Ï1AARLEMS DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Eendaagschs Uitstapjes ZATERDAG 24- AUGUSTUS 1012 iaarieuiscliie BeodeSstrereenlglog Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909 No. 52 Bureau: Jansweg 11, geopend alle werkdagen van 9—5 uur. Tclciphoon No. 403. 'Op 10 Mei 1892 wer'd bovengenoem de Vereeniging hier ter stede opge richt met het doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van in formation en het incassecren van du- bieuse vorderingen. Voor posten welke men do vereeni ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen door de vereeniging geïnd 3 pCt. pro- cisio wordt gehovon. Bovendien hebben de leden het recht op het hun gratis te verstrekken advies van do rechtsgeleerde advi seurs der vereeniging de heeren Mrs. Th. de Haan Iiugenholtz en A. H. J. Merens, Spaanie 94 alhier, die des gewenscht ook in proceduren en fail lissementen gratis voor hun optre den natuurlijk echter alleen voor za ken betreffende den handel of het be drijf der leden Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gesteld moet 10 ct. voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet wor den betaald. 11. 11. rechtsgeleerden hebben het recht in geval rechtelijke vorvolging hot door hun noodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor ïLformatiën op buiten de stad wonende personen f 0.60 pl.m. G ct. portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 zijn coupons a 10 ct. verkrijgbaar waarop men aan het bureau van den Burger lijken stand op bet Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitiinatiekaarten, waarop zij persoonlijk information kunnen vra gen, in andere plaatsen bij do daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderrl Infor. en Schuldinvordering- bnreaux en Handelsvereenigingen aangesloten vercenigïngen. Deze In form atiën kosten 25 et. Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ron, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den waar zoovele geheel onbekende personen zich ia onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemd! Bond waarbij 18 vereenigingeu in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaan- dolijksclie lijst van namen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor- dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim geschonden moet blijven en die uls waarschuwingsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging die bare le den al deze voordeden en gemakken aanbiedt, slechte f contribuiio vraagt teer bescheiden eisch te meer daar al het opgenoemde niet het ecnige is wat de Haarlemsche llan- delsvereeingmg doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle zaken die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is in doze richting krachtig voort te ca an. In veband hiermede zijn in liet be stuur drie commissïën gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commission bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middonstandsbe- iangen en is cr eene voor Gemeente belangen Alles te zamoii genomen roepen wij allen toe handelaar of particulier. Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot eland brengt verdient uwe sympa thie en de contributie f 3.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental des te meer kan de Haarlemsche llandolsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR, Na 9.32 het Ken nemer plein verla ten to hebben en met de stoomtram naar Beverwijk lo zijn geredon, stapten wij daar voor het station uit. Hot doel der reis was kasteel „Oud Assemburg". Daar ons daartoe ee-n drie kwartier loopen was opge legd, sloegen wij welgemoed de Bneo- straat In. De®e straat doet haar naam alle eer aan, breed© rijweg, dan aan ie- dere zijde een grasstrook met boom pjes, en een ruim trottoir. Do geheele straat, al de winkels zien er welva rend uil, de keurige geveltjes, waar van de moesten slechts kort ver bouwd en pas nieuw lijken. De Broestraat uit, links om, de rails volgend, passeert men meer eenvoudiger woningen, tamelijk ver vallen huisjes met tuintjes, omgeven door gladgeschoren heggen. Zoo bereikten wij den „Kuikensweg", verlieten hier de tramrails en na men langs genoemden weg rechts de richting Heemskerk. De Kuikensweg is niet breed, nauwelijks biedt hij ruimte tot toet passoeren van twee voertuigen, maar hij loopt gemakke lijk en gezellig, niet zoozeer door de terreinsverandering dan wel door de vele bochten, die je zoo ongemerkt tot je doel brengen. Wo bevonden ons hier blijkbaar in de groenten- en vruchtonstreek; tuinen met snijlboo- non, ook zagen wij oen appelboom gaard. Ook groeien hier in menigte alle soorten hessen en aardbeien, geen wonder dus, dat Beverwijk veel van dit alles uitvoert en onze stad door „Wijkers" als overstroomd wordt. Na den landweg ten einde toe ge volgd te hebben, stonden wij, voor bij de laatste .bocht, midden in het dorpje Heemskerk. Om de kerk, die, zooals wij met verwondering zagen, tot het haantje toe een toren van steen bezit, iets wat niet veel ge zien zal wonden,- groepeert zidh do huisjeskloonp, winkeltjes, smidse, koffiehuis „de Zon", alles stond bi er bij elkaar. Memschen zagen wij niet. We werden over horretjes even nieuws- glerUr aangegluurd, maar daar bleef het bij. We Hepen de kerk om, den nu voor ons liggen den landweg op. Hier sche nen de notabelen van Heemskerk te wonen, een paar keurige villatjes met pijnlijk netjes ondcrtiouden tuin tjes, waarvan één een wa.ro schat van zonnebloemen inhield. Dit alles voort)ij gegaan zijnde, na derden wij de kruising van onzen en den straatweg naar Beverwijk, dien wij in 't begin rechts hadden laten liggen. Nu, links den hoek om, Liepen wij nog eenige minuten verder en daar lag het kasteel „Oud Assem- burg". Eenigszins geheimzinnig dook toet uit het zware geboomte op, een groot roodsteenen gevaarte, omgeven door een gracht overdekt met kroos. Do brug, leidende naar de hoofddeu ren, bestond uit, door een blauw- steencn lijst bijeen gehouden, klinker massa, aan welks zijden zich twee dito kolommen bevonden met moeite door ijzerdraad staande gehouden. Alvorens echter deze brug te betre den, liepen wij over het ruime voor plein naar de links staande woning, dio blijkbaar in vroeger jaren voor stallen gediend heeft. Na ons binnentreden bevonden wij ons in een soort koffiehuis, ton min ste tegen de wanden stonden ver scheidene stoelen en tafeltjes. Eten blik op de door B. en W. van Heems kerk verleende vergunning, deed ons zien, dat deze gelagkamer een opper vlakte van ruim zestig vierk. Meters had, daar kon dus een IjchoorliJtk partijtje gegeven worden. Maar nu heerschte er stilte, uitgezonderd het geratel van eenigo kinderen, d e zich bezig hielden van het totaal plunde ren van oen moerbeiboom. landelijk ging de huiskamerdeur open, een deur, waar een moderne gevungenis trols op zou zijn, en op den drempel verscheen do vrouw des huizes. Wij maakten baar ons verlangen, het kasteel te zien, kenbaar en na ons stilzwijgend te hebben aangehoord, verdween «e. Weer wachtten wij een poosje, beloerd door de irn op ons opmerkzaam geworden kindertjes, tot ten slotte de baas kwam en ons vroeg of wij lust hadden, het kasteel eens te zien. Wij trokken ons gezicht in de gowenschte plooi, zeiden dat hij er ons een groot plezier mee zou doen en daar gingen wij over de brug, door de hoofddeuren, stonden toen in oen kille, marmeren vestibule en een ruime voorhal. Onze gastheer leidde ons door een zware deur naar do ridderzaal en daar opende hij hot volgende ge sprek: „Ka'j de weg?" „Neen", ga ven wij ten antwoord, „we zijn hier nog nooit geweest." „Nou", vervolgde onze leider. „Ka'jo wel wat laten zien, maar 'k "eb 'aast geen tijd.' „Nu, dat ls niets; we zullen toch niet ver dwalen." „Nee", stelde hij ons ge rust, je komp er best uit. 'k Zei de deur maar open laten staan." We hoorden nog, dat bezoekers bij hoopen dit slot bestormen, vandaar dus dat de baas er een gclegenheid- om-wat-le-gebruiken aan had verbon den. „Enfin, we zullen het wel vinden," animeerden wij hem om op te stap pen en aan dezen wenk gehoor ge vend, hooiden wij hem de marmeren vloer over klepperen, dan, met een dreuning de deur dichtslaan, wij waren dus alleen. Van buiten bekeken le,ck het huis 'niet zoo bijzonder uitgestrekt, maar ons zou anders blijken. Aan weerszij den der ridderzaal bevond zich een kabinet, waarvan één met Japansch behang, de ander was met vergulde lijsten versierd. In één der reusachti ge vertrekken stonden nog eenige hou ten schilden, zeker verrassingen voor toen ter tijde gehouden bruiloften, het opechrift: „Harten voor elkaar gebooren, scheydt de Godt der liefde niet", deed dit vermoeden. Wij bevonden ons nu in een dool hof van hokken, hokjes, kamers, za len, soms onderbroken door trappen of trapjes. Eén dezer trappen stegen wij op, toen, plotseling de trap zich weder in tweee i splitste, kruis of munt welke richting te nemen, toen, boven hetzelfde, rijen kamers, som mige met 6 deuren. Alles was met een eigenaardig behangsel beplakt. De vele bezoekers hadden evenwel 't papier bij stronken van de wand ge scheurd, alleen hetgeen buiten 's men- schen bereik zat, gaf nog eenigszins het idéé, in hoeverre het geheel er had moeten uitzien. We waren nu toch aan het trappen klimmen, dus stegen wij steeds hooger, ineens aan gegrepen door een tocht, een lucht stroom, die loshangende of openstaan do ramen of deuren deed klepperen cn slaan. Soms was de omgeving zoo naar geestig, dat het ons niet had verwon derd een schim van een „Fliegende Blètter"-ridder te ontmoeten, dat ge heimzinnige leven, het voortdurend gehuil van den wind. 't deed je niet bepaald kalmeerend aan. 't Gebeurde dikwijls, dat wij vast liepen, een feit, dat ons ten slotte deed overgaan tot het op de wanden teckenen van peilen, die ons ten min ste de oude richting konden doen terugvinden. Op sommige oogenblik- ken waren wij bang door den vloer heen te zakken, rot als deze geworden was door de lekkages en andere vochtigheid. Geheel boven gekomen ontdekten wij nog een fragment van een ge vangenis, ellendig hok met zware deur, voorzien van een luik voor het toesteken van voedsel. Geen kwaad idee, gevangenis boven, vluchtelin gen moesten bij eventueel uitbreken het geheele gebouw door, voor ze weer op vrije voeten stonden en langs den buitenmuur was natuurlijk een onmogelijkheid. Als men op deze hoogte door de raampjes kijkt, heeft men een prach tig vergezicht over den omtrok van Beverwijk op krijgt men pas een tidée, well'o hoogte men ongenknikt heeft bereikt. In de meeste kamers vonden wij verborgen bedsteden, ook zagen wij verscheidene mooie marmeren schoorsteenmantels. Wat ons onder hel icruggaan hx-t moest heeft verwonderd is, hoe de mogelijkheid heeft bestaan, dat de bewoners in hun eigen huis den weg hebben geweten en 'hoo men in zoo n labyrint nog gemakkelijk heeft kun nen leven. Eindelijk, na voorzichtig zooken stonden wij weder in de vestibule, openden de deur, die de baas geluk kig niet had gesloten je kon niet weten en haalden weer friseh adein op de door een zuinig zonnetje be schenen binnenplaats. Na nog een ikop koffie gedronken te hebben, een verkwikking die ons slechts C cent ■kostte en den bewaarder vrie;Velijk te hebben bedankt, stapten wij weder don weg terug, naar Beverwijk. Zon der veeï vermoeienis bereikten wij den Alkmaarschen weg. Na in Beverwijk te hebbon geluncht, naimen wij 2.54 de stoomtram weer terug en kwa men voldaan over het bezochte in Haarlem aan. Prijzen per persoon Retour stoom tram 1ste klasse f 0.37 1/2, consumptie Beverwijk ƒ0.75, totaal L121/2. Retour stoomtram 2de klasse 0.25, consumptie (Assemburg) 0.40, totaal Q.G5. JOH. P. C. v. G. Parijsche Brieven CCCXLII. Weinig dingen op aarde zijn zoo vermakelijk en tegelijkertijd zoo treu rig als de staatkunde, niet het minst, wanneer die staatkunde de koloniën betreft Eenige jaren geleden werd Abdel- Azie, sultan van Marokko, onttroond door zijn broeder Moelay-Hafid. De Fransche regeering, onder wier hoo- go auspiciën Marokko onderricht krijgt in de onvolprezen westerscho bescliavingsleer, vond dat besi zoo. lioe meer verdeeldheid er heerscht tusschen de inboorlingen zeiven ceiter kolonie, hoe meer de overlieerschers er profijt van kunnen trekken. Vis- schen in troebel water is altijd een der voornaamste leerstellingen van koloniseerende mogendheden ge weest Moelay-Hafid had toen meer aan hangers dan zijn broer en werd dus door de Fransche regeering erkend. Doch aangezien de Marokkanen een zeer wispelturig volk zijn en Abriel- Aziz' aanhangers te eeniger tijd mis schien wel weer de overhand zouden krijgen, kreeg de onttroonde broer van den Franschen staat een ruiane lijfrente, waar hij lekkertjes van le ven kon. Onttroonde vorsten behoe ven trouwens nooit van honger te sterven. Eenige maanden geleden kwam ge neraal Lyautey zoogenaamd de orde herstellen op Marokkaaneche grond gebied. Meer gewend aan wapenge weld dan aan diplomatieke fijn beid jes, maakte hij van Moelay-Hafid een soort van ledepop. Dit weixf door de Marokkanen miwler den barbuar- schen generaal dan den sultan aango rekend. Zij beschouwden dezen als den handlanger der overwinnaars; zij vonden, dat hij 't vaderland zonder slag of stoot overleverde aan de vrij buiters van overzee, die begeerig© blikken wierpen naar de onschatbare rijkdommen van hun grond Moelay-Hafid voelde dat. Tevens begon het hem te vervelen, aan den leiband te loopen van een vecht- mensch als generaal Lyautey. Van Duitschland viel geen hulp te ver wachten: de Germanen hadden van do Galliërs bereids belioorlijke com pensatie in Congo-land ontvangen. Wat m-oest nu de in het nauw ge brachte sultan doen? In de oudheid zou een vorst onder dergelijke omstandigheden den dood hebben gezocht. Doch in onze dagen worden dergelijke oplossingen als „vieux jeu" beschouwd, zelfs door do hoofden van de meeste oostereche vol ken. Moelay-Hafid bedacht, dat een ont troonde vorst geen steek behoeft uit te voeren, niet de minste verantwoor delijkheid heeft en niettemin nog steeds vorstelijke „honneurs" geniet, hij herinnerde zich de lijfrente, ge schonken aan zijn broeder....... En overwegend, dat bij een daadwerke lijke onttroning gewelddaden kunnen plaats hebben, waarbij zelfs een vor stenleven niet telt, voorkwam hij ver standig! ijk de krijgsbeweging en deed „Vrijwillig" afstand van den troon. Zoo wuschte hij zijn houden in on schuld. Aangezien sommige deugden altijd beloond wonden. verschafte de Fran sche regeering hem eon reusachtig... hm... pensioen. En MoeJay-Joesoef beklom den troon, zette zich de kroon op het hoofd. Nu zou men kunnen denken, dat Moelay-Hafid zijn schande zou gaan verbergen In een of ander vreemd land, dan wel oen bedevaart zou gaan ondernemen naar Mekka. Doch ook dat is „vieux jeu", een ouderwetsch begrip, een opvatting van het jaar nul. Moclay-IIafid is in sommige opzich ten een bereids vereuropeesch© oos terling, Dus scheepte hij zich voor. Frankrijk in, niet om er te protesteo ren tegen de wijze, waarop zijn volk „gekoloniseerd" wordt, doch om er veilig te genieten van alle genietin gen des geciviliseerden Europeeechen levens. En op hetzelfde oogenblik, dat M' te Marseille voet aan wal zette de arme stumper heeft nog wol last van zeeziekte gehad! debarkeerden in Marokko 30.000 welbewapende Fran sche soldaten om er schrik en onge luk teweeg te brengen, en stonden millioenen van zijn landgenooten ge reed om hun grondgebied, hun tradi ties, hun vrouwen, hun kinderen en hun leven te verdedigen. Uit den aard der zaak is de kroon- looze vorst uitstekend in het land der overheerschcrs ontvangen,niet slechts omdat men zelfs In een republiek op ziet tegen alle monarchale en ex-mo- narchale hoofden, doch ook omdat de ex-sultan, zooals men dat in gang baar Hollandsch zegt, bulkt van de centen. Behalve het pensioen van den Franschen staat bezit Moelay-Hafid eenige millioenen, die hij gedurende zijn vierjarige regeering aan zijn volk heeft onttrokken. Hij gooit met louis d or dat het een lust is om to zien, en vele Fransche bladen, die in deze hondsdagen.... pardon, het is herfst ac-htig weer in dezen... hm... kom kommertijd happig zijn op zelfs het onbelangrijkste nieuws noteeren met graagte de geringst© gaven en uitga ven van den hoogen gast. Het is mij niet recht duidelijk, waar om Moelay-llafid met veel eerder af stand van don troon heoft gedaan. Vier jaar heeft hij geregeerd. Vier jaar lang heeft hij zich verschillende zorgen en moeielijkheden oj) den hals gehaald. Waarvoor eigenlijk? Zijn volk is er geen stap mee verder geko men. Haddc hij eerder, een paar ja3r geieden reeds bijvoorbeeld, geabdi- queerd, hij zou nu wellicht bereids een bekend boulevardier van Parijs Eijn. Tl ia us is hij nog maar tot aan Vichy toe, waar hij, op aanraden van minister Briaud, een gezellige en ver- frisscheiKle badkuur zal ondergaan. Waarschijnlijk zal Moelay-Joesoef, die reeds two© doorluchtige autece- denten hoeft, slimmer zijn. Misschien treedt hij al na een jaartje af, om de plaats open te laten voor een bocder, een neef of een anderen verwant, en zelf een fatsoenlijk pensioen van de Fransche regeering te verkrijgen.Een familieraad kan telkenmale beslissen welk familielid aan de beurt is om den regeerenden sultan te vervangen. Dat kan zoo een fideele, een Hafideele boel worden. Op die wijze zal ten slotte de be trekking van sultan van Marokko minder begeerenswaard worden, om wat ze zelve waard is don om de lijf rente na de afstanddoening. En over tien jaar za.l Frankrijk vol zitten van gcpensioimeorde Marokknansche sul tans. Voor een buitengewoon rijk land als Frankrijk is dat. geen treurig verschiet. Men meene nu niet, dat ik mij hier boven schuldig heb gemaakt aan een boutade zonder grond Toen, in den loop van ©cn gesprek, Moelay-Hafid te Marseille vernam, dat tallooze chansonniers in hun liedjes danig den draak staken met den president Fallières, streek de oosterling met zijn hand door zijn mooicn baard en sprak glimlachend: Dan heeft hij niets anders to doen dan te abdiqueeren. Blijkt daaruit met, dat hij zijn „pen sioen" beschouwde als een appeltje voor den dorst, waarop hij een on vervreemdbaar recht had? Eilacie! met den lieer Fallières is het minder goed gesteld dan met do onttroonde Marokkaansche potenta ten. Over ©enige maanden loopt zijn zevenjarig presidentschap af, en wanneer h-ij afgetreden is cn niet wordt herkozen is hij met slechts een vergeten burger, doch krijgt hij geon rooien duit pensioen. Misschien ligt daar een onbillijk heid in, al is liet ook waar, dat een president der Fransche Republiek^ zijn enorm groot traktement ln aan merking genomen, zich in zeven jaar tijd een aardig vermogen kan verga ren. Hoe nu? De hoofden van onder- hoorlge staten zouden na hun heen gaan rijkelijk onderhouden worden, terwijl de eigen staatshoofden na vol brachten diensttijd geen centimv nxvr zouden ontvangen...? Wel, de huidige sultan, Moelay- Joesoef. zal over ©enigen tijd op zijn beurt abdiqueeren, na ruggespraak met en ten behoeve van een zijnor verwanten. Met eenigo handigheid in do politiek is alle-s mogelijk y.ou de brave Armnnd zijn tegencandida- tuur voor den Marokkaanschen troon kunnen stellen. Heeft hij een genoeg zaam aantal kapitalisten op zijn hand en een voldoende mate van „vei ne", «tan bestijgt hij dien troon en kan hij na ©enigen tijd abdiqueeren, zeker van een behoorlbk pensioen. Ondertnsschen alle gekheid op een stokje! vloeit er bloed in Ma rokko en betaalt het Fransche volk den onderstand van Moelay-Hafid, die or mooi weer mee 6peolt on zij-i landgenooten aan hun treurig lol overlaat* OTTO KNAAP. Amsterdamsche Kout XXXVIII. Beroering in het politiecorps, De gemeenterekeoing. De lezers van „Haarlem's Dag blad" weten reeds zoo een en ander omtrent de beroering in ons politi© corps. Dat er in dit corps al reeds geruf- men tijd ontevredenheid heerscht ia niet onbekend. Ik heb eer in een mij ner brieven al eens de aandacht op gevestigd en verschillende grieven uiteengezet Niet het minst belangrijk© is de grief der totaal ongeregelde rechts positie van het politiepersoneeL Het was hierover dat. in een ver gadering van 26 Juli jl. de voorzitter van den Amstcrdarnschen Politie bond, de agent B. Winters, het woord voorde. Hij had het over do straffen en on derwierp het straf-sysbeem aan cri- tiek. Winters betoogde, dat het toch geen bevrediging van het rechtsge voel geeft, wanneer eên gestrafte slechts in hooger beroep kan gaan bij wie hem straft Als hoofd der po litie straft in hoogste instantie de burgemeester. Hij doet dit op advies van de superieuren van den agent, ipaar van zijn beslissing staat voor den gestrafte geen hooger beroep open. Dan ook besprak Winters den aard der straffen. Het minst erg nog is de plaatsing in de strafklasse, <L w z. iuboeting van vrijen tijd. Dat is voor den be trokkene en diens gezin natuurlijk onaangenaam, maar. enfin, over die straf komt men nog wel heen. Bedenkelijker wordt de achteruit zetting in de ranglijst, wat verminde ring van promotiekans is en voor den gestraften agent en diens gezin aanmerkelijke financieel© schade be- teekent. Achteruitzetting in do ranglijst is een zeer zware straf. Met beide straffen: plaatsing in de strafklasse en achteruitze'ting in de ranglijst met niet minder dan 25 nummers heeft deburgemeester ge meend den voorzitter van den Politie bond te moeten straffen, die ln zijn organisatie het gewaagd had het straf-systeem aan te vallen. Hoewel Winters het systeem in zijn algemeenheid critiseerde, zag de bur gemeester daarin toch een beloc-diging van de superieuren, een ondermijning van de in het politiekorps zoo noodt- ge tucht. Vrij algemeen wordt de straf veel te zwaar gevonden. Enkele gezags- fanatici dan uitgezonderd, die zelfs den politieman het recht niet willen toekennen, rechtvaardige wenken en grieven kenbaar te maken. De organisatie, waarvan Winters voorzitter is, beeft vergaderingen be legd over het geval, een motie aango- ncmeu men weet het waarbij de straf, hun voorzitter opgelegd, on rechtvaardig genoemd wordt en hero een gratificatie toegekend van Ü00. Het wil velen voorkomen, dat indor- Feuilleton Het geheim van de Tower Hill. Uit het Eugelscb, door A. WILSON BARRETT, 25) Door hem te schrijven De jon ge weduwe glimlachte droevig. Oh, zei ik u niet, dal ik geschreven heb zei zij. En verleide ik u niet met welk droevig resultaat? Ik weet het, antwoordde Justus, maar dit is ee:i ander geval. Dan veronderstel ik. schreef u hem, om hem over te halen zijn houding te la ten varen, een poging te doen, of an deren een poging voor hem te laten 'doen, hein van deze ernstige beschul diging te bevrijden, en veilig en wel naar zijn vrienden terug to keeren. Hij stemde niet toe, ik weet het, maar kan het niet zijn. dat hij werkelijk daartoe niet in staat was, of dat hij zich dat verbeeldt En kan niet wie Weet deze brief zijn houding doen Veranderen Mrs. Neave zuchtte. Oh, maar hij is zoo veranderd. Hij is zoo heel anders geworden, zei zij. Ik ik schijn al mijn invloed op hem te (nebben verloren. Het is alleen „schijn", daar ben ik zeker van, zei Justus, ernstig. Neern mij niet kwalijk, mevrouw, dat ik dit zeg, maar ik ben er zeker van, dat mr. Fairfax, wat het ook schijnen moge. innig aan u verknocht is. Mrs. Neave's gelaat werd met een blos overtogen. Dat was hij, geloof ik, mr. Wise, zei zij. Hoe kan ik gelooven, dat hij het nog is Justus aarzelde. Er waren drie portretten van u op zijn kamer, mevrouw, zei hij. En geen van ch onder© dames. In derdaad, de portier zei, dat mr. Fair fax hem zei, geen andere vrouwenpor tretten daar te willen hebben. Mrs. Neave glimlachte, een zwakke, droevige glimlach. Oh, maar dat was eenigen tijd ge leden, mr. Wise, zei ze. Ik kon hem nu nergens toe bewegen. Justus leunde voorover. Wilt u geen poging wagen, zei bij, ecu laatsto poging om zijn le ven te redden Mrs. Neave's oogcu ontmoetten de zijne. Jk zou iels willen doen, zei zij. Zeg me slechts wat. Als ik dat doen mag, zou ik het zoo willen, zei Justus. Ik zou dadelijk aan mr. Fairfax schrijven, door het zelfde middel als vroeger het moge dan veilig zijn of niet, in ieder geval is het 't beste, dat wij hebben en ik zou hem erin laten toestemmen, mij te ontvangen zoo gauw als maar eenigszins mogelijk is. De rest kunt u aan mij overlaten. Mrs. Neave beet zich op de lippen. Hem iets laten doen zei ze. Ach, u hebt zijn laatsten brief niet gelezen. Justus schudde het hoofd. Deze zal anders zijn, zei hij. Ik hen eens vergeef mij getrouwd geweest en ik weet, dat domés, uitge zonderd bij de meest drukkende nood zakelijkheden, zelden al hun macht gebruiken, evenals de olifant nooit al zijn kracht aanwendt. Mrs. Neave glimlachte, vroolijk'er, dan zij eerst gedaan hod. Heel goed, mr. Wise, zei zij. Ik zal schrijven. Maar at ik niet slaag... Justus keek haar aan. U zult slagen, zei hij. Wij zullen zien, zei de Jonge we duwe. Als u morgen op dezen tijd te rugkomt, zal ik het u vertellen. En Justus was voldaan, boog on ver dween. Niets te doen vóór morgen, dacht hij. Het zal haar wel lukken. Wel, een ouder man dan Carl zou voor haar naar bet andere eind der wereld gaan. Kom, ik geloof, dat ik oens naar mijn lcantoor gn, om den tijd te dooden. Ik kan, door er naar toe to gaan, niets meer bederven. De agent vond zijn kantoor in de zelfde conditie, waarin hij het had verlaten en hij werd verwelkomd door den trouwen Dork, die, om hem recht te doen, het oog van zijn mees ter niet noodig had, om zijn plicht te doen. We zullen in ieder geval niet veel meer van dien kleinen advocaat zien. mijnheer, zei hij, terwijl Justus hoed en ias ophing en naar zijn lessenaar in de andere kauicr liep. Hij keek ver wonderd op. - Wel, wat bedoel je, Dark vroeg hij. Is hij weer hier geweest Neen, niet hier, mijnheer. Maar ik zag hem var.ochten<j. En hij gaat weg, naar het schijnt. Vertel me, waar je hem zag en waarom je dat denkt, zei Justus. Wel, mijnheer, daarom, mijnheer. Toen ik dezen morgen op mijn weg naar hier Holbort. passeerde, het fijne heer vóór mij loopen. Hij zwaaide met zijn handen en praatte in zichzelf, waarvan hij toch al een irondje heeft, en alles te samen keek hij zoo verwoed, dat ik meende, hein in do gaten te moeten houden. Wol, hij was pas eenige meters verder, toen hij in Cook's kantoor verdwoen. Gaat u weg, dacht ik en enkel uit nieuwsgierigheid ging ik mee naar binnen, en daar hij mij niet gezien bad, ging ik aandachtig naar de pla ten staan kijken. Gaat hij weg stotterde Justus Ja, dat is hij voornemens, voor zoover ik kon zien, want hij deed vra gen omtrent de reiskosten naar Span je en het verschil tusschen boot- en treintijden, en op de klerken brom mende, Juist zooals hij bet ook op mij deed. Justus keek boos. Maar Dark, dat is erg belangrijk, zei hij ten slotte, zeer' belangrijk I Maar je weet niet, wanneer hij zou gaan, veronderstel ik Binnen een week, zoover ik kon uitmaken, antwoordde de ex-soldaat Maar u vergist u, neem me niet kwa lijk, mijnheer, omtrent zijn naam van Rike. Hij is II Wilson. Ten minste zoo hoorde ik het hem opgeven. Oh, misschien zei hij dat, zei Jus tus. Maar hij is Rike. j Dus mr. Rike vertrekt naar Spanje binnen ongeveer een week, niet waar? mompeide Justus, toen Bark weer naar het andere kantoor tje ging. En onder een aangenomen naam ook I Of bereidt hij alleen een uitweg voor, als het noodig mocht blijken Ik verwacht, dat zijn falen in mijn richting en mot mr. Fairfax hem vrij boos hebben gemaakt Wel, dit nieuws maakt het slechts belang rijker, om dien jongen man te ont moeten en wel zoo spoedig mogelijk. Op de een ol andere manier, geloof ik niet, dat het erg plezierig zou zijn, als ik allee uit mr. Fairfax uad gekregen en dan zou bevinden, dat Rike verdwe nen was. Ik heb ©en appeltje met dat heer te schillen. Hij kon mij niet vooj niets wonden. HOOFDSTUK XXIII. „Ik ben schuldig!" Den volgenden morgen ontving Ju» tus een telegram van mrs. Neav e, hem verzoekende zoo spoedig mogelijk in Brook Street le komen. Hij wachtte niet met antwoorden hierop, en bevond zich eenige oogen- blikken later op weg naar haar huis. De jonge weduwe ontving hem veel vroolijker, dan bij zijn laatste bezoek. Als altijd, prachtig gekleed, scheen zij den agent bekoorlijker dan l ij haar tot nu too gezien had, nat den lichten blos, die do zenuwachtigheid haar op de wangen gebracht had cn met gVizende oogen. U liadt gelijk, nir. Wise, zei zij, toen zij de kamer binnen kwam. Oh, wat slim van u, om mij over te ba len I De „olifant" ik voel me niet als een olifant en ik hoop, dat ik ci ook niet zoo uitzie heeft zijn volle kracht gebruikt cn is geslaagd. U ziet er niet als een olifant uit, mevrouw, zei Justus U ziet er uit als... Waarschijnlijk zou de agent voor '1 eerst in zijn leven iets dichterlijks go- zegd hebben, doch hij bedwong zich.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5