RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
De Haarlerosche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in het ge
bouw „De Nijverheid", Jansstraat 85,
alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Inlichtingen verstrekt gaarne de se
cretaris, de heer J. Meijer, Kruisstraat
j i Tclephoon 1543.
EEN ONDERGAAND ZINTUIG.
Wij raken onzen reukzin kwijt. De
degeneratie, aldus de Revue dor Uitv.
en Ontdekk., is vooreerst zuiver cjuan-
titatief. De moderne mensch heeft in
zeer korten tijd voor vele stoffen, die
zijn voorouders nog konden waarne
men, geheel den reuk verloren. Zoo
konden bv. de artsen van do middel
eeuwen nog ziekten aan den reuk her
kennen, de Peruviannsche Indianen
konden volgens Humboldt het spoor
van een wild evengoed als een speur
hond vervolgen: en tot verklaring
van spreekwijzen als: in reuk van hei
ligheid staan,, een goeden reuk onder
de menschen hebben, heeft men, hoe
zonderling het ook klinkt, gemeend te
moeten aannemen, dat vroeger som
mige reuken konden waargenomen
worden.
Veel belangrijker dan dst eenzijdig
worden van dezen zin is de qualitatie-
ve degeneratie, het dalen van de
dienstverrichting van den reuk.
Vooreerst zijn wij niet verder dan
tot zeer zwakke proeven van klassi-
ficeeren gekomen als in de onder
scheidingen aromatisch, etherisch,
brandend, walgend.
Een tweede vermogen, welke de
quolitatieve dcgenereerende reuk
heelt ingebc-31, 2s gsrsètëgSc reuken te
ontbinden.
Het derde verschijnsel, dat ons bij
zonder duidelijk toont, dat de reukzin
tegenwoordig zijn rol lieeft uitge
speeld, is de zeer snol intredende ver
moeidheid van het reukorgaan. Na
korten tijd ruiken wij een zeer ster
ken reuk niet meer, zelfs als wij snui
ven of diep ademen. Zoo nemen ge
parfumeerde personen na korten tijd
reeds het parfum niet meer waar, en
merken de rioolarbeiders zeer spoedig
niets meer van den onaangenamon
reuk van hun werkplaats. De reuk
heeft ons niets meer te zeggen, cn
daar het onbiologisch, ondoelmatig
ware, door ee>n ledige gewaarwording
onze opmerkzaamheid in beslag ge
nomen te zien, wordt voor den aan-
kloppenden prikkel na een korten
tijd de deur voor den neus dicht ge
daan, terwijl bijv. bij honden, trots
de minimale re jkstertte van bet spovr
van bet wild en van urenlang zoe
ken, de reuk niet vermoeid wordt. Al
leen bij het eten heeft de reuk nog
beteekenis. Aan den smaak danken
wij slechts de gewaarwordingen zoet,
zuur, bitter en zout, al het andore
wordt geroken.
In de poëzie heeft een eigenaardig
gebeuren plaats, dat wij niet al te
zeldzaam ln het dagelijksch leven
kunnen waarnemen, nl. het feit, dat
een bij onverschillig dolen ons plot
seling toewaaiende reuk in eens in
ons het verleden met groote levendig
heid terugroept.
Dit zeldzaam verband tusschen
reuk en herinnering wordt zeer een
voudig verklaard uit de bovengenoem
de verschijnselen van verval van de
zen zin. Als een reuk, dien wij een
maal een tijdlang in een meer of min
gewichtig gedeelte van ons leven ge-
rcfcKi hei-bert, scoals bv. bij een ver
blijf op het land den reuk van mest
vaalten of op een zomer den reuk van
geteerde booten in de haven, als zulk
een reuk ons na langen tijd in een ge
heel ajidere streek niet gelijke inten
siteit als eens treft, dan nemen wij
eerst slechts den bekenden reuk waar.
Doch daarna voelt do natuur toch,
dat zij een gewaarwording, die eerst
een niet onaanzienlijko rol ln ons lo
ven speelde, toch niet onverschillig
kan voorbijgaan, en daar zij niet mo r
aan gewaarwordingen van den reuk
Lntellectueele overwegingen kan aan
sluiten en zij ze onmiddellijk kan ge
nieten, opent zij in onbeholpen ijver
voor ons alle deuren van het verle
den en stalt al de herinneringen cr
van uit, ons daarbij vragend aan
ziende, of wij uit haar iets van be
teekenis kunnen nemen.
GRAMOPIIOONPLATEN.
Verleden jaar werden voor de ver
eenigdo Duitsch-Amerïkaansch© gra-
m of oonf abri eken 15 niillioen platen en
200.000 toestellen vervaardigd. De
omzet bedroeg 65.000.000 markt. Met
inbegrip van do kleinere bedrijven
raamt men den totaal-omzet op 80
millioen Mark en het aantal werklie
den ln de fabrieken werkzaam op
15.000.
Om een donkbeeld te geven van wat
er in deze industrie al zoo omgaat,
moge dienen, dat, na de eerste opvoe
ringen van „Die lustige Wittwe" ie
Londen, aldaar in één week 10 ÖC0 pla
ten met de voornaamste aria's uit die
operette verlangd cn geleverd wer
den Voor de opneming trekken de
zangers en zangeressen groote hono
raria Caruso voor een enkele op
neming zelfs 20.000 mark!
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens cn meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezer. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, worden in
het volgend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OFLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In verband uiet het aantal oplossin
gen, en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden dcor Ilermien E.
Donck.)
Het geheel is een bekende spreuk
van 14 woorden of 58 letters.
3 11 is een voegwoord.
2 12 57 is een meisjesnaam.
22 32 33 34 35 is een ontkenning.
54 55 is een maat.
52 53 56 .51 vindt men in ieder land.
43 44 58 is een nuttig huishoudelijk
Voorwerp.
47 48 49 50 31 vindt men op straat.
41 42 gebruikt men op hel land.
36 37 21 22 is een lichaamsdeel.
17 4 5 is speelgoed.
29 14 15 16 is een nijver diertje.
13 28 27 is een woonplaats voor een
dier.
1 9 5 55 10 29 is een jongensnaam.
8 9 26 is een soort rijtoer.
23 39 25 45 30 is een deel van een
visch.
38 40 46 6 26 is een hooggeplaatst
persoon.
12 18 20 24 is een verkorte meisjes
naam.
7 18 19 is een deel van een visch.
'2. (Ingezonden door Annie Vergers.)
Zet onder elkaar
een meisjesnaam
iets uit den winter
een plaats in Zuid-Holland,
een dorp hij Haarlem
een geldstuk
een plaatsje in Gelderland
een jongensnaam
een verkorte meisjesnaam.
De beo in letters vormen een heken-
de spreuk.
3 (Ingezonden door Jo en Jan Ver-
Ion.)
ij ui
Welk spreekwoord kunt ge hiervan
maken door de puntjes to vervangen
door medeklinkers
4. (Ingezonden door Jan Joh. dé
Jong).
Met R ben ik een visch.
Met D een hond.
Met TR ben ik bij bakkers welbe
kend.
Met O ben ik een lichaamsdeel.
5 Ingezonden door Jentien Reen.)
Een jongen gaf aan een ander
den kop van een stekelbaarsje pti
van een chimpansée, het lijf van een
tor en den kop van een pekelharing.
Wat gaf hij
6. (Ingezonden door Anton Janse.)
Ik ben een stad in Spanje van 9
letters. Neen» de twee laatste letters
weg en zot. er drie andere voor in de
plaats en ge krijgt een dier, dat goed
kan zwemmen.
7. (Ingezonden door Jan en Cor Huijer)
Van welk woord van zes letters.
kan men er drie afnemen, zoodat er
zes overblijven
8. Ingezonden door?)
Met angst de zeeman mij ontwijkt
De wand'laar. moe, mij blij bereikt;
Gebrek aan geld Geef mij een
pand
En 'k help U daad'lijli uit den
brand.
9. (Ingezonden door Truus van Bilder-
beek.)
Mijn geheel is 'een hooggeplaatst
persoon uit de geschiedenis en be
staat uit 14 letters.
6 2 7 14 is een deel van een plant,
een 11 7 7 9 3 10 13 bezitten veel ver-
eenigingen.
6 13 1 4 14 heeft ieder mensch in
zich.
8 12 10 is een ligplaats voor schepen.
6 4 10 5 is een lichaamsdeel.
10. (Ingezonden dcor Piet van Keu
len).
Ik word in den winter gegeten. Zet
mijn tweede voor mijn eerste, en ik
ben in de lucht.
11. (Ingezonden door Reinier v. d.
Wal.)
Ik ben een bewoner van een land
in Europa. Verander mijn 1ste letter
en ik kan drijven.
12. (Ingezonden door Corn, van
Gelder.)
Mijn 1ste vindt men langs het wa
ter mijn 2de vindt men in het wa
ter. Mijn geheel leeft ook in het wa
ter.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn:
1. De sneeuw.
2. Wie een hond wil slaan, kan
altijd een stok vinden,
8. Roermond.
4. BOE IC.
ORDE.
EDEL.
KELK.
5. Cornelia.
Oor.
Roos.
Sering.
Ierland.
Cacao.
Arie.
Corsica.
6. Brons.
Brunswijk.
7. Haarlem's Kinderkoor.
Oor, Dirk, Haar, kin,
Lam, ar, lak, dek,
kiel, Saar.
8. Macao, cacao,
9. Mug, gum.
10. Rood, Door.
11. Limonade.
Lina, mode.
12. Metselaar.
Met, laars, tram,
slee.
GOEDE OPLOSSINGEN
ontving ik deze week van:
Klaas Blauw 12.
Johan van Donselaar 11,
Lena Koelcveld 12.
Piet de Veer 11.
Aagje Bon 9.
Jo en Jan Verton 9.
Cor en Nairn e Nauta 12.
Cor Iluijer 8.
Jan Huijer 8.
Jan de Bruijn 8.
Marie Landmeier 11.
Truus van Bilderbeek 12.
Annie Berenschot 12.
ilhelmina v d. Haar 12.
Annie en Betsie Slavenuitcr 11,
Willy Germeraad 12.
K. Dubbeling 7.
Sophietje Kapteijn 9.
Zonder naam 5.
Maria J. H. Piët 10.
Lucia M. C. van Ilooijdonk, 7,
C.ornelis van Gelder 11,
Johan van Wunnik 9.
Jacob Esselman 12.
Clasina v. d. Brink 10.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Wïlhelmina"
v. d. Haar.)
1. In welke pannen kookt men niet?
2. Met welke vorken eet men niet?
3. Welke appels kan men niet eten?
(Ingezonden door Jan de Bruijn.)
4. Welke armen kleedt de gierigaard
zonder morren?
5. Wat maakt iemand die in de
sneeuw valt?
G. Waar zit de meeste visch?
7. Die het maakt, behoeft het niet,
Die het draagt, behoudt het niet.
Die liet koopt, die wil het niet.
Die het heeft, die weet het niet.
8. Een blinde zag een haas loopen,
Een lamme liep hein achterna.
Een naakte stak hem in den zak.
Wat is dat?
(Ingezonden door Cor. en Jan
Huijer)
9. Wat ontbreekt nooit tusschen berg
en dai?
10. In welk vertrek staan nooit meu
belen?
11. Welke kaarsen branden langer?
Van zes in een pond of van vier
in een pond?
(Ingez. door Jan Joh. de Jong.)
:Z. w ikl- paarden gaan vooruit zon
der hun pooten te bewegen?
STRIKVRAGEN.
De antwoorden op de strikvragen
vai. de vorige week zijn:
1. Eendracht.
2. De wind.
3. Om hun tecnen.
4. Eén, want dan was hij niet
nuchter meer.
5. De letter k,
6. Een flesch.
7. Emma zet thee.
8. De voet van een berg.
9. 7. mm T I
10. Een eL
11. Matrozen,
12. 191, 99.
Goede aniwoorden ontving ik deze
week van:
Lena Koeleveld 12.
Aagje Bon 11.
Cor en Nanne Nauta 12,
Cor Huijer 6.
Jan Huijer 6.
Jon de Bruijn 12.
Truus van Bilderbeek 9.
Willielmina v. d. Haar 9.
Annie en Betsie Stavenuiter 9.
Willy Germeruard 11,
K. Dubbeling 10.
Sophietje Kapteijn 10.
Zonder naam 9.
Maria J. H. Piët 8.
Lucia M. C. van Hooijdcmk 7,
Johan v. Wunnik 12.
Clasina v. d. Brink 12.
Uitslag van deoWedstrijd
De twaalf mededingers van onzen
lnatsten wedstrijd zijn zeker erg ver
langend te hooren, hoe het afgeloo-
pen is. Toch was het dezen keer niet
moeilijk de prijzen toe te kennen,
daar de aantallen en manieren erg
uil elkaar liepen.
Verreweg de meeste jraren èr
jrondün dooi;
LENA KOELEVELD
en
NELLY VAN RIET.
Daarop volgden:
JO en JAN VERTON,
die met
CLASINA v. d. BRINK
en
JAN DE BRUIJN
onze prijswinners vormen.
Dit vijftal mag Woensdagmiddag
tusschen 12 en 2 uur
EEN BOEK IN PRACHTBAND
komen halen.
VERGELDING.
(Vervolg en slot).,
Oj) wog naar den tandarts gaf Hap
good Harry een arm.
Het is ine een pretje, den vader
van dien jongen in handen te vallen,
zeide hij lachend. Al9 bij het
hem nu eens heeft verteld
Ja, daar dacht ik juist ook over,
Hap, antwoordde Harry.
O. maar Je behoeft hein je naam
niet op te geven. Of je kunt dat later
doen, als de kies er uit is. Zit ze los
Neen, ze zit zoo vast als een
muur. Dat is juist het ergste.
Arme kerel 1 Maar jo moot je
flink en moedig houden. Misschien eet
'je straks, zoo pas 11a het trekken, niet
voel inoe. Maar 11a hot theedrinken
zal je wel geheel in orde zijn.
Harry knikfe, maar eenigszins treu
rig. Om hem wat op te vroolijken,
ging Hapgood weer aan 't fluiten, en
hij floot nog, toen zij aan den winkel
kwamen, waar het lak moest worden
gekochi. Harry zocht bijzonder lang
naar do Juiste tint van rood, en zelfs
toen hij klaar was, maakte hij geen
haast om neen te gaan. llij stond voor
het raam van een winkel daarnaast,
met een uitstalling van ijzerwaren cn
electrisch speelgoed, kleine vliegma
chines, enzoovoorls. Maar hij keek
met naar dat moois en stond te sta
ren naar oen paar strijkijzers.
Kom, ga je nu mee zei Hap
good eindelijk, en nu ging Harry met
hem verder.
Maar in de straat, waar de tand
arts woonde, ging hij veel langzamer
loopen, en toen hij liet koperen naam
plaatje van den heer Ellis in het oog
kreeg, bleef hij stil staan.
Zeg, Hap, ik heb nu volstrekt
geen pijn meer, zeide hij.
Maar Hapgood wilde niet meer zul
ke onzin-praatjes hooren. Hij greep
hem liij een ami en riep
Kom mee Ik zou haast gaan
denken, dat jo bang was
Eu met ©en liooge kleur bekende
'Harry, dat hij zich niet heel moedig
gevoelde.
Zie je zoo op tegen de pijn?
vroeg Hapgood.
Het kan me niet schelen, of de
kies getrokken wordt of niet, zeide
Harry. Maar....
Hij keek even om, en toen zagen zij
beiden, dat vlak achter hen de jonge
Ellis, „de jongen van den kiezen
trekker", kwam aanstappen, uit de
school komend, met zijn boeken in
een riem. Zijn gezicht werd even
rood als dat van Harry, maar hij
deed zijn best, om op zijn gewone ma
nier te glimlachen.
Hij stapte naar huis en wilde hen
met een verlegen blik ofschoon nog
steeds glimlachend voorbij gaan,
toen Hapgood hem toeriep
Góedenmorgen
O Ho© gaat het zeide Ellis,
blijkbaar aangenaam verrast.
Hij had eon paar blauwe en gele
plekken onder zijn linkeroog, maar
die stonden hem eer goed dan slecht:
dat merkten Harry en Hapgood bei
den op. Maar hij" scheen er verlegen
mee, vooral tegenover Harry.
Zeg eens, begon Harry.
Maar Hapgood viel hem in de rede
en zei
Wij gaan naar je vader. Harry
heeft ©en slechte kies. Die moet er uit.
Hééft hij zoon kiespijn riep
Ellis. Dat spijt me. Ik loop dadelijk
naar binnen, om het vader te zeggen.
Hij is stellig wel thuis.
Hei 1 Wacht een beetjeriep
Harry.
Maar Ellis hoorde hem niet of had
geen lust om te wachten. Hij liep snel
naar de deur met de koperen naam
plaat en ging naar binnen.
Nu is or niets moer aan te doen.
zei Hapgood. Je kunt er nu niet
meer af
Maar nog een heele poos wilde Har
ry niet komen, en eerst toen er een
dienstmeisje aan. de deur kwam en op
bean stond te wachten, kwam hij
naar het huis toe.
Kom, wees nu niot zoo laf
zei Hapgood, en dat gaf den door
slag.
O neen, dat is het nietzei hij
woedend en hij stapte de deur binnen.
I Het dienstmeisje was zeer vriende
lijk.
Wil u hior maar even binnen
gaan vroeg zij en zij liet hen in
een zeer gezellige zitkamer. Zij hoor-
ide de stem van den jongen Ellis bo-
van „Dankt u, dat hij gauw terug
I zal komen, moeder
I Toen dood het oleiêje de deur dicht
1 en ging heen.
Hoorde je dat fluisterde Har-
aliesbehalvo op zijn gemak.
Hij is uit. Wal moeten wij nu doen?
I>ie jongen vertelt het natuurlijk aan
zijn moeder en aanstonds hebben wij
de grootste herrie. Zij zal bene
den komen en mij de oogon willen
•uitkrabben.
Hapgood zelf voelde zich ook niet
«r pleïzierig.
Nu, er is uiels aan te doen, zei-
do hij. Wat je zegt van O Ogen uit
krabben is malligheid, en w ij kunnen
er niet van doorgaan, voordat wij
zeker weten, dat zijn vader niet
thuis is.
Hij vertelt het nu stellig, zeide
Harry.
Daar ben ik nog niet zoo zeker
van, zei Hapgood.
Ik wildebegon Harry,
maar voordat hij kon zeggen wat hij
wensehte, ging de deur open en kwam
de jong© Ellis binnen met zijn moe-
dai
Harry en Hapgood waren uiterst
verrast door de vriendelijkheid waar-
oe mevrouw Ellis hen begroette.
Hoe gaat liet u zeide zij,
vriendeiijK glimlachend. liet doet
1110 genoegen, kennis met u te maken.
Vi ie van u beiden is de patient
De jongens gaven haai- natuurlijk
ieder een hond en Harry mompelde,
li ij de patiënt was.
Arme jongen I zeide zij. Het
spijt me, maar mijn man komt waar
schijnlijk uiet vóór vanavond terug.
Maar hij zal bij u aan school komen
1 daar helpen, als het notxiig is.
O neen, dat behoeft niet, zesde
Harry,
lk geloof stellig; dat het wel noo-
dig is. Ja, ik zal hem naar u toe zon
den. Ik weet niet wie van u beiden
liet is, maar.. (Zij keek naar haar
zoon, die Harry lachend toeknikte).
O, bent u de jongeheer Castle Ilet
was heel vriendelijk van u, dat u hom
Woensdag een zakdoek hebt geleend.
U hebt hem toch, hoop ik, in orde
terug gekregen
Hapgood antwoordde voor Harry,
die gee-n woord kon uitbrengen en
beurtelings mevrouw Ellis en haar
zoon aaacstaaide.
Ju, mevrouw, hij heeft dien in
orde ontvangen, dank u, zeide
Ilupgood.
Dan is bet goed. Jozef wild©
mij niet zoggen, hoe het kwam, dat
hij zich oezeerd had maar hij zei,
dat er twee jongens van de school van
Coimingham bij waren en.... Doet de
kies u weer zóón pijn?
O, neen, ik heb op het oogenblik
geen pijn, dank u, antwoordde
'Harry.
Maar u ziet zoo rood.
lk heb toch housch geen pijn,
•hield Ilarry vol.
Hij gevoelde zich vreeselijk kleinen
daarbij zeer dankbaar jegens den jon
gen ElLs.
Nu dan, mevrouw Ellis glim
lachte allerliefst, dan zult ge mij
el voor een paar minuten willen ex-
cuseeren. Ik moot naar de kinderka
mer. Jozef wilde u iets presenteeren,
en dit genoegen zult ge hem wel gun
nen, hoop ik.
Nog steeds vriendelijk lachend ging
zij heen. Haar zoon liet baar de deur
(Uit.
De jonge Ellis deed toen Ilarry ver
baasd staan, door hem er voor te be
danken, dat hij zijn moeder niet de
ware geschiedenis van den zakdoek
en het blauwe oog had verteld. En
toen haalde hij uit een kast in den
muur eeu schaal met smakelijke brui
ne gebakjes en suikerbeschuitjes, met
een karaf limonade en glazen te voor
schijn.
Zie je, zoide hij, in zekeren
zin w a s het eon ongeluk. Die go-
bakjes zijn door mijn moeder zelf go-
maakt. Dat kan moeder bijzonder
good. Maar dat moest ik eigenlijk
niet zeggen, hè Kom, neem er wat
.an.
Het w as verba zond Maar voor
Hapgood niet zoozeer als voor Ilarry.
Hupgood kwam het eerst weer op
adem en sprak zoowel voor Harry ais
oor zich.
Zeg ©ens, Ellis, Jo bent oen aar
dige, goede jongen, zoide hij.
't Is voor het eerst, dat ik zoo
iets hoor, zei Ellis, met oen vuur
rood gezicht. De meeste jongens
vinden mij een saaien suffer
dien jo.
Hij schoof Horry de schaal met
bakjes toe.
Ilarry kon ©r in 't eerst niets van
nemen. Hij was bijna even rood als
/Ellis en liet viel hem moeilijk te zeg
gen wat liij op het hart had. Maar hij
deed het toch.
Hij heeft gelijk, zei».to hij, met
een beweging van liet hoofd naar
Hapgood wijzend. Je bent een bij
zonder goede jongen. Wil je 't mij ver
gaven
Het was misschien het moeilijkst
van al wat Harry het geheel© school
jaar had gedaan aldus zichzelf te
vernederen voor een anderen jongen.
Maar hij gevoelde zich daarna voel
toeter. En daar stonden hii cn Ellis,
hand in hand, en Hapgood keek toe,
niet een stralend gezicht.
- Brayo I Voor beiden bravo I
zei Hapgood, terwijl hij ©en gebakje
nam.
Er is niets te vergeven, zeide
Ellis zachtmaar als er iets
was, zou ik het natuurlijk doen. Het
u alles goed. Castle. Ik mag je
toch Castle noemen 9
Welzeker, zei Harry hartelijk,
natuurlijk mag je dut!
En ik heet Hapgood, Ellis, zei
Hapgood. met zijn mond halfvol ge
bak. De gebakjes zijn heerlijk,
Harry.
Ellis had oen kleur als nooit te vo
ren. Maar hij zag er vroolijk en te-
Teden uit.
Hè, ik ben 7,00 blij 1 zoide hij.
En toen opeens tot Ilarry Kom,
rem wat van de gebakjes I
Harry liet zich niet lang bidden ©n
de beide bezoekers gebruikten nu
flink wat gebakjes en limonade.
Ellis wilde zelf er niets van nemen
en ging opeens stil de kamer uit.
Toen hij weg was, spraken de twee
jougens over hem.
De beste opmerking was die van
Hapgood.
Hoor eens, Harry, we hebben bet
toch ook wel eens mis op Couning-
ham. Dat is een door en door goede
jongen, daar kun je op aan.
En op een na de beste was die van
Ilarry
Dat weet ik net zoo goed als Jij,
Hap. Dus hoef jij het niet met zooveel
ophef te zoggen.
Toen kwam Ellis terug met een
brum papieren zak en weer iets van
dat verlegen©, dat hij op straat over
zich luid
Zeg eens, zeide hij, moeder zou
graag willen, dat jullie al de gebak
jes meenamen. Dai zou haar heusch
voel pleizier doen. We hebben er nog
veel meer. Wil je het doen?
Zij deden hem dit genoegen. Hij
pakte alles van de schaal in den zak
en bond dien voor hen «licht.
Daar speelde de klok kwart voor
een. Zij moesten heengaan.
Mevrouw ElJis kwam even naar be
neden, 0111 hun nog eens de hand te
di ukken en hun te zeggen, dat zij
vooral neg eens aan moesten komen,
zoo dikwijls zij in de buurt kwamen.
O ja! zei Ellis. Dat moeten jul
lie do©n.
Zeker, mevrouw, we zullen het
stellig doen, antwoordde Hapgood
beleefd. Dank u z*er.
Harry had in die laatste oogenhLik-
ken weer een aanval van verlegen
heid. Maar hij betuigde zijn instem
ming met liapgood'B dankbetuiging.
Toen hij al m de deur stond, sprak
hij van zijn kies.
llot is vreemd, maar ik gewoel nu
volstrekt geen pijn meer, mevrouw.
Dus moet mijnheer Ellis zich maar
geen moeite geven.
Hij scheen te denken dat mevrouw
El lis even verwonderd zou zijn als
hij over het verdwijnen van de pijn.
Maar zij glimlachte alleen cn zei:
Dat gebeurt heel dikwijls, zegt
mijn nian. Het doet m© veel genoe
gen. Goedendag!
Zij drukten ook den Jongen Ellis de
ihand.
Tot ziens, Ellis, zei Hapgood, op
hartelijker toon.
Dag Hapgood, zei Ellis, met een
dankbaren blik.
Ja, tot ziens, ouwe jongen, zei
Ilarry toen ook, met een buitenge
woon vriendelijk gezicht en een ste
viger handdruk dan dien van Hap
good.
Tot ziens. Castle, zei Ellis, stra
lend van blijdschap, om die kleinig
heid.
De jongens waren in de school te
rug een paar minuten vóór het luiden
van de etensbel.
Dp de binnenplaats gingen zij van
elkaar, Hapgood nam den zak met
gebakjes mee en Ilarry wild© even
naar mijnheer Raymond gaan, om
hem het lak te brengen en den gul
den terug te geven. Maar dat moest
hij uitstellen tot na het eten. Want
hij had een oponthoud.
Green hield hem staande op de bin
nenplaats.
1— lloe is het Castle? vroeg Green.
Ze zeggen, dat je naar den tand
arts bent geweest. Heb je dien dik
kerd
Maar Harry nam hem bij den kraag
en stuitte zijn woordenvloed.
AJs je ooit weer zoo over hem
spreekt 111 mijn tbijzijn, Green, dan zal
het je berouwen, zeide hij woedend en
hij schudde hem zóó hard, dat Green
toen bij los was gelaten, geen woord
meer scheen te kunnen uitbrengen.
Onthoud het goed! zei Harry en
hij liet Gieen in stomme verbazing
staan.
Daarop ging hij naar de eetzaal,
waar hij met bijzonder vee! smaak
in weerwil van do nu verdwenen kies
pijn en d© gebakjes ei'^totnonade van
Mevrouw Ellis.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-afdeeling moeten worden ge
zonden aan Mevrouw Venema—w.
Doorn, Wagenweg S8, Haarlem).
In de bus gooien zonder aan
schellen I
MARLA J. H. P. Heerlijk, dal
illie allemaal verhoogd zijn! Wat
een prettige vacanti© is dat voor jul
lie geweest! Jammer, dat liet al weer
is. Op weldra school beo jij eigen
lijk?
LUCIA M. C. v. IL Het is best
Is je ook meedoet.
JOHAN v. W. Het raadsel is
best. Ga jij nu ook weer geregeld
meedoen?
JACOB E. Het lijkt mij boel
mooi, wat je er over sohrijft. Leen
je je boekeu ook wel eens uit en heb
je er nog meer?
CLASINA v. d. B. Ja, het was
>11 vergissing, hoor. Zot Ln het ver
volg je naam maar altijd heel duide
lijk onder je werk, dan kan dat niet
weer gebeuren! Gelukkig, dat w© het
nu dadelijk begrepen hebben.
ANNIE en BETSIE S. Heerlijk,
dat jullie nog wat langer vacantia
hebbenI Het gaat toch gauw genoeg
vind je niet? Ja, het is aardiger,
dat het volgende jaar dan haar zus-
>ns komt! Is die ook zoowat oven
oud als jullie?
WILLY G. Nu kom ik je van
avond maar vast feliciteeren, hoort
dan ben ik de allereerstel Heerlijk
oin alweer ©en jaar ouder te zijn,
vind je niet? En wat trefl het pret
tig, dat moeder nu ook juist weer op
is, maar dan mag je toch nog wel
heel stil zijn en van visite en zelf-
koekjes bakken zooals verleden jaar,
kan nu toch niets komen! Je schrik
te zeker erg, toen die fiets over Bei-
lo'8 poot ging. Gelukkig, dat het zoo
goed is afgdoopen!
MARIE L. Je nieuwe begraven
nomen en raadsels zijn best. Neen,
je hebt het met het weer niet zoo heet
erg getroffen. Zijn jullie toch nog
veel uit geweest ©n vond je het Zon
dag ook prettig oen weer thuis te
zijn?
TRUUS v. B. Ja, dat uitzicht
was wel heel anders! Maar nu ben
je er zeker al weer aan gewend! Die
rodelbaan leek wel wat gevaarlijk,
dat vond ik ook. Wat voor wedstrijd
nu komt, moet je maar eens af
wachten, maar ik denk wel, dat jij
er aan mee kan doen! Die raadsels
zijn goed.
ANNIE B. Ja, nu is het voor
taan wel in orde! Als je maar niet
vergeet om alle weken je naam er
onder te zetten.
WÏLHELMINA v. <L H. Ja, ik
heb me vergist en het werk was niet
van jou. Heerlijk, dat je daar zoo
veel pleizier gehad hebt! Wat zullen
Jullie verbrand zijn. Ben je Zater
dags pas tlhuis gekomen?
AAGJE B. Het is best, dat jij
ook weer mee gaat doen. Ja, door
Betsie A. boomde ik nog wol eens wat
van jullie en nu moet jij me voortaan
maar van Betsie's werk op de hoogte
houden en van wat Clara uitvoert.
COR en NANNE N. Was het
prettig in Wijk aan Zee en mochten
jullie de kousen en schoenen uit
trekken? Heeft Jan een spel, dat „cir
cus" heet, hoe is dat? Ik heb nu nog
geen raadsels noodig, maar in «Octo
ber kan Lk wel weer nieuwe gebrui
ken.
COR en JAN II. Is Cor met d«
boot naar Alkmaar geweest en van
wie ging dal uit? Hebben jullie in II
ook neefjes en gaan jullie daar ook
wel eens logeer©n Is jullie school nu
ook al weer begonnen?
JAN DE B. Ja, de wagens zien
r nog zoo prachtig nieuw uit! Ik
ben er nog niet in geweest, maar beto
ergen zin, er eens oen tochtje mee te
maken! Zoo na de vacantia is het al
tijd wel prettig op school, vind je
niét? Dan is ar zooveel nieuws!
ZUS en AREND v. L. I11 Augus
tus laten een beeieboel kinderen mij
wat in don steek. Maar dat vind ik
ook best, hoor! *t Is maar jammer,
dat het weer het laatste gedeelte
niet zoo heel schitterend was. Ben je
met je logeetjes toch nog dikwijls
naar buiten geweest?
LENA K. Wel, dat treft toeval
lig, dat jij juist op Koninginnedag
jarig bent! Dan hoof je nooit op je
verjaardag naar schot"!' TTeb je al een
verlanglijst gemaakt en krijg je dan
ook wel eens visite?
Mevr. VENEMAv. DOORN.
24 Augustus 1912.