk de kroon, 't is bekend, hoe moeilijk het is voor hen, die gewend zijn woorden te kauwen, om het luchtige, sierlijke en welluidende Fransch te spreken, livin moeilijk is het trouwens voor de Fran se hen, ooi het „gekauwde taaltje'' van de oveizeesche amices te verwerken. Ze radbraken en mishandelen 't En gelsen al even erg als ze het onze schoone taal deenWaaneei er zien tenminste een Hollander voordoet, die de moeite neemt om een Pranschmun les te geven bv. in de uitspraak van de harde Hollandsehe g. Hij zal wei nig plezie: van z'n onderwijs beleven! 'k Dwaal van m'n onderwerp af. Laat ik liever eens wat vertellen ever de wijze, waarop het Institut pour Etrangers werkt. De vreemdeling, die een flink deel van z'*i Parijsch sejour wil bcstcdei om de stad te zien, zal daarin doi het bezoeken van het instituut niet in het minste belemmerd worden. W iut bezoeken neemt maar vijf v( middagen per week in beslag. Zater dag en Zondag zijn er vrije dagen. Het instituut heeft een tweeledig doel, dat in het prospectus der inrich ting aldus werdt omschreven lo. d'exercer les étrangers a la pra tique (ècrite et orale) de la langue francaise ainsi qu'A la lecture cou rante 2o de leur faire connaltre la Fran ce, son génie propre, sa vie sociale et artistique, ses institutions et sa httc- rature classique el moderne. Niet weinig dus 1 Bn schrijver dezes kan getuigen, dat er onder de energieke en tactvolle di rectie van prof. Schweiizer alles ge daan wordt, om de bc-zockers van het instituut in hun dorst naar Fransche kennis te bevredigen, gedurende den betrekkelfjken korten tijd, dien men in het Instituut doorbrengt. De bezoekende vreemdelingen wor den in twee categorieën gesplitst De eerste categorie omvat de „cours élé mentaire" d. w. z. hen, die géén of een zoo geringe kennis van de Fransche taal hebben, dat ze eerst grammaticaal neg eens flink bijgespij kerd moeten worden. En de tweede omvat de cours supé rieur. Dat is dus de aJdeeling, waar voor de Hollanders bestemd zijn, want althans onze laudgenootcn, die Parijs gaan zien, zijn voldoende onderlegd in 't Fransch. om taaloefeningen van het soort„je frappe, tu frappes, il frappe" te kunnen ontberen. In de „degré supérieur" wordt tij dens het derde trimester van dit jaar (1 April—1 Augustus; door een zestil „professeurs", behalve utn directeur, goleeraard. Prof. Schweitzer-zelf be handelt de werken van Guy de Mau passant, verschillende beroemde ge dichten van "Fransche dichters, pho- ne'tiek, dictie en het vertalen van Heinrich Heine's werken in het Fransch. De heer Paul is aangewezen voor phonotiek, de heer Galland voor klas sieko literatuur (Racine, la Bruyèrc, Molière, Pascal, la Rochefoucauld, enz.), de heer Desternes voor deFran- scho literatuur der 19de eeuw, de heer Simonnot voor syntaxis, etc., voor Fransche geographic en voor hot behandelen dor Fransche staatsin stellingen, de heer Guernut voor de „révue bebdomadaire des journaux francais' en tenslotte de heer Par- menticr voor het houden van confe rences over de stad Parijs. Van „een schooltje" heeft het insti tuut niets. Trouwens, de leeftijd dér leerlingen zou daartegen al een over wegend bezwaar zijn. leder is vrij om to gaan of te komen wanneer bij iof zij) verkiest en desnoods maar een gedeelte van den cursus bij tc wonen, alB hij of zij dat wenscht. Met den oroerenden leeraar wordt steeds druk geconverseerd over de aan de orde zijnde onderwerpen. Het betreft hier geen opgestelde redevoeringen, waar bij ieder hoorder muisstil dient te zwijgen, maar moer een discussie, waarbij de leeraar als inleider en veelal ook als uitlegger fungeert. Zoo is men in de gelegenheid om over Fransche zaken van kunst, van staatkunde en van volkszeden te hoo- ron spreken door een Franschman, met hem van gedachten te wisselen, hem uitleggingen te vragen waar dat noodig is en intusschon heel wat ver- eche taalkennis op te doen. 'k Behoef nie>t verder uit to weiden over de groote voordeelen, die dit alles heeft, en die zeker wel in evenredigheid zijn ■tot t bedrag van den ,.prix d'inscrip tion", dien ieder te bef alen hoeft. Over de vriendschappelijke en ge moedelijke verhoudingen op het in stituut zei ik al iets. De directeur, prof. Schweitzer, type van de echt- Fransche beminnelijkheid en voor komendheid, is ook hierin de leidende man. Met monsieur Parmontier, den „dic- tionnaire vivant de Paris" (zooals de directeur hem terecht noomt) worden af en toe door de studiosi excursies ondernomen naar bepaalde stadsge deelten of gebouwen. Ook wel eens naar plaatsen in den omtrek. Wat over het algemeen den leeftijd der bezoekers van het instituut ba- treft, geloof ik dien niet te ruim te nemen met te zeggen dat hij zoo on geveer tussehen de twintig en veertig jaar varieert. Gewoonlijk zijn do Duitschers het sterkst vertegenwoor digd, zooals ook dit jaar het geval is. Want vele te Parijs studeerende Duit schers, vrouwelijke en mannelijke, komen hun navorschingen in de edele Fransche taal aanvullen in het Institut pour Etrangers. 't Geen wel een extra-bewijs is voor het nut, dat een vreemdeling in Pa rijs van dit instituut lioeft. En dat ik hcop, hierin eenigszins verklaard te hebben. ROBERT P.. Buitenlandsch Overzicht Over DE INNEMING VAN MISRATA door de Italianen komen nog de vol gende bijzondorheden Misrata zoo wordt door generaal Camerona gese'nd is in onze macht. Maandagmiddag om half vier, juist één m.lnnd na onzo overwinning bii Zanzoer, is onder het verheugde geroep van „I.cvo Italië 1" de Itali- aansche vlag op do kasba van Misra ta ceheschcn. Om 4 uur in den morgen zijn allo beschikbare troepen tot den aanval overgegaan, terwijl de oorlogssche pen de kusten van Kaap Sooroek tot Seira bewaakten. Onze rechtervleugel zou van do heuvels aan de kust af, op een moeilijk terrein, dat zeer ge schikte gelegenheid biedt lot het leg gen van hinderlagen, den linkervleu gel van den vijuuu ouiue.in.cn, ter wijl in het midden de hoofumaent I over open terrein oprukte en de ca- valerio onzen linkervleugel dekte. Het gevecht begon onmiddellijk op zeer levendige wijze. De artillerie kwam spoedig in actie en beschoot de vijandelijke schansen met veel gevolg- De vijand, die een krachtig versterkte stelling aan den Oostelijken rand van de oase van Misrata innam, bood verbitterd te genstand, doch noch zijn heftig vuur, noch zijn tegenstand, kon den storin- achtigen aanval van onzo dapper© troenen ophouden. De strijd nam spoedig den omvang van een grooten slag aan. De rechter Italiaansche vleugel stootte op hevig verzot, doch versterkt door een reserve-bataljon, wierp hij zich met onweerstaanbare kracht op den vijand, doorbrak zijn flank en greep hem met de bajonet in den rug aan. Om 10 uur bovond de vijand zich hier in volle vlucht in do richting van zijn rechtervleugel, die van het terrein vol hindernissen partij trok, en steeds weer hardnekkigen tegen stand bood. Eerst na de inneming van het dorp Soeroek, dat met herhaaldelijk©, hef tige bajonetaanv allen genomen werd, kon de opmarsch der Italianen, hoe wel onder het doorstaan vaa moeilijk heden, tot Misrata voortgezet wor den. Toen de Italianen daar aankwa men, zetto de vijand zijn ongeregelde vlucht naar het binnenland voort. De Turken lieten bun dooden op het tooncel van den strijd liggen hun verliezen zijn nog niet vastgesteld, doch bedroegen vele honderden. De Italianen hadden, nuar reeds gemeld, 9 dooden en 121 gewonden, waar onder 4 askari's. Het bestuur van de haven van Lon den heeft gisteravond een modedee- ii vu za.i de pers gedaan, waai in het de beweringen van DE LONDENSCHE STAKINGS COMMISSIE tegenspreekt, dat er nog 80.000 sta kers aan de Theems zouden zijn en de commissie de wolveilingen zou belet ten. Dez© worden onbelemmerd voort gezet, terwijl men met spoed naar den gewonen toestand in de haven op weg is. De cliënten van het bestuur van de haven van Londen gebruiken op het oogenblik meer arbeiders in de haven dan gewoonlijk. Het haven bestuur heeft deze week 23.750 pond aan loon uitbetaald, tegen 20.490 in dezelfde week van 1911. Het haven bestuur brengt daarom ter kennis, dat er geen bootwerkers meer aange nomen kunnen worden. Gisteren wa ren er 16.565 bootwerkers aan den arbeid en 160 schepen in lossing. Ge durende het verloop van de staking izijn er op de Theems 300 schepen, metende een half millioen tonnen, gelost en geladen. Gisteren heeft aan do haven oen ernstige vechtpartij plaats gehad. Vier tot do vakvorocniging behooren- d© arbeiders, die, trots het verbod van het bestuur der akvereeniging het werk hadden hervat, vluchtten in een herberg .Deze werd terstond door een groote menigte menschen om ringd. Alle ruiten werden met st<w> ncn ingegooid. Van de herberg uit schoten de in het nauw gebrachte werkilligcn roet scherp, maar wond den niemand. Nadat er neg oen half uur gevoch ten was lussenen de stakers en de werkwilligen, die hun kameraden wa ren ter hulp gesneld, slaagde de poli tie er in, om door een charge met den stok de menigte uiteen te jagen. Verscheidcnen lieppn kwetsuren op. veroorzaakt door scherpe voorwer pen. DE ONTMOETING TE BALTISCH- PORT achter den rug is, en Keizer Wilhelm zijn jaarlijksche reis naar de Noor- weegsche wateren hoeft aanvaard, worden n» bijzonderheden -bekend over het re», .taat van de besprekin gen, die in de Oostzee zijn gevoerd. In de berichten daarover wordt met I groote eenstemmigheid melding ge maakt van een nauwkeurige om schrijving van de maatregelen ter bescherming van den status quo in den Balkan. Rusland beeft verklaard do Turksche bezittingen niet te be dreigen, Duitschland beloofde de po gingen van derden, om uit de thans ontstane verwikkelingen voordeel te behalen, te zullen tegengaan. Dit geldt natuurlijk niet voor de beide oorlogvoerenden, daar iederen dag de toestand veranderen kan, zoo dal het onmogelijk is, thans reeds een j grondslag voor het sluiten van een eventueeien vrede vast te stellen. Van Russische zijde word betreurd, dat <le pogingen van Sasonof, om tot bemiddeling te komen, mislukt zijn, wiil die ook voor dc aanstaand© be sprekingen een belangrijke gemeen schappelijke grondslag voor de Euro- peescho belangen hadden kunnen vormen. Hoewel erkennende, dat dit resul taat der besprekingen vrij mager is, zegt de Petersburger „Börsenzeitung" dat de v erzckei-ingen van vredelie vendheid en de herhaling van vroe gere vriendschapsbetoogingen. toch wel van belang zijn, omdat daardoor de vrees voor een wijziging in de be staande vorhoudingen wordt opgehe ven Rusland en Duitsehland kunnen in de bestaande positie den F.uropee- schen vrede en het evenwicht in Euro pa beter bevestigen, dan door onnoo- dige tractate» De „Nowoje Wremija" zegtDe be tuiging van vriendschap der beide staten is een verademing vuor alle vrienden van den vrede, ook al had het bezoek van den Keizer geen tast baar resultaat gehad. De „Rjeisj," gelooft echter, dat do resultaten van de samenkomst wol dra zullen te bespeuren zijn. De diplo maten hebben alle hangende quaes- tics besproken, in de eerste plaats do Turksche en do Cliineesche quaestie. De toestand in Turkije maakt een regeling noodig, en deze zal'moeilij ker zijn dan in 1908. Alle krachten in Europa zullen moeten worden inge spannen, om die tot een goed einde te brengen, en dan zal blijken, dat do bespreking en de overeenkomst van Baltischport een goed en nuttig werk is geweest. Ook de Duitsche „Petersburger Zeitung" zegtDe ontmoeting heeft duidelijk en ondubbelzinnig de beves tiging van vertrouwelijke Duitsch- Ruseusch© betrekkingen aangetoond. Een wereldbrand kan niet ontstaan, zoolang tussehen Duitschland eu Rusland vriendschap heorscht. De „Matin" wijdt eenigo korte be schouwingen aan het artikel van Lu- cien Wolff in de „Daily Graphic" ba- treffende EEN NIEUWE OVEREENKOMST TUSSCHEN FRANKRIJK, EN GELAND EN ITALIê voor de handhav ing van den status quo in de MiddelJandsche Zee. Volgons de „Matin" is genoemd artikel bijna geheel onjuist. Wel heeft or kort geleden tussehen Frankrijk en Engeland op het initiatief van Asquith en met op dat van Poincaré een gedachten wisseling plaats ge had in verband met deze quaestie. Maar het is niet meer dan een ge- dachlenwi&seling geweest, waarbij Italië niet bet rokken was, maar waar uit cvonwel bleek, dat er tussehen Engeland en Frankrijk, wat de hand having van den status quo in de Mid- dellaodsche Zee betreft, volkomen o\ereenstemming bestaat Italië is bij deze gcdachtenwisseling niet betrok ken geworden, aangezien het In strijd is met alle internationale regelen om mot een land, dat oorlog voert, con situatie to bespreken, die slechts ge regeld kan worden wanneer dc vrede gesloten is. DE TOESTAND IN ALBANIé. Het bericht dat Mahmoed Sjcfkot pasja, de Turksche minister van oor log, zijn ontslag heeft ingediend, wordt bevestigd. De minister van ma rine neemt voorloopig. de zaken van orlog waar. Do berichten, die den laatsten tijd Uit Konstantinopel zijn gekomen, he ten reeds verwachten, dat M.ihmoed Sjefket zich tegenover de opgewon den stemming, die onder de officieren tegen hem was ontstaan, niet zou ki nnen staande houden. Sedert het begin van den oorlog me>t Italië heeft men hem van verschillende kanten er over aangevallen, dat hij niet bij tijds voor voldoende beveiliging van Tripol>s had gezorgd Het ligt echter vcor de hand, dat de generaal gedu rende de korte reeks van jaren, dat hij aan het hoofd van tiet leger beeft gestaan, onmogelijk alle fouten van het vcrieden goed kon maken. Zonder een sterke vloot was de ver van het moederland verwijderde ko lonie met te houden. Bovendien wa ren er voor den minister van oorlog tal van zaken te doen, die dringender schenen. Alle kracht moest hij in spannen, om liet leger uit het svan- bcstuur van de vroegere regeering te verlossen. Op dat gebied heeft Mah moed Sjefket veel tot stand gebracht. Zijn persoonlijk streven was om de officieren buiten de politiek te hou den. Door de betrekking waarin de meeste officieren tot het Jong-Turk- scho comité staan, was het hem niet mogelijk in dit opzicht zoozeer te sla gen, aJs voor Turkije wenseheli.ik zou zijn geweest. Aan den anderen kant was ook daarom een gedeelte der of ficieren hem niet gunstig gezind, om dat men hem verweet bepaalde krin gen voor te trekken. Bij de tegenwoor dige onlusten in Albanië is gebleken, dat geheime genootschappen van offi cieren bestaan, die Mahmoed Sjefket ten val wilden brengen. In de Kamer, waarvan de leden vaak zekere zelfgenoegzaamheid aan den dag leggen, kwam de minister meermalen in heftig conflict. Een werkelijke steun ontbrak hein ook hier. Zonder twijfel is Mahmoed Sjefket een man van eon sterken wil. d>p het niet dulden kan. dat onhevoo.g den zich met zijn zaken bemoeien en tegenstand liever met geweld dan met overreding overwint Dit doet er echter niet toe af, dat hij zich voor zijn vaderland hoogst verdienstelijk hoeft gemaakt. Zonder hem zou Tur kije misschien na de omwenteling uiteen gevallen zijn. Men mag aanne men, dat zijn rol nog niet is uitge spoeld. De Fransch© Kamer heeft met 339 tegen 217 stemmen het wetsontwerp ter HERVORMING VAN HET KIES RECHT aangenomen. Na de stemming aseide Poincaré, dat hij meende namens de regeering een korte verklaring te moeten afleggen. De minister wilde de hervorming tot stand bron gen mei deo steun van de republikeinsche par tij. Men zou erkennen, dat alle leden van de regeering overtuigde republi keinen waren. Hij bracht in herinne ring, dat hij altijd een voorstander van de evenredige vertegenwoordi ging was geweest en dat alle minis ters steeds tot een overeenkomst van alle partijen hadden willen geraken. Niettegenstaande dat hot hem leed deed van zijn vrienden te moeten scheiden, had h;j de noodzakelijke hervormingen niet kunnen opgeven. De regeering had gepoogd om zoo veel in te willigen als zij kon. Daarna verdedigde hij nogmaals de wet. die misschien in den Sonant, nog eenige wijzigingen zou ondergaan. Da minister hoopt, dat het ontwerp in den S r .nat evenals in de Kamer een meerderheid van repnhiikeinsche stemmen zal verkrijgen. Hij somde daarna nog eens uitvoerig de voor deelen van de wet op, die aan de meerderheid der stemmen de meer derheid der zetels waarborgt. Ten slotte verklaarde do minister deze wet is ir: overeenstemming met de rechtvaardigheid, de wijsheid cn de waarheid, ©n hij twnf. lt niet, of de meerderheid der republikeinen en de publieke opinio zullen er hun goed* keuring aan hechten. Binnenland DIPLOMATIE. Onze gezant te Washington, dr. Loudon, keerde heden, na een verlof van drie maanden naar Amerika te rug. MR. H. GOEMAN BORGESIUS. In Rotterdam zouden, volgens „Het Volk", „hardnekkige geruchten" loo- pen, dat mr. II Goeman Borgesius zich in 1913 niet alleen niet meer voor Rotterdam I, maar in het geheel met meer candidaat zal laten stellen voor de Kamer en dat wel wegens verge vorderden leeftijd. Als vermoedelijk Unie-liberaal candidaat voor Rotter dam I noemt het blad den oud-mi nister mr. Fock. De heer Borgesius, wien „Het Vad." over dit bericht om inlichting vroeg, deelde mede, dat bij zelf die geruchten voor het eerst vernam, uit welke medcdeeling voldoende blijkt, in hoeverre zij vertrouwen verdienen. STAATSCOMMISSIE VERDEDI GING NED.-INDlÖ. Ter installatie en tot aanvang van haar werkzaamheden is de Staats commissie voor het verdedigings- vraagstuk betreffende Nedcrlaudsch- Indië tegen Woensdag 17 dezer bij eengeroepen. HANDEL- EN SCHEEPVAART VERDRAG NEDERLAND-JAPAN. Het tussehen Japan cn Nederland nieuw gesloten verdrag van handel en scheepvaart is een uitvloeisel van de opzegging eenige jaren geleden door Japan van al zijne handelstractatcn. Men verneemt, dat het nieuwe ver drag niet veel afwijkt van de bepa lingen bij het vorig tractaat bedon gen. De uitoefening door vreemdelingen van de grondrechten in Japan is be ter geregeld in overeenstemming met de ervaring te dien aanzien verkre- ge.-i en de principiëcle wijziging is gelegen in een geringe beperking van het voorrecht dc meest begun stigde natie, beperking, waarin Ne derland met alle andere tractaatrij- ken deelt Het nieuwe handels- en scheep* vaartverdrag is ook toepasselijk op de Nederl&ndsche koloniën. MINISTERVACANTIES. De minister van landbouw, nijver heid en handel, de heer Talma, heeft voor enkele dagen 's-Gravenhage met verlof verlaten. De minister maakt 'n zeereis en stelt zich voor a.s. Maan dag 15 dezer weer in Den Haag terug te keeren. De minister Talma is gisterenmid dag per stoomschip Iris uit Rotter dam naar Bergen (Noorwegen) ver trokken. NED MAATSCHAPPIJ TOT BEVOR DERING DER PHARMACIE. Gisteren en heden vergaderde (0 Rotterdam de Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der Pharma- cie. Reeds Dinsdagavond werden de leden door het departement Rotter dam feestelijk ontvangen m de groo ts sociëteilszaal van de diergaarde. Dc waarnemende voorzitter van het departement, de lieer J. L Maas, zei- de in zijn welkomstrede, dat het Rot terdam bijzonder aangenaam was do eerste stad te zijn die de Maatschap- p j in haar nieuwe gedaante ont vangt Hij gaf de verzekering, dat het streven der Maatschappij nergens met meer belangstelling gevolgd wordt dan te Rotterdam, waar men zich op het gebied der vakorganisatie op historischen bodem bevindt. Van Kunst en Kunstenaars XLIV. I'. geen andere stad van ons vader land zijn, binnen èen jaar tijds, zoo vele nieuwe kunstsalons geopend als iu Rotterdam. De vorige week op tour- née bezochten wij er een drietal, en naar wij uit circulaires en meae- deelmgen vernamen er moeten er nog eenige meer zijn. Vanwaar die bloei? 't Wordt te moeilijker daarop een bevredigend antwoord te vinden als men blijft aannemen wat vroeger ontegenzeggelijk scheen dat Rotter dam op kunstgebied wel zeer voor uitstrevend, doch voor den kunsthan del weinig voordeelbrengend was, aangezien de belangstelling groeier was dan de kooplust en bovendien de laatste nog gemeenlijk in Den Haag of Amsterdam werd bevredigd. Er schijnt ook daarin kentering geko men, althans, in plaats Van twee, zoo als vele jaren lang het geval was, doen thans een achttal zaken elkaar corcurrentie aan. Hier kan het voor ons slechts van belang zijn te zien in hoeverre de kunst zelve daarmede ge diend wordt. Een nieuwe artist bracht daar de kunstgalerij „De Pro tector", een misschien wol komische naam voor een handelsonderneming. Deze zaak opende met een expositie va,. Anton Dierx, een kleurrijk schil der, wiens werk door deze firma blijk baar geprotegeerd en gepousseerd wordt. Gemengde collecties van aller lei aard, doch zonder speciaal cachet, brachten de andere firma's. Een ar tistiek waardevolle expositie gaf daar entegen de kunstzaal Huger en Van Mous, die na een gelukkig debuut voor eenige maanden thans de her- inrering levendig hield aan onzen groeten Gabriel. Toen Paul Jozeph Constant Gabriël in 1903 te 's-Gravenhage overleed, was een vol, werkzaam leven afgesloten, waarvan als zoovele getuigenissen honderden van kernachtige schetsen in krijt of verf, achterbleven. Deze waren zijn werkmateriaal, zijn aan- 1 teekeningen, zijn schatkamer ge weest, hieruit had hij geput bij het scheppen zijner doorgevoerde kunst werken. Doch van deze laatste was de voerraad bijster klein. Die werken, welke door hemzelf als voldragen schilderijen beschouwd zouden zijn, waren in zijne nalatenschap te tellen. Wel opmerkelijk is het, dat Gabricl tot voor korten tijd weinig populair was, terwijl toch zijn werk blijkbaar gereeden aftrek vond, zij het dan ook binnen den kring der amateurs éru- dits. Doch juist in deze beperking ligt misschien de verklaring dier geringe populariteit. Nu ligt bovendien in het wezen van zijn kunst niets dat eenige roemruch te bekendheid bij de menigte, als een den schilder aangenaam iets zou doen vermoeden. Bovendien vallen Ga briel's meest productieve jaren buiten onzen tijd van een ook ten onzent meer en meer zich uitbreidend kunst- handelswezen met al de daaraan ver- bor den factoren als publiciteit, waar deschatting als handelsobject van het kunstwerk enz. Zoodat het nu voor komen kan, dat iemand die zich thans voor Hollands moderne kunst begint te ir teresseeren, met naam en arbeid van talloos vele feitelijk nog slechts belovende jongeren gemeenzaam is, terwijl die van Gabriel hem te eenenmale onbekend zijn. Echter de kentering is reeds aan t kernen. Critici en kunstleeraren van invloed hebben, voor zoover hun doen lijk, deze onwillekeurige onrechtvaar digheid trachten te herstellen en niet zonder succes. Zij houden de waar deering levendig, die binnen den kring der met kunst vertrouwden reeds voor dit werk bestond, zij wekken deze, in de kringen, die voor hen toegankelijk, met Gabriel's kunst nog niet ver trouwd zijn. En het is zoo gemakkelijk met dit werk vertrouwd te raken. Het is de zuiverheid, de eenvoud zelve. Het is zóó eenvoudig, dat men het bijna voorbij is. zoo ©en vriend niet op dat sterke in dien eenvoud ons wijst Het sterke ui, zeker nu, zoo bijzondere. Gabriel zou eens gezegd' hebben „Mij trékken juist d i e onderwerp»» aan, waar de menschen van zeggen, dat er niets aan te zien is." Hij kan het gezegd hebben, want de gegevens, waaruit hij zijn stukken opbouwt, zijn van zoo weinig gecompliceerdheid, zijn zoo doodeenvoudig, zóó nuchter, dat zij de waarheid dier bewering be vestigen. Land, water en lucht behoe ven voor hom geen verdere stoffage, noch bijzondere schikking in het schil derij, om dit te maken tot een harmo nisch, in-zich-zelf afgesloten kunst werk waaruit de passie voor het, met een schrandere» analytische» geest doorvorsoht „Buiten" ons tegemoet treedt. Het is zelden een „g e v a 1", dat Gabriel zoekt of uit z'n voorraad ge gevens construeert. En zoo het al een geval is, dan zoo als geheel toevallig, zoo nuchter, dat geen oogenblik de gedachte gewekt wordt, dat hier iemand aan het woord was, die hooft willen charmeeren of lief doen. Even eenvoudig als waar en ongekunsteld zijn werk en persoonlijkheid van de zen schilder. Maar een eenvoud zoo wel onderlegd, zoozeer het gevolg van een verfijnden geest, dat het pro duct, zijn oclvre, er een geworden is van de zuiverste schoonheid.... Men moet zich het enthousiasme kunne herinneren, waarmede de sterke oude over zijn twee grcole Liefden, zijn werk en het Buiten, spreken kon. Lui de, als vele dooven, in scherp geac centueerde volzinnen, die zich schij i- baar moeizaam vormden, gaf hij zijn aandoeningen weer, die zich bij hem bij het zien van vroegere buitenstu dies verlevendigden. Hij kon zoo sma kelijk en met zelf-na-genieten vertel len van zijn zitten buiten in felst in wand als dc pluimwolken boven zi;n hoofd joegen, het aspect per seconde veranderde, en het water van het Ab-j coudermecr in-blauw zag. Tot op het laatst bleef hij buitea arbeiden, frisch zijn indrukken noteeren en verwer ken. De tentoonstelling zijner schet sen na zijn dood was een verrukking voor den liefhebber van het Buiten. Zelfs midden iu den winter kon nij het buitenwerken niet staken. Het was een der thema's waarop hij met voor- liefde terugkwam, te vertellen hoe hij sach, als het soms vroor, ganschelijk in couranten wikkelde, en hoe dez.c hem prachtig verwarmden. Verpakt in ziju ochtendblad, onder de jas over het lichaam uitgespreid, toog hij aan1 den arbeid, type van den kern gezon den Hollander. Te Amsterdam in 1823 geboren ging hij op later leeftijd naar België, na eenigen tijd bij B. C. Koekkoek ge werkt te hebben. Brussel is langm tijd zijn woonplaats geweest. Toch maakte hij voortdurend lan gere of kortere studiereizen door zijn vaderland, totdat hij zich in het mid den der tachtiger jaren, dus toen dóór het schilderslevèu lol ziju hoogtepunt J gekomen was, in Den Haag vestigde. Jan Veth heeft van hem een portret geëtst, dat en als etswerk, èn als bij zonder gelukkige typecring van het kaïakter-Gabriël, een bijzonder staal der moderne Hollandsehe prent kunst is. Van dezen maestro weer eens een groep werk bijeen te zien, was ons le Rotterdam een aangename verras sing. Een aantal werken van dien anderen innig-Hollandschen land schapschilder Kicolaas Bastert vulde de collectie op gelukkige wijze aan. Beider eigenaardigheid kwam in deze greepen uitstekend tot haar recht zon der elkaar te schaden. Het meer ver fijnde van Gabriël kon van Bastert's jovialiteit in de peinture onderkend woiden; beider oprecht Hollandsehe karakters naar waarde .geschat. Te s-Gravenhage houdt Van Wisseluigh uit Amsterdam zijn 10de jaarlijksche zomertentoonstellmg. De ze firma heeft haar specialiteiten: Breitner, Bauer, Wiisen, Dijsselhof etc., die allen zeer ruim vertegenwoor digu zijn. En een aantal Fransche schilderijen, waaronder cr één, dat wij gaarne het schoonste noemen, ons in de laatste maanden omler de oo- ger. gekomen: een werkje van liono- ré Daumïer" van zoo prachtige quali- teit als wij hier nooit zagen. Het stelt Don Quichotte cil don sla- pci den Sancho voor. De dolende rid der zit onder een boom, strak starend voor zich heen, het hoofd vol muize nissen. In het weitje wandelt de ma gere rossinant. Hoe prachtig is dit beestje, heel klein van afmeting, ge schilderd! Eu de dikke boersche San cho is zoo heerlijk in slaap gevallen cn ronkt, met zijn rug tegen het har nas van zijn meester aanliggend, zoo ongegeneerd 1 Het is ecu prachtig stukje typeering en op ende op Dau mïer Wat een enorme philosophic zit er in die voorstelling en hoe had Dau- nner, de eerste caricaturist van zijn tijd ook zijn schildertechniek in zijn macht. Dit is waarlijk klassieke kunst Jaren geleden had dezelfde firma een praclitwerkje van derizelfdcn 'schil der; een man baadde een kindje in dc Seine, met als achtergrond een stuk stadsmuur. Hoe mooi ook was dit te veel in Millet's wijze van zien gege ven, terwijl hier deze Don Quicnotte absoluut persoonlijk-Daumiersche kunst en Daumiersch levensbegrip vertegenwoordigt. De tentoonstelling blijft tot midden Juli in het Haag- sche Pulchri geopend cn een bezoek looi t alleszins dc moeite van een reisje. Twee dooden waren er deze laat ste veertien dagen. Alma Tadema, ei gen roem overlevend, eindigde zijn loopbaan in Wiesbaden en van een joi-gere met groot talent cn sterke erergie Van Beever - werd het leven in 36-jarigen ouderdom ufge- sneden. Van Beever'e carrière lag open voor hem. Hij gaf het Larensche binnenhuis, doch gaf liet niet als do fabriekmatige productie ze aflevert. Hij bad een eigen kleur, soms fijn, soms te zoetelijk wel, doch eigen. En hij bad een ontzagwekkende liefde voor zijn métier. Bij de begrafenis van den ouden Israels sprak ik hem het laatst. Hij was daar toen expres voor. uit België overgekomen. Weinig heeft de arme kerel toen kunnen bevroe den, boe spoedig voor hem de tijd déar zou zijn. Hij heeft den tijd niet gehad alle beloften in te lossen. En dai is in-treurig omdat het hem ge lukt zou zijn dat goed te doen. 1 Juli 1912. I. IL DE BOIS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5