HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1912
ïiaarlemsciie
flendeSsvereenigln;»
(Goedgekeurd bij Kon. BesL van 12
A Nov. 1899,.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ring hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loep van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groet
succes. Jammer echter, dat men ulge-
meeu niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan GOÜ leden, maar dat is niet vol
doende Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten ge
voelen. dat men het werk op prijs
stelt, dat de Haarlemsche Handels
vereniging steeds opneemt, als doen
de, wat hare hand vindt om te doen.
De voordeelen. die de Vereeuiging
buiten hare bemoeiingen vau ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
ie bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
mauen en informatiën voor hen in te
winneD. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies der Vereeniging te vragen
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor raken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen. doch slechts het 2e hnlfj^nr
[van 1 November tot en met 39 April)
id 11.75 de halve contributie.
Ltechtsge.eerde adviseurs der Ver
eeoiging zij" de heereu Mrs. Tb. de
Hudii Hugeulioltz en A. H. J. Merens,
Spuarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jatisweg 11.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds wimleu bijgevoegd, bij inzen
ding van vordenngeu door bemidde
ling der udvocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 00 ets. per informatie, plus
vijf cents poi to-vei goeumg Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentie» op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in bet af-
geloopen jaar gegeven.
Aan tiet kantoor jausweg 11, ziju
thans coupons u 10 Cent verkrijgbaar
waarop men by net Bureau vuil den
burgerlijken Stand op Hei. Stadhuis
inlichtingen kan bekomen t.er bet
adres vun hier op het bevolkingsregis
ter ingeschreven personen.
In Mei en Juni 1912 zijn 42 vorde
ringen tot een betlrag van 817.33 1/2
betuuld14 voiaormgen worden af
betaald lb vorderingen zijn uitge
steld.
Volgens art 7 dient het geheim der
lijsteu va» wanbetalers ongeschon
den te blyven.
In verbund met de wijziging van
oitikel 11 vun het huishoudelijk regle
ment van den Nederlandsdien Boud
vun Onderlinge Informatie- en
Scliuklinvordering-bureaux en Hun-
delsvereeuigmgeii, gevestigd te Haar
lem, moet in het vervolg voor elke
informatie, d:e op vertoon van legiti-
matiekaarien wordt gegeven, 25 cent
worden betaald.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadies-
seerd aan het Bureau, dat geopend s
dagelijks van 9 tot 5 uur, en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat meu
kuis meent, dat men, hoewel geen
lid der II. IL V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt," en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd, tenzij de informatie schriftelijk
wordt verlangd, waarvoor 25 c. per
informatie wordt berekond.
HET BESTUUR..
Coöperatie en de Vleeschprijzen
Men schrijft ons:
De prijsverhooging vah versch rund
en varkensvleesch doet velen de vraag
stellen: Kan langs coöperatieven weg
niet bereikt worden dat het vleesch
weder goedkooper wordt?
Het is met de coöperatie gegaan als
met vele zaken: eerst uitgelachen, ge
wantrouwd, daarna tegengewerkt,
eindelijk toegepast... en nu „een mnd-
del voor alles." Toch is dit laatste on
juist.
Vóór goed na te gaan wat men met
coöperatie bereiken kan, moet men
de ontwikkeling der coöperatie ken
nen, daarna een overzicht nemen van
wat nu door coöperatie bereikt is ge
worden en ten slotte overwegen, wel
ke nieuwe wegen kunnen worden in
geslagen.
Men heeft coöperatie in allerlei vor
men. Coöperatie beteeken t samenwer
king en eigenaardig is het te zien dat
de heftigste tegenstanders van coö
peratie coöpereeren. Zoo ziet men de
huiseigenaren, die door do woning
coöperatie getroffen zijn, samenwer
ken tegen onwillige huurders. En al
berust hun vereeniging niet op coö
peratieve grondslagen, het beoogde
doel is in strikten zin, voordeel te be
halen door samenwerking.
Coöperatief werken heeft thans hier
to lande 'n engere beteeken.is gekregen
doordat eeno a.zoriderlijko wet een
on ander regelt. Deze wet was noodig
omdat vereenigingen die niet „alge
meen belang" beoogen, geen rechts
persoonlijkheid kunnen erlangen. Wel
zijn er wetten die eendgszins hieraan
tegemoet komen, doch do rechtsge
leerden zijn t over de juiste opvattin
gen oneens. Ook kan er door de wet
op de Naaml. Vennootschappen in
sommige gevallen bereikt worden wat
ook langs coöperatieven weg mogelijk
is, doch de coöperatie leent zich beter
voor allerlei doeleinden met klein
kapitaal.
Men heeft dan wonirigiooperatie en
verschillende sourien landbouwcoöpe
ratie op allerlei gebied, verder nu
koinen we op het terrein dat men wil
verbruikscoöperatie, productieve-
inkoopcoöperatie.
De verschillende stommen die in
den laatsten tijd om coojieratio roe
pen, zijn niet duidelijk, doch waar
schijnlijk willen zij verbruik=ccöpera-
tle, evenals men nu broodbakkerijen
exploiteert.
AlvoVens dezen weg nader te be
lichten, eerst even de andere moge
lijke vormen behandeld,
inkoop-coöperatie bedoelt: geza
menlijk inkoopen vun artikelen of
contracten afsluiten met handelaars
die dan tegen bepaalde prijzen en
voorwaarden aan de betrokken leden
leveren. Deze vorm bestaat hier ter
stede reeds. „Eigen Hulp", heeft voor
vele artikelen, die zij in hare winkels
niet verkrijgbaar stelt, contracten ge
sloten met leveranciers (ook met sla
gers) die tegen een bepaalde reductie
aan de leden der vereeniging leveren.
Zoo'n levei ancier ontvangt dus min
der voor zijn waren, stel 5 pCt., doch
heeft 'n zekere kans op grooten om
zet, zonder of met weinig onkosten
aan reclame, tevens is hij verzekerd
van geregelde betaling. Deze weg le
vert dus eenig voordeel op, doch ver
laging der prijzen in 't algemeen kon
er nooit door ontstaan.
Niet alleen coöperaties, ook andere
vereenigingen kunnen zoo'n contract
aangaan en er zijn er dan ook, zelfs
hier to rste-öo.
Productieve coöperatie wil zeggen:
©enige slagers (vaklieden) vormen
eene vereeniging op coöperatieven
grondslag, ten deel hebbende liet sla-
gorsbedrijf uit te oefenen. Op zich
zelf zal dit natuurlijk geen verlaging
brengen, doch voor hun doel is kapi
taal noodig; dit kapitaal kan hun
verstrekt worden onder verschillende;
voorwaarden, die kunnen leiden tot
goedkoopero prijzen.
Zoo kan hun geld worden gegeven
door vereenigingen onder voorwaar
de dat de leden dier vereen.igin,g re
ductie genieten (dus eene combinatie
van inkoop- en productieve coöpera
tie). Ook kan dc bepaling gemaakt
worden, dat een bepaald percentage
van de netto-winst aan de geldschie
tende vereeniging wordt uitgekeerd;
de samenwerkende slagers dragen
dus het risico van het bedrijf en al
leen bij verlies zou de betrokken ver-
eeniging(en) bijspringen.
Tenslotte zou, evenals nu reeds met
brood geschiedt, door kaartjes, bons
of anderszins, een zeker percentage
kunnen worden gespaard, op bepaalde
tijden uit te betalen. De geldschieters
(vereenigingen, bemiddelde personen,
philantropische stichtingen, enz.)
zouden dan zulke in de voorwaarden
moeten ueerloggon en commissaris
sen van toezicht moeten aanwijzen,
volgens de Co Opera tie wet.
Deze wijze kan invloed hebben op
de prijzen in 't algemeen, als zoo'n
inrichting opneemt, zullen de slagers
scherper gaan concurreeren. Waar
hier ter stede het abattoir voldoenden
waarborg biedt tegen het concurree
ren met minderwaardig vleesch, zul
len velen hun weg zoeken in „groo
ten omzet met kleine winst".
Eindelijk dc derde weg verbruiks
coöperatie. De meest bewandelde weg
doch in deze een weg die niet zal
zijn een gemakkelijke, waar het coö
peratie-karretje kan loopen als op
een zandwag.
Hebben do voorstanders zich wel
eens ingedacht welke bezwaren al-
zoo verbonden zijn aan zulk eene ver-
bruiks-coöporatia
De bezwaren, door de slagerspa
troons geujl: „dat de inrichting voel
geld zal kosten", „dat het aaukoopen
van 't slachtvee zoo'n zwaarwichtige
taak is", enz., kunnen buiten bespro
king blijven elke coöperator lacht
om die argumenten, dc praktijk leert
dat coöperatie beter, goedkooper kan
installeeren, Inkoopen, exploiteeren,
dan elke patroon in welk bedrijf ook.
De oprichting, de installatie, dat al
les kan geen bezwaar zijn maar
wel de oinzet. Men hoort de meeste
Stemmen uit de arbciderswereld, dus
uit de kringen waar vleesch slechts
op enkele dagen in huis komt. Eene
verbruiksveroeniging enkel uit die
kringen zou 3 dagen bijna geen werk
opleveren en 3 dagen overloopende
drukte. Waar een vereeniging als
„Eigen Hulp" hier ter stede voor haar
leden, die dagelijks vleesch gebrui
ken, nog niet tot eigon exploitatie
durft overgaan, daar is het voor ar
beiders dubbel zaak het„bezint, eer
gij begint toe te passen.
Buiten de zoor ongeregelde exploi
tatie, zijn er nog andere zeer overwe
gende bezwaren. Een koe is geen zak
meel. Zelfs dc beste koe levert extra
stukken en mindere kwaliteit vleesch.
Welke arbeider zal zich Zondags
aan een ossetong of biefstuk te
goed doen? en wie zai zich tevre
den stellen met de vette lappen?
De ervaring leert, dat arbeidersin
hunne vereeniging in doorsnee lastig
zij ielk bestuurder eener- broodcoö-
peralie zal u zeggen: „Een particulie
re bakker kan nog een verbrand
broodje kwijt raken, maar wij nooit."
Elkeen zou 't beste vleesch begeeren,
en er zou geen koe geslacht worden
zonder dat 't bestuur klachten had te
onderzoeken.
Doch de hoofdzaak is: al vond men
een weg waarbij bovenstaande bezwa
ren worden vermeden, dan nog kan
verbruikscoöperatie niet leiden tot
goedkoopere vleeschprijzen. Mon zou,
evenals bij alle tot nu toe in coöpe-
ratievorin verkrijgbare artikelen,
zich streng moeten houden aan de
geldende prijzen in den handel ge
bruikelijk. Wel zou men dan natuur
lijk langs indireclen weg winst ma-
kon, dat in den vorm van dividend
terugkomt bij de leden, doch voor de
naaste toekomst geeft 't nietsoe
coöperaticwet zou zulks zelfs be
lemmeren, daar die voorschrijft re
servekassen en jaarlijksche balans;
mon wordt dus vanzelf gedwongen,
vooral in 't eerste jaar, niet te lage
prijzen te stellen.
Wil men dus met het oog op de
vleeschprijzen, iets bereiken, dun zal
men bekwame coöperators moeten
zoeken, die nieuw e wegen kunnen
ontworpen, of welke langs andere
vormen dan de tot nu toe gevolgde
verbruikscoöperatie tot het doel lei
den.
Eendaagscbg Uitstapjes
In dezo warme dagen verlangt een
ie>der naar een plekje, waar koelte en
frissohe lucht aanwezig zijn en dat
plekje natuur, waar men deze twee
verkwikkingen schijnt te vinden, is,
volgens het algemeen oordeel, het
Noordzee-strand. Zco stelden ook
wij, aangelokt door het zilte nat, den
frisschen wind, de uitgestrekte, luch
tige strandvlakte, ons een waar „Do
rado" voor oogen, de werkelijkheid
zou ons evenwel anders leeren. Wij,
die Eginond, Bergen aan Zee, tevens
Nooniwijk hadden bezocht, achtten
het plicht, Wijk aan Zee niet te ver
goten. Nu, wij hebben de wijk aan
zee genomen, niet om ons merkbaar
te verfrisschen, echter wel om, on
danks de haast ondragelijke warmte,
oens van harte te lachen. De reis op
zichzelf begon reeds met een entrée
van het blijspel, dat ons dien dag
nog wachtte. Als eerste vervoermid
del benutten wij de stoomtram Haar
lemAlkmaar, vertrek 9.32 van het
Kennemerplein. We tingelden de
Schoterbrug over, den Schoterweg
op, langs het in de zon blakende ter
rein der Cavaleriekazerne. We be
merkten hier, dat de gemeente Scho
ten zich steeds maar uitbreidt, dit
bewezen de in aanbouw zijnde huizen,
die wij in menigte tegenkwamen.
Voorbij hel Haariern-veld, stoomden
wij, onderwijl groote stofwoiken op
gooiend, verder, hier en daar knar
send stoppend, om andere licf»e!»bers
op te nemen, passeerden een stuk of
drio woonwagens, smerige bïvnkjes,
verstrooid neergesmeten waschgoed,
grazendo magere panrdjes, viezige
kindertjes, ongeschoren mannen, in
het gras onze tram nuloerend, elkaar
iets onverstaanbaars toeroepend. Ver
derop ontdekten wij een ooievaars
nest, mannetje en wijfje, deftig, onbe
weeglijk op een poot, passend op de
van warmte stil geworden kleintjes,
wit afstekend tegen den vlekkeloos
blauwen hemel. Do tram intusschen
reed onstuimig verder, onmeedoo-
gend do passagiers meevoerend. Op
een der "balcons had zich een boeren
zoon het gemakkelijk gemaakt. Deze
vriend had zich voor den Zondag in
'n blauw paltgestoken. Nu, wij waren
getuigen en raden een ieder aan, dat
wanneer hij zomers van de stoomtram
gebruik maakt, geen blauw costuum
aan te trekken, zeer zeker daar niet
mee op liet balcon te gaan staan, want
do jas van onzen medereiziger had
eenvoudig alle kleur verloren en was
te beschrijven van de stof, die het lo
comotiefje zich veroorloofde to ma
ken. Do weg is overal begroeid, soms
kalo plekken, maar hij houdt vrijwel
hetoelfcle aanzien. Eindelijk, toen het
eeuwigdurende getingel ver-tornde,
bereikten wij Vel san, schoven lang
zaam de pont op, bekeken door een
menigte fietsers, blijkbaar uit allo ste
den van den omtrek losgelaten. Op 1
water was het werkelijk, ondanks de
nu al brandende zon, e\o» koel, maar
het kanaal is gauw overgestoken, dus
tjingde ons trammetje weer spoedig j
lustig verder, de opvarenden die ons
per fiets trachtten bij te houden, een
voudig met stof verstikkend. Zoo be
reikten wij Beverwijk, alwaar wij
voor het station uitstapten en naar
ons volgend vervoermiddel, de paar
dentram uitkeken. Dit vehikel vertrok
precies om kwart voor 11. De dienst
bestond uit 3 maal 2 trams gel rokken
door even zooveel paarden, tamelijk
afgetobde beesten, die merkbaar met
eenigen schroom voor de wagens gin
gen staan om de vrij gemengde me
nigte naai' Wijk aan Zee te zeulen.
Onder een enorme belangstelling re
den wij eindelijk af, nagehold en ge
schreeuwd door het grootste gedeelte
der plaatselijke Jeugd. De tram beuk-;
te de aardige straten van Beverwijk
door, meest alle huizen met tuintjes
voorbijratelend om ten slotte een niet
te beschrijven stoffigen weg in te
slaan. Het natuurlijk groen der aan
den weg geplante struikgewassen had
een vaalgrijze kleur aangenomen.
Werkelijk bood de weg soms aardige
kijkjes, duin- en boschpassuges, maar
alles grijs, vies grijs, een dikke sluier
stof. Indien sluier doemden de gestal
ten van menscben op, die per fiets of
te voet het alles bergende Wijk aan
Zee trachtten te bereiken. Van 't trans
pireeren glimmende papa's beiaden
en behangen met kindertjes, panama-
tjes in de hand, vuurroode moeders,
bevracht met broodjes, belegen met
kruimelige kaas of verstijfd rook-
vleesch, bierfleschjes gevuld met wa
ter of blauwachtige melk. De fietsers,
van stof grijze schoenen en pluizige
broekspijpen, petten aan de lnntaarn-
haak, twaalfuurtje met een gordijn
koord aan allo mogelijke doelen van
hun rijwiel gebonden, waarvan de
meeste verpakt in een Amsfer lamscho
courant Wijk aan zee naderend had
den wij van ons rammelend nchtcr-
bakon mooie vergezichten aan weers
zijden van den weg, tot eindelük het
dorp werd bereikt, een cirkel buisjes
en schuurtjes met een werkelijk stem
mig gelegen, kerkje in het midden.
Ilct was een geweldige roensehenmas-
sa, die de zes tramwagens hier nu
hadden afgezet en allen, zonder uit
zondering, liepen rechtuit op 't strand
toe. Wij volgden een soort hollen weg
die eerst klom, toen begon af te loo
pen en daarna een ruim uitzicht op
zee gaf. Met een door een bord aan
gegeven vriendelijk verzoek rechts to
houden liepen wij de meer dan smal
le plank af, telkens met een voet in
het zand zakkend, 't zij met passec ren
of tegen komen, want de meesten
haalden voor rechte houden den neus
op, anderen wisten, uaor uiterlijk Ie
oordeelen, geen onderscheid tusschen
links of rechts, vloekten je zoowat de
plank af, als je ze het algemeene ver
keerssysteem wilde wijs maken. In
de verte, links, zagen wij de pier van
IJmuiden liggen, groote zwarte kolos,
bewust van zijn toch nog geringe
kracht.
Toen wij naar boven keken, ten
minste naar den dub.top, bemerkten
wij geen spoor van een Boulevard,
slechts een paar huizen, waaronder
een restaurant. Dit alles was al gauw
bekeken, maar gelukkig de grootste
attractie niet, neen, het publiek, de
bezoekers, dat is hetgeen men vooi
zijn pleizier gaat zien en bijwonen.
Een vierde gedeelte van de zich ver
kwikkende meuschenmassa zit of ligt
in groepen tegen de duinstrooken. Zoo
ver men met het oog kan onderschei
den ziet men witte japonnetjes en fan-
tasie-colberts, afgewisseld door paar
se robes of gekleede jassen van de
inenschen op leeftijd. Het scheen ons
een langzame dood, in dat gloeiende
zand, beschenen door de steeds felle*
wordende zon, de meeste families ga
ven evenwel blijk van uitbundige
vreugde en een heerlijk genieten. Ge
lukkig waren voor ons, die niet be
paald pessimistisch gestemd, in deze
toch de schaduwzijde opzochten, een
paar strandstoelen te krijgen, al ging
het dan ook met eenige moeite ge
paard. Zoo konden wij den alles ver-
8chroeienden vuurbol eenigszins ont
duiken. 't Was vol, het bleef vol, en
't werd na de koffie nog voller. Tijd,
om droomend in de eeuwenoude gol
ven te turen had men niet, steeds kwa-
men ons de zes trammetjes voor
oogen, onophoudelijk puffende en Ma
zende menschen loozend. Dit hield
zoo aan tot een uur of twaalf, toen
begonnen wij over koffiedrinken te
denken. Alvorens men langs den bo
vengenoemde hollen duinweg het
strand nadert, passeert men een steil
omhoogloopend klinkerpad, waarbij
een bord met de aanduiding „Café
aan Zee". Deze onwelluidende naam
duidt echter niet op een 5-cents bier-
kroegjo of 3de rangs koffiehuis je, in
tegendeel, boven gekomen, ontwaart
men een groot restaurant „Depen
dance" der vereenigde Badhotels,
flink gebouwd met prachtig terras,
dat door zijn hooge ligging een mooi
uitzicht biedt. Hier gebruikten wij
een en ander, wel wat duur, maar
uitstekend. Werkelijk een hoogst aan
bevelenswaardige gelegenheid. Des
middags op het strand teruggekomen
was het, in den vollen zin des woords,
strandleven eerst recht aan de gang.
Ontelbaar het aantal van kousen en
schoenen ontdane boenen, varieerend
tusschen den leeftijd van 6 tot ver in
de 50 jaar. Zelfs de 8 surveilleerende
veldwachters waren ten slotte niet
meer in staat de overweldigende mas
sa te keeren. Alles, •-.dierlijk alles liep
in zee. Dames, angstvallig tot aan t
middel de rokken hijeen houdend,
echter niet rekenend op de plotseling
opwellende golven, die de met zorg
gestreken zomerjcpc: nct.es natmaak
ten, hetgeen aan het goed dan een
goor-zwarte kleur gaf. Een bedaagde
huisvrouw, omhuld door een zwarte
voile-japon, sterk geanimeerd door
een tot over de kuïeen in bet water
wadende zoon, stapte voetje voor
voetje, ongemerkt hoe langer hoe ver
der, eindelijk in een verraderlijke
kuil, vluchtte zunr-zoet lachend te
rug, haar zwarte Zondagsche als een
dweil uitwringend, meewarig knik
kend toen de lachende zoon beweerde:
„dat de ouderdom er niet meer in
most". Vermetele heeren, het nu kal
me element trotseerend, liepen geheel
gekleed de richting van Engeland uit,
tot het water hun 5de vesljesknoop be
roerde. Dan stapten zij weer, glunde
rend, naar het Nederlandsch strand
terug. Jongentjes, uitgaande van de
veronderstelling, dat, als je nat was,
het er toch niet meer op aan kwam,
lieten zich gemoedereerd achter- of
voorover in het water vallen, zonder
in het minst door de respectievelijke
ouders te worden berispt. Gelukkige
moeders die dergelik* koopjes des
Haarlemmer Halletjes
een zaterdagavondpraatje.
Herui Weetgraag heeft naar aanlei
ding van mijn laatste Halletjes
jen briefje geschreven. Of de brave
longen wel wezenlijk den leeftijd
heeft, dien hij in zijn schrijven wil la
ten veronderstellen, ben ik op het Bu
reau van den Burgerlijken Stand
maar niet gaan onderzoeken. Hij weet
dus zelf het best, of hij bij het lezen
fan dezen volzin al dan niet behoort
le gaan blozen over zijn stoutigheid.
Maar ziedaar dan wat llonri
schrijft
Zeer geachte heer,
In „Haarlem's Dagblad" van jl. Za
terdag heb ik uw „Open Brief aan de
jongens en meisjes van Haarlem" ge
lezen. Ik geloof wel, dat ik dien brief
goed begrepen heb en ben blij, dat ik
al lan^ zoo handel als u daarin van
ons vraagt, omdat pa en moe het al
eerder aan mij gezegd hadden. Ook
heeft de meer.ter op school het er wel
eens over gehad.
Maar nu heb ik aan pa en moe ook
laten lezen, dat u schreef „Malle
kleeren draagt iemand aUeen, wan
neer hij bijvoorbeeld met een half groe
ne, half roodo jas over straat zou
gaan". En toen zei ik „Ziet u wel,
pa, mijnheer Fidelio vindt ook, dat we
Pietje van de werkster wel mogen uit-;
lachen, en u en moe zeiden van niet."
Want, ziet u, mijnheer Fidelio, toen
Pietje's moeder bij mijn moe werkte,
was zijn vader dood en een tüdie go-
leden is Piet zijn moeder ook dood ge
gaan en toen is Pietje naar een wees
huis gebracht. Nu draagt hij een jas,
waarvan de eene helft rood is en de
andere helft zwart. Doarom hebben
mijn zusje en ik en ook onze vriendjes
hem uitgelachen. Toen begon Piet te
huilen.
Pa en moe zeiden, dat het nog veel
leelijker was als we Piet uitlachten,
dan als we het „vreemdelingen" de
den, omdat Piet heel ongelukkig is nu
hij geen vader en moeder meer heeft-
Toen heb ik aan pa gevraagd, waar
om Piet dan zoo'n „malle" jas aan
had. Dat weet pa ook niet. Wilt u het
ons asjeblieft eens zeggen, mijnheer
Fidelio Ik bedank u nu al vast
vriendelijk voor uw antwoord.
Met veel hoogachting noem ik mij
HENRI WEETGRAAG.
Henri's pa en moe hebben groot ge
lijk, dat zij hem verboden hebben Piet
uit te lachen, want het is een groot
ongeluk om geen ouders meer te heb
ben.
Maar vriend Henri doet, geloof ik,
zijn best, om mij in den hoek te zetten.
Wat hem niet lukken zaL Want, brave
vriend, er is een groot verschil tus
schen of iemand, door nood gedwon
gen en op last van een ander, malle
ltleeren draagt, dan of hij die uit
eigen verkiezing zelf aantrekt. Als een
vreemdeling, die kan dragen wat hij
verkiest, een jas laat maken voor de
eeno helft rood en voor de andere
zwart, dan moet hij er op rekenen,
dat hij uitgelachen wordt en als hij
daarover dan bij mij kwam klagen,
zou ik zeggen„man, het is je eigen
schuld, waarom trek je ook zoo'n on
gewone jas aan
De weezen dragen hun pak niet voor
hun genoegen.
En nu waarom deze weezen
zoo'n wonderlijk costuum dragen. In
de veertiende eeuw moesten zij of door
werken of üoor bedelen althans voor
hun eigen voedsel zorgen, daarom kre
gen ze een kontceken en daaruit is de
vreemde kleed ij voortgevloeid.
Als je mij nu vraagt, waarde Henri,
waarom in den tegenwoordigen tijd,
nu de weezen niet meer behoeven te
bedelen, dat malle pak niet afgeschaft
is, dan moet ik jo tot mijn spijt ant
woorden dat is traditie. Misschien
ben je nog niet zoover, dat je weet wat
dit woord beduidtwelnu, het betee-
kent overlevering, soms ook gewoon
te, sleur. Een massa dingen, die heel
wel veranderd en verbeterd zouden
kunnen worden, blijven zoo als ze zijn
uit traditie.
Daarom Henri, jc bent nog jong,
moet je later wel opzien tegen eerbied
waardige tradities, want die zijn er
ook, maar tradities die niets zijn dan
sleur en gewoonte, zooals het dwaze
weezencostuum moet je zooveel moge
lijk helpen bestrijden. Dag Henri, leer
maar naarstig en vlijtig.
Rockefeller is hier geweest, dat
hebben we uit het dagblad vernomen.
Ik heb hem gezien toon hij uit de kerk
kwam, een magere, eenvoudige man.
Je kon heelemaal niet aan hem zien,
dat hij milliarden hoeft: als hij loopt
hoor je niet eens de rijksdaalders
rammelen. Net precies eon gewoon
Tjiensch.
Een oogonblik heb ik er over go-
dacht, hem aan te spreken en 1© zeg
gen: „Mijnheer Rockefeller u heeft
milliarden en ik bezit niet eens een
ongelukkig millioen. U kunt eon good
werk verrichten; geef m© even een
oheque voor dat bedrag of maak er,
wanneer u toch aan 't schrijven bont,
twee millioen van. IE zal het nuttig
in 't algemeen en in mijn eigon be
lang besteden, u zult het niet missen
en meteen de overtuiging meedragen,
dat u oen goed werk gedaan hebt."
Deze rede moest, dunkt me, zoo
overtuigend klinken, dat Rockefeller
dadelijk zijn chequeboekje uit zijn
zak haalde en het gewenschte bedrag,
zog drie millioen, en dan natuurlijk
dollars, onmiddellijk invulde, met de
boodschap, dat ik het bedrag maar
even aan de Haarlemsche Bank moest
gaan halen. Maar helaas, mijn schoot-
Engelsch schoot te kort: wat is bij
voorbeeld verrichten en hoe
vertaal je algemeen belang en
wat is de beste uitdrukking voor
overtuiging. Terwijl ik daar
over nog liep te piekeren, riep hij
oen auto aan, stapte in en was ver
dwenen.
Een van de kansen van mijn leven,
de beste kans misschien, gemist.
Van nu af aan ga ik in het reis-
soizoen niet uit zonder een Engelsche
dlctionnaire onder mijn aim. Mis
schien kan de zoo keurig ontworpen
toespraak later nog eens voor Pier
pont Morgan dienen.
Maar twee eigenaardigheden moet
ik tocli nog van Rockefeller verhalen.
Hij loensclit wat met het eeno oog:
waarschijnlijk kijkt hij daarmee oin
een hoek, opdat hij zijn vijanden en
bonijders kan zien aankomen. En de
tweede merkwaardigheid is deze: hij
is de koning van de petroleum en hij
rook er niet eens naarl
Wouter is bij me op bezoek geweest
en. wonderlijk genoeg, was hij dozen
keer onder een hoedje te vangen. In
het begin begreep ik niet waarom. Hij
zanikte wat over 'n request aan 't ge
meentebestuur voor een afzonderlij
ken uitgang uit zijn tuin over ge
meentegrond en dat het papier al
twee dagen klaar lag, zonder dat hij
het durfde verzonden.
„Maar waarom dan toch niet?"
vroeg ik, verbaasd over deae bedeesd
heid, die ik vroeger nooit zoo bij Wou
ter had opgemerkt.
„Och", zei hij, na veel aarzelen,
„ik heb gemerkt, dat er tegenwoordig
vanwege het gemeentebestuur naar
adressanten geïnformeerd wordt cn
dat zou ik minder aardig vinden. Stel
je voor
„Dat er gerapporteerd werd: de
heer Wouter behoort tot de ontevre
den partij: hij moppert en pruttelt
over alles en nog wat".
„Zoo meen ik het niet", zei Wouter.
„Maar iedereen hoeft toch niet te we
ten, dat ik verleden jaar een aardige
duit in de Steels heb verdiend en dat
mijn vrouw bij Leupou altijd de duur
ste koffie koopt".
„En heb je ook niet cea neef, die
niet deugen wou?"
„Ja, die is eindelijk bij de A'meri-
kaansche politie terecht gekomen".
„Bedenkelijk", zei ik. „Het moet
ook niet pleizierig wezen, in een offi
cieel stuk over je zelf te lezen: adres
sant heeft een kaal hoofd en een groo
ten wrat op zijn neus".
„Zou je denken, dat zulke bijzon
derheden...
„Stellig, die tegenwoordig© rappor
ten zijn bijzonder uitvoerig. Daarin
moet, om zoo te zeggen, elke vraag
die gesteld kan worden, al van te vo
ren zijn beantwoord. Krijg je wel eens
een waarschuwing voor de belasting?''
„Ja", zei hij benepen.
„Toch geeu... geen aanmaning?'
„Ook een enkelen keer", antwoord
de hij, bijna gebroken.
„Wouter, zei ik, „neem mijn goe
den raad aan. Wie boter op zijn
hoofd heeft, moet niet in de zon loo
pen. Menschen als jij, die zooveel op
hun kerfstok hebben, mopperig ka
rakter, dure koffie, eon kaal hoofd,
een wrat op Je neus een slechten neef
en aanmaningen van de belasting
zoo iemand moet niet de aandacht op
zich vestigen, maar mag blij wezen,
dat hij als vergeten burger in een
rustig hoekje leeft. Had je den uit
gang erg noodig?"
„Ik kon er eigenlijk niet buiten.
„Toch zou ik er afstand van doen.
Denk om al de ijselijkheden van zoo'n
rapport. Schande en oneer breng je
over vrienden en keunissen.
Hij drukte mij dankbaar de hand
en vertrok. „Koos zal 't maar moeten
blijven dulden, dat do kolonman om
de veertien dagen het heclo huis
zwart maakt. Alles liever, dan zoo'n
officieel rapport!"
En met een laatste rilling van af
grijzen stapte hij de deur uit.
FIDELIO.