HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1912 ïiaarlemsciie flendeSsvereenigln;» (Goedgekeurd bij Kon. BesL van 12 A Nov. 1899,. De Haarlemsche Handelsvereeni- ring hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loep van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groet succes. Jammer echter, dat men ulge- meeu niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wel meer dan GOÜ leden, maar dat is niet vol doende Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten ge voelen. dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handels vereniging steeds opneemt, als doen de, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen. die de Vereeuiging buiten hare bemoeiingen vau ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden ie bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te mauen en informatiën voor hen in te winneD. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies der Vereeniging te vragen die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor raken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen. doch slechts het 2e hnlfj^nr [van 1 November tot en met 39 April) id 11.75 de halve contributie. Ltechtsge.eerde adviseurs der Ver eeoiging zij" de heereu Mrs. Tb. de Hudii Hugeulioltz en A. H. J. Merens, Spuarue 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jatisweg 11. Bovendien moet 10 cent voor port steeds wimleu bijgevoegd, bij inzen ding van vordenngeu door bemidde ling der udvocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 00 ets. per informatie, plus vijf cents poi to-vei goeumg Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentie» op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto- vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in bet af- geloopen jaar gegeven. Aan tiet kantoor jausweg 11, ziju thans coupons u 10 Cent verkrijgbaar waarop men by net Bureau vuil den burgerlijken Stand op Hei. Stadhuis inlichtingen kan bekomen t.er bet adres vun hier op het bevolkingsregis ter ingeschreven personen. In Mei en Juni 1912 zijn 42 vorde ringen tot een betlrag van 817.33 1/2 betuuld14 voiaormgen worden af betaald lb vorderingen zijn uitge steld. Volgens art 7 dient het geheim der lijsteu va» wanbetalers ongeschon den te blyven. In verbund met de wijziging van oitikel 11 vun het huishoudelijk regle ment van den Nederlandsdien Boud vun Onderlinge Informatie- en Scliuklinvordering-bureaux en Hun- delsvereeuigmgeii, gevestigd te Haar lem, moet in het vervolg voor elke informatie, d:e op vertoon van legiti- matiekaarien wordt gegeven, 25 cent worden betaald. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadies- seerd aan het Bureau, dat geopend s dagelijks van 9 tot 5 uur, en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat meu kuis meent, dat men, hoewel geen lid der II. IL V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt," en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd, tenzij de informatie schriftelijk wordt verlangd, waarvoor 25 c. per informatie wordt berekond. HET BESTUUR.. Coöperatie en de Vleeschprijzen Men schrijft ons: De prijsverhooging vah versch rund en varkensvleesch doet velen de vraag stellen: Kan langs coöperatieven weg niet bereikt worden dat het vleesch weder goedkooper wordt? Het is met de coöperatie gegaan als met vele zaken: eerst uitgelachen, ge wantrouwd, daarna tegengewerkt, eindelijk toegepast... en nu „een mnd- del voor alles." Toch is dit laatste on juist. Vóór goed na te gaan wat men met coöperatie bereiken kan, moet men de ontwikkeling der coöperatie ken nen, daarna een overzicht nemen van wat nu door coöperatie bereikt is ge worden en ten slotte overwegen, wel ke nieuwe wegen kunnen worden in geslagen. Men heeft coöperatie in allerlei vor men. Coöperatie beteeken t samenwer king en eigenaardig is het te zien dat de heftigste tegenstanders van coö peratie coöpereeren. Zoo ziet men de huiseigenaren, die door do woning coöperatie getroffen zijn, samenwer ken tegen onwillige huurders. En al berust hun vereeniging niet op coö peratieve grondslagen, het beoogde doel is in strikten zin, voordeel te be halen door samenwerking. Coöperatief werken heeft thans hier to lande 'n engere beteeken.is gekregen doordat eeno a.zoriderlijko wet een on ander regelt. Deze wet was noodig omdat vereenigingen die niet „alge meen belang" beoogen, geen rechts persoonlijkheid kunnen erlangen. Wel zijn er wetten die eendgszins hieraan tegemoet komen, doch do rechtsge leerden zijn t over de juiste opvattin gen oneens. Ook kan er door de wet op de Naaml. Vennootschappen in sommige gevallen bereikt worden wat ook langs coöperatieven weg mogelijk is, doch de coöperatie leent zich beter voor allerlei doeleinden met klein kapitaal. Men heeft dan wonirigiooperatie en verschillende sourien landbouwcoöpe ratie op allerlei gebied, verder nu koinen we op het terrein dat men wil verbruikscoöperatie, productieve- inkoopcoöperatie. De verschillende stommen die in den laatsten tijd om coojieratio roe pen, zijn niet duidelijk, doch waar schijnlijk willen zij verbruik=ccöpera- tle, evenals men nu broodbakkerijen exploiteert. AlvoVens dezen weg nader te be lichten, eerst even de andere moge lijke vormen behandeld, inkoop-coöperatie bedoelt: geza menlijk inkoopen vun artikelen of contracten afsluiten met handelaars die dan tegen bepaalde prijzen en voorwaarden aan de betrokken leden leveren. Deze vorm bestaat hier ter stede reeds. „Eigen Hulp", heeft voor vele artikelen, die zij in hare winkels niet verkrijgbaar stelt, contracten ge sloten met leveranciers (ook met sla gers) die tegen een bepaalde reductie aan de leden der vereeniging leveren. Zoo'n levei ancier ontvangt dus min der voor zijn waren, stel 5 pCt., doch heeft 'n zekere kans op grooten om zet, zonder of met weinig onkosten aan reclame, tevens is hij verzekerd van geregelde betaling. Deze weg le vert dus eenig voordeel op, doch ver laging der prijzen in 't algemeen kon er nooit door ontstaan. Niet alleen coöperaties, ook andere vereenigingen kunnen zoo'n contract aangaan en er zijn er dan ook, zelfs hier to rste-öo. Productieve coöperatie wil zeggen: ©enige slagers (vaklieden) vormen eene vereeniging op coöperatieven grondslag, ten deel hebbende liet sla- gorsbedrijf uit te oefenen. Op zich zelf zal dit natuurlijk geen verlaging brengen, doch voor hun doel is kapi taal noodig; dit kapitaal kan hun verstrekt worden onder verschillende; voorwaarden, die kunnen leiden tot goedkoopero prijzen. Zoo kan hun geld worden gegeven door vereenigingen onder voorwaar de dat de leden dier vereen.igin,g re ductie genieten (dus eene combinatie van inkoop- en productieve coöpera tie). Ook kan dc bepaling gemaakt worden, dat een bepaald percentage van de netto-winst aan de geldschie tende vereeniging wordt uitgekeerd; de samenwerkende slagers dragen dus het risico van het bedrijf en al leen bij verlies zou de betrokken ver- eeniging(en) bijspringen. Tenslotte zou, evenals nu reeds met brood geschiedt, door kaartjes, bons of anderszins, een zeker percentage kunnen worden gespaard, op bepaalde tijden uit te betalen. De geldschieters (vereenigingen, bemiddelde personen, philantropische stichtingen, enz.) zouden dan zulke in de voorwaarden moeten ueerloggon en commissaris sen van toezicht moeten aanwijzen, volgens de Co Opera tie wet. Deze wijze kan invloed hebben op de prijzen in 't algemeen, als zoo'n inrichting opneemt, zullen de slagers scherper gaan concurreeren. Waar hier ter stede het abattoir voldoenden waarborg biedt tegen het concurree ren met minderwaardig vleesch, zul len velen hun weg zoeken in „groo ten omzet met kleine winst". Eindelijk dc derde weg verbruiks coöperatie. De meest bewandelde weg doch in deze een weg die niet zal zijn een gemakkelijke, waar het coö peratie-karretje kan loopen als op een zandwag. Hebben do voorstanders zich wel eens ingedacht welke bezwaren al- zoo verbonden zijn aan zulk eene ver- bruiks-coöporatia De bezwaren, door de slagerspa troons geujl: „dat de inrichting voel geld zal kosten", „dat het aaukoopen van 't slachtvee zoo'n zwaarwichtige taak is", enz., kunnen buiten bespro king blijven elke coöperator lacht om die argumenten, dc praktijk leert dat coöperatie beter, goedkooper kan installeeren, Inkoopen, exploiteeren, dan elke patroon in welk bedrijf ook. De oprichting, de installatie, dat al les kan geen bezwaar zijn maar wel de oinzet. Men hoort de meeste Stemmen uit de arbciderswereld, dus uit de kringen waar vleesch slechts op enkele dagen in huis komt. Eene verbruiksveroeniging enkel uit die kringen zou 3 dagen bijna geen werk opleveren en 3 dagen overloopende drukte. Waar een vereeniging als „Eigen Hulp" hier ter stede voor haar leden, die dagelijks vleesch gebrui ken, nog niet tot eigon exploitatie durft overgaan, daar is het voor ar beiders dubbel zaak het„bezint, eer gij begint toe te passen. Buiten de zoor ongeregelde exploi tatie, zijn er nog andere zeer overwe gende bezwaren. Een koe is geen zak meel. Zelfs dc beste koe levert extra stukken en mindere kwaliteit vleesch. Welke arbeider zal zich Zondags aan een ossetong of biefstuk te goed doen? en wie zai zich tevre den stellen met de vette lappen? De ervaring leert, dat arbeidersin hunne vereeniging in doorsnee lastig zij ielk bestuurder eener- broodcoö- peralie zal u zeggen: „Een particulie re bakker kan nog een verbrand broodje kwijt raken, maar wij nooit." Elkeen zou 't beste vleesch begeeren, en er zou geen koe geslacht worden zonder dat 't bestuur klachten had te onderzoeken. Doch de hoofdzaak is: al vond men een weg waarbij bovenstaande bezwa ren worden vermeden, dan nog kan verbruikscoöperatie niet leiden tot goedkoopere vleeschprijzen. Mon zou, evenals bij alle tot nu toe in coöpe- ratievorin verkrijgbare artikelen, zich streng moeten houden aan de geldende prijzen in den handel ge bruikelijk. Wel zou men dan natuur lijk langs indireclen weg winst ma- kon, dat in den vorm van dividend terugkomt bij de leden, doch voor de naaste toekomst geeft 't nietsoe coöperaticwet zou zulks zelfs be lemmeren, daar die voorschrijft re servekassen en jaarlijksche balans; mon wordt dus vanzelf gedwongen, vooral in 't eerste jaar, niet te lage prijzen te stellen. Wil men dus met het oog op de vleeschprijzen, iets bereiken, dun zal men bekwame coöperators moeten zoeken, die nieuw e wegen kunnen ontworpen, of welke langs andere vormen dan de tot nu toe gevolgde verbruikscoöperatie tot het doel lei den. Eendaagscbg Uitstapjes In dezo warme dagen verlangt een ie>der naar een plekje, waar koelte en frissohe lucht aanwezig zijn en dat plekje natuur, waar men deze twee verkwikkingen schijnt te vinden, is, volgens het algemeen oordeel, het Noordzee-strand. Zco stelden ook wij, aangelokt door het zilte nat, den frisschen wind, de uitgestrekte, luch tige strandvlakte, ons een waar „Do rado" voor oogen, de werkelijkheid zou ons evenwel anders leeren. Wij, die Eginond, Bergen aan Zee, tevens Nooniwijk hadden bezocht, achtten het plicht, Wijk aan Zee niet te ver goten. Nu, wij hebben de wijk aan zee genomen, niet om ons merkbaar te verfrisschen, echter wel om, on danks de haast ondragelijke warmte, oens van harte te lachen. De reis op zichzelf begon reeds met een entrée van het blijspel, dat ons dien dag nog wachtte. Als eerste vervoermid del benutten wij de stoomtram Haar lemAlkmaar, vertrek 9.32 van het Kennemerplein. We tingelden de Schoterbrug over, den Schoterweg op, langs het in de zon blakende ter rein der Cavaleriekazerne. We be merkten hier, dat de gemeente Scho ten zich steeds maar uitbreidt, dit bewezen de in aanbouw zijnde huizen, die wij in menigte tegenkwamen. Voorbij hel Haariern-veld, stoomden wij, onderwijl groote stofwoiken op gooiend, verder, hier en daar knar send stoppend, om andere licf»e!»bers op te nemen, passeerden een stuk of drio woonwagens, smerige bïvnkjes, verstrooid neergesmeten waschgoed, grazendo magere panrdjes, viezige kindertjes, ongeschoren mannen, in het gras onze tram nuloerend, elkaar iets onverstaanbaars toeroepend. Ver derop ontdekten wij een ooievaars nest, mannetje en wijfje, deftig, onbe weeglijk op een poot, passend op de van warmte stil geworden kleintjes, wit afstekend tegen den vlekkeloos blauwen hemel. Do tram intusschen reed onstuimig verder, onmeedoo- gend do passagiers meevoerend. Op een der "balcons had zich een boeren zoon het gemakkelijk gemaakt. Deze vriend had zich voor den Zondag in 'n blauw paltgestoken. Nu, wij waren getuigen en raden een ieder aan, dat wanneer hij zomers van de stoomtram gebruik maakt, geen blauw costuum aan te trekken, zeer zeker daar niet mee op liet balcon te gaan staan, want do jas van onzen medereiziger had eenvoudig alle kleur verloren en was te beschrijven van de stof, die het lo comotiefje zich veroorloofde to ma ken. Do weg is overal begroeid, soms kalo plekken, maar hij houdt vrijwel hetoelfcle aanzien. Eindelijk, toen het eeuwigdurende getingel ver-tornde, bereikten wij Vel san, schoven lang zaam de pont op, bekeken door een menigte fietsers, blijkbaar uit allo ste den van den omtrek losgelaten. Op 1 water was het werkelijk, ondanks de nu al brandende zon, e\o» koel, maar het kanaal is gauw overgestoken, dus tjingde ons trammetje weer spoedig j lustig verder, de opvarenden die ons per fiets trachtten bij te houden, een voudig met stof verstikkend. Zoo be reikten wij Beverwijk, alwaar wij voor het station uitstapten en naar ons volgend vervoermiddel, de paar dentram uitkeken. Dit vehikel vertrok precies om kwart voor 11. De dienst bestond uit 3 maal 2 trams gel rokken door even zooveel paarden, tamelijk afgetobde beesten, die merkbaar met eenigen schroom voor de wagens gin gen staan om de vrij gemengde me nigte naai' Wijk aan Zee te zeulen. Onder een enorme belangstelling re den wij eindelijk af, nagehold en ge schreeuwd door het grootste gedeelte der plaatselijke Jeugd. De tram beuk-; te de aardige straten van Beverwijk door, meest alle huizen met tuintjes voorbijratelend om ten slotte een niet te beschrijven stoffigen weg in te slaan. Het natuurlijk groen der aan den weg geplante struikgewassen had een vaalgrijze kleur aangenomen. Werkelijk bood de weg soms aardige kijkjes, duin- en boschpassuges, maar alles grijs, vies grijs, een dikke sluier stof. Indien sluier doemden de gestal ten van menscben op, die per fiets of te voet het alles bergende Wijk aan Zee trachtten te bereiken. Van 't trans pireeren glimmende papa's beiaden en behangen met kindertjes, panama- tjes in de hand, vuurroode moeders, bevracht met broodjes, belegen met kruimelige kaas of verstijfd rook- vleesch, bierfleschjes gevuld met wa ter of blauwachtige melk. De fietsers, van stof grijze schoenen en pluizige broekspijpen, petten aan de lnntaarn- haak, twaalfuurtje met een gordijn koord aan allo mogelijke doelen van hun rijwiel gebonden, waarvan de meeste verpakt in een Amsfer lamscho courant Wijk aan zee naderend had den wij van ons rammelend nchtcr- bakon mooie vergezichten aan weers zijden van den weg, tot eindelük het dorp werd bereikt, een cirkel buisjes en schuurtjes met een werkelijk stem mig gelegen, kerkje in het midden. Ilct was een geweldige roensehenmas- sa, die de zes tramwagens hier nu hadden afgezet en allen, zonder uit zondering, liepen rechtuit op 't strand toe. Wij volgden een soort hollen weg die eerst klom, toen begon af te loo pen en daarna een ruim uitzicht op zee gaf. Met een door een bord aan gegeven vriendelijk verzoek rechts to houden liepen wij de meer dan smal le plank af, telkens met een voet in het zand zakkend, 't zij met passec ren of tegen komen, want de meesten haalden voor rechte houden den neus op, anderen wisten, uaor uiterlijk Ie oordeelen, geen onderscheid tusschen links of rechts, vloekten je zoowat de plank af, als je ze het algemeene ver keerssysteem wilde wijs maken. In de verte, links, zagen wij de pier van IJmuiden liggen, groote zwarte kolos, bewust van zijn toch nog geringe kracht. Toen wij naar boven keken, ten minste naar den dub.top, bemerkten wij geen spoor van een Boulevard, slechts een paar huizen, waaronder een restaurant. Dit alles was al gauw bekeken, maar gelukkig de grootste attractie niet, neen, het publiek, de bezoekers, dat is hetgeen men vooi zijn pleizier gaat zien en bijwonen. Een vierde gedeelte van de zich ver kwikkende meuschenmassa zit of ligt in groepen tegen de duinstrooken. Zoo ver men met het oog kan onderschei den ziet men witte japonnetjes en fan- tasie-colberts, afgewisseld door paar se robes of gekleede jassen van de inenschen op leeftijd. Het scheen ons een langzame dood, in dat gloeiende zand, beschenen door de steeds felle* wordende zon, de meeste families ga ven evenwel blijk van uitbundige vreugde en een heerlijk genieten. Ge lukkig waren voor ons, die niet be paald pessimistisch gestemd, in deze toch de schaduwzijde opzochten, een paar strandstoelen te krijgen, al ging het dan ook met eenige moeite ge paard. Zoo konden wij den alles ver- 8chroeienden vuurbol eenigszins ont duiken. 't Was vol, het bleef vol, en 't werd na de koffie nog voller. Tijd, om droomend in de eeuwenoude gol ven te turen had men niet, steeds kwa- men ons de zes trammetjes voor oogen, onophoudelijk puffende en Ma zende menschen loozend. Dit hield zoo aan tot een uur of twaalf, toen begonnen wij over koffiedrinken te denken. Alvorens men langs den bo vengenoemde hollen duinweg het strand nadert, passeert men een steil omhoogloopend klinkerpad, waarbij een bord met de aanduiding „Café aan Zee". Deze onwelluidende naam duidt echter niet op een 5-cents bier- kroegjo of 3de rangs koffiehuis je, in tegendeel, boven gekomen, ontwaart men een groot restaurant „Depen dance" der vereenigde Badhotels, flink gebouwd met prachtig terras, dat door zijn hooge ligging een mooi uitzicht biedt. Hier gebruikten wij een en ander, wel wat duur, maar uitstekend. Werkelijk een hoogst aan bevelenswaardige gelegenheid. Des middags op het strand teruggekomen was het, in den vollen zin des woords, strandleven eerst recht aan de gang. Ontelbaar het aantal van kousen en schoenen ontdane boenen, varieerend tusschen den leeftijd van 6 tot ver in de 50 jaar. Zelfs de 8 surveilleerende veldwachters waren ten slotte niet meer in staat de overweldigende mas sa te keeren. Alles, •-.dierlijk alles liep in zee. Dames, angstvallig tot aan t middel de rokken hijeen houdend, echter niet rekenend op de plotseling opwellende golven, die de met zorg gestreken zomerjcpc: nct.es natmaak ten, hetgeen aan het goed dan een goor-zwarte kleur gaf. Een bedaagde huisvrouw, omhuld door een zwarte voile-japon, sterk geanimeerd door een tot over de kuïeen in bet water wadende zoon, stapte voetje voor voetje, ongemerkt hoe langer hoe ver der, eindelijk in een verraderlijke kuil, vluchtte zunr-zoet lachend te rug, haar zwarte Zondagsche als een dweil uitwringend, meewarig knik kend toen de lachende zoon beweerde: „dat de ouderdom er niet meer in most". Vermetele heeren, het nu kal me element trotseerend, liepen geheel gekleed de richting van Engeland uit, tot het water hun 5de vesljesknoop be roerde. Dan stapten zij weer, glunde rend, naar het Nederlandsch strand terug. Jongentjes, uitgaande van de veronderstelling, dat, als je nat was, het er toch niet meer op aan kwam, lieten zich gemoedereerd achter- of voorover in het water vallen, zonder in het minst door de respectievelijke ouders te worden berispt. Gelukkige moeders die dergelik* koopjes des Haarlemmer Halletjes een zaterdagavondpraatje. Herui Weetgraag heeft naar aanlei ding van mijn laatste Halletjes jen briefje geschreven. Of de brave longen wel wezenlijk den leeftijd heeft, dien hij in zijn schrijven wil la ten veronderstellen, ben ik op het Bu reau van den Burgerlijken Stand maar niet gaan onderzoeken. Hij weet dus zelf het best, of hij bij het lezen fan dezen volzin al dan niet behoort le gaan blozen over zijn stoutigheid. Maar ziedaar dan wat llonri schrijft Zeer geachte heer, In „Haarlem's Dagblad" van jl. Za terdag heb ik uw „Open Brief aan de jongens en meisjes van Haarlem" ge lezen. Ik geloof wel, dat ik dien brief goed begrepen heb en ben blij, dat ik al lan^ zoo handel als u daarin van ons vraagt, omdat pa en moe het al eerder aan mij gezegd hadden. Ook heeft de meer.ter op school het er wel eens over gehad. Maar nu heb ik aan pa en moe ook laten lezen, dat u schreef „Malle kleeren draagt iemand aUeen, wan neer hij bijvoorbeeld met een half groe ne, half roodo jas over straat zou gaan". En toen zei ik „Ziet u wel, pa, mijnheer Fidelio vindt ook, dat we Pietje van de werkster wel mogen uit-; lachen, en u en moe zeiden van niet." Want, ziet u, mijnheer Fidelio, toen Pietje's moeder bij mijn moe werkte, was zijn vader dood en een tüdie go- leden is Piet zijn moeder ook dood ge gaan en toen is Pietje naar een wees huis gebracht. Nu draagt hij een jas, waarvan de eene helft rood is en de andere helft zwart. Doarom hebben mijn zusje en ik en ook onze vriendjes hem uitgelachen. Toen begon Piet te huilen. Pa en moe zeiden, dat het nog veel leelijker was als we Piet uitlachten, dan als we het „vreemdelingen" de den, omdat Piet heel ongelukkig is nu hij geen vader en moeder meer heeft- Toen heb ik aan pa gevraagd, waar om Piet dan zoo'n „malle" jas aan had. Dat weet pa ook niet. Wilt u het ons asjeblieft eens zeggen, mijnheer Fidelio Ik bedank u nu al vast vriendelijk voor uw antwoord. Met veel hoogachting noem ik mij HENRI WEETGRAAG. Henri's pa en moe hebben groot ge lijk, dat zij hem verboden hebben Piet uit te lachen, want het is een groot ongeluk om geen ouders meer te heb ben. Maar vriend Henri doet, geloof ik, zijn best, om mij in den hoek te zetten. Wat hem niet lukken zaL Want, brave vriend, er is een groot verschil tus schen of iemand, door nood gedwon gen en op last van een ander, malle ltleeren draagt, dan of hij die uit eigen verkiezing zelf aantrekt. Als een vreemdeling, die kan dragen wat hij verkiest, een jas laat maken voor de eeno helft rood en voor de andere zwart, dan moet hij er op rekenen, dat hij uitgelachen wordt en als hij daarover dan bij mij kwam klagen, zou ik zeggen„man, het is je eigen schuld, waarom trek je ook zoo'n on gewone jas aan De weezen dragen hun pak niet voor hun genoegen. En nu waarom deze weezen zoo'n wonderlijk costuum dragen. In de veertiende eeuw moesten zij of door werken of üoor bedelen althans voor hun eigen voedsel zorgen, daarom kre gen ze een kontceken en daaruit is de vreemde kleed ij voortgevloeid. Als je mij nu vraagt, waarde Henri, waarom in den tegenwoordigen tijd, nu de weezen niet meer behoeven te bedelen, dat malle pak niet afgeschaft is, dan moet ik jo tot mijn spijt ant woorden dat is traditie. Misschien ben je nog niet zoover, dat je weet wat dit woord beduidtwelnu, het betee- kent overlevering, soms ook gewoon te, sleur. Een massa dingen, die heel wel veranderd en verbeterd zouden kunnen worden, blijven zoo als ze zijn uit traditie. Daarom Henri, jc bent nog jong, moet je later wel opzien tegen eerbied waardige tradities, want die zijn er ook, maar tradities die niets zijn dan sleur en gewoonte, zooals het dwaze weezencostuum moet je zooveel moge lijk helpen bestrijden. Dag Henri, leer maar naarstig en vlijtig. Rockefeller is hier geweest, dat hebben we uit het dagblad vernomen. Ik heb hem gezien toon hij uit de kerk kwam, een magere, eenvoudige man. Je kon heelemaal niet aan hem zien, dat hij milliarden hoeft: als hij loopt hoor je niet eens de rijksdaalders rammelen. Net precies eon gewoon Tjiensch. Een oogonblik heb ik er over go- dacht, hem aan te spreken en 1© zeg gen: „Mijnheer Rockefeller u heeft milliarden en ik bezit niet eens een ongelukkig millioen. U kunt eon good werk verrichten; geef m© even een oheque voor dat bedrag of maak er, wanneer u toch aan 't schrijven bont, twee millioen van. IE zal het nuttig in 't algemeen en in mijn eigon be lang besteden, u zult het niet missen en meteen de overtuiging meedragen, dat u oen goed werk gedaan hebt." Deze rede moest, dunkt me, zoo overtuigend klinken, dat Rockefeller dadelijk zijn chequeboekje uit zijn zak haalde en het gewenschte bedrag, zog drie millioen, en dan natuurlijk dollars, onmiddellijk invulde, met de boodschap, dat ik het bedrag maar even aan de Haarlemsche Bank moest gaan halen. Maar helaas, mijn schoot- Engelsch schoot te kort: wat is bij voorbeeld verrichten en hoe vertaal je algemeen belang en wat is de beste uitdrukking voor overtuiging. Terwijl ik daar over nog liep te piekeren, riep hij oen auto aan, stapte in en was ver dwenen. Een van de kansen van mijn leven, de beste kans misschien, gemist. Van nu af aan ga ik in het reis- soizoen niet uit zonder een Engelsche dlctionnaire onder mijn aim. Mis schien kan de zoo keurig ontworpen toespraak later nog eens voor Pier pont Morgan dienen. Maar twee eigenaardigheden moet ik tocli nog van Rockefeller verhalen. Hij loensclit wat met het eeno oog: waarschijnlijk kijkt hij daarmee oin een hoek, opdat hij zijn vijanden en bonijders kan zien aankomen. En de tweede merkwaardigheid is deze: hij is de koning van de petroleum en hij rook er niet eens naarl Wouter is bij me op bezoek geweest en. wonderlijk genoeg, was hij dozen keer onder een hoedje te vangen. In het begin begreep ik niet waarom. Hij zanikte wat over 'n request aan 't ge meentebestuur voor een afzonderlij ken uitgang uit zijn tuin over ge meentegrond en dat het papier al twee dagen klaar lag, zonder dat hij het durfde verzonden. „Maar waarom dan toch niet?" vroeg ik, verbaasd over deae bedeesd heid, die ik vroeger nooit zoo bij Wou ter had opgemerkt. „Och", zei hij, na veel aarzelen, „ik heb gemerkt, dat er tegenwoordig vanwege het gemeentebestuur naar adressanten geïnformeerd wordt cn dat zou ik minder aardig vinden. Stel je voor „Dat er gerapporteerd werd: de heer Wouter behoort tot de ontevre den partij: hij moppert en pruttelt over alles en nog wat". „Zoo meen ik het niet", zei Wouter. „Maar iedereen hoeft toch niet te we ten, dat ik verleden jaar een aardige duit in de Steels heb verdiend en dat mijn vrouw bij Leupou altijd de duur ste koffie koopt". „En heb je ook niet cea neef, die niet deugen wou?" „Ja, die is eindelijk bij de A'meri- kaansche politie terecht gekomen". „Bedenkelijk", zei ik. „Het moet ook niet pleizierig wezen, in een offi cieel stuk over je zelf te lezen: adres sant heeft een kaal hoofd en een groo ten wrat op zijn neus". „Zou je denken, dat zulke bijzon derheden... „Stellig, die tegenwoordig© rappor ten zijn bijzonder uitvoerig. Daarin moet, om zoo te zeggen, elke vraag die gesteld kan worden, al van te vo ren zijn beantwoord. Krijg je wel eens een waarschuwing voor de belasting?'' „Ja", zei hij benepen. „Toch geeu... geen aanmaning?' „Ook een enkelen keer", antwoord de hij, bijna gebroken. „Wouter, zei ik, „neem mijn goe den raad aan. Wie boter op zijn hoofd heeft, moet niet in de zon loo pen. Menschen als jij, die zooveel op hun kerfstok hebben, mopperig ka rakter, dure koffie, eon kaal hoofd, een wrat op Je neus een slechten neef en aanmaningen van de belasting zoo iemand moet niet de aandacht op zich vestigen, maar mag blij wezen, dat hij als vergeten burger in een rustig hoekje leeft. Had je den uit gang erg noodig?" „Ik kon er eigenlijk niet buiten. „Toch zou ik er afstand van doen. Denk om al de ijselijkheden van zoo'n rapport. Schande en oneer breng je over vrienden en keunissen. Hij drukte mij dankbaar de hand en vertrok. „Koos zal 't maar moeten blijven dulden, dat do kolonman om de veertien dagen het heclo huis zwart maakt. Alles liever, dan zoo'n officieel rapport!" En met een laatste rilling van af grijzen stapte hij de deur uit. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5