RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD De Haarlerosche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur in het ge bouw „De Nijverheid", Jansstraat 85, alhier. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom. Voor het lidmaatschap kan men zich bij het bestuur aanmelden. Inlichtingen verstrekt gaarne de se cretaris, de heer J. Meijer, Kruisstraat j i Tclephoon 1543. EEN ONDERGAAND ZINTUIG. Wij raken onzen reukzin kwijt. De degeneratie, aldus de Revue dor Uitv. en Ontdekk., is vooreerst zuiver cjuan- titatief. De moderne mensch heeft in zeer korten tijd voor vele stoffen, die zijn voorouders nog konden waarne men, geheel den reuk verloren. Zoo konden bv. de artsen van do middel eeuwen nog ziekten aan den reuk her kennen, de Peruviannsche Indianen konden volgens Humboldt het spoor van een wild evengoed als een speur hond vervolgen: en tot verklaring van spreekwijzen als: in reuk van hei ligheid staan,, een goeden reuk onder de menschen hebben, heeft men, hoe zonderling het ook klinkt, gemeend te moeten aannemen, dat vroeger som mige reuken konden waargenomen worden. Veel belangrijker dan dst eenzijdig worden van dezen zin is de qualitatie- ve degeneratie, het dalen van de dienstverrichting van den reuk. Vooreerst zijn wij niet verder dan tot zeer zwakke proeven van klassi- ficeeren gekomen als in de onder scheidingen aromatisch, etherisch, brandend, walgend. Een tweede vermogen, welke de quolitatieve dcgenereerende reuk heelt ingebc-31, 2s gsrsètëgSc reuken te ontbinden. Het derde verschijnsel, dat ons bij zonder duidelijk toont, dat de reukzin tegenwoordig zijn rol lieeft uitge speeld, is de zeer snol intredende ver moeidheid van het reukorgaan. Na korten tijd ruiken wij een zeer ster ken reuk niet meer, zelfs als wij snui ven of diep ademen. Zoo nemen ge parfumeerde personen na korten tijd reeds het parfum niet meer waar, en merken de rioolarbeiders zeer spoedig niets meer van den onaangenamon reuk van hun werkplaats. De reuk heeft ons niets meer te zeggen, cn daar het onbiologisch, ondoelmatig ware, door ee>n ledige gewaarwording onze opmerkzaamheid in beslag ge nomen te zien, wordt voor den aan- kloppenden prikkel na een korten tijd de deur voor den neus dicht ge daan, terwijl bijv. bij honden, trots de minimale re jkstertte van bet spovr van bet wild en van urenlang zoe ken, de reuk niet vermoeid wordt. Al leen bij het eten heeft de reuk nog beteekenis. Aan den smaak danken wij slechts de gewaarwordingen zoet, zuur, bitter en zout, al het andore wordt geroken. In de poëzie heeft een eigenaardig gebeuren plaats, dat wij niet al te zeldzaam ln het dagelijksch leven kunnen waarnemen, nl. het feit, dat een bij onverschillig dolen ons plot seling toewaaiende reuk in eens in ons het verleden met groote levendig heid terugroept. Dit zeldzaam verband tusschen reuk en herinnering wordt zeer een voudig verklaard uit de bovengenoem de verschijnselen van verval van de zen zin. Als een reuk, dien wij een maal een tijdlang in een meer of min gewichtig gedeelte van ons leven ge- rcfcKi hei-bert, scoals bv. bij een ver blijf op het land den reuk van mest vaalten of op een zomer den reuk van geteerde booten in de haven, als zulk een reuk ons na langen tijd in een ge heel ajidere streek niet gelijke inten siteit als eens treft, dan nemen wij eerst slechts den bekenden reuk waar. Doch daarna voelt do natuur toch, dat zij een gewaarwording, die eerst een niet onaanzienlijko rol ln ons lo ven speelde, toch niet onverschillig kan voorbijgaan, en daar zij niet mo r aan gewaarwordingen van den reuk Lntellectueele overwegingen kan aan sluiten en zij ze onmiddellijk kan ge nieten, opent zij in onbeholpen ijver voor ons alle deuren van het verle den en stalt al de herinneringen cr van uit, ons daarbij vragend aan ziende, of wij uit haar iets van be teekenis kunnen nemen. GRAMOPIIOONPLATEN. Verleden jaar werden voor de ver eenigdo Duitsch-Amerïkaansch© gra- m of oonf abri eken 15 niillioen platen en 200.000 toestellen vervaardigd. De omzet bedroeg 65.000.000 markt. Met inbegrip van do kleinere bedrijven raamt men den totaal-omzet op 80 millioen Mark en het aantal werklie den ln de fabrieken werkzaam op 15.000. Om een donkbeeld te geven van wat er in deze industrie al zoo omgaat, moge dienen, dat, na de eerste opvoe ringen van „Die lustige Wittwe" ie Londen, aldaar in één week 10 ÖC0 pla ten met de voornaamste aria's uit die operette verlangd cn geleverd wer den Voor de opneming trekken de zangers en zangeressen groote hono raria Caruso voor een enkele op neming zelfs 20.000 mark! Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens cn meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezer. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OFLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd In verband uiet het aantal oplossin gen, en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden dcor Ilermien E. Donck.) Het geheel is een bekende spreuk van 14 woorden of 58 letters. 3 11 is een voegwoord. 2 12 57 is een meisjesnaam. 22 32 33 34 35 is een ontkenning. 54 55 is een maat. 52 53 56 .51 vindt men in ieder land. 43 44 58 is een nuttig huishoudelijk Voorwerp. 47 48 49 50 31 vindt men op straat. 41 42 gebruikt men op hel land. 36 37 21 22 is een lichaamsdeel. 17 4 5 is speelgoed. 29 14 15 16 is een nijver diertje. 13 28 27 is een woonplaats voor een dier. 1 9 5 55 10 29 is een jongensnaam. 8 9 26 is een soort rijtoer. 23 39 25 45 30 is een deel van een visch. 38 40 46 6 26 is een hooggeplaatst persoon. 12 18 20 24 is een verkorte meisjes naam. 7 18 19 is een deel van een visch. '2. (Ingezonden door Annie Vergers.) Zet onder elkaar een meisjesnaam iets uit den winter een plaats in Zuid-Holland, een dorp hij Haarlem een geldstuk een plaatsje in Gelderland een jongensnaam een verkorte meisjesnaam. De beo in letters vormen een heken- de spreuk. 3 (Ingezonden door Jo en Jan Ver- Ion.) ij ui Welk spreekwoord kunt ge hiervan maken door de puntjes to vervangen door medeklinkers 4. (Ingezonden door Jan Joh. dé Jong). Met R ben ik een visch. Met D een hond. Met TR ben ik bij bakkers welbe kend. Met O ben ik een lichaamsdeel. 5 Ingezonden door Jentien Reen.) Een jongen gaf aan een ander den kop van een stekelbaarsje pti van een chimpansée, het lijf van een tor en den kop van een pekelharing. Wat gaf hij 6. (Ingezonden door Anton Janse.) Ik ben een stad in Spanje van 9 letters. Neen» de twee laatste letters weg en zot. er drie andere voor in de plaats en ge krijgt een dier, dat goed kan zwemmen. 7. (Ingezonden door Jan en Cor Huijer) Van welk woord van zes letters. kan men er drie afnemen, zoodat er zes overblijven 8. Ingezonden door?) Met angst de zeeman mij ontwijkt De wand'laar. moe, mij blij bereikt; Gebrek aan geld Geef mij een pand En 'k help U daad'lijli uit den brand. 9. (Ingezonden door Truus van Bilder- beek.) Mijn geheel is 'een hooggeplaatst persoon uit de geschiedenis en be staat uit 14 letters. 6 2 7 14 is een deel van een plant, een 11 7 7 9 3 10 13 bezitten veel ver- eenigingen. 6 13 1 4 14 heeft ieder mensch in zich. 8 12 10 is een ligplaats voor schepen. 6 4 10 5 is een lichaamsdeel. 10. (Ingezonden dcor Piet van Keu len). Ik word in den winter gegeten. Zet mijn tweede voor mijn eerste, en ik ben in de lucht. 11. (Ingezonden door Reinier v. d. Wal.) Ik ben een bewoner van een land in Europa. Verander mijn 1ste letter en ik kan drijven. 12. (Ingezonden door Corn, van Gelder.) Mijn 1ste vindt men langs het wa ter mijn 2de vindt men in het wa ter. Mijn geheel leeft ook in het wa ter. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn: 1. De sneeuw. 2. Wie een hond wil slaan, kan altijd een stok vinden, 8. Roermond. 4. BOE IC. ORDE. EDEL. KELK. 5. Cornelia. Oor. Roos. Sering. Ierland. Cacao. Arie. Corsica. 6. Brons. Brunswijk. 7. Haarlem's Kinderkoor. Oor, Dirk, Haar, kin, Lam, ar, lak, dek, kiel, Saar. 8. Macao, cacao, 9. Mug, gum. 10. Rood, Door. 11. Limonade. Lina, mode. 12. Metselaar. Met, laars, tram, slee. GOEDE OPLOSSINGEN ontving ik deze week van: Klaas Blauw 12. Johan van Donselaar 11, Lena Koelcveld 12. Piet de Veer 11. Aagje Bon 9. Jo en Jan Verton 9. Cor en Nairn e Nauta 12. Cor Iluijer 8. Jan Huijer 8. Jan de Bruijn 8. Marie Landmeier 11. Truus van Bilderbeek 12. Annie Berenschot 12. ilhelmina v d. Haar 12. Annie en Betsie Slavenuitcr 11, Willy Germeraad 12. K. Dubbeling 7. Sophietje Kapteijn 9. Zonder naam 5. Maria J. H. Piët 10. Lucia M. C. van Ilooijdonk, 7, C.ornelis van Gelder 11, Johan van Wunnik 9. Jacob Esselman 12. Clasina v. d. Brink 10. STRIKVRAGEN. (Ingezonden door Wïlhelmina" v. d. Haar.) 1. In welke pannen kookt men niet? 2. Met welke vorken eet men niet? 3. Welke appels kan men niet eten? (Ingezonden door Jan de Bruijn.) 4. Welke armen kleedt de gierigaard zonder morren? 5. Wat maakt iemand die in de sneeuw valt? G. Waar zit de meeste visch? 7. Die het maakt, behoeft het niet, Die het draagt, behoudt het niet. Die liet koopt, die wil het niet. Die het heeft, die weet het niet. 8. Een blinde zag een haas loopen, Een lamme liep hein achterna. Een naakte stak hem in den zak. Wat is dat? (Ingezonden door Cor. en Jan Huijer) 9. Wat ontbreekt nooit tusschen berg en dai? 10. In welk vertrek staan nooit meu belen? 11. Welke kaarsen branden langer? Van zes in een pond of van vier in een pond? (Ingez. door Jan Joh. de Jong.) :Z. w ikl- paarden gaan vooruit zon der hun pooten te bewegen? STRIKVRAGEN. De antwoorden op de strikvragen vai. de vorige week zijn: 1. Eendracht. 2. De wind. 3. Om hun tecnen. 4. Eén, want dan was hij niet nuchter meer. 5. De letter k, 6. Een flesch. 7. Emma zet thee. 8. De voet van een berg. 9. 7. mm T I 10. Een eL 11. Matrozen, 12. 191, 99. Goede aniwoorden ontving ik deze week van: Lena Koeleveld 12. Aagje Bon 11. Cor en Nanne Nauta 12, Cor Huijer 6. Jan Huijer 6. Jon de Bruijn 12. Truus van Bilderbeek 9. Willielmina v. d. Haar 9. Annie en Betsie Stavenuiter 9. Willy Germeruard 11, K. Dubbeling 10. Sophietje Kapteijn 10. Zonder naam 9. Maria J. H. Piët 8. Lucia M. C. van Hooijdcmk 7, Johan v. Wunnik 12. Clasina v. d. Brink 12. Uitslag van deoWedstrijd De twaalf mededingers van onzen lnatsten wedstrijd zijn zeker erg ver langend te hooren, hoe het afgeloo- pen is. Toch was het dezen keer niet moeilijk de prijzen toe te kennen, daar de aantallen en manieren erg uil elkaar liepen. Verreweg de meeste jraren èr jrondün dooi; LENA KOELEVELD en NELLY VAN RIET. Daarop volgden: JO en JAN VERTON, die met CLASINA v. d. BRINK en JAN DE BRUIJN onze prijswinners vormen. Dit vijftal mag Woensdagmiddag tusschen 12 en 2 uur EEN BOEK IN PRACHTBAND komen halen. VERGELDING. (Vervolg en slot)., Oj) wog naar den tandarts gaf Hap good Harry een arm. Het is ine een pretje, den vader van dien jongen in handen te vallen, zeide hij lachend. Al9 bij het hem nu eens heeft verteld Ja, daar dacht ik juist ook over, Hap, antwoordde Harry. O. maar Je behoeft hein je naam niet op te geven. Of je kunt dat later doen, als de kies er uit is. Zit ze los Neen, ze zit zoo vast als een muur. Dat is juist het ergste. Arme kerel 1 Maar jo moot je flink en moedig houden. Misschien eet 'je straks, zoo pas 11a het trekken, niet voel inoe. Maar 11a hot theedrinken zal je wel geheel in orde zijn. Harry knikfe, maar eenigszins treu rig. Om hem wat op te vroolijken, ging Hapgood weer aan 't fluiten, en hij floot nog, toen zij aan den winkel kwamen, waar het lak moest worden gekochi. Harry zocht bijzonder lang naar do Juiste tint van rood, en zelfs toen hij klaar was, maakte hij geen haast om neen te gaan. llij stond voor het raam van een winkel daarnaast, met een uitstalling van ijzerwaren cn electrisch speelgoed, kleine vliegma chines, enzoovoorls. Maar hij keek met naar dat moois en stond te sta ren naar oen paar strijkijzers. Kom, ga je nu mee zei Hap good eindelijk, en nu ging Harry met hem verder. Maar in de straat, waar de tand arts woonde, ging hij veel langzamer loopen, en toen hij liet koperen naam plaatje van den heer Ellis in het oog kreeg, bleef hij stil staan. Zeg, Hap, ik heb nu volstrekt geen pijn meer, zeide hij. Maar Hapgood wilde niet meer zul ke onzin-praatjes hooren. Hij greep hem liij een ami en riep Kom mee Ik zou haast gaan denken, dat jo bang was Eu met ©en liooge kleur bekende 'Harry, dat hij zich niet heel moedig gevoelde. Zie je zoo op tegen de pijn? vroeg Hapgood. Het kan me niet schelen, of de kies getrokken wordt of niet, zeide Harry. Maar.... Hij keek even om, en toen zagen zij beiden, dat vlak achter hen de jonge Ellis, „de jongen van den kiezen trekker", kwam aanstappen, uit de school komend, met zijn boeken in een riem. Zijn gezicht werd even rood als dat van Harry, maar hij deed zijn best, om op zijn gewone ma nier te glimlachen. Hij stapte naar huis en wilde hen met een verlegen blik ofschoon nog steeds glimlachend voorbij gaan, toen Hapgood hem toeriep Góedenmorgen O Ho© gaat het zeide Ellis, blijkbaar aangenaam verrast. Hij had eon paar blauwe en gele plekken onder zijn linkeroog, maar die stonden hem eer goed dan slecht: dat merkten Harry en Hapgood bei den op. Maar hij" scheen er verlegen mee, vooral tegenover Harry. Zeg eens, begon Harry. Maar Hapgood viel hem in de rede en zei Wij gaan naar je vader. Harry heeft ©en slechte kies. Die moet er uit. Hééft hij zoon kiespijn riep Ellis. Dat spijt me. Ik loop dadelijk naar binnen, om het vader te zeggen. Hij is stellig wel thuis. Hei 1 Wacht een beetjeriep Harry. Maar Ellis hoorde hem niet of had geen lust om te wachten. Hij liep snel naar de deur met de koperen naam plaat en ging naar binnen. Nu is or niets moer aan te doen. zei Hapgood. Je kunt er nu niet meer af Maar nog een heele poos wilde Har ry niet komen, en eerst toen er een dienstmeisje aan. de deur kwam en op bean stond te wachten, kwam hij naar het huis toe. Kom, wees nu niot zoo laf zei Hapgood, en dat gaf den door slag. O neen, dat is het nietzei hij woedend en hij stapte de deur binnen. I Het dienstmeisje was zeer vriende lijk. Wil u hior maar even binnen gaan vroeg zij en zij liet hen in een zeer gezellige zitkamer. Zij hoor- ide de stem van den jongen Ellis bo- van „Dankt u, dat hij gauw terug I zal komen, moeder I Toen dood het oleiêje de deur dicht 1 en ging heen. Hoorde je dat fluisterde Har- aliesbehalvo op zijn gemak. Hij is uit. Wal moeten wij nu doen? I>ie jongen vertelt het natuurlijk aan zijn moeder en aanstonds hebben wij de grootste herrie. Zij zal bene den komen en mij de oogon willen •uitkrabben. Hapgood zelf voelde zich ook niet «r pleïzierig. Nu, er is uiels aan te doen, zei- do hij. Wat je zegt van O Ogen uit krabben is malligheid, en w ij kunnen er niet van doorgaan, voordat wij zeker weten, dat zijn vader niet thuis is. Hij vertelt het nu stellig, zeide Harry. Daar ben ik nog niet zoo zeker van, zei Hapgood. Ik wildebegon Harry, maar voordat hij kon zeggen wat hij wensehte, ging de deur open en kwam de jong© Ellis binnen met zijn moe- dai Harry en Hapgood waren uiterst verrast door de vriendelijkheid waar- oe mevrouw Ellis hen begroette. Hoe gaat liet u zeide zij, vriendeiijK glimlachend. liet doet 1110 genoegen, kennis met u te maken. Vi ie van u beiden is de patient De jongens gaven haai- natuurlijk ieder een hond en Harry mompelde, li ij de patiënt was. Arme jongen I zeide zij. Het spijt me, maar mijn man komt waar schijnlijk uiet vóór vanavond terug. Maar hij zal bij u aan school komen 1 daar helpen, als het notxiig is. O neen, dat behoeft niet, zesde Harry, lk geloof stellig; dat het wel noo- dig is. Ja, ik zal hem naar u toe zon den. Ik weet niet wie van u beiden liet is, maar.. (Zij keek naar haar zoon, die Harry lachend toeknikte). O, bent u de jongeheer Castle Ilet was heel vriendelijk van u, dat u hom Woensdag een zakdoek hebt geleend. U hebt hem toch, hoop ik, in orde terug gekregen Hapgood antwoordde voor Harry, die gee-n woord kon uitbrengen en beurtelings mevrouw Ellis en haar zoon aaacstaaide. Ju, mevrouw, hij heeft dien in orde ontvangen, dank u, zeide Ilupgood. Dan is bet goed. Jozef wild© mij niet zoggen, hoe het kwam, dat hij zich oezeerd had maar hij zei, dat er twee jongens van de school van Coimingham bij waren en.... Doet de kies u weer zóón pijn? O, neen, ik heb op het oogenblik geen pijn, dank u, antwoordde 'Harry. Maar u ziet zoo rood. lk heb toch housch geen pijn, •hield Ilarry vol. Hij gevoelde zich vreeselijk kleinen daarbij zeer dankbaar jegens den jon gen ElLs. Nu dan, mevrouw Ellis glim lachte allerliefst, dan zult ge mij el voor een paar minuten willen ex- cuseeren. Ik moot naar de kinderka mer. Jozef wilde u iets presenteeren, en dit genoegen zult ge hem wel gun nen, hoop ik. Nog steeds vriendelijk lachend ging zij heen. Haar zoon liet baar de deur (Uit. De jonge Ellis deed toen Ilarry ver baasd staan, door hem er voor te be danken, dat hij zijn moeder niet de ware geschiedenis van den zakdoek en het blauwe oog had verteld. En toen haalde hij uit een kast in den muur eeu schaal met smakelijke brui ne gebakjes en suikerbeschuitjes, met een karaf limonade en glazen te voor schijn. Zie je, zoide hij, in zekeren zin w a s het eon ongeluk. Die go- bakjes zijn door mijn moeder zelf go- maakt. Dat kan moeder bijzonder good. Maar dat moest ik eigenlijk niet zeggen, hè Kom, neem er wat .an. Het w as verba zond Maar voor Hapgood niet zoozeer als voor Ilarry. Hupgood kwam het eerst weer op adem en sprak zoowel voor Harry ais oor zich. Zeg ©ens, Ellis, Jo bent oen aar dige, goede jongen, zoide hij. 't Is voor het eerst, dat ik zoo iets hoor, zei Ellis, met oen vuur rood gezicht. De meeste jongens vinden mij een saaien suffer dien jo. Hij schoof Horry de schaal met bakjes toe. Ilarry kon ©r in 't eerst niets van nemen. Hij was bijna even rood als /Ellis en liet viel hem moeilijk te zeg gen wat liij op het hart had. Maar hij deed het toch. Hij heeft gelijk, zei».to hij, met een beweging van liet hoofd naar Hapgood wijzend. Je bent een bij zonder goede jongen. Wil je 't mij ver gaven Het was misschien het moeilijkst van al wat Harry het geheel© school jaar had gedaan aldus zichzelf te vernederen voor een anderen jongen. Maar hij gevoelde zich daarna voel toeter. En daar stonden hii cn Ellis, hand in hand, en Hapgood keek toe, niet een stralend gezicht. - Brayo I Voor beiden bravo I zei Hapgood, terwijl hij ©en gebakje nam. Er is niets te vergeven, zeide Ellis zachtmaar als er iets was, zou ik het natuurlijk doen. Het u alles goed. Castle. Ik mag je toch Castle noemen 9 Welzeker, zei Harry hartelijk, natuurlijk mag je dut! En ik heet Hapgood, Ellis, zei Hapgood. met zijn mond halfvol ge bak. De gebakjes zijn heerlijk, Harry. Ellis had oen kleur als nooit te vo ren. Maar hij zag er vroolijk en te- Teden uit. Hè, ik ben 7,00 blij 1 zoide hij. En toen opeens tot Ilarry Kom, rem wat van de gebakjes I Harry liet zich niet lang bidden ©n de beide bezoekers gebruikten nu flink wat gebakjes en limonade. Ellis wilde zelf er niets van nemen en ging opeens stil de kamer uit. Toen hij weg was, spraken de twee jougens over hem. De beste opmerking was die van Hapgood. Hoor eens, Harry, we hebben bet toch ook wel eens mis op Couning- ham. Dat is een door en door goede jongen, daar kun je op aan. En op een na de beste was die van Ilarry Dat weet ik net zoo goed als Jij, Hap. Dus hoef jij het niet met zooveel ophef te zoggen. Toen kwam Ellis terug met een brum papieren zak en weer iets van dat verlegen©, dat hij op straat over zich luid Zeg eens, zeide hij, moeder zou graag willen, dat jullie al de gebak jes meenamen. Dai zou haar heusch voel pleizier doen. We hebben er nog veel meer. Wil je het doen? Zij deden hem dit genoegen. Hij pakte alles van de schaal in den zak en bond dien voor hen «licht. Daar speelde de klok kwart voor een. Zij moesten heengaan. Mevrouw ElJis kwam even naar be neden, 0111 hun nog eens de hand te di ukken en hun te zeggen, dat zij vooral neg eens aan moesten komen, zoo dikwijls zij in de buurt kwamen. O ja! zei Ellis. Dat moeten jul lie do©n. Zeker, mevrouw, we zullen het stellig doen, antwoordde Hapgood beleefd. Dank u z*er. Harry had in die laatste oogenhLik- ken weer een aanval van verlegen heid. Maar hij betuigde zijn instem ming met liapgood'B dankbetuiging. Toen hij al m de deur stond, sprak hij van zijn kies. llot is vreemd, maar ik gewoel nu volstrekt geen pijn meer, mevrouw. Dus moet mijnheer Ellis zich maar geen moeite geven. Hij scheen te denken dat mevrouw El lis even verwonderd zou zijn als hij over het verdwijnen van de pijn. Maar zij glimlachte alleen cn zei: Dat gebeurt heel dikwijls, zegt mijn nian. Het doet m© veel genoe gen. Goedendag! Zij drukten ook den Jongen Ellis de ihand. Tot ziens, Ellis, zei Hapgood, op hartelijker toon. Dag Hapgood, zei Ellis, met een dankbaren blik. Ja, tot ziens, ouwe jongen, zei Ilarry toen ook, met een buitenge woon vriendelijk gezicht en een ste viger handdruk dan dien van Hap good. Tot ziens. Castle, zei Ellis, stra lend van blijdschap, om die kleinig heid. De jongens waren in de school te rug een paar minuten vóór het luiden van de etensbel. Dp de binnenplaats gingen zij van elkaar, Hapgood nam den zak met gebakjes mee en Ilarry wild© even naar mijnheer Raymond gaan, om hem het lak te brengen en den gul den terug te geven. Maar dat moest hij uitstellen tot na het eten. Want hij had een oponthoud. Green hield hem staande op de bin nenplaats. 1— lloe is het Castle? vroeg Green. Ze zeggen, dat je naar den tand arts bent geweest. Heb je dien dik kerd Maar Harry nam hem bij den kraag en stuitte zijn woordenvloed. AJs je ooit weer zoo over hem spreekt 111 mijn tbijzijn, Green, dan zal het je berouwen, zeide hij woedend en hij schudde hem zóó hard, dat Green toen bij los was gelaten, geen woord meer scheen te kunnen uitbrengen. Onthoud het goed! zei Harry en hij liet Gieen in stomme verbazing staan. Daarop ging hij naar de eetzaal, waar hij met bijzonder vee! smaak in weerwil van do nu verdwenen kies pijn en d© gebakjes ei'^totnonade van Mevrouw Ellis. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten worden ge zonden aan Mevrouw Venema—w. Doorn, Wagenweg S8, Haarlem). In de bus gooien zonder aan schellen I MARLA J. H. P. Heerlijk, dal illie allemaal verhoogd zijn! Wat een prettige vacanti© is dat voor jul lie geweest! Jammer, dat liet al weer is. Op weldra school beo jij eigen lijk? LUCIA M. C. v. IL Het is best Is je ook meedoet. JOHAN v. W. Het raadsel is best. Ga jij nu ook weer geregeld meedoen? JACOB E. Het lijkt mij boel mooi, wat je er over sohrijft. Leen je je boekeu ook wel eens uit en heb je er nog meer? CLASINA v. d. B. Ja, het was >11 vergissing, hoor. Zot Ln het ver volg je naam maar altijd heel duide lijk onder je werk, dan kan dat niet weer gebeuren! Gelukkig, dat w© het nu dadelijk begrepen hebben. ANNIE en BETSIE S. Heerlijk, dat jullie nog wat langer vacantia hebbenI Het gaat toch gauw genoeg vind je niet? Ja, het is aardiger, dat het volgende jaar dan haar zus- >ns komt! Is die ook zoowat oven oud als jullie? WILLY G. Nu kom ik je van avond maar vast feliciteeren, hoort dan ben ik de allereerstel Heerlijk oin alweer ©en jaar ouder te zijn, vind je niet? En wat trefl het pret tig, dat moeder nu ook juist weer op is, maar dan mag je toch nog wel heel stil zijn en van visite en zelf- koekjes bakken zooals verleden jaar, kan nu toch niets komen! Je schrik te zeker erg, toen die fiets over Bei- lo'8 poot ging. Gelukkig, dat het zoo goed is afgdoopen! MARIE L. Je nieuwe begraven nomen en raadsels zijn best. Neen, je hebt het met het weer niet zoo heet erg getroffen. Zijn jullie toch nog veel uit geweest ©n vond je het Zon dag ook prettig oen weer thuis te zijn? TRUUS v. B. Ja, dat uitzicht was wel heel anders! Maar nu ben je er zeker al weer aan gewend! Die rodelbaan leek wel wat gevaarlijk, dat vond ik ook. Wat voor wedstrijd nu komt, moet je maar eens af wachten, maar ik denk wel, dat jij er aan mee kan doen! Die raadsels zijn goed. ANNIE B. Ja, nu is het voor taan wel in orde! Als je maar niet vergeet om alle weken je naam er onder te zetten. WÏLHELMINA v. <L H. Ja, ik heb me vergist en het werk was niet van jou. Heerlijk, dat je daar zoo veel pleizier gehad hebt! Wat zullen Jullie verbrand zijn. Ben je Zater dags pas tlhuis gekomen? AAGJE B. Het is best, dat jij ook weer mee gaat doen. Ja, door Betsie A. boomde ik nog wol eens wat van jullie en nu moet jij me voortaan maar van Betsie's werk op de hoogte houden en van wat Clara uitvoert. COR en NANNE N. Was het prettig in Wijk aan Zee en mochten jullie de kousen en schoenen uit trekken? Heeft Jan een spel, dat „cir cus" heet, hoe is dat? Ik heb nu nog geen raadsels noodig, maar in «Octo ber kan Lk wel weer nieuwe gebrui ken. COR en JAN II. Is Cor met d« boot naar Alkmaar geweest en van wie ging dal uit? Hebben jullie in II ook neefjes en gaan jullie daar ook wel eens logeer©n Is jullie school nu ook al weer begonnen? JAN DE B. Ja, de wagens zien r nog zoo prachtig nieuw uit! Ik ben er nog niet in geweest, maar beto ergen zin, er eens oen tochtje mee te maken! Zoo na de vacantia is het al tijd wel prettig op school, vind je niét? Dan is ar zooveel nieuws! ZUS en AREND v. L. I11 Augus tus laten een beeieboel kinderen mij wat in don steek. Maar dat vind ik ook best, hoor! *t Is maar jammer, dat het weer het laatste gedeelte niet zoo heel schitterend was. Ben je met je logeetjes toch nog dikwijls naar buiten geweest? LENA K. Wel, dat treft toeval lig, dat jij juist op Koninginnedag jarig bent! Dan hoof je nooit op je verjaardag naar schot"!' TTeb je al een verlanglijst gemaakt en krijg je dan ook wel eens visite? Mevr. VENEMAv. DOORN. 24 Augustus 1912.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 15