HAAR] 1 S DAGBLAD
DERDE BLAD.
De Opening der Haarlem
mermeer Spoorwegen.
Dritïiilandseii Overzicht
ZA.TEHDAG 3 AUGUSTUS 1912
Schetsen uit Amerlfca.
VL
Ileel Zuidwest-Amcrika schreef ik
In mijn voorgaand artikel, doelt de
lezer zal wel begrepen hebben dat dit
Zuid-Ocvit-Amerika moest zijn. Dit
gedeelte van Amerika wordt ook wel
kortweg „de Oost'' genoemd, terwijl
California het Verre Westen heet.
t Was een tocht zooals ik 't mij
nooit gedroomd had. Overdag landen,
gleden zien, 'snachts slapend in den
treii. die ons weer zooveel honderd
kllomctci verder voerde. Geen nacht
sliepen wij in een hotel, iederen
avood lagen we te luisteren naar het
gezoem van den vvager» die voort
gleed in zijn ijzeren bedding. Iederen
niergen ontbeten wij in den trein.
S'.ras ging de tocht uren lang door
dichte wouden, dan weer kwam onze
trein gillend en fluitend dc tunnels
uii er. zette zijn snellen tocht voort
over weinig begroeide heuvels, of
jeed dwars door de steden, zooals de
stoomtram bij ons in den Hout, de
electrische naar Zandvoort, Bloemen-
daal of Amsterdam, zonder verhoog
de baan, met een tamelijko snelheid,
'i Gal eerst een verbazen bij ons, toen
wij 's morgens ons zagen rijden dwars
de prachtige tuinstad Richmond.
Later waren wij er aan gewend, dat
zonder afsluitboom of andere ver
sperring, de trein door de steden
reed - maar in 't eerst is dat voor
onze Europeesche oogen wat vreemd.
Ook de steden waren zoo geheel
anders van bouw dai: bij ons. Tel
kens en telkens moest ik ze vergelij
ken met één gemeente uit ons va
derland met Apeldoorn. Ook hier
dié breéde. zwaar beboomdo wegen,
nietgeplaved, maar met fijn kiezel
bedekt, die huizen met tuinen er om
lictn en. het gemis van oude
gebouwen.
0 dat mist men in Amerikageen
dom verraadt zich reeds van verre
dozijn slanke minaret, geen dorps
torentje schijnt u al van verre het
vvellckoni toe te roepen, geen stad
komt plotseling voor uw oog bij de
wending van den weg of een dalen
van het stijgend bergpad. Geen spie
geling van zonlicht op torens of oud-
ven allen poort.
Gij komt onmerkbaar de steden
binnenhet bosch wordt minder
dicht, de velden meer bebouwd, de
huizen minder schaars, de bevolking
ul dichter de tuinstad zijt ge bin-
ne"gctrcden.
Dat was in Virginie, dat was in
North Caroline, dat was zooals mijn
vriend mij vertelde, bij schier elke
Amerikaansche stad. Men vindt er
wel een dichter bijééngebouwd ge
deelte, zcoals wij dat in Apledoorn
ook kcr.ren ,uiaar huizenrijen als in
onze sleden, met alleen in de buiten
wijken wat parken of loover dat
Wij zagen veel van 't land in die
korte tijd en hoorden veel, zagen de
xoO veel besproken Van Eeden-kulo-
nfa enverdwaalden midden in
cca oerwoud.
O, dien da,, zal ik niet gsttw verge
ten, toen wij beiden uit den trein stap
ten daar in Kentucky, om op de Ver-
algelegen groote katoenfabriek een be
zoek af te leggen. Mijn vriend was er
nimmer te voren geweest, doch men
had hem uitgeduid, dat hij van de
stopplaats van den trein eerst een
eind de lijn moest volgen en dan.... gij
kont die uitduidingen dan rechts....
dan links moest gaan.
De trein stopte, midden op den weg.
Ren heel klein huisje stond ter zijde
van de baan, maar niemand was
om ons te verwelkomen, noch om ons
den weg te wijzen. Wij liepen de spoor
lijn langs. Dat mag in Amerika Wat
mag trouwens daar nietGij loopt
zouuis ge vvUl, ge kleedt u zooals ge
wilt, ge gaat langs de ireinbaan i Is ge
wilt, maar... op uw eigen risico.
Wij gingen een geruimen tijd langs
den spoorweg, terwijl de zou op cns
braadde, zóó verschrikkelijk,, uat de
v.arine dagen, die wij hier pas gehad
btbben er nog koel bij waren.
Ter zijde var. den weg lagen een
p.iar verbrande spoorwagens. Voor
fudge maanden, zoo hoorden wij la
ter, waren een paar wagens au den
sneltrein uit de rails geloopen, en ge
kanteld. Ze te vei voeren naar de w erk
plaatsen had te veel aan arbeidsloon
gekost dus werden ze verbrand
cu daar liggen nu de krom getrokken
ijzeren overblijfselen.
Het liep gemakkelijk op de spoor
baan, en 't was misschien daaidoor,
d it wij ongemerkt te ver liepen. Wij
fcloegen links af, zooals we gemeend
hadden te moeten doen, en kwamen
in een al dichter werdend bosch Er
heerschto een drukkende hitte, geen
koeltje streek door het dichte woud en
zwijgend liepen wij achter elkaar
voort op het smalle boschpad.
Tal van muskieten vlogen om ons
heen, de hitte werd al heviger
dragelijker ten laatste. Ver voor
uit zagen we het bosch wat lichter
tinten, hier en daar log een gouden
zonnestreep over het gebladerte. Wij
naderden een openvlakte.
Maar nog vóór wij er waren vlogen
een i.antal gieren, die daar blijkbaar
hun prooi gevonden hadden, voor ons
op. Een nog jonge muilezel, naar het
vleesch te zien nog pas gedood, lag
reeds voor een groot deel afgekloven
in de tropische zon. De gieren, in
Amerika door de wet beschermd, had
den hunne prooi reeds van verre ge
zien en bij tientallen waren ze neer
gestreken op liet pas-gestorven dier.
"t Was een mooie jonge muilezel, die
grazend in de open vlakte, zeker over
vallen was door een ratelslang, de zoo
gevreesde boscLbewoner in Zuid-Oost-
Amerika.
Verder loopan ging niet. Reeds zak
ten onze voeten dieper weg in de laag
gelegen vinkte, nu en dan hoorden
wij duidelijk liet eigenaardig geluid,
dat de voelen in drassigen grond ma
ken en snel gingen wij terug in het
woud. O p een omgevallen boom
stronk rustten wij.
De gieren waren weer terug geko
men. Duidelijk zag ik ze met de
solierpe snavels rukken aan 't vleesch
en nu en dan hoorden wij hun ver
woed gekrijsch.
Roven ons muskieten, tal van mug
gen brengend wellicht do in die
streken inheemsche tropische mala
ria vóór ons de gieren achter ons
bij ons, wie wist bet, misschien de
zoo uiterst giftige ratelslang, en
misschien het ergste van alles, een
dorst, die onbeschrijflijk was, en vlak
voor ons, in de lager gelegen open
vlakte, wattir.
Maar wij wisten hoe, behalve de
malaria, de typhus de gezellin is van
de plagen van „Oost-Anierika", en we
keken onzen voorraad nog eens na,
i o;n te zien of er niet oen druppel vva-
j ter nog over was.
Plotseling vlogen de gieren weer
op, en kringden om de open vlakte.
Een negerjongen dreef wat koeien
voort en naderde het bosch.
Een half uur later bereikten wij de
hut van den neger, die daar woonde
aan de grens van 't bosoh. Hij zou ons
naar den eigenaar van liet landgoed
rijden en deze zou ons wel den juis-
ton weg naar de fabriek wijzen, die
den neger onbekend was.
Een uur lang reden wij door het
bcsch nu en dan een bergriviertje
overtrekkend De neger vertelde ons,
dat in het bosch gedeeltedat wij door
gegaan waren, sedert kort het vee ge
dreven was, om het bosch te zuiveren
van het ongedierte, dat. door de stilte
e:i rust zich zoo vermenigvuldigd had,
dat meermalen ratelslangen bij de
negerhut gezien waren.
Door het vee worden zo in hun rust
voisioord en vlieden de eenvoudigste
wijie oiu een bosch „beguanbuar te
ma kou.
Wij naderden den zoom van het
boscii. Voor ons uit golfde een uitge
strekte vlakte, aan wier einde een
woonhuis gelegen was.
Uitgerust togen wij moedig weder
om op weg, om na een goed half uur
loopens het woonhuis te bereiken.
Een jonge man deed ons open en
het eerste wat hij zeicle, wus „O, u
zijt Hollanders Eai nog voor wij van
onze verbazing waren bekomen,
bracht hij ons in de zijkamer, waar
wat boeken op tafel lagen en in vak-
ken langs do wanden stonden.
I En terwijl wij wachtten, ging ons
oog de boekenrij langs en te midden
van. de vele Engelsche boeken stond
menig IloUandscli werk.
De deur ging open en een oude da
me trad binnen.
„O, u is uit Holland", zei ze ons. „O,
zeg toch dat er één hier „Home seek"
is, het heimweo heeft naar Hol
land. Als ze er been moet kruipen ze
het doen zou. Het eenzame leven hier
is ondragelijk." En toen wij tegenover
do heer des huizes gezeten waren en
wij vroegen hoe het hem hier beviel,
kwam alleen het „slecht" hem over
do lippen.
Afgezonderd uren ver van eenige
andere bewoner, leeh.e hij op zijn bij
na honderd bunder groote b:zitting,
slechts te midden van menschen die
geestelijk zooveel lager stonden dan
hij en de zijnen. Geen omgur.g had hij
met zijns gelijken en als ontwikkeld
man deed da behoefto daaraan zich
hoe langer hoe meer gevoelen.
In de eetkamer wachtte ons, voor
t eerst sinds weken, een Hollajidsch
maal, en ik, die met hel menu aan
boord maar geen vrede had kunnen
hebben, haalde mijn hart ter dege op.
Wij genoten, hot werd een feestmaal,
onzo gastlieer échoën verjongd en zelfs
de oude mevrouw scheen haar heim
wee voor een wijle te vergeten.
Maar toen wij weggingen en elkaar
do hand gaven tot afscheid, toen
wendde do oude darne zich snel om
en zeide alleen: „O, ik gaf alles, als
ik met u mee kon gaan" en toen ik
den gastheer zeide: „Nu, daar teert
u zeker wel een week op", dooiend öp
ons bezoek, toen gaf hij ons een ant
woord, dat door de ziel sneed; „een
week drie maanden minstens."
De buggy, het lichte vierwielige
Amerikaansche rijtuig voerde ons
snel naar de fabriek en toen wij 's
avonds weer met een zooveel mijls
vaart langs do rails schoven, andere
landen tegemoet, toen dachten wij
voortdurend aan dat gezin daar, dat
als intolectueelen ons land met zijn
soms zoo knellende vormen ontvlucht
was op zoek naar vrijheid en die zich
nu als bannelingen gevoelen.
Welke ontmoetingen zou de andere
dag ons brengen?
G. A. OOTMAR:
IL
Leiden, Vrijdagmiddag.
Terwijl do feesttrein in het station
aan den Heerensingel in de Sleutel
stad staat to wachten op de aller
laatste gasten, die nog op het Leid-
eclie Stadhuis zijn achtergebleven
i de monumentale zalen van het
tieke gemeentehuis te bekijken,
hebben de journalisten, die vooruit
gereden zijn, dc gelegenheid, om de
erstrooide gedachten te verzamelen.
Verstrooide gedachten I Want de
lood van speeches en tegenspeeches,
die toenam en aanzwol, die ons over
stroomde en onze gedachten ver
dronk, hoe langer hoe meer, hoe ver
der wo naar liet zuiden geraakten,
maakte- hot onmogelijk, om een re
gelmatig verslag van al de toespra-
an te geven.
Den lezer past het daarvoor dank
baarheid te betoonen, want na al de
feestredevoeringen, die ik gisteren al
extenso of beknopten vorm i
mocht opdisschen, ia uit het restant
welsprekendheid met alle re-
speet voor de sprekers, niet zooveel i
merkwaardigs meer op te diepen.dat
de aandacht der lezers breedvoerige
beschrijving zou dulden.
Aan den lunch te Hoofddorp vloei
den de woorden even mild als de
champagne Henkell Trocken, Veuve
Clicquot, de Bourgogne, de Haute
Sauternc en de Cantemerle want
de H. E. S. M. heeft de gasten te
Hoofddorp op schitterende wijze ge-1
rccipieerd.
Ik zal hier niet verder ingaan op
het menu en keer tot de eloquentia
terug, die zich andermaal tussclien
de asperges en het piepkuikentje baan
brak.
Het was dezen keer niemand min
der dan do Minister van Water
staat, Mi'. Regout, die een geestige
toespraak hield ter gelukwensching j
van den heer Van Oyen, die eigen-1
lijk de stuwkracht-gevende werker
in dc maatschappij is.
De Minister herinnerde er aan, dat
de Regeering het Officierskruis aan
den heer Van Oyen verleend heeften
deelde mee, dat dit geschiedde op
voordracht van spreker-zelf. Die be
noeming is eenige dagen vóór de ope-
ning bekend geworden. Men zou kun
nen denken, dat dit een vergissing
was, zeide dc lieer Rogout. Maar dit
v.as niet het geval. Als de Minister
de riduerorde hier had meegebracht,
zou men een volgend maal, als Z.Exc.
weer ergens kwam, en hij
niets bij zich had, daarvan heel wat
denken. Ook had de Regeering tot
den verjaardag van de Koningin kun
nen wachten met de onderscheiding
aan den heer Van Oyen, maar dat
zou de betcekenis daarvan hebben
verzwakt. Ook had bij den Minister
met het vroeger verleenen van het
ordetec-ken deze gedachte voorgeze
ten dat hij ilen Directeur der II .E.
S. M. gaarne reeds op dezen dag het
kruis wilde zien dragen.
Mr. Reguut sprak er ook over, dat
het geen gewoonte was, dat de Mi-
I uister van Waterstaat tegenwoordig
was bij openingen van spoorlijnen,
i Voor deze gebeurtenis had hij ech
ter een uitzondering willen maken,
omdat hij verleden jaar op zijn tocht
door deze streek had gezien welke te
leurstellingen en tegenspoeden de
II. E. S. M. had te overwinnen gehad.
De manier, waarop de Hollandsche
Spoor lieslag had weten to leggen op
deao spoorlijnen, mocht al geen on
verdeelde sympathie wekken de
Minister zou daarover geen oordcel
uitspreken maar toch meende hij
tenslotte, dat het toejuiching ver
diende, dat zulk een krachtig
lichaam als do Hollandsche Spoor
achter deze zaak had gestaan, om
dat een minder eaergiek-en-krachtig
lichaam allicht do ondervonden te
genspoeden niet had kunnen over
winnen.
De heer Regout vergat niet hulde
tc brengen aan het initiatief, dat de
hoer Sanders indertijd tot den aanleg
der Haarlemmermoerlijnon had geno
men, en eindigde met to drinken op
do gezondheid van de directie der
II. E. S M.
Daarna volgde een reeks van tafel
redenaars. Baron Sweerla do Lau-
das. Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, sprak over de oud-
Nederland sche kracht, die eerst was
gebruikt om het land aan het water
to ontworstelen en nu de streek aan
haar isolement ontrukt had.
Mr, Dr. Van Leeuwen, Commissa
ris in Noord-Holland, vond het pret
tig, collega den lof te hooren zin
gen van spreker's eigen gowest.
Voorts wenschte hij voor deze streek
uitbreiding der cultures en deson
danks geen verlaging van prijzen,
hoezeer hij voor zich ook uit egoïs
me zou gesteld zijn op lagen prijs
der producten.
Hij eindigde met de gezondheid te
drinken van de best uurderen van de
Holl. Spoorweg Maatschappij en in 1
bijzonder op den voorzitter van den
Rand van Administratie, Jhr. Van
der Wyck. Te beter kon do Comrnis-
dit doen, wijl noch spreker,
noch een der leden van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, bij doll.
IJ. S. M. geïnteresseerd zijn.
Graaf Van Lynden van Sanden-
buig, Gedeputeerde van Utrecht,
toondo zich dankbaar maar niet vol
daan. Dut zou hij eerst zijn, ais de
Hem uit de Meer ook de provincie
Utrecht biniienreeu.
Dr. 11. D. Kruseman, waarnemend-
burgeineosier van Haarlem, dronk op
de voortuuring aer goede verstand
houding tussmien Haarlemmermeer
en Haarlem. De naam vvijsi op dat
onderlinge verband. Maar tot-nu was
het bereiken van de Meer voor Haar
lem uiers zeer moeilijk.
De burgemeester van Leiden, Jhr.
Air. De Gijselaar, hief op zijn beurt
liet glas op 0111 dc goede reiaties tus
sclien tiet platteland en Leiden te
bezógehm.
Jhr. Van der Wyck hield daarop
nog '11 luimig speech je over de dooji-
pleciitiglieio, die heden verrient werd.
Maar ue zuigeling moest gevoed wor
den. Aan do burgers der streek do
taak om voor di; voedsel te zorgen.
De lieer Van Baak, burgemeester
ivait Mijdrecht en Wil nis, sprak, de
lieer Van WyclieD, het Kamerlid van
Haarlemmermeer, spraktoen zei
de heer Van Oyen, dat liet tijd werd
om op te breken.
Inderdaad, want het was al vijf
kwartier over tijd.
De triomftocht, te Haarlem begon
nen, gelijk de heer Kruseman het had
uitgedrukt, ging tluuis voort naar het
zuiden heen.
Aan verscheidene stationnetjes
stonden do schoolkinderen en fanfa
rekorpsen om te zingen en muziek te
maken.
Had men eersit gedacht alle verdere
toosprazeui te Roe.oi-A.e.ais.een aï te
doen, do Directie was gezwicht voor
den aandrang der Gemeentebesturen
Daarom stopte de trein achtereenvol
gens te Oude Wetering, Roelof Arends
veen en Rijpwetering, waar de heer
Van Wicho.i, als Burgemeester van
Alkemude, telkenmale he" woord
voerde.
Tot drie malen toe hield het Bur
gemeester-Kamerlid een geestig
speechje. Aardig was de manier,
waarop de spoordirectie te Oude We
tering om eenige verbeteringen weid
vorzcehi.
Dat gebeurde in een der feestliede
ren, die de kinderen zongen.
Dit feestlied loscb ik, om deze cu
riositeit, hier nog in: Het luidt aldus:
Toen wij vernamen, dat de brein
Wel stoppen zou, ook hier,
Rees dm 'liet plan in aller brein,
Wij maken ook plezier.
Een eerepoort plaatsen wij daar
Op de grens van Noord en Zudd,
Met 't woord „Een hartelijk woliokonx'
Aldus was T kort besluit.,
Het is een feest voor groot en klein,
Vandaar ook onze zang
Gij ziet wel aan de groote schaar,
Dat hier veel menschen zijn.
Alom is men nu zeer verheugd.
Want voortaan voert het spoor,
Als wij van hier naar elders gaan,
Ons met spoed de velden door.
Ja, Heeren, ook wij zijn verblijd:
Wij mogen straks eens mee.
Dat heeft ons Pa en Moe beloofd
Als straks de trein hier rijdt.
Een beetje bang zijn wij er voor
Dat, als onz' beentjes klein,
Niet vroeg genoeg ons brengen hier,
De trein er is vandoor.
Want hier en ginds aan d'overzl],
We wonen overal;
Dus loopen ver, en varen ook
Eer w' aan 't station zijn wij.
Dies vragen we van Uwe gunst,
Geeft ons, wat er ontbreekt:
Een Chef, die 't station bedient
Dat is voor U geen kunst.
Geeft ook, dat fluks de dienst vermeldt
Do aankomst en 't vertrek
Want dat dit maar voor stopplaats
geldt
Dat is toch al te gek.
Als 't kan brengt dat dan nog in 't
rein'
Doet hierin onzen zin,
N u is de de vreugde al heel groot,
Dan zal ze grooter zijn.
Leuke lui die Alkemaders, knipoog
de de heer Van Oyen.
De Directeur werd hier ook nog ge
lauwerd met een krans.
Te Roelof Arendsveen was een aar
dig tentoonstellinkje in de wachtka
mer ingelicht, 't Waren allemaal
mandjes augurken. Bn de heer Van
Wichen beloofde ieder, die heim zijn
adres opgaf, een mandje te zullen
thuis sturen.
Tal van genoodigden solliciteerden
naar dit souvenir uit het an-gurken-
land.
Om kwart voor zessen waren we
eindelijk te Leiden. Daar had het Ge
meentebestuur gezorgd voor een stoet
rijtuigen, die de gasten, na een
toertje door de stad, ten stadhuize
bracht.
Ook hier werden champagne en ver-
verschingen aangeboden, evenals op
alle plaatsen, waar de genoodigden
Iraks uitgestapt waren.
Leiden's burgemeester sprak goede
woorden over hei onderwerp van den
dag en de lieer 's Jacob deed daarvoor
niet onder.
t oen was de plechtige opening der
Haarlemmerineer-lijn een feit gewor
den. Velen, die den tocht tot hier had
den meegemaakt Minister Regout
wus nu den lunch in zijn auto naar
Den Haag teruggekeerd gingen met
den ouden trein verder. Dc anderen
keerden met den feesttrein terug. De
reis van den dag werd nu in omge
keerde richting geheel overgemaakt.
in Hoofddorji cn Aalsmeer vierde
men het feest bij lampionlicht en vuur
werk voort.
Te ruim negen uur kwam dc trein
eindelijk te Haarlem terug, waar ai-
weer het spoormateriaal gereed stond,
om Zaterdagmorgen den publiekeu
dienst aan te var gen.
JAC. C. M. Jr.
DE MARITIEME VERHOUDINGEN
TUSSCHEN RUSLAND EN
FRANKRIJK.
De Parijsêhe ochtendbladen beves
tigen het bericht van de Temps De
meeste biaueu echter, als: Figaro,
Journal, Alatin, hechten aan de zaaa
weinig beteekems. Men heeft alleen
een lacune aangevuld, die nog be
stond, omdat in 1891 do Russische
marine van geen waarde Was. De
nieuwe conventie heelt geenszins een
agressief karakter. De Echo de Paris
ochter is zeer verheugd en meent, dat
deze beteekenisvolle versterking van
het verbond het boste antwoord is op
de tendentie1 ïse commentaren der
Onze Lachhoek
HU KAVAM NIET TE RECHTER
TUD.
Dienstmeisje. Mevrouw, de nieu
we huisdokter laat zich aandienen.
Hij wenschte u zijn kennismakings
bezoek te brengen.
Mevrouw. Zeg hem, dat ik mij
niet wel voel, hij moge een ander
maal terugkomen.
In een gezelschap werd aan een ta
melijk kitteloorig man, die pas uit
Napels was teruggekeerd, gevraagd,
of hij ook den Vesuvius had bestegen.
Neen, was het antwoord.
En waarom niet?
Wel, antwoordde een uit het ge
zelschap, dat is vrij duidelijk. Twee
zulke heethoofden bij elkaar, dat zou
nooit goed zijn afgeloopen.
Loop ik 's avonds met mijn
vrouw over den Dam, krijgt zij van
de afbraak een stofje in het oog;
moet ik met haar naar den oogarts,
kost me f 20.
Dat is nog niet zoo erg. Loop
ik met mijn vrouw over het Leidsche
plein, krijgt ze bij Hirsch een stofje
in het oog, kost me 150.
(Hbld.)
Duiteche pers naar aanleiding van de
ontmoeting tussclien Keizer en Tsaar
te Baltischport.
VREDESONDERHANDELINGEN
TUSSCHEN TURKUE EN ITALIë?
Uit Weenen wordt aan de „Voss.
Ztg." geeemi
„In de laatste dagen vertoefde al
hier een zeer gezien Turksch persoon
op zijn doorreis naar Geneve of Zu
rich. Hij had verschillende gesprek
ken met de voornaamste Woensche
autoriteiten. In Weener-Turksche
kringen trachtte men de aanwezig
heid en het doel van dezen persoon
zooveel mogelijk geheim te houden en
een strenge, discretie te bewaren over
zijn naain en sociale positie. Het is
echter zolter, dat hij hier gekomen is
om opnieuw voorbereidende pogin
gen te doen tot de vredesbemiddeling
en het schijnt, dat men zoowel van
Turksche als van Italiaansche zijde
in een stad in Zwitserland trachten
wil de afgebroken vredesonderhande
lingen opnieuw te openen."
SERVIé EN BULGARIJE.
De Parijschc „Matin" bericht, daf
een entente is gesloten tussohen Ser
vië en Bulgarije, en dat die entente
een defensief karakter heeft. De on- -
derhandelingen tussclien Bulgarije en
Griekenland over een analoge entente
■zijn reeds ver gevorderd. Dank zij
dezen ententes, zegt de ..Matin", heeft
het Italiaansch-Turksch conflict geen
terugslag op «len Balkan gehad en
zal het dien ook niet hebben.
DE TOESTAND IN TURKIJE.
Te Casana zijn twee bommen ont
ploft. Er zijn 5U dooden en gewon-
dab.
Te Semmeli beeft een ontmoeting
plaats gehad tussclien Turken en
Bulgaren, waarbij verscheidene men
schen gedood en zes gewond zijn.
EEN KORTE REVOLUTIE.
Telegrammen, gisteren te Washing
ton uit Managua ontvangen, wijzen
er op, dat het niet zoo heel gemakke
lijk gaat, een oorlogsminister van
Nicaragua te ontslaan. Senor Mana,
de munster in kwestie, die uoor pre
sident IJiaz ontslagen was, moet
thans de havenforten van de hoofd
stad bezet heuben en dreigen, de stad
te bombardeeren, wanneer hij wet
onmiddellijk in zijn ambt hersteld
werd. bovendien wordt gemeld, dat
een bende revolutionnairen, ondet
aanvoering van senor Mana's zoon,
zich van Tranada meester gemaakl
hoeft, dat eenige mijlen zuidelijk vaa
de hoofdstad ligt.
De Vereenigde Staten hebben een
paar terpedobuoten naar het tooneel
van den strijd gezonden, om de be
langen der vreemdelingen te beharti
gen.
Naar uit Washington gemeld wordt,
was de revolutie in Nicaragua slechts
van korten duur. Nadat generaal
Chanorra den minister van Oorlog,
Mana, slag geleverd had, werd een
wapenstilstand gesloten, na afloop
waarvan senor Mana er in toestem
de, dat senor Barbarossa tot minister
van Oorlog benoemd werd.
(„Hbld.").
Feuilleton
Het geheim van
de Tower Hill.
Uit het Engelsch, door
A. WILSON BARRETT.
Be eenige getuige, die werd opge.
pen, was de politie-agent, die het lijk
gevonden had, en de dokter, die het
onderzocht had. Een kleine moeilijk
heid ontstond, omdat de gevangene
niet vertegenwoordigd werd dcor een
advocaat en hij weigerde zich daar
door te laten vertegenwoordigen. Het
verhoor eindigde nu plotseling tot
teleurstelling van Justus, omdat de
beschuldigde over veertien dagen weer
opgeroepen zou worden ten einde de
politie in staat te stellen in dien tijd
Verdere naspo ringen te doen.
'Toen John Hart uit de bank der be
daagden weggeleid werd, wierp hij
weer een huigen blik door de recht
zaal, terwijl zijn oogen bij deze gele
genheid die van den agent ontmoetten,
br lag zoo'n doffe, hopelooze blik in,
flut Justus zelf er door was aangedaan.
i.Arino jonge man En wat zal z ij
gel denken 1" ging door zijn hoofd,
paar hij heeft het immers niet ge-
I daan. Hoe- zou hij dat gedaan kunnen
hebben En toch waarom spreekt hij
dan niet
HOOFDSTUK VI.
Meer inlichtinge n.
De geest van Justus was zoo ver
vuld van de steeds aangroeiende ver
bazingwekkende berichten van de
laatste vier en twintig uur, en hij was
er zoozeer van vervuld, wat dit alles
toch wel mocht beteekonen, dat hij
ziin weg uit de Bow Street en terug
naar zijn kantoor vond, vóórdat hij
zich bewust werd hec-lemaal niet van
plan geweest te zijn daarheen terug
te keeren. Hij was echter blij, dat zijn
voeten zoo geheel onafhankelijk van
zijn hersens gewerkt hadden, toen
Dark hem op den drempel tegemoet
kwam en belichtte, dat Mis. Neave
hem al een poos lang vol angst zat op
te wachten.
Zij is in uw kamer, mijnheer, zei
de ex-soldaat. En ik ben bang, dat zij
een of ander slecht nieuws heeft ge
kregen. Zij schijnt op 't oogenblik ge
heel gebroken te zijn.
Justus keek ontsteld op. Dan wist zij
het. Maar was dat mogelijk Zij was
toch niet in de rechtzaal geweest, dat
wist hjj zeker.
Hij ging vlug zijn eigen kamer bin
nen, waai' hij de jonge vveduwo in een
stoel vond zitten wachten.
Zij stond bij zijn binnentreden cp,
en Justus ontstelde, toen hij zich be
wust werd, hoe waar de woorden van
zijn klerk geweest waren, en welk een
verandering da laatste uien voor de
jonge vrouw gebracht hadden. Haar
handen beefden, haar gelaat was
bleek en zenuwachtig, en duidelijk
bleek uit den blik van haar oogen, dat
zij bitter had zitten schreien.
O. Mr. Wise, barstte zij uit, toen
hij op haar toekwam. Ik heb zulk vree-
selijk nieuws, en ik heb uw hulp zoo
zeer noodig.
De agent bewoog haar weer te
gaan zitten, terwijl hij ernstig knikte.
Ik vrees het ook, zei hij bedaard.
Bn ik vrees ook, dat ik maar al te
goed weet, wat dat nieuws zal zijn
Wat mijn hulp betreft, die kan u krij
gen natuurlijk op alle manier, zooveel
in mijn inacht staat.
Mrs. Neave keek hem even vol ver
bazing aan.
U denkt dus te weten, welk
nieuws ik hel), zei zc. Maar niemand
weet het, niomand kan het weten.
Nog maar een paar uur geleden kreeg
ik
Zij hield op, terwijl zij Justus met
raadselachtige oogen aankeek.
Toch meen ik iels te weten van
hetgeen u mij nu wil gaan vertellen,
zei Justus, Het toeval komt iemand
soms uitstekend te hulp, en....,, men-1
schen van ons beroep hebben ook al
tijd manieren en middelen om ding;n
te ontdekken, die onbekend of onver
wachts zijn. Maar wil u nuj alstu-
üheft vcitellen, wat u op het hart
heeft.
Mis, Neave scheer, de verklaring
van Justus arm te nemen, ofschoon zij
nog verbaasd keek ;en zij ging voort
Mr. Wise, toen ik vanmorgen vol
zorg en verdriet bij u kwam. wat
trouwens niets leek op hetgeen ik nu
voel, om u te vragen nasporingen te
doen naar Mr. Fairfax, was u heel
vriendelijk tegenover mij, en ik ging
met veel meer hoop dan ik in laiigrn
tijd gevoeld had, naar huis. Toen ik
thuis kwam, lag daar, tot mijn groote
verbazing een nriel op mij i.e wach
ten, gebracht door een boodscnaploo-
per, die geen woord had achtergelaten.
Ik zeg, tot mijn groote veibazu.g,
want die brief was van Mr. Fairfax
zelf.
Justus knikte.
Ga voort, mevrouw, zei hij.
En, Mr. Wise, deze brief kwam
van 0, u weet het. Ik zie het aan uw
gelaat.
-- Van het politiebureau aan de To
wer. Jn, ik meende, dat te weten, zei
Jubtus, terwijl hij de jonge weduwe
vol sympathie aankeek.
Mrs. Neave keek vlug op met een
verontwaardigden blik in huar donke-
Maar u gelooft het toch niet, riep
zij uit. Het is absurd, onmogelijk.
Moord I
Justus trok woedend aan zijn bak
kebaarden.
Neen. ik geloof het niet, zei hij
eindelijk, liet is onmogelijk, zooals u
zegt. Maar....
Maar wat, Mr. Wise? O. u denkt
toch niet, dat er eenig gevaar be
staat eenig gevaar, dat andere men
schen niet zoo zouden denken als wij
Neen. zeker niet, als de jonge
als Mr. Fairfax spreekt en alles ver
klaart. zei Justus snel. Maar lui moet
er eenige-verklaring van geve:!, hoe
hij daar zoo gevonden w.-rd, en
Maar heeft hij aan u verklaard, hoe
hij daar zoo in die buurt en onder een
anderen naam dan zijn eigen gevon
den werd
Mis. Neave keek een oogenblik met
angstige en peinzende oogen voor zich.
Ja, antwoordde zij- Neen. Hij
legt mij dat alles niet precies uit.
Maar hij had niets met die afschuwe
lijke zaak te maken, Mr, Wise. Dat
zegt hij in elk geval.
De agent kuchte bescheiden.
Denkt u niet, dat het verreweg
hot beste zou zijn als ik dien brief eens
inkeek, dien Mr. Fairfax u gezonden
heeft vroeg hij voorzichtig ik zou
dan veel' beter een opinie kunnen vor
men hoe de zaken werkelijk staan als
ik zag wat bij zei.
Eén oogenblik aarzelde Mrs. Neave.
Toen, als nam zij snel een besluit, gaf
zij Justus een velletje met potlood be
schreven papier.
Ziehier, wut hij schrijft, zei ze
flauwtjes.
Met een bulging nam Ju9lus den
brief uit haar hand aan
Hij was slecht, blijkbaar haastig,
geschreven cn hier en daar bijna on
leesbaar, maar toch wist hij er einde
lijk uit wijs te worden.
„Mijn eigen lieveling,
„Wat zul je wel van mij denken
Maai denk met te hard over mij. Ik
dacht nooit meer t.nn je te schrijven.
Ik meende je nooit weer te laten hoo
ren, dat een mensch als ik nog be
stond, zelfs terwijl ik je den geh ooien
tijd van onze scheiding aangebeden
heb en je nog aanbid. Maar het nood
lot heeft mij van den bodem van de
put weer naar boven getrokken, en
ik wil zoo graag, dut je van mijzelf, en
niet bij toeval door anderen hoort,
welk ongeluk mij nu weer is iverko-
men. Ik schrijf dit in de gevangenis.
Ik ben hier onder ©cn vulschen naam,
beschuldigd van een moord, dien ik
riict heb bedreven. Luister, lieviling.
Ik heb geen moord begaan, maar ik
zal mij niet verdedigen, rn ik wil niét.
dat iemand, begrijp inij goed, dat
iemand mij verdedigt. Ik verdien ai-
les, wat mij mag overkomen, zelfs het
ergste en daarbij moet het worden ge-