Ï1AARLEMS DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Eendaagschs Uitstapjes
ZATERDAG 24- AUGUSTUS 1012
iaarieuiscliie
BeodeSstrereenlglog
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Koninkl. besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909 No. 52
Bureau: Jansweg 11, geopend alle
werkdagen van 9—5 uur.
Tclciphoon No. 403.
'Op 10 Mei 1892 wer'd bovengenoem
de Vereeniging hier ter stede opge
richt met het doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en wel
speciaal door het verstrekken van in
formation en het incassecren van du-
bieuse vorderingen.
Voor posten welke men do vereeni
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald, terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geïnd 3 pCt. pro-
cisio wordt gehovon.
Bovendien hebben de leden het
recht op het hun gratis te verstrekken
advies van do rechtsgeleerde advi
seurs der vereeniging de heeren Mrs.
Th. de Haan Iiugenholtz en A. H. J.
Merens, Spaanie 94 alhier, die des
gewenscht ook in proceduren en fail
lissementen gratis voor hun optre
den natuurlijk echter alleen voor za
ken betreffende den handel of het be
drijf der leden
Bij elke vordering de rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 ct.
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen weg
ingevorderde posten 5 pCt. moet wor
den betaald. 11. 11. rechtsgeleerden
hebben het recht in geval
rechtelijke vorvolging hot door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend,
terwijl voor ïLformatiën op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.m.
G ct. portovergoeding moet worden
betaald.
Aan het kantoor Jansweg 11 zijn
coupons a 10 ct. verkrijgbaar waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken stand op bet Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitiinatiekaarten, waarop zij
persoonlijk information kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij do daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderrl Infor. en Schuldinvordering-
bnreaux en Handelsvereenigingen
aangesloten vercenigïngen. Deze In
form atiën kosten 25 et.
Het is noodig er nog eens uitdruk
kelijk op te wijzen dat goed informee-
ron, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den waar zoovele geheel onbekende
personen zich ia onze stad en aan
grenzende gemeenten komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemd! Bond waarbij 18
vereenigingeu in de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
dolijksclie lijst van namen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor-
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim
geschonden moet blijven en die uls
waarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging die bare le
den al deze voordeden en gemakken
aanbiedt, slechte f
contribuiio vraagt
teer bescheiden eisch te
meer daar al het opgenoemde niet het
ecnige is wat de Haarlemsche llan-
delsvereeingmg doet; steeds heeft zij
een open oog gehad voor alle zaken
die hare leden in 't bijzonder en onze
gemeente in 't algemeen betroffen en
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te noe
men, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat het hare be
doeling is in doze richting krachtig
voort te ca an.
In veband hiermede zijn in liet be
stuur drie commissïën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commission bemoeit eene zich
met het Informatie- en Incassowezen,
eene met algemeene Middonstandsbe-
iangen en is cr eene voor Gemeente
belangen
Alles te zamoii genomen roepen wij
allen toe handelaar of particulier.
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot eland brengt verdient uwe sympa
thie en de contributie f 3.50 per jaar,
kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker
zij is in ledental des te meer kan de
Haarlemsche llandolsvereeniging
doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR,
Na 9.32 het Ken nemer plein verla
ten to hebben en met de stoomtram
naar Beverwijk lo zijn geredon,
stapten wij daar voor het station
uit. Hot doel der reis was kasteel
„Oud Assemburg". Daar ons daartoe
ee-n drie kwartier loopen was opge
legd, sloegen wij welgemoed de Bneo-
straat In.
De®e straat doet haar naam alle
eer aan, breed© rijweg, dan aan ie-
dere zijde een grasstrook met boom
pjes, en een ruim trottoir. Do geheele
straat, al de winkels zien er welva
rend uil, de keurige geveltjes, waar
van de moesten slechts kort ver
bouwd en pas nieuw lijken.
De Broestraat uit, links om, de
rails volgend, passeert men meer
eenvoudiger woningen, tamelijk ver
vallen huisjes met tuintjes, omgeven
door gladgeschoren heggen. Zoo
bereikten wij den „Kuikensweg",
verlieten hier de tramrails en na
men langs genoemden weg rechts de
richting Heemskerk. De Kuikensweg
is niet breed, nauwelijks biedt hij
ruimte tot toet passoeren van twee
voertuigen, maar hij loopt gemakke
lijk en gezellig, niet zoozeer door de
terreinsverandering dan wel door de
vele bochten, die je zoo ongemerkt tot
je doel brengen. Wo bevonden ons
hier blijkbaar in de groenten- en
vruchtonstreek; tuinen met snijlboo-
non, ook zagen wij oen appelboom
gaard. Ook groeien hier in menigte
alle soorten hessen en aardbeien,
geen wonder dus, dat Beverwijk veel
van dit alles uitvoert en onze stad
door „Wijkers" als overstroomd
wordt.
Na den landweg ten einde toe ge
volgd te hebben, stonden wij, voor
bij de laatste .bocht, midden in het
dorpje Heemskerk. Om de kerk, die,
zooals wij met verwondering zagen,
tot het haantje toe een toren van
steen bezit, iets wat niet veel ge
zien zal wonden,- groepeert zidh do
huisjeskloonp, winkeltjes, smidse,
koffiehuis „de Zon", alles stond bi er
bij elkaar.
Memschen zagen wij niet. We
werden over horretjes even nieuws-
glerUr aangegluurd, maar daar bleef
het bij.
We Hepen de kerk om, den nu voor
ons liggen den landweg op. Hier sche
nen de notabelen van Heemskerk te
wonen, een paar keurige villatjes
met pijnlijk netjes ondcrtiouden tuin
tjes, waarvan één een wa.ro schat
van zonnebloemen inhield.
Dit alles voort)ij gegaan zijnde, na
derden wij de kruising van onzen en
den straatweg naar Beverwijk, dien
wij in 't begin rechts hadden laten
liggen. Nu, links den hoek om, Liepen
wij nog eenige minuten verder en
daar lag het kasteel „Oud Assem-
burg".
Eenigszins geheimzinnig dook toet
uit het zware geboomte op, een
groot roodsteenen gevaarte, omgeven
door een gracht overdekt met kroos.
Do brug, leidende naar de hoofddeu
ren, bestond uit, door een blauw-
steencn lijst bijeen gehouden, klinker
massa, aan welks zijden zich twee
dito kolommen bevonden met moeite
door ijzerdraad staande gehouden.
Alvorens echter deze brug te betre
den, liepen wij over het ruime voor
plein naar de links staande woning,
dio blijkbaar in vroeger jaren voor
stallen gediend heeft.
Na ons binnentreden bevonden wij
ons in een soort koffiehuis, ton min
ste tegen de wanden stonden ver
scheidene stoelen en tafeltjes. Eten
blik op de door B. en W. van Heems
kerk verleende vergunning, deed ons
zien, dat deze gelagkamer een opper
vlakte van ruim zestig vierk. Meters
had, daar kon dus een IjchoorliJtk
partijtje gegeven worden. Maar nu
heerschte er stilte, uitgezonderd het
geratel van eenigo kinderen, d e zich
bezig hielden van het totaal plunde
ren van oen moerbeiboom. landelijk
ging de huiskamerdeur open, een
deur, waar een moderne gevungenis
trols op zou zijn, en op den drempel
verscheen do vrouw des huizes. Wij
maakten baar ons verlangen, het
kasteel te zien, kenbaar en na ons
stilzwijgend te hebben aangehoord,
verdween «e. Weer wachtten wij een
poosje, beloerd door de irn op ons
opmerkzaam geworden kindertjes, tot
ten slotte de baas kwam en ons vroeg
of wij lust hadden, het kasteel eens
te zien. Wij trokken ons gezicht in de
gowenschte plooi, zeiden dat hij er
ons een groot plezier mee zou doen
en daar gingen wij over de brug,
door de hoofddeuren, stonden toen in
oen kille, marmeren vestibule en een
ruime voorhal.
Onze gastheer leidde ons door een
zware deur naar do ridderzaal en
daar opende hij hot volgende ge
sprek: „Ka'j de weg?" „Neen", ga
ven wij ten antwoord, „we zijn hier
nog nooit geweest." „Nou", vervolgde
onze leider. „Ka'jo wel wat laten
zien, maar 'k "eb 'aast geen tijd.' „Nu,
dat ls niets; we zullen toch niet ver
dwalen." „Nee", stelde hij ons ge
rust, je komp er best uit. 'k Zei de
deur maar open laten staan."
We hoorden nog, dat bezoekers bij
hoopen dit slot bestormen, vandaar
dus dat de baas er een gclegenheid-
om-wat-le-gebruiken aan had verbon
den.
„Enfin, we zullen het wel vinden,"
animeerden wij hem om op te stap
pen en aan dezen wenk gehoor ge
vend, hooiden wij hem de marmeren
vloer over klepperen, dan, met een
dreuning de deur dichtslaan, wij
waren dus alleen.
Van buiten bekeken le,ck het huis
'niet zoo bijzonder uitgestrekt, maar
ons zou anders blijken. Aan weerszij
den der ridderzaal bevond zich een
kabinet, waarvan één met Japansch
behang, de ander was met vergulde
lijsten versierd. In één der reusachti
ge vertrekken stonden nog eenige hou
ten schilden, zeker verrassingen voor
toen ter tijde gehouden bruiloften,
het opechrift: „Harten voor elkaar
gebooren, scheydt de Godt der liefde
niet", deed dit vermoeden.
Wij bevonden ons nu in een dool
hof van hokken, hokjes, kamers, za
len, soms onderbroken door trappen
of trapjes. Eén dezer trappen stegen
wij op, toen, plotseling de trap zich
weder in tweee i splitste, kruis of
munt welke richting te nemen, toen,
boven hetzelfde, rijen kamers, som
mige met 6 deuren. Alles was met
een eigenaardig behangsel beplakt.
De vele bezoekers hadden evenwel 't
papier bij stronken van de wand ge
scheurd, alleen hetgeen buiten 's men-
schen bereik zat, gaf nog eenigszins
het idéé, in hoeverre het geheel er
had moeten uitzien. We waren nu
toch aan het trappen klimmen, dus
stegen wij steeds hooger, ineens aan
gegrepen door een tocht, een lucht
stroom, die loshangende of openstaan
do ramen of deuren deed klepperen
cn slaan.
Soms was de omgeving zoo naar
geestig, dat het ons niet had verwon
derd een schim van een „Fliegende
Blètter"-ridder te ontmoeten, dat ge
heimzinnige leven, het voortdurend
gehuil van den wind. 't deed je niet
bepaald kalmeerend aan.
't Gebeurde dikwijls, dat wij vast
liepen, een feit, dat ons ten slotte
deed overgaan tot het op de wanden
teckenen van peilen, die ons ten min
ste de oude richting konden doen
terugvinden. Op sommige oogenblik-
ken waren wij bang door den vloer
heen te zakken, rot als deze geworden
was door de lekkages en andere
vochtigheid.
Geheel boven gekomen ontdekten
wij nog een fragment van een ge
vangenis, ellendig hok met zware
deur, voorzien van een luik voor het
toesteken van voedsel. Geen kwaad
idee, gevangenis boven, vluchtelin
gen moesten bij eventueel uitbreken
het geheele gebouw door, voor ze
weer op vrije voeten stonden en langs
den buitenmuur was natuurlijk een
onmogelijkheid.
Als men op deze hoogte door de
raampjes kijkt, heeft men een prach
tig vergezicht over den omtrok van
Beverwijk op krijgt men pas een
tidée, well'o hoogte men ongenknikt
heeft bereikt.
In de meeste kamers vonden wij
verborgen bedsteden, ook zagen wij
verscheidene mooie marmeren
schoorsteenmantels.
Wat ons onder hel icruggaan hx-t
moest heeft verwonderd is, hoe de
mogelijkheid heeft bestaan, dat de
bewoners in hun eigen huis den weg
hebben geweten en 'hoo men in zoo n
labyrint nog gemakkelijk heeft kun
nen leven.
Eindelijk, na voorzichtig zooken
stonden wij weder in de vestibule,
openden de deur, die de baas geluk
kig niet had gesloten je kon niet
weten en haalden weer friseh adein
op de door een zuinig zonnetje be
schenen binnenplaats. Na nog een
ikop koffie gedronken te hebben, een
verkwikking die ons slechts C cent
■kostte en den bewaarder vrie;Velijk
te hebben bedankt, stapten wij weder
don weg terug, naar Beverwijk. Zon
der veeï vermoeienis bereikten wij den
Alkmaarschen weg. Na in Beverwijk
te hebbon geluncht, naimen wij 2.54
de stoomtram weer terug en kwa
men voldaan over het bezochte in
Haarlem aan.
Prijzen per persoon Retour stoom
tram 1ste klasse f 0.37 1/2, consumptie
Beverwijk ƒ0.75, totaal L121/2.
Retour stoomtram 2de klasse 0.25,
consumptie (Assemburg) 0.40, totaal
Q.G5.
JOH. P. C. v. G.
Parijsche Brieven
CCCXLII.
Weinig dingen op aarde zijn zoo
vermakelijk en tegelijkertijd zoo treu
rig als de staatkunde, niet het minst,
wanneer die staatkunde de koloniën
betreft
Eenige jaren geleden werd Abdel-
Azie, sultan van Marokko, onttroond
door zijn broeder Moelay-Hafid. De
Fransche regeering, onder wier hoo-
go auspiciën Marokko onderricht
krijgt in de onvolprezen westerscho
bescliavingsleer, vond dat besi zoo.
lioe meer verdeeldheid er heerscht
tusschen de inboorlingen zeiven ceiter
kolonie, hoe meer de overlieerschers
er profijt van kunnen trekken. Vis-
schen in troebel water is altijd een
der voornaamste leerstellingen van
koloniseerende mogendheden ge
weest
Moelay-Hafid had toen meer aan
hangers dan zijn broer en werd dus
door de Fransche regeering erkend.
Doch aangezien de Marokkanen een
zeer wispelturig volk zijn en Abriel-
Aziz' aanhangers te eeniger tijd mis
schien wel weer de overhand zouden
krijgen, kreeg de onttroonde broer
van den Franschen staat een ruiane
lijfrente, waar hij lekkertjes van le
ven kon. Onttroonde vorsten behoe
ven trouwens nooit van honger te
sterven.
Eenige maanden geleden kwam ge
neraal Lyautey zoogenaamd de orde
herstellen op Marokkaaneche grond
gebied. Meer gewend aan wapenge
weld dan aan diplomatieke fijn beid
jes, maakte hij van Moelay-Hafid een
soort van ledepop. Dit weixf door de
Marokkanen miwler den barbuar-
schen generaal dan den sultan aango
rekend. Zij beschouwden dezen als
den handlanger der overwinnaars; zij
vonden, dat hij 't vaderland zonder
slag of stoot overleverde aan de vrij
buiters van overzee, die begeerig©
blikken wierpen naar de onschatbare
rijkdommen van hun grond
Moelay-Hafid voelde dat. Tevens
begon het hem te vervelen, aan den
leiband te loopen van een vecht-
mensch als generaal Lyautey. Van
Duitschland viel geen hulp te ver
wachten: de Germanen hadden van
do Galliërs bereids belioorlijke com
pensatie in Congo-land ontvangen.
Wat m-oest nu de in het nauw ge
brachte sultan doen?
In de oudheid zou een vorst onder
dergelijke omstandigheden den dood
hebben gezocht. Doch in onze dagen
worden dergelijke oplossingen als
„vieux jeu" beschouwd, zelfs door do
hoofden van de meeste oostereche vol
ken.
Moelay-Hafid bedacht, dat een ont
troonde vorst geen steek behoeft uit
te voeren, niet de minste verantwoor
delijkheid heeft en niettemin nog
steeds vorstelijke „honneurs" geniet,
hij herinnerde zich de lijfrente, ge
schonken aan zijn broeder....... En
overwegend, dat bij een daadwerke
lijke onttroning gewelddaden kunnen
plaats hebben, waarbij zelfs een vor
stenleven niet telt, voorkwam hij ver
standig! ijk de krijgsbeweging en deed
„Vrijwillig" afstand van den troon.
Zoo wuschte hij zijn houden in on
schuld.
Aangezien sommige deugden altijd
beloond wonden. verschafte de Fran
sche regeering hem eon reusachtig...
hm... pensioen.
En MoeJay-Joesoef beklom den troon,
zette zich de kroon op het hoofd.
Nu zou men kunnen denken, dat
Moelay-Hafid zijn schande zou gaan
verbergen In een of ander vreemd
land, dan wel oen bedevaart zou gaan
ondernemen naar Mekka. Doch ook
dat is „vieux jeu", een ouderwetsch
begrip, een opvatting van het jaar
nul.
Moclay-IIafid is in sommige opzich
ten een bereids vereuropeesch© oos
terling, Dus scheepte hij zich voor.
Frankrijk in, niet om er te protesteo
ren tegen de wijze, waarop zijn volk
„gekoloniseerd" wordt, doch om er
veilig te genieten van alle genietin
gen des geciviliseerden Europeeechen
levens.
En op hetzelfde oogenblik, dat M'
te Marseille voet aan wal zette de
arme stumper heeft nog wol last van
zeeziekte gehad! debarkeerden in
Marokko 30.000 welbewapende Fran
sche soldaten om er schrik en onge
luk teweeg te brengen, en stonden
millioenen van zijn landgenooten ge
reed om hun grondgebied, hun tradi
ties, hun vrouwen, hun kinderen en
hun leven te verdedigen.
Uit den aard der zaak is de kroon-
looze vorst uitstekend in het land der
overheerschcrs ontvangen,niet slechts
omdat men zelfs In een republiek op
ziet tegen alle monarchale en ex-mo-
narchale hoofden, doch ook omdat de
ex-sultan, zooals men dat in gang
baar Hollandsch zegt, bulkt van de
centen. Behalve het pensioen van den
Franschen staat bezit Moelay-Hafid
eenige millioenen, die hij gedurende
zijn vierjarige regeering aan zijn volk
heeft onttrokken. Hij gooit met louis
d or dat het een lust is om to zien, en
vele Fransche bladen, die in deze
hondsdagen.... pardon, het is herfst
ac-htig weer in dezen... hm... kom
kommertijd happig zijn op zelfs het
onbelangrijkste nieuws noteeren met
graagte de geringst© gaven en uitga
ven van den hoogen gast.
Het is mij niet recht duidelijk, waar
om Moelay-llafid met veel eerder af
stand van don troon heoft gedaan.
Vier jaar heeft hij geregeerd. Vier
jaar lang heeft hij zich verschillende
zorgen en moeielijkheden oj) den hals
gehaald. Waarvoor eigenlijk? Zijn
volk is er geen stap mee verder geko
men. Haddc hij eerder, een paar ja3r
geieden reeds bijvoorbeeld, geabdi-
queerd, hij zou nu wellicht bereids
een bekend boulevardier van Parijs
Eijn. Tl ia us is hij nog maar tot aan
Vichy toe, waar hij, op aanraden van
minister Briaud, een gezellige en ver-
frisscheiKle badkuur zal ondergaan.
Waarschijnlijk zal Moelay-Joesoef,
die reeds two© doorluchtige autece-
denten hoeft, slimmer zijn. Misschien
treedt hij al na een jaartje af, om de
plaats open te laten voor een bocder,
een neef of een anderen verwant, en
zelf een fatsoenlijk pensioen van de
Fransche regeering te verkrijgen.Een
familieraad kan telkenmale beslissen
welk familielid aan de beurt is om
den regeerenden sultan te vervangen.
Dat kan zoo een fideele, een Hafideele
boel worden.
Op die wijze zal ten slotte de be
trekking van sultan van Marokko
minder begeerenswaard worden, om
wat ze zelve waard is don om de lijf
rente na de afstanddoening. En over
tien jaar za.l Frankrijk vol zitten van
gcpensioimeorde Marokknansche sul
tans. Voor een buitengewoon rijk
land als Frankrijk is dat. geen treurig
verschiet.
Men meene nu niet, dat ik mij hier
boven schuldig heb gemaakt aan een
boutade zonder grond Toen, in den
loop van ©cn gesprek, Moelay-Hafid
te Marseille vernam, dat tallooze
chansonniers in hun liedjes danig
den draak staken met den president
Fallières, streek de oosterling met
zijn hand door zijn mooicn baard en
sprak glimlachend:
Dan heeft hij niets anders to
doen dan te abdiqueeren.
Blijkt daaruit met, dat hij zijn „pen
sioen" beschouwde als een appeltje
voor den dorst, waarop hij een on
vervreemdbaar recht had?
Eilacie! met den lieer Fallières is
het minder goed gesteld dan met do
onttroonde Marokkaansche potenta
ten. Over ©enige maanden loopt zijn
zevenjarig presidentschap af, en
wanneer h-ij afgetreden is cn niet
wordt herkozen is hij met slechts een
vergeten burger, doch krijgt hij geon
rooien duit pensioen.
Misschien ligt daar een onbillijk
heid in, al is liet ook waar, dat een
president der Fransche Republiek^
zijn enorm groot traktement ln aan
merking genomen, zich in zeven jaar
tijd een aardig vermogen kan verga
ren. Hoe nu? De hoofden van onder-
hoorlge staten zouden na hun heen
gaan rijkelijk onderhouden worden,
terwijl de eigen staatshoofden na vol
brachten diensttijd geen centimv
nxvr zouden ontvangen...?
Wel, de huidige sultan, Moelay-
Joesoef. zal over ©enigen tijd op zijn
beurt abdiqueeren, na ruggespraak
met en ten behoeve van een zijnor
verwanten. Met eenigo handigheid
in do politiek is alle-s mogelijk y.ou
de brave Armnnd zijn tegencandida-
tuur voor den Marokkaanschen troon
kunnen stellen. Heeft hij een genoeg
zaam aantal kapitalisten op zijn
hand en een voldoende mate van „vei
ne", «tan bestijgt hij dien troon en
kan hij na ©enigen tijd abdiqueeren,
zeker van een behoorlbk pensioen.
Ondertnsschen alle gekheid op
een stokje! vloeit er bloed in Ma
rokko en betaalt het Fransche volk
den onderstand van Moelay-Hafid,
die or mooi weer mee 6peolt on zij-i
landgenooten aan hun treurig lol
overlaat*
OTTO KNAAP.
Amsterdamsche Kout
XXXVIII.
Beroering in het politiecorps,
De gemeenterekeoing.
De lezers van „Haarlem's Dag
blad" weten reeds zoo een en ander
omtrent de beroering in ons politi©
corps.
Dat er in dit corps al reeds geruf-
men tijd ontevredenheid heerscht ia
niet onbekend. Ik heb eer in een mij
ner brieven al eens de aandacht op
gevestigd en verschillende grieven
uiteengezet
Niet het minst belangrijk© is de
grief der totaal ongeregelde rechts
positie van het politiepersoneeL
Het was hierover dat. in een ver
gadering van 26 Juli jl. de voorzitter
van den Amstcrdarnschen Politie
bond, de agent B. Winters, het woord
voorde.
Hij had het over do straffen en on
derwierp het straf-sysbeem aan cri-
tiek. Winters betoogde, dat het toch
geen bevrediging van het rechtsge
voel geeft, wanneer eên gestrafte
slechts in hooger beroep kan gaan
bij wie hem straft Als hoofd der po
litie straft in hoogste instantie de
burgemeester. Hij doet dit op advies
van de superieuren van den agent,
ipaar van zijn beslissing staat voor
den gestrafte geen hooger beroep
open.
Dan ook besprak Winters den aard
der straffen.
Het minst erg nog is de plaatsing
in de strafklasse, <L w z. iuboeting
van vrijen tijd. Dat is voor den be
trokkene en diens gezin natuurlijk
onaangenaam, maar. enfin, over die
straf komt men nog wel heen.
Bedenkelijker wordt de achteruit
zetting in de ranglijst, wat verminde
ring van promotiekans is en voor
den gestraften agent en diens gezin
aanmerkelijke financieel© schade be-
teekent.
Achteruitzetting in do ranglijst is
een zeer zware straf.
Met beide straffen: plaatsing in de
strafklasse en achteruitze'ting in de
ranglijst met niet minder dan 25
nummers heeft deburgemeester ge
meend den voorzitter van den Politie
bond te moeten straffen, die ln zijn
organisatie het gewaagd had het
straf-systeem aan te vallen.
Hoewel Winters het systeem in zijn
algemeenheid critiseerde, zag de bur
gemeester daarin toch een beloc-diging
van de superieuren, een ondermijning
van de in het politiekorps zoo noodt-
ge tucht.
Vrij algemeen wordt de straf veel
te zwaar gevonden. Enkele gezags-
fanatici dan uitgezonderd, die zelfs
den politieman het recht niet willen
toekennen, rechtvaardige wenken en
grieven kenbaar te maken.
De organisatie, waarvan Winters
voorzitter is, beeft vergaderingen be
legd over het geval, een motie aango-
ncmeu men weet het waarbij de
straf, hun voorzitter opgelegd, on
rechtvaardig genoemd wordt en hero
een gratificatie toegekend van Ü00.
Het wil velen voorkomen, dat indor-
Feuilleton
Het geheim van
de Tower Hill.
Uit het Eugelscb, door
A. WILSON BARRETT,
25)
Door hem te schrijven De jon
ge weduwe glimlachte droevig. Oh,
zei ik u niet, dal ik geschreven heb
zei zij. En verleide ik u niet met welk
droevig resultaat?
Ik weet het, antwoordde Justus,
maar dit is ee:i ander geval. Dan
veronderstel ik. schreef u hem, om
hem over te halen zijn houding te la
ten varen, een poging te doen, of an
deren een poging voor hem te laten
'doen, hein van deze ernstige beschul
diging te bevrijden, en veilig en wel
naar zijn vrienden terug to keeren.
Hij stemde niet toe, ik weet het, maar
kan het niet zijn. dat hij werkelijk
daartoe niet in staat was, of dat hij
zich dat verbeeldt En kan niet wie
Weet deze brief zijn houding doen
Veranderen Mrs. Neave zuchtte. Oh,
maar hij is zoo veranderd. Hij is zoo
heel anders geworden, zei zij. Ik
ik schijn al mijn invloed op hem te
(nebben verloren.
Het is alleen „schijn", daar ben
ik zeker van, zei Justus, ernstig.
Neern mij niet kwalijk, mevrouw, dat
ik dit zeg, maar ik ben er zeker van,
dat mr. Fairfax, wat het ook schijnen
moge. innig aan u verknocht is.
Mrs. Neave's gelaat werd met een
blos overtogen.
Dat was hij, geloof ik, mr. Wise,
zei zij. Hoe kan ik gelooven, dat hij
het nog is
Justus aarzelde.
Er waren drie portretten van u
op zijn kamer, mevrouw, zei hij. En
geen van ch onder© dames. In
derdaad, de portier zei, dat mr. Fair
fax hem zei, geen andere vrouwenpor
tretten daar te willen hebben.
Mrs. Neave glimlachte, een zwakke,
droevige glimlach.
Oh, maar dat was eenigen tijd ge
leden, mr. Wise, zei ze. Ik kon hem
nu nergens toe bewegen.
Justus leunde voorover.
Wilt u geen poging wagen, zei
bij, ecu laatsto poging om zijn le
ven te redden
Mrs. Neave's oogcu ontmoetten de
zijne.
Jk zou iels willen doen, zei zij.
Zeg me slechts wat.
Als ik dat doen mag, zou ik het
zoo willen, zei Justus. Ik zou dadelijk
aan mr. Fairfax schrijven, door het
zelfde middel als vroeger het moge
dan veilig zijn of niet, in ieder geval
is het 't beste, dat wij hebben en
ik zou hem erin laten toestemmen, mij
te ontvangen zoo gauw als maar
eenigszins mogelijk is. De rest kunt u
aan mij overlaten.
Mrs. Neave beet zich op de lippen.
Hem iets laten doen zei ze. Ach,
u hebt zijn laatsten brief niet gelezen.
Justus schudde het hoofd.
Deze zal anders zijn, zei hij. Ik
hen eens vergeef mij getrouwd
geweest en ik weet, dat domés, uitge
zonderd bij de meest drukkende nood
zakelijkheden, zelden al hun macht
gebruiken, evenals de olifant nooit al
zijn kracht aanwendt.
Mrs. Neave glimlachte, vroolijk'er,
dan zij eerst gedaan hod.
Heel goed, mr. Wise, zei zij. Ik
zal schrijven. Maar at ik niet slaag...
Justus keek haar aan.
U zult slagen, zei hij.
Wij zullen zien, zei de Jonge we
duwe. Als u morgen op dezen tijd te
rugkomt, zal ik het u vertellen.
En Justus was voldaan, boog on ver
dween.
Niets te doen vóór morgen, dacht
hij. Het zal haar wel lukken. Wel, een
ouder man dan Carl zou voor haar
naar bet andere eind der wereld gaan.
Kom, ik geloof, dat ik oens naar mijn
lcantoor gn, om den tijd te dooden. Ik
kan, door er naar toe to gaan, niets
meer bederven.
De agent vond zijn kantoor in de
zelfde conditie, waarin hij het had
verlaten en hij werd verwelkomd door
den trouwen Dork, die, om hem
recht te doen, het oog van zijn mees
ter niet noodig had, om zijn plicht te
doen.
We zullen in ieder geval niet veel
meer van dien kleinen advocaat zien.
mijnheer, zei hij, terwijl Justus hoed
en ias ophing en naar zijn lessenaar
in de andere kauicr liep. Hij keek ver
wonderd op.
- Wel, wat bedoel je, Dark vroeg
hij. Is hij weer hier geweest
Neen, niet hier, mijnheer. Maar
ik zag hem var.ochten<j. En hij gaat
weg, naar het schijnt.
Vertel me, waar je hem zag en
waarom je dat denkt, zei Justus.
Wel, mijnheer, daarom, mijnheer.
Toen ik dezen morgen op mijn weg
naar hier Holbort. passeerde,
het fijne heer vóór mij loopen. Hij
zwaaide met zijn handen en praatte in
zichzelf, waarvan hij toch al een
irondje heeft, en alles te samen keek
hij zoo verwoed, dat ik meende, hein
in do gaten te moeten houden. Wol,
hij was pas eenige meters verder,
toen hij in Cook's kantoor verdwoen.
Gaat u weg, dacht ik en enkel uit
nieuwsgierigheid ging ik mee naar
binnen, en daar hij mij niet gezien
bad, ging ik aandachtig naar de pla
ten staan kijken.
Gaat hij weg stotterde Justus
Ja, dat is hij voornemens, voor
zoover ik kon zien, want hij deed vra
gen omtrent de reiskosten naar Span
je en het verschil tusschen boot- en
treintijden, en op de klerken brom
mende, Juist zooals hij bet ook op mij
deed.
Justus keek boos.
Maar Dark, dat is erg belangrijk,
zei hij ten slotte, zeer' belangrijk I
Maar je weet niet, wanneer hij zou
gaan, veronderstel ik
Binnen een week, zoover ik kon
uitmaken, antwoordde de ex-soldaat
Maar u vergist u, neem me niet kwa
lijk, mijnheer, omtrent zijn naam van
Rike. Hij is II Wilson. Ten minste zoo
hoorde ik het hem opgeven.
Oh, misschien zei hij dat, zei Jus
tus. Maar hij is Rike.
j Dus mr. Rike vertrekt naar
Spanje binnen ongeveer een week,
niet waar? mompeide Justus, toen
Bark weer naar het andere kantoor
tje ging. En onder een aangenomen
naam ook I Of bereidt hij alleen een
uitweg voor, als het noodig mocht
blijken Ik verwacht, dat zijn falen
in mijn richting en mot mr. Fairfax
hem vrij boos hebben gemaakt Wel,
dit nieuws maakt het slechts belang
rijker, om dien jongen man te ont
moeten en wel zoo spoedig mogelijk.
Op de een ol andere manier, geloof ik
niet, dat het erg plezierig zou zijn, als
ik allee uit mr. Fairfax uad gekregen
en dan zou bevinden, dat Rike verdwe
nen was. Ik heb ©en appeltje met dat
heer te schillen. Hij kon mij niet vooj
niets wonden.
HOOFDSTUK XXIII.
„Ik ben schuldig!"
Den volgenden morgen ontving Ju»
tus een telegram van mrs. Neav e, hem
verzoekende zoo spoedig mogelijk in
Brook Street le komen.
Hij wachtte niet met antwoorden
hierop, en bevond zich eenige oogen-
blikken later op weg naar haar huis.
De jonge weduwe ontving hem veel
vroolijker, dan bij zijn laatste bezoek.
Als altijd, prachtig gekleed, scheen
zij den agent bekoorlijker dan l ij
haar tot nu too gezien had, nat den
lichten blos, die do zenuwachtigheid
haar op de wangen gebracht had cn
met gVizende oogen.
U liadt gelijk, nir. Wise, zei zij,
toen zij de kamer binnen kwam. Oh,
wat slim van u, om mij over te ba
len I De „olifant" ik voel me niet
als een olifant en ik hoop, dat ik ci
ook niet zoo uitzie heeft zijn volle
kracht gebruikt cn is geslaagd.
U ziet er niet als een olifant uit,
mevrouw, zei Justus U ziet er uit als...
Waarschijnlijk zou de agent voor '1
eerst in zijn leven iets dichterlijks go-
zegd hebben, doch hij bedwong zich.