HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
DONDERDAG 11 JULI 1912
V Instltut Francais poar Etrangars
Na gedurende een 21/2-maandsch
verblijf in de Fransche hoofdstad tien
Jbrieven aan de krant" geschreven te
hebben, resten me, dat kan ik verze
keren, nóg wel eenige herinneringen
uit do Ville Lumière, die waard zijn
er over te schrijven. En van m'n on
derwerpen, die 'k nog niet besprak in
do „Brieven uit een Wereldstad is
wel een der eerste: een beschrijving
van het instituut, welks naam dit
artikeltje voert.
Immers, het instituut is een instel
ling, die in de allerccrsto plaats voor
vreomdelingcn-in-Parijs interessant
is. En onder deze vreemdelingen zijn
vele Hollanders! Dat kan ieder, die
een poosje in de Stad dos Lichts ver
toeft, constatceren.
Vele jonge vreemdelingen komen er
met hetzelfde doel: zich practisch met
do taal vertrouwd te maken, het we
reldstad-leven tc leeren kennen en, In
't algemeen den blik wat te ver
ruimen en wat wereldwijsheid op te
doen.
Nu is dit ongetwijfeld een schoon
programma, en het omvat geen klei
nigheid. Maar in de practijk is het
moeilijk, al z'n tijd te passceren met
de min-of-meer abstracte bezigheid
van „wereldwijsheid-opdoen". En zoo
geloof ik dan ook wel dat ieder die I
eer. dergelijke excursie naar het bui
tenland gaat ondernemen, beginnen
zal in. t zich de vraag te stellen: wat
moei ik er omhanden hebben? Want
bet „volmaakt rentenieren" is zelfs
in een stad als Parijs, op den duur
vervelend, behalve dat het begrijpelij
kerwijze buitengemeen kostbaar is.
Menschen, die in den handel zijn
(of bezig daarin te komen) zullen
allicht een voiontairs-baautje op een
kantoor gaan zoeken. Nadoelen daar
van zijn, dat men er gewoonlijk geen
bijster belangrijk werk te doen krijgt,
dat er uiteraard weinig gelegenheid
voor convcrsalie-in-'t-Fransch bestaat
eri dat de gansche dag ongeveer op
geofferd moet worden.
Wie die nadeelen niet wil oudervin
den, laat het na om naar een tijde
lijk haantje in den handel te sollici-
tccren. Hij wandelt na z'ri aankomst
te Parijs even naar de rue de la Sor-
bonnc 16, in 't hartje van het Quar-
tier Latin (de studentenwijk) en zal
daar, in 't gebouw der Ecole des Hau-
tes Etudes Sociales, den leider van
het Institut Francais pour Etrangers,
prof. dr. Charles Schweitzer, bereid
vinden om hem alle mogelijke bij
zonderheden te verstrekken.
De zomercursus, die van April tot
October duurt, wordt steeds bezocht
door een gezelschap studiosi van de
meest internationale samenstelling.
Engelsche, Duitsche, Fransche, Roc-
niecnscne, Hollandsehe, Russische,
Zweedsche, Spaansche (enz), heeren
en dames, ontmoeten er elkaar, en er
heersent een opgewekte toon van
wat je zou kunnen noemen „vriend-
schnppelijke internationale betrek
kingen
Voor een zijn-vak-minnend Fransch
philoloog zou het, dunKt niij, een ge
not zijn als hij eens een weekje lang
lederen morgen den cursus kwam bij
wonen om een studie te maken van do
rijko collectie van vreemdsoortige ac
centen, waarmee daar z'n moedertaal
wordt begiltigd. De Engelschen sjian-
r.en in due opzicht nutuurlijk de
kroon, 't is bekend, hoe moeilijk het is
voor hen, die gewend zijn woorden te
kauwen, om het luchtige, sierlijke en
welluidende Fransch te spreken, livin
moeilijk is het trouwens voor de Fran
se hen, ooi het „gekauwde taaltje'' van
de oveizeesche amices te verwerken.
Ze radbraken en mishandelen 't En
gelsen al even erg als ze het onze
schoone taal deenWaaneei er zien
tenminste een Hollander voordoet, die
de moeite neemt om een Pranschmun
les te geven bv. in de uitspraak van
de harde Hollandsehe g. Hij zal wei
nig plezie: van z'n onderwijs beleven!
'k Dwaal van m'n onderwerp af.
Laat ik liever eens wat vertellen
ever de wijze, waarop het Institut
pour Etrangers werkt.
De vreemdeling, die een flink deel
van z'*i Parijsch sejour wil bcstcdei
om de stad te zien, zal daarin doi
het bezoeken van het instituut niet in
het minste belemmerd worden. W
iut bezoeken neemt maar vijf v(
middagen per week in beslag. Zater
dag en Zondag zijn er vrije dagen.
Het instituut heeft een tweeledig
doel, dat in het prospectus der inrich
ting aldus werdt omschreven
lo. d'exercer les étrangers a la pra
tique (ècrite et orale) de la langue
francaise ainsi qu'A la lecture cou
rante
2o de leur faire connaltre la Fran
ce, son génie propre, sa vie sociale et
artistique, ses institutions et sa httc-
rature classique el moderne.
Niet weinig dus 1
Bn schrijver dezes kan getuigen, dat
er onder de energieke en tactvolle di
rectie van prof. Schweiizer alles ge
daan wordt, om de bc-zockers van het
instituut in hun dorst naar Fransche
kennis te bevredigen, gedurende den
betrekkelfjken korten tijd, dien men
in het Instituut doorbrengt.
De bezoekende vreemdelingen wor
den in twee categorieën gesplitst De
eerste categorie omvat de „cours élé
mentaire" d. w. z. hen, die géén
of een zoo geringe kennis van de
Fransche taal hebben, dat ze eerst
grammaticaal neg eens flink bijgespij
kerd moeten worden.
En de tweede omvat de cours supé
rieur. Dat is dus de aJdeeling, waar
voor de Hollanders bestemd zijn, want
althans onze laudgenootcn, die Parijs
gaan zien, zijn voldoende onderlegd in
't Fransch. om taaloefeningen van
het soort„je frappe, tu frappes, il
frappe" te kunnen ontberen.
In de „degré supérieur" wordt tij
dens het derde trimester van dit jaar
(1 April—1 Augustus; door een zestil
„professeurs", behalve utn directeur,
goleeraard. Prof. Schweitzer-zelf be
handelt de werken van Guy de Mau
passant, verschillende beroemde ge
dichten van "Fransche dichters, pho-
ne'tiek, dictie en het vertalen van
Heinrich Heine's werken in het
Fransch.
De heer Paul is aangewezen voor
phonotiek, de heer Galland voor klas
sieko literatuur (Racine, la Bruyèrc,
Molière, Pascal, la Rochefoucauld,
enz.), de heer Desternes voor deFran-
scho literatuur der 19de eeuw, de
heer Simonnot voor syntaxis, etc.,
voor Fransche geographic en voor hot
behandelen dor Fransche staatsin
stellingen, de heer Guernut voor de
„révue bebdomadaire des journaux
francais' en tenslotte de heer Par-
menticr voor het houden van confe
rences over de stad Parijs.
Van „een schooltje" heeft het insti
tuut niets. Trouwens, de leeftijd dér
leerlingen zou daartegen al een over
wegend bezwaar zijn. leder is vrij om
to gaan of te komen wanneer bij iof
zij) verkiest en desnoods maar een
gedeelte van den cursus bij tc wonen,
alB hij of zij dat wenscht. Met den
oroerenden leeraar wordt steeds druk
geconverseerd over de aan de orde
zijnde onderwerpen. Het betreft hier
geen opgestelde redevoeringen, waar
bij ieder hoorder muisstil dient te
zwijgen, maar moer een discussie,
waarbij de leeraar als inleider en
veelal ook als uitlegger fungeert.
Zoo is men in de gelegenheid om
over Fransche zaken van kunst, van
staatkunde en van volkszeden te hoo-
ron spreken door een Franschman,
met hem van gedachten te wisselen,
hem uitleggingen te vragen waar dat
noodig is en intusschon heel wat ver-
eche taalkennis op te doen. 'k Behoef
nie>t verder uit to weiden over de
groote voordeelen, die dit alles heeft,
en die zeker wel in evenredigheid zijn
■tot t bedrag van den ,.prix d'inscrip
tion", dien ieder te bef alen hoeft.
Over de vriendschappelijke en ge
moedelijke verhoudingen op het in
stituut zei ik al iets. De directeur,
prof. Schweitzer, type van de echt-
Fransche beminnelijkheid en voor
komendheid, is ook hierin de leidende
man.
Met monsieur Parmontier, den „dic-
tionnaire vivant de Paris" (zooals de
directeur hem terecht noomt) worden
af en toe door de studiosi excursies
ondernomen naar bepaalde stadsge
deelten of gebouwen. Ook wel eens
naar plaatsen in den omtrek.
Wat over het algemeen den leeftijd
der bezoekers van het instituut ba-
treft, geloof ik dien niet te ruim te
nemen met te zeggen dat hij zoo on
geveer tussehen de twintig en veertig
jaar varieert. Gewoonlijk zijn do
Duitschers het sterkst vertegenwoor
digd, zooals ook dit jaar het geval is.
Want vele te Parijs studeerende Duit
schers, vrouwelijke en mannelijke,
komen hun navorschingen in de
edele Fransche taal aanvullen in het
Institut pour Etrangers.
't Geen wel een extra-bewijs is voor
het nut, dat een vreemdeling in Pa
rijs van dit instituut lioeft. En dat ik
hcop, hierin eenigszins verklaard te
hebben.
ROBERT P..
Buitenlandsch Overzicht
Over
DE INNEMING VAN MISRATA
door de Italianen komen nog de vol
gende bijzondorheden
Misrata zoo wordt door generaal
Camerona gese'nd is in onze
macht. Maandagmiddag om half vier,
juist één m.lnnd na onzo overwinning
bii Zanzoer, is onder het verheugde
geroep van „I.cvo Italië 1" de Itali-
aansche vlag op do kasba van Misra
ta ceheschcn.
Om 4 uur in den morgen zijn allo
beschikbare troepen tot den aanval
overgegaan, terwijl de oorlogssche
pen de kusten van Kaap Sooroek tot
Seira bewaakten. Onze rechtervleugel
zou van do heuvels aan de kust af,
op een moeilijk terrein, dat zeer ge
schikte gelegenheid biedt lot het leg
gen van hinderlagen, den linkervleu
gel van den vijuuu ouiue.in.cn, ter
wijl in het midden de hoofumaent I
over open terrein oprukte en de ca-
valerio onzen linkervleugel dekte. Het
gevecht begon onmiddellijk op zeer
levendige wijze.
De artillerie kwam spoedig in actie
en beschoot de vijandelijke schansen
met veel gevolg- De vijand, die een
krachtig versterkte stelling aan den
Oostelijken rand van de oase van
Misrata innam, bood verbitterd te
genstand, doch noch zijn heftig vuur,
noch zijn tegenstand, kon den storin-
achtigen aanval van onzo dapper©
troenen ophouden. De strijd nam
spoedig den omvang van een grooten
slag aan.
De rechter Italiaansche vleugel
stootte op hevig verzot, doch versterkt
door een reserve-bataljon, wierp hij
zich met onweerstaanbare kracht op
den vijand, doorbrak zijn flank en
greep hem met de bajonet in den rug
aan. Om 10 uur bovond de vijand zich
hier in volle vlucht in do richting
van zijn rechtervleugel, die van het
terrein vol hindernissen partij trok,
en steeds weer hardnekkigen tegen
stand bood.
Eerst na de inneming van het dorp
Soeroek, dat met herhaaldelijk©, hef
tige bajonetaanv allen genomen werd,
kon de opmarsch der Italianen, hoe
wel onder het doorstaan vaa moeilijk
heden, tot Misrata voortgezet wor
den.
Toen de Italianen daar aankwa
men, zetto de vijand zijn ongeregelde
vlucht naar het binnenland voort.
De Turken lieten bun dooden op het
tooncel van den strijd liggen hun
verliezen zijn nog niet vastgesteld,
doch bedroegen vele honderden. De
Italianen hadden, nuar reeds gemeld,
9 dooden en 121 gewonden, waar
onder 4 askari's.
Het bestuur van de haven van Lon
den heeft gisteravond een modedee-
ii vu za.i de pers gedaan, waai in het
de beweringen van
DE LONDENSCHE STAKINGS
COMMISSIE
tegenspreekt, dat er nog 80.000 sta
kers aan de Theems zouden zijn en de
commissie de wolveilingen zou belet
ten. Dez© worden onbelemmerd voort
gezet, terwijl men met spoed naar
den gewonen toestand in de haven op
weg is. De cliënten van het bestuur
van de haven van Londen gebruiken
op het oogenblik meer arbeiders in
de haven dan gewoonlijk. Het haven
bestuur heeft deze week 23.750 pond
aan loon uitbetaald, tegen 20.490 in
dezelfde week van 1911. Het haven
bestuur brengt daarom ter kennis,
dat er geen bootwerkers meer aange
nomen kunnen worden. Gisteren wa
ren er 16.565 bootwerkers aan den
arbeid en 160 schepen in lossing. Ge
durende het verloop van de staking
izijn er op de Theems 300 schepen,
metende een half millioen tonnen,
gelost en geladen.
Gisteren heeft aan do haven oen
ernstige vechtpartij plaats gehad.
Vier tot do vakvorocniging behooren-
d© arbeiders, die, trots het verbod van
het bestuur der akvereeniging het
werk hadden hervat, vluchtten in
een herberg .Deze werd terstond door
een groote menigte menschen om
ringd. Alle ruiten werden met st<w>
ncn ingegooid. Van de herberg uit
schoten de in het nauw gebrachte
werkilligcn roet scherp, maar wond
den niemand.
Nadat er neg oen half uur gevoch
ten was lussenen de stakers en de
werkwilligen, die hun kameraden wa
ren ter hulp gesneld, slaagde de poli
tie er in, om door een charge met
den stok de menigte uiteen te jagen.
Verscheidcnen lieppn kwetsuren op.
veroorzaakt door scherpe voorwer
pen.
DE ONTMOETING TE BALTISCH-
PORT
achter den rug is, en Keizer Wilhelm
zijn jaarlijksche reis naar de Noor-
weegsche wateren hoeft aanvaard,
worden n» bijzonderheden -bekend
over het re», .taat van de besprekin
gen, die in de Oostzee zijn gevoerd.
In de berichten daarover wordt met I
groote eenstemmigheid melding ge
maakt van een nauwkeurige om
schrijving van de maatregelen ter
bescherming van den status quo in
den Balkan. Rusland beeft verklaard
do Turksche bezittingen niet te be
dreigen, Duitschland beloofde de po
gingen van derden, om uit de thans
ontstane verwikkelingen voordeel te
behalen, te zullen tegengaan.
Dit geldt natuurlijk niet voor de
beide oorlogvoerenden, daar iederen
dag de toestand veranderen kan, zoo
dal het onmogelijk is, thans reeds een j
grondslag voor het sluiten van een
eventueeien vrede vast te stellen.
Van Russische zijde word betreurd,
dat <le pogingen van Sasonof, om tot
bemiddeling te komen, mislukt zijn,
wiil die ook voor dc aanstaand© be
sprekingen een belangrijke gemeen
schappelijke grondslag voor de Euro-
peescho belangen hadden kunnen
vormen.
Hoewel erkennende, dat dit resul
taat der besprekingen vrij mager is,
zegt de Petersburger „Börsenzeitung"
dat de v erzckei-ingen van vredelie
vendheid en de herhaling van vroe
gere vriendschapsbetoogingen. toch
wel van belang zijn, omdat daardoor
de vrees voor een wijziging in de be
staande vorhoudingen wordt opgehe
ven
Rusland en Duitsehland kunnen in
de bestaande positie den F.uropee-
schen vrede en het evenwicht in Euro
pa beter bevestigen, dan door onnoo-
dige tractate»
De „Nowoje Wremija" zegtDe be
tuiging van vriendschap der beide
staten is een verademing vuor alle
vrienden van den vrede, ook al had
het bezoek van den Keizer geen tast
baar resultaat gehad.
De „Rjeisj," gelooft echter, dat do
resultaten van de samenkomst wol
dra zullen te bespeuren zijn. De diplo
maten hebben alle hangende quaes-
tics besproken, in de eerste plaats do
Turksche en do Cliineesche quaestie.
De toestand in Turkije maakt een
regeling noodig, en deze zal'moeilij
ker zijn dan in 1908. Alle krachten in
Europa zullen moeten worden inge
spannen, om die tot een goed einde te
brengen, en dan zal blijken, dat do
bespreking en de overeenkomst van
Baltischport een goed en nuttig werk
is geweest.
Ook de Duitsche „Petersburger
Zeitung" zegtDe ontmoeting heeft
duidelijk en ondubbelzinnig de beves
tiging van vertrouwelijke Duitsch-
Ruseusch© betrekkingen aangetoond.
Een wereldbrand kan niet ontstaan,
zoolang tussehen Duitschland eu
Rusland vriendschap heorscht.
De „Matin" wijdt eenigo korte be
schouwingen aan het artikel van Lu-
cien Wolff in de „Daily Graphic" ba-
treffende
EEN NIEUWE OVEREENKOMST
TUSSCHEN FRANKRIJK, EN
GELAND EN ITALIê
voor de handhav ing van den status
quo in de MiddelJandsche Zee.
Volgons de „Matin" is genoemd
artikel bijna geheel onjuist. Wel heeft
or kort geleden tussehen Frankrijk
en Engeland op het initiatief van
Asquith en met op dat van Poincaré
een gedachten wisseling plaats ge
had in verband met deze quaestie.
Maar het is niet meer dan een ge-
dachlenwi&seling geweest, waarbij
Italië niet bet rokken was, maar waar
uit cvonwel bleek, dat er tussehen
Engeland en Frankrijk, wat de hand
having van den status quo in de Mid-
dellaodsche Zee betreft, volkomen
o\ereenstemming bestaat Italië is bij
deze gcdachtenwisseling niet betrok
ken geworden, aangezien het In strijd
is met alle internationale regelen om
mot een land, dat oorlog voert, con
situatie to bespreken, die slechts ge
regeld kan worden wanneer dc vrede
gesloten is.
DE TOESTAND IN ALBANIé.
Het bericht dat Mahmoed Sjcfkot
pasja, de Turksche minister van oor
log, zijn ontslag heeft ingediend,
wordt bevestigd. De minister van ma
rine neemt voorloopig. de zaken van
orlog waar.
Do berichten, die den laatsten tijd
Uit Konstantinopel zijn gekomen, he
ten reeds verwachten, dat M.ihmoed
Sjefket zich tegenover de opgewon
den stemming, die onder de officieren
tegen hem was ontstaan, niet zou
ki nnen staande houden. Sedert het
begin van den oorlog me>t Italië heeft
men hem van verschillende kanten
er over aangevallen, dat hij niet bij
tijds voor voldoende beveiliging van
Tripol>s had gezorgd Het ligt echter
vcor de hand, dat de generaal gedu
rende de korte reeks van jaren, dat
hij aan het hoofd van tiet leger beeft
gestaan, onmogelijk alle fouten van
het vcrieden goed kon maken.
Zonder een sterke vloot was de ver
van het moederland verwijderde ko
lonie met te houden. Bovendien wa
ren er voor den minister van oorlog
tal van zaken te doen, die dringender
schenen. Alle kracht moest hij in
spannen, om liet leger uit het svan-
bcstuur van de vroegere regeering te
verlossen. Op dat gebied heeft Mah
moed Sjefket veel tot stand gebracht.
Zijn persoonlijk streven was om de
officieren buiten de politiek te hou
den. Door de betrekking waarin de
meeste officieren tot het Jong-Turk-
scho comité staan, was het hem niet
mogelijk in dit opzicht zoozeer te sla
gen, aJs voor Turkije wenseheli.ik zou
zijn geweest. Aan den anderen kant
was ook daarom een gedeelte der of
ficieren hem niet gunstig gezind, om
dat men hem verweet bepaalde krin
gen voor te trekken. Bij de tegenwoor
dige onlusten in Albanië is gebleken,
dat geheime genootschappen van offi
cieren bestaan, die Mahmoed Sjefket
ten val wilden brengen.
In de Kamer, waarvan de leden
vaak zekere zelfgenoegzaamheid aan
den dag leggen, kwam de minister
meermalen in heftig conflict. Een
werkelijke steun ontbrak hein ook
hier. Zonder twijfel is Mahmoed
Sjefket een man van eon sterken wil.
d>p het niet dulden kan. dat onhevoo.g
den zich met zijn zaken bemoeien en
tegenstand liever met geweld dan
met overreding overwint Dit doet er
echter niet toe af, dat hij zich voor
zijn vaderland hoogst verdienstelijk
hoeft gemaakt. Zonder hem zou Tur
kije misschien na de omwenteling
uiteen gevallen zijn. Men mag aanne
men, dat zijn rol nog niet is uitge
spoeld.
De Fransch© Kamer heeft met 339
tegen 217 stemmen het wetsontwerp
ter
HERVORMING VAN HET KIES
RECHT
aangenomen. Na de stemming aseide
Poincaré, dat hij meende namens de
regeering een korte verklaring te
moeten afleggen. De minister wilde
de hervorming tot stand bron gen mei
deo steun van de republikeinsche par
tij. Men zou erkennen, dat alle leden
van de regeering overtuigde republi
keinen waren. Hij bracht in herinne
ring, dat hij altijd een voorstander
van de evenredige vertegenwoordi
ging was geweest en dat alle minis
ters steeds tot een overeenkomst van
alle partijen hadden willen geraken.
Niettegenstaande dat hot hem leed
deed van zijn vrienden te moeten
scheiden, had h;j de noodzakelijke
hervormingen niet kunnen opgeven.
De regeering had gepoogd om zoo
veel in te willigen als zij kon.
Daarna verdedigde hij nogmaals de
wet. die misschien in den Sonant, nog
eenige wijzigingen zou ondergaan. Da
minister hoopt, dat het ontwerp in
den S r .nat evenals in de Kamer een
meerderheid van repnhiikeinsche
stemmen zal verkrijgen. Hij somde
daarna nog eens uitvoerig de voor
deelen van de wet op, die aan de
meerderheid der stemmen de meer
derheid der zetels waarborgt.
Ten slotte verklaarde do minister
deze wet is ir: overeenstemming met
de rechtvaardigheid, de wijsheid cn
de waarheid, ©n hij twnf. lt niet, of de
meerderheid der republikeinen en de
publieke opinio zullen er hun goed*
keuring aan hechten.
Binnenland
DIPLOMATIE.
Onze gezant te Washington, dr.
Loudon, keerde heden, na een verlof
van drie maanden naar Amerika te
rug.
MR. H. GOEMAN BORGESIUS.
In Rotterdam zouden, volgens „Het
Volk", „hardnekkige geruchten" loo-
pen, dat mr. II Goeman Borgesius
zich in 1913 niet alleen niet meer voor
Rotterdam I, maar in het geheel met
meer candidaat zal laten stellen voor
de Kamer en dat wel wegens verge
vorderden leeftijd. Als vermoedelijk
Unie-liberaal candidaat voor Rotter
dam I noemt het blad den oud-mi
nister mr. Fock.
De heer Borgesius, wien „Het
Vad." over dit bericht om inlichting
vroeg, deelde mede, dat bij zelf die
geruchten voor het eerst vernam, uit
welke medcdeeling voldoende blijkt,
in hoeverre zij vertrouwen verdienen.
STAATSCOMMISSIE VERDEDI
GING NED.-INDlÖ.
Ter installatie en tot aanvang van
haar werkzaamheden is de Staats
commissie voor het verdedigings-
vraagstuk betreffende Nedcrlaudsch-
Indië tegen Woensdag 17 dezer bij
eengeroepen.
HANDEL- EN SCHEEPVAART
VERDRAG NEDERLAND-JAPAN.
Het tussehen Japan cn Nederland
nieuw gesloten verdrag van handel en
scheepvaart is een uitvloeisel van de
opzegging eenige jaren geleden door
Japan van al zijne handelstractatcn.
Men verneemt, dat het nieuwe ver
drag niet veel afwijkt van de bepa
lingen bij het vorig tractaat bedon
gen.
De uitoefening door vreemdelingen
van de grondrechten in Japan is be
ter geregeld in overeenstemming met
de ervaring te dien aanzien verkre-
ge.-i en de principiëcle wijziging is
gelegen in een geringe beperking
van het voorrecht dc meest begun
stigde natie, beperking, waarin Ne
derland met alle andere tractaatrij-
ken deelt
Het nieuwe handels- en scheep*
vaartverdrag is ook toepasselijk op
de Nederl&ndsche koloniën.
MINISTERVACANTIES.
De minister van landbouw, nijver
heid en handel, de heer Talma, heeft
voor enkele dagen 's-Gravenhage met
verlof verlaten. De minister maakt 'n
zeereis en stelt zich voor a.s. Maan
dag 15 dezer weer in Den Haag terug
te keeren.
De minister Talma is gisterenmid
dag per stoomschip Iris uit Rotter
dam naar Bergen (Noorwegen) ver
trokken.
NED MAATSCHAPPIJ TOT BEVOR
DERING DER PHARMACIE.
Gisteren en heden vergaderde (0
Rotterdam de Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering der Pharma-
cie. Reeds Dinsdagavond werden de
leden door het departement Rotter
dam feestelijk ontvangen m de groo
ts sociëteilszaal van de diergaarde.
Dc waarnemende voorzitter van het
departement, de lieer J. L Maas, zei-
de in zijn welkomstrede, dat het Rot
terdam bijzonder aangenaam was do
eerste stad te zijn die de Maatschap-
p j in haar nieuwe gedaante ont
vangt Hij gaf de verzekering, dat het
streven der Maatschappij nergens
met meer belangstelling gevolgd
wordt dan te Rotterdam, waar men
zich op het gebied der vakorganisatie
op historischen bodem bevindt.
Van Kunst en Kunstenaars
XLIV.
I'. geen andere stad van ons vader
land zijn, binnen èen jaar tijds, zoo
vele nieuwe kunstsalons geopend als
iu Rotterdam. De vorige week op tour-
née bezochten wij er een drietal, en
naar wij uit circulaires en meae-
deelmgen vernamen er moeten er
nog eenige meer zijn. Vanwaar die
bloei? 't Wordt te moeilijker daarop
een bevredigend antwoord te vinden
als men blijft aannemen wat vroeger
ontegenzeggelijk scheen dat Rotter
dam op kunstgebied wel zeer voor
uitstrevend, doch voor den kunsthan
del weinig voordeelbrengend was,
aangezien de belangstelling groeier
was dan de kooplust en bovendien de
laatste nog gemeenlijk in Den Haag
of Amsterdam werd bevredigd. Er
schijnt ook daarin kentering geko
men, althans, in plaats Van twee, zoo
als vele jaren lang het geval was,
doen thans een achttal zaken elkaar
corcurrentie aan. Hier kan het voor
ons slechts van belang zijn te zien in
hoeverre de kunst zelve daarmede ge
diend wordt. Een nieuwe artist
bracht daar de kunstgalerij „De Pro
tector", een misschien wol komische
naam voor een handelsonderneming.
Deze zaak opende met een expositie
va,. Anton Dierx, een kleurrijk schil
der, wiens werk door deze firma blijk
baar geprotegeerd en gepousseerd
wordt. Gemengde collecties van aller
lei aard, doch zonder speciaal cachet,
brachten de andere firma's. Een ar
tistiek waardevolle expositie gaf daar
entegen de kunstzaal Huger en Van
Mous, die na een gelukkig debuut
voor eenige maanden thans de her-
inrering levendig hield aan onzen
groeten Gabriel.
Toen Paul Jozeph Constant Gabriël
in 1903 te 's-Gravenhage overleed, was
een vol, werkzaam leven afgesloten,
waarvan als zoovele getuigenissen
honderden van kernachtige schetsen
in krijt of verf, achterbleven. Deze
waren zijn werkmateriaal, zijn aan-
1 teekeningen, zijn schatkamer ge
weest, hieruit had hij geput bij het
scheppen zijner doorgevoerde kunst
werken. Doch van deze laatste was de
voerraad bijster klein. Die werken,
welke door hemzelf als voldragen
schilderijen beschouwd zouden zijn,
waren in zijne nalatenschap te tellen.
Wel opmerkelijk is het, dat Gabricl
tot voor korten tijd weinig populair
was, terwijl toch zijn werk blijkbaar
gereeden aftrek vond, zij het dan ook
binnen den kring der amateurs éru-
dits. Doch juist in deze beperking ligt
misschien de verklaring dier geringe
populariteit.
Nu ligt bovendien in het wezen van
zijn kunst niets dat eenige roemruch
te bekendheid bij de menigte, als een
den schilder aangenaam iets zou doen
vermoeden. Bovendien vallen Ga
briel's meest productieve jaren buiten
onzen tijd van een ook ten onzent
meer en meer zich uitbreidend kunst-
handelswezen met al de daaraan ver-
bor den factoren als publiciteit, waar
deschatting als handelsobject van het
kunstwerk enz. Zoodat het nu voor
komen kan, dat iemand die zich thans
voor Hollands moderne kunst begint
te ir teresseeren, met naam en arbeid
van talloos vele feitelijk nog slechts
belovende jongeren gemeenzaam
is, terwijl die van Gabriel hem te
eenenmale onbekend zijn.
Echter de kentering is reeds aan t
kernen. Critici en kunstleeraren van
invloed hebben, voor zoover hun doen
lijk, deze onwillekeurige onrechtvaar
digheid trachten te herstellen en niet
zonder succes. Zij houden de waar
deering levendig, die binnen den kring
der met kunst vertrouwden reeds voor
dit werk bestond, zij wekken deze, in
de kringen, die voor hen toegankelijk,
met Gabriel's kunst nog niet ver
trouwd zijn.
En het is zoo gemakkelijk met dit
werk vertrouwd te raken. Het is de
zuiverheid, de eenvoud zelve. Het is
zóó eenvoudig, dat men het bijna
voorbij is. zoo ©en vriend niet op dat
sterke in dien eenvoud ons wijst Het
sterke ui, zeker nu, zoo bijzondere.
Gabriel zou eens gezegd' hebben
„Mij trékken juist d i e onderwerp»»
aan, waar de menschen van zeggen,
dat er niets aan te zien is." Hij kan
het gezegd hebben, want de gegevens,
waaruit hij zijn stukken opbouwt, zijn
van zoo weinig gecompliceerdheid,
zijn zoo doodeenvoudig, zóó nuchter,
dat zij de waarheid dier bewering be
vestigen. Land, water en lucht behoe
ven voor hom geen verdere stoffage,
noch bijzondere schikking in het schil
derij, om dit te maken tot een harmo
nisch, in-zich-zelf afgesloten kunst
werk waaruit de passie voor het, met
een schrandere» analytische» geest
doorvorsoht „Buiten" ons tegemoet
treedt.
Het is zelden een „g e v a 1", dat
Gabriel zoekt of uit z'n voorraad ge
gevens construeert. En zoo het al een
geval is, dan zoo als geheel toevallig,
zoo nuchter, dat geen oogenblik de
gedachte gewekt wordt, dat hier
iemand aan het woord was, die hooft
willen charmeeren of lief doen. Even
eenvoudig als waar en ongekunsteld
zijn werk en persoonlijkheid van de
zen schilder. Maar een eenvoud zoo
wel onderlegd, zoozeer het gevolg
van een verfijnden geest, dat het pro
duct, zijn oclvre, er een geworden is
van de zuiverste schoonheid.... Men
moet zich het enthousiasme kunne
herinneren, waarmede de sterke oude
over zijn twee grcole Liefden, zijn
werk en het Buiten, spreken kon. Lui
de, als vele dooven, in scherp geac
centueerde volzinnen, die zich schij i-
baar moeizaam vormden, gaf hij zijn
aandoeningen weer, die zich bij hem
bij het zien van vroegere buitenstu
dies verlevendigden. Hij kon zoo sma
kelijk en met zelf-na-genieten vertel
len van zijn zitten buiten in felst in
wand als dc pluimwolken boven zi;n
hoofd joegen, het aspect per seconde
veranderde, en het water van het Ab-j
coudermecr in-blauw zag. Tot op het
laatst bleef hij buitea arbeiden, frisch
zijn indrukken noteeren en verwer
ken. De tentoonstelling zijner schet
sen na zijn dood was een verrukking
voor den liefhebber van het Buiten.
Zelfs midden iu den winter kon nij
het buitenwerken niet staken. Het was
een der thema's waarop hij met voor-
liefde terugkwam, te vertellen hoe hij
sach, als het soms vroor, ganschelijk
in couranten wikkelde, en hoe dez.c
hem prachtig verwarmden. Verpakt in
ziju ochtendblad, onder de jas over
het lichaam uitgespreid, toog hij aan1
den arbeid, type van den kern gezon
den Hollander.
Te Amsterdam in 1823 geboren ging
hij op later leeftijd naar België, na
eenigen tijd bij B. C. Koekkoek ge
werkt te hebben. Brussel is langm
tijd zijn woonplaats geweest.
Toch maakte hij voortdurend lan
gere of kortere studiereizen door zijn
vaderland, totdat hij zich in het mid
den der tachtiger jaren, dus toen dóór
het schilderslevèu lol ziju hoogtepunt J
gekomen was, in Den Haag vestigde.
Jan Veth heeft van hem een portret
geëtst, dat en als etswerk, èn als bij
zonder gelukkige typecring van het
kaïakter-Gabriël, een bijzonder staal
der moderne Hollandsehe prent
kunst is.
Van dezen maestro weer eens een
groep werk bijeen te zien, was ons le
Rotterdam een aangename verras
sing. Een aantal werken van dien
anderen innig-Hollandschen land
schapschilder Kicolaas Bastert vulde
de collectie op gelukkige wijze aan.
Beider eigenaardigheid kwam in deze
greepen uitstekend tot haar recht zon
der elkaar te schaden. Het meer ver
fijnde van Gabriël kon van Bastert's
jovialiteit in de peinture onderkend
woiden; beider oprecht Hollandsehe
karakters naar waarde .geschat.
Te s-Gravenhage houdt Van
Wisseluigh uit Amsterdam zijn 10de
jaarlijksche zomertentoonstellmg. De
ze firma heeft haar specialiteiten:
Breitner, Bauer, Wiisen, Dijsselhof
etc., die allen zeer ruim vertegenwoor
digu zijn. En een aantal Fransche
schilderijen, waaronder cr één, dat
wij gaarne het schoonste noemen, ons
in de laatste maanden omler de oo-
ger. gekomen: een werkje van liono-
ré Daumïer" van zoo prachtige quali-
teit als wij hier nooit zagen.
Het stelt Don Quichotte cil don sla-
pci den Sancho voor. De dolende rid
der zit onder een boom, strak starend
voor zich heen, het hoofd vol muize
nissen. In het weitje wandelt de ma
gere rossinant. Hoe prachtig is dit
beestje, heel klein van afmeting, ge
schilderd! Eu de dikke boersche San
cho is zoo heerlijk in slaap gevallen
cn ronkt, met zijn rug tegen het har
nas van zijn meester aanliggend, zoo
ongegeneerd 1 Het is ecu prachtig
stukje typeering en op ende op Dau
mïer
Wat een enorme philosophic zit er
in die voorstelling en hoe had Dau-
nner, de eerste caricaturist van zijn
tijd ook zijn schildertechniek in zijn
macht. Dit is waarlijk klassieke kunst
Jaren geleden had dezelfde firma een
praclitwerkje van derizelfdcn 'schil
der; een man baadde een kindje in dc
Seine, met als achtergrond een stuk
stadsmuur. Hoe mooi ook was dit te
veel in Millet's wijze van zien gege
ven, terwijl hier deze Don Quicnotte
absoluut persoonlijk-Daumiersche
kunst en Daumiersch levensbegrip
vertegenwoordigt. De tentoonstelling
blijft tot midden Juli in het Haag-
sche Pulchri geopend cn een bezoek
looi t alleszins dc moeite van een
reisje.
Twee dooden waren er deze laat
ste veertien dagen. Alma Tadema, ei
gen roem overlevend, eindigde zijn
loopbaan in Wiesbaden en van een
joi-gere met groot talent cn sterke
erergie Van Beever - werd het
leven in 36-jarigen ouderdom ufge-
sneden. Van Beever'e carrière lag
open voor hem. Hij gaf het Larensche
binnenhuis, doch gaf liet niet als do
fabriekmatige productie ze aflevert.
Hij bad een eigen kleur, soms fijn,
soms te zoetelijk wel, doch eigen. En
hij bad een ontzagwekkende liefde
voor zijn métier. Bij de begrafenis van
den ouden Israels sprak ik hem het
laatst. Hij was daar toen expres voor.
uit België overgekomen. Weinig heeft
de arme kerel toen kunnen bevroe
den, boe spoedig voor hem de tijd
déar zou zijn. Hij heeft den tijd niet
gehad alle beloften in te lossen. En
dai is in-treurig omdat het hem ge
lukt zou zijn dat goed te doen.
1 Juli 1912.
I. IL DE BOIS.